Référence bibliographique. "Taalkundige territorialiteit en de taalkudige toekomst van België" Van Parijs, Philippe

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Référence bibliographique. "Taalkundige territorialiteit en de taalkudige toekomst van België" Van Parijs, Philippe"

Transcriptie

1 "Taalkundige territorialiteit en de taalkudige toekomst van België" Van Parijs, Philippe Abstract Au départ, l'idée était que beaucoup de francophones allaient s'adapter à la nouvelle réalité linguistique. Mais apparemment les francophones ne sont pas en état intellectuel d'apprendre le néerlandais. Dit is althans wat Yves Leterme (2006), toenmalig Minister- President van Vlaanderen en later federaal Eerste Minister, tegen de Franse krant Libération zou hebben gezegd. Deze memorabele uitspraak ontketende een hevige polemiek die niet in verhouding stond met de eerder oppervlakkige inhoud ervan, maar die vrij kenmerkend is voor wat waarschijnlijk het meest emotionele aspect is van het conflict tussen de Belgische taalgemeenschappen: kan wat meestal het taalkundige territorialiteitsbeginsel of, minder eufemistisch, het droit du sol wordt genoemd, worden opgelegd aan de Franstaligen die al in Vlaanderen en meer bepaald in het deel van Vlaams-Brabant rond Brussel wonen of er zich vestigen? In het langste en waarschijnlijk meest controversiële hoofdstuk va... Document type : Contribution à ouvrage collectif (Book Chapter) Référence bibliographique Van Parijs, Philippe. Taalkundige territorialiteit en de taalkudige toekomst van België. In: J. Degadt & al. eds., De internationalisering van de rand, VUB Press : Brussel 2012, p Available at: [Downloaded 2016/05/27 at 18:24:23 ]

2 Over taalkundige territorialiteit en de taalkundige toekomst van België Philippe Van Parijs, UCLouvain, Chaire Hoover d éthique économique et sociale in De internationalisering van de rand (J. Degadt & al. eds.), Brussel: VUB Press, 2012, Au départ, l'idée était que beaucoup de francophones allaient s'adapter à la nouvelle réalité linguistique. Mais apparemment les francophones ne sont pas en état intellectuel d'apprendre le néerlandais. Dit is althans wat Yves Leterme (2006), toenmalig Minister- President van Vlaanderen en later federaal Eerste Minister, tegen de Franse krant Libération zou hebben gezegd. Deze memorabele uitspraak ontketende een hevige polemiek die niet in verhouding stond met de eerder oppervlakkige inhoud ervan, maar die vrij kenmerkend is voor wat waarschijnlijk het meest emotionele aspect is van het conflict tussen de Belgische taalgemeenschappen: kan wat meestal het taalkundige territorialiteitsbeginsel of, minder eufemistisch, het droit du sol wordt genoemd, worden opgelegd aan de Franstaligen die al in Vlaanderen en meer bepaald in het deel van Vlaams-Brabant rond Brussel wonen of er zich vestigen? In het langste en waarschijnlijk meest controversiële hoofdstuk van mijn nieuwste boek, Linguistic Justice for Europe and for the World, verdedig ik dit taalkundige territorialiteitsbeginsel of meer bepaald een dwingend territoriaal gedifferentieerd taalregime. 1 Dat doe ik voornamelijk enerzijds op grond van een analyse van de interactie in meertalige maatschappijen die een centrale rol toebedeelt aan wat ik de maximin-dynamiek noem en anderzijds op grond van de opvatting van sociale rechtvaardigheid waarin een dimensie van gelijke waardigheid is vervat. 1. Pro territorialiteit: gelijke waardigheid en sociale samenhang 1 Zie hoofdstuk 5 van Van Parijs 2011a, voortaan afgekort als LJ. Een vroegere versie van een deel van dat hoofdstuk verscheen als hoofdartikel in een Re-Bel e-boek (Van Parijs 2011b), met commentaar van Helder De Schutter, François Grin, Alain Maskens, Henry Tulkens, Harry Van Velthoven, Jan Velaers, integraal te downloaden via Deze tekst is een ingekorte en aangepaste versie van het Reply in dit e-boek. Ik ben deze zes mensen bijzonder dankbaar voor hun nuttige commentaar, waardoor ik dieper moest nadenken over sommige elementen van mijn argumentatie en de implicaties ervan. 1

3 De maximin-dynamiek bestaat uit de explosieve interactie tussen twee micromechanismen. Het ene micromechanisme is een probabilistisch leerproces: hoe groter de kans dat iemand een taal oefent (en verwacht te oefenen), hoe sneller en grondiger hij die taal leert. Het andere micromechanisme is dat van de maximin-taalkeuze: de taal die systematisch voor communicatie wordt uitgekozen in een context van taalkundige diversiteit, is niet de taal van de meerderheid of de taal die gemiddeld het best is gekend, maar de taal die het best is gekend door de gesprekspartner die de taal het minst goed kent. Illustratie: als drie Vlamingen en een Franstalige een gesprek voeren, zullen ze hoogst waarschijnlijk Frans spreken omdat de persoon die het minst goed Frans kent (een van de Vlamingen) die taal beter spreekt dan de persoon die het minst goed Nederlands spreekt (de Franstalige). Maar beeldt u in dat een Zweed met een uitstekende kennis van Zweeds en Engels, maar gebrekkige kennis van Frans en geen van Nederlands zich bij de groep vervoegt. De communicatie zal dan waarschijnlijk plots overschakelen op wat in deze nieuwe context de maximin-taal is geworden: omdat van de Franstalige kan worden verwacht dat hij veel beter Engels kan dan de Zweed Frans, wordt Engels nu de taal die het beste gekend is door de gesprekspartner die ze het minst goed kent en daarom wordt spontaan voor deze taal gekozen om uitsluiting te minimaliseren. 2 Zodra de kracht van deze dynamiek erkend wordt, zouden mensen aan beide zijden van de Belgische taalgrens moeten begrijpen dat de mogelijke oorzaken van de zeer asymmetrische tweetaligheid van België niet beperkt zijn tot het alternatief dat Yves Leterme aanvoerde in zijn verklaring. Als niet het intellectuele onvermogen van de Franstaligen verklaart waarom ze geen talen kunnen leren, insinueerde hij, kan dit alleen te wijten zijn aan hun arrogante slechte wil. Er is echter nog een derde factor werkzaam, namelijk de sterke maar diffuse werking van de maximin-dynamiek en dit is de hoofdfactor die de asymmetrie veroorzaakt waarin we gevangen zitten. Met dit inzicht zouden de Vlamingen meer begrip moeten hebben voor de gebrekkige kennis van het Nederlands door de Franstaligen en zouden de Franstaligen meer begrip moeten hebben voor de hardnekkigheid waarmee de Vlamingen aan taaldwang doen. Franstaligen zullen echter pas begrip hebben voor de houding van Vlamingen als ze ook beter het verband zien tussen een dwingend territoriaal gedifferentieerd taalregime en rechtvaardigheid in de zin van gelijke waardigheid. In mijn boek wijs ik op de kracht van dit verband aan de hand van drie kanalen: (1) een dergelijk regime belet een koloniale houding tegenover de plaatselijke bevolking, (2) het verhindert de doodsstrijd door goedheid van de 2 Deze maximin-dynamiek, die we moeten begrijpen om territoriale regimes te verantwoorden en om algemene kwesties van taalkundige rechtvaardigheid te bespreken, wordt uitgebreid beschreven in LJ

4 zwakste taal, en (3) het zorgt voor een strategische achtergrondvoorwaarde die elke taal de mogelijkheid biedt een koningin te zijn, namelijk de rol te spelen van officiële taal van een politieke gemeenschap. 3 Het is niet mijn bedoeling om dit standpunt hier omstandig te beschrijven, maar om in het licht van enkele nuttige bezwaren en misverstanden een pleidooi te houden voor taalkundige territorialiteit en de implicaties ervan voor de taalkundige toekomst van de Belgische federatie uit de doeken te doen. In tegenstelling tot een accommoderend regime, bestaat een dwingend territoriaal gedifferentieerd taalregime (of kortweg een territoriaal regime) per definitie uit een aantal regels die de taalkeuze in openbare communicatie en openbaar onderwijs op een bepaald grondgebied beperkt. De inhoud van de regels die dit regime bepalen, hangt noodzakelijkerwijze af van de context. Rechtvaardigheid als gelijke waardigheid vereist dwingende regels die voldoende streng zijn om een zwakke taal te stabiliseren tegen verdringing door de werking van wat ik de maximin-dynamiek noem, namelijk de wederzijdse versterking van het probabilistisch leerproces en het systematische gebruik in de dagelijkse communicatie van de taal die het beste gekend is door de gesprekspartner die ze het minst goed spreekt. Hoeveel dwang nodig is en in welke vorm om dit bereiken, wordt sterk bepaald door de specifieke context. In Wallonië is bijvoorbeeld weinig of niets nodig om het Frans te stabiliseren, zolang de meeste mensen die zich er komen vestigen vooraf maar voldoende kennis van het Frans hebben en terechtkomen in een omgeving waar kennis van het Frans bijna onontbeerlijk is om te kunnen overleven, omdat de meeste Walen alleen maar in het Frans vlot kunnen communiceren. In een context bekend genoeg bij iedereen die vertrouwd is met de Vlaamse kern van de taalstrijd in België waar inwijkelingen nauwelijks voorkennis hebben van de lokale taal en ze erop kunnen rekenen dat de lokale bevolking een hoog kennisniveau van hun eigen moedertaal heeft, is veel meer vereist. Het is niet nodig mensen te dwingen iets te doen dat ze spontaan doen. Daarom kan de dwangmatigheid van de regels die een rechtmatig territoriaal regime bepalen, sterk verschillen. Een territoriaal regime beschermt per definitie niet noodzakelijk een enkele taal op elk grondgebied. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat bijvoorbeeld een territoriaal regime dat weliswaar niet alleen Nederlands tegen Frans beschermt, maar een dat beide talen, laat ons zeggen, tegen het Arabisch beschermt (na het Frans, de tweede moedertaal bij de jongere generaties) of tegen Engels (na het Frans de meest gekende taal bij alle generaties behalve de oudste): het is bijvoorbeeld niet mogelijk om administratieve documenten te 3 Zie Van Parijs (2011b : 4-5) en meer systematisch, LJ

5 krijgen, openbaar onderwijs te volgen of in de politiek te gaan in het Arabisch, ook al zouden de aantallen het rechtvaardigen: in een half dozijn Brusselse gemeenten zijn immers meer Arabisch sprekende inwoners dan Duitstaligen in de negen gemeenten van de Duitstalige Gemeenschap van België. Hoe dwingend (dus niet accommoderend) een taalregime is en moet zijn, is een kwestie van gradatie in verschillende dimensies (LJ 5.1). Een daarvan is eenvoudigweg het aantal talen dat door het regime wordt beschermd. In de meeste gevallen is het maar één taal, maar het kunnen er in principe meerdere zijn. In ieder geval laat een territoriaal regime, zoals ik het definieer en verdedig, zich niet in met privé-communicatie. Daarom moet het duidelijk worden onderscheiden van taalkundige homogeniteit en nog meer van exclusieve eentaligheid op individueel niveau. Het gaat niet alleen perfect samen met het behoud van andere talen dan de officiële taal, maar ook met de aanmoediging van overdracht tussen de generaties en bloeiende culturele activiteiten waarbij die talen worden gebruikt. Een territoriaal regime dat maar één officiële taal beschermt, gaat dus perfect samen met een werkbare interpretatie van het Europees minderhedenverdrag. Het kan in principe niet alleen verdraagzaamheid tegenover taaldiversiteit dulden, maar dit zelfs openlijk steunen door bijvoorbeeld het culturele leven in de niet-officiële talen te subsidiëren (onder ander Franstalige verenigingen of Arabische bibliotheken) of door sommige talen te gebruiken als onderwijstaal in een deel van het leerplan (zoals in zogenaamde taalbadscholen). Het enige wat telt, is dat de regeling van het openbaar onderwijs en de openbare communicatie de maximin-dynamiek voldoende beperkt, zodat de universele kennis van de officiële taal niet in het gedrang komt. 4 Zoals hierboven vermeld en elders uitgebreid besproken, berust mijn fundamenteel argument voor een dergelijk regime op een voorstelling van rechtvaardigheid als gelijke waardigheid. Sommigen, zoals Jan Velaers (2011: 1), zijn van mening dat er een ander doel bestaat, even belangrijk als gelijke waardigheid, als basis van het territoriale regime in onze tijd. Ik ben het helemaal met hem eens over het belang van dit doel, dat bijvoorbeeld duidelijk aanwezig is in juridische beslissingen tegen een overenthousiaste viering van taalkundige diversiteit, die hij terecht goedkeurend aanhaalt. Het is van groot belang ervoor te 4 Een territoriaal regime dat wordt gevormd door overwegingen van dit type gaat perfect samen met de opheffing van enkele onnozele aspecten van het huidige taalregime van België, zoals de verplichting om alle verkeersborden, ook die met de namen van de steden, te vermelden in de officiële taal van het Gewest waarin ze staan. Het wordt stilaan tijd dat overal in het land Antwerpen (in plaats van Anvers ), Liège (in plaats van Luik ), Leuven (in plaats van Louvain ), Tournai (in plaats van Doornik ) enz. wordt geschreven. Dit zou onder andere voor minder verwarring, hoongelach en irritatie bij buitenlandse reizigers zorgen. Een stad bij de naam noemen die ze in de moedertaal van haar inwoners heeft gekregen, is een van de vele manieren en een heel gemakkelijke, waarmee respect voor de andere landstaal kan worden betuigd. 4

6 zorgen dat mensen die actief aanwezig zijn op hetzelfde grondgebied ook actief dezelfde taal spreken. Als mensen niet met elkaar kunnen spreken, kan democratische participatie niet efficiënt worden geïnstitutionaliseerd, noch kunnen alle burgers van alle taalgroepen beschikken over gelijke kansen of kunnen gevoelens van solidariteit etnische grenzen overschrijden. Het is net om redenen van sociale cohesie in deze betekenis dat ik universele toegang tot kennis van de officiële taal benadruk als voorwaarde voor de rechtmatigheid van een territoriaal regime (LJ 5.5 & 6.7). Dergelijke redenen, los van gelijke waardigheid, kunnen meer opleveren dan we nodig hebben als op rechtvaardigheid gebaseerde grondgedachte voor de verplichte bescherming van de lokale taal in een context waar de lokale taal wedijvert met zwakkere talen die door immigranten worden gesproken en een lagere status hebben. Deze rechtvaardiging is echter problematischer in contexten zoals diegene die dient als centrale illustratie in mijn boek de wereldwijde overheersing van het Engels waar er een conflict is tussen een sterkere taal met hoge status die het potentieel in zich heeft om, na een min of meer lastige overgangsperiode, een taal te worden die door de hele bevolking wordt gesproken. De sociale cohesie van Ierland of Frans-Vlaanderen bijvoorbeeld heeft veel meer te danken aan de kennis van Engels en Frans door de lokale bevolking dan aan het luttele Gaelisch of Vlaams dat ze nog kunnen spreken. Het is dus niet altijd waar dat de bindtaal op nationaal of regionaal niveau niets anders kan zijn dan de taal die traditioneel in een bepaalde streek wordt gesproken (Velaers 2011: 1). In de Belgische context kan zeker bezorgdheid voor sociale cohesie worden ingeroepen om het leren van Frans of Nederlands door immigranten van over heel de wereld te verantwoorden, maar Franstaligen of Engelstaligen Nederlands laten leren om die reden kan niet zo gemakkelijk worden verdedigd omdat zij makkelijk in Vlaanderen kunnen wonen zonder ook maar een woord Nederlands te leren omdat ze in plaats daarvan met de lokale bevolking Frans of Engels kunnen spreken. Als dit sociolinguïstische patroon zijn vrije gang kan gaan, leert de lokale bevolking deze talen sneller. Na een overgangsperiode die ietwat chaotisch zou kunnen zijn, zou dit leiden tot een universele kennis van de sterkere niet-lokale taal, maar die overgangsperiode hoeft niet zo lang te duren als ze gesteund zou worden door een aangepast beleid inzake migratie, taalgebruik en onderwijs. Deze alternatieve manier om sociale cohesie na te streven zou bovendien het voordeel hebben dat de sociale cohesie op grotere schaal wordt bereikt. Van Velthoven (2011: 2) wees hier impliciet op toen hij aanvoerde dat het territoriale regime dat in de jaren 1930 werd ingesteld, de bevoegdheden 5

7 heeft gedecentraliseerd naar entiteiten die volgens taal zijn bepaald, wat op zijn beurt het uiteenvallen van de unitaire staat België heeft ingezet en zelfs de kiem zou kunnen worden van een uiteindelijke splitsing. Eenheid is geen doel op zich en daarom is het feit dat een dwingend territoriaal gedifferentieerd taalregime centrifugale tendensen veroorzaakt geen doorslaggevend argument ertegen. Ik wil hier gewoon zeggen dat redenen van sociale cohesie alleen een bijkomende en beperkte ondersteuning zijn voor het principe van taalkundige territorialiteit. We moeten een andere reden aanvoeren in de eerste plaats gelijke waardigheid - om bescherming te rechtvaardigen van een zwakkere taal tegen een sterkere taal die het realistische potentieel in zich heeft om op grotere schaal sociale cohesie te bereiken, zoals Frans bijvoorbeeld deed in het oorspronkelijk zeer meertalig grondgebied van de Republiek Frankrijk en zoals sommigen een poosje hoopten dat dit even grondig zou gebeuren in het Koninkrijk België. 2. Contra territorialiteit: democratie en pacificatie? Het meest gehoorde bezwaar tegen het zogenaamde principe van taalkundige territorialiteit is misschien wel het feit dat het ondemocratisch is. 5 In een recente verzameling essays (Van Parijs 2011c) heb ik uitgelegd en geïllustreerd hoe ik de relatie tussen rechtvaardigheid en democratie zie. In een notendop: uit de miljoenen manieren waarop democratie dun gedefinieerd als het samengaan van algemeen kiesrecht, het meerderheidsbeginsel en stemvrijheid kan worden georganiseerd, moeten die manieren worden gekozen die het best bijdragen tot de verwezenlijking van een welomschreven rechtvaardigheid. Dit onderbouwt een resolute keuze voor een opvatting van deliberatieve democratie (in tegenstelling tot een louter aggregatieve democratie). Volgens deze opvatting moet democratie worden gezien en gestructureerd als kader voor een overlegproces dat voorkeuren omvormt om wezenlijk rechtvaardige beslissingen te nemen, eerder dan als het beste middel om vooraf bestaande individuele voorkeuren of belangen voor openbare goederen aan het licht te brengen, ze op te sommen en zo goed mogelijk te bevredigen. Vanuit een dergelijk standpunt kan een optimaal democratisch ontwerp niet toelaten dat elke buurt of elke gemeente beslist over zijn eigen taalstelstel, net zo min als het dat kan over het belastingstelsel, ook al zijn hier heel andere redenen in het spel. Als de inwoners van elk 5 Zie Tulkens (2009, 2011) voor recente uitingen van dit bezwaar in de Belgische context. 6

8 deel van een grondgebied regelmatig met een gewone meerderheid zouden kunnen beslissen over het taalregime zou elk taalregime op termijn veranderen in een accommoderend regime. Een territoriale regime wil echter de verwachting realistisch maken dat mensen die zich in het desbetreffende grondgebied vestigen, de moed en deemoed hebben om de lokale taal te leren. Als ze die moed of deemoed niet hebben en gewoon wachten tot hun aantal voldoende is gegroeid zodat ze het lokale taalregime democratisch in een accommoderende richting kunnen duwen, wordt gelijk welke bijdrage die een territoriale regime levert aan rechtvaardigheid als gelijke waardigheid ondermijnd. Vaste grenzen zijn daarom essentieel voor het territoriale principe. Omdat de instelling van een territoriaal regime niet wordt gestuurd door een absurd bodemrecht, is er een onvermijdelijke willekeurigheid in het bepalen van de grens, maar de systematische verschuiving van die grens als resultaat van lokale democratische beslissingen of taaltellingen moet worden uitgesloten. Het hoeft geen betoog dat hieruit geenszins volgt dat democratie geen rol speelt. Maar de grenzen en de vastlegging ervan moeten deel uitmaken van een afspraak die op een hoger democratisch niveau werd gemaakt, geleid door een opvatting van rechtvaardigheid die gelijke waardigheid omvat en verlicht door een heldere analyse van hoe de maximin-dynamiek deze gelijke waardigheid bedreigt in een context van taalongelijkheid. 6 Sommigen zullen hiertegen inbrengen dat deze aanpak minder democratisch is dan wanneer het aan elke lokale entiteit wordt overgelaten zelf zijn taalstelstel te bepalen. Dit geef ik grif toe. Zoals ik elders reeds uitgebreid heb bepleit (Van Parijs 2011c) en zoals een beetje nadenken ons ook leert, moet duidelijk zijn dat optimale democratie en maximale democratie verre van hetzelfde zijn. Een ander, minder vaak gehoord bezwaar is dat een territoriaal regime een bedreiging is voor de vrede. 7 Omdat veel plaatsen meertalig zijn, kan het trekken van een taalgrens aangevochten worden en leiden tot een bittere taalstrijd. Ik zal zeker niet ontkennen dat het trekken van dergelijke grenzen delicaat kan zijn en in mijn boek (LJ ) wijd ik heel wat ruimte aan dit onderwerp. Tijdelijke taalfaciliteiten en de inzet van de lokale 6 De reden waarom de regels op hogere schaal moeten worden bepaald, is niet omdat de machthebbers op een hoger niveau intrinsiek beter in staat zijn geleid te worden door een zin van rechtvaardigheid, maar omdat het territorialiteitsprincipe in de eerste plaats draait om wat rechtmatig kan worden verwacht van mensen die zich in een bepaald gebied vestigen. Aan de nieuwkomers overlaten zelf te beslissen wat van hen kan worden verwacht (ook al is het na een zekere tijd), zou neerkomen op een afbraak van de regels waarvan ik in mijn op gelijke waardigheid gebaseerde argumenten volhoud dat ze gegrond zijn. 7 Zie De Schutter (2011a: 1). De belangrijkste kritiek van Helder De Schutter is echter dat een meervoudig regime beter is dan een territoriaal regime wat betreft rechtvaardigheid als gelijke waardigheid. Dit is de grootste filosofische uitdaging voor mijn standpunt, dat De Schutter ook al overtuigend heeft uiteengezet in andere geschriften (2008, 2011b). Ik reageer hierop in 8 van mijn Reply in Van Parijs (2011c). 7

9 taalmeerderheid om een goede kennis van de officiële taal toegankelijk te maken voor alle lokale kinderen die opgroeien met een verschillende moedertaal zijn noodzakelijke, maar vaak onvoldoende voorwaarden om de vrede (evenals rechtvaardigheid) te garanderen in de vele omstandigheden waarin geen duidelijke lijn kan worden getrokken. Ik begrijp echter niet hoe iemand kan ontkennen dat in België en vele andere plaatsen in de wereld de soms pijnlijke en moeilijke invoering van een territoriaal regime net veel heeft bijgedragen tot een blijvende vrede. Sommigen kunnen betreuren dat een dwingend territoriaal regime een einde heeft gemaakt aan de inschikkelijkheid tegenover Franstalige minderheden in Vlaamse steden. Ze kunnen echter niet ontkennen dat de taalsituatie snel vreedzamer werd dan op die plaatsen waar een accommoderend regime in voege bleef, in het bijzonder in Leuven wegens de aanwezigheid van s lands grootste Franstalige universiteit (tot eind jaren 1960) en overal rond Brussel wegens het gebrek aan een vastgelegde taalgrens (tot begin jaren 1960), door het behoud van beperkte faciliteiten bij verkiezingen en in de rechtspraak in een groot deel van Vlaams-Brabant (tot de splitsing van B-H-V) en door de toekenning van uitgebreidere administratieve en onderwijsfaciliteiten in zes gemeenten. Zoals geïllustreerd maar niet noodzakelijk bewezen door de Belgische taalgeschiedenis, is duurzame vrede eerder een welkom gevolg van een goed doordacht territoriaal regime. Maar dit feit staat niet centraal in mijn betoog, ook als het blijkt te kloppen. Mijn betoog is gebaseerd op rechtvaardigheid als gelijke waardigheid. Want vrede kan niet worden gekocht ten koste van rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid is de meest fundamentele waarde. 3. Ofwel een groot Brussel, ofwel een sterk België Een hoofdconclusie die gewoonlijk in de Belgische context wordt getrokken door de aanhangers van de rechtmatigheid van het principe van taalkundige territorialiteit, is dat het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet kan worden uitgebreid. Deze conclusie wordt vindingrijk in twijfel getrokken door Alain Maskens (2011), de auteur van enkele boeken waarin hij overtuigend pleit voor een niet-etnische Brusselse identiteit (Maskens 2000, 2004). Maskens vecht niet aan dat het in de Belgische context belangrijk is gelijke waardigheid van gemeenschappen op basis van hun taalkundige identiteit ernstig te nemen, noch dat dit een territoriaal regime verantwoordt. Hij dringt er echter op aan dat mensen ook gelijke waardigheid verdienen op basis van hun regionale identiteit en hij stelt voor dat een zinvol compromis kan worden gesloten tussen deze twee belangen in de vorm van een ingebedde combinatie, waarbij de regionale grens soepel wordt uitgebreid in het licht van een grondige 8

10 analyse die bij voorkeur wordt toevertrouwd aan onafhankelijke internationale experts, terwijl de huidige taalgrens binnen deze uitgebreide regio niet verandert (Maskens 2011: 6). Ongeacht of het zinvol is deze belangen zoals Maskens onder te brengen in de categorieën taalkundige rechtvaardigheid tegenover regionale rechtvaardigheid, zijn er hierbij twee reeksen tegenstrijdige overwegingen. Enerzijds worden, in het belang van taalkundige rechtvaardigheid als gelijke waardigheid, de grenzen van de desbetreffende grondgebieden prima facie best vastgelegd zodat de proportie van de inwoners die moedertaalsprekers van de officiële taal zijn zo groot mogelijk is, en de proportie van de inwoners die niet-moedertaalsprekers van de officiële taal zijn, zo klein mogelijk. Er is echter geen a priori reden waarom grenzen die op deze manier vanuit linguïstisch oogpunt optimaal werden getrokken, ook de grenzen zouden moeten zijn die het best geschikt zijn voor de overdracht van zo veel mogelijk beleidsbevoegdheden naar deelstaten. Een efficiënte uitoefening van bevoegdheden inzake mobiliteit, volksgezondheid, stadsplanning of belastingen, bijvoorbeeld, is mogelijk niet te rijmen met een hoge graad van decentralisatie naar entiteiten met grenzen die op grond van taalcriteria werden getrokken. Maskens (2011: 2) argumenteert dat dit duidelijk het geval is in de Brusselse metropool en geen stadseconoom of aardrijkskundige die van buitenaf naar België kijkt, heeft veel tijd nodig om tot exact dezelfde conclusie te komen. 8 Om uiterst inefficiënte decentralisatie te voorkomen, werd herhaaldelijk voorgesteld om het tweetalige Brussels Gewest tot ver buiten zijn huidige grenzen uit te breiden zodat het nagenoeg heel de metropool omspant, met inbegrip van de communicatiedraaischijven en intellectuele centra Leuven en Ottignies-Louvain-la-Neuve. De meesten mensen die dergelijke voorstellen doen zijn Franstalig. Ik geloof niet dat dit alleen is omdat elke nuttige uitbreiding op grond hiervan ingrijpender zou zijn in Vlaanderen dan in Wallonië. Dit is ook omdat veel Franstaligen niet inzien welk boerenbedrog dergelijke uitbreiding zou zijn vanuit Vlaams oogpunt, ook al kan dit terecht worden voorgesteld als een relatieve gelijkstelling van het aantal Nederlandssprekenden en Franssprekenden in het uitgebreide Brussel. Wat ze niet zien (of soms beweren niet te zien) is dat binnen de grenzen van dit grotere gebied zodra het tweetalig wordt gemaakt, de maximin-dynamiek op grotendeels dezelfde manier als in het kleinere gebied van het huidige Brussels Gewest gaat werken ten nadele van de zwakkere taal. Het proces kan langzamer verlopen dan in het verleden omdat de kloof tussen de sociale status van de twee talen de voorbije decennia kleiner is geworden. Deze evolutie zal toch niet 8 Zie, bijvoorbeeld, Cheshire (2010) en Eeckhout (2011). 9

11 te stuiten zijn vanwege de ingebedde aard van de maximin-dynamiek tegen de achtergrond van een bij aanvang enorm asymmetrische tweetaligheid. Wie ernstig voorstander is van dergelijke rechtlijnige uitbreiding van het tweetalig Brussels Gewest heeft niets geleerd van de hevige taalstrijd die in de jaren 1960 rond de olievlekken Brussel en Leuven is losgebarsten en begrijpt niet waarom vaste taalgrenzen, zoals hierboven vermeld, van doorslaggevend belang zijn voor taalkundige rechtvaardigheid als gelijke waardigheid. Dit kan niet verweten worden aan het voorstel van Alain Maskens (2011: 6) om Brussel uit te breiden tot een metropolitaans gebied dat, laat ons zeggen, vier tot zes keer groter is zonder de taalgrens mee te verleggen. Dit is een origineel voorstel waarover kan worden nagedacht. De beste manier om dit voorstel te motiveren is door ons af te vragen hoe de politieke overheid het beste kan worden gedecentraliseerd in een land met verschillende talen. Enerzijds verplicht de democratie ons te kiezen voor de maximale mate waarin de politiek kan functioneren in de eerste of best gekende taal van de meerderheid van de mensen zodat de regionale en taalgrenzen samenvallen. Willen we echter onderlinge afhankelijkheden efficiënt regelen, dan moeten we ervoor opteren om gebieden die met elkaar verbonden zijn door een reeks positieve en negatieve externaliteiten, onder dezelfde overheid samen te brengen en in het geval van Brussel moeten we dus kiezen voor gewestelijke grenzen die veel verder dan de taalgrens reiken. De huidige situatie stemt ongeveer overeen met de eerste keuze (met de zes gemeenten met faciliteiten als belangrijkste afwijking), terwijl Maskens de tweede verdedigt. Elk van deze mogelijkheden strookt in principe met mijn pleidooi op grond van gelijke waardigheid voor een territoriaal regime en elk heeft zijn voor- en nadelen. Het grootste voordeel van het voorstel van Maskens is dat het mogelijk zou zijn om veel verder te gaan in het proces van de overdrachten, omdat de omvang van regio-overschrijdende externaliteiten, hoewel ze verre van onbetekenend zijn, toch veel minder omvangrijk zal zijn onder zijn voorstel dan wanneer één van de regio's alleen maar een stad is of zelfs, zoals in het geval van Brussel, de centrale kern van een groter stedelijk gebied. Als we Brussel zo klein willen houden zoals het nu is, moeten we niet alleen België in stand houden, maar ook een federale Belgische staat behouden met meer bevoegdheden dan anders mogelijk zou zijn: Brussels big or Belgium strong! 9 9 Deze algemene bedenking werd keurig geïllustreerd in de context van een heel leerrijke workshop over Brussel die door het onderzoekscentrum VIVES van de KU Leuven werd georganiseerd (16 juni 2011). De organisatoren hebben er het nieuwe boek van Harvard-econoom Edward Glaeser warm aanbevolen. Ze hadden ook geprobeerd de auteur voor die gelegenheid uit te nodigen. Na toelichting waarom steden systematisch veel armen aantrekken 10

12 Voor wie wat ziet in de vele voordelen van decentralisatie, zowel algemeen als in het bijzonder voor landen met verschillende talen, is dit een groot nadeel van de huidige keuze voor een klein Brussel en een groot voordeel voor het alternatief van Maskens. Maar zoals de zaken er in de 21ste eeuw voorstaan, is het alternatief van Maskens kansloos. Omdat men van de Brusselse Franstaligen niet verwachtte dat ze zouden doen wat Maskens voorstelt, namelijk territoriale bescherming bieden aan de Nederlandse taal in heel het Brusselse hinterland, kregen bij de ontbinding van de gecentraliseerde staat België de andere twee Gewesten 95 % van de voormalige provincie Brabant, vanaf de oprichting van het land en nu meer dan ooit de rijkste streek van België. Door de verdrijving van de UCL uit Leuven en andere aspecten van de taalkundige bescherming van de Vlaamse Rand rond Brussel, is Waals-Brabant, samen met Vlaams-Brabant, uitgegroeid tot de rijkste provincie (per capita) van het land. Tegelijkertijd kregen het Vlaamse en Waalse Gewest meer bevoegdheden en een sterkere identiteit dankzij een steeds toenemende autonomie. Kunnen we van deze gewesten verwachten dat ze de rijkste stukken van hun grondgebied gewillig aan het Brussels Gewest zullen schenken, namelijk de stukken van de provincie Brabant, die ze tijdens het proces van de gewestvorming succesvol hadden opgeëist? Of kunnen we van een sterke Belgische of zelfs Europese regering verwachten dat ze de Gewesten zullen dwingen op te geven wat ze niet willen schenken? Het niet bijster filosofische antwoord op deze vragen is nee. En de filosofische voetnoot zou luiden dat hiermee geen gewestelijke onrechtvaardigheid zou worden gepleegd, op voorwaarde dat de Belgische federale staat stevig de hand houdt in bevoegdheden met sterk regio-overschrijdende externaliteiten en niet het minst de belangrijkste herverdelende bevoegdheden. 10 en het grote belang van herverdeling te benadrukken omwille van sociale rechtvaardigheid en economische efficiëntie, illustreert Glaeser in zijn boek hoe nefast het voor steden kan zijn om de herverdeling zelf aan te pakken: A nation's poor are every citizen's responsibility, schrijft hij, not just the people who happen to live in the same political jurisdiction. It is fairer, both to the poor and to cities, if social services are funded at the national rather than the local level." (Glaeser 2011: 258). Misschien was niet iedereen op de workshop even opgetogen over deze stelling. Een bedenking wordt soms eerder gehoord, begrepen en geloofd als ze van de overkant van de Atlantische Oceaan wordt geschreeuwd: geen piepklein Brussel zonder een stevig België. 10 Het is ook niet te moeilijk om van deze noodzaak een deugd te maken. Ten eerste, het behoud van samenvallende gewest- en taalgrenzen heeft het voordeel dat een duidelijkere boodschap wordt uitgezonden over het gebied waarin van de burgers wordt verwacht dat ze integreren door een en dezelfde officiële taal te leren. Het geeft hen niet de indruk dat er een grijze zone is (het eentalige deel van een tweetalig gebied) waar dit maar half wordt verwacht: de invoering van het territoriaal regime zou hierdoor worden vergemakkelijkt. Ten tweede, de absolute noodzaak om meer bevoegdheden op het centrale niveau te houden vanwege de kleine omvang van de centrale stedelijke component van de federatie, creëert een structurele druk voor het behoud van een grotere solidariteit bij alle componenten van de federatie, wat beter is voor wat het ultieme ideaal moet zijn: globale distributieve rechtvaardigheid. Bijgevolg kan zowel een efficiëntere nastreving van taalkundige rechtvaardigheid als gelijke waardigheid en het bereiken van rechtvaardigheid als gelijke kansen op een hogere schaal, een welkom bijproduct zijn van wat op het eerste gezicht, vergeleken met het originele voorstel van Maskens, slechts een second best lijkt. 11

13 4. De drietalige hoofdstad van Europa Tegen de achtergrond van deze discussie over het principe van taalkundige territorialiteit, wat het rechtvaardigt en wat de gevolgen ervan zijn, kunnen we nu een vollediger beeld schetsen van de richting waarin ik vind dat we met de talen kunnen en moeten gaan in België. Ik zal dat doen door kort de hoofdcomponenten van het taalregime op te noemen en te motiveren waarvan ik geloof dat het een haalbaar en wenselijk regime is voor het Brussels Gewest, zijn onmiddellijke omgeving en de rest van het land. De volgorde is niet de chronologische volgorde waarin deze componenten zouden moeten worden ingesteld: we zullen elke mogelijkheid die zich voordoet, moeten aangrijpen om vooruitgang te boeken in elk van de richtingen die ik aangeef. De volgorde staat ook niet voor het belang dat ik aan elke component toeschrijf, maar is ingegeven door het feit dat sommige componenten een achtergrond bieden zonder dewelke andere componenten minder realistisch en/of minder goed te verdedigen zouden zijn. In de eerste plaats moet het Brussels Gewest zelf, waar zijn grenzen ook zijn getrokken, het officieel statuut van drietaligheid krijgen, waarbij Engels wordt toegevoegd aan Frans en Nederlands. Dit betekent niet dat Engels exact hetzelfde statuut moet krijgen als de twee andere talen. Het is bijvoorbeeld niet nodig om aan elke straatnaam een derde taalvariant toe te voegen. Maar alle soorten openbare communicatie en administratieve procedures op alle niveaus binnen de grenzen van het Gewest zullen naast het Frans en Nederlands ook mogelijk moeten worden in het Engels. Het moet dus mogelijk worden om zich gemakkelijk in Brussel te vestigen zonder een van beide lokale talen te kennen. Deze eerste component van mijn voorstel kan worden geïnterpreteerd als een verdere versoepeling van het huidige tweetalige regime. In deze richting heeft zich al enige versoepeling voorgedaan. De immense posters die bijvoorbeeld door de Europese Commissie op het Berlaymont-gebouw worden gehangen, zijn overwegend en soms uitsluitend in het Engels. Engels is naast Frans en Duits ook aanwezig in het openbaar vervoer in Brussel. Zelfs in een deel van het openbaar onderwijssysteem in Brussel namelijk de vier en binnenkort vijf Europese scholen die door de Europese Commissie en de regeringen van de lidstaten worden gefinancierd, kunnen leerlingen een diploma behalen zonder ook maar een les Frans of Nederlands te hebben gevolgd. 11 Ik stel 11 Ongeacht hun taalrol, moeten leerlingen van de Europese school kiezen uit drie talen Engels, Frans of Duits als tweede onderwijstaal in het secundair. In de Brusselse scholen kiezen de meesten die niet tot de Engelse taalrol behoren Engels als tweede taal. 12

14 voor om dergelijke faciliteiten voor het Engels in openbare communicatie en openbaar onderwijs uit te breiden en te officialiseren onder andere door open en gecofinancierde Europese scholen van het zogenaamde type II met Engels als een van de onderwijstalen uit te bouwen en deze faciliteiten verder uit te breiden naar de rechtspraak en, te gepasten tijde, de politiek. Waarom deze versoepeling? Dit kan niets te maken hebben met het nastreven van rechtvaardigheid als gelijke waardigheid. Het is integendeel een toegeving ten voordele van het gebruik van een taal die niet bepaald kwetsbaar is en het is vooral bedoeld voor mensen die geen Engels als moedertaal spreken en die zich helemaal niet met die taal identificeren. Volgens de beste gegevens waarover we beschikken (Janssens 2007), maken de mensen met Engels als moedertaal (of een van hun moedertalen) ongeveer 3 % uit van de volwassen bevolking van Brussel en in tegenstelling tot de mensen die het goed spreken (ongeveer 35 % van de volwassen Brusselaars volgens dezelfde bron), zullen ze altijd een kleine minderheid blijven. De verantwoording voor een verschuiving naar officiële drietaligheid heeft dus niets te maken met de waardigheid van Engelssprekenden. Dit kan eerder worden teruggebracht naar het toevallige feit dat de regering die belast was met het eerste roulerende presidentschap van de Europese Economische Gemeenschap wat België was volgens de alfabetische volgorde een geïmproviseerd toevluchtsoord moest vinden voor de eerste ambtenaren in januari Sindsdien is Brussel stap voor stap uitgegroeid tot de onbetwiste politieke hoofdstad van de Europese Unie. Dit is een belangrijke historische verantwoordelijkheid ten dienste van een gewaagd, moeilijk en ongekend project dat van immens belang is om wereldwijde rechtvaardigheid efficiënt na te streven. Brussel zou zich oneer aandoen als het niet alles op alles zou zetten om dit project tot een goed einde te brengen. En dit heeft taalkundige gevolgen die weinigen in 1958 zagen aankomen. Wat sindsdien gebeurde, is dat de wereldwijde verspreiding van het Engels, de opeenvolgende EU-uitbreidingen en de lokale werking van de maximin-dynamiek samenwerken om het Engels dagelijks dominanter te maken in de interacties binnen en rond de EU-instellingen die in Brussel gevestigd zijn. Zoals elders uitgebreid besproken (LJ, hoofdstuk 1), is dit een tendens die moet worden toegejuicht en versneld. De evolutie naar een gemeenschappelijke taal is een essentiële voorwaarde voor de Europese Unie om beter te functioneren en een aantal functies te kunnen overnemen die de natiestaten niet langer kunnen 13

15 vervullen zoals het moet. 12 Als Brussel de opdracht waarmee het is belast wil waarmaken, moet het dus de officiële lokale status van de niet-officiële taal van de Europese instellingen naar een hoger niveau verheffen. Het is begrijpelijk dat sommigen dit betreuren. De burgers en de overheden van Brussel zouden echter geen tijd mogen verspillen met dergelijke achterhoedegevechten. Ze moeten zich daarentegen pro-actief aanpassen aan de taalkundige verplichting die inherent is aan de historische taak van Brussel in het belang van een vlotte werking van de Europese Unie en de voorspoed van de lokale bevolking. 5. Overlooptank voor Brusselse expats Zoals hierboven werd gesteld ( 3), moet het relatief accommoderende taalregime dat wordt toegekend aan 0,5 % van het grondgebied van België dat geldt als de hoofdstad van de Europese Unie niet worden gezien als vrij uitbreidbaar naar het metropolitaans gebied rond Brussel. Wie zich in dit gebied wenst te vestigen, moet het eventuele ongemak aanvaarden de taal van het gebied, Frans of Nederlands, te leren. Europeanen moet duidelijk worden gemaakt dat, hoewel Brussel meer en meer hun hoofdstad zal en moet worden, met de rechten en plichten die hieruit voortvloeien, België in zijn geheel nooit hun kolonie zal en mag worden. Zoals hierboven ( 2) en elders (LJ 5.2) beklemtoond, is de vastheid van de taalgrens cruciaal. Om die reden werd de splitsing van de kieskring B-H-V, hoewel dit niet rechtstreeks in verband stond met het taalregime, begrijpelijkerwijs door beide zijden gezien als handhaving van de niet-uitbreidbaarheid van het gebied waarin een meer accommoderend taalregime de overhand heeft. Dit moet evenzeer voor Engels als voor Frans gelden. De uitvoering van dit taalkundige keurslijf, namelijk de taalkundige integratie van gezinnen die zich vestigen in officieel eentalig gebied buiten de grenzen van het accommoderend Brussels Gewest, is niet overal vanzelfsprekend. Dit is een uitdaging voor Vlaanderen en Wallonië, maar een grotere voor Vlaanderen dan voor Wallonië om drie redenen. 13 Ten eerste, mensen die rechtstreeks uit het buitenland komen, zullen eerder wat Frans kennen dan Nederlands. Ten tweede, er zijn veel meer Brusselaars die Frans goed tot zeer goed spreken dan Brusselaars die Nederlands goed of zeer goed spreken 96 % versus 12 Net zoals de evolutie naar een enkele politieke hoofdstad om fundamenteel analoge redenen (zie LJ hoofdstuk 1, voetnoot 14; en Van Parijs & Van Parys 2010). 13 Opvallend bewijs over de omvang van deze uitdaging in Vlaams-Brabant werd geleverd door recente gegevens van het katholiek schoolnetwerk die aantonen dat in meerdere Vlaamse gemeenten zonder faciliteiten rond Brussel, de leerlingen van de basisschool met Nederlands als moedertaal op weg zijn een minderheid te worden (zie Massale instroom van Franstalige leerlingen in Vlaamse scholen, De Morgen, 25 augustus 2011, p. 3). 14

16 28 % volgens de meest betrouwbare gegevens (Janssens 2007). En ten derde, Brussel is omringd door Vlaanderen en de onmiddellijke rand ligt grotendeels in Vlaanderen. Deze uitdaging zal onhaalbaar blijken, tenzij wanneer de combinatie van twee strategieën een handje toesteekt. In vergelijking met de tweede, is de eerste van deze strategieën eenvoudig en goedkoop. Ze bestaat erin aan het drietalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest de zes Vlaamse gemeenten met faciliteiten voor Frans toe te voegen, waarbij deze zes gemeenten even accommoderend worden als het Brussels Gewest zelf, maar op een duidelijke, ondubbelzinnige manier die geen verwarring schept over de officiële eentaligheid van Vlaams-Brabant. Dit is geen inbreuk op de vastheid van de taalgrens die, zoals ik beklemtoonde, inherent is aan het territorialiteitsprincipe. 14 In de overeenkomst van , waarbij de taalgrens werd vastgelegd, waren de taalfaciliteiten die aan deze zes gemeenten werden toegekend geen uitdovende faciliteiten die geleidelijk aan zouden verdwijnen (van het soort waarnaar wordt verwezen in bovenstaande 2 en dat uitvoerig wordt besproken in LJ 5.12). Destijds werd moeizaam, maar ondubbelzinnig beslist dat deze faciliteiten niet alleen voor de mensen die toen in die gemeenten woonden zouden gelden, maar ook onbeperkt voor elke nieuwkomer of pasgeborene. Een halve eeuw na de overeenkomst moeten straatnamen nog steeds in beide talen blijven bestaan en hoewel de meeste van de huidige inwoners van deze gemeenten toen ergens anders woonden of nog niet geboren waren, hebben ze allemaal recht op exact dezelfde administratieve en onderwijsfaciliteiten als de mensen die verrast werden door de vastlegging van de taalgrens. Het is dus niet verwonderlijk dat het aantal mensen dat Frans als enige moedertaal spreekt gemiddeld hoger is in deze gemeenten dan in het Brussels Gewest zelf (zie Janssens 2002). Diegenen die in 1962 Faciliteiten, stommiteiten! scandeerden, hadden het bij het rechte eind als ze hiermee bedoelden dat het toekennen van die permanente faciliteiten de olievlek ongehinderd zou doen uitbreiden in deze gemeenten. Maar ze hadden het mis in hun overtuiging dat dit op lange termijn slecht zou zijn voor Vlaanderen net zoals de Franstaligen enkele jaren later verontwaardigd waren over het vooruitzicht dat de UCL uit Leuven werd verdreven niet voorzagen hoe goed dit zou uitdraaien voor Franstalig België. Sta mij toe dit uit te leggen. 14 Daarom plaveit mijn voorstel voor de zes gemeenten niet de weg naar meer wijzigingen aan de taalgrens in gemeenten met een vergelijkbare taalkundige samenstelling (Velaers 2011: 2). Integendeel, tegen de achtergrond van een zuivere splitsing van de rest van de kieskring Halle-Vilvoorde, waar ik om deze reden al lang achter sta (zie bv. Van Parijs 2007), zal de aanpassing van de politieke grens aan de taalgrens, waarvan ik voorstander ben, de nog overblijvende druk verminderen om de taalgrens uit te deinen, zoals hieronder uitgelegd. 15

17 Men begint nu de nieuwe aard en omvang te ontdekken van de uitdaging die de uitvoering van het territoriaal regime in de Vlaamse gemeenten ten oosten en ten zuiden van Brussel, van St.-Stevens-Woluwe tot Hoeilaart over Tervuren en Overijse inhoudt. In dit rijke deel van Vlaams-Brabant zal het grootste probleem minder en minder de onwil zijn van de snobistische Belgische Franstaligen om Nederlands te leren. De Belgische Franstaligen beginnen uiteindelijk in te zien dat het in Vlaanderen meer nog dan in Brussel van belang is om hun kinderen tweetalig op te voeden door ze naar een Nederlandstalige school te sturen en ze van thuis uit Frans mee te geven. De komende jaren zal het probleem eerder meer en meer komen van de groeiende expatgemeenschap in Brussel: slechts van een kleine minderheid onder hen kan worden verwacht dat ze actief Nederlands zouden willen leren. Een goed voorbeeld hiervan is de grote veertig jaar oude Britse school in Tervuren, die een sterke aantrekkingspool is voor Engelssprekenden in Vlaams-Brabant. Vanaf september 2011 wordt er naast het zuiver Engelstalig leerprogramma ook tweetalig onderwijs aangeboden. Eindelijk! zullen sommigen uitroepen bij dit nieuws, eindelijk beseffen die lui dat ze in Vlaanderen wonen en hebben ze door dat ze wat respect moeten tonen voor de lokale taal. Zet dat enthousiasme maar vlug in de koelkast: tweetalig betekent hier Engels/Frans. Hier wordt het punt geïllustreerd dat om te voorkomen dat een territoriaal regime een grap of een nachtmerrie wordt in die gemeenten, voldoende leefruimte moet worden geboden aan het toenemend aantal buitenlanders die even gewillig en in staat zijn om in Brussel als hoofdstad van de EU te integreren als ze onwillig en niet in staat zijn om in de Vlaamse of Waalse bevolking te integreren. De resterende verwarring opheffen door de zes faciliteitengemeenten te laten aansluiten bij het drietalig Brussels Gewest is een voor de hand liggende manier om van deze gemeenten een sterke aantrekkingspool te maken waardoor de druk op de rest van Vlaams-Brabant kan verminderen. 15 Een metafoor om te verduidelijken: deze kleine uitbreiding van het Brussels Gewest leidt niet tot de aanleg van een corridor of een bretelle tussen de twee delen van een Franstalige natie die nooit zal bestaan. Het is eerder een hoognodige overlooptank voor de uit zijn voegen barstende expatgemeenschap van Brussel. Mijn pleidooi houdt uiteraard een lichte hertekening van de gewestgrens in. Zoals ik hierboven heb uitgelegd, betekent deze lichte hertekening geen verschuiving van de taalgrens, 15 Zonder hierop te wachten en voordat Brussel officieel drietalig is geworden, zou de Vlaamse regering kunnen tonen hoe verstandig en vooruitziend ze is door in deze gemeenten administratieve faciliteiten in te voeren voor Engels, in plaats van koppig zijn internationale reputatie aan te tasten door de woordenwisselingen op te voeren over de faciliteiten die aan het Frans zijn toegekend. 16

18 maar valt de gewestgrens hierdoor samen met de taalgrens. Het impliceert wel dat Vlaanderen een weliswaar klein, maar vrij dichtbevolkt en welvarend deel van zijn grondgebied moet opgeven: ongeveer een derde van een procent van zijn oppervlakte en iets meer dan een procent van zijn bevolking. Dit houdt geen grote impact op de belastingen in: het belastbaar gedeelte van de inkomens die worden verdiend door de inwoners van deze gemeenten zal blijven krimpen, zoals al jaren het geval is in het zuidoostelijk deel van het Brussels Gewest, omdat het aantal rijke inwoners dat geheel of gedeeltelijk ontsnapt aan de Belgische inkomstenbelasting zal blijven toenemen. Toch zou het dwaas zijn te ontkennen dat een toegeving moet worden gedaan waarvoor compensatie moet worden gevonden als deel van een breder pakket. Hoe dit bredere pakket er moet uitzien is nu duidelijk voor mij. 16 Om de regering van de Duitstalige Gemeenschap een samenhangend pakket van bevoegdheden te bieden, moet het geheel van de zogenaamde plaatsgebonden (in tegenstelling tot persoonsgebonden) bevoegdheden eraan worden overgedragen, die momenteel worden uitgeoefend door het Waalse Gewest in de negen Duitssprekende gemeenten in het oosten van de provincie Luik. Hierdoor zouden deze gemeenten worden omgevormd tot een volwaardig gewest Ostbelgien, waarbij het Waalse Gewest ongeveer vijf procent van zijn oppervlakte en twee procent van 16 Vroeger heb ik een andere oplossing voorgesteld (Van Parijs 2007), waarbij de vier kleinere faciliteitengemeenten bij Brussel zouden worden gevoegd, terwijl de faciliteiten in de twee grotere (Rode en Wemmel) zouden worden uitgedoofd. Ik ben echter later van mening veranderd (2010a, 2010c) omdat nieuwe feiten en argumenten mij ervan hebben overtuigd dat er een veel eleganter en verstandiger alternatief was. Ten eerste, de jongste demografische gegevens over deze gemeenten tonen aan dat in minstens een van hen (Kraainem) het aantal Belgische burgers in zowel relatieve als absolute zin is beginnen dalen. Dit suggereert dat het aantal francofonen (in de zin van Belgische burgers met Frans als moedertaal) is beginnen achteruitgaan. (Dit kan niet worden afgeleid van de verkiezingsuitslag zoals die bijvoorbeeld werd geanalyseerd door Frees (2011), deels omdat een groot deel van de niet-belgen die zich in deze gemeenten vestigen, niet stemmen, maar vooral omdat dergelijke onderzoeken onvermijdelijk de situatie bekijken door een bril met slechts twee kleuren en daarom niet in staat zijn deze nieuwe uitdaging te vatten.) Ten tweede, door de nakende opening van de vierde grote Europese school in Laken (gepland voor september 2012), zal Wemmel evenzeer als overlooptank moeten dienen om de druk op de Vlaamse gemeenten ten noorden van Brussel te verzachten, zoals vier van de andere gemeenten moeten blijven doen voor het oosten en zuiden. Ten derde, de toenemende plausibiliteit om de Duitstalige Gemeenschap om te vormen tot een volwaardig gewest (zie bv. Vande Lanotte 2011) heeft de aandacht gevestigd op een veel grotere wijziging van de gewestgrenzen die symmetrisch genoeg is om een vanzelfsprekende tegenhanger te bieden. Ten slotte en misschien nog het sterkst besefte ik de politieke onmogelijkheid om de lotsbestemmingen van deze gemeenten te differentiëren na veertig jaar van gedeeld officieel statuut en een gelijkaardige sociolinguïstische dynamiek. Zowel de Vlaamse als Franstalige onderhandelaars zouden te maken krijgen met iets als Sophie s choice (de moeder die in Auschwitz aankomt en moet beslissen of haar zoon of haar dochter zal worden vergast): ze zouden moeten beslissen en verantwoorden wie van hun vurige voorvechters ze zullen sparen en wie ze zullen opofferen door ze in het ene geval in Brussel te laten opgaan en door ze in het andere geval in Vlaamse handen te laten vallen. Volgens de overeenkomst die de onderhandelaars in september 2011 hebben bereikt over de splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde (in tegenstelling tot het rommelig boeltje dat voor het gerechtelijk arrondissement werd opgezet) wordt de asymmetrie tussen de zes gemeenten en de rest van Vlaams-Brabant groter dan ooit, wat de politieke plausibiliteit ondermijnt van de oplossing die ik eerder heb voorgesteld, terwijl dit een andere grote stap is in de richting die ik nu bepleit. De vrucht is misschien nog niet rijp genoeg om te worden geplukt, maar het rijpingsproces is in volle gang. 17

19 zijn inwoners zou verliezen. In absolute termen is dit vergelijkbaar met de bevolking die in de zes faciliteitengemeenten rond Brussel woont, maar het grondgebied van dit nieuw gewest is wel zeventien keer groter. Door dit vierde gewest op te richten, wordt de grens veel drastischere hertekend dan wanneer die zes kleine gemeenten bij Brussel worden gevoegd. Niemand kan oprecht pleiten voor het gewest Ostbelgien en tegelijkertijd bezwaar maken tegen de uitbreiding van Brussel omdat de gewestgrenzen onaantastbaar zouden zijn. Toegegeven, de oprichting van dit vierde gewest kan, hoewel het ook een Germaanse is, moeilijk worden ingekleed als een geschenk van Wallonië aan Vlaanderen. De toevoeging van de zes gemeenten bij het drietalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest is immers ook geen geschenk van Vlaanderen aan Wallonië. Beide ingrepen bestaan er hoofdzakelijk in dat de twee grote Gewesten een klein deel van hun grondgebied (0,3 en 5 %) en van hun bevolking (1 en 2 %) opgeven in het belang van een vlottere, eenvoudigere en transparantere werking van de taaldimensie van onze federatie: de taalkundige identiteit van elke component zal worden verscherpt en de uitvoering van het territoriaal regime zal efficiënter en duurzamer zijn. 6. Born-again Brusselers Om het territoriaal regime in Vlaanderen beter bestuurbaar te maken, is de hier voorgestelde kleine uitbreiding van drietalig Brussel verre van overbodig. Toch volstaat dit niet. Zelfs uitgebreid met zes gemeenten blijft het Brussels Gewest piepklein (0,7 % van de oppervlakte van het land, 61 keer kleiner dan Vlaanderen, 73 keer kleiner dan Wallonië zonder Ostbelgien). Wegens het taalkundige keurslijf zijn de mensen die door het kosmopolitische karakter van Brussel worden aangetrokken minder geneigd naar de voorstad te trekken dan anders het geval zou zijn. Hierdoor houden ze het verval in het stadscentrum tegen, maar jagen ze er ook de huisvestingskosten de hoogte in. Samen met het vrij hoge lokale geboortecijfer en de aantrekkingskracht op arme immigranten, twee kenmerken die de hoofdstad gemeen heeft met de meeste welvarende steden in het noorden, wordt het voor jonge mensen die in Brussel opgroeien steeds moeilijker om betaalbare woningen in hun steeds dichter bevolkte stad te vinden. De Vlaamse Rand zal dus niet alleen te kampen hebben met de welvarende expats die geen Nederlands willen leren, maar vooral met de veel minder welvarende geboren Brusselaars die uit de kern van het stedelijke gebied blijven wegtrekken. Of ze het nu leuk vinden of niet, de Vlaamse gemeenten zullen veel van deze mensen moeten huisvesten aangezien er geen hek, geen discriminerende wet en geen enkele racistische 18

20 houding hen zal kunnen tegenhouden de Brusselse ring over te steken op zoek naar een plaats om te wonen en hun kinderen groot te brengen niet te ver van waar ze opgroeiden en waar ze waarschijnlijk werk zullen vinden. Ze zullen in hun eigen belang en dat van de lokale bevolking alleen vlot integreren als ze vòòr hun verhuizing naar Vlaanderen voldoende Nederlands hebben geleerd in Brussel. Hoewel het als tweede taal nu waarschijnlijk door een groter percentage Brusselaars goed gekend is dan ooit het geval is geweest in de 1000-jarige geschiedenis van de stad, is het aantal Brusselaars dat meer dan een basiskennis Nederlands als tweede taal heeft nog steeds erg klein, 17 Om die reden, niet alleen daarom, is het van groot belang de kennis van Nederlands door de geboren Brusselers een flinke duw in de rug te geven. 18 Kan dit? Ja, maar alleen als er genoeg bescheidenheid is om te leren van wat elders gebeurt en voldoende moed om te innoveren. Eerst moeten we ons de moeite getroosten om eens goed te kijken naar wat in het buitenland wordt gedaan: hoe kunnen leerlingen in Luxemburg en Barcelona de twee (en zelfs drie) lokale officiële talen goed leren ondanks de grote aanwezigheid van veel kinderen, in die steden niet veel minder dan in Brussel, die geen van de officiële talen als moedertaal spreken? 19 Elke situatie is anders en blinde overname heeft zelden veel zin. Om echter grote blunders te voorkomen en onze voorstelling van wat haalbaar is te verruimen, is niets nuttiger dan te begrijpen wat wel en wat niet werkt en waarom, op plaatsen die veel gemeen hebben met onze situatie. Ten tweede, moeten we durven experimenteren en innoveren, deels in het licht van de lessen die we kunnen trekken van wat elders wordt bereikt. We moeten bijvoorbeeld ideeën ernstig nemen, die zo radicaal zijn als het voorstel dat alle Brusselse kinderen Nederlands moeten leren lezen en schrijven. Dit gebeurt trouwens al in sommige onderdompelingsscholen in Wallonië. Minder drastisch is de responsabilisering van scholen, netwerken en 17 Zie Janssens (2007). De mogelijkheid om Nederlandstalige scholen in Brussel op te richten (wat uitgesloten zou zijn in een regime dat de dominante taal oplegt) is ongetwijfeld een noodzakelijke voorwaarde voor het behoud en de verdere ontwikkeling van de kennis van het Nederlands bij de Brusselse bevolking. In combinatie met de relatieve welvarendheid van Vlaanderen is de strenge territoriale bescherming van het Nederlands in de onmiddellijke rand rond het piepklein tweetalige gebied van groot belang: de aanhoudende daling van het aantal moedertaalsprekers van Nederlands die in Brussel wonen zou niet worden omgebogen door het toenemend aantal sprekers van Nederlands als tweede taal als Nederlands niet nodig was om een baan te vinden en comfortabel te wonen in het Brusselse ommeland. De paradox is dat het taalterritorialiteitsprincipe rondom Brussel tegelijkertijd Brussel ontvlaamst en vernederlandst, de Vlamingen uit Brussel zuigt en van niet-vlaamse Brusselaars vaardige sprekers van het Nederlands maakt. 18 Volgens de terminologie van LJ 5.1, zou dit er vooral op neerkomen dat het dwingend tweetalig regime van Brussel wordt omgevormd van een disjunctief regime (minder dwingend dan officiële eentaligheid) in een conjunctief regime (dwingender dan officiële eentaligheid). 19 Zie Van Parijs (2010b) voor een samenvatting van de workshop die door Aula Magna over dit onderwerp in mei 2010 werd georganiseerd. 19

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord

Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Splitsing kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde in Vraag en Antwoord Inleiding Een zuivere splitsing van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde De splitsing van de kieskring BHV is ruim 50 jaar de eis van de

Nadere informatie

Vlaanderen en Wallonië: moedertaal per leeftijd 2005

Vlaanderen en Wallonië: moedertaal per leeftijd 2005 Vlaanderen en Wallonië: moedertaal per leeftijd 2005 (Eurobarometer 2005) Percentage of residents of the various age groups who declare having language L as their native language Source: Database Eurobarometer

Nadere informatie

'ALLE KINDEREN IN BRUSSEL ZOUDEN MOETEN LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN IN HET NEDERLANDS'

'ALLE KINDEREN IN BRUSSEL ZOUDEN MOETEN LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN IN HET NEDERLANDS' Philippe Van Parijs 'ALLE KINDEREN IN BRUSSEL ZOUDEN MOETEN LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN IN HET NEDERLANDS' Knack, 11 juli 2012, pp. 6-9 Meer nog dan het Frans vormt het snel oprukkende Engels een gevaar voor

Nadere informatie

40 jaar Vlaams parlement

40 jaar Vlaams parlement Hugo Vanderstraeten 40 kaarsjes eenheidsstaat of een unitaire staat: één land met één parlement en één regering. De wetten van dat parlement golden voor alle Belgen. In de loop van de 20ste eeuw hadden

Nadere informatie

Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand

Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand Nederlands Home BRIO-matrix BRIO Home > BRIO-matrix > FICHE - Inburgeringsbeleid Inburgeringsbeleid: taaldiversiteit als politieke uitdaging voor Brussel en de Vlaamse Rand Download FICHE Inburgeringsbeleid:

Nadere informatie

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling 2002 Taalgebruik in

Nadere informatie

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vlamingen en Walen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 October 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/82637 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO N EU - Contractenrecht A03 Brussel, 9 december 2010 MH/SL/AS A D V I E S over DE CONSULTATIE VAN DE EUROPESE COMMISSIE OVER HET EUROPEES CONTRACTENRECHT VOOR CONSUMENTEN

Nadere informatie

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014

Intercultureel leren. Workshop. Studievoormiddag 6 juni 2014 Intercultureel leren Workshop Studievoormiddag 6 juni 2014 Aan de slag Hoeveel procent van mijn vrije tijd breng ik door met mensen van mijn eigen culturele achtergrond versus mensen met een andere culturele

Nadere informatie

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens

EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER. Rudi Janssens EEN ANALYSE VAN DE TAALSITUATIE IN DE RAND ROND BRUSSEL OP BASIS VAN DE BRIO-TAALBAROMETER Rudi Janssens 1. De Rand als onderzoeksobject 1.1. BRIO-onderzoek en de Vlaamse Rand 1993 Frans/Nederlandse codewisseling

Nadere informatie

Diverse school, diverse kansen

Diverse school, diverse kansen Diverse school, diverse kansen Stel je buur de volgende 3 vragen: 1. Hoe kom jij in aanraking met diversiteit in onderwijs? 2. Wat is het eerste gevoel dat jij hebt wanneer je denkt aan diversiteit? 3.

Nadere informatie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie Mr Roger VAN BOXTEL, Minister of City Management and Integration, Netherlands Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie 21-22 mei 2001 Enkel gesproken tekst geldt Tweede

Nadere informatie

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen.

Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen. Vrijdag 6 juni 2003. Aan Zijne Majesteit Koning Albert, Koning der Belgen. Sire, Ondergetekenden, burgemeesters uit het arrondissement Halle-Vilvoorde, en de voorzitter en een gedeputeerde van de provincie

Nadere informatie

Heeft België nog een toekomst?

Heeft België nog een toekomst? Heeft België nog een toekomst?? K.U.Leuven, Emeritiforum, 25 november 2009 Philippe Van Parijs Chaire Hoover d éthique économique et sociale, UCL, Visiting Professor Harvard University & Gasthoogleraar

Nadere informatie

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? Is de Vlaams-Belgische Gebarentaal wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol? April 1998 Auteurs: Myriam Vermeerbergen Mieke Van Herreweghe Voorafgaande opmerking Deze tekst werd geschreven in de

Nadere informatie

Een federale kieskring: alweer een stap vooruit

Een federale kieskring: alweer een stap vooruit OPINIE Een federale kieskring: alweer een stap vooruit In een ingezonden bijdrage tonen Kris Deschouwer en Philippe Van Parijs, woordvoerders van de Paviagroep, zich verheugd over het voornemen de federale

Nadere informatie

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is.

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is. Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is. Goedendag! Als ik even de aandacht mag, ja! Dank u. Dan geef ik nu het woord aan mezelf. Als ik mij eerst eens even mag introduceren.

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK

GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. TOELICHTING Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot democratie te komen.

Nadere informatie

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens

Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand. Rudi Janssens Een verkenning van de relatie tussen taal en identiteit in Brussel en de Vlaamse Rand Rudi Janssens Inhoud Identiteit: een actueel debat Taal en identiteit: een referentiekader De groei van een meertalige

Nadere informatie

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette

Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader. Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Taaldiversiteit in Brussel: een analysekader Rudi Janssens Studiedag 27 mei 2016 VUB-Jette Overzicht Welke begrippenkader voor discussie en beleid? Overzicht van meertaligheid in Brussel Communicatie in

Nadere informatie

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU 12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU DE LOKALE RELIGIEUZE SITUATIE IN KAART BRENGEN EN BEGRIJPEN 01 Lokale overheden wordt verzocht zich bewust te zijn van het toenemende belang

Nadere informatie

Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde.

Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde. Deelakkoord splitsing kiesring Brussel Halle Vilvoorde. Basis: CD&V formuleerde duidelijke voorwaarden en hield vol. Nu boeken we resultaat. We hebben altijd gezegd: eerst een oplossing voor BHV. Die eerste,

Nadere informatie

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand

vergadering C99 zittingsjaar Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand vergadering C99 zittingsjaar 2016-2017 Woordelijk Verslag Commissievergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand van 18 januari 2017 2 Commissievergadering nr. C99 (2016-2017) 18 januari 2017 INHOUD

Nadere informatie

LEO BELGICUS, WERKGROEP VOOR DE HERENIGING DER NEDERLANDEN

LEO BELGICUS, WERKGROEP VOOR DE HERENIGING DER NEDERLANDEN LEO BELGICUS, WERKGROEP VOOR DE HERENIGING DER NEDERLANDEN Onze uitgangspunten Democratie, dwz het besturen van de staat door zijn burgers, behoort tot het wezen van de Nederlandse identiteit. Het is de

Nadere informatie

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven).

Akkoord BHV. De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde + Leuven). Akkoord BHV Wat staat er in het akkoord? In grote lijnen: 1) BHV wordt zuiver gesplitst De kieskring BHV wordt gesplitst in een kieskring Brussel-Hoofdstad en een kieskring Vlaams Brabant (Halle- Vilvoorde

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Belbin Teamrollen Vragenlijst Belbin Teamrollen Vragenlijst Lindecollege 2009 1/ 5 Bepaal uw eigen teamrol. Wat zijn uw eigen teamrollen, en die van uw collega s? Deze vragenlijst kan u daarbij behulpzaam zijn. Zeven halve zinnen dienen

Nadere informatie

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen

Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Boek p. 164-174 Leopold III capituleert op eigen houtje Krijgsgevangen in België Leopoldisten: vooral Vlamingen en katholieken Anti-Leopoldisten: Walen en liberalen Volksraadpleging 1950 Vlaanderen: 72%

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer V. SKOURIS, Voorzitter van het Hof van Justitie d.d.: 4 februari 2008 aan: de heer

Nadere informatie

Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt

Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt Getuigenissen uit de praktijk Waarom interculturalisatie moeilijker is dan het lijkt Allochtone kinderen in de therapeutische praktijk, dat is niet nieuw. Al een aantal decennia is er aandacht voor dit

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2016

Nadere informatie

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2016 (OR. en) 13617/16 JEUN 84 NOTA van: aan: nr. vorig doc.: 13344/16 JEUN 76 Betreft: Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap bijgaande

Nadere informatie

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA Nederlandstalig onderwijs Brussel Capaciteit

Nadere informatie

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht... Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht... 2 Praktische voorbereiding... 2 Tijd (duur)... 2 Locatie... 2 Materiaal...

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens

De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat. Jef Smulders & Bart Maddens De financiële gevolgen voor de politieke partijen na de hervorming van de Senaat Jef Smulders & Bart Maddens KU Leuven Instituut voor de Overheid Faculteit Sociale Wetenschappen Tel: 0032 16 32 32 70 Parkstraat

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage

Examen HAVO. Nederlands Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage Examen HAVO 2009 tijdvak 1 maandag 18 mei 13.30-16.30 uur tevens oud programma Nederlands Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage Dit examen bestaat uit 21 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor

Nadere informatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap Artikel 24 - Onderwijs Schriftelijke communicatie Het Belgian Disability Forum (BDF) is een vzw die thans 18 lidorganisaties telt en meer dan 250.000

Nadere informatie

Splitsing van BHV zonder toegevingen

Splitsing van BHV zonder toegevingen Motie ter voorlegging aan de gemeenteraden van Vlaams-Brabant Splitsing van BHV zonder toegevingen Bevestiging van de engagementen van de Vlaamse partijen in de federale en Vlaamse regering: december 2009

Nadere informatie

VR DOC.1318/1BIS

VR DOC.1318/1BIS VR 2018 2311 DOC.1318/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, MEDIA, JEUGD EN BRUSSEL BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Franse Gemeenschap en de

Nadere informatie

Tabel competentiereferentiesysteem

Tabel competentiereferentiesysteem Bijlage 3 bij het ministerieel besluit van tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 december 2001 tot uitvoering van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling

Nadere informatie

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente Bijbelstudie 1 Korintiërs Diversiteit in de kerk is van alle tijden. En nu onze cultuur en de kerk minder goed op elkaar aansluiten dan wel eens gedacht, worden we vaker bepaald bij de verschillen tussen

Nadere informatie

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017

ADVIES. Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 ADVIES Een substantiële vermindering van het aantal dierproeven in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : principenota Uitgebracht door de Raad van Bestuur van 4 december 2017 Economische en Sociale Raad

Nadere informatie

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende

Nadere informatie

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014

De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014 De vernieuwing van de Senaat bij de samenvallende verkiezingen van 25 mei 2014 1. Samenstelling van de Senaat De Senaat telt 60 leden: 50 deelstaatsenatoren en 10 gecoöpteerde senatoren. De deelstaatsenatoren

Nadere informatie

Verkiezingen - Methodologie

Verkiezingen - Methodologie Verkiezingen - Methodologie Verkiezingen - Methodologie... 1 1. Gemeenteraadsverkiezingen... 2 2. Verkiezingen voor het parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest... 3 3. Verkiezingen van de Brusselse

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 14 december 2009 ADVIES 2009-78 Advies uit eigen beweging over de gevolgen voor de openbaarheid

Nadere informatie

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up

Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving Inhoud Stad en onderwijs: topdown bottom up Onderwijs in een meertalige Brusselse omgeving BEO-studiedag 16 maart 212 - Rudi Janssens Inhoud Stad en onderwijs Politiek-institutionele context Pedagogische context Demografisch-geografische context

Nadere informatie

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking

Advies. over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking Brussel, 5 juli 2006 050706_Advies_kaderdecreet_Vlaamse_ontwikkelingssamenwerking Advies over het ontwerp van kaderdecreet Vlaamse ontwikkelingssamenwerking 1. Inleiding Op 24 mei 2006 heeft Vlaams minister

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Toen ik het slot van de lezing van Matteüs las, moest ik gelijk denken aan het nieuws van deze week. Wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed.

Nadere informatie

Voka Metropolitan: Demografische boom omzetten in economische boost voor de Brusselse metropool

Voka Metropolitan: Demografische boom omzetten in economische boost voor de Brusselse metropool Persbericht Ambitieus groeiplan voor Brusselse metropool Voka Metropolitan: Demografische boom omzetten in economische boost voor de Brusselse metropool Tot 30.000 extra jobs in de logistiek en de luchthaven.

Nadere informatie

Projectoproep / Commemoraties 1914-18

Projectoproep / Commemoraties 1914-18 1. Algemene Informatie 1.1 Context Herdenkingsplechtigheden Eerste Wereldoorlog (1914-18) in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maakt zich op voor de herdenking van honderd

Nadere informatie

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN

EUROPEES PARLEMENT. Commissie verzoekschriften MEDEDELING AAN DE LEDEN EUROPEES PARLEMENT 2004 Commissie verzoekschriften 2009 29.03.2011 MEDEDELING AAN DE LEDEN Betreft: Verzoekschrift 1609/2008, ingediend door D. A. L. (Britse nationaliteit), over vermeende discriminatie

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten

Halle-Vilvoorde) (Arrondissement Asse-Halle. Vlaams-Brabant. Analyse e van de resultaten Vlaams-Brabant (Arrondissement Asse-Halle Halle-Vilvoorde) Analyse e van de resultaten 1. Inleiding De gestelde vragen Bent U een inwoner van Vlaams-Brabant (Asse-Halle-Vilvoorde)? (filtervraag) Waar ben

Nadere informatie

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt:

?Hoe Zo! >> Werken bij de gemeente betekent je inzetten voor burgers en bedrijven. En daarbij geldt: Wabo effectief ?Hoe Zo! >> Het toepassen van de Wabo is meer dan alleen de IT-structuur aanpassen, de procedures herzien en/of de processen opnieuw beschrijven en herinrichten. Het zijn de medewerkers

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales

I. Context (1) I. Context (2) Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Het Akkoord van Brussel van 16 september 2002: Een juridisch kader voor grensoverschrijdende intercommunales Prof. dr. Jan Wouters Maarten Vidal Instituut voor Internationaal Recht K.U. Leuven www.internationaalrecht.be

Nadere informatie

complexiteit: rechtbanken ondoorzichtig kluwen, weinig transparante taalregeling

complexiteit: rechtbanken ondoorzichtig kluwen, weinig transparante taalregeling Wetsvoorstel tot oprichting van een gerechtelijk arrondissement Halle-Vilvoorde van Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in het arrondissement Brussel en van het Hof van Beroep van Leuven Persconferentie,

Nadere informatie

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING

EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING EINDELIJK EEN PUBLIEKRECHTELIJK KADER VOOR GEDECENTRALISEERDE VLAAMS-FRANSE SAMENWERKING Prof. dr. Jan Wouters en Maarten Vidal * Hoewel in de praktijk lokale, gedecentraliseerde overheden (gemeenten,

Nadere informatie

Van-A-3 Verkiezingen

Van-A-3 Verkiezingen Van-A-3 Verkiezingen Didactische suggesties Doelen Dit Actua-magazine verschijnt naar aanleiding van de Europese en Vlaamse verkiezingen op 07 juni 2009. De leerlingen kunnen individueel de Van-A-3 krant

Nadere informatie

Nieuwsmonitor 6 in de media

Nieuwsmonitor 6 in de media Nieuwsmonitor 6 in de media Juni 2011 Nieuws - Europa kent geen watchdog ANTWERPEN/BRUSSEL - Het Europese beleidsniveau krijgt in de Vlaamse TV-journaals gemiddeld een half uur aandacht per maand. Dat

Nadere informatie

Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken.

Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken. The Orange Code Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken. De Orange Code is ons manifest waarin we hebben vastgelegd hoe we

Nadere informatie

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN

LEEFREGELS EN IK-BEN OPVATTINGEN HERKENNEN In deze huiswerkopdracht wordt uitgelegd wat leefregels en ik-ben-opvattingen zijn en het belang ervan bij het doorbreken van gewoontepatronen. Een voorbeeld van Marjolijn illustreert hoe leefregels en

Nadere informatie

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 > NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime? 24-04-3013 Leerlingen uit het secundair onderwijs mogen vertegenwoordigd zijn als partner op de schoolraad.

Nadere informatie

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum

Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze datum Bouwen aan de democratische veiligheid in Europa Ontwerptoespraak van de secretaris-generaal Brussel, woensdag 12 november 2014 Embargo tot de datum waarop deze toespraak wordt gehouden / toetsen aan deze

Nadere informatie

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School Blok 3 Blok 3: We hebben oor voor elkaar Blok 3: Algemeen: In dit blok stimuleren we de kinderen om oor voor elkaar te hebben. De lessen gaan over communicatie, over praten

Nadere informatie

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015 Dodenherdenking Beuningen, 4 mei 2015 Voor het eerst in mijn leven bezocht ik twee weken geleden Auschwitz en Birkenau. Twee plekken in het zuiden van Polen waar de inktzwarte geschiedenis van Europa je

Nadere informatie

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport!

MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! MOETEN BRUSSELSE CLUBS KIEZEN: VLAAMS OF FRANS? Staatsrecht toegepast op de sport! Het debat: Recent werd de hervorming van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, hierna afgekort KBVB, doorgevoerd waarbij

Nadere informatie

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.

Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo. Waarom doen ze nou niet gewoon wat ik zeg! Workshop Motiverende Gespreksvoering Hoe werkt advies? drs. Hilde Jans psycholoog hilde.jans@cambiamo.nl Waarom mensen niet? Dus wat kun je doen? Ze weten niet

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Waar sta jij? (Uit: Kompas)

Waar sta jij? (Uit: Kompas) Waar sta jij? (Uit: Kompas) Dit is een discussieactiviteit over: de basisvoorwaarden van menselijke waardigheid, het respectievelijke belang van burgerlijke en politieke rechten en van sociale en economische

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË

GELIJKE KANSEN IN BELGIË GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. EEN WOORDJE UITLEG Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot een democratie

Nadere informatie

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November

Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.2 - November 2009-821- VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 33 van 7

Nadere informatie

middelengebruik en verstandelijke beperking Een folder voor hulpverleners uit de verslavingszorg

middelengebruik en verstandelijke beperking Een folder voor hulpverleners uit de verslavingszorg middelengebruik en verstandelijke beperking Een folder voor hulpverleners uit de verslavingszorg Eric komt in begeleiding om zich te laten behandelen voor alcohol- en cannabisgebruik. Hij doet vlot zijn

Nadere informatie

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas: Ik geloof, geloof ik Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw Mijn naam en klas: Bezinningsmomenten In de godsdienstlessen stonden de afgelopen jaren verhalen centraal en de verschillende

Nadere informatie

Laten we het idee van samenwerking tussen natiestaten weer koesteren

Laten we het idee van samenwerking tussen natiestaten weer koesteren Joe Zammit-Lucia vr 3 mei Tekst Krant! " 1 reactie # $ OPINIE Laten we het idee van samenwerking tussen natiestaten weer koesteren Opinie Joe Zammit-Lucia is medeoprichter van de Londense denktank Radix

Nadere informatie

Voorstel van resolutie

Voorstel van resolutie stuk ingediend op 651 (2009-2010) Nr. 1 21 september 2010 (2009-2010) Voorstel van resolutie van de heren Johan Deckmyn, Filip Dewinter, Wim Wienen en Felix Strackx betreffende de splitsing van de Koninklijke

Nadere informatie

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS Stand van zaken: juli 2018 Agentschap voor Onderwijsdiensten METHODOLOGIE In het gewoon voltijds secundair onderwijs worden de anderstalige

Nadere informatie

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!!

MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! MODULE III BESLISSINGEN NEMEN IN EUROPA? BEST LASTIG!!! De Europese Unie bestaat uit 27 lidstaten. Deze lidstaten hebben allemaal op dezelfde gebieden een aantal taken en macht overgedragen aan de Europese

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas)

Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas) Gaan stemmen of niet gaan stemmen? (Uit: Kompas) Bij deze activiteit wordt een enquête gehouden bij mensen in de omgeving in verband met: het gaan stemmen bij verkiezingen, de deelname van burgers aan

Nadere informatie

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat. 1 Toespraak van de heer Armand De Decker, Voorzitter van de Senaat, naar aanleiding van het bezoek van de heer Mahmoud Abbas, President van de Palestijnse Autoriteit 23 februari 2010 Excellenties, Beste

Nadere informatie

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010.

ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010. ADVIES UITGEBRACHT DOOR DE ECONOMISCHE EN SOCIALE RAAD VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST TIJDENS ZIJN ZITTING VAN 16 DECEMBER 2010 inzake het ontwerp van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Nadere informatie

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones

NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ. Gegevensuitwisseling in het kader van lage emissiezones DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN HET OVERLEGCOMITÉ Betreft: Gegevensuitwisseling in het

Nadere informatie

Beeld van het Europees Parlement in Nederland

Beeld van het Europees Parlement in Nederland Directoraat-generaal Voorlichting Afdeling Analyse van de publieke opinie Ter attentie van het DG Voorlichting van het Europees Parlement Afdeling Analyse van de publieke opinie Brussel, september 2013

Nadere informatie

Gewesten en gemeenschappen

Gewesten en gemeenschappen Staten en kiesstelsels België België is, anders dan Nederland, een federatie. Juist ook omdat België een land is met verschillende taalgebieden, is de structuur van deze staat veel ingewikkelder dan die

Nadere informatie

MODULE V. Ben jij nou Europees?

MODULE V. Ben jij nou Europees? MODULE V Ben jij nou Europees? V.I Wat is Europees? Wat vind jij typisch Europees? En wie vind jij typisch Europees? Dat zijn moeilijke vragen, waarop de meeste mensen niet gelijk een antwoord hebben.

Nadere informatie

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf

Ideeën presenteren aan sceptische mensen. Inleiding. Enkele begrippen vooraf Ideeën presenteren aan sceptische mensen Inleiding Iedereen heeft wel eens meegemaakt dat het moeilijk kan zijn om gehoor te vinden voor informatie of een voorstel. Sommige mensen lijken er uisluitend

Nadere informatie

GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN.

GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN. GEAUTOMATISEERDE STEMMING VOORSTELLING VAN DE SCHERMEN. 1. Algemene procedure. a. Inleiding. De stemprocedure wordt op gedetailleerde wijze beschreven in artikel 7 van de wet van 11 april 1994 houdende

Nadere informatie

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR

N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS ADVIES. over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR N Beroepsregl bouw 2018 A2 Brussel, 18 december 2018 MH/JC/AS 799-2018 ADVIES over DE BEROEPSREGLEMENTERINGEN IN DE BOUWSECTOR (goedgekeurd door het bureau op 15 oktober 2018, bekrachtigd door de algemene

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS INTEGRAAL VERSLAG. Vergadering van donderdag 27 september 2012.

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS INTEGRAAL VERSLAG. Vergadering van donderdag 27 september 2012. VGC 1 VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE PARLEMENT VOOR 17-PLUSSERS Zitting 2012-2013 Extra nummer INTEGRAAL VERSLAG Vergadering van donderdag 27 september 2012 Debat over: Gemeenteraadsverkiezingen 14/10 VGC

Nadere informatie

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F.

A R R E S T. samengesteld uit voorzitter A. Alen en de rechters-verslaggevers E. Derycke en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier F. Rolnummer 5970 Arrest nr. 157/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van de bijzondere wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming,

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN

MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË EERSTE RESULTATEN Frederik Heylen Jan Beyers Te gebruiken referentie: HEYLEN F. & BEYERS J. (2016). MAATSCHAPPELIJKE ORGANISATIES IN BELGIË: EERSTE RESULTATEN. UNIVERSITEIT

Nadere informatie

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio?

De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? De gemeenteraad aan zet Wat wilt u weten over de jongeren met een beperking in uw regio? Transities sociale domein Gemeenten staan zoals bekend aan de vooravond van drie grote transities: de decentralisatie

Nadere informatie