Conceptrichtlijn Bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen
|
|
- Sandra ter Linde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Conceptrichtlijn Bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen Algemene Vergadering van Verpleegkundigen en Verzorgenden Met methodologische ondersteuning van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO
2 Alles uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën of enig andere manier, na voorafgaande toestemming van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO. Het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, gevestigd in Utrecht, heeft tot doel individuele beroepsbeoefenaren, hun beroepsverenigingen en zorginstellingen te ondersteunen bij het verbeteren van de patiëntenzorg. Sinds zijn oprichting in 1979 heeft het CBO zich ontwikkeld tot een toonaangevend en ook internationaal erkend instituut dat via programma s en projecten ondersteuning en begeleiding biedt bij systematisch en gestructureerd meten, verbeteren, herontwerpen en borgen van kwaliteit van de patiëntenzorg. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 2
3 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 3 Samenstelling van de werkgroep 4 Inleiding 6 Aanbevelingen 10 1 Bejegening en begeleiding door verzorgenden en verpleegkundigen 12 2 Veranderingen in cognitie, emotie en gedrag 20 3 Veranderingen in communicatie 32 4 Verandering in relaties 42 5 Inzetbaarheid en belastbaarheid van naastbetrokkenen 46 6 Coping 56 Bijlage 1 66 Bijlage 2 kwaliteitscriteria NPCF 68 bijlage 3 literatuursearch 79 Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 3
4 SAMENSTELLING VAN DE WERKGROEP Werkgroep - P.W.M. Bours, manager zorg, UMC St. Radboud, Nijmegen / voorzitter Nederlandse Vereniging Neuro- Verpleegkundigen en Verzorgenden, voorzitter - Drs. R.T. van Zelm, adviseur, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht, secretaris* - A.E. van der Zeeuw, adviseur, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht, 2 e secretaris - Mevr. drs. M. Blankestijn, psycholoog, Verpleeghuis Slotervaart, Amsterdam, afgevaardigd door het Nederlands Instituut voor Psychologie* - Mevr. P.J.M. van Gorp-Cloin, bestuurslid Nederlandse CVA-vereniging Samen Verder, Bunnik - Mevr. drs. A.H.W. Hagemeijer, adviseru, Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, Utrecht* - Mevr. S.A.E. Jacques-Visser, beleidsverpleegkundige, Zorggroep Horst en Vlietstreek, Rijswijk, afgevaardigd door de Landelijke Vereniging van Wijkverpleegkundigen* - Mevr. K.J.L. Kanselaar-Martens, CVA-nazorgverpleegkundige, UMC St. Radboud, Nijmegen, afgevaardigd door de Nederlandse Vereniging Neuro- Verpleegkundigen en Verzorgenden - Mevr. drs. D.P. Kluiwstra, logopedist en spraak-/taalpatholoog, West Friese Zorggroep De Omring, Nicolaas verpleeghuis, Lutjebroek, afgevaardigd door de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie* - Drs. E.W.N. Lüning, verpleeghuisarts, Rheumaverpleeghuis, Rotterdam, afgevaardigd door de Nederlandse Vereniging van Verpleeghuisartsen - Drs. W.M. Maschhaupt, huisarts, Amsterdam, afgevaardigd door het Nederlands Huisartsen Genootschap - Mevr. A. Pikaar, verpleegkundige, Eemlandziekenhuis, Amersfoort, afgevaardigd door de Vereniging Verpleegkundigen Vakgebied Geriatrie - Mevr. drs. M.E. van der Smagt-Duijnstee, verpleegkundige / verpleegkundig onderzoeker, Den Haag, afgevaardigd door de Verenging van Verplegingswetenschappers* - Mevr. C.H.A. Woldman, logopedist, Zorggroep Apeldoorn locatie Verpleeghuis Casa Bonita en beleidsmedewerker bij de Afasie Vereniging Nederlandafgevaardigd door de Afasie Vereniging Nederland * lid redactiecommissie Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 4
5 Meelezers De volgende verenigingen participeerden d.m.v. het lezen en becommentariëren van de stukken: - STING, de beroepsvereniging voor Verzorgenden - De Nederlandse Beroepsvereniging van Revalidatie Verpleegkundigen NP/CF Namens de Nederlandse Patiënten / Consumenten Federatie participeerden: - Mevr. K. Hofstra, programmamedewerker - Mevr. drs. M. Versluijs, programmamedewerker Zorgverzekeraars Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 5
6 INLEIDING Aanleiding In 2001 heeft de AVVV de opdracht gegeven om twee zorginhoudelijke tripartiete richtlijnen te ontwikkelen. De drie partijen die betrokken waren bij de richtlijnontwikkeling zijn: zorginstellingen/aanbieders middels de verpleegkundige en verzorgende beroepsgroepen; ziektekostenverzekeraars; patiënten/consumentenorganisaties. De eerste fase in de richtlijnontwikkeling was het inventariseren van twee onderwerpen, waarvan de bejegening en begeleiding van Cva-getroffenen en hun naastbetrokkenen er een is. Het andere onderwerp, zorg bij slaap-waak stoornissen, is in een aparte richtlijn uitgewerkt. Doelstelling Deze richtlijn is een document met aanbevelingen en handelingsinstructies ter ondersteuning van de dagelijkse praktijkvoering. De richtlijn berust op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek en aansluitende meningsvorming gericht op het expliciteren van goed verpleegkundig handelen. De richtlijn beoogt een leidraad te geven voor de bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen. De richtlijn biedt aanknopingspunten voor bijvoorbeeld lokale protocollen, hetgeen voor de implementatie bevorderlijk is. Richtlijngebruikers De richtlijn is geschreven voor verzorgenden en verpleegkundigen in met name thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen, die in hun dagelijkse praktijk te maken hebben met de genoemde patiëntencategorie. Probleemomschrijving en uitgangsvragen Het onderwerp bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naastbetrokkenen is onderverdeeld in zes deelonderwerpen waarbij uitgangsvragen werden geformuleerd. De deelonderwerpen zijn: - bejegening en psychosociale begeleiding; - veranderingen in cognitie, emotie en gedrag; - veranderingen in communicatie; - veranderingen in relaties; - inzetbaarheid en belastbaarheid van naastbetrokkenen; - coping. Voor de geformuleerde uitgangsvragen zie bijlage 1. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 6
7 Bij deze uitwerking zijn lichamelijke aspecten buiten beschouwing gelaten. Dit viel buiten het bestek van de opdracht. Daarnaast is de werkgroep van mening dat op het gebied van lichamelijke verzorging van CAV-getroffenen veel goede literatuur en richtlijnen voorhanden zijn. Samenstelling werkgroep De opdrachtgever ging uit van een monodisciplinaire werkgroep. Al in een vroeg stadium werd echter duidelijk dat het onderwerp om een multidisciplinaire aanpak vraagt. De uiteindelijke richtiljn kan worden getypeert als een monodisciplinaire richtlijn met een multidisciplinaire invalshoek. Bij het samenstellen van de werkgroep is zoveel mogelijk rekening gehouden met de geografische spreiding van de werkgroepleden en een evenredige vertegenwoordiging van de verschillende verenigingen, scholen en academische achtergrond. De werkgroepleden hebben onafhankelijk gehandeld en waren gemandateerd door hun vereniging. Werkwijze werkgroep De werkgroep werkte gedurende 1,5 jaar (14 vergaderingen) aan de totstandkoming van de conceptrichtlijn. Hierbij werd de werkgroep ingedeeld in subwerkgroepen conform de deelonderwerpen. Naast zorgverleners participeerden ook patiëntenvertegenwoordigers in de werkgroep. De NP/CF heeft door middel van zogenoemde patiëntenpanels een patiëntenperspectief samengesteld (zie bijlage 2). Waar mogelijk en relevant is dit perspectief opgenomen in de richtlijn. De werkgroepleden zochten systematisch literatuur en beoordeelden de kwaliteit en inhoud ervan. Om het ontwikkelingsproces te versnellen, werd besloten met een redacriecommissie te gaan werken. Deze commissie schreef de hoofdstukken voor de conceptrichtlijn, waarin de beoordeelde literatuur werd verwerkt. Voorafgaand aan en tijdens vergaderingen leverden de overige werkgroepleden commentaar dat werd verwerkt door de redactie commissie. De uiteindelijke teksten vormen samen de conceptrichtlijn die ter legitimering wordt aangeboden aan het kwaliteitsplatform van de AVVV. Wetenschappelijke onderbouwing De richtlijn is voor zover mogelijk gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door het verrichten van systematische zoekacties. Er werd gezocht in Medline, Cochrane, Cinahl en PsychInfo databases. Daarnaast werden artikelen geëxtraheerd uit referentielijsten van opgevraagde literatuur. Ook werden andere richtlijnen aangaande CVA geraadpleegd. Voor de gehanteerde zoektermen en selectiecriteria zie bijlage 3. Na selectie door de werkgroepleden bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies staan vermeld. De geselecteerde artikelen zijn vervolgens door de Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 7
8 werkgroepleden beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs. Hierbij is onderstaande indeling gebruikt. Tabel 1: Indeling van de literatuur naar de mate van bewijskracht Voor artikelen betreffende: interventie (preventie of therapie) A1 systematische reviews die tenminste enkele onderzoeken van A2-niveau betreffen, waarbij de resultaten van afzonderlijke onderzoeken consistent zijn A2 gerandomiseerd vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit (gerandomiseerde, dubbelblind gecontroleerde trials) van voldoende omvang en consistentie; B gerandomiseerde klinische trials van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of ander vergelijkend onderzoek (niet-gerandomiseerd, vergelijkend cohortonderzoek, patiëntcontrole-onderzoek); C niet-vergelijkend onderzoek; D mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden. Voor artikelen betreffende: diagnostiek A1 onderzoek naar de effecten van diagnostiek op klinische uitkomsten bij een prospectief gevolgde goed gedefinieerde patiëntengroep met een tevoren gedefinieerd beleid op grond van de te onderzoeken testuitslagen, of besliskundig onderzoek naar de effecten van diagnostiek op klinische uitkomsten, waarbij resultaten van onderzoek van A2- niveau als basis worden gebruikt en voldoende rekening wordt gehouden met onderlinge afhankelijkheid van diagnostische tests; A2 onderzoek ten opzichte van een referentietest, waarbij van tevoren criteria zijn gedefinieerd voor de te onderzoeken test en voor een referentietest, met een goede beschrijving van de test en de onderzochte klinische populatie; het moet een voldoende grote serie van opeenvolgende patiënten betreffen, er moet gebruikgemaakt zijn van tevoren gedefinieerde afkapwaarden en de resultaten van de test en de 'gouden standaard' moeten onafhankelijk zijn beoordeeld. Bij situaties waarbij multipele, diagnostische tests een rol spelen, is er in principe een onderlinge afhankelijkheid en dient de analyse hierop te zijn aangepast, bijvoorbeeld met logistische regressie; B vergelijking met een referentietest, beschrijving van de onderzochte test en populatie, maar niet de kenmerken die verder onder niveau A staan genoemd; C niet-vergelijkend onderzoek; D mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden. Niveau van bewijs van de conclusies 1 1 systematische review (A1) of tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A1 of A2 2 tenminste 2 onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau B 3 1 onderzoek van niveau A2 of B of onderzoek van niveau C 4 mening van deskundigen, bijvoorbeeld de werkgroepleden De beoordeling van de verschillende artikelen vindt u in de verschillende teksten terug onder het kopje wetenschappelijke onderbouwing. Het wetenschappelijk bewijs is vervolgens kort samengevat in een conclusie. De meest belangrijke literatuur waarop deze conclusie is gebaseerd staat bij de conclusie vermeld, inclusief de mate van bewijs. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 8
9 Voor het komen tot een aanbeveling zijn er naast het wetenschappelijk bewijs vaak nog andere aspecten van belang, bijvoorbeeld: patiëntenvoorkeuren, kosten, beschikbaarheid (in verschillende echelons) of organisatorische aspecten. Deze aspecten worden vermeld onder het kopje overige overwegingen. De aanbeveling is het resultaat van het beschikbare bewijs en de overige overwegingen. Het volgen van deze procedure verhoogt de transparantie van de richtlijn. Het biedt ruimte voor een efficiënte discussie tijdens de werkgroepvergaderingen en vergroot bovendien de helderheid voor de gebruiker van de richtlijn. Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op evidence gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien deze aanbevelingen hoofdzakelijk gebaseerd zijn op de gemiddelde patiënt, kunnen zorgverleners op basis van hun professionele autonomie zonodig afwijken van de richtlijn. Afwijken van richtlijnen is, als de situatie van de patiënt dat vereist, noodzakelijk. Wanneer van de richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd en gedocumenteerd te worden. Herziening Uiterlijk in 2008 bepaalt de AVVV/verantwoordelijke instantie of deze richtlijn nog actueel is. Zonodig wordt een nieuwe werkgroep geïnstalleerd om de richtlijn te herzien. De geldigheid van de richtlijn komt eerder te vervallen indien nieuwe ontwikkelingen aanleiding zijn een herzieningstraject te starten. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 9
10 AANBEVELINGEN Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 10
11 Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 11
12 1 BEJEGENING EN BEGELEIDING DOOR VERZORGENDEN EN VERPLEEGKUNDIGEN Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op bejegening en begeleiding in algemene zin. Omdat deze algemene beschrijving zich nauwelijks leent voor een evidence based beschrijving, is voor een andere aanpak gekozen. Er wordt een overzicht geven van bejegening en begeleiding in de verpleegkunde over de laatste jaren. Hierbij wordt teruggegrepen op een aantal handboeken en wordt tenslotte gerefereerd aan het Beroepsprofiel van de verpleegkundige Leistra e.a., 1999). Voorafgaand aan dit overzicht wordt ingegaan op het verschil tussen bejegening en begeleiding. Het hoofdstuk eindigt met een paragraaf over de behoeften van CVA-getroffenen en naastbetrokkenen aan begeleiding. In deze paragraaf wordt wel gebruik gemaakt van (onderzoeks)literatuur. 1.1 Bejegening en begeleiding, definities en verschillen Bejegening wordt omschreven als: Zich gedragen jegens Overkomen ( Prof. Dr. C.B. van Haeringen, Kramers Nederlands woordenboek 19 druk 1981,Elsevier) Zich op bepaalde wijze jegens iemand of iets gedragen Behandelen ( van Dale Woordenboek via internet 2002). In het kader van deze richtlijn wordt bejegening gezien als een basishouding van de verpleegkundige of verzorgende tegenover de CVA-getroffene en naastbetrokkenen. Begeleiden wordt omschreven als: Vergezellen Samengaan (Prof. Dr. C.B. van Haeringen,Kramers Nederlands woordenboek 19 druk 1981,Elsevier ) Iemand op weg vergezellen,exploreren Iemand met raad en daad bijstaan, coachen Samengaan met Muziek: met een tweede partij harmonisch ondersteunen (van Dale Woordenboek via internet 2002). Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 12
13 In het kader van deze richtlijn wordt begeleiding gezien als het doelgericht tegemoet treden van de CVA-getroffene en naastbetrokkenen. Hiervoor is specifieke kennis en ervaring nodig. Er dient hierbij een duidelijk onderscheid te worden gemaakt in bejegening en begeleiding, waarbij begeleiding duidelijk doelgericht moet zijn. Voor doelgerichte begeleiding is specifieke kennis en ervaring noodzakelijk. Literatuur Woordenboeken 1.2 Bejegening en begeleiding in de verpleegkunde Al in de jaren 50 van de vorige eeuw werd het belang van een bepaalde basishouding beschreven. Zo zou de opname in kalmte en rust moeten verlopen en de zuster de patiënt en familieleden bemoedigend moeten toespreken.(agathe,1959). Ook in boeken van later datum komen adviezen en opmerkingen over de basishouding (attitude) naar voren. Behandel altijd uw patiënten zo, als gij zelf behandeld wenst te worden. (Van der Molen, 1973). Er wordt een aantal kernwoorden weergegeven die de houding van de verplegende kenmerken: - Patiënt groeten - Niet te harde stem - Vriendelijk - Correct - Waar nodig behulpzaam - Tactvol Ook in boeken van recenter datum komen bejegenings- en houdingsaspecten naar voren. De verpleegkundige biedt niet alleen praktische hulp, maat ook medeleven, aanvoelen en begrip; zij respecteert de individuele waarde en waardigheid van de patiënt. (DuGas, 1981). In het boek algemene verpleegkunde van Liliane Juchli 1980 Elsevier: Als men over de behoefte van de zieke spreekt, is het verstandig om uit te gaan van de fundamentele behoefte van de mens, ongeacht of hij ziek of gezond is. Zowel de mens die hulp verleent als degene die hulp behoeft is een ondeelbaar geheel van lichaam en geest. Deze zijn wel te onderscheiden maar niet te scheiden. De mens leeft altijd in de spanning tussen een lichaam hebben en een lichaam zijn en voert een persoonlijke strijd om in dit spanningsveld het evenwicht te bewaren. De mate waarin de mens daartoe in staat is, bepaalt zijn gezondheid. Daar de verpleegkundige zich altijd op de totale mens richt, houdt zij niet alleen rekening met de lichamelijke behoefte van de mens, maar ook met zijn behoefte aan veiligheid, erkenning en zelfontplooiing. Zij is zich er steeds van bewust dat een mens zijn menszijn beleeft in zijn verhouding tot anderen en in een persoonlijk toekomstperspectief en toont dit in haar bereidheid en vermogen tot tussenmenselijk contact. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 13
14 In het beroepsprofiel van de verpleegkundige (Leistra e.a. 1999), een breed erkend document, wordt aandacht gegeven aan begeleiding en houdingsaspecten. Binnen het taakgebied uitvoeren van zorg wordt begeleiden uitgewerkt. Gesteld wordt dat de verpleegkundige in eerste instantie uitgaat van een ondersteunende benadering. Wanneer dit niet toereikend is, zal de verpleegkundige overgaan tot een meer sturende begeleiding. Een en ander is afhankelijk van de aard van het probleem, de gemoedstoestand en de verstandelijke condities van de patiënt. (Leistra e.a., 1999) Dit is vergelijkbaar met wat in paragraaf 1 werd genoemd; begeleiding is doelgericht. Met betrekking tot houdingsaspecten wordt de beroepshouding van de verpleegkundige genoemd. In deze beroepshouding gaan algemeen geldende normen en waarden binnen de verpleegkunde (zoals vastgelegd in de beroepscode) samen met eigen normen en waarden. Hierdoor ontstaat een individuele inkleuring van de beroepshouding (Leistra e.a. 1999). Als belangrijk element van de beroepshouding wordt genoemd dat deze de verpleegkundige in staat stelt het eigen handelen kritisch te toetsen en zo nodig aan te passen. Het Beroepsprofiel beschrijft de competenties ie de verpleegkundige dient te bezitten op het gebied van begeleiding en beroepshouding (Leistra e.a., 1999). 1.3 Bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en naastbetrokkenen Aan welke bejegeningstijl/begeleiding hebben CVA getroffenen en hun naasten behoefte?. M. Jones, P.O Neill, H. Waterman,C Webb, 1997 Journal of Advanced Nursing,26, Building a- relationship: comminications an relationship between staff and stroke patients on a rehabilitation ward: Het opbouwen van een relatie wordt beïnvloed door de rol die je bekleed, persoonlijke kwaliteiten en de organisatorische mogelijkheden, bijv. een plek om apart met de cliënt te praten. Als we het over intensiteit van de hulpverleningsrelatie spreken wordt hierin een hiërarchie aan gegeven: van een hiërarchische relatie wordt gesproken in termen van gesloten en onbevooroordeeld ( zoals in Nederland de meeste arts cliënt relaties). Van een participerende relatie wordt gesproken in termen van nabijheid en ondersteunend. Drie variabelen zijn volgens dit artikel van belang in de relatie tussen de cliënt en de verpleegkundige, namelijk: de rolverwachtingen, de persoonlijke kwaliteiten en de organisatorische context. Het begrip vertrouwen is belangrijk tussen de cliënt en de hulpverlener. Als er geen wederzijds vertrouwen opgebouwd is kan de cliënt moeilijk een beslissing van een professional accepteren. De rol van hulpverlener wordt gezien als helper, facilitator en probleem oplosser in overleg met elkaar. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 14
15 Communicatie tussen cliënt en hulpverlener helpt de cliënte alleen als de over te brengen informatie niet van elkaar verschilt. Informatie welke niet met elkaar overeenkomt beïnvloed de revalidatie van de cliënt. Verschil in de te behalen doelen bij de cliënt en de hulpverlener en verschil in verwachtingen beïnvloeden de rolinvulling van de cliënt. Ook bij cliënten met communicatiestoornissen kan een goede relatie de basis zijn voor de te behalen doelen en de poging van de cliënt om de afgesproken therapie op te volgen. Drie problemen worden aangegeven waarin verschil van rolverwachtingen kunnen ontstaan en dus problemen in de relatie tussen client en hulpverlener: De cliënt neemt een passieve rol op zich en vindt dat de verpleegkundigen voor hem moeten zorgen De cliënt heeft een lagere toekomst visie dan de verpleegkundige De cliënt stelt zich eisend (monitoring) op en niet berustend De zieke rol welke beschreven is door Parson (1951 wordt niet toepasbaar geacht op chronische patiënten. Parson beschrijft de cliëntenrol als volgt: De patiënt wil beter worden De cliënt zoekt adequate hulp Volgt de voorgeschreven therapieën op Bond & Bond 1994 geven aan dat Parsons ziekenrol beschrijving niet van toepassing is op chronisch zieken cliënten, waar herstel niet altijd mogelijk is. Persoonlijke kwaliteiten. Het opbouwen van een persoonlijke relatie wordt beïnvloed door: uiterlijke kenmerken van cliënt en hulpverlener gedrag van cliënt en hulpverlener communicatieve beperkingen van cliënt en hulpverlener copingvaardigheden bij cliënt en hulpverlener Aandacht voor persoonlijke zaken ( Pool Du Gas) Aangegeven wordt dat wanneer het een hulpverlener niet lukt een vertrouwensrelatie op te bouwen met de cliënt het van belang is een andere hulpverlener in te zetten om opnieuw een vertrouwensrelatie op te bouwen. Er wordt aangegeven dat het van belang is een goede verhouding te vinden tussen empathie en een professioneel oordeel. Labeling van een cliënt (vervelend., lastig, lief, meegaand) heeft invloed op de bejegening van de cliënt. Bij negatieve labelen duurt het meer tijd om de cliënt te leren kennen en te weten komen wat de behoefte van deze cliënt is.. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 15
16 Bij cliënten waarbij de neiging bestaat door communicatieproblemen ze negatief te bejegenen (kost meer tijd, moeilijk te begrijpen, werd juist meer tijd besteed aan de cliënt en zijn naasten.) Organisatorische context: Verpleegkundigen hebben geen positie om over een aparte ruimte te beschikken om in privé sfeer met cliënten te kunnen beschikten Tijd of tijd geven aan de cliënt was vaak niet mogelijk door de tijdsdruk van de verpleegkundigen. Cliënten voelen dit aan en doen vervolgens ook niet onnodig een beroep op de verpleging. Privacy bij het opbouwen van een relatie ervaart de cliënt als belangrijk. Verpleegkundigen zijn dan in het nadeel wat van invloed heeft op hun relatie met de cliënt. Discussie. Het wordt nog niet gezien dat verpleegkundigen een actieve rol hebben in de revalidatie van cliënten..booth an dwaters (1975 p. 700) suggereren dat juist de rol van de verpleegkundige multifaced is. Zij is de linking pin in de huis activiteiten. Deze rol wordt door verpleegkundigen niet herkent en gevalideerd..het is nodig dat de cruciale rol van verpleegkundigen in revalidatie wordt herkent, beloont en gebruik van wordt gemaakt As Pound et al (1995,p21) The quality of interaction between stroke patient and health professionals may have an important impact on the recovery person s sels-estemm. ( uit het artikel C.N. Macduff 1998 Journal of clinical nursing Patiënten zagen hulp bij lichamelijke en functioneel aspecten van de persoonlijke zorg als acties van de verpleegkundigen. Psychologische zorg bleef erbij door gebrek aan tijd. Cliënten zagen de hulp van verpleegkundigen als vanzelfsprekend maar zagen er geen therapeutisch doel in. Conclusies : meer onderzoek naar de interventies van de verpleegkundigen op een Stroke afdeling. Stroke patiënten hebben traditioneel te maken met verpleegkundigen maar er is in de literatuur weinig aandacht voor hun specifieke rol. De rol van verpleegkundigen wordt nu gezien als verzamelen en communiceren van relevante informatie naar behandelaars en coördineren van de verschillende diagnostische en therapeutische boodschappen. In de literatuur weergegeven dat de traditionele rol van de verpleegkundige geassocieerd word met persoonlijke hygiëne, aan en uitkleden, van plaats veranderen bewegen en voeden. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 16
17 Er is geen duidelijkheid over de verpleegkundige rol in de revalidatie ( een therapeutische rol) M. Hill/ J Johnson.1999,Rehabilitation Nursing, Volume 24 nr An exploratory Stuy Of Nurses Perceptions of Their Role in Neurological Rehabilitation. Voorlichting geven, begeleiden,supervisor; verpleegkundige beschrijven dat ze de patiënt stimuleren naar steeds verdere onafhankelijkheid van hulpverleners door minder handelend bezig te zijn met de cliënt ( verplegen met de handen op de rug). Coachen moet meer ontwikkeld worden, gedefinieerd en geëvalueerd. De patiënten rol werd beschreven als meer meedoen. De rol van de verpleegkundigen in revalidatie moet verder uitgebouwd worden. Zie ook: M. Kirkenvold 1997 The Role of Nursing in the Rehabilitation of Acut Stroke Patient: Toward a Unified Theoretical Perspectief, Adv Nurs Sci (4):55-64: In het NPCF patiëntenperspectief (bijlage 2) vinden we bij punt 7: verpleegkundigen en verzorgenden profileren zich met de volgende eigenschappen: - Affectief - Inventief - Respectvol/begripvol - Inlevingsvermogen - Vermogen tot samenspel Voor de CVA getroffenen en zij naasten betekent dit: Het samen met de CVA getroffenen, zijn naasten en betrokkenen hulpverleners in kaart brengen van de stoornissen, beperkingen en handicaps van de cliënt. Kernwoorden zijn hier erkennen en herkennen. Dit kan angst en onzekerheid wegnemen, en de CVA getroffenen en zijn naasten hoeven geen energie meer te stoppen in het overtuigen van de verpleging en verzorging van de hinder welke ondervonden wordt van de stoornis beperking en handicap. Door inzichtelijk te maken de relatie tussen stoornis, beperking en handicap en daarmee verbonden bejegening en begeleiding wordt een stap gezet om deze in te passen in het dagelijks leven Een zorgplan opstellen gericht op de persoonlijke gezondheidsvragen, waarin resultaten en interventies van de zorgverleners vermeld staan. Kern hierbij is:zorgvuldig de vraag en de verwachting van de CV getroffenen en zijn naasten inventariseren om beoogde resultaten te behalen. Therapieën van andere hulpverleners vastleggen in het zorgdossier en waar noodzakelijk mede uitvoeren in de verpleegkundige praktijk Multidisciplinair samenwerken zodat alle berokken hulpverleners samenwerken. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 17
18 De verpleegkundige moet bij de belevingsgerichte zorg kennis hebben van het traject dat chronisch zieken in het leven met de ziekte doormaken ( Morse & Jonson 1991) nl.de volgende fasen: De fase van onzekerheid Er is iets mis, maar wat het is, is nog niet bepaald. Ook de familie is onzeker. Oder (1994) : De vaagheid van de symptomen leidt tot veel verwarring, zoel bij de ziekte als bij de hulpverleners. De onzekerheid betreft niet alleen wat er mis is, maar ook of er iets mis is. De zieken gaan vooral door de reactie van de artsen en de omgeving, aan hun eigen gewaarwordingen twijfelen. De reactie van de hulpverleners leidt niet zelden tot wrange gevoelens: chronisch zieken hebben ook de indruk met hun klachten niet serieus genomen te worden (zie ok Henriksson, 1995; Habermann, 1996; Milliken & Northcott,1996). Bij patiënten na een CVA is er een plotseling optredende verandering. Ook bij deze categorie is er een periode waarin de zieke en de familieleden vooral verward zin: de consequenties van het gebeuren en de omvang zijn nog niet duidelijk (Folden,1994; Morse & O Brien, 1995; Georges, 1998). Familiele en en zieken zoeken in deze fase ook vaak verlichting door het onderhouden van onrealistische gedachten ( Morse& O Brien, 1995 ; Bloo.1999) De fase van verstoring De fase van het heroveren van de eigen identiteit De fase van het streven naar welzijn Zie ook: M. Kirkenvold 1997 The Role of Nursing in the Rehabilitation of Acut Stroke Patient: Toward a Unified Theoretical Perspectief, Adv Nurs Sci (4):55-64: De CVA getroffene en zijn naasten bevinden zich in een totaal nieuwe leefsituatie en moeten hier opnieuw invulling aan geven. De interventies voor de verpleegkundige worden als volgt weergegeven: De client en zijn naasten voorzien van realistische informatie over het CVA, de behandeling,en de revalidatie. Tevens informatie over het verwachte traject van de ziekte en de mogelijkheden vooruitgang en herstel. Het doel wat met deze interventies beoogd worden dat het de CVA getroffene en zijn naaste een start geeft om hun leefwereld van dat moment te begrijpen en een begin te maken met zingeving in een nieuwe leefsituatie. De hulp van de verpleegkundigen bij het ontdekken van de mogelijkheden en onmogelijkheden inde ADL zorg bij hemiplegie heeft tot doel de CVA getroffenen inzicht te geven in grenzen en mogelijkheden en de cliënt wordt zo begeleid in het vormen van realistische verwachtingen en het vormen van doelen voor de toekomst. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 18
19 Literatuur Leistra E. Liefhebber S. Geomini M. Hens H. Beroepsprofiel van de verpleegkundige. Maarssen: Elsevier/De Tijdstroom; Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 19
20 2 VERANDERINGEN IN COGNITIE, EMOTIE EN GEDRAG Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de cognitieve, emotionele en gedragsmatige veranderingen die kunnen ontstaan als gevolg van een beroerte. De eerste drie paragrafen van het hoofdstuk zijn beschrijvend van aard. In paragraaf 4 worden aanbevelingen gegeven voor de begeleiding en bejegening. In dit hoofdstuk wordt voornamelijk ingegaan op de veranderingen en gevolgen voor de CVA-getroffenen. Voor informatie over de naastbetrokkenen wordt verwezen naar hoofdstuk 4 en Wat is cognitie, emotie en gedrag? Het is niet eenvoudig een goede definitie te geven voor (onderdelen van) psychisch functioneren. Dat heeft te maken met voortschrijdende kennis en steeds veranderende inzichten op het gebied van de (neuro)psychologie. Aristoteles maakte een onderscheid in drie mentale functies: waarneming, beoordeling van het waargenomene, en opslag in het geheugen. 1 Inmiddels zijn daar vele functies en deelfuncties aan toegevoegd, die met evenzoveel termen worden beschreven. In deze richtlijn gaan we uit van de op dit moment gangbare indeling in emotie, cognitie en gedrag. Net als iedere indeling brengt ook deze problemen met zich mee. De drie gebieden zijn niet strikt te scheiden, maar overlappen onderling. Handboeken verschillen in de onderverdeling die ze hanteren en begrippen worden lang niet altijd in dezelfde betekenis gebruikt. Hieronder beschrijven we wat wordt verstaan onder cognitie, emotie en gedrag. Deze begrippen zijn weer in kleinere gebieden onder te verdelen. Zowel bij de keuze voor de onderverdeling als bij de beschrijving van de diverse begrippen laten we ons leiden door wat in recente literatuur gebruikelijk is, 1-4 en door wat relevant is in het kader van deze richtlijn. Cognitief functioneren heeft betrekking op de opname, verwerking, vastlegging en het gebruik van informatie door de hersenen. 1 De meest gangbare onderverdeling in functiedomeinen op dit moment is: aandacht, planning en regulatie, waarneming, geheugen, handelen en taal. Taal is het onderwerp van hoofdstuk 3 van deze richtlijn, en zal hier verder niet besproken worden. Van de overige functiedomeinen wordt hieronder kort een onderverdeling weergegeven: - Aandacht: activatieniveau, tempo van informatieverwerking en het kunnen richten, verdelen en volhouden van aandacht. Conceptrichtlijn bejegening en begeleiding van CVA-getroffenen en hun naast betrokkenen 20
Psychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers
Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden
Nadere informatieAfdeling neurologie NDT. Een behandelconcept voor patiënten met een CVA
Afdeling neurologie NDT Een behandelconcept voor patiënten met een CVA Inleiding Deze folder is bestemd voor familie en/of relaties van patiënten welke getroffen zijn door een CVA (Cerebro Vasculair Accident).
Nadere informatiePatiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek
Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen
Nadere informatieZiekte van Huntington
Ziekte van Huntington Begrijpen van en omgaan met veranderend gedrag Niels Reinders en Henk Slingerland (psychologen) Huntington Café 27 september 2018 Ziekte van Huntington Erfelijke neurologische ziekte
Nadere informatieRICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE
RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:
Nadere informatieNeuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologie en neuropsychologisch onderzoek Inleiding Neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen gedrag en de werking van de hersenen. De neuropsycholoog stelt met een psychologisch
Nadere informatieOnderzoek en behandeling door de medisch psycholoog
Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog Inleiding In overleg met uw behandelend arts heeft u informatie gekregen over het maken van een afspraak met een medisch psycholoog van de afdeling
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis
Neuropsychologisch onderzoek en behandeling door de psycholoog in het ziekenhuis Inleiding In deze folder kunt u lezen over neuropsychologie in het Gemini Ziekenhuis. Aan de orde komen onder meer: met
Nadere informatieProf. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn
Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieBijlage 3. Symptomen van de eerste orde
Bijlage 3 Symptomen van de eerste orde Stoornissen in het kortetermijngeheugen* De persoon met dementie onthoudt de recente gebeurtenissen niet meer, of beter: slaat de nieuwe indrukken steeds moeilijker
Nadere informatieHet neuropsychologisch onderzoek. Informatie voor de patiënt en verwijzer
Het neuropsychologisch onderzoek Informatie voor de patiënt en verwijzer Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog? De neuropsychologie is het vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieNeurorevalidatie ITON IN VOGELVLUCHT
Neurorevalidatie ITON IN VOGELVLUCHT ITON ITON: instituut voor toegepaste neurowetenschappen Hoofddocent: Dr. Ben van Cranenburgh Inhoud presentatie Cijfers t.a.v. CVA Anatomie,informatieverwerking e.d.
Nadere informatieNeuropsychologisch. Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB
Neuropsychologisch onderzoek (NPO) na een SAB Anne M. Buunk Neuropsycholoog UMCG Wetenschappelijk onderzoek gevolgen SAB Waarom? Ik wil graag weer aan het werk! Ik ben erg moe en prikkelbaar. Ik kan slecht
Nadere informatieEvidence Based Nursing
Evidence Based Nursing - filosofie - Bart Geurden, RN, MScN Van verpleegkundige Diagnostiek naar evidence-based handelen Medische Diagnostiek >1900 Multi- Disciplinaire Problemen 1980- Verpleegkundige
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie?... 1 Mogelijke gevolgen van hersenproblematiek... 1 Wat is een neuropsychologisch onderzoek?... 2 Voorbeelden van neuropsychologisch
Nadere informatieOuderen en seksualiteit:
Ouderen en seksualiteit: een oud taboe of een sexy verhaal? Vaak denken jongeren dat mensen van boven de 60 geen seks meer hebben, of daar toch zeker niet van genieten. Niets is minder waar. Maar ook in
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek Volwassenen. Medische Psychologie
00 Neuropsychologisch onderzoek Volwassenen Medische Psychologie 1 Wie kan doorverwijzen voor onderzoek? Meestal is het een medisch specialist die u doorverwijst voor een neuropsychologisch onderzoek.
Nadere informatieOns Advies. graag. Zij komen ook bij u thuis. Behandeling & expertise
Ons Advies & Behandelteam helpt u graag Zij komen ook bij u thuis Behandeling & expertise Welkom Vertrouwd en verantwoord Woonzorg Flevoland is een organisatie die een breed aanbod heeft aan zorg, diensten
Nadere informatieDe onzichtbare gevolgen van een CVA (beroerte) 2009 Een uitgave van de Nederlandse CVA-vereniging
De onzichtbare gevolgen... De onzichtbare gevolgen... De onzichtbare gevolgen van een CVA (beroerte) 2009 Een uitgave van de Nederlandse CVA-vereniging De onzichtbare gevolgen Cerebro Vasculair Accident
Nadere informatieScholingsbijeenkomst. Samen sterk in de zorg na een beroerte
Scholingsbijeenkomst Samen sterk in de zorg na een beroerte Programma scholingsbijeenkomst 1. Welkom, inleiding 2. Simulatiespel Heb ik een probleem dan? 3. Lezing Lange termijn gevolgen CVA voor patiënt
Nadere informatie1. Overzicht neuropsychologische revalidatie. 2. Ziekte inzicht. 3. casus. 4. Specifieke cognitieve problemen. 5. Relevante informatie
18 mei 2017 1. Overzicht neuropsychologische revalidatie 2. Ziekte inzicht 3. casus 4. Specifieke cognitieve problemen 5. Relevante informatie Klinische Neuropsychologie wetenschappelijk onderzoek diagnostiek
Nadere informatieLibra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA. Poliklinische revalidatie
Libra R&A locatie Blixembosch NAH/CVA Poliklinische revalidatie U heeft niet-aangeboren hersenletsel (NAH) en bent verwezen naar Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch voor poliklinische revalidatie.
Nadere informatiePatiënteninformatie. Medische Psychologie. Informatie over neuropsychologisch onderzoek
Patiënteninformatie Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek Medische Psychologie Informatie over neuropsychologisch onderzoek U bent door een specialist van het ziekenhuis verwezen
Nadere informatieMeer informatie MRS 0610-2
Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,
Nadere informatieLeven met een amputatie. Chris Leegwater Vinke Psycholoog
Leven met een amputatie Chris Leegwater Vinke Psycholoog Amputatie 2 Amputatie is voor de geamputeerde meestal een ernstig trauma, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk. Naast het verlies van de
Nadere informatiePsychisch functioneren bij het syndroom van Noonan
Psychisch functioneren bij het syndroom van Noonan drs. Ellen Wingbermühle GZ psycholoog / neuropsycholoog GGZ Noord- en Midden-Limburg Contactdag 29 september 2007 Stichting Noonan Syndroom 1 Inhoud Introductie
Nadere informatieDepressie bij ouderen
Depressie bij ouderen 2 Depressie bij ouderen komt vaak voor, maar is soms moeilijk te herkennen. Deze folder geeft informatie over de kenmerken en de behandeling van een depressie bij ouderen. Wat is
Nadere informatieOmgaan met stemmen horen. Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks
Omgaan met stemmen horen Sigrid van Deudekom en Jeanne Derks Hoort stemmen horen bij de Psychiatrie? Ja? Nee? JA Want: Het betreffen vocale, audiatieve hallucinaties. 85 % van de Mensen met een dissociatieve
Nadere informatieChecklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24)
Checklijst voor Cognitieve en Emotionele problemen na een Beroerte (CLCE-24) Voor de domeinen cognitie, communicatie en psycho-emotioneel kan de checklijst voor Cognitie en Emotionele problemen na een
Nadere informatieConsensus based methodiek
Bijlage 9 Methode ontwikkeling Bij elke module staat aangegeven volgens welke methodiek deze is uitgewerkt: Consensus based methodiek Evidence based methodiek (EBRO) Evidence based methodiek (GRADE) Consensus
Nadere informatieEmoties in de zorg Emot.zorg A5-1kzm dyn.indb :49:16
Emoties in de zorg Spinoza lijkt gelijk te hebben als hij zegt dat het verkrijgen van inzicht in je eigen pijn een van de meest opbeurende activiteiten ter wereld kan zijn. Martha Nussbaum in: Oplevingen
Nadere informatieOrganiseren van zorg Niveau 3
Antwoorden stellingen Organiseren van zorg Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Het zorgproces 1. De holistische mensvisie gaat uit van de hele mens. Lichamelijke, psychische en sociale aspecten
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieVermoeidheid bij MPD
Vermoeidheid bij MPD Landelijke contactmiddag MPD Stichting, 10-10-2009 -van Wijlen Psycho-oncologisch therapeut Centrum Amarant Toon Hermans Huis Amersfoort Welke verschijnselen? Gevoelens van totale
Nadere informatieGastspreker deze avond is Pauline Okkerse GZ-psycholoog en orthopedagoog-generalist bij SWZ.
Hoe werken de Hersenen? Een beschadiging aan je hersenen zorgt ervoor dat je hersenen niet meer normaal functioneren. De plaats van de beschadiging bepaalt de gevolgen en de klachten. Naast zichtbare gevolgen
Nadere informatieMedische. na een hernia-operatie. Onderzoek en behandeling. ZorgSaam
Medische psychologie adviezen na een hernia-operatie Onderzoek en behandeling ZorgSaam 1 2 Inleiding In deze folder kunt u lezen over de manier van werken van de medisch psycholoog in het ziekenhuis. Aan
Nadere informatieVerklarende woordenlijst
Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek
Neuropsychologisch onderzoek Inhoudsopgave Wat is neuropsychologie? 3 Wat doet de neuropsycholoog? 3 Hersenletsel 3 Waarom een neuropsychologisch onderzoek? 4 Neuropsychologisch onderzoek 5 Wat gebeurt
Nadere informatieZelfmanagement ondersteuningsbehoeften. Bij mensen met EPA. Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016
Zelfmanagement ondersteuningsbehoeften Bij mensen met EPA Titus Beentjes Nationaal Congres GGz Verpleegkunde 16 juni 2016 Zelfmanagement ondersteuning behoeften & EPA Introductie Methode Bevindingen Discussie
Nadere informatieAanvullen of aanvallen?
Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken
Nadere informatieVerstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen
Verstandelijke Beperking en Psychiatrie; praktijk richtlijnen Congres Focus op Onderzoek, 22 juni 2015 Gerda de Kuijper, AVG/senior senior onderzoeker CVBP/UMCG Dederieke Festen AVG/senior onderzoeker
Nadere informatieLeven met een psychotische stoornis
Leven met een psychotische stoornis Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek bij kinderen Vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het gedrag en de werking van de hersenen
Neuropsychologisch onderzoek bij kinderen Vakgebied dat de relatie bestudeert tussen het gedrag en de werking van de hersenen Folder voor ouders en kind Neuropsychologisch onderzoek bij kinderen Wat is
Nadere informatieOmgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase. Henry Honné
Omgaan met neuropsychologische gevolgen na NAH in de chronische fase Henry Honné februari/maart 2017 Breincafés Midden-Limburg 1 Master Neurorehabilitation and Innovation cum laude, en fysiotherapeut.
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie
Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie Albert Schweitzer ziekenhuis Medische Psychologie februari 2014 pavo 0356 Inleiding U bent door uw specialist verwezen naar de afdeling
Nadere informatieDe psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum. Medische Psychologie
De psycholoog in Zuyderland Medisch Centrum Medische Psychologie In deze folder informeren we u over de manier van werken van de psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische psychologie van Zuyderland
Nadere informatieVerwijzing naar de klinisch psycholoog
Verwijzing naar de klinisch psycholoog Deze folder geeft u informatie over de manier van werken van de klinisch psycholoog. Waar in deze folder gesproken wordt over u, kan het ook om uw kind gaan. Aan
Nadere informatieNAH-poli Heliomare en E-mental health. Mechteld Dijkman, klinisch psycholoog coördinator NAH-poli
NAH-poli Heliomare en E-mental health Mechteld Dijkman, klinisch psycholoog coördinator NAH-poli Opzet workshop Wat doet de NAH-poli Heliomare? E-mental health: waarom en hoe? Ervaringen patiënten Ervaringen
Nadere informatieBehandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)
Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Bavo Europoort helpt specialist in psychiatrie Inhoudsopgave Behandel- en expertisecentrum Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH) Doelgroep
Nadere informatieCVA-nazorg poli. Poli Neurologie
00 CVA-nazorg poli Poli Neurologie Inleiding U heeft onlangs een beroerte (CVA) gehad en was hiervoor opgenomen op de afdeling Neurologie van SJG Weert. Door de beroerte kunnen u en uw naasten te maken
Nadere informatieDe behandelaren van Archipel
De behandelaren van Archipel Arts, psycholoog, fysio- en ergotherapeut, logopedist, diëtist, muziektherapeut, maatschappelijk werker het gevoel van samen 'Oók als u behandeling nodig heeft wilt u zelf
Nadere informatieSociale psychologie en praktijkproblemen
Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem
Nadere informatieNetwerk Ouderenzorg Regio Noord
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid
Nadere informatiePalliatieve Zorg. Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra. Verpleegkundigen Palliatieve Zorg
Palliatieve Zorg Marjolein Kolkman en Ingrid Kienstra Verpleegkundigen Palliatieve Zorg Wat is het belangrijkste speerpunt van palliatieve zorg? A Genezing B Kwaliteit van leven C Stervensbegeleiding
Nadere informatieGeheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT)
Geheugenklachten als bijwerking van Electroconvulsieve Therapie (ECT) Informatie voor patiënten en hun naaste(n) Samenvatting van de informatie in de folder Patiënten die een electroconvulsieve therapie
Nadere informatieAandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Nadere informatieExecutieve functies en emotieregulatie. Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven
Executieve functies en emotieregulatie Annelies Spek Klinisch psycholoog/senior onderzoeker Centrum autisme volwassenen, GGZ Eindhoven Inhoud 1. Executieve functies en emotieregulatie 2. Rol van opvoeding
Nadere informatieHerkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking
Herkennen van en omgaan met mensen met een lichte verstandelijke beperking Doelgroep s Heeren Loo, Almere: Alle leeftijden: kinderen, jongeren & volwassenen (0 100 jaar) Alle niveaus van verstandelijke
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek bij ouderen. Na verwijzing door de klinisch geriater
Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Na verwijzing door de klinisch geriater 2 De klinisch geriater heeft u verwezen naar de afdeling medische psychologie voor een neuropsychologisch onderzoek (NPO).
Nadere informatieDe diep verstandelijk gehandicapte medemens
De diep verstandelijk gehandicapte medemens Eerste druk, mei 2012 2012 Wilte van Houten isbn: 978-90-484-2352-1 nur: 895 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming
Nadere informatiePlannen van zorg Niveau 4
Antwoorden stellingen Plannen van zorg Niveau 4 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Wanneer wordt verpleegkundige zorg gegeven? 1. In de jaren zestig was professionele zorg erg duur, daarom werd
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek. Op de afdeling Medische Psychologie
Neuropsychologisch onderzoek Op de afdeling Medische Psychologie Inleiding Uw specialist heeft u verwezen naar de afdeling Medische Psychologie van het Albert Schweitzer ziekenhuis. In deze folder leest
Nadere informatieViaReva Revalidatiegeneeskunde
ViaReva Revalidatiegeneeskunde Greet Bikker Adviseur Arbeid Verwijzing arbeidsrevalidatie Consult adviseur arbeid Fysieke testen en training Verwijzing logopedist MELBA Verwijzing psycholoog Cognitie,
Nadere informatieAfdeling Medische psychologie
Afdeling Medische psychologie U bent door uw medisch specialist doorverwezen naar de afdeling Medische psychologie. In deze folder leest u meer over de behandeling door de medisch psycholoog, met welke
Nadere informatieOpleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3
Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3 Handleiding Voltijd Jaar 3 Studiejaar 2015-2016 Stage-opdrachten Tijdens stage 3 worden 4 stage-opdrachten gemaakt (waarvan opdracht 1 als toets voor de
Nadere informatiePSYCHOLOGIE. De klinisch psycholoog in het ziekenhuis
PSYCHOLOGIE Medische psychologie De klinisch psycholoog in het ziekenhuis In deze folder kunt u lezen over de manier van werken van de klinisch psycholoog, verbonden aan de afdeling Medische Psychologie
Nadere informatieNicolien van Halem Sjaak Groot. Planmatig zorg verlenen
Nicolien van Halem Sjaak Groot Planmatig zorg verlenen Nicolien van Halem Sjaak Groot Planmatig zorg verlenen Houten 2014 ISBN 978-90-368-0587-2 2014 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Nadere informatiePsychosociale hulp voor patiënten met kanker
Psychosociale hulp voor patiënten met kanker Beter voor elkaar Psychosociale hulp voor patiënten met kanker Inhoud Inleiding 2 Oncologieverpleegkundigen 3 Stomaverpleegkundigen 4 Geestelijke verzorging
Nadere informatieOnderzoek en behandeling door de medisch psycholoog in het ziekenhuis
Onderzoek en behandeling door de medisch psycholoog in het ziekenhuis Inleiding In deze folder kunt u lezen over de medisch psycholoog in het Gemini Ziekenhuis. Aan de orde komen onder meer: met welke
Nadere informatieCognitieve problemen
hoofd, hals en zenuwstelsel info voor patiënten en familie Cognitieve problemen na een verworven hersenletsel UZ Gent, Dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde Cognitieve problemen na een verworven hersenletsel
Nadere informatieKlinische Psychologie
Klinische Psychologie Psychologisch onderzoek en behandeling in het Ikazia Ziekenhuis Beter voor elkaar Inleiding In deze folder kunt u lezen over de manier van werken van de klinisch psycholoog in het
Nadere informatieKwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan
Kwaliteit van leven Een hulpmiddel bij de voorbereiding van een zorgplan De zorg en begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking moet erop gericht zijn dat de persoon een optimale kwaliteit
Nadere informatieHet verlies van een dierbare
Het verlies van een dierbare Het Zorgpad Stervensfase is gebaseerd op de Liverpool Care Pathway for the dying patient (LCP). De LCP is door het Erasmus MC Rotterdam en het IKNL locatie Rotterdam integraal
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Langdurig ziekteverzuim is een erkend sociaal-economisch en sociaal-geneeskundig probleem op nationaal en internationaal niveau. Verschillende landen hebben wettelijke maatregelen genomen
Nadere informatieNeem de regie over je depressie
Neem de regie over je depressie Dit boek, Neem de regie over je depressie. Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks
Nadere informatieElk bekken heeft een mens
Elk bekken heeft een mens Als bekkenfysiotherapeut heb je nodig Mieneke Spijkerman Bekkenfysiotherapeut Psychosomatisch fysiotherapeut te Valburg Kennis van en rondom het bekken Vaardigheden Competenties
Nadere informatieZoeken naar evidence
Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best
Nadere informatieDoorbreek je depressie
Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Werkboek voor de cliënt Drs. P.J. Molenaar Drs. F.J. Don Prof. dr. J. van den Bout Drs. F. Sterk Prof. dr. J. Dekker Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó
Nadere informatieOnderzoek en behandeling door de klinisch psycholoog
Onderzoek en behandeling door de klinisch psycholoog ONDERZOEK EN BEHANDELING DOOR DE KLINISCH PSYCHOLOOG IN HET KENNEMER GASTHUIS In het Kennemer Gasthuis (KG) zijn klinisch psychologen, gezondheidspsychologen
Nadere informatieNiet meer depressief
Niet meer depressief Dit boek, Niet meer depressief; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de
Nadere informatieLeven met angst voor ernstige ziektes
Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op
Nadere informatieWat er ook aan de hand is, de gevolgen zijn hetzelfde. Je bent een aantal lichamelijke functies, die je voorheen als vanzelfsprekend aannam, kwijt.
Hoofdstuk 7 Emoties Nu is het tijd om door te gaan. Je hebt je dwarslaesie, je bent hopelijk klaar met al de medische dingen, nu is het tijd om ook je gevoelens aandacht te geven. Dus: ga lekker zitten,
Nadere informatieHet neuropsychologisch onderzoek
Het neuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie U bent doorverwezen door de behandelend arts of psycholoog voor een neuropsychologisch onderzoek. In deze folder informeren we u over dit
Nadere informatieSamen spreken over Herstel bij Hersenletsel. Henriette Visser 23-09-2010
Samen spreken over Herstel bij Hersenletsel Henriette Visser 23-09-2010 Werken aan herstel bij hersenletsel Hoe vanzelfsprekend is het? Marjan en Henk: Ze moeten vragen wat we willen. Je moet zelf ook
Nadere informatieHoe relevant ook, het begrip wilsbekwaamheid is
Samenvatting 179 180 Autonomie is de afgelopen decennia centraal komen te staan binnen de geneeskunde en zorg. Daarmee samenhangend is ook de wilsbekwame beslissing van de patiënt steeds belangrijker geworden.
Nadere informatieLeeropdracht Contextuele neuropsychologie
Jos Egger Het is natuurlijk TOP om hoogleraar te mogen zijn. Een positie van waaruit je jonge collega s wegwijs kan maken in het vak en onderzoek kan aanzwengelen. Bovendien kun je helpen om bevindingen
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie.
Neuropsychologisch onderzoek Afdeling medische psychologie www.nwz.nl Inhoud Neuropsychologisch onderzoek 3 Wat is een neuropsychologisch onderzoek? 3 Stoornissen door een hersenbeschadiging 3 Het onderzoek
Nadere informatieEindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige
Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de
Nadere informatieThuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde
Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar
Nadere informatieCognitieve klachten bij MS: een casusbespreking Er is geen sprake van belangenverstrengeling.
Disclosure Cognitieve klachten bij MS: een casusbespreking Er is geen sprake van belangenverstrengeling. Tim Vaessen Klinisch neuropsycholoog 4-10-2013 2 Overzicht MS en cognitie - Cognitieve klachten
Nadere informatieHet vergroten van draagkracht na confrontatie met een harta andoening
Het vergroten van draagkracht na confrontatie met een harta andoening Draaglast en draagkracht Als door de confrontatie met ziekte de balans tussen draaglast en draagkracht wordt verstoord, moet gezocht
Nadere informatieOpleiding tot Infant Mental Health generalist
me nse nkennis Opleiding tot Infant Mental Health generalist it takes a village to raise a child De kern van Infant Mental Health is het belang van de band tussen de ouder en het nog ongeboren of heel
Nadere informatieHet cognitieve functioneren. Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum
Het cognitieve functioneren Amarins de Wagt Neuropsycholoog Isala Ziekenhuis Zwolle & Vogellanden Revalidatiecentrum Vragen Wat is het cognitieve functioneren? Welke factoren zorgen voor veranderingen
Nadere informatieNeuropsychologisch onderzoek bij ouderen
Neuropsychologisch onderzoek bij ouderen Inhoudsopgave Inleiding... 1 Wat is neuropsychologie en wat is een neuropsycholoog... 1 Mogelijke gevolgen van een hersenbeschadiging... 1 Wat is een neuropsychologisch
Nadere informatieZiekte van Parkinson en Parkinsonisme. Informatie en behandeling
Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme Informatie en behandeling Ziekte van Parkinson en Parkinsonisme De ziekte van Parkinson is een chronische progressieve neurologische aandoening. Bij deze ziekte gaat
Nadere informatieRevalidatie na een CVA
Revalidatie na een CVA Revalidatie Locatie Hoorn/Enkhuizen Revalidatie na een CVA Revalidatie van mensen die een CVA hebben gehad (revalidanten) is erop gericht hen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren.
Nadere informatieNeuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten
Proefschrift: S.U. Zuidema Neuropsychiatrische symptomen bij Nederlandse verpleeghuispatiënten met dementie Samenvatting Dementie is een ongeneeslijke aandoening met belangrijke effecten op cognitie, activiteiten
Nadere informatie