Foyer. Nota Situatie Woonwagenterreinen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Foyer. Nota Situatie Woonwagenterreinen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest"

Transcriptie

1 Foyer Nota Situatie Woonwagenterreinen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Regionaal Integratiecentrum Foyer Dienst Woonwagenbewoners en Roma december 2006

2 Index 1. Inleiding 2. Historiek woonwagenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 3. Situatie per woonwagenterrein 4. Knelpunten 4.1 Woonzekerheid voor woonwagenbewoners Hoe groot is het tekort aan standplaatsen? Aantal woonwagenbewoners in het BHG Tekort aan legale standplaatsen Nationaal gebrek aan standplaatsen Oorzaken van het tekort aan standplaatsen Specifieke ruimtelijke richtlijnen nodig Buurtbewoners willen geen woonwagenterrein naast hun deur Gebrek aan expliciet standplaatsenbeleid Onvoldoende coherent en gecoördineerd beleid Woonwagenterreinen zijn commercieel niet interessant Factoren die een positieve invloed hebben op het standplaatsenbeleid Waar woonwagenbewoners aanwezig zijn, komt sneller een standplaatsenbeleid Het standplaatsenbeleid formaliseren via de ruimtelijke structuurplannen Samenwerking met professioneel woonwagenwerk of vrijwilligerswerking is effectief Stand van zaken voor doortrekkersterreinen en pleisterplaatsen Doortrekkersterreinen en pleisterplaatsen zijn belangrijk voor de woonzekerheid Streefcijfers voor doortrekkersterreinen Pleisterplaatsen 4.2 Betaalbaar wonen De prijs van het terrein Voor een privé-terrein betaal je de marktprijs van de bouwgrond Openbare besturen kunnen tegen gunstige voorwaarden terreinen aankopen, zo blijft het betaalbaar De prijs van de inrichting van het terrein Minder goede inrichting van private terreinen, omwille van juridische onzekerheid Ontoereikende financiële draagkracht van woonwagenbewoners De inrichting van een openbaar terrein kost geld, maar dat levert kwaliteit op De prijs van een standplaats Familiale solidariteit bepaalt gebruikersprijs op private terreinen

3 Een standplaats op openbare terreinen is zeer betaalbaar De prijs van een wagen Woonwagens bestaan in verschillende prijsklassen Zijn doortrekkersterreinen betaalbaar? 4.3 Behoorlijke woonomgeving Inplanting van het terrein Gemeenten kiezen afgelegen plaatsen, dat is nefast op lange termijn De ideale inplanting: in een woongebied Beheer van het terrein Wat houdt beheer in De Vlaamse overheid kan toezicht financieel aanmoedigen Professionalisering van toezicht is belangrijk Inplanting en beheer van doortrekkersterreinen Inplanting van doortrekkersterreinen bij verkeersaders Een doortrekkersterrein vraagt een apart soort beheer 4.4 Kwaliteit Kwaliteit van de terreinen Privé-terreinen zijn van wisselende kwaliteit Openbare terreinen zijn meestal van goede kwaliteit Overbevolking voel je het meest in de gemeenschappelijke zones Bruikbare en degelijke richtlijnen van de Vlaamse Woonwagencommissie Kwaliteit van woonwagens De oppervlakte van de wagens vergroot Woonwagenbewoners rekenen op de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen Verwarming-, isolatie en verluchting zijn niet altijd conform de voorschriften en niet energiezuinig Op brandveiligheid scoren wagens en terreinen onvoldoende Stabiliteit wordt belangrijker nu er steeds meer grote wagens zijn De Brusselse overheid moet aangepaste kwaliteitscriteria ontwikkelen Doortrekkersterreinen en kwaliteit 5. Conclusies en aanbevelingen 5.1 Woonzekerheid Conclusies Aanbevelingen standplaatsenbeleid residentiële woonwagenterreinen Aanbevelingen standplaatsenbeleid doortrekkersterreinen 5.2 Betaalbaarheid van wonen Conclusies Aanbevelingen

4 5.3 Woonomgeving Conclusies Aanbevelingen 5.4 Kwaliteit Conclusies Aanbevelingen Annex 1: Vlaams subsidiereglement Annex 2: Resolutie doortrekkersterreinen van 20/2/2004 Annex 3: Definities

5 1. Inleiding In Brussel verblijven Voyageurs, Roms, Manoesjen en Roma. Voyageurs zijn autochtonen die afstammen van trekkende handelaars en ambachtslui. Ze wonen nog steeds in woonwagens, alhoewel velen onder hen in huizen zijn gaan wonen. De Roms en Manoesjen zijn hier vanaf de 18 e E en de 15 e E. Ze leven in woonwagens en het zijn voornamelijk de Romfamilies die vooral in de zomer nog rondtrekken. De Roma komen recent uit Oost-Europa waar ze in huizen of appartementen woonden. Dezen vragen geen woonwagenterreinen, wel een onthaalbeleid en een vestigingsmogelijkheid. In Brussel passeren ook veel doortrekkers. Het zijn Rom-families die hier voor enige tijd verblijven omwille van een religieuze of familiale bijeenkomst. Het woonwagenwerk 1 gebruikt verschillende termen wanneer het gaat over woonwagenterreinen en bewoners (zie bijlage definities). Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt heel wat residentiële woonwagenbewoners, maar het weet niet dat ze er zijn. Dit is omwille van het kleine aantal terreinen waar effectief nog mensen in woonwagens wonen en omdat de meeste Brusselse woonwagenbewoners (al dan niet gedwongen) in een huis wonen. Een specifiek Brussels probleem is de precaire situatie van de meeste woonwagenterreinen. Door de moeilijkheid om de nodige bouwvergunningen voor hun woonwagens te bekomen en de duurte van de beperkt beschikbare gronden staan de bewoners meestal illegaal of worden ze gedoogd door de gemeenten. De bewoners voelen zich nooit zeker omdat er steeds een bedreiging van uitdrijving is. Ook voor doortrekkers is er vaak een tekort aan legale standplaatsen. In Vlaanderen maakten in september 2006 de woonwagenwerkers uit de minderhedensector een balans op van het huidige woonwagenbeleid. Deze analyse resulteerde in een nota met een reeks adviezen voor het woonwagenbeleid in Vlaanderen 2. Leidraad was de Vlaamse wooncode. Het uitgangspunt hierbij is dat huisvesting belangrijk is. Je woonsituatie heeft invloed op je gezondheid en op de onderwijsprestaties van je kinderen, je participatie in de samenleving, je werk. Omdat wonen in al deze domeinen een bepalende factor is, heeft de Vlaamse overheid in 1996 de Vlaamse wooncode opgesteld. De Vlaamse overheid heeft daarbij ook gedacht aan mensen met bijzondere woonsituaties, zoals de woonwagenbewoners. In de Vlaamse wooncode zijn woonwagens erkend als een 1 Het woonwagenwerk zijn de provinciale cellen, de diensten van de integratiecentra en andere diensten die specifiek als opdracht hebben om met woonwagenbewoners te werken. Ze worden deels gesubsidieerd vanuit de Vlaamse Gemeenschap in het kader van het Minderhedendecreet. 2 In onderliggende analyse worden een aantal beschrijvingen van knelpunten en aanbevelingen overgenomen uit deze nota voor Vlaanderen.

6 volwaardige vorm van wonen. Tevens stelt de overheid zich tot doel de woonsituatie van woonwagenbewoners te verbeteren. 3 Ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een degelijke analyse van de woonsituatie van woonwagenbewoners hoogst noodzakelijk. Hoe staat het met de woonsituatie van woonwagenbewoners anno 2007? Zijn er voldoende standplaatsen? Zijn er op de terreinen voor woonwagens goede basisvoorzieningen? Hoe worden de terreinen beheerd? Enzovoort. In het BHG en de Brusselse wetgeving ontbreekt echter een officiële erkenning van woonwagens als een volwaardige woonvorm en een specifieke plaats van woonwagens en woonwagenterreinen rond huisvesting en ruimtelijke ordening. Daarom wordt bij deze analyse uitgegaan van art. 23 van de Grondwet: Iedereen heeft het recht een menswaardig leven te leiden. Dit recht omvat het recht op een behoorlijke huisvesting. We volgen hierin de Vlaamse Wooncode en het memorandum 4 van de Brusselse Bond recht op Wonen (BBRoW) waarin wordt gestipuleerd dat dit grondwetsartikel volgende aspecten inhoudt: recht op een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid 5. 3 Decreet tot wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode en van het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, art 2-3, Zie: 5 Decreet houdende de Vlaamse wooncode, artikel 3,

7 2. Historiek woonwagenbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Talrijke ministers en ministeriële kabinetten zijn geconfronteerd geworden met de woonwagenproblematiek, maar zelden kwamen er oplossingen. In Anderlecht staan van oudsher woonwagenbewoners, vanaf de jaren 70 vooral te situeren in de kanaalzone. Door de verdere verstedelijking konden zij nog maar terecht op enkele gronden. Een geregelde bezetting van terreinen zonder infrastructuur en toelating leidde tot een verscherpt beleid, waarbij ook de woonwagenbewoners die overwinterden in Anderlecht het moeilijk kregen. In stelde de Regie van de Brusselse Agglomeratie een terrein ter beschikking gelegen aan het kanaal in Neder-Over-Heembeek. met een opvangcapaciteit voor 90 gezinnen. Op dit terrein waren de nodige voorzieningen aanwezig en een beheersstructuur. Het terrein werd uiteindelijk gesloten omwille van de ongezonde ligging. Een familie woonwagengezinnen kon terecht op een terrein in de Lenniksebaan, ingericht door een vzw. Na de sluiting van het terrein in Neder-Over-Heembeek en het ontbreken van enig standplaatsenbeleid in en rond het Brusselse ondanks de vele beleidscontacten door woonwagenbewoners en woonwagenwerk -, kochten een aantal families gronden op te Anderlecht en omliggende gemeenten met de bedoeling er te overwinteren. De gemeente Anderlecht stond, zoals vele andere gemeenten, weigerachtig tegenover het verlenen van vergunningen. Enkele bouwvergunningen van tijdelijke aard voor enkele residentiële terreinen (bijv. te Anderlecht aan de Humaniteitslaan en aan het kanaal op gronden van de Regie van de Brusselse Agglomeratie, te Vorst en Ukkel) konden verkregen worden hetzij door de gemeente, hetzij door bovenlokale instanties (Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Zo konden rondtrekkenden in de loop van 1998 en 1999 genieten van een ad hoc regeling via het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om tijdelijk te verblijven op de braakliggende gronden aan de bocht van Vorst. Over een globaal gemeentelijk standplaatsenbeleid kon echter niet gesproken worden. In het kader van het openbaar onderzoek betreffende het gewestelijk bestemmingsplan werden tenminste drie bezwaarschriften ingebracht om het Gewest te attenderen dat ook een woonwagen als een vorm van wonen moet worden beschouwd en in woongebieden er dus ook plaats moet zijn voor woonwagenterreinen. In 1998 kwam op initiatief van de minister van Sociale Zaken een technische werkgroep samen om de vraag naar een tweetal doortrekkersterreinen voor telkens twintig standplaatsen te onderzoeken. In februari 2004 werd door het Brussels Parlement een resolutie goedgekeurd die aanzet tot de aanleg van verschillende doortrekkersterreinen in het BHG. In december 2004 gaat op initiatief van de Stad Brussel het eerste doortrekkersterrein in het BHG open voor 25 woonwagens, en dit op het grondgebied van Haren. In de Brusselse rand werd in 2005 door de Provincie

8 Vlaams-Brabant een ander doortrekkersterrein aangelegd in Huizingen. De laatste jaren liet het Ministerie van Defensie (Minister Flahaut) eveneens tijdelijk doortrekkers toe op pleisterplaatsen in Neder-over-Heembeek (grasveld militair hospitaal) en in Peutie. Hier golden echter zeer rudimentaire en gebrekkige sanitaire voorzieningen. In de loop van 2006 besliste het kabinet om dit terrein niet meer ter beschikking te stellen. De bestemmingsplannen voor het gebied van de Lenniksebaan/Delwartstraat en de verdere stedenbouwkundige uitbouw van de gemeente Anderlecht en de andere gemeenten in het Brusselse noodzaken momenteel dringend een definitieve stedenbouwkundige inbedding van residentiële en doortrekkersterreinen en een gemeentelijk standplaatsenbeleid.

9 3. Situatie per woonwagenterrein Residentiële terreinen: Adres Eigenaar Aantal gezinnen Caravans Voorzieningen Zone Bouwvergunning Knelpunten Anderlecht Klaverstraat 62b bewoner 8-tal Enkele sta-, vooral trek- rudimentaire sanitaire unit met een gemeenschappelijke WC, waterkraan en rioolafvoer, elektriciteitsmeter, kabeltv Gewestelijk bestemmingsplan: sterk gemengd gebied tijdelijke bouwvergunning voor 3 jaren, ondertussen verlopen - geen bouwvergunning - bestemmingsplannen voor de omgeving - rudimentaire infrastructuur Lenniksebaan 300 NV Distrigaz 8-tal Sta-, trek-, noodwoning rudimentaire sanitaire unit met een gemeenschappelijke WC en waterkraan, te herstellen rioolafvoer, hok met elektriciteitsmeter, kabeltv Gewestelijk bestemmingsplan: sterk gemengd gebied bouwvergunning voor enkele stacaravans, ondertussen verlopen - geen bouwvergunning - ongeschreven en precaire toelating van eigenaar - bestemmingsplannen voor de omgeving - verbreding RERspoorweglijn - onvoldoende infrastructuur Delwartstraat 74 bewoner enkele sta-, sanitair in Gewestelijk tijdelijke - geen bouwver-

10 vooral trek- Colombophilestraat 190 bewoner 1-3 Trek-, noodwoning Neder-over-Heembeek (Brussel) Gemenebeemdenstraat foorreizige 59 rs 14-tal gezinnen woonwagenbewoners (8 Roemeense, 4 voyageursen 2 manoesjgezinnen), 7-tal gezinnen foorreizigers Sta-, trek-, opslagplaats kermismateria al noodwoning: een gemeenschappelijke WC en waterkraan, hok met elektriciteitsmeters rudimentaire sanitaire unit met een gemeenschappelijke WC en waterkraan, elektriciteitsmeter, kabeltv Rudimentaire voorzieningen: elk eigen sanitair (water, elektriciteit) bestemmingsplan: typisch woongebied Gewestelijk bestemmingsplan: recreatiegebied Gewestelijk bestemmingsplan: gemengd gebied Haren (Brussel) Harenheydestraat 63 bewoner 4 5 Sta-, trek- 2 WC s Gewestelijk bestemmingsplan: bouwvergunning voor 3 jaren, ondertussen verlopen bouwvergunning voor noodwoning, ondertussen verlopen Geen bouwvergunning Bouwvergunning vr 7 caravans en 2 gunning - nieuwe bebouwing in omgeving - bestemmingsplannen voor de omgeving - rudimentaire infrastructuur - geen bouwvergunning - bestemmingsplannen omgeving - verbreding RERspoorweglijn - geen bouwvergunning - onzekere houding v eigenaar - zeer beperkte voorzieningen

11 Servandonistraat 45 3-tal Caravans, containers Molenbeek Nestelingenstraat 14 Gemeente Molenbeek 6 7 sta- Verharde standplaatsen, sanitair gebouw, water, riolering, elektriciteit typisch woongebied Gewestelijk bestemmingsplan: typisch woongebied Gewestelijk bestemmingsplan: typisch woongebied WC s 2 x tijdelijke bouwvergunning, verlopen Gemeentelijk - verzet v buurtbewoners - slechte voorzieningen - uitdovingbeleid Ook in sommige andere gemeenten in het Brussels Gewest (vnl. Schaarbeek, Laken en Brussel) vinden we nog individuele illegale terreintjes verdoken tussen en achter huizen. Ook vinden we o.a. in Neder-over-Heembeek en Haren verschillende terreinen van foorreizigers. Deze maken echter geen onderwerp uit van onze bespreking. Al deze gemeenten gedogen de illegale woonwagenterreinen op hun grondgebied omdat de bewoners al sinds verscheidene jaren daar verblijven en omdat ze (in tegenstelling met wat vaak beweerd wordt) niet voor overlast zorgen. Doortrekkersterreinen: Haren (Brussel) Waterranonkelstraat Stad Brussel 25 Trek- kiezel, water, werftoiletten Gewestelijk bestemmingsplan: sterk gemengd gebied Gemeentelijk - nog geen fatsoenlijke sanitaire voorzieningen

12 4. Knelpunten Bij de analyse van knelpunten wordt de huidige situatie van het wonen in woonwagens getoetst aan de rechten, engagementen en criteria die in de wetgeving voorzien zijn rond huisvesting. In de Brusselse huisvestingscode 6 die in voege is sinds 1 juli 2004 erkent het recht op een behoorlijke woning (Art.3) maar is voornamelijk gericht op kwaliteits- en veiligheidsvereisten voor (huur)woningen. Het voorziet geen enkele plaats voor wonen in woonwagens, laat staan een erkenning van woonwagens als een volwaardige woonvorm zoals in de Vlaamse Wooncode. Zoals hoger beschreven wegen we bij deze analyse daarom de huidige knelpunten af aan het recht op menswaardig wonen voorzien in de Belgische Grondwet en de invulling die zowel de BBRoW als de Vlaamse overheid hieraan geven, namelijk: recht op een aangepaste woning van goede kwaliteit in een behoorlijke woonomgeving tegen een betaalbare prijs met woonzekerheid 4.1 Woonzekerheid voor woonwagenbewoners Woonzekerheid voor woonwagenbewoners betekent: voldoende legale standplaatsen voor de huidige woonwagenbevolking een standplaatsenbeleid dat anticipeert op de toekomstige behoefte en vraag naar standplaatsen voldoende doortrekkersterreinen Hoe groot is het tekort aan standplaatsen?! Aantal woonwagenbewoners in het BHG In het BHG verbleven er begin 2007 ongeveer een 50 à 60-tal gekende gezinnen 7 in caravans op woonwagenterreinen in Anderlecht, Haren, Neder-over-Heembeek en Molenbeek. Omwille van de semi-nomadische levenswijze van sommige van deze 6 Ordonnantie houdende de Brusselse Huisvestingscode, 17/7/2003, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 9/9/ Foorreizigers maken geen deel uit van de beoogde doelgroepen en worden hier dus niet in rekening gebracht.

13 gezinnen is het moeilijk een exacte schatting te maken van aantallen van de verschillende subgroepen. Wel kan er een grove schatting gemaakt worden: Rom-gezinnen: 35-tal Manoesjen: 10-tal Voyageurs: 10 à 15-tal Roma-gezinnen in woonwagens: 2-tal Nochtans is het zeer moeilijk om een exact cijfer te plakken op het totale aantal woonwagenbewoners in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Ten eerste hebben sommige gezinnen zoals gezegd een semi-nomadische levenswijze. Er bestaat dus een zeker verloop van het aantal gezinnen op de terreinen. Sommige van deze families die in woonwagens wonen verhuizen (vaak tijdelijk) naar een ander deel van de familie woonachtig op een terrein in een andere gemeente. In de plaats daarvan komen soms andere gezinnen van dezelfde familie zich vestigen op het lokale terrein. Ten tweede wonen er velen anoniem in huizen. Om een gekend voorbeeld te geven: in de Marollen wonen er waarschijnlijk talrijke Voyageurs en Manoesjen in de buurt van het Vossenplein. Hun sociale en financiële situatie is afhankelijk van deze omgeving (rommelmarkt, oud-ijzer) en het lijkt dat deze gesloten gemeenschap geen contacten of hulp van buitenaf wenst. Vandaar ook het moeilijke contact met het Woonwagenwerk. Hoe dan ook werd in 2000 door het Vlaams Minderhedencentrum een eerste ruwe telling gedaan van de woonwagenbewoners die op een woonwagenterrein wonen en zij die niet in woonwagens wonen, maar het liever wel zouden willen. Deze telling is opgemaakt per gemeente. Meestal verblijft één gezin in één woonwagen. De telling wees toen uit dat er in Brussel ongeveer 58 gekende gezinnen op woonwagenterreinen verbleven, waarvan 16 gezinnen op legale standplaatsen. Een nieuwe telling 8 in 2003 gaf een aantal van 47 gekende gezinnen die verbleven op residentiële woonwagenterreinen (zie tabel). Er werd ook een schatting gemaakt van de aangroei van deze bevolking tegen 2010, en dus de stijging van de behoefte aan meer standplaatsen. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Aantal gezinnen op residentiële woonwagenterreinen in 2003 Gemeente Telling Nieuwe Totaal 2010 Legale Te realiseren 2003 gezinnen in standplaatsen standplaatsen 2010 Anderlecht Brussel Stad (Haren) 15 Evere Schaarbeek Molenbeek Totaal BHG Evaluatie Vlaams Standplaatsenbeleid, Vlaams Minderhedencentrum, 2003, p32-33

14 Anno 2007 kan gesteld worden dat het totale aantal gezinnen op de gekende residentiële terreinen in het BHG fluctueert tussen 50 en 60 gezinnen. Er verblijven nog een aantal onbekende gezinnen op illegale woonwagenterreintjes verspreid over Brussel (een schatting van 10 tot 15 gezinnen). Zodoende brengt dit het totaal aantal gezinnen dat momenteel verblijft op een woonwagenterrein op ongeveer 60 à 70 gezinnen, doortrekkers niet meegerekend. Bovendien blijkt uit de contacten van woonwagenwerkers dat er ook steeds meer gezinnen in huizen wonen, maar die liever willen verblijven in een wagen. Harde cijfers hierover zijn er niet, maar hun aantal is niet te verwaarlozen. Het aantal van deze gezinnen wordt geschat op een 20-tal.! Tekort aan legale standplaatsen De telling van 2003 wees uit dat in het BHG slechts 28% van de gekende woonwagengezinnen op een legale standplaats verbleven. 34 gezinnen of 72% woonden op niet-legale standplaatsen. De bewoners staan dus meestal illegaal en worden enkel gedoogd door de gemeenten. De bewoners voelen zich nooit zeker omdat er steeds een bedreiging van uitdrijving is. In deze berekening gaat het enkel woonwagenbewoners die gekend zijn door het Woonwagenwerk en effectief in een woonwagen verblijven. Ongekende families en woonwagenbewoners die in huizen wonen in afwachting van een standplaats zijn hier dus niet meegeteld. In 2003 maakte het Vlaams Minderhedencentrum ook een prognose voor de toekomst. Het telde alle woonwagenkinderen ouder dan elf jaar. Indien men deze gegevens rechtlijnig toepast zijn er in het BHG 86 woonwagengezinnen in Zonder bijkomende standplaatsen wordt het tekort tegen 2010 geraamd op 73 standplaatsen, hetgeen betekent dat slechts 15% van de gekende gezinnen op legale standplaatsen zullen verblijven.

15 Aantal woonwagengezinnen vergeleken met aantal legale standplaatsen in het BHG ? Gezinnen op overige standplaatsen Gezinnen op legale standplaatsen! Nationaal gebrek aan standplaatsen Het gebrek aan (legale) standplaatsen is niet alleen een Brussels, maar ook een nationaal probleem. In Vlaanderen toonde twee tellingen in 1997 en 2003 aan dat er een aangroei was van de woonwagenpopulatie, maar dat tegelijkertijd ook het tekort aan standplaatsen steeg 9 (tot 425 standplaatsen)(zie figuur). In 2003 beschikte zelfs minder dan de helft van de woonwagenbevolking nog over een legale standplaats. Ook hier stelden prognoses dat zonder bijkomende standplaatsen het tekort tegen 2010 nog zou aangroeien tot 691 standplaatsen. Aantal woonwagengezinnen vergeleken met aantal legale standplaatsen gezinnen legale standplaatsen tekort aan standplaatsen De Vlaamse overheid nam het gebrek aan legale standplaatsen op in het Strategisch plan voor het Vlaamse minderhedenbeleid in In het project nr 7 van dit 9 Evaluatie Vlaams Standplaatsenbeleid, Vlaams Minderhedencentrum, 2003, p Strategisch plan voor het Vlaams minderhedenbeleid: project nr 7: voldoende duurzame en aangepaste woonwagenterreinen aanleggen, 1996.

16 Strategisch plan stelde de overheid zich de doelstelling om 593 legale standplaatsen te ontwikkelen tegen 2003: 216 openbare standplaatsen en 376 private standplaatsen 11. In 2003 evalueerde het Vlaams Minderhedencentrum project nr De doelstellingen bleken nog lang niet bereikt te zijn. Van de 376 private standplaatsen waren er slechts 20 gerealiseerd, d.i. slechts 5%. Van de 216 openbare standplaatsen 75, d.i. 35%. Over het algemeen was er dus slechts een realisatiegraad van 16% (zie figuur). Streefcijfers/resultaten standplaatsen in Vlaanderen private standplaatsen openbare standplaatsen 1996 streefcijfers 2003 gerealiseerd In Wallonië bestaat er zelfs geen enkel officieel (gemeentelijk) residentieel of doortrekkersterrein. Er zijn geen cijfers beschikbaar over het aantal privé-terreinen, noch over het aantal legale standplaatsen hierop. Wel wordt vermoed dat het allergrootste deel niet in orde is met de wetgeving en dus enkel getolereerd wordt Oorzaken van het tekort aan standplaatsen! Specifieke ruimtelijke richtlijnen nodig Het aantal private woonwagenterreinen stijgt noch in het BHG noch in Vlaanderen. De hoofdoorzaak hiervoor is dat de ruimtelijke richtlijnen voor verkavelingen en bouwpercelen gericht zijn op het klassieke bouwpatroon. Deze richtlijnen zijn niet aangepast aan woonwagens. Verschillende woonwagenbewoners hebben in het verleden een stuk bouwgrond gekocht en hun woonwagen daarop geplaatst. In bepaalde gevallen werd deze situatie gedoogd. Maar woonzekerheid heeft men niet want de wetgeving van de ruimtelijke ordening maakt het voor woonwagenbewoners zeer moeilijk om aan een vergunning te geraken. Men heeft een bouwvergunning nodig om een woonwagen te mogen zetten. De Brusselse wetgeving i.v.m. stedenbouwkundige vergunningen 11 Evaluatie Vlaams Standplaatsenbeleid, Vlaams Minderhedencentrum, 2003, p33 12 Evaluatie standplaatsenbeleid, Vlaams Minderhedencentrum, 2003, p33 13 Volgens het Centre de Médiation des Gens de Voyage in Namen

17 geeft bouwvergunningen met beperkte geldigheidsduur. De meeste gemeenten weigeren een vergunning te verlenen wanneer ze weten dat het om woonwagenbewoners gaat. Wonen in een woonwagen wordt gezien als een afwijking op het klassiek bouwpatroon en is als woonvorm niet echt aanvaard. Een mogelijkheid tot inpassing in de omgeving wordt nauwelijks overwogen. Een vergunning wordt ook wel geweigerd omdat men de woonwagenbewoners zelf wil weren en dit nastreeft door een vergunning voor de woonvorm te weigeren. Momenteel beschikt het allergrootste deel dan ook niet (meer) over de nodige vergunningen. Wetgeving in het BHG Stedenbouwkundige vergunning De ordonnantie van van het Brussels Gewest met betrekking tot de stedenbouw stelt onder Titel III, Hoofdstuk I, Afdeling 1. in artikel 84 1,10 dat niemand zonder voorafgaande schriftelijke en uitdrukkelijke vergunning van het College van Burgemeester en Schepenen één of meer verplaatsbare inrichtingen mag plaatsen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen, tenten. De Executieve stelt nadere regels voor de toepassing van deze paragraaf vast. Artikel 88 van de ordonnantie stelt dat de geldigheidsduur van deze vergunning beperkt is en niet kan worden verlengd. Na het verstrijken van de termijn is de vergunninghouder verplicht om de plaats te herstellen in de staat waarin deze zich voor de uitvoering van het vonnis bevond. De Executieve stelt de nadere regels voor de toepassing van dit artikel vast. Het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 26/11/1992 betreffende de stedenbouwkundige vergunningen van beperkte duur stelt in artikel 2, 3 dat de maximumduur van de vergunning zes maanden bedraagt voor het gewoonlijk gebruik van een grond met het oog op het plaatsen van één of meer verplaatsbare inrichtingen die voor bewoning kunnen worden gebruikt, zoals woonwagens, kampeerwagens, afgedankte voertuigen, tenten, met dien verstande evenwel dat voor het gebruik van een grond met het oog op de opvang van nomaden die duur vastgelegd wordt op tien jaar. Bij het verstrijken van de geldigheidsduur van de vergunning stelt het College van Burgemeester en Schepenen de herstelling in de vorige staat vast. De handelingen en werken waarvoor een vergunning van beperkte duur bekomen werd, kunnen het voorwerp zijn van een nieuwe vergunning van beperkte duur. Belangrijk aan deze reglementering is dat de woonwagen toch een, weliswaar kleine maar specifieke plaats heeft in de Brusselse wetgeving. Gemeentelijk politiereglement Anderlecht

18 Een gemeentelijke politieverordening ( ?) stelt dat elke installatie van mobiele constructies, bestemd om in te wonen, zoals caravans, verboden is, tenzij op daartoe ingerichte plaatsen. Deze plaatsen moeten ten minste beschikken over een aansluiting op de waterleiding en de riolering. Constructies die hiermee niet in overeenstemming zijn zullen op kosten van de eigenaar door de gemeente verwijderd worden. Daarenboven geldt in Brussel dat de gebieden waarbinnen de woonwagenterreinen gelegen zijn in de komende jaren stedenbouwkundig verder ingevuld worden. Er valt te verwachten dat bij de voortschrijdende urbanisatie de meeste terreinen zullen verdwijnen. Bovendien is er noch in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, noch in het Gewestelijke Bestemmingsplan iets terug te vinden over het vrijwaren van ruimte voor woonwagenbewoners. In Vlaanderen dreigt het vergunnen van een woonwagen op een privaat terrein in de toekomst zelfs nog moeilijker te worden 14 (mogelijks ook voor openbare terreinen). Enkel via ontwikkeling van een ruimtelijke uitvoeringsplan zou men nog een woonwagenterrein kunnen aanleggen. Deze nieuwe maatregelen kunnen de realisatie van woonwagenterreinen de volgende jaren lam te leggen. Voor de openbare terreinen heeft de Vlaamse Woonwagencommissie wel ruimtelijke richtlijnen opgesteld. De bedoeling is om gemeenten een houvast te bieden bij de aanleg van hun openbaar woonwagenterrein. De richtlijnen worden echter niet consequent toegepast.! Buurtbewoners willen geen woonwagenterrein naast hun deur Bij de inplanting van een woonwagenterrein botst de overheid op weerstand. Omwonenden verzetten zich. Buurtcomités protesteren. Het NIMBY-syndroom (Not in my backyard) duikt telkens weer op. De negatieve persberichtgeving over woonwagenbewoners voedt die onrust. Voor lokale beleidsmakers is het niet evident om een beslissing te nemen. De integratiesector heeft daarom werk gemaakt van communicatieplannen, mediatraining van woonwagenbewoners, enz Lokale politici kunnen bij het woonwagenwerk terecht voor advies en ondersteuning. 14 Een recent ministerieel besluit van Vlaams Minister Van Mechelen stelt dat wonen in een woonwagen de inrichting van een woonwagenterrein veronderstelt. De inrichting van een dergelijk terrein zou ook enkel maar kunnen middels de uitwerking van een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit ministerieel besluit betekent dat de realisatie volledig afhankelijk wordt van het initiatief van het gemeentebestuur - de realisatie afhankelijk wordt van een financiële en administratie inspanning van het gemeentebestuur - voorafgaand een indrukwekkende reeks administratieve procedures moet doorlopen waarbij tal van instanties bij betrokken zijn - de tijdspanne van realisatie: ook de eenvoudige plaatsing van één woonwagen, zal meerdere jaren in beslag nemen.

19 ! Gebrek aan expliciet standplaatsenbeleid In het BHG is er geen enkele gemeente die een expliciet standplaatsenbeleid voert of beschikt over een stedenbouwkundig concept waarbinnen de terreinen passen. Op niveau van het BHG bestaat er geen officiële woonwagencommissie die zich met het standplaatsenbeleid bezighoudt. Toch werd er op 20/2/2004 door het Brussels Parlement een resolutie tot bestemming van verschillende terreinen tot doortrekkersterreinen voor woonwagenbewoners aangenomen. Ondanks het meer vrijblijvende karakter dat een resolutie draagt (het eerdere voorstel tot ordonnantie werd niet goedgekeurd) zijn de overwegingen die tot de resolutie leidden interessant (zie annex). Er wordt hier o.a. bij verwezen naar het recht op behoorlijke huisvesting in Art. 23 van de Grondwet. Wat betreft Vlaanderen zijn er wel enkele goede beleidsmaatregelen, maar ze missen kracht. Het standplaatsenbeleid van de Vlaamse overheid is een stimulerend, geen dwingend beleid. De instrumenten zijn erop gericht om besturen en diensten aan te sporen. Voorbeelden hiervan zijn: Vlaamse woonwagencommissie De Vlaamse woonwagencommissie heeft spreidingsplannen en duidelijke kaders ontwikkeld voor de inrichting en beheer van terreinen. Vlaams subsidiëringsbeleid (zie annex) Tot 90% van de kosten voor de inrichting worden door de Vlaamse overheid gedragen. Daardoor worden de gemeentes financieel ontlast. De minderhedensector De minderhedensector ondersteunt lokale besturen bij de inrichting en het beheer van woonwagenterreinen. Provincie Ook het provinciale niveau voert vooral een stimulerend beleid via actieplannen en subsidiemogelijkheden Toch hebben ook deze maatregelen niet het verhoopte resultaat (zie hoger). Het huidige standplaatsenbeleid mist kracht door haar vrijblijvende karakter. Enkele parlementaire voorstellen om de inplanting van woonwagenterreinen een meer dwingend karakter te geven, haalden geen meerderheid. Nochtans heeft de Vlaamse overheid in gelijkaardige dossiers wel de stap gezet naar een meer dwingend beleid. Bijvoorbeeld betreffende het wonen in weekendzones, kampeerterreinen, motorcrossterreinen, golfterreinen.

20 ! Onvoldoende coherent en gecoördineerd beleid Woonwagenterreinen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van verschillende beleidsmakers. Terreinen realiseren vergt samenwerking tussen gewestelijke en lokale beleidsniveaus. Bovendien is horizontale samenwerking, over de sectoren heen, noodzakelijk: ruimtelijke ordening, huisvesting, minderhedenbeleid en welzijn. Omwille van deze complexiteit is coördinatie en coherentie van het beleid onontbeerlijk. Momenteel merken we weinig stroomlijning. Ieder werkt zijn eigen maatregelen uit, neemt eigen initiatieven. Dit leidt tot dossiers die jarenlang aanslepen. De verantwoordelijkheid van deze vertraging wordt bij de anderen gelegd. Het is daarenboven niet vanzelfsprekend dat gemeenten de aanbevelingen van een officiële woonwagencommissie opvolgen. Zo staat in Vlaanderen bijvoorbeeld de inplanting van de woonwagenterreinen in Aalst en Hasselt haaks op het kader van de Vlaamse woonwagencommissie.! Woonwagenterreinen zijn commercieel niet interessant Verschillende onderzoeken tonen aan dat woonwagenbewoners sociaal en economisch in een zwakke positie staan. Ze scoren laag op vlak van scholingsgraad 15, tewerkstelling 16 en levensverwachting 17. Door hun zwakke maatschappelijke positie zijn woonwagenbewoners niet interessant voor de privé-sector, die het grootste stuk van de woonmarkt in handen heeft. Net als andere groepen, kijk maar naar de sociale woningbouw, zijn woonwagenbewoners aangewezen op de overheid Factoren die een positieve invloed hebben op het standplaatsenbeleid Uit ervaring kennen de woonwagenwerkers ook een aantal factoren die leiden tot het realiseren van standplaatsen.! Waar woonwagenbewoners aanwezig zijn, komt sneller een standplaatsenbeleid Indien er al woonwagenbewoners aanwezig zijn in de gemeente heeft dit een positieve invloed op het aanleggen van een terrein. Om vier redenen. 15 Een onderzoek in Limburg 2006 leert ons dat 26,5% van de kinderen van woonwagenbewoners buitgewoon onderwijs volgen in het secundair onderwijs. Het Vlaamse gemiddelde is 3,9%. 16 In 2001 hadden 53,9% van de woonwagenbewoners geen beroep, bron: ICEM jaarrapport inzake het Vlaamse beleid naar etnisch-culturele minderheden 17 In 1996 was de levensverwachting van mannelijke woonwagenbewoners 54,8 jaar bron: Voorstel van strategisch plan voor het Vlaams Minderhedenbeleid juni 1996, Vlaamse woonwagencommissie.

21 De aanwezigheid van woonwagengezinnen verhoogt de herkenbaarheid. Andere inwoners krijgen een realistisch beeld van een woonwagenterrein en woonwagenbewoners. De lokale weerstand is hierdoor minder. De aanwezigheid van woonwagenbewoners maakt de behoefte aan een terrein zichtbaar. Vaak verblijven deze woonwagenbewoners op een illegaal terrein dat gedoogd wordt. Lokale besturen worden dus rechtstreeks geconfronteerd met een concrete vraag. Besturen die deze realiteit niet voelen, minimaliseren vaak de nood aan standplaatsen. Bij aanwezigheid van woonwagenbewoners zal het gemeentebestuur hen zien als inwoners van de gemeente. Dit verhoogt het verantwoordelijkheidsgevoel van de gemeente. Een gemeente met woonwagenbewoners, maar zonder een goed standplaatsenbeleid, kan overlast of hinder ervaren. Illegale terreinen met slechte voorzieningen kunnen voor overlast zorgen op gebied van hygiëne en openbare orde. Een goed georganiseerd stedelijk terrein, met degelijke voorzieningen, maakt samenleven veel aangenamer. In Vlaanderen zijn er als gevolg van deze dynamiek in bepaalde gemeentes woonwagenterreinen ontstaan die niet waren voorzien in de spreidingsplannen van de Vlaamse Woonwagencommissie of provinciale actieplannen. Op initiatief dus van het lokale bestuur zonder vraag van provinciaal of Vlaamse niveau.! Het standplaatsenbeleid formaliseren via de ruimtelijke structuurplannen In Vlaanderen tekenden een aantal overheden, zowel Gewestelijk, provinciaal als lokaal, een beleidskader uit voor het standplaatsenbeleid en namen dit op in hun structuurplan. Meestal vinden we de woonwagenterreinen terug in de richtinggevende bepalingen van het ruimtelijke structuurplan. Soms in de bindende bepalingen. Op die manier wordt operationalisering van het standplaatsenbeleid meer dan een intentie. Er is een formeel kader. De opname in het ruimtelijke structuurplan is een belangrijke eerste stap. In het BHG is er zoals reeds vermeld noch in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan, noch in de Gewestelijke Bestemmingsplan iets terug te vinden over het vrijwaren van ruimte voor woonwagenbewoners.! Samenwerking met professioneel woonwagenwerk of vrijwilligerswerking is effectief Woonwagenwerking bestaat vanuit vrijwilligershoek (o.a. pastorale werkers) en binnen een professionele werking, namelijk in de integratiecentra of binnen een gemeentedienst. Deze medewerkers hebben ervaring. Ze ontwikkelden instrumenten en praktische tips voor het inrichten en beheren van terreinen. Ze

22 formuleerden de vraag naar standplaatsen sterker, duidelijker en realistischer. Wanneer gemeenten samenwerken met woonwagenwerkers zijn allerlei drempels makkelijker te overwinnen. Concreet resulteert dit bijvoorbeeld in: Communicatieplannen ter ondersteuning van de lokale overheid Handleidingen voor de inrichting en beheer van woonwagenterreinen Vorming voor terreintoezichters en woonwagenwerkers Acties die de sociale cohesie bevorderen zoals het buurtfeest van de integratiedienst in Sint Truiden Ondersteuning van woonwagenbewoners om zich te organiseren. Zo kunnen ze als een volwaardige gesprekspartner van het beleid optreden. Vooral in Limburg zijn met het comité van woonwagenbewoners positieve resultaten behaald Stand van zaken voor doortrekkersterreinen en pleisterplaatsen! Doortrekkersterreinen en pleisterplaatsen zijn belangrijk voor de woonzekerheid Een woonwagen is een mobiele woonvorm. Rondtrekken is voor een deel van de woonwagenbevolking een essentieel onderdeel van wonen in een woonwagen. Zonder plaatsen waar men legaal tijdelijk kan verblijven komt deze woonvorm onder druk te staan.! Streefcijfers voor doortrekkersterreinen Wat doortrekkersterreinen betreft kampt de Regio Brussel vooral met een tekort aan standplaatsen. Nu het militair terrein in Neder-over-Heembeek niet meer kan gebruikt worden, blijft in het BHG enkel het doortrekkersterrein van Haren over. Dit werd eind 2004 opengesteld door de Stad Brussel en telt 25 standplaatsen. Wegens de hoge bezettingsgraad kunnen passerende groepen er zeer vaak niet terecht en moeten ze uitwijken naar andere terreinen of illegale standplaatsen. Behalve Huizingen (dat eveneens vaak bezet is) zijn er geen andere legale uitwijkmogelijkheden in de buurt van Brussel. Het Brussels Parlement nam op 20/2/2004 een resolutie aan tot bestemming van verschillende terreinen tot doortrekkersterreinen voor woonwagenbewoners. Hierin werden geen streefcijfers gesteld en heeft sowieso per definitie een vrijblijvend karakter. Het oorspronkelijke voorstel van ordonnantie tot bestemming van 4 terreinen tot doortrekkersterreinen op initiatief van A. Daems werd niet goedgekeurd. Tot nog toe is er aan de resolutie dan ook nog geen concreet gevolg gegeven door de verschillende gemeenten. Dit maakt dat de terreintoezichters en de politiecommissaris in Haren aankomende groepen die in de nabijheid van Brussel willen vertoeven zeer regelmatig moeten doorsturen naar de enkele andere bestaande doortrekkersterreinen in Vlaanderen (Antwerpen en Huizingen).

23 In Vlaanderen schreef de overheid in het Strategisch plan voor het Vlaamse minderhedenbeleid ook streefcijfers voor doortrekkersterreinen. Men wilde 415 standplaatsen, verspreid over 21 terreinen tegen het jaar Stand van zaken anno 2006: 33 standplaatsen op 2 terreinen (zie figuur). Conclusie: er blijft ook een tekort aan standplaatsen op doortrekkersterreinen. Standplaatsen op doortrekkersterreinen in Vlaanderen: streefcijfers versus realisaties Aantal standplaatsen op doortrekkersterreinen streefcijfers 2006 gerealiseerd Betreffende het gebrek aan doortrekkersterreinen is de analyse van oorzaken en stimulansen dezelfde als die voor residentiële terreinen (zie eerder).! Pleisterplaatsen De laatste jaren liet het Ministerie van Defensie (Minister Flahaut) sporadisch en voor beperkte periodes doortrekkers toe op pleisterplaatsen in Neder-over-Heembeek (grasveld militair hospitaal) en in Peutie. Ten gevolge van het gebrek elders aan doortrekkersterreinen en de vrij hoge bezettingsgraad van de bestaande officiële terreinen (in Haren en Huizingen) werden deze zeer regelmatig gebruikt door (vaak grote) groepen woonwagenbewoners. Hier golden echter zeer rudimentaire en gebrekkige sanitaire voorzieningen en de kritiek vanwege de buurtbewoners en de Stad Brussel bleef niet uit. In de loop van 2006 besliste het kabinet om dit terrein niet meer ter beschikking te stellen. Op dit ogenblik zijn er geen pleisterplaatsen in het BHG die regelmatig ter beschikking worden gesteld voor doortrekkers. In Vlaanderen was er in 2005 een ministeriële omzendbrief 18 omtrent pleisterplaatsen. Daarin spoort de minister aan om in afwachting van voldoende doortrekkersterreinen de woonwagenbevolking tijdelijk te laten verblijven op vrije terreinen. Weliswaar mits duidelijke afspraken tussen woonwagenbewoners en lokale overheid. 18 Omzendbrief 2005/001: pleisterplaatsen voor woonwagenbewoners, Minister Marino Keulen, 2005

24 4.2 Betaalbaar wonen Is wonen in een woonwagen een betaalbare vorm van wonen? Om de kostprijs te bepalen, hou je rekening met: De prijs van het terrein De prijs van de inrichting van het terrein De prijs van een standplaats De prijs van de woonwagen De prijs van het terrein! Voor een privé-terrein betaal je de marktprijs van de bouwgrond In Brussel is er een tekort aan beschikbare gronden. Privé-terreinen die te koop staan zijn trouwens veel te duur in vergelijking met de (vaak beperkte) financiële draagkracht van woonwagenbewoners. Woonwagenterreinen dienen om op te wonen. In principe komt dus enkel bouwgrond in aanmerking. De kostprijs voor privé-terreinen is bij gevolg onderhevig aan dezelfde marktschommelingen als de normale bouwmarkt.! Openbare besturen kunnen tegen gunstige voorwaarden terreinen aankopen, zo blijft het betaalbaar Openbare besturen kunnen woonwagenterreinen oprichten op andere terreinen dan bouwgrond. Dit is enkel mogelijk indien zij een bijzonder plan van aanleg of een ruimtelijk uitvoeringsplan opmaken. De kostprijs van dergelijke gronden ligt ver beneden de prijs voor bouwgrond. Openbare besturen, ook in het BHG, kunnen bovendien voor verwerving van grond aanspraak maken op een Vlaamse subsidie voor openbare woonwagenterreinen 19. De financiële drempel voor gemeenten en provincies is hierdoor sterk verlaagd. Door deze subsidies kan de gebruikersprijs, die de lokale overheid aanrekent aan de woonwagenbewoner, laag blijven De prijs van de inrichting van het terrein 19 Besluit van de Vlaamse regering houdende de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van woonwagenterreinen voor woonwagenbewoners, B.S ,blz

25 ! Minder goede inrichting van private terreinen, omwille van juridische onzekerheid Op de private terreinen is de inrichting van het woonwagenterrein meestal erg summier. Het onduidelijke juridische statuut voor deze terreinen belet dat de eigenaar, meestal ook woonwagenbewoner, investeert.! Ontoereikende financiële draagkracht van woonwagenbewoners De woonwagengezinnen hebben in vele gevallen zelf niet de financiële en praktische mogelijkheid om een collectieve voorziening voor woonwagenbewoners te realiseren.! De inrichting van een openbaar terrein kost geld, maar dat levert kwaliteit op Op openbare woonwagenterreinen is de kostprijs van de inrichting én de individualisering van de voorzieningen hoog. De kwaliteit is dan ook in verhouding hoog. Omdat openbare besturen (ook in het BHG) gebruik kunnen maken van een 90 à 100% subsidiëring van de inrichting door de Vlaamse overheid is deze kostprijs voor gemeenten geen aanleiding meer om te beknibbelen op de kwaliteit. Investeren in de inrichting van een openbaar terrein is dus financieel haalbaar. Het is bovendien de moeite waard want het verhoogt gevoelig de kwaliteit van het wonen De prijs van een standplaats In tegenstelling tot de particuliere en sociale woningmarkt wordt de prijs van een standplaats niet bepaald door de reële kostprijs (de grond, de inrichting, het beheer). Dat geldt ook voor standplaatsen op private terreinen.! Familiale solidariteit bepaalt gebruikersprijs op private terreinen Private woonwagenterreinen zijn meestal het initiatief van een familiegroep. Binnen zo n familiegroep bestaat er door de band een grote solidariteit. Ze hanteren prijzen die in verhouding zijn tot de draagkracht van de gebruikers - familieleden.! Een standplaats op openbare terreinen is zeer betaalbaar Ook de gebruikersprijs van een openbaar woonwagenterrein wordt minder bepaald door de kostprijs dan wel door de financiële draagkracht van de gezinnen. De Vlaamse subsidies zorgen ervoor dat lokale overheden de gebruikersprijs laag kunnen houden. De gebruikersprijs op een gemeentelijk woonwagenterrein ligt tussen 20 en 80 euro per standplaats per maand.

26 4.2.4 De prijs van een wagen! Woonwagens bestaan in verschillende prijsklassen De kostprijs van de woonwagen varieert sterk. Zeker in vergelijking met het bouwen van een huis, zijn er meer mogelijkheden. Voor vele woonwagenbewoners is dat een troef. Het laat hen toe de woonkosten af te stemmen op hun inkomen. Die mogelijkheden vinden ze minder op de traditionele woonmarkt of bij de sociale woningbouw. De kostprijs van een bewoonbare woonwagen begint immers vanaf enkele honderden euro s. Een woonwagen is hierdoor voor iedereen betaalbaar Zijn doortrekkersterreinen betaalbaar? De analyse van de betaalbaarheid van residentiële terreinen geldt ook voor doortrekkersterreinen: Ze zijn betaalbaar. De inrichting van een doortrekkersterrein is minder uitgebreid dan van een residentieel terrein. Voor een tijdelijk verblijf heb je nu éénmaal minder faciliteiten nodig dan voor een permanent verblijf.

27 4.3 Behoorlijke woonomgeving Een behoorlijke woonomgeving betekent in elk geval voor een woonwagenterrein: De omgeving voor het woonwagenterrein: een juiste inplanting De omgeving van de standplaats: beheer van het terrein Inplanting van het terrein! Gemeenten kiezen afgelegen plaatsen, dat is nefast op lange termijn Van de 9 aanwezige woonwagenterreinen met woonwagenbewoners in het BHG (foorreizigers niet meegerekend) liggen er minder dan de helft (4) in woongebied. Vier andere liggen er in gemengd tot sterk gemengd gebied en één in recreatiegebied. Hiervan liggen er twee vlak naast een spoorweglijn en twee andere op 50 m van een spoorweg. Eén hiervan ligt bovendien op een onbebouwbare site van Fluxys waar zich ondergronds een aantal grote gasleidingen bevinden. Wat trouwens de legale woonwagenterreinen in Brussel en Vlaanderen betreft, blijkt uit een evaluatie van het Vlaams Minderhedencentrum in dat: Minder dan een derde van de legale woonwagenterreinen ligt in of sluit aan bij de bebouwde kom Vijf van de 28 wettelijke terreinen liggen op een voormalig vuilnisbelt Zes terreinen situeren zich in een groen gebied of in landbouwgebied Slechts vier legale terreinen liggen in een gebied met de stedenbouwkundige bestemming wonen Lokale besturen zijn geneigd om woonwagenterreinen in te planten waar er het minst tegenstand is van de plaatselijke bevolking. Dus op afgelegen plaatsen. Een afgelegen terrein biedt echter minder kansen op participatie in de samenleving. Scholen, verenigingen, diensten zijn minder bereikbaar. Op korte termijn is een afgelegen plaats een voordeel voor het lokale bestuur. Maar op lange termijn legt een verkeerde inplanting een hypotheek op het samenleven tussen woonwagenbewoners en omwonenden.! De ideale inplanting: in een woongebied Een woonwagenterrein heeft als hoofdfunctie wonen. Het is dus logisch dat het terrein ingeplant wordt in een woongebied 21 of in de buurt ervan. 20 Overzicht inplanting van gemeentelijke woonwagenterreinen in Vlaanderen en Brussel, Vlaams Minderhedencentrum, 2003

28 Net als voor andere woongebieden is het belangrijk dat er in de omgeving van het terrein voorzieningen zijn: een school, winkels, diensten, openbaar vervoer. Een ideale inplanting geeft bovendien aan de terreinbewoners de mogelijkheid om contacten te leggen met de omgeving Beheer van het terrein! Wat houdt beheer in Om het wonen op het terrein in goede banen te leiden, is een degelijk beheer nodig. Wat houdt dat in? In de eerste plaats: Een huishoudelijk reglement Een aangepast gemeentelijk politiereglement Toezicht op het reglement Contact en communicatie Doortastend optreden bij niet naleving van de leefregels op het terrein. Op de meeste terreinen bestaat er een reglement. De consequente opvolging van dit reglement is echter niet vanzelfsprekend. Daarom is er toezicht nodig op een terrein. Het toezicht heeft verschillende functies. - Contactfunctie: Een aanspreekpunt zijn voor bewoners en voor diensten. - Administratieve functie: De noodzakelijke administratie bijhouden van het terrein: bijhouden standplaatsenregister, opvolging betaling van de gebruikersvergoeding, enz. - Toezichtsfunctie en gezagsfunctie: Het huishoudelijk reglement bewaken, het gebruik van de standplaatsen, enz. Iemand volgt de uitvoering op van maatregelen van het lokale bestuur. - Signaalfunctie: Inbreuken op het huishoudelijk reglement signaleren, gebreken op het terrein, noodzakelijk onderhoud. Hij bereidt samen met de andere verantwoordelijken op lokaal vlak de nodige maatregelen voor. - Doorverwijsfunctie en beleidsfunctie: Woonwagenbewoners verwijzen naar maatschappelijke instellingen en kan projecten stimuleren zoals kinderwerking, opruimactie, enz. 21 Wonen op Wielen: de nood aan woonwagenterreinen in Vlaanderen, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2001,p23

1. Welke groepen woonwagenbewoners zijn er in Brussel? 1.1 Standvastige groepen op residentiële woonwagenterreinen

1. Welke groepen woonwagenbewoners zijn er in Brussel? 1.1 Standvastige groepen op residentiële woonwagenterreinen Nota - Het gebrek aan standplaatsen voor woonwagenbewoners in Brussel Koen Geurts Dienst Roma & Woonwagenbewoners Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel 21 juni 2012 1. Welke groepen woonwagenbewoners

Nadere informatie

Omzendbrief 2004/001 betreffende pleisterplaatsen voor woonwagenbewoners

Omzendbrief 2004/001 betreffende pleisterplaatsen voor woonwagenbewoners Omzendbrief 2004/001 betreffende pleisterplaatsen voor woonwagenbewoners Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen Koolstraat 35, 1000 BRUSSEL Tel. 02-553 24 11 - Fax 02-553

Nadere informatie

Omzendbrief BB 2017/2

Omzendbrief BB 2017/2 Omzendbrief BB 2017/2 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Omzendbrief betreffende doortrekkersterreinen

Nadere informatie

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS

ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS ADVIES WIJZIGING BVR SUBSIDIËRING TERREINEN WOONWAGENBEWONERS Advies 2017-09 / 6.07.2017 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 Algemeen 3 3.2 Wijzigende

Nadere informatie

Kunnen rondtrekkenden terecht op campings en motorhomeparkings... 2

Kunnen rondtrekkenden terecht op campings en motorhomeparkings... 2 FAQ pleisterplaatsen (in samenwerking met het Kruispunt Migratie- Integratie) Inhoudstafel Wat is een pleisterplaats... 2 Wie zijn de rondtrekkenden?... 2 Kunnen rondtrekkenden terecht op campings en motorhomeparkings...

Nadere informatie

BHG NIMBY

BHG NIMBY Nota Het gebrek aan standplaatsen voor woonwagenbewoners in het Brussels Gewest Koen Geurts Dienst Roma & Woonwagenbewoners Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel 8 maart 2013 Inhoud 1. Welke groepen

Nadere informatie

Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op de tijdelijke plaatsing van een of meer woonwagens op een pleisterplaats.

Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op de tijdelijke plaatsing van een of meer woonwagens op een pleisterplaats. 1. Model van algemene politieverordening op het tijdelijke verblijf van woonwagenbewoners (in te voegen in het algemene politiereglement van de politiezone) Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing

Nadere informatie

Woonwagenterrein Deurne Bewonersvergadering. Maandag 5 december 2016, 19u00, districtshuis Deurne

Woonwagenterrein Deurne Bewonersvergadering. Maandag 5 december 2016, 19u00, districtshuis Deurne Woonwagenterrein Deurne Bewonersvergadering Maandag 5 december 2016, 19u00, districtshuis Deurne Agenda Inleiding Voorstelling ontwerp Huishoudelijk reglement & retributiereglement Verandering subsidiewetgeving

Nadere informatie

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën: SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 180 van LYDIA PEETERS datum: 1 december 2016 aan JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Woonuitbreidingsgebieden en woonreservegebieden - Ontwikkeling

Nadere informatie

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente.

Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Stedenbouwkundige verordening met het oog op het versterken van de woonkwaliteit in de gemeente. Voorgelegd aan de Gewestelijke Stedenbouwkundige Ambtenaar op 28/01/2010 Voorgelegd aan de GECORO in zitting

Nadere informatie

STAPPENPLAN TIJDELIJKE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS

STAPPENPLAN TIJDELIJKE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS STAPPENPLAN TIJDELIJKE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS Jaarlijks trekken er Belgische en buitenlandse (Franse, Ierse, Britse, ) groepen van woonwagenbewoners rond in Vlaanderen. Deze groepen

Nadere informatie

Feitenfiche gemeentelijke verordeningen

Feitenfiche gemeentelijke verordeningen Feitenfiche gemeentelijke verordeningen November 2017 Verordeningen zijn één van de instrumenten die een overheid kan gebruiken om regels vast te leggen om een bepaald grondgebied te ordenen. Aan de hand

Nadere informatie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Inleiding Aanpak problematiek van de weekendverblijven Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos Verdere stappen Vragen? 6 mei 2009 dienst ruimtelijke planning - PRUP Leugenboombos 1

Nadere informatie

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE PARKEERPLAATSEN EN FIETSSTALPLAATSEN BIJ HET CREËREN VAN MEERDERE WOONGELEGENHEDEN Art. 1 - Toelichting Sedert de afschaffing van de omzendbrief van 17 juni 1970 betreffende

Nadere informatie

Vraag nr. 15 van Filiep Santy van 18 december 2014

Vraag nr. 15 van Filiep Santy van 18 december 2014 STAD KORTRIJK ------------------------ G E M E E N T E R A A D Bulletin van Vragen en Antwoorden Jaargang 24 - nummer 5 mei 2015 Vraag nr. 15 van Filiep Santy van 18 december 2014 Evolutie woongelegenheden

Nadere informatie

Stad Antwerpen - samen leven, wonen en wijken, woonwagenterreinen

Stad Antwerpen - samen leven, wonen en wijken, woonwagenterreinen Stad Antwerpen - samen leven, wonen en wijken, woonwagenterreinen Reglement met betrekking tot de bewoning van het stedelijk residentieel woonwagenterrein te Deurne, Krijgsbaan 150 Dit reglement bevat

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s.

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN DECREET. van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s. Stuk 437 (1996-1997) Nr. 2 VLAAMS PARLEMENT Zitting 1996-1997 6 november 1996 VOORSTEL VAN DECREET van de heren Marc Olivier, Jacques Timmermans en Carl Decaluwé c.s. houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen

Nadere informatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie

Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Het erkenningsbesluit sociale huisvesting: stimulans voor bewonersparticipatie Voorstel tot aanbevelingen van VIVAS I. Inleiding...2 II. Het erkenningsbesluit en bewonersparticipatie...2 1 Prestatiebeoordeling

Nadere informatie

VR DOC.0797/1

VR DOC.0797/1 VR 2019 2405 DOC.0797/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van Samenwerkingsakkoord tussen de Federale staat, het Waals Gewest, het

Nadere informatie

Memorandum t.a.v. de Vlaamse overheid i.v.m. woonwagenterreinen...

Memorandum t.a.v. de Vlaamse overheid i.v.m. woonwagenterreinen... 9 gemeenten uit de provincie Antwerpen schrijven een Memorandum t.a.v. de Vlaamse overheid i.v.m. woonwagenterreinen........... met steun van: Contactadres: Prisma vzw, Antwerpsesteenweg 27-31; 2500 Lier.

Nadere informatie

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP Stedelijk Wonen. Daarmee wil de Stad stedenbouwkundige problemen

Nadere informatie

REGELING VOOR DE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS. 1. Proactief werken: de opvang van rondtrekkende woonwagenbewoners voorbereiden

REGELING VOOR DE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS. 1. Proactief werken: de opvang van rondtrekkende woonwagenbewoners voorbereiden STAPPENPLAN REGELING VOOR DE OPVANG VAN RONDTREKKENDE WOONWAGENBEWONERS 1. Proactief werken: de opvang van rondtrekkende woonwagenbewoners voorbereiden Het is aangewezen om niet te wachten met het uittekenen

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 26 januari 2017 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP De Beunt Lier voorlopige

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/2 Uitvoering RSPA : PRUP Oude kanaalarm Puurs

Nadere informatie

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE

GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE GEMEENTELIJK REGLEMENT INZAKE DE ACTIVERINGSHEFFING OP ONBEBOUWDE GRONDEN EN KAVELS VOOR DE PERIODE 2014-2019 Vastgesteld bij gemeenteraadsbeslissing van 27 maart 2014 en vervangen bij gemeenteraadsbeslissing

Nadere informatie

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002;

Gelet op het gewestelijk ontwikkelingsplan, goedgekeurd bij besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 september 2002; 60046 BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2018/31584] 21 DECEMBER 2017. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende goedkeuring van de beslissing van de gemeente Molenbeek om het bijzonder

Nadere informatie

Motivering bij de bouwaanvraag in aanvulling op aanvraagdocument MOTIVERING. TIJDELIJKE HUISVESTING te Koning Albertlaan Sint-Agatha-Berchem

Motivering bij de bouwaanvraag in aanvulling op aanvraagdocument MOTIVERING. TIJDELIJKE HUISVESTING te Koning Albertlaan Sint-Agatha-Berchem MOTIVERING TIJDELIJKE HUISVESTING te Koning Albertlaan 213 1082 Sint-Agatha-Berchem tijdens de verbouwing van de UNESCO-basisschool te Koekelberg GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap. Tijdelijke huisvesting

Nadere informatie

Samenhuizen in Gent. 1. Aanleiding. Samenhuizen kan een stedenbouwkundig misdrijf vormen

Samenhuizen in Gent. 1. Aanleiding. Samenhuizen kan een stedenbouwkundig misdrijf vormen Samenhuizen in Gent Samenhuizen in deze nota = meerdere personen die, buiten het klassieke gezinsverband, samen een ééngezinswoning of appartement huren met meer dan één slaapkamer. Onderstaande nota werd

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 17 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 1995 betreffende de exploitatie van de terreinen

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid

Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid VR 2017 2402 DOC.0170/2BIS Voorontwerp van decreet betreffende het lokaal sociaal beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin; Na beraadslaging,

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 13 JULI 2000. - Ministerieel besluit tot bepaling van de diploma's van een opleiding ruimtelijke ordening die voldoen om te kunnen worden aangesteld als ambtenaar

Nadere informatie

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning

Advies. Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning Brussel, 9 juli 2008 070908 Advies decreet hypotheekvestiging Advies Over het voorontwerp van decreet tot invoering van een verhoogd abattement bij hypotheekvestiging op de enige woning 1. Toelichting

Nadere informatie

RECREAD. De (ont)roerende lijdensweg van de stacaravan. (22/11/11) Cies Gysen Advocaat-vennoot

RECREAD. De (ont)roerende lijdensweg van de stacaravan. (22/11/11) Cies Gysen Advocaat-vennoot RECREAD. De (ont)roerende lijdensweg van de stacaravan. (22/11/11) Cies Gysen Advocaat-vennoot 1 I. BTW-regime verhuur stacaravan Plaats om te kamperen ter beschikking stellen (18 1 10 ) 6 % Verhuur onroerende

Nadere informatie

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen Het Gentse stadsbestuur maakt een thematisch ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op, het RUP 167 Stedelijk Wonen. Met dit RUP wil

Nadere informatie

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP 19 MEI 2000. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de voorwaarden waaraan personen moeten voldoen om als ambtenaar van ruimtelijke ordening te kunnen

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST 6 MEI 1999. - Decreet houdende wijziging van het decreet van 27 november 1997 tot wijziging van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium gewijzigd

Nadere informatie

* alleenstaande moeder of vader+inwonende kinderen. * gehuwd of samenwonend. * 16-25 jaar. * meer dan 50 jaar. * 26-50 jaar

* alleenstaande moeder of vader+inwonende kinderen. * gehuwd of samenwonend. * 16-25 jaar. * meer dan 50 jaar. * 26-50 jaar ANDERS-WACHTEBEKE RESULTATEN WONEN-ENQUETE 2008 1) Gezinssituatie * gehuwd of samenwonend 80,51% * alleenstaand 15,25% * alleenstaande moeder of vader+inwonende kinderen 4,24% * alleenstaande moeder of

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST N. 2009 1380 26 MAART 2009. Ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de milieuvergunningen (1) [C 2009/31188] Het Brussels

Nadere informatie

De oorzaken van deze lage tewerkstellingsgraad situeren zich zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde:

De oorzaken van deze lage tewerkstellingsgraad situeren zich zowel aan de aanbod- als aan de vraagzijde: 12 13 tewerkstelling Etnisch-culturele minderheden vertegenwoordigen slechts 3,69% van de Aalsterse bevolking. Toch behoort 9,3% van alle Aalsterse werklozen tot deze doelgroep. De evolutie op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD STUK 459 (2011-2012) Nr. 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZIT TING 2011-2012 17 NOVEMBER 2011 VOORSTEL VAN RESOLUTIE van mevrouw Elke ROEX betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang

Nadere informatie

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering Gebruik de RIA-leidraad en de RIA-checklist om deze RIA in te vullen. 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni 2016;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 juni 2016; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet

Nadere informatie

STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT KOTEN WIJZER VERHUREN? Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN.

STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT KOTEN WIJZER VERHUREN? Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN. STUDENTEN- HUISVESTING IN GENT STEDENBOUW- KUNDIGE NORMEN KOTEN WIJZER VERHUREN? 14 juni 2014 Stad Gent Dienst Stedenbouw en Ruimtelijke Planning Inhoud 1. Stedenbouwkundige vergunningsplicht 2. Geldende

Nadere informatie

Leegstand bestrijden. Belangrijkste maatregelen van de Regering Nut Geschiktheid. 8 gemeentelijke observatoria voor de huisvesting subsidiëren

Leegstand bestrijden. Belangrijkste maatregelen van de Regering Nut Geschiktheid. 8 gemeentelijke observatoria voor de huisvesting subsidiëren Leegstand bestrijden Belangrijkste maatregelen van de Regering Nut Geschiktheid 8 gemeentelijke observatoria voor de huisvesting subsidiëren De verbouwing van de lege verdiepingen boven handelszaken aanmoedigen

Nadere informatie

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon.

In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. 12. Vergunningen. In dit hoofdstuk gaan wij op zoek naar de verschillende vergunningen die nodig zijn voor de opstart van een kapsalon. Er zijn 3 type vergunningen : 1. Stedebouwkundige vergunning (bouwvergunning)

Nadere informatie

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen Bijlage II stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1602849 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Sint-Gillis-Waas fase 1' Definitieve

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.4, 2, vierde lid;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 4.1.4, 2, vierde lid; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de specifieke inhaalbeweging, vermeld in artikel 4.1.4, 2, derde lid, van het decreet

Nadere informatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2011/2 over de aanpassing van het Decreet ouderenbeleidsparticipatie Vlaamse Ouderenraad vzw 26 augustus 2011 Koloniënstraat 18-24 bus 7 1000 Brussel VLAAMSE OUDERENRAAD Advies

Nadere informatie

HOUDENDE ORGANISATIE VAN DE STEDELIJKE HERWAARDERING.

HOUDENDE ORGANISATIE VAN DE STEDELIJKE HERWAARDERING. ADVIES VAN DE ADVIESRAAD VOOR HUISVESTING EN VOOR STADSVERNIEUWING VAN 21 OKTOBER 2016 MET BETREKKING TOT: - HET VOORONTWERP VAN BESLUIT BETREFFENDE HET STADSBELEID TOT UITVOERING VAN DE ORDONNANTIE HOUDENDE

Nadere informatie

INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING. 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING

INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING. 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN STAD LEUVEN INHOUD 1. INLEIDING EN SITUERING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijk initiatief 1.3 Definities 2. ALGEMEEN KADER INZAKE TOEWIJZING 2.1 Decretale principe

Nadere informatie

30 oktober 2013. Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

30 oktober 2013. Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay) 30 oktober 2013 Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay) Inhoudsopgave blz 1. 2. 3. Achtergrond 3 Doelgroep van beleid 3 Huisvestingsmogelijkheden binnen het beleid 3 3.1 Uitgangspunten

Nadere informatie

Uittreksel uit het vergunningenregister

Uittreksel uit het vergunningenregister datum 31 januari 2017 uw kenmerk JBesage33B ons kenmerk bijlage(n) / contactpersoon Christel Belpaeme infonot@oostende.be Uittreksel uit het vergunningenregister Voor zover ons bekend, is er 1 dossier

Nadere informatie

Inhoudstafel INLEIDING...2

Inhoudstafel INLEIDING...2 ontwerp ruimtelijk structuurplan Turnhout Inhoudstabel Inhoudstafel INLEIDING...2 DEEL 1 INFORMATIEF GEDEELTE...8 INLEIDING: ANALYSE VAN DE RUIMTELIJKE CONTEXT...11 HOOFDSTUK I: SITUERING & GESCHIEDENIS...12

Nadere informatie

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993;

DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993; DE RAAD: Gelet op de bouwverordening betreffende de parkeerplaatsen, goedgekeurd in de vergadering van de gemeenteraad dd 16 maart 1993; Overwegende dat een aantal artikels aanleiding geven tot interpretatie.

Nadere informatie

Amendementen. op het ontwerp van decreet

Amendementen. op het ontwerp van decreet ingediend op 687 (2015-2016) Nr. 2 23 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet tot wijziging van de regelgeving voor ruimtelijke uitvoeringsplannen teneinde de planmilieueffectrapportage

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN VOORZITTER VAN DE DERDE KAMER TUSSENARREST nr. S/2013/0269 van 17 december 2013 in de zaak 1112/0485/SA/3/0437 In zake: 1. de heer..., wonende te... 2. mevrouw..., wonende

Nadere informatie

Reglement tot vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzingscriteria voor de transitwoningen ter beschikking gesteld door de Stad Gent

Reglement tot vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzingscriteria voor de transitwoningen ter beschikking gesteld door de Stad Gent Reglement tot vaststelling van de inschrijvingsvoorwaarden en de toewijzingscriteria voor de transitwoningen ter beschikking gesteld door de Stad Gent Goedgekeurd in de gemeenteraad van 21 november 2011

Nadere informatie

Woonwagenlocatie De Griend te Waardenburg. Op weg naar schoon, heel en veilig Oktober 2016

Woonwagenlocatie De Griend te Waardenburg. Op weg naar schoon, heel en veilig Oktober 2016 Woonwagenlocatie De Griend te Waardenburg Op weg naar schoon, heel en veilig Oktober 2016 DE DOELGROEP WOONWAGENBEWONERS 1. De doelgroep woonwagenbewoners is sinds lange tijd in Neerijnen woonachtig (>

Nadere informatie

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Europees Sociaal Handvest: conclusies over

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 22 februari 2018 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Luk Lemmens Telefoon: 03 240 52 65 Agenda nr. 2/1 Uitvoering RSPA : PRUP Afbakening kleinstedelijk

Nadere informatie

inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog

inleiding ruimtelijk structuurplan tienen stad TIENEN Juli 2006 Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog stad TIENEN ruimtelijk structuurplan tienen Juli 2006 opdrachthouder Erwin Lammens ruimtelijk planner - planoloog ruimtelijk planner - stedenbouwkundige 2 inhoud I. Doel...4 II. Structuurplanning en structuurplan...4

Nadere informatie

Herentals - Mol. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78)

Herentals - Mol. 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78) Herentals - Mol 1. Agrarische gebieden met ecologisch belang (KB 28/07/78) 0910 Aan de bestaande landbouwbedrijven gelegen in een gebied dat als een agrarisch gebied met ecologisch belang is aangeduid

Nadere informatie

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 440 van KATRIEN SCHRYVERS datum: 10 april 2018 aan JO VANDEURZEN VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Flexibele kinderopvang - Stand van zaken In een persbericht

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMSE MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot instelling van

Nadere informatie

Infobundel Project Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg 23 juni 2009

Infobundel Project Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg 23 juni 2009 Infobundel Project Ruggeveld-Boterlaar-Silsburg 23 juni 2009 1 INHOUD 1. Project Ruggeveld Boterlaar-Silsburg Situering Voorgeschiedenis Bijzonder plan van aanleg Ruimtelijk uitvoeringsplan Ambitie voor

Nadere informatie

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN Vergadering van 25 september 2014 Verslag van de deputatie Bevoegd deputatielid: Ludwig Caluwé Telefoon: 03 240 52 48 Agenda nr. 4/23 Vastgoed. Herselt. Provinciaal groendomein

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0524 van 5 augustus 2014 in de zaak 1213/0539/A/2/0507 In zake: de heer Marc ALLOING verzoekende partij tegen: de deputatie van de provincieraad van

Nadere informatie

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding

Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde. Inleiding Ruimtelijk Structuurplan Vilvoorde Inleiding Inleiding Bedoeling van het document Structuurplan Vilvoorde: de stad geherwaardeerd biedt een ruimtelijk kader waarbinnen Vilvoorde zijn gewenste toekomstontwikkeling

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Art. 4.1.1, 1, 4 DABM 3 cumulatieve voorwaarden Opstellen en/of vaststellen voorgeschreven op grond van decretale of bestuursrechtelijke bepalingen

Nadere informatie

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw

Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Commissie Openbare Werken, Mobiliteit en Stedenbouw Mondelinge vraag OPSCHRIFT Vergadering van 4 februari 2016 Nummer: 2016_MV_00047 Onderwerp: Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Meer gezinnen

Nadere informatie

Bestaand regionaal bedrijf

Bestaand regionaal bedrijf Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bestaand regionaal bedrijf N.V. Wijckmans te Ham Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Nadere informatie

p r o v i n c i e Limburg

p r o v i n c i e Limburg p r o v i n c i e Limburg 3de Directie Infrastructuur, Ruimtelijke Ordening, Milieu en Natuur Sectie 3.2.2 Ruimtelijke Ordening - Planning en Beleid De provincieraad van Limburg Gelet op het decreet van

Nadere informatie

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk gebied Brugge Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften Definitief Definitief gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan afbakening regionaalstedelijk

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen

Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang. Titel I. Algemene bepalingen 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2007 (BS 19 juni 2007) houdende het lokaal beleid kinderopvang Titel I. Algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

Nadere informatie

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING

PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING PAARDEN EN RUIMTELIJKE ORDENING TOELICHTING BIJ DE VLAAMSE CODEX RUIMTELIJKE ORDENING EN DE UITVOERINGSBESLUITEN Veerle Strosse en Tom Van Rensbergen Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend

Nadere informatie

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig?

Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? Wanneer is een plan of programma plan-m.e.r.- plichtig? SCHEMA GEEN PLANMER GEEN PLAN-MER Fase 1: DEFINITIE? Neen Ja Fase 2: TOEPASSINGSGEBIED? Neen Ja Fase 3: VAN RECHTSWEGE? Neen Ja SCREENING PLAN-MER

Nadere informatie

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering 1. vooraf In 2014 organiseert de VRP de Vlaamse Ruimtelijke

Nadere informatie

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 1/6 AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 28/02/2007 STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING MET BETREKKING TOT HET OVERWELVEN VAN BAANGRACHTEN Toelichting In de huidige gemeentelijke stedenbouwkundige

Nadere informatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING, VLAAMSE REGERING Besluit van de Vlaamse regering houdende definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en de agrarische

Nadere informatie

Regiostelplaats Antwerpen-Oost

Regiostelplaats Antwerpen-Oost gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan de ontwerper James Van Casteren Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van

Nadere informatie

Subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten

Subsidiereglement voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten voor socio-culturele verenigingen en socio-culturele projecten Binnen het in het budget voorziene en goedgekeurde bedrag (1419/4/3/7/9 steun voor erkende socio-culturele verenigingen en 1419/4/3/6/4 Ondersteuning

Nadere informatie

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN

SPORTRAAD GLABBEEK. Hoofdstuk I: doel STATUTEN SPORTRAAD GLABBEEK STATUTEN Gelet op het decreet van 09.03.07 houdende organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk sportbeleid wordt te Glabbeek een gemeentelijke sportraad opgericht

Nadere informatie

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING,

Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Voorontwerp van decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal Sport voor Allen beleid DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke

Nadere informatie

Kindeffectrapportage. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Kindeffectrapportage. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Kindeffectrapportage Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van het decreet van 15 juli 1997 houdende instelling van het kindeffectrapport

Nadere informatie

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Gemeente Moorslede Dienst ruimtelijke ordening Marktplaats 1 8890 Moorslede Tel.: 051/788 914 Gemeentelijke stedenbouwkundige verordening ter bevordering van het kwaliteitsvol wonen Principiële goedkeuring

Nadere informatie

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op

Ontwerp van decreet ( ) Nr juni 2012 ( ) stuk ingediend op stuk ingediend op 1589 (2011-2012) Nr. 7 27 juni 2012 (2011-2012) Ontwerp van decreet houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid

Nadere informatie

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Voorontwerp van decreet houdende de instemming met het samenwerkingsakkoord van (datum) tussen

Nadere informatie

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/2013 1 5. en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente.

Sociale huur in kleine kernen Westhoek Leader Westhoek - 18/11/2013 1 5. en dus geen sociale koopwoningen of doelgroepwoningen van het OCMW/gemeente. Sociale huur in kleine kernen Westhoek 10 aanbevelingen ifv inplanting en concept sociale huur Leader Westhoek - 18/11/2013 I. Aanbevelingen voor het lokaal woonbeleid a) Bewust kiezen voor een onderbouwde

Nadere informatie

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT

STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT STAD IZEGEM STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING WONINGKWALITEIT Definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29 mei 2018 Gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 3 augustus 2018 Artikel 1 DOEL

Nadere informatie

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit directie Ruimte dienst Ruimtelijke Planning dossiernummer: 1505496 Provincieraadsbesluit betreft verslaggever Stekene en Sint-Gillis-Waas - PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene en Sint-Gillis-Waas

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Lochristi

Omgevingsanalyse Lochristi PROVINCIE OOST-VLAANDEREN GEMEENTE LOCHRISTI Omgevingsanalyse Lochristi in het kader van het lokaal sociaal beleid 1 Inhoud KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 1. Demografische indicatoren 1.1. Aantal inwoners

Nadere informatie

organisaties instellingen lokale overheden diversiteit

organisaties instellingen lokale overheden diversiteit organisaties instellingen lokale overheden diversiteit Vlaanderen is divers. Van alle vormen van diversiteit is etnisch-culturele diversiteit wellicht het meest zichtbaar en het meest besproken. Diversiteit

Nadere informatie

Samenhuizen in het beleid

Samenhuizen in het beleid wonen met meer-waarde Samenhuizen in het beleid Sofie Deberdt, Samenhuizen vzw Erik Grietens, Bond Beter Leefmilieu 17 oktober 2016 Types samenhuizen : twee basisvormen traditioneel wonen Gemeenschappelijk

Nadere informatie

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST REGULERINGSCOMMISSIE VOOR ENERGIE IN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST ADVIES (BRUGEL-ADVIES-201801205-275) Betreffende het Federaal ontwikkelingsplan van Elia voor de periode 2020-2030 en het bijbehorende

Nadere informatie

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit Ministerieel besluit van 12 juni 2001 houdende vaststelling van de procedure tot het verlenen, het verlengen, het weigeren of het intrekken van een principieel akkoord, een erkenning en subsidiëring van

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VR 2016 2312 DOC.1539/1BIS DE VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING EN VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Nadere informatie

VR DOC.0975/2

VR DOC.0975/2 VR 2015 1809 DOC.0975/2 Besluit van de Vlaamse Regering houdende de subsidiëring van de verwerving, de inrichting, de renovatie en de uitbreiding van terreinen voor woonwagenbewoners DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016

Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016 Monitoring verhuisbewegingen erkend vluchtelingen oktober 2016 Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering Publicatiedatum: 05 oktober

Nadere informatie