Samenvatting Economie Module 7

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Samenvatting Economie Module 7"

Transcriptie

1 Samenvatting Economie Module 7 Samenvatting door N woorden 5 jaar geleden 8,6 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Individuele markten en hun spelers zijn de micro-economie. De macro-economie kijkt naar de optelsom van economische begrippen, zoals de totale productie van een land of de totale werkgelegenheid. Dit zijn geaggregeerde grootheden. De belangrijkste macro-economische grootheid is het bruto binnenlands product (bbp) en is de waarde van alle in een land geproduceerde goederen en diensten in een jaar. Om dit te kunnen berekenen kijk je naar de waarde die productie toevoegt aan producten: de bruto toegevoegde waarde. De bruto toegevoegde waarde bereken je door het verschil te berekenen van de opbrengst van het product en de kosten van de ingekochte goederen en diensten: * bruto toegevoegde waarde = totale opbrengst kosten ingekochte goederen en diensten De bruto toegevoegde waarde geeft dus aan wat een bedrijf tijdens het productieproces aan waarde toevoegt aan de ingekochte goederen en diensten. De winst van de onderneming: het bruto binnenlands product, bereken je door de bruto toegevoegde waarde van de overige kosten voor productiefactoren af te trekken. De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden in een land is gelijk aan het bruto binnenlands product: * bruto binnenlands product = optelsom bruto toegevoegde waarden Bedrijven schrijven af op de kapitaalgoederen (een machine van een meubelmaker die aan vervanging toe is). Deze afschrijvingen verlagen de waarde van de kapitaalgoederen. Productie voegt niet alleen waarde toe, maar veroorzaakt ook waardevermindering. Houd je hier rekening mee, dan spreken van de netto toegevoegde waarde: * netto toegevoegde waarde = bruto toegevoegde waarde afschrijvingen Geaggregeerd geldt hetzelfde onderscheid: het netto binnenlands product (nbp) is de optelsom van alle netto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar worden gecreëerd: * netto binnenlands product = bruto binnenlands product afschrijvingen Pagina 1 van 9

2 Degenen die de productiefactoren leveren, krijgen de netto toegevoegde waarde in zijn geheel uitbetaald. De productiefactoren zijn onderverdeeld in vier categorieën: arbeid, kennis, kapitaal en locatie. Deze indeling is ontstaan vanuit het micro-economische productieproces. De macro-economie deelt de productiefactoren in op basis van geaggregeerde inkomensstromen. Arbeid: Valt onder dezelfde categorie als kapitaal. Door arbeid te verrichten bouw je kapitaal op. Kapitaal: Valt onder dezelfde categorie als arbeid. Kapitaal wordt opgebouwd door arbeid te verrichten. Ondernemerschap: Valt gedeeltelijk onder kennis. Ondernemerschap is de handigheid van een ondernemer om winst te maken en het lef om een nieuw bedrijf te beginnen. Natuur: Beperkter dan het begrip locatie. Met natuur bedoelen we alles dat de natuur ons te bieden heeft om geproduceerd te worden. Bijvoorbeeld lucht, water, minerale hulpbronnen en de bodemgesteldheid. Inkomen dat iemand verdient met het ter beschikking stellen van een productiefactor is primair inkomen. Beloning van productiefactoren: Productiefactor Primair inkomen Arbeid Ondernemerschap Kapitaal Natuur Loon Winst Huur en rente Pacht Netto binnenlands inkomen Afschrijvingen Bruto binnenlands inkomen De optelsom van alle primaire inkomens is het totale bedrag dat in een land aan inkomen verdiend wordt. Het totaal aan primair inkomen is het netto binnenlands inkomen (nbi). Net als bij het bruto binnenlands product en het netto binnenlands product vormen de afschrijvingen tussen het netto binnenlands inkomen en het bruto binnenlands inkomen (bbi) het verschil: * netto binnenlands inkomen = bruto binnenlands inkomen - afschrijvingen Het netto binnenlands product is gelijk aan de optelsom van alle netto toegevoegde waarden. De netto toegevoegde waarde wordt in zijn geheel gebruikt om de beloningen van de productiefactoren te betalen. De optelsom van de beloningen vormt het netto binnenlands inkomen. Het netto binnenlands inkomen is opgeteld altijd gelijk aan het netto binnenlands product. Netto binnenlands product = optelsom van alle netto toegevoegde waarden = beloning voor productiefactoren = netto binnenlands inkomen = netto binnenlands product Als rekening wordt gehouden met de oorsprong van de productiefactoren kan het inkomen van Nederlanders worden bepaald. In dat geval spreek je van het nationaal product en het nationaal inkomen. Consumenten kopen van producenten en betalen belasting aan de overheid. Producenten betalen consumenten loon in ruil voor hun arbeid. De overheid int belastingen van zowel consumenten als producenten. De onderlinge samenhang van de spelers in de economie zorgt voor de economische kringloop, dit is de Pagina 2 van 9

3 schematische weergave van de geld- en goederenstromen binnen de economie. Deze kringloop is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid. Er zijn in de kringloop 4 economische sectoren: 1. Bedrijven: Bedrijven verkopen producten aan consumenten, aan de overheid en aan het buitenland. Consumenten kopen consumptiegoederen (C), de overheid koopt overheidsgoederen (O) en het buitenland koopt onze exportgoederen (E). Het geld waarmee de exportgoederen betaald wordt stroomt ons land binnen. Bedrijven lenen geldt bij financiële instellingen om hun netto-investeringen (I) te financieren. Netto-investeringen zijn investeringen waarbij de kapitaalgoederenvoorraad toeneemt. Hier tegenover staan de vervangingsinvesteringen waarbij de kapitaalgoederenvoorraad niet toeneemt, maar vervangt een bedrijf de kapitaalgoederen. De netto- en vervangingsinvesteringen samen zijn de bruto-investeringen. Het totaal aantal geld dat bij bedrijven binnenstroomt is dus: C + I + O + E / Consumptiegoederen + nettoinvesteringen + overheidsgoederen + exportgoederen Producten die bedrijven in het buitenland kopen vormen de import (M). Hierdoor stroomt er geld naar het buitenland. De verkoop gebeurt door importeurs. Bedrijven keren de netto toegevoegde waarde uit aan gezinnen als beloning voor de productiefactoren (Y). Y is het netto binnenlands inkomen en daarom ook het netto binnenlands product. Het totaal aan geld dat stroomt vanuit de bedrijven is dus: Y + M / De netto toegevoegde waarde uitgekeerd als beloning voor de productiefactoren + de import De inkomende geldstromen in de kringloop moeten gelijk zijn aan de uitkomende geldstromen: Y + M = C + I + O + E / De netto toegevoegde waarde uitgekeerd als beloning voor de productiefactoren is evenveel als de consumptiegoederen, netto-investeringen, overheidsgoederen en exportgoederen bij elkaar Deze vergelijking is een macro-economische vergelijking, een vergelijking in macro-economische symbolen die altijd geldt. Y = C + I + O + E M / De totale productie van bedrijven (netto binnenlands product) is gelijk aan de optelsom van wat er wordt uitgegeven aan consumptiegoederen, kapitaalgoederen, overheidsgoederen en wat er per saldo uit het buiteland komt 1. Gezinnen: Gezinnen stellen de productiefactoren ter beschikking aan de bedrijven en ontvangen als beloning een inkomen. De optelsom van alle inkomens is het netto binnenlands inkomen = Y Gezinnen gebruiken dit inkomen voor 3 zaken: - Om consumptiemiddelen (C) van te kopen. De consumptiemiddelen gaan van de bedrijven naar de gezinnen, maar het geld waarmee zij de aankopen betalen stroomt van gezinnen naar de bedrijven. - Om als spaargeld (S) op de bank te zetten. Als gezinnen sparen stroomt er geld van de consumenten naar een financiële instelling. - Om belasting (B) te betalen. Alle gezinnen betalen belasting aan de overheid. Y = C + B + S / Het netto binnenlands inkomen is wordt gebruikt voor consumptiemiddelen, om te sparen en om belasting mee te betalen 2. De overheid: De overheid ontvangt belastinggeld (B) en koopt goederen bij de bedrijven, de overheidsbestedingen (O). Als de overheid meer uitgeeft dan er binnenkomt ontstaat er een begrotingstekort. Om dit te verhelpen moeten zij geld lenen bij de financiële instellingen. 3. Het buitenland: Het buitenland koopt binnenlandse goederen, de export (E) en verkoopt goederen aan het binnenland, de import (I). Bij geen tekorten is er een positief uitvoersaldo, wanneer er wel tekorten zijn is er een negatief uitvoersaldo en moet geld geleend worden bij financiële instellingen. Gezinnen besteden minder dan zij kunnen met hun inkomen en brengen het overschot naar de bank. De overheid gebruikt deze overschotten om het begrotingstekort te financieren. Bedrijven lenen meer voor de financiering van de netto-investeringen. Het buitenland koopt meer Nederlandse goederen dan zij verkopen. Er wordt dus evenveel overschot ingebracht als door de gezinnen. Ingaande geldstromen zijn altijd gelijk aan de uitgaande geldstromen Pagina 3 van 9

4 S = I + (O+B) + (E-M) / Alle huishoudens sparen, maar het is ook mogelijk dat de overheid spaart (de overheidsbestedingen zijn groter dan de belastingen) of het buitenland draagt bij aan de spaarreserve (de export is kleiner dan de import) Ieder jaar stelt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een overzicht op van alle inkomsten en uitgaven van de Nederlandse economie. Zo n overzicht heet de nationale rekeningen. Dit is een systematisch overzicht van de geldstromen tussen de economische sectoren in het afgelopen kalenderjaar. De handel tussen landen heeft ook een eigen overzicht: de betalingsbalans. Voor een land geeft de betalingsbalans een overzicht van alle transacties tussen het land en het buitenland. De betalingsbalans bestaat uit twee rekeningen: de lopende rekening en de kapitaalrekening. Het saldo op de lopende rekening is gelijk aan het saldo (E-M) / Export is kleiner dan de import. De lopende rekening is opgedeeld in 4 deelrekeningen: 1. Goederenrekening of handelsbalans: Hierop staan de betalingen van de import en export van goederen. Importgoederen worden gekocht en dus stroomt er geld naar het buitenland. Expertgoederen worden verkocht en stroomt er dus geld binnen vanuit het buitenland. Een handelsoverschot is wanneer de export groter is dan de import. De import komt aan de kant van de uitgaven op de betalingsbalans. 2. Dienstenrekening: Internationale dienstentransacties worden op de dienstenrekening geboekt. 3. Primaire-inkomensrekening: Hierop staan de internationale beloningen voor het beschikbaar stellen van productiefactoren. 4. Inkomensoverdrachtenrekening: Hierop staan de inkomensoverdrachten die over de grens gaan en waar geen prestatie tegenover staat. Het saldo van de vier rekening opgeteld geeft het saldo van de lopende rekening op de betalingsbalans. De betalingsbalans is in evenwicht als het saldo van de betalingsbalans gelijk is aan nul. Bij een negatief saldo betaalt het buitenland meer dan het ontvangt en ontstaat er een netto geldstroom aan het buitenland. Bij een positief saldo ontvangt een land meer uit het buitenland dan het betaalt. De buitenlandse valutareserve neemt dan toe. Op de kapitaalrekening staan alle internationale investeringen en beleggingen. Hoofdstuk 2 De middelen waarover iemand beschikt bepalen voor een belangrijk deel het leven dat hij leidt. Hoe meer middelen, hoe meer alternatieven voor de besteding van zijn tijd. Het inkomen is een belangrijke economische indicator. Net zoals het gezinsinkomen bepalend is voor het leven van gezinshuishouden, is het binnenlands inkomen bepalend voor wat een land kan doen. Het nationaal inkomen zegt iets over de welvaart van een land. Het bruto binnenlands product wordt vaak gebruikt als indicator voor welvaart. Het geeft aan hoe rijk een land is. Hoe rijker een land, hoe groter de welvaart zou moeten zijn. Een goede indicator is het bruto binnenlands product alleen niet: Consumentensurplus: De som van het producenten- en consumentensurplus is de maatstaf voor de welvaart. In deze maatstaf zit het welbevinden van de consument en de producent. Het bruto binnenlands product meet de welvaart alleen op een andere manier. Het houdt namelijk geen rekening met het consumentensurplus. Het consumentensurplus komt niet in het bruto binnenlands product terecht terwijl het wel een onderdeel van welvaart is. Doordat het consumentensurplus niet opgenomen is, is het bruto binnenlands product onvolledig als welvaartsmaatstaf en wordt hier onzuiver door. Door het weglaten van het consumentensurplus is niet bekend hoeveel in de welvaartsmaatstaf is weggelaten aan consumentenwelvaart. Externe effecten: Het bruto binnenlands product houdt geen rekening met externe effecten. Een toename in de bruto toegevoegde waarde betekent een stijging van het bruto binnenlands product. Als er bij de stijging van de productie negatieve externe effecten optreden, moet je het voordeel van de gestegen productie afwegen tegen het nadeel van de Pagina 4 van 9

5 negatieve externe effecten. Onbetaalde arbeid: Hoewel de arbeid van onbetaalde arbeid waarde toevoegt aan de welvaart, komt die niet in het bruto binnenlands product omdat de arbeid niet betaald wordt. Het bruto binnenlands product is dus een onnauwkeurige indicator van de welvaart. Maar dit geldt ook voor de som van het producenten- en consumentensurplus. Het bruto binnenlands product is een benadering van de hoogte van de welvaart. Het zegt niet over de verdeling van de welvaart. Welvaart kan scheef verdeeld zijn, of juist minder ongelukkig uitvallen als iedereen hetzelfde inkomen zou hebben. De verdeling van het bruto binnenlands product over de ingezeten van het land bekijk je met de Lorenz-curve. Deze curve zet twee percentages tegen elkaar af. De Lorenz-curve illustreert de mate waarin het inkomen scheef verdeeld is. Als iedereen hetzelfde verdient, valt de Lorenz-curve samen met de diagonaal. De betekenis van de curve is dus: hoe verder de curve afligt van de diagonaal, hoe schever het inkomen is verdeeld. De overheid heft belastingen om collectieve goederen te produceren of om overheidstaken mee te betalen. Belastingheffing heeft gevolgen voor de inkomensverdeling. Belasting is voor de overheid ook een instrument om het primaire inkomen te herverdelen. Alle verschillende belastingen plus de bijbehorende regels vormen samen het belastingstelsel. De werking van de loonbelasting illustreert dat belastingen het inkomen herverdeling. Een vlaktaks is het percentage loonbelasting dat niet afhankelijk is van de hoogte van het loon. We spreken ook wel over een proportioneel belastingtarief. Het belastingpercentage blijft gelijk, maar wat iemand aan belasting betaalt is een vaste proportie van zijn inkomen. Het inkomen na belastingen is het secundaire inkomen. Het secundaire inkomen is het primaire inkomen dat resteert nadat het door de overheid verlaagd is door middel van belastingen en de verplichte premies voor de volksen werknemersverzekeringen, en eventueel verhoogd is met uitkeringen. We noemen dit ook wel het besteedbaar inkomen. De secundaire inkomensverdeling is bij een vlaktaks even scheef als het primaire inkomensverdeling, omdat de overheid met de belastingheffing de verhouding niet verandert. In een belastingsysteem kan een belastingvrije voet zitten, waardoor de belastingbetaler over de eerste verdiende euro s geen belasting hoeft te betalen. Een belangrijke indicator van het belastingstelsel is wat iemand gemiddeld aan belasting betaald: het gemiddelde belastingtarief. Dit is gelijk aan de betaalde belasting als percentage van het bruto inkomen. * gemiddeld belastingtarief = belasting : bruto inkomen x 100% Bij een proportioneel tarief is het gemiddelde belastingtarief bij elk inkomen even hoog. Het percentage dat iemand over zijn laatst verdiende euro aan belasting betaalt is het marginale belastingtarief. Dit is een proportioneel tarief. Het effect van een belastingvrije voet op de inkomensverdeling is duidelijk te tonen met het gemiddelde en marginale belastingtarief. Zonder belastingvrije voet is het gemiddelde belastingtarief gelijk aan het Pagina 5 van 9

6 marginale belastingtarief. Dit is onafhankelijk van het bruto maandloon. Door een belastingvrije voet verandert dit. Het voordeel van de belastingvrije voet is groter dan het nadeel van het hoge belastingpercentage. Bij een belastingvrije voet is er sprake van een progressief belastingsysteem: het marginale en gemiddelde belastingpercentage stijgt bij een stijgend inkomen. Dit veroorzaak nivellering van de inkomens. Mensen met een hoger inkomen betalen meer belasting, maar mensen met een laag primair inkomen houden naar verhouding een hoger secundair inkomen over dan mensen met een hoog primair inkomen. Bij denivellering spreken we van het tegenovergestelde. Het omgekeerde van een progressief belastingsysteem is een degressief belastingsysteem. Daarbij betalen mensen met een hoog inkomen naar verhouding minder dan mensen met een laag inkomen. Kenmerken van de belastingsystemen: Progressief belastingsysteem Proportioneel belastingsysteem Degressief belastingsysteem Effect op de Gemiddeld belastingtarief Marginaal belastingtarief inkomensverdeling Stijgt bij stijgend inkomen Stijgt bij stijgend inkomen Nivellerend Bij ieder inkomen gelijk Bij ieder inkomen gelijk Onderlinge inkomens verhoudingen blijven gelijk Daalt bij stijgend inkomen Daalt bij stijgend inkomen Denivellerend Het gevolg van het herverdelen van het primaire inkomen met een progressief belastingsysteem is direct zichtbaar met de lorenz-curve. De lorenz-curve van het secundaire inkomen ligt dichter bij de diagonaal omdat de inkomensongelijkheid binnen het secundaire inkomen kleiner is dan bij het primaire inkomen. Een vlaktakspercentage, gecombineerd met een bepaalde omvang van de belastingvrije voet, herverdeelt het primaire inkomen op progressieve wijze. Dit kan grote verschillen tot gevolg hebben. Er zijn daarom ook meerdere belastingtarieven: Hier wordt over een deel van het loon belasting geheven Hier nog meer Hier nog veel meer Een progressieve belasting wil zeggen dat het belastingpercentage stijgt naarmate het inkomen hoger wordt. Vergeleken met een vlaktaks is een progressief belastingstelsel met oplopende percentages nadelig voor mensen met een hoog inkomen en voordelig voor mensen die minder verdienen. De meeste belastingstelsels kennen bij de inkomstenbelasting een progressief tarief met een belastingvrije voet. Dit zorgt samen voor de herverdeling van het primaire inkomen. Nog een manier om de inkomens via het belastingstelsel te nivelleren, is het instellen van een heffingskorting. Dit is het bedrag dat een belastingplichtige mag aftrekken van het te betalen bedrag. Mensen met een laag inkomen profiteren hier naar verhouding meer van. De heffingskorting is een vast bedrag dat een hoger deel van het inkomen is als het inkomen lager is. Keuzes voor een belastingstelsel worden gebaseerd op economische overwegingen De overheid moet belasting heffen om collectieve goederen te betalen Het belastingstelsel geeft aan wat de bevolking een rechtvaardige inkomensverdeling vindt Pagina 6 van 9

7 Nederland heeft op dit moment een belastingsysteem waarbij oplopende belastingtarieven en heffingskortingen de inkomensverdeling nivelleren. In Nederland bestaat het boxenstelsel: de verdeling van je inkomensbelasting opgedeeld in 3 soorten belastbare inkomens. Opgedeeld in 3 boxen: 1. Box 1: Belasting over inkomen uit werk en woning volgens een oplopend tarief met vier schijven. De schijven zijn gebaseerd op hoog naar laag tarief. Om je loonbelasting te kunnen betalen, bepaal je eerst het belastbaar inkomen. Dit is het bruto inkomen min de aftrekposten waarop je het recht hebt. 2. Box 2: Voor mensen die geld in een bedrijf hebben geïnvesteerd. 3. Box 3: Belasting over het inkomen uit sparen en beleggen. Hoofdstuk 3 De structuur van de markt bepaalt de marktprestaties en de economische prestaties. De evenwichtsprijs is bijvoorbeeld hoger wanneer er maar 1 aanbieder i dan in een situatie van volkomen concurrentie. Belangrijkste macro-economische kenmerken van de economische structuur: Menselijk kapitaal: Arbeid is de belangrijkste productiefactor. Het opleidingsniveau van arbeiders is ook van belang. De omvang en kwaliteit van de beroepsbevolking zeggen veel over de structuur van de economie. Fysieke infrastructuur: De fysieke infrastructuur omvat vele zaken, zoals het spoorwegennet, de havens, het wegennet, het netwerk van gsm-masten en het waterleiding netwerk. Het is een bepalend kenmerk van de economische structuur. Sectorgrootte: De economie kan in vier sectoren worden verdeeld, de primaire, de secundaire en de tertiaire en de quartaire sector. Sociale infrastructuur: Er bestaan tal van regels die het ruilen stimuleren. Het rechtssysteem is een onderdeel van de sociale infrastructuur van een land. Als het rechtssysteem faalt, wordt er minder geruild. De sociale infrastructuur omvat niet alleen het rechtssysteem, maar die infrastructuur is ook krachtiger als een land een mededingingsautoriteit heeft. Verder is de mate van corruptie een onderdeel van de sociale infrastructuur. In landen waar corruptie hoogtij viert, heerst grote onzekerheid. Ook is het lidmaatschap tussen landen als de EU een belangrijk onderdeel van de sociale infrastructuur. Categoriale inkomensverdeling: De categoriale inkomensverdeling geeft de verdeling van het binnenlandse inkomen over de inkomenscategorieën uit: loon, pacht (en huur), rente en winst. De loonquote geeft aan welk deel van het binnenlandse inkomen naar de productiefactor arbeid gaat: * loonquote: loon = binnenlands inkomen x 100% Op dezelfde manier is de winstquote te berekenen. De winstquote wordt meestal met de pachtquote en de rentequote samengevoegd tot de quote van het overig inkomen. Een zelfstandige met een eenmanszaak ontvangt zijn inkomen uit de winst van de onderneming. De loon is gelijk aan de winst en noem je het looninkomen van een zelfstandige winst, terwijl het eigenlijk de beloning is voor de arbeid die hij verricht. Arbeidsinkomen: * arbeidsinkomen = looninkomen + winst zelfstandigen met een eenmanszaak Ook de arbeidsinkomensquote is een belangrijke indicator: * arbeidsinkomensquote = arbeidsinkomen : binnenlands inkomen x 100% De loon- en inkomensquota geven aan hoeveel er relatief verdiend wordt door een productiefactor. Als de loonquote hoog is, zijn er relatief veel mensen in loondienst en gaat er dus een groter deel van het verdiende inkomen naar de werknemers. De stijging van de loonquote kan alleen ook ten koste van de winstgevendheid gaan van de bedrijven, waardoor de investeringen kunnen dalen. Als de winstquote hoog is, zijn er relatief veel ondernemingen en geeft dit aan dat er veel ruimte is voor bedrijfsinvesteringen. Monetaire infrastructuur: Omvat alle zaken die te maken hebben met de financiële kant van ruil. Het is een wezenlijk onderdeel van de economische structuur. Een slechte monetaire infrastructuur bemoeilijkt het ruilen en wordt er minder waarde gecreëerd. Het bruto binnenlands product is een macro-economische maatstaf voor de welvaart, maar lijkt dit niet altijd zo te zijn. Het bruto binnenlands product dient alleen toch als basis om de prestaties van een economie te meten. Een bruto binnenlands product is namelijk voor ieder land hetzelfde en maakt het dus mogelijk landen met elkaar te kunnen vergelijken. Pagina 7 van 9

8 Belangrijkste prestatiestaven: Bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking: Grotere landen zullen een groter bruto binnenlands product hebben en zal er dus meer waarde aan worden toegevoegd. Om het niveau van het bruto binnenlands product tussen landen te kunnen vergelijken, moet je het delen door het aantal inwoners. Zo ontstaat het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking: * bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking = bruto binnenlands product : aantal inwoners We noemen dit ook wel het gemiddelde inkomen en wordt het gezien een maatstaf voor de absolute rijkdom van een land. Economische groei: Omdat het bruto binnenlands product een centrale plaats inneemt in de macro-economie, heeft de verandering van het bruto binnenlands product door de tijd een speciale naam gekregen, de economische groei: * economische groei = bruto binnenlands product dit jaar bruto binnenlands product vorig jaar bruto binnenlands product vorig jaar x 100% Als het bruto binnenlands product van dit jaar groter is geworden lijkt het alsof iedereen rijker is geworden, dit hoeft alleen niet zo te zijn, prijzen kunnen ook stijgen en zorgen vanzelf voor een hogere waarde voor het bruto binnenlands product. Om het bruto binnenlands product van jaar tot jaar te vergelijken moet je rekening houden met de prijsontwikkeling door de tijd. Bij nominale economische groei wordt er geen rekening gehouden met inflatie, bij reële economische groei wordt hier wel rekening mee gehouden. Bij de berekening van de economische groei moet je rekening houden met de prijsontwikkeling. Als het reële bruto binnenlands product stijgt, stijgt ook het besteedbaar inkomen. Wanneer er meer mensen en bedrijven in een economie geld verdien, nemen ook de belastinginkomsten toe en kan de overheid werken aan het versterken van de economische structuur door bijvoorbeeld de fysieke infrastructuur uit te breiden. Of subsidies geven aan mensen die minder verdienen om zo de inkomensongelijkheid te laten dalen. Als de economie groeit kan de overheid meer beleid maken. Productiviteit: Nauw verbonden met de economische groei is de productiviteit van productiefactoren. Bij een toenemende productiviteit kan met dezelfde inzet van productiefactoren meer toegevoegde waarde worden gecreëerd en groeit het bruto binnenlands product. Innovatie is daarom essentieel. Economieën die veel innoveren, kenmerken zich door een grote economische groei die dus het gevolg is van een hogere productiviteit. Technologische vooruitgang: Uiteindelijk zorgt innovatie voor meer economische groei. Het heeft alleen ook een direct effect. De stand van de techniek beïnvloedt namelijk de sterke van het leven. De mate van technologische vooruitgang die een economie boekt, is daarom een belangrijke prestatiemaatstaf. Werkloosheid: Werkloos zijn en geen gebruik maken van de productiefactor arbeid is een slechte zaak. Iemand die werkloos is wil graag wel aan het werk, maar heeft hier vaak geen mogelijk toe. Werkloosheid is niet alleen vervelend voor de werkloze zelf, maar ook voor de totale economie want een deel van de productiecapaciteit blijft onbenut. Het aantal mensen dat werkloos is als percentage van de beroepsbevolking, het werkloosheidspercentage, is daarom een belangrijke maatstaf voor de prestaties van de economie. Scholing en kwaliteit van arbeid: De mate van scholing die iemand volgt en de kwaliteit van arbeid zijn nauw met elkaar verbonden. Iemand die niet opgeleid is verricht ongeschoolde arbeid die in de regel vaak van lagere kwaliteit is. De kwaliteit van arbeid en de mate waarin kinderen onderwijs volgen zijn twee belangrijke indicatoren voor de prestatie van een economie. De economische structuur van een land bepaalt de prestaties van een economie: Een goed ontwikkelde fysieke infrastructuur verhoogt de productiviteit van de ingezette productiefactoren. Als he opleidingsniveau van een land laag is, wordt er minder geïnnoveerd. Wanneer er te veel corruptie is wordt er vanwege onzekerheid minder waarde toegevoegd. Als de monetaire infrastructuur niet ontwikkeld is wordt er minder waarde toegevoegd omdat geld als ruilmiddel ontbreekt. Inkomensverschillen tussen landen bestaan al heel lang. Dit kan alleen langzaam aan verdwijnen: Door internationale handel worden technologische vernieuwingen wereldwijd verspreid. Mensen worden steeds mobieler. Het internet geeft iedereen toegang tot een schat aan informatie. Er bestaan een mondiale monetaire infrastructuur. Toch is er maar beperkt sprake van convergentie van inkomen tussen landen en blijven de verschillen in inkomen Pagina 8 van 9

9 groot. Dit kan komen door: Grote culturele verschillen In veel landen is sprake van een dictatuur Het is niet van belang voor rijke landen als arme landen zich ontwikkelen De bestaande situatie heeft de neiging tot stand te blijven Door meer en betere productiefactoren kunnen de landen de economische groei handhaven. Veel ontwikkelingslanden zitten in een vicieuze cirkel en raken steeds meer achter op de landen met een hoge economische groei. Sommige ontwikkelingslanden proberen hieruit te ontsnappen en zorgen ervoor dat hun bevolking steeds beter wordt opgeleid en hun bedrijven beschikken over steeds meer en betere kapitaalgoederen. Dankzij de lage lonen kunnen zij veel goederen exporteren naar de rest van de wereld en een hoge economische groei halen. Een manier om economische convergentie af te dwingen is het opzetten van internationale samenwerkingsverbanden tussen landen: De inkomensverschillen binnen de EU zijn gestaag afgenomen De factoren die convergentie belemmeren worden binnen de EU zo veel mogelijk weggenomen Er vindt binnen de EU herverdeling van inkomen plaats Rijke landen betalen meer belasting om andere landen te helpen zich verder te ontwikkelen. Pagina 9 van 9

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp.

De optelsom van alle bruto toegevoegde waarden die in een land gedurende een jaar zijn gemaakt, is gelijk aan het bbp. Boekverslag door P. 2397 woorden 24 september 2013 7.7 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Hoofdstuk 1 Paragraaf 1; Binnenlands product De macro-economie kijkt naar de optelsom

Nadere informatie

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten? 3) Wat zijn negatief externe effecten? 4) Waarom is deze maatstaf niet goed genoeg? Licht toe. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Economische groei

Samenvatting Economie Economische groei Samenvatting Economie Economische groei Samenvatting door Marise 2342 woorden 6 maart 2017 6,9 18 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie Module Economische groei Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden Paragraaf 1 Nationaal inkomen en welvaart Economie samenvatting H8 Om de welvaart in een land te meten gebruik je het bbp (bruto binnenlands product). Dat is de omvang van de totale productie in het hele

Nadere informatie

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting Economie Toetsweek 2 Samenvatting door E. 1301 woorden 3 december 2016 10 1 keer beoordeeld Vak Economie VERKOOPWAARDE 2000 INKOOPWAARDE: (INTERMEDIAIR VERBRUIK) GRONDSTOFFEN 1100 DIENSTEN

Nadere informatie

Bruto binnenlands product

Bruto binnenlands product Bruto binnenlands product Binnenlands = nationaal Productie bedrijven Individuele goederen Omzet Inkoop van grond- en hulpstoffen - Bruto toegevoegde waarde Afschrijvingen- Netto toegevoegde waarde = Beloningen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur

Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting Economie Hoofdstuk 19 en 20: Inkomensverdeling en conjuntuur Samenvatting door een scholier 1286 woorden 9 januari 2013 6,8 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 Personele inkomensverdeling

Nadere informatie

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren.

Het primaire inkomen is de beloning voor het ter beschikking stellen van productiefactoren. Samenvatting door R. 1396 woorden 17 februari 2014 5,4 5 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent 19.1 personele inkomensverdeling Het besteedbaar uitkomen per huishouding. De besteedbarde inkomens

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door M. 1189 woorden 16 november 2016 0 keer beoordeeld Vak Economie Economie, hoofdstuk 4 Loon/winst: zijn vormen van inkomen. Hierover betaal je belastingen

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven Samenvatting door D. 1403 woorden 18 januari 2014 7 3 keer beoordeeld Vak Economie Conjunctuurbeweging/Conjunctuur: Het patroon van het stijgen

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting Economie Hoofdstuk 6 Samenvatting door een scholier 2139 woorden 16 oktober 2005 7,4 25 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Paragraaf 1 Micro-economie: als we de productie door 1

Nadere informatie

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur Paragraaf 7.1 Groeit de economie? BBP = Bruto Binnenlands Product, de totale productie in een land in één jaar Nationaal inkomen = het totaal van alle inkomens in een land in één jaar Inkomen = loon, rente,

Nadere informatie

Domein Welvaart en Groei

Domein Welvaart en Groei Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! havo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /04

ALGEMENE ECONOMIE /04 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M 3 benaderingen van het begrip inkomen : F economisch: - nominaal inkomen (in geld uitgedrukt) - reëel

Nadere informatie

Samenvatting Economie economie

Samenvatting Economie economie Samenvatting Economie economie Samenvatting door een scholier 4596 woorden 20 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Economie H1: Macro-economische kengetallen Bruto binnenlands

Nadere informatie

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan.

Dé arbeidsmarkt bestaat niet. Het bestaat uit een groot aantal deelmarkten die min of meer met elkaar in verbinding staan. Samenvatting door Marit 1960 woorden 24 januari 2016 7,2 16 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO economie H.4 1 klaar met de opleiding Als je klaar bent met je opleiding ga je op zoek naar een werkkring.

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Domein Welvaart en Groei

Domein Welvaart en Groei Domein Welvaart en Groei Zie steeds de eenvoud!! vwo Frans Etman Welvaart Welvaart Hoe je jouw wensen kan vervullen met producten. Dat is thuistaal. Voor een toets schrijf je op: de mate van behoeftebevrediging

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting Economie Hoofdstuk 2 Samenvatting door een scholier 1990 woorden 6 december 2010 3,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie In balans 2.1 produceren Produceren: het maken van goederen en het

Nadere informatie

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting Economie Nationale Rekeningen Samenvatting door een scholier 1747 woorden 18 november 2004 4,8 57 keer beoordeeld Vak Methode Economie Kern van de economie 1.1 Macro-economie Kenmerk macro-economie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen

Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting Economie Lesbrief Modellen Samenvatting door een scholier 1385 woorden 6 mei 2006 6,2 13 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO H. 1, Crisis. Conjunctuurtheorie = theorie over crisis met

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18

Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting Economie Hoofdstuk 16,17,18 Samenvatting door Suzanne 4057 woorden 20 september 2017 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting hoofdstuk 16,17,18 Paragraaf 16.1

Nadere informatie

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis)) Samenvatting door een scholier 421 woorden 11 maart 2002 6 51 keer beoordeeld Vak Economie Economie Lesbrief Welvaart Hoofstuk 1 Goederen Diensten Materieel Immaterieel Stoffelijk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Jong & Oud

Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting Economie Jong & Oud Samenvatting door S. 1109 woorden 25 april 2017 7,3 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Hoofdstuk 1: School of baantje Budgetlijn - Geeft verschillende combinaties

Nadere informatie

4.1 Klaar met de opleiding

4.1 Klaar met de opleiding 4.1 Klaar met de opleiding 1. Werken in loondienst - Bij een bedrijf of bij de overheid (gemeente, provincie, ministerie); - Je krijgt loon/salaris; - Je hebt een bepaalde zekerheid, dat je werk hebt,

Nadere informatie

1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen;

Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari keer beoordeeld. Hoofdstuk 4.3 t/m & 4.4 begrippen; Samenvatting door een scholier 1202 woorden 10 januari 2002 6 104 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 4.3 t/m 5 4.3 & 4.4 begrippen; arbeidsinkomen voor werknemers is dit het loon en voor zelfstandigen

Nadere informatie

UIT inkomstenbelasting

UIT inkomstenbelasting De inkomstenbelasting, box 1. De inkomstenbelasting box 1, is het systeem van belasten van inkomen uit arbeid. Ook het huis waar men woont wordt in dit systeem belast. Box 1 bestaat uit drie onderdelen:

Nadere informatie

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten?

1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers, makelaars en soldaten? Samenvatting door een scholier 1896 woorden 6 februari 2007 5,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Economie samenvatting : 1) Wat krijgt een werknemer, een ambtenaar, huisarts, boekenschrijvers,

Nadere informatie

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar

Nadere informatie

Eco samenvatting H16 t/m H23

Eco samenvatting H16 t/m H23 Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in een beleggingsobject in de hoop hier een financieel voordeel uit te halen (een nadeel is ook een reëel mogelijkheid)

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid

Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Samenvatting door Een scholier 2055 woorden 2 november 2003 5.7 113 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Economie Modellen H3 t/m 7 Hoofdstuk 3 De gesloten economie zonder overheid Y inkomensevenwicht

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER 2016 15.30-17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene economie vrijdag 16 december 2016 B / 12 2016 NGO-ENS B / 12 Opgave

Nadere informatie

- door geld op een spaarrekening te zetten (meestal direct opeisbaar, laag risico, lage rente)

- door geld op een spaarrekening te zetten (meestal direct opeisbaar, laag risico, lage rente) Samenvatting door een scholier 2461 woorden 12 maart 2017 4,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Eco samenvatting H16 t/m H23 Hoofdstuk 16: Beleggen Beleggen houd in dat je geld vastzet in

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10

Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting Economie Hoofdstuk 9 en 10 Samenvatting door een scholier 2188 woorden 14 februari 2016 8,6 15 keer beoordeeld Vak Methode Economie Pincode Hoofdstuk 9: Schommelingen in de economie 9.1 Schommelingen

Nadere informatie

Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten

Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting Economie samenvatting overheid + hfdst 1 consumenten en producenten Samenvatting door J. 1607 woorden 28 augustus 2012 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index H1: De omvang van de

Nadere informatie

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro.

4 Toon met twee verschillende berekeningen aan dat het ontbrekende gemiddelde inkomen (a) in de tabel gelijk moet zijn aan 70 000 euro. Grote opgave personele inkomensverdeling Blz. 1 van 4 personele inkomensverdeling Inkomensverschillen tussen personen kunnen te maken hebben met de verschillende soorten inkomen. 1 Noem drie soorten primair

Nadere informatie

H1: Economie gaat over..

H1: Economie gaat over.. H1: Economie gaat over.. 1: Belangen Geld is voor de economie een smeermiddel, door het gebruik van geld kunnen we handelen, sparen en goederen prijzen. Belangengroep Belang = Ze komen op voor belangen

Nadere informatie

Ruilen over de tijd (havo)

Ruilen over de tijd (havo) 1. Leg uit dat het sparen door gezinnen een voorbeeld is van ruilen in de tijd. 2. Leg uit waarom investeren door bedrijven als ruilen over de tijd beschouwd kan worden. 3. Wat is intertemporele substitutie?

Nadere informatie

H2: Economisch denken

H2: Economisch denken H2: Economisch denken 1 : Produceren Produceren: Het voortbrengen van goederen en diensten met behulp van de productiefactoren door bedrijven en de overheid. Alleen bedrijven en de overheid kunnen produceren

Nadere informatie

1 De economische kringloop

1 De economische kringloop 1 De economische kringloop Wat is Marco-economonie? Studie van het verband tussen Gezinnen Bedrijven Overheid Buitenland Welke soorten economische vraagstukken hebben we? Productie Werkloosheid Inflatie

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3

Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst Economie Levensloop H1,H2,H3 Begrippenlijst door een scholier 1235 woorden 6 november 2011 6,7 68 keer beoordeeld Vak Economie BEGRIPPEN H1 KIEZEN Consumptie De uitgaven van een consument/overheid

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo II

Eindexamen economie vwo II Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Voorbeelden van een

Nadere informatie

20.1 Wat is economische groei?!

20.1 Wat is economische groei?! 20.1 Wat is economische groei? Om te beoordelen of er geproduceerd is, moet het BBP worden gecorrigeerd voor de inflatie. BBP is de totale product door binnenlandse sectoren. We vinden dan de toename van

Nadere informatie

5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context

5,3. Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober keer beoordeeld. Economie in context Samenvatting door K. 811 woorden 21 oktober 2013 5,3 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context De volledige word (.docx) versie zit bijgevoegd als bestand! Productie: Grondstoffen Hulpstoffen

Nadere informatie

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke

Meso-economie De totale productie van een bedrijfskolom kun je vinden door de toegevoegde waarde van afzonderlijke Samenvatting door een scholier 1938 woorden 28 januari 2006 6,4 14 keer beoordeeld Vak Economie Lesbrief 1 Welvaart Hoofdstuk 1 vakantie en werken Mensen voorzien in hun behoefte door goederen en diensten

Nadere informatie

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven: Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari 2016 6,9 10 keer beoordeeld Vak Methode Economie Index Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1 Actieven en inactieven: Actieven; mensen die betaald werk

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23

Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting Economie Hoofdstuk 17 t/m 23 Samenvatting door H. 1617 woorden 18 november 2012 6,5 9 keer beoordeeld Vak Methode Economie Percent Hfd 17 Het Bruto Binnenlands Product (blz 24 & 25) 17.1 Een

Nadere informatie

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl

Domein E: Ruilen over de tijd. fransetman.nl Domein E: Ruilen over de tijd Rente : prijs van tijd Nu lenen: een lagere rente Nu sparen: een hogere rente Individuele prijs van tijd: het ongemak dat je ervaart Algemene prijs van tijd: de rente die

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I

Eindexamen economie 1-2 vwo 2004-I 4 Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 Een voorbeeld van een juiste berekening

Nadere informatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? Samenvatting Economie Hoofdstuk 8 Over de grens? 8.1 Waarom handel met het buitenland? Importeren = het kopen van goederen en diensten uit het buitenland. Waarom? -Goedkoper of van betere kwaliteit -Bepaalde

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij?

Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij? Paragraaf 1: Het nationaal inkomen Samenvatting Hoofdstuk 7 Welvaart, wie vaart er wel bij? Voor iedere productiefactor die gezinnen ter beschikking stellen, krijgen ze een beloning. In het schema kun

Nadere informatie

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE

6,3 ECONOMIE. Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari keer beoordeeld. Lesbrief Globalisering INFLATIE Samenvatting door een scholier 4680 woorden 25 januari 2011 6,3 17 keer beoordeeld Vak Economie ECONOMIE Lesbrief Globalisering INFLATIE Soort Oorzaken OPLOSSINGEN Vraag Bestedingsinflatie Door de oplevende

Nadere informatie

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden? 1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?. een daling van het aantal werklozen B. een toename van de emigratie uit het betreffende land. de

Nadere informatie

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012

Statistisch Magazine Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Internationale economische ontwikkelingen in de periode 2010 tot en met 2012 Inleiding Lorette Ford De economische ontwikkeling van een land kan door middel van drie belangrijke economische indicatoren

Nadere informatie

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag.

Uitleg theorie AS-AD model. MEV Wat betekent AS-AD. Aggregated demand: de macro-economische vraag. Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is daarmee een macro-economisch model. Het model maakt sterk gebruik van het marktmodel uit

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon

6,6. Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Hoofdstuk Bruto- en nettoloon Samenvatting door een scholier 768 woorden 3 maart 2015 6,6 2 keer beoordeeld Vak Methode Economie Economie in context Hoofdstuk 1 1.1 Bruto- en nettoloon Loonstrook/Salarisspecificatie -> krijg je elke

Nadere informatie

Eindexamen economie havo II

Eindexamen economie havo II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 import: 250 + 29 + 139 + 415 460

Nadere informatie

Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving

Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving Proeftoets Economische Bedrijfsomgeving 1. Schaarste heeft in de economie een andere betekenis dan in het normale spraakgebruik. We spreken in de economie van schaarste als: a. De behoeften beperkt en

Nadere informatie

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging

Module 8 havo 5. Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Module 8 havo 5 Hoofdstuk 1 conjunctuurbeweging Economische conjunctuur hoogconjunctuur Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. laagconjunctuur Reëel binnenlands product groeit

Nadere informatie

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen vwo economie I Opgave 1 1 maximumscore 1 Uit het antwoord moet blijken dat de hoogte van de arbeidsinkomensquote 0,7 / 70% is. 2 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat als b 1 daalt, het inkomen na belastingheffing

Nadere informatie

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II Beoordelingsmodel Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een antwoord waaruit blijkt dat

Nadere informatie

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I

Eindexamen havo economie oud programma 2012 - I Opgave 1 Beleggingen leiden tot inkomensverschillen Aangetrokken door voorspoedige ontwikkelingen op de effectenbeurs, zijn in een land de mensen steeds meer gaan beleggen in aandelen en obligaties. Mede

Nadere informatie

Algemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam

Algemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam Algemene economie P3 Auteurs: dr. R. Schöndorff, drs. J.F.B. Pleus en dr. C.A. de Kam Macro-economie bestudeert economische variabelen om op die manier te begrijpen hoe de economie in zijn geheel (nationaal

Nadere informatie

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting. Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen Valt het mee of tegen? a b c Als Yara een appartement koopt moet ze een hypotheek afsluiten. Hiervoor betaalt ze iedere maand een bepaald bedrag. Dit zijn haar vaste

Nadere informatie

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie havo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 1 van het aanbod van arbeid

Nadere informatie

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4 Samenvatting door A. 969 woorden 18 november 2012 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Kinderen krijgen is voor ouders liefde en vreugde en de ouders

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen en groei

Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting Economie Inkomen en groei Samenvatting door een scholier 2020 woorden 10 maart 2009 8,2 49 keer beoordeeld Vak Economie Productie en ruilen. Als je zelfvoorzienend bent dan produceer je goederen

Nadere informatie

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present) Antwoorden door een scholier 1164 woorden 25 maart 2004 5,1 76 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1: productie en productiefactoren

Nadere informatie

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering. Top 100 vragen. De antwoorden! 1 Als de lonen stijgen, stijgen de productiekosten. De producent rekent de hogere productiekosten door in de eindprijs. Daardoor daalt de vraag naar producten. De productie

Nadere informatie

Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3

Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3 Samenvatting Economie Economische groei H1 t/m H3 Samenvatting door een scholier 2598 woorden 19 februari 2007 6,4 9 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economische groei: Welvaart: De mate waarin

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Een voorbeeld van een

Nadere informatie

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens

De overheid. Uitgaven: uitkeringen en subsidies. De overheid. Ontvangsten: belasting en premies. De grote herverdeler van inkomens Overheid H2 De overheid De grote herverdeler van inkomens Ontvangsten: belasting en premies De overheid Uitgaven: uitkeringen en subsidies De grote herverdeler van inkomens 2 De Nederlandse overheid Belangrijke

Nadere informatie

Eindexamen economie vwo I

Eindexamen economie vwo I Beoordelingsmodel Opmerking Algemene regel 3.6 is ook van toepassing als gevraagd wordt een gegeven antwoord toe te lichten, te beschrijven en dergelijke. Opgave 1 1 maximumscore 2 Uit het antwoord moet

Nadere informatie

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij.

2.2 Kinderjaren. De bedragen en percentages uit dit hoofdstuk hoef je niet uit je hoofd te leren. Indien nodig krijg je deze op een proefwerk erbij. 2.2 Kinderjaren Het krijgen van kinderen heeft voor ouders economische gevolgen: 1. Ouders krijgen minder tijd voor andere zaken en gaan bv. minder werken; 2. Kinderen kosten geld. De overheid komt ouders

Nadere informatie

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. economie. tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 13.30-16.00 uur economie tevens oud programma economie 1,2 Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1203 woorden 17 januari 2005 6,1 90 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting economie lesbrief: inkomen. Hoofdstuk 1: de

Nadere informatie

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Samenvatting door een scholier 1037 woorden 19 augustus 2003 5,5 126 keer beoordeeld Vak Economie H1. Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden Macroniveau:

Nadere informatie

UIT theorie ASAD

UIT theorie ASAD Uitleg theorie AS-AD model. Het AS-AD model is een theoretisch model over de werking van de economie. Het model is een samenvoeging van de theorie van Keynes met de oude klassieke modellen. In verschijningsvorm

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2 Als je moet kiezen welk plaatje je op je cijferlijst zou willen hebben,

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI UUR UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE 22 JUNI 2015 14.45 UUR 16.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie Algemene Economie 22 juni 2015 B / 11 2015 NGO - ENS B / 11 Opgave 1 (21 punten) Vraag

Nadere informatie

Samenvatting Economie Internationale Handel

Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting Economie Internationale Handel Samenvatting door een scholier 1611 woorden 9 september 2001 6,5 169 keer beoordeeld Vak Economie Economie Internationale Handel Hoofdstuk 1 Nederland is erg

Nadere informatie

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid

Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting Economie Module 7 De Overheid Samenvatting door een scholier 946 woorden 15 november 2007 5 8 keer beoordeeld Vak Economie Economie module 7: de overheid Samenvatting voor GR ECONOMISCHE ORDE

Nadere informatie

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M)

Domein GTST havo. 1) Gezinnen, bedrijven, overheid en buitenland; of anders geformuleerd: (C + I + O + E M) 1) Geef de omschrijving van trendmatige groei. 2) Wat houdt conjunctuurgolf in? 3) Noem 5 conjunctuurindicatoren. 4) Leg uit waarom bij hoogconjunctuur de bedrijfswinsten zullen stijgen. 5) Leg uit waarom

Nadere informatie

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115

Groep Wegingsfactor Prijsverandering Partieel prijsindexcijfer Woning 40% +10% 110 Voeding 30% -10% 90 Kleding 20% +20% 120 Diversen 10% +15% 115 Samenvatting door M. 1480 woorden 6 januari 2014 7,2 17 keer beoordeeld Vak Methode Economie Praktische economie Tijd is geld De ECB leent geld uit aan de banken. Ze rekenen daar reporente voor. Banken

Nadere informatie

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als %

Rendement = investeringsopbrengst/ investering *100% Reëel rendement = Nominaal rendement / CPI * 100-100 Als % Inflatie Stijging algemene prijspeil Consumenten Prijs Indexcijfer Gewogen gemiddelde Voordeel: Mensen met schulden Nadeel: Mensen met loon, spaargeld Reële winst bedrijven daalt Rentekosten bedrijven

Nadere informatie

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand?

Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Samenvatting door een scholier 2055 woorden 10 oktober 2001 7,3 256 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdstuk 1 Inkomen Deelvraag van hoofdstuk 1 = Hoe komen de verschillende inkomens tot stand? Looninkomen,

Nadere informatie

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land

INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land INLEIDING: Het BBP als welvaartsindicator van een land A. Inleidende begrippen 1. Het begrip BBP Het BBP is de som van alle bruto toegevoegde waarden geproduceerd door alle ondernemingen in 1 land in een

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE MAANDAG 27 JUNI 2016 15.30 17.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie ALGEMENE ECONOMIE Maandag 27 juni 2016 B / 9 2016 NGO-ENS B / 9 Opgave 1 (20 punten)

Nadere informatie

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl

Keuzeonderwerp. Keynesiaans model. Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt. fransetman.nl Keuzeonderwerp Keynesiaans model Gesloten /open economie zonder/met overheid met arbeidsmarkt Vraag op de goederenmarkt Alleen gezinnen en bedrijven kopen op de goederenmarkt. C = 0,6 Y Aa = 4 mln mensen

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8

Handel (tastbare goederen) 61 35 + 26 Diensten (transport, toerisme, ) 5 4 + 1 Primaire inkomens (rente, dividend, ) 11 3 + 8 betalingsbalans Zweden behoort tot de EU maar (nog) niet tot de EMU. Dat maakt Zweden een leuk land voor opgaven over wisselkoersen, waarbij een vrij zwevende kroon overgaat naar een kroon met een vaste

Nadere informatie

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3 Samenvatting door H. 1812 woorden 16 juni 2013 6 4 keer beoordeeld Vak Methode Economie LWEO Economie samenvatting Werk hoofdstuk 1, 2 en 3 Hoofdstuk 1. Werken

Nadere informatie

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen

Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Hoofdstuk 5: Internationale betrekkingen Economie VWO 2011/2012 www.lyceo.nl H5: Internationale betrekkingen Economie 1. Inkomen 2. Consument 3. Producenten 4. Markt en Overheid 5. Internationale betrekkingen

Nadere informatie

Begrippenlijst Economie Jong en Oud

Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst Economie Jong en Oud Begrippenlijst door Anna 1086 woorden 21 december 2016 8,7 10 keer beoordeeld Vak Economie Aandeel: Bewijs van mede-eigendom van een onderneming. Permanent beschikbaar.

Nadere informatie