EFFECTEVALUATIE VAN HET SCHOOLFRUITPROJECT TUTTI FRUTTI IN VLAANDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EFFECTEVALUATIE VAN HET SCHOOLFRUITPROJECT TUTTI FRUTTI IN VLAANDEREN"

Transcriptie

1 EFFECTEVALUATIE VAN HET SCHOOLFRUITPROJECT TUTTI FRUTTI IN VLAANDEREN Olaf Moens, Veerle Stevens, Jo Tambuyzer, Lien Van Hoecke en Wouter Voorspoels VIG vzw, Inleiding Het project Tutti Frutti (TF) is een interventie die de volgende doelstellingen vooropstelt: - toename van de fruitconsumptie bij jongeren op school, - attitudes, sociale norm en kennis ten aanzien van fruit positief beïnvloeden, - bijdragen tot een (verdere) uitwerking van een voedingsbeleid op school. Deelnemen aan het project is mogelijk op klasniveau, maar nog beter is als het gebeurt op schoolniveau. Bij het fruitproject werd een informatiemap ontwikkeld als begeleidend materiaal. Door Tutti Frutti te kaderen in een bredere aanpak rond gezonde voeding - een voedingsbeleid op school - wordt een belangrijk draagvlak gecreëerd. Aan het project is ook een wedstrijd verbonden. De klas die tijdens het tweede trimester het meeste fruit eet, wint een leuke prijs. Deze wedstrijd kan een extra stimulans geven aan het fruitproject. Tutti Frutti is dus veel meer dan de fruitdag op school. In deze evaluatie wordt nagegaan wat het effect is van de interventie na 1 jaar, 2 jaar of meerdere jaren ( 2 jaar) Tutti Frutti op het vlak van: - algemene fruitconsumptie bij leerlingen - attitudes ten aanzien van fruit - sociale norm ten aanzien van fruit - kennis over fruit 2. Design Om het effect van de interventie na te gaan werd een onderzoeksdesign opgezet waarbij twee interventiegroepen, waarvan de leerlingen respectievelijk 1 jaar en 2 jaar deelnemen aan het project, worden vergeleken met een controlegroep van de leerlingen die nog nooit aan het project hebben deelgenomen. Controlegroep: leerlingen die nog nooit hebben deelgenomen aan het project Tutti Frutti. Interventiegroep 1: leerlingen die al 1 jaar hebben deelgenomen aan het project. Interventiegroep 2: leerlingen die 2 jaar hebben deelgenomen aan het project. Er werd enkel een nameting uitgevoerd, qua beginsituatie kunnen er dus geen verschillen worden nagegaan. Dit werd beslist na overwegingen omtrent de werklast voor de uitvoering van deze effectevaluatie. 1

2 3. Steekproef De steekproef bestaat uit: - leerlingen van de derde graad basisonderwijs (5 de en 6 de leerjaar) - leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs (1 ste en 2 de jaar) - ouders van leerlingen in het kleuter- en basisonderwijs (1 ste kleuterklas tot en met 6 de leerjaar) De rekrutering van proefpersonen gebeurde bij leerlingen van 54 Vlaamse scholen en hun ouders. De steekproeftrekking werd uitgevoerd op schoolniveau en per school werden gemiddeld 2 klassen bevraagd. In de eerste graad secundair onderwijs wordt een evenwichtige verdeling van de leerlingen uit de A- en de B- stroom nagestreefd. Er wordt gerandomiseerd aan de hand van beschikbare adressenlijsten, hierbij wordt rekening gehouden met een evenredige verdeling over de verschillende Logo s (Lokaal gezondheidsoverleg). Voor het samenstellen van de interventiegroepen werd gebruik gemaakt van de Logo-adressenlijst van de scholen die deelnemen aan Tutti Frutti. Controlescholen werden geselecteerd uit het adressenbestand van het departement Onderwijs. 4. Meetinstrument De gegevens van de leerlingen en de ouders werden verzameld aan de hand van een gesloten vragenlijst. De vragenlijst van de leerlingen peilt naar een aantal verschillende uitkomsten: - gedrag: Duid aan welke van de volgende producten jij gisteren hebt gegeten. Hoeveel dagen per week eet jij normaal gezien fruit? Hoeveel stukken fruit eet je dan doorgaans op zo n dag? - intentie: Wat neem jij mee naar school om te eten of te drinken? - attitude en sociale norm: Vind je de volgende fruitsoorten lekker? In welke mate ga je akkoord met de 17 uitspraken over attitudes en sociale normen? - kennis: Hoeveel fruit moet je eten? Welke elementen bevat fruit? De vragen die peilen naar gedrag, intentie en kennis zijn meerkeuzevragen. De vragen betreffende attitude en sociale norm worden gescoord op een 5-puntenschaal. Er werden ook nog een aantal demografische variabelen bevraagd zoals leeftijd en geslacht. De vragenlijst van de ouders peilt naar volgende variabelen: - thuisomgeving: Geef voor elk product aan hoe vaak u het met uw kind meegeeft naar school. Geef aan hoe vaak volgende producten bij u thuis te vinden zijn. - fruitconsumptie kinderen: Hoe vaak eet uw kind fruit in een normale week? Hoeveel stukken fruit eet uw kind dan op zo n dag? 2

3 - kennis: Hoeveel fruit moet een kind eten? Hoeveel fruit moet een volwassene eten? Welke elementen bevat fruit? - attitudes: In welke mate gaat u akkoord met de 17 uitspraken over attitudes? De vragen die peilen naar fruitconsumptie van de kinderen en kennis zijn meerkeuzevragen. De vragen over de thuisomgeving worden gescoord op een 4-puntenschaal, de vragen over attitudes op een 5-puntenschaal. 5. Analysemethode Voor de gegevensverwerking werd gebruik gemaakt van het statistisch programma SPSS 15.0 for Windows. Er werden verschillende statistische testen toegepast op de gegevens, afhankelijk van de te onderzoeken variabelen. Voor de variabelen op het nominale en ordinale niveau werd een chi-kwadraattest uitgevoerd, voor de variabelen op het intervalniveau werd een variantie-analyse uitgevoerd. Resultaten worden als significant beschouwd vanaf het 95% significantieniveau. 6. Resultaten 6.1. Beschrijving van de steekproef Tabel: aantal proefpersonen in de verschillende condities Controlegroep 1 jaar TF 2 jaar TF Totaal Leerlingen BO (derde graad) Leerlingen SO (eerste graad) Ouders van leerlingen uit kleuter- en basisonderwijs Totaal Er werden in totaal 2761 leerlingen bevraagd, 1340 jongens en 1294 meisjes (127 leerlingen vulden de variabele geslacht niet in). Daarnaast werden ook 1867 ouders bevraagd. De totale steekproef bestaat dus uit 4628 proefpersonen. Voor de rapportage van de resultaten wordt een onderscheid gemaakt tussen de resultaten van de leerlingen en de resultaten van de ouders. Bij de beschrijving van de resultaten van de leerlingenvragenlijsten wordt een bijkomend onderscheid gemaakt tussen leerlingen van het basisonderwijs en leerlingen van het secundair onderwijs. 3

4 6.2. Leerlingen Fruitdag op school Aan de hand van de chi-kwadraattest werd de juistheid van de verschillende interventiecondities nagegaan. Hieruit blijkt dat de experimentele groepen (1 jaar TF: Χ 2 =4,85; p=0,028 en 2 jaar TF: Χ 2 =4,52; p=0,034) minimum 1 maal per week fruit eten, zoals wordt vooropgesteld in het project. Door het invoeren van een fruitdag op school doet Tutti Frutti dus de fruitconsumptie op school toenemen. Gedrag eetgedrag vorige dag: basisonderwijs % leerlingen Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controle 1 j TF 2j of meer TF Na 2 jaar Tutti Frutti is er een significante stijging van de fruitconsumptie in vergelijking met de groep die slechts 1 jaar met Tutti Frutti in aanraking kwam (Χ 2 =11,40; p=0,004). Er is echter geen significante positieve invloed op het gedrag merkbaar, in vergelijking met de controlegroep. Voor de consumptie van onevenwichtige tussendoortjes (snoep, chips en chocolade) is er een significante stijging na 2 jaar Tutti Frutti, in vergelijking met de controlegroep (Χ 2 =4,10; p=0,045). 4

5 eetgedrag vorige dag: secundair onderwijs % leerlingen Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controle 1 jaar TF 2 jaar In het secundair onderwijs is er al na 1 jaar Tutti Frutti een positieve invloed merkbaar in de fruitconsumptie van de leerlingen wanneer je deze vergelijkt met de controlegroep (Χ 2 =5,29;p=0,022). Ook na 2 jaar blijft deze trend zich verder zetten (Χ 2 =9,92; p=0,002). De consumptie van onevenwichtige tussendoortjes (snoep, chips en chocolade) daalt significant tussen 1 jaar TF en 2 jaar TF (Χ 2 =7,36; p=0,007). Het fruitconsumptiegedrag van de leerlingen wordt tevens nagegaan aan de hand van de vragen: hoeveel dagen per week eet jij normaal gezien fruit en hoeveel stukken fruit eet je dan doorgaans op zo n dag? Op basis van deze twee vragen werd een productvariabele geconstrueerd die de globale fruitconsumptie per week weergeeft. Er is voor geen enkele conditie een effect aan te tonen voor deze globale fruitconsumptie. En dit zowel voor het basis- als het secundair onderwijs. Intentie Basisonderwijs: Wat neem jij mee naar school om te eten of te drinken? (1 = nooit, 4 = elke dag) Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controlegroep 2,29 ± 0,96 1,55 ± 0,55 1 jaar TF 2,55 ± 0,87 1,62 ± 0,64 2 jaar TF 2,65 ± 0,91 1,47 ± 0,54 Deze variabele geeft een zicht op de intentie van de leerlingen omtrent het eten van fruit. Wanneer er een stuk fruit of een onevenwichtig tussendoortjes wordt meegenomen naar 5

6 school, heeft men ook meestal de intentie om dit om te zetten in concreet gedrag. Na 2 jaar TF wordt er significant meer fruit (t = 5,29; p<0,001) en worden er significant minder onevenwichtige tussendoortjes (t = 2,08;p = 0,038) meegenomen naar school dan in de controlegroep. Voor de onevenwichtige tussendoortjes is er tevens een positieve evolutie tussen 1 jaar TF en 2 jaar TF (t = 3,72; p<0,001). Secundair onderwijs Wat neem jij mee naar school om te eten of te drinken? (1 = nooit, 4 = elke dag) Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controlegroep 1,89 ± 1,00 1,60 ± 0,67 1 jaar TF 2,10 ± 1,02 1,58 ± 0,65 2 jaar TF 2,27 ± 1,06 1,48 ± 0,58 De intentie om fruit te eten ligt significant hoger in de groep 1 jaar TF (t = 3,49; p = 0,001) en de groep 2 jaar TF (t = 5,23; p<0,001) in vergelijking met de controlegroep. De intentie om onevenwichtige tussendoortjes te eten daalt significant tussen de twee experimentele groepen (t = 2,36; p = 0,018) en tussen de groep 2 jaar TF en de controlegroep (t = 2,53; p = 0,012). In het basisonderwijs is de intentie om fruit te eten significant hoger dan in het secundair onderwijs. Leerlingen uit het secundair onderwijs zijn dus minder geneigd om fruit mee te nemen naar school dan leerlingen uit het basisonderwijs (t=12,33;p<0,001). Een verklaring hiervoor is dat de ouders in het basisonderwijs nog een sterkere invloed hebben op hetgeen de kinderen meenemen naar school. In het secundair onderwijs is dat minder het geval. Attitude en sociale norm Basisonderwijs Er werden in totaal 17 attitudes en sociale normen bevraagd die gescoord werden op een 5- puntenschaal. Er werd een factoranalyse uitgevoerd op de verzamelde data, maar deze leidde niet tot een betekenisvol en betrouwbaar overzicht. Daarom wordt elk significant item afzonderlijk besproken. Tabel: attitude en sociale norm in het basisonderwijs (1=helemaal niet akkoord, 5=helemaal akkoord) Item Controlegroep 1 jaar TF 2 jaar TF Significantie - Ik vind fruit eten lekker 4,48 ± 0,77 4,50 ± 2,17 4,48 ± 0,73 - Ik vind dat een stuk fruit eten té lang duurt 1,77 ± 0,97 1,95 ± 1,09 1,78 ± 0,98 a* (t=2,24), c*(t=2,48) - Fruit is plakkerig en moeilijk om 2,03 ± 1,10 2,30 ± 1,19 2,10 ± 1,09 a**(t=2,98), 6

7 te eten c**(t=2,71) - Fruit eten is gezond 4,88 ± 0,53 4,79 ± 0,67 4,88 ± 0,50 c*(t=2,17) - Fruit is perfect voor de kleine honger - Fruit raakt geplet in mijn boekentas, en is dus niet makkelijk mee te nemen naar school 4,16 ± 0,92 4,07 ± 1,01 4,11 ±0,93 2,93 ± 1,38 2,91 ± 1,30 2,69 ± 1,28 b*(t=2,48), - Thuis eten wij vaak fruit 3,91 ± 1,04 3,85 ± 1,08 3,84 ± 0,99 - Fruit eten is cool 3,43 ± 3,14 3,32 ± 1,27 3,48 ± 1,20 - Ik moet van mijn ouders fruit eten - Fruit eten is goed voor het lichaam 3,05 ± 1,45 3,12 ± 1,40 3,16 ± 1,35 4,63 ± 0,82 4,58 ± 0,89 4,74 ± 1,43 c**(t=2,54) - Fruit eten is voor mietjes 1,32 ± 0,86 1,44 ± 0,99 1,28 ± 0,86 c*(t=2,57) - De speeltijd is te kort om een 2,41 ± 1,34 2,62 ± 1,38 2,52 ± 1,35 stuk fruit te eten - Mijn vrienden eten vaak fruit 3,15 ± 1,15 3,41 ± 1,01 3,31 ± 0,92 a **(t=3,09), - Ik vind fruit eten niks voor mij 1,57 ± 1,03 1,65 ± 1,09 1,55 ± 1,89 - Mijn mama of papa geven mij vaak een stuk fruit mee naar school - Een stuk fruit als tussendoortje is gemakkelijk en lekker - Ik vind verschillende fruitsoorten lekker (somscore 14 fruitsoorten) b*(t=2,15) 2,58 ± 1,46 2,95 ± 1,35 2,85 ± 1,38 a **(t=3,42), 4,31 ± 1,00 4,36 ± 0,93 4,30 ± 0,92 b**(t=2,69) 3,47 ± 0,72 3,52 ± 0,70 3,59 ± 0,74 b*(t=2,23) a=significant verschil tussen controlegroep en groep 1 jaar TF; b=significant verschil tussen controlegroep en groep 2 jaar TF; c=significant verschil tussen 2 experimentele groepen. (*) p<0,1 * p<0,05 ** p<0,01 *** p<0,001 Voor een groot deel van de items die significant scoren, zien we na 1 jaar deelname aan het project een minder gunstige evolutie. Na een deelname van 2 jaar TF merken we op dat deze attitudes opnieuw normaliseren. Voor de items ik vind dat een stuk fruit eten té lang duurt en fruit is plakkerig en moeilijk om te eten zien we bij de leerlingen die 1 jaar aan het project deelnemen een negatieve evolutie in vergelijking met de controlegroep. Wanneer leerlingen langer deelnemen aan het project is er opnieuw een positieve evolutie en zien we een daling van deze negatieve praktische attitudes, in vergelijking met de leerlingen die slechts 1 jaar deelnemen. Een andere negatieve attitude, namelijk fruit raakt geplet in mijn boekentas en is dus niet makkelijk mee te nemen naar school daalt voornamelijk sterk tussen de 2 experimentele groepen, waardoor ook het verschil tussen de leerlingen van 2 jaar TF en de controlegroep significant is. Deze negatieve attitude daalt dus sterk naarmate men langer aan het project deelneemt. 7

8 Het item fruit eten is gezond stijgt significant tussen de experimentele groepen. Het item fruit eten is voor mietjes daalt significant tussen de experimentele groepen. We zien ook een aantal positieve effecten op het vlak van attitude en sociale norm. Voor de waardering van 14 verschillende fruitsoorten merken we op dat de leerlingen na 2 jaar TF de fruitsoorten significant lekkerder vinden dan de leerlingen uit de controlegroep. Voor de items mijn vrienden eten vaak fruit en mijn mama of papa geven mij vaak een stuk fruit mee naar school is er een significante stijging tussen de controlegroep en de experimentele groepen. Dus de positieve invloed vanuit de sociale omgeving is significant groter in de experimentele groepen dan in de controlegroep. Secundair onderwijs In totaal werden 17 attitudes en sociale normen onder de loep genomen, die gescoord werden op een 5-puntenschaal. Op deze verzamelde data werd een factoranalyse uitgevoerd, wat leidde tot een interpretatief overzicht van 3 verschillende, orthogonale factoren: - functionele voordelen (Cronbach α = 0,69): ik vind fruit lekker, fruit eten is gezond, fruit is perfect voor de kleine honger, fruit eten is goed voor het lichaam, een stuk fruit als tussendoortje is gemakkelijk en lekker. - sociale norm (Cronbach α = 0,53): thuis eten wij vaak fruit, ik moet van mijn ouders fruit eten, mijn vrienden eten vaak fruit, mijn mama of papa geven mij vaak fruit mee naar school. - praktische nadelen (Cronbach α = 0,55): ik vind dat een stuk fruit eten té lang duurt; fruit is plakkerig en moeilijk om te eten; fruit raakt geplet in mijn boekentas, en is daarom niet gemakkelijk om mee te nemen naar school; de speeltijd is te kort om een stuk fruit te eten. Tabel: attitude en sociale norm in het secundair onderwijs (1=helemaal niet akkoord, 5=helemaal akkoord) Functionele voordelen Sociale norm Praktische nadelen Controlegroep 4,36 ± 0,58 2,27 ± 0,62 1,97 ± 0,57 1 jaar TF 4,39 ± 0,54 2,43 ± 0,60 2,02 ± 0,64 2 jaar TF 4,37 ± 0,56 2,44 ± 0,61 2,04 ± 0,65 Er is enkel een significant effect aan te tonen voor de sociale norm. Zowel de interventiegroep 1 jaar TF (t=4,40; p<0,001) als de interventiegroep 2 jaar TF (t=3,88, p<0,001) hebben een sterk significante positieve evolutie in vergelijking met de controlegroep. Jongeren uit de eerste graad van het secundair onderwijs die deelnemen aan het project geven dus aan dat de personen uit hun directe omgeving vaak fruit eten. Vooral de invloed van vrienden is voor deze leeftijdsgroep van belang. Er werden 3 items buiten beschouwing gelaten omdat deze niet voldoende scoorden om tot één van de 3 orthogonale factoren te behoren. Deze items ( ik vind verschillende fruitsoorten 8

9 lekker : somscore 14 fruitsoorten, fruit eten is voor mietjes, Ik vind fruit eten niks voor mij ) vertoonden geen significant verschillende effecten. Kennis Welke elementen bevat fruit? (minimum te behalen score = -2; maximum te behalen score = +3) BO SO Controlegroep 1,75 ± 0,83 1,64 ± 0,80 1 jaar TF 1,55 ± 0,81 1,51 ± 0,84 2 jaar TF 1,64 ± 0,85 1,50 ± 0,72 Voor deze kennisvraag scoort de groep van het basisonderwijs die 1 jaar aan Tutti Frutti deelneemt significant lager dan de controlegroep (t=3,07; p=0,002). Ook voor het secundair onderwijs merken we voor deze kennisvraag een significante negatieve evolutie tussen 1 jaar TF (t=2,58;p=0,01) en 2 jaar TF (t=2,53;p=0,012) in vergelijking met de controlegroep. Een mogelijke verklaring is dat het project nog kan ondersteund worden door educatieve interventies. Tutti Frutti blijft in vele scholen beperkt tot het aanbieden van fruit, zonder dat er wordt geïnvesteerd in bijkomende interventies zoals bijvoorbeeld lessen over wat fruit precies bevat, een kennisquiz, een bezoek aan de fruitveiling of de fruitteler in de buurt, Een tweede kennisvraag Hoeveel fruit moet je eten toonde geen significante verschillen aan tussen de drie condities Ouders Enkel ouders van kinderen uit het kleuter- en het basisonderwijs werden bevraagd. Thuisomgeving Geef voor elk product aan hoe vaak u het met uw kind meegeeft naar school? (1 = nooit, 4 = elke dag) Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controlegroep 2,27 ± 0,89 1,32 ± 0,49 1 jaar TF 2,78 ± 0,87 1,36 ± 0,60 2 jaar TF 2,72 ± 1,15 1,31 ± 0,48 Kinderen die 1 jaar (t = 8,85; p<0,001) en 2 jaar of langer (t = 7,62; p<0,001) deelnemen aan het Tutti Frutti-project krijgen significant meer fruit mee naar school dan kinderen uit de controlegroep. Een mogelijke storende variabele ligt in het concept van de interventie. Er wordt elke week een fruitdag georganiseerd op school. Sommige scholen doen dit in samenwerking met een fruitleverancier, andere scholen werken aan de hand van fruit in de 9

10 boekentas. Bij deze laatste werkwijze zijn het de ouders die het fruit meegeven. Uit de resultaten blijkt dat er geen significant verschil is tussen de twee experimentele groepen, waardoor deze verstorende variabele niet kan worden uitgesloten. Voor de onevenwichtige tussendoortjes (snoep, chips en chocolade) zijn er geen significante effecten. Geef aan hoe vaak de volgende producten bij u thuis te vinden zijn? (1 = nooit, 4 = elke dag) Fruit Onevenwichtige tussendoortjes Controlegroep 3,77 ± 0,49 2,74 ± 0,63 1 jaar TF 3,74 ± 0,51 2,85 ± 0,68 2 jaar TF 3,77 ± 0,50 2,74 ± 0,65 Het aanbod van fruit in de thuisomgeving is bij de 3 groepen zo goed als gelijk. Uit de resultaten blijkt dat er in alle groepen al een vrij hoog gemiddeld aanbod is van fruit in de thuisomgeving. Dit wijst echter niet op een hoge consumptie ervan. Voor de onevenwichtige tussendoortjes is er na 1 jaar TF een significante stijging in het aanbod in de thuisomgeving in vergelijking met de controlegroep (t=2,56; p=0,011). Na 2 jaar TF is er in vergelijking met 1 jaar TF een daling in de beschikbaarheid van deze onevenwichtige tussendoortjes (t=2,89; p=0,004). Fruitconsumptie kinderen Uit de bevraging van de ouders blijkt dat er geen significant verschil is tussen de wekelijkse fruitconsumptie van de kinderen in de experimentele groepen en de controlegroep. Kennis De fruitkennis van de ouders werd nagegaan aan de hand van drie meerkeuzevragen: Hoeveel fruit moet een kind eten? Hoeveel fruit eet een volwassene het best? En welke elementen bevat fruit? Uit de resultaten blijkt dat er op het vlak van kennis geen significant verschil is tussen de ouders uit de experimentele groepen en de controlegroep. Attitudes Ook de ouders werden gevraagd naar hun attitude t.o.v. fruit. Er werd niet enkel nagegaan welke opvattingen de ouders hebben over fruit, maar ook wat de ouder denkt over de opvattingen die het kind over fruit heeft. Er werden in totaal 16 attitudes bevraagd. Op deze verzamelde data werd eerst een factoranalyse uitgevoerd, wat leidde tot een interpretatief overzicht van 4 verschillende, orthogonale factoren: Gepercipieerde positieve attitude van het kind t.o.v. fruit (Cronbach α = 0,84): Mijn kind vindt fruit erg lekker, Ik geef mijn kind regelmatig fruit mee naar school, Mijn 10

11 kind vraagt soms zelf naar een stuk fruit om mee te nemen naar school, Mijn kind heeft het niet graag als ik fruit meegeef naar school, Mijn kind neemt niet graag fruit mee naar school (negatief geformuleerde attitudes werden gespiegeld). Positieve attitude van de ouder t.o.v. fruit (Cronbach α = 0,53): Ik vind het belangrijk dat mijn kind fruit eet, Wij eten vaak fruit thuis, Ik vind het belangrijk om gezonde tussendoortjes mee te geven naar school, Het is belangrijk dat de school haar leerlingen meer de mogelijkheid geeft fruit te eten. Onmiddellijke nadelen (Cronbach α = 0,81): Fruit raakt geplet in de boekentas en is daarom moeilijk om mee te geven naar school, Fruit is niet gemakkelijk om mee te geven naar school, Fruit is plakkerig en moeilijk om te eten. Autonomie (Cronbach α = 0,85): Mijn kind beslist zelf wat het meeneemt naar school als tussendoortje, Ik laat mijn kind kiezen wat hij/zij meeneemt naar school. Voor al deze factoren kan de vergelijking gemaakt worden tussen de twee experimentele groepen en de controlegroep. (1 = helemaal niet akkoord, 5 = helemaal akkoord) Kind Ouder Nadelen Autonomie Controlegroep 3,28 ± 0,92 4,29 ± 0,57 2,99 ± 1,04 3,24 ± 1,17 1 jaar TF 3,62 ± 0,90 4,38 ± 0,50 2,74 ± 1,14 3,13 ± 1,10 2 jaar TF 3,50 ± 0,93 4,35 ± 0,52 2,82 ± 1,13 3,09 ± 1,18 Na 1 jaar Tutti Frutti hebben de kinderen volgens hun ouders een positievere attitude ten opzichte van fruit en het eten van fruit dan kinderen uit de controlegroep (t = 5,62; p<0,001). Als we de gepercipieerde positieve attitude van de kinderen t.o.v. fruit na 2 jaar Tutti Frutti vergelijken met deze na 1 jaar Tutti Frutti, zien we een kleine daling in deze positieve attitude (t = 2,15; p = 0,032). Na 2 jaar Tutti Frutti zien we in vergelijking met de controlegroep nog steeds een sterk significante stijging voor deze variabele (t = 4,24; p<0,001). In vergelijking met de ouders van de controlegroep hebben ook de ouders zelf een positievere attitude ten opzichte van fruit en het eten van fruit na 1 jaar (t = 2,56; p = 0,01), 2 jaar of meer (t = 2,19; p=0,029) Tutti Frutti. In beide experimentele groepen is er een significante daling van onmiddellijke nadelen van fruit in vergelijking met de controlegroep (na 1 jaar: t = 3,53; p<0,001 en na 2 jaar of meer: t=2,68; p = 0,007). Dus de ouders met kinderen die deelnemen aan het project ervaren minder nadelen van fruit en het eten van fruit dan de ouders van niet-deelnemende kinderen. 11

12 Na 2 jaar is er een daling van de autonomie van het kind te merken (t = 2,39; p = 0,017). Voor leerlingen van het basisonderwijs is dit een positieve evolutie, aangezien een sturende invloed op het vlak van wat men meeneemt naar school tot de opvoedkundige taak van de ouder behoort. Uit deze resultaten blijkt dus dat het Tutti Frutti-project niet enkel een invloed heeft op het niveau van de leerlingen, maar ook op het niveau van de ouders. 7. Discussie In deze evaluatie van Tutti Frutti zijn we voornamelijk geïnteresseerd in het effect op de algemene fruitconsumptie van de leerlingen. De interventie moet dus breder gaan dan de wekelijks verplichte fruitdag. Verder willen we ook weten of de opvattingen over fruit, de sociale norm ten aanzien van fruit en de kennis over fruit bij de leerlingen veranderen. We kunnen stellen dat Tutti Frutti de fruitconsumptie op school doet toenemen door het invoeren van een fruitdag op school. Verder is er ook een positieve invloed op de intentie om meer fruit en minder onevenwichtige tussendoortjes te eten in het basis- en secundair onderwijs. Een positief effect op de algemene fruitconsumptie wordt enkel bereikt bij de leerlingen van het secundair onderwijs. Zowel voor het basisonderwijs als voor het secundair onderwijs stellen we een positieve evolutie vast van de sociale norm. De leerlingen ervaren dus een positieve invloed uit de sociale omgeving. Dit is zowel voor leerlingen uit het basisonderwijs (ouders) als voor leerlingen uit het secundair onderwijs (vrienden) een belangrijk positief effect van de interventie. In het basisonderwijs merken we een positieve invloed op de intentie om meer fruit en minder onevenwichtige tussendoortjes te eten. Deze leerlingen uit het basisonderwijs ervaren echter een aantal praktische nadelen van het eten van fruit zoals het fruit dat plakkerig is en geplet wordt in de boekentas, het fruit eten op zich dat te lang duurt, Deze nadelen hinderen om de positieve intentie ook effectief om te zetten in gedrag. Wellicht beschikken zij niet over voldoende vaardigheden om oplossingen te zoeken voor deze praktische nadelen. Na 1 jaar Tutti Frutti stellen we bij deze leerlingen immers een minder gunstige evolutie vast van de algemene fruitconsumptie en het gebruik van onevenwichtige tussendoortjes. We merken op dat dit gedrag zich na 2 jaar Tutti Frutti opnieuw herstelt. De opvattingen over fruit komen overeen met de resultaten van het gedragspatroon. Na het eerste jaar dat de leerlingen worden geconfronteerd met het eten van fruit, zien ze praktische bezwaren. Na 2 jaar Tutti Frutti herstelt deze attitude zich. We kunnen deze evoluties moeilijk verklaren. In verder onderzoek kan worden nagegaan of deze positieve trend zich ook verder zet na meerdere jaren Tutti Frutti. Het is ook mogelijk dat deze verschillen te wijten zijn aan verschillen tussen de interventiecondities bij de beginsituatie, die in dit onderzoek niet in kaart worden gebracht. 12

13 Het is dus van belang dat men in het basisonderwijs ondersteunende activiteiten voorziet om leerlingen te leren omgaan met een aantal praktische hindernissen dat het fruit eten met zich meebrengt. Extra aandacht voor het bijbrengen van een aantal vaardigheden, bijvoorbeeld wat is de beste manier om het fruit handig op te eten of hoe neem ik fruit het beste mee in mijn boekentas, zou deze leerlingen helpen om hun goede intenties ook daadwerkelijk om te zetten in gedrag. In de bijhorende informatiemap van Tutti Frutti worden een aantal educatieve klasinterventies aangereikt. Het is mogelijk dat de scholen deze educatieve map nog te weinig gebruiken. Het negatieve effect op de consumptie van onevenwichtige tussendoortjes (snoep, chips en chocolade) is moeilijk te verklaren. Uit de literatuur blijkt dat jongeren er ongezondere voedingsgewoonten op nahouden naarmate ze ouder worden (Haerens, 2006). Het zou ook kunnen dat de leerlingen uit de controlegroep bij de beginsituatie al gezonder eten dan de leerlingen uit de experimentele groepen. In het secundair onderwijs heeft het project een positieve invloed op de algemene intentie om fruit te eten en onevenwichtige tussendoortjes te beperken. Wel liggen deze intenties lager dan in het basisonderwijs. De leerlingen uit het secundair onderwijs ervaren echter minder barrières om hun gedragsintenties ook effectief om te zetten in gedrag. Deze leerlingen hebben wellicht een beter ontwikkeld probleemoplossend vermogen, waardoor ze makkelijker kunnen omgaan met een aantal praktische problemen. Dit uit zich ook in de positieve effecten op het vlak van algemene fruitconsumptie. Een andere mogelijke verklaring voor het verschil in gedragseffecten tussen het basis- en secundair onderwijs kan liggen in de schoolcontextvariabelen. Op basis van de indicatorenmeting (2003) zouden we verwachten dat leerlingen van het basisonderwijs net beter scoren dan deze uit het secundair onderwijs. De deelname aan het project is in het SO echter veel lager dan in het BO. Secundaire scholen zijn dus minder geïnteresseerd in het Tutti Frutti-concept. Het zou kunnen dat enkel de secundaire scholen die al heel open en positief staan ten opzichte van een gezond voedingsbeleid op school, het project hebben geïmplementeerd. Dit is een aandachtspunt voor verder onderzoek en kan worden nagegaan aan de hand van de indicatorenmeting (2006). Op het vlak van kennis is er een minder gunstige evolutie merkbaar voor leerlingen uit het basisonderwijs en het secundair onderwijs. Het is onduidelijk hoe dit precies komt. Een mogelijke verklaring is dat het Tutti Frutti project nog meer ondersteund kan worden door educatieve interventies. Het project blijft in vele scholen beperkt tot het aanbieden van fruit, wat op zich niet leidt tot een betere kennis over fruit. Er moet dus extra aandacht worden besteed aan bijkomende klasactiviteiten zoals bijvoorbeeld lessen over wat fruit bevat, een kennisquiz, een bezoek aan de fruitveiling of de fruitteler in de buurt, Een andere mogelijke verklaring is dat dit resultaat enkel een verschil in beginsituatie weerspiegelt, wat we met het posttestdesign niet kunnen achterhalen. 13

14 Ook uit de bevraging van de ouders komen enkele belangrijke effecten naar voor. Voornamelijk op het vlak van attitudes zien we een aantal positieve effecten van het Tutti Frutti-project. De ouders van de experimentele groepen schatten de attitude van hun kind positiever in. Er is ook een positieve evolutie in hun eigen attitude en perceptie van onmiddellijke nadelen. De ouders nemen ook hun opvoedende taak inzake het meegeven van tussendoortjes naar school, op zich. Uit de resultaten blijkt dat een school- en klasinterventie een belangrijk effect kan hebben tot op het niveau van de thuisomgeving. 8. Besluit Uit de evaluatie van het Tutti Frutti - project kunnen we conclusies trekken die van belang zijn bij het promoten van fruit op school. Uit de discussie blijkt ook dat er aanvullend onderzoek nodig is om een aantal verschillen in de onderzoekscondities uit te klaren. De resultaten vertellen dat het zinvol is om een concept als Tutti Frutti in te voeren in de schoolcontext. Het invoeren van een fruitdag op school resulteert in een hogere fruitconsumptie op school. Het project rendeert wanneer deze interventie herhaaldelijk wordt uitgevoerd. Dit is in overeenstemming met de literatuur (World Health Organisation, 2006). Na 1 jaar Tutti Frutti zijn er zowel voor de leerlingen (praktische nadelen) als voor de school (tegemoetkomen aan de noden van de leerlingen) een aantal belangrijke drempels die pas na herhaling van het project voldoende worden aangepakt. Verder wordt ook duidelijk dat het combineren van verschillende strategieën een noodzaak is. Het is niet voldoende om een aanbod van fruit op school te verzekeren, dit moet worden aangevuld met de uitbouw van gezondheidseducatie op schoolniveau en bijhorende structurele maatregelen. Deze interventiemix is essentieel voor een goede implementatie en voor de effectiviteit van het Tutti Frutti project. Als laatste belangrijk besluit blijkt dat een interventie op schoolniveau ook een effect kan hebben in het thuismilieu. De realisatie van effecten in het thuismilieu vanuit een schoolinterventie vormt een meerwaarde voor duurzame effecten bij kinderen en jongeren. 14

15 Literatuur - Haerens, L. (2006). Promoting healthy eating and physical activity among adolescents. Universiteit Gent. - Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie (2003). Indicatoren voor een tabakspreventie- en voedingsbeleid op de werkplek en in de school. VIG: Brussel - World Health Organisation (2006). What is the evidence on school health promotion in improving health or preventing disease and, specifically, what is the effectiveness of the health promoting schools approach? WHO Regional Office for Europe s Health Evidence Network (HEN). 15

Mondgezondheidsrapport

Mondgezondheidsrapport Mondgezondheidsrapport sensibiliseringproject Glimlachen.be 2014 Effectevaluatie van een 4-jaar longitudinaal sensibiliseringproject in scholen in Vlaanderen Samenvatting J Vanobbergen Glimlachen - Souriez

Nadere informatie

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren

Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Workshop: Voedingsgewoontes van jongeren Opinies van jongeren mbt voeding (Carine Vereecken) Kieskeurig : Dranken en tussendoortjes op school (Olaf Moens & Loes Neven) Opinies van jongeren mbt voeding

Nadere informatie

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen

Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen Jong en gezond? Uitdagingen voor meer gezonde voeding en beweging bij kinderen in Vlaanderen Prof. dr. Lea Maes Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij Drs. Valerie De Coen Introductie Probleemstelling: Rapport

Nadere informatie

Evaluatie van het Smaaklessen groentemenu onderzoek. 12 maart 2015

Evaluatie van het Smaaklessen groentemenu onderzoek. 12 maart 2015 Evaluatie van het Smaaklessen groentemenu onderzoek 12 maart 2015 Opbouw presentatie Waarom onderzoek Voorgaand onderzoek naar Smaaklessen Resultaten van het Smaaklessen groentemenu onderzoek Waarom effectonderzoek?

Nadere informatie

Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering op school: algemene bespreking van de resultaten

Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering op school: algemene bespreking van de resultaten ARTEVELDEHOGESCHOOL BACHELOR IN HET ONDERWIJS : KLEUTERONDERWIJS J. Gerardstraat 18 9040 GENT TEL. : 09 218 73 73 INTERVENTIE BEESTIG GEZOND OP SCHOOL Houding van ouders ten opzichte van gezondheidsbevordering

Nadere informatie

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. Februari 2013 Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen. In Rotterdam heeft een kwart van de basisschoolkinderen overgewicht, met alle gezondheidsrisico

Nadere informatie

Gezonde School Stand van zaken, anno 2015

Gezonde School Stand van zaken, anno 2015 Gezonde School Stand van zaken, anno 2015 Gezonde School Aan de slag, een praktijkdag - 17 maart 2017 Tineke Vansteenkiste 1 VIGeZ vzw, 2017, indicatorenbevraging Indicatorenmeting Hoe de voorbije 3 schooljaren

Nadere informatie

Enquête. 262 teruggekregen. Het koekjesabonnement (kleuter)

Enquête. 262 teruggekregen. Het koekjesabonnement (kleuter) Enquête 262 teruggekregen Het koekjesabonnement (kleuter) a Ik mijn kind niet wil benadelen omdat andere kinderen het wel hebben 66 b Ik er niet altijd zou aan denken om een koek mee te geven 46 c Ik de

Nadere informatie

Pesten en gepest worden: Kan de school het verschil maken?

Pesten en gepest worden: Kan de school het verschil maken? Pesten en gepest worden: Kan de school het verschil maken? 16 februari 05 VU A dam dr. Veerle Stevens Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie PROJECT 1 - prevalentiestudie - programma-ontwikkeling -

Nadere informatie

Ik vind dat een secundaire school...

Ik vind dat een secundaire school... Bevraging GO! Ouders: gezonde snacks en dranken in secundaire school 1 In september 215 organiseerde GO! Ouders een bevraging bij ouders omtrent het aanbieden van snacks en dranken in de secundaire school.

Nadere informatie

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

VIGeZ, 2014. De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM.

VIGeZ, 2014. De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM. VIGeZ, 2014 De evaluatiematrix: Een planningsmodel voor de evaluatie van projecten binnen de gezondheidsbevordering, geïntegreerd met RE-AIM. PROJECT- DOELSTELLINGEN? Welke projectdoelstellingen staan

Nadere informatie

Gezondheidsbeleid in scholen in kaart gebracht.

Gezondheidsbeleid in scholen in kaart gebracht. Gezondheidsbeleid in scholen in kaart gebracht. Eline De Decker Saidja Steenhuyzen Tineke Vansteenkiste Gezondheidsconferentie 16 december 2016 1 VIGeZ vzw, 2016, Inhoud presentatie Kadermethodiek Gezonde

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

Logo Gezond + vzw. 7 thema s. Milieu en gezondheid. Valpreventie Borstkankeropsporing. Vaccinaties. Voeding en beweging. Geestelijke gezondheid

Logo Gezond + vzw. 7 thema s. Milieu en gezondheid. Valpreventie Borstkankeropsporing. Vaccinaties. Voeding en beweging. Geestelijke gezondheid Logo Gezond + vzw Logo Gezond + vzw Milieu en gezondheid Valpreventie Borstkankeropsporing Vaccinaties 7 thema s Voeding en beweging Geestelijke gezondheid Tabak, alcohol en drugs Logo Gezond + vzw Netwerkorganisatie

Nadere informatie

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode

Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMA antipestmethode Auteurs: A. van Dorst, K. Wiefferink, E. Dusseldorp, F. Galindo Garre, M. Crone, Th. Paulussen; TNO, Leiden. Uit het in 2008 afgesloten

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Evaluatieverslag project Groningse gruiten

Evaluatieverslag project Groningse gruiten Evaluatieverslag project Groningse gruiten Samenvatting Evaluatieverslag project Groningse gruiten Dit is de samenvatting van het Evaluatieverslag Project Groningse Gruiten. Het volledige Evaluatieverslag

Nadere informatie

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen

Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Verslag focusgroep ouders met jongeren in secundaire scholen Doelgroep Methodiek Thema s 11 ouders van jongeren in secundaire scholen (2014) Waarderende benadering Ouderbetrokkenheid- Communicatie Ondersteuning

Nadere informatie

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno.

TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197. Earth, Life & Social Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden. www.tno. TNO-rapport TNO/LS 2015 R11197 Het effect van media-aandacht voor het gebruik van mogelijk ondeugdelijke naalden in het voorjaar van 2015 op de bereidheid van moeders om hun dochter te laten vaccineren

Nadere informatie

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2

VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2 VII MICTIVO 1 versus MICTIVO 2 1. Inleiding... 524 2. Basisonderwijs... 526 2.1. Evoluties in de infrastructuur... 526 2.2. Evoluties in andere indicatoren... 533 3. Secundair onderwijs... 549 3.1. Evoluties

Nadere informatie

De educatieve effecten van de Mobibus. VSV en Universiteit Antwerpen

De educatieve effecten van de Mobibus. VSV en Universiteit Antwerpen De educatieve effecten van de Mobibus VSV en Universiteit Antwerpen Inhoud Situering Inhoud project Onderzoek Resultaten Conclusies Situering Aandacht voor kwaliteit 1 project per jaar: effectevaluatie

Nadere informatie

Voorstelling voedingsdriehoek bewegingsdriehoek materialen onderwijs 13/10/2017

Voorstelling voedingsdriehoek bewegingsdriehoek materialen onderwijs 13/10/2017 Voorstelling voedingsdriehoek bewegingsdriehoek materialen onderwijs 13/10/2017 Nieuwe actieve voedingsdriehoek: hoe en waarom Waarom een nieuwe model? Bevraging doelgroepen en intermediairs: Burgers,

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

DE AANSCHUIFTAFEL VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLINGEN VOEDING EN BEWEGING 2009-2015

DE AANSCHUIFTAFEL VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLINGEN VOEDING EN BEWEGING 2009-2015 VLAAMSE GEZONDHEIDSDOELSTELLINGEN VOEDING EN BEWEGING 2009-2015 Onderzoeksproject ontwikkeling van methodiek 2 e strategie: gezond bewegen en evenwichtiger eten in de leefomgeving van kinderen en jongeren.

Nadere informatie

PREVENTIEDAG Back To Basics 19 november 2014 DE AANSCHUIFTAFEL

PREVENTIEDAG Back To Basics 19 november 2014 DE AANSCHUIFTAFEL PREVENTIEDAG Back To Basics 19 november 2014 ONTWIKKELING METHODIEK interventie gericht op jonge kinderen en hun ouders met als doel het verbeteren van voedings- en bewegingsgewoonten binnen het gezin

Nadere informatie

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs

Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Getuigen onderweg: effectevaluatie van een verkeerseducatief programma in de 3 e graad secundair onderwijs Ariane Cuenen Kris Brijs Tom Brijs Karin van Vlierden Stijn Daniëls Overzicht 1. Inleiding Programma

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren:

We berekenen nog de effectgrootte aan de hand van formule 4.2 en rapporteren: INDUCTIEVE STATISTIEK VOOR DE GEDRAGSWETENSCHAPPEN OPLOSSINGEN BIJ HOOFDSTUK 4 1. Toets met behulp van SPSS de hypothese van Evelien in verband met de baardlengte van metalfans. Ga na of je dezelfde conclusies

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Jongeren en Gezondheid 2014 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004

Broodmaaltijd. 0-3 dagen per week. 4-5 dagen per week. 6-7 dagen per week. kinderen Groep 7 schooljaar 2003-2004 jongeren GO Jeugd 2004 3. Voeding Een gezonde voeding is een van de uitgangspunten voor het goed functioneren van het lichaam. In dit gezondheidsprofiel wordt op een aantal aspecten van voeding ingegaan. Hoewel dit geen totaalbeeld

Nadere informatie

Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport

Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport Een ervaringsdeskundige voor de klas: werkt het? Mail Bas voor het rapport Bas van den Putte (s.j.h.m.vandenputte@uva.nl) Tessa Rutten Anneke de Graaf Gert-Jan de Bruijn Een ervaringsdeskundige voor de

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2014 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 2 Vlaanderen - Aanbod 4 Brussel - Vraag 5 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Bevindingen huiswerkenquête schooljaar 2013-2014

Bevindingen huiswerkenquête schooljaar 2013-2014 Bevindingen huiswerkenquête schooljaar 2013-2014 1. Resultaten ouderbevraging 1. De meest voorgekomen antwoorden zijn: - Het inoefenen van geziene leerstof. - Het is een vorm van controle door en voor

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Introductie. Introductie. Inleiding Methode Interventie Resultaten Conclusies. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen.

Introductie. Introductie. Inleiding Methode Interventie Resultaten Conclusies. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen. Evaluatie en ontwikkeling van een interventie rond voeding en beweging binnen de kinderdagverblijven Drs. Valerie De Coen, Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij,

Nadere informatie

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk

De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet. Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk De implementatie van het gelijke onderwijskansendecreet Van overheidsbeleid naar schoolpraktijk Peter Van Petegem Jan Van Hoof EduBROn UA Jef C. Verhoeven Ina Buvens Centrum voor Onderwijssociologie KU

Nadere informatie

Algemene resultaten van het effect op de tussendoortjes

Algemene resultaten van het effect op de tussendoortjes ARTEVELDEHOGESCHOOL BACHELOR IN HET ONDERWIJS : KLEUTERONDERWIJS J. Gerardstraat 18 9040 GENT TEL. : 09 218 73 73 INTERVENTIE BEESTIG GEZOND OP SCHOOL Algemene resultaten van het effect op de tussendoortjes

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 2010 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 2010 bestaat uit 10772 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het

Nadere informatie

Januari, 2008 Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMAmethode

Januari, 2008 Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMAmethode Januari, 2008 Preventie van pesten op basisscholen volgens de PRIMAmethode Auteurs: A. van Dorst, K. Wiefferink, E. Dusseldorp, F. Galindo Garre, M. Crone, Th. Paulussen; TNO, Leiden. Uit een recent onderzoek

Nadere informatie

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau

Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau Een exploratieve studie naar de relatie tussen geïntegreerd STEM-onderwijs en STEM-vaardigheden op secundair niveau dr. H. Knipprath ing. J. De Meester STEM Science Engineering Technology Mathematics 2

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MAART 2015 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 2 Vlaanderen - Aanbod 4 Brussel - Vraag 5 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

E-health4Uth: extra contactmoment vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor 15/16 jarigen

E-health4Uth: extra contactmoment vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor 15/16 jarigen E-health4Uth: extra contactmoment vanuit de Jeugdgezondheidszorg voor 15/16 jarigen Effectevaluatie Door: Rienke Bannink (Erasmus MC) E-mail r.bannink@erasmusmc.nl i.s.m. Els van As (consortium Rivas-Careyn),

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2010 Resultaten HBSC Subjectieve gezondheid Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health behaviour in School-aged Children)

Nadere informatie

Peiling wiskunde secundair onderwijs 1 ste graad A-stroom. Duiding van de resultaten. Johan Deprez Brussel, 12/06/19

Peiling wiskunde secundair onderwijs 1 ste graad A-stroom. Duiding van de resultaten. Johan Deprez Brussel, 12/06/19 Peiling wiskunde secundair onderwijs 1 ste graad A-stroom Duiding van de resultaten Johan Deprez Brussel, 12/06/19 Wie ben ik? wiskundige docent wiskunde in het hoger onderwijs serviceonderwijs wiskunde

Nadere informatie

Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector

Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector Bevorderen van leefgewoonten bij werknemers in de bouwsector Els Wouters, senior stafmedewerker 1 Intro Voorstelling VIGeZ I. Invloed van (fysieke) leefgewoonten op gezondheid- en arbeidsgerelateerde problemen

Nadere informatie

De Gezonde Basisschool van de Toekomst

De Gezonde Basisschool van de Toekomst De Gezonde Basisschool van de Toekomst Nina Bartelink, PhD Candidate Patricia van Assema, Maria Jansen, Hans Savelberg, Stef Kremers Department of Health Promotion Maastricht University n.bartelink@maastrichtuniversity.nl

Nadere informatie

Naar een voedingsbeleid op school

Naar een voedingsbeleid op school Naar een voedingsbeleid op school ing Jongeren en evenwichtig eten, het is niet altijd evident. Voor scholen is het een uitdaging om vanuit hun educatieve takenpakket hierbij een handje te helpen. De klaspraktijk

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief NOVEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Aanbod kwaliteitsvolle materialen

Aanbod kwaliteitsvolle materialen Aanbod kwaliteitsvolle materialen In onderstaand overzicht vind je materialen voor voeding, beweging of voor allebei. Ze worden opgedeeld volgens bruikbaarheid: als educatief materiaal, binnen een project

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie?

Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Hoe weet ik waarom mijn interventies werken en voor wie? Maartje van Stralen: Mine Yildirim: Femke van Nassau: Mia Kösters: Hoe evalueer ik hoe mijn interventie werkt? Analyse van mediatoren Hoe evalueer

Nadere informatie

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg

Stress Less Project. Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg Stress Less Project Verbinding Onderwijs & Jeugdzorg SIMONE VOGELAAR EN AMANDA VAN LOON 23 MEI 2019 Stress bij scholieren Stress bij scholieren Schoolcontext kan gevoelens van stress opwekken Gerelateerd

Nadere informatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Kenniskring leiderschap in onderwijs Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie Onderzoek doen Wie aanwezig? Wat wilt u weten? Beeld / gedachte / ervaring Praktijkonderzoek in de school = Onderzoek dat wordt

Nadere informatie

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen

Rapportage. Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen Rapportage Onderzoek: mediawijsheid onder ouders en kinderen In opdracht van: Mediawijzer.net Datum: 22 november 2013 Auteurs: Marieke Gaus & Marvin Brandon Index Achtergrond van het onderzoek 3 Conclusies

Nadere informatie

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS HAVO

TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS HAVO TERUGBLIK CENTRAAL EXAMEN NEDERLANDS HAVO EERSTE TIJDVAK 2012 1 Inleiding 1. Quickscan Via WOLF (Windows Optisch Leesbaar Formulier) geven examinatoren per vraag de scores van hun kandidaten voor het centraal

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Identificatie en typering van de PARALLELTOETSEN

Identificatie en typering van de PARALLELTOETSEN Identificatie en typering van de PARALLELTOETSEN Praktische Informatie 1. Productinformatie Paralleltoetsen van de Peilingsproeven Nederlands voor het basisonderwijs; in opdracht van de Vlaamse Overheid;

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

SAMENVATTING onderzoek. Playing for Success

SAMENVATTING onderzoek. Playing for Success SAMENVATTING onderzoek SAMENVATTING onderzoek is een naschools programma voor leerlingen uit de groepen 6, 7 en 8 van de basisschool die (tijdelijk) minder goed functioneren op school dan zij zouden kunnen.

Nadere informatie

Indicatorenmeting 2012 Secundair Onderwijs

Indicatorenmeting 2012 Secundair Onderwijs Indicatorenmeting 2012 Secundair Onderwijs Gezondheidsbeleid in Vlaamse scholen VIGeZ 2013 i.s.m. VAD en Logo s Guido Van Hal Indicatorenmeting 2012 Rapport te raadplegen op www.vigez.be Op welke gezondheidsthema

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

RAPPORT VVC en LOCUS

RAPPORT VVC en LOCUS RAPPORT Resultaten en conclusies van het cijfermateriaal schoolactiviteiten in cultuurcentra in functie van een analyse van mogelijke effecten van de maximumfactuur basisonderwijs 23.02.2011 VVC en LOCUS

Nadere informatie

Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL)

Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL) Effectevaluatie van Discussiëren Kun Je Leren (DKJL) 18-04-2018 Dr. Tobias Stark European Research Centre on Migration and Ethnic Relations (ERCOMER) Algemene Sociale Wetenschap Universiteit Utrecht Samenvatting

Nadere informatie

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders

Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders Effectiviteit en bruikbaarheid van verschillende werkvormen EVS in de opleiding van jeugdsportbegeleiders J. De Bouw, K. De Martelaer, K. Struyven en L. Haerens 31/12/2011 Inleiding Aanleiding onderzoek:

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Overzicht analyse- en evaluatie-instrumenten

Overzicht analyse- en evaluatie-instrumenten Overzicht analyse- en evaluatie-instrumenten Onderstaand overzicht toont welke instrumenten de school kan gebruiken om haar beginsituatie in kaart te brengen en/of beleid te evalueren. Voeding Beweging

Nadere informatie

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6)

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) - Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid - Zicht

Nadere informatie

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor Drentse Onderwijs monitor Feitenbladen Gemeente Assen Kern cijfers uit de periode 2010-2015 OM_Assen-DEF.indd 1 18-05-16 11:13 Drentse Onderwijsmonitor 2015 Primair onderwijs Onlangs verscheen de 10 de

Nadere informatie

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg

Spelen in het groen. Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena van den Berg Spelen in het groen Effecten van een bezoek aan een natuurspeeltuin op het speelgedrag, de lichamelijke activiteit, de concentratie en de stemming van kinderen Agnes van den Berg Roderik Koenis Magdalena

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief SEPTEMBER 2011 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek

Deel I Het startpunt van het Vital@Work onderzoek De babyboomer generatie, een langere levensverwachting en lagere geboortecijfers hebben als gevolg dat de samenleving vergrijst. Om de gevolgen van de vergrijzende samenleving, zowel vanuit bedrijfs- als

Nadere informatie

Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners

Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners Woningkwaliteit en woontevredenheid: resultaten van de bevraging bij bewoners Katleen Van den Broeck* & Isabelle Pannecoucke** *HIVA KU Leuven **KU Leuven campus Sint-Lucas Studiedag Wonen in Vlaanderen

Nadere informatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie

Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Uitwisseling tussen teamleden in sociale teams cruciaal voor prestatie Voorlopige resultaten van het onderzoek naar de perceptie van medewerkers in sociale (wijk)teams bij gemeenten - Yvonne Zuidgeest

Nadere informatie

Moeilijke eters 800398 / augustus 2012 Ikazia Ziekenhuis

Moeilijke eters 800398 / augustus 2012 Ikazia Ziekenhuis 1 Eetproblemen bij kinderen Sommige kinderen zijn zeer moeilijke eters. Voor ouders en kind kan dit heel lastig zijn. Ouders proberen van alles. Ouders zijn angstig dat hun kind niet genoeg binnen krijgt

Nadere informatie

Sint-Lievenscollege vzw schoolraad basisonderwijs

Sint-Lievenscollege vzw schoolraad basisonderwijs datum: 23 februari 2010 Sint-Lievenscollege vzw schoolraad basisonderwijs Verslag ouderbevraging Sint-Lievenscollege 1. Huiswerkbeleid in de lagere school (evolutie sinds vorige bevraging) / veiligheid

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief MEI 2015 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 2 Vlaanderen - Aanbod 4 Brussel - Vraag 5 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief JANUARI 2015 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 2 Vlaanderen - Aanbod 4 Brussel - Vraag 5 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie

Leidt voorlezen tot meer leesplezier?

Leidt voorlezen tot meer leesplezier? Leidt voorlezen tot meer leesplezier? Een quasi-experimenteel onderzoek in het zesde leerjaar van het basisonderwijs Annick De Vylder Peter Van Petegem 1 2 Belang van GRAAG lezen GRAAG lezen goed lezen

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Evaluatie van het lespakket Fire

Evaluatie van het lespakket Fire Evaluatie van het lespakket Fire Winifred A. Gebhardt, PhD, Monique Gomez-Tromp, BSc & Jamila Meftah Ben, BSc December 2008 Klinische -, Gezondheids- en Neuropsychologie Universiteit Leiden 1 Globale inhoudsopgave

Nadere informatie

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011)

Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen 4.3 (2010-2011) Verkeerskundige interpretatie van de belangrijkste tabellen (Analyserapport) D. Janssens, S. Reumers, K. Declercq, G. Wets Contact: Prof. dr. Davy

Nadere informatie

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN

BMI BIJ SCHOOLKINDEREN / Rapport cijfers BMI BIJ SCHOOLKINDEREN Vlaams Gewest 2012-2013 / 1.02.2016 1.02.2016 BMI bij schoolkinderen 1/10 Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op juli 2015 door: Lien Braeckevelt,

Nadere informatie

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door:

Dit onderzoek wordt uitgevoerd door: Sociale EconomIe en GEzondheidspRomotie: StEIGERs Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij, Prof. dr. Benedicte Deforche, Prof. dr. Lea Maes, dr. Anne Hublet, Jasmine Mommen, Nele Huys Studiedag SWVG Integrale

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder?

Klas-in-zicht Wat? Hoe gaan we tewerk? Aan de slag en verder? Klas-in-zicht Wat? Een negatieve groepsdynamiek, leerlingen die niet met elkaar overeenkomen, een vertroebelde relatie tussen leerlingen en leerkrachten, moeilijk les kunnen geven door storend gedrag zijn

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief DECEMBER 2018 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 2 Vlaanderen - Aanbod 4 Brussel - Vraag 5 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand

Nadere informatie