elektrotechniek CSPE KB 2013

Transcriptie

1 elektrotechniek CSPE KB 2013 instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe s van 2013 (Septembermededeling op bevatten nadere informatie over dit cspe. 1 Geheimhouding cspe 1 Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op en staat een goed voorbeeld van een protocol. 2 Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. 3 Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. 4 Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. 5 Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. 6 Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan. PB-0631-b-13-1-i 1 lees verder

2 7 Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. 8 Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. 9 Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen. 2 Voorbereiding cspe 1 Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. 2 Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). 3 Het cspe kent de onderdelen A, B, C,. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. 4 Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. 5 Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. 6 Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. 7 Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in de richtlijnen examentijd cspe nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. 8 Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op 9 Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op PB-0631-b-13-1-i 2 lees verder

3 3 Afname cspe 1 Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. 2 De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. 3 Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op 4 Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. 5 Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. 6 Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing. 4 Herkansing cspe 1 Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. 2 Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. 3 BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. 4 De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. 5 Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. 6 Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl. PB-0631-b-13-1-i 3 lees verder

4 5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1 De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. 2 Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. 3 Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. 4 Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. 5 De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. 6 Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. 7 In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een beveiliging tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. 8 Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd. PB-0631-b-13-1-i 4 lees verder

5 6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A richttijd: 120 minuten akg* 1 praktijkopdracht ICT-gebruik: CAD-programma met bestand, bijlage 1 2 praktijkopdracht ICT-gebruik: Excel met bestand, bijlagen 1, 2, uitwerkbijlage 1 3 praktijkopdracht bijlage 2, uitwerkbijlage 1 4 minitoets variant a, b, c, d ONDERDEEL B richttijd: 520 minuten 5 praktijkopdracht bijlagen 2, 3, 4, uitwerkbijlage minitoets variant a, b, c, d ONDERDEEL C richttijd: 55 minuten 7 praktijkopdracht docent of vrijwilliger, bijlagen 1, 2, 3, praktijkopdracht uitwerkbijlage 3 9 minitoets variant a, b, c, d * akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden. PK-0631-b-13-1-i 5 lees verder

6 7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Dit examen bestaat uit drie onderdelen: Onderdeel A voorbereiding Onderdeel B uitvoering Onderdeel C oplevering Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen De materialen per kandidaat staan vermeld in paragraaf 8 van deze instructie. U zorgt voor de montageborden en de benodigde materialen per kandidaat (en zo nodig voor de gereedschappen). Spanningen U dient te allen tijde maatregelen te treffen voor een veilige situatie. Bij het testen gaat u uit van de volgende spanningen: lichtinstallatie: 1N ~ 50 Hz 230 V krachtinstallatie: stuurstroomgedeelte: 1 ~ 50 Hz 24 V hoofdstroomgedeelte: 3N ~ 50 Hz 400 V Opmerking over beschermingsleiding Bij een montageopdracht mag in het zwakstroomdeel gebruik worden gemaakt van kabels met een groen/gele ader. Deze groen/gele ader moet dan wel worden aangesloten zoals getekend. Er mogen in het zwakstroomdeel ook kabels zonder beschermingsleiding gebruikt worden. Ongevraagd hulp geven Het kan noodzakelijk zijn dat u tijdens de uitvoering van de opdrachten ingrijpt om de kandidaat te beschermen tegen lichamelijk letsel of om schade aan lokaal, materiaal of apparatuur te voorkomen. Dit neemt u mee in de beoordeling. Zie hiervoor het beoordelingsschema. Fouten herstellen De kandidaat mag zelf geconstateerde fouten in de installatie herstellen. Hiervoor mag géén extra examentijd worden toegekend. Technische tekeningen Bij de technische tekeningen in dit examen is uitgegaan van de NEN In sommige gevallen kan (in het belang van de kandidaat) hiervan zijn afgeweken. Foto van de montage De foto is bedoeld voor de examinator en geeft een beeld van de opdracht. Er kunnen verschillen zijn tussen de foto en de tekeningen. Het is niet toegestaan de foto van de installatie vooraf of tijdens het examen aan de kandidaat te tonen. PK-0631-b-13-1-i 6 lees verder

7 Planning afname De onderdelen en de opdrachten van elk onderdeel moeten in de aangegeven volgorde worden afgenomen. Voorbereiding Zie hiervoor de aanbevelingen per opdracht. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand opdracht etkb13_cad.dwg (of.dxf) 1 etkb13_calculatie.xls 2 Controleer vóór aanvang van het examen of de bestanden werken. Macrobeveiliging Veel Word- en Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro s. De macrobeveiliging in zowel Word als Excel moet daarom aangepast worden: in Office 2003 moet het beveiligingsniveau op laag gezet worden; in Office 2007 en Office 2010 moeten alle macro s worden ingeschakeld. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen. Afname uitreiking examendocumenten Bijlage 2 mag pas uitgedeeld worden bij aanvang van opdracht 2. Bijlage 4 mag pas uitgedeeld worden bij aanvang van opdracht 5. Uitwerkbijlage 3 mag pas uitgedeeld worden bij aanvang van opdracht 8. PK-0631-b-13-1-i 7 lees verder

8 Aanbevelingen per onderdeel De examinator zorgt ervoor dat de uitgangssituatie voor elke kandidaat gelijk is. Onderdeel A Opdracht 1 CAD-opdracht Deze opdracht wordt met een CAD-programma op de computer gemaakt. In het aangeleverde CAD-bestand is de grid ingesteld op 50 mm. Bij gebruik van StabiCAD geeft u de kandidaat zo nodig instructie voor het juist openen van het CAD-bestand: Start eerst StabiCAD. Maak een nieuw project aan en sleep (Drag & Drop) daarna het bestand vanuit Windows Verkenner naar de projectmap. Na afloop van opdracht 1 moet de kandidaat de afdruk van de CAD-tekening inleveren bij de examinator. Opdracht 2 materiaallijst De kandidaat vult eerst de materiaallijst (uitwerkbijlage 1) in en daarna het aangeleverde Excel-bestand. Na afloop van opdracht 2 levert de kandidaat de afdruk van de spreadsheet in bij de examinator. Uitwerkbijlage 1 is ook nodig bij opdracht 3. Opdracht 3 ladderdiagram De kandidaat voltooit het ladderdiagram op uitwerkbijlage 1. Hierbij is het stroomkringschema automatisering en de I/O-lijst (bijlage 2) nodig. Na afloop van opdracht 3 levert de kandidaat uitwerkbijlage 1 in bij de examinator. Bij aanvang van onderdeel B krijgt de kandidaat het juiste ladderdiagram en de volledige materiaallijst (bijlage 4). Onderdeel B Opdracht 5 montage De lichtinstallatie en de krachtinstallatie worden door de kandidaat op één montagebord gemonteerd. De kandidaat krijgt de relaiskast samengesteld en bedraad aangeleverd. De wandsteunen zijn vooraf aan de kabelgoot gemonteerd. Vooraf samenstellen en bedraden relaiskast BK1 U zorgt vooraf voor het samenstellen en bedraden van relaiskast BK1. Raadpleeg hiervoor de tekeningen van de draadboom stuur- en hoofdstroom en de steeklijsten van relaiskast BK1 op de volgende pagina s. Zie hiervoor ook de materiaallijst. Voor het stuurstroomgedeelte gebruikt u montagesnoer H05V-K 1 mm 2 rood en voor het hoofdstroomgedeelte gebruikt u montagesnoer H07V-K 1,5 mm 2 zwart. Het al of niet bedraden van de PE is afhankelijk van het type PE-rijgklem. Indien u de PE gaat bedraden, dan gebruikt u H07V-K 1,5 mm 2 geel/groen. U stelt de waarde van de thermische beveiligingsschakelaar bij elke kandidaat in op een willekeurige waarde. De kandidaat moet de juiste waarde instellen. Tip voor het voorbedraden van de relaiskast U hoeft slechts één of twee relaiskast(en) voor te bedraden, als u in de kast van de kandidaat alleen een klemmenstrook monteert. Voor het testen kunt u de relaiskast met enkele verplaatsbare leidingen doorverbinden met de klemmenstrook in de kast van de kandidaat. Als u van deze mogelijkheid gebruik maakt, informeert u de kandidaat hierover. PK-0631-b-13-1-i 8 lees verder

9 Draadboom stuurstroom relaiskast BK1 Steeklijst stuurstroom relaiskast BK1 Gebruik hiervoor montagesnoer H05V-K 1 mm 2 rood. draadnr. van naar naar naar naar naar naar steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. 1 X7:6 X7:3 K1:L X7:1 K1:Q1-1 K1:Q2-1 F1:95 2 X7:2 K1:N K2:A2 K3:A2 3 K1:I4 F1:96 4 X7:4 K1:I1 5 X7:5 K1:I2 6 K1:Q1-2 K2:A1 7 X7:7 K1:I3 19 K1:Q2-2 K3:A1 PK-0631-b-13-1-i 9 lees verder

10 Draadboom hoofdstroom relaiskast BK1 PK-0631-b-13-1-i 10 lees verder

11 Steeklijst hoofdstroom relaiskast BK1 Gebruik hiervoor montagesnoer H07V-K 1,5 mm 2 zwart. draadnr. van naar naar naar naar naar naar steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. steeknr. 8 X7:8 K2:1 K3:5 9 X7:9 K2:3 K3:3 10 X7:10 K2:5 K3:1 11 X7:11 K3:7 12 X7:12 F1:2 13 X7:13 F1:4 14 X7:14 F1:6 15 X7:15 K3:6 16 X7:16 K3:4 17 X7:17 K3:2 18 X7:18 K3:8 PE X7:PE X7:PE X7:PE X7:PE X7:PE X7:PE Vooraf monteren van de wandsteunen aan de kabelgoot U monteert vooraf de wandsteunen aan de kabelgoot, volgens onderstaande tekening. Zie hiervoor ook de materiaallijst. Tekening montage wandsteunen kabelgoot PK-0631-b-13-1-i 11 lees verder

12 Foto van het montagebord Uitvoering van de montage door de kandidaat De kandidaat monteert de lichtinstallatie en de krachtinstallatie op het montagebord. Na de montage controleert de kandidaat met behulp van de steeklijst (uitwerkbijlage 2) de bedrading. De kandidaat mag de bedrading herstellen binnen de aangegeven examentijd. Het testen van het stuurstroomgedeelte Als de kandidaat aangeeft dat de schakeling in orde is, schakelt u de spanning in voor het stuurstroomgedeelte. De kandidaat voert eerst het ladderdiagram in en test vervolgens onder toezicht van de examinator, het stuurstroomgedeelte. Als de kandidaat het stuurstroomgedeelte heeft getest en dit blijkt niet te werken, dan krijgt de kandidaat één gelegenheid om de fout(en) binnen de aangegeven examentijd te herstellen. De kandidaat kan dan nog een deel van de punten halen. Zie hiervoor het correctievoorschrift. Vervolgens sluit de kandidaat de motor aan en stelt hij/zij de thermische beveiliging in. PK-0631-b-13-1-i 12 lees verder

13 De werking controleren Als de kandidaat aangeeft dat hij/zij klaar is met de montage, schakelt u de installaties in en controleert u de werking. Als een installatie of beide installaties niet werkt/werken, krijgt de kandidaat één gelegenheid om de fout(en) binnen de aangegeven examentijd te herstellen. De kandidaat kan dan nog een deel van de punten halen. Zie hiervoor het correctievoorschrift. Onderdeel C Opdracht 7 opleveringsgesprek Bij deze opdracht voert de kandidaat een opleveringsgesprek met de werkplaatschef. Het gesprek duurt 10 minuten. U zorgt ervoor dat het gesprek plaatsvindt bij een montagebord, waarop de beide installaties (licht en kracht) voor de lascabine zijn gemonteerd. De deksels van de kunststofkasten zijn dichtgeschroefd. De installaties moeten goed werken tijdens het opleveringsgesprek. De ruimte waarin het gesprek plaatsvindt, is schoon en opgeruimd. De kandidaat krijgt 10 minuten de tijd om zich voor te bereiden op het gesprek. Hierbij mag hij de informatie in het examenboekje en de bijlagen gebruiken. Tijdens het gesprek mag de kandidaat de informatie niet meer raadplegen. De examinator beoordeelt de prestaties van de kandidaat tijdens het opleveringsgesprek. De rol van de werkplaatschef wordt gespeeld door een docent (of vrijwilliger) en niet door een leerling of de examinator. De rollenspeler krijgt voldoende tijd om zich voor te bereiden op zijn/haar rol. De rollenspeler is deskundig op elektrotechnisch gebied. De werkplaatschef beschikt tijdens het rollenspel over een kopie van de vragen die hij aan de kandidaat moet stellen. Instructie voor de rollenspeler werkplaatschef Degene die de rol speelt, houdt rekening met de volgende punten: De houding van de werkplaatschef is in de verschillende gesprekken neutraal en zoveel mogelijk gelijk. De werkplaatschef geeft de kandidaat eerst de gelegenheid om het gesprek zelf te beginnen en zich voor te stellen. Als de kandidaat dit niet doet, opent de werkplaatschef het gesprek en stelt zich voor. Hierbij kan de rollenspeler zijn of haar eigen naam gebruiken. De werkplaatschef geeft de kandidaat gelegenheid om zelf over de werking van de installatie te vertellen, daarbij moet de kandidaat het volgende toelichten: hoe de lichtinstallatie werkt; hoe de krachtinstallatie werkt. De werkplaatschef neemt steeds een afwachtende houding aan en geeft de kandidaat de gelegenheid om zelf de onderwerpen toe te lichten. Als de kandidaat voldoende gelegenheid heeft gehad om de werking toe te lichten, maar dit niet of niet volledig doet, mag de werkplaatschef niet helpen. Hierna stelt de werkplaatschef drie van de volgende vragen: (De werkplaatschef wisselt de vragen af, zodat de kandidaten verschillende vragen krijgen.) PK-0631-b-13-1-i 13 lees verder

14 Vragen van de werkplaatschef nr vraag 1 In welke ruimte kan deze lichtschakeling ook toegepast worden? 2 Na het uitschakelen van de krachtinstallatie met drukknop S5, draait de afzuigventilator na een half uur nog steeds. Wat kan hiervan de oorzaak zijn? 3 Waarvoor dient deze vergrendelbare werkschakelaar? (De werkplaatschef wijst de vergrendelbare werkschakelaar aan.) 4 Op welke waarde moet je de thermische beveiliging (in de besturingskast) instellen? 5 In de besturingskast zitten twee magneetschakelaars. Waarom is K2 driepolig en K3 vierpolig? De werkplaatschef geeft de kandidaat voldoende gelegenheid om de drie vragen te beantwoorden, maar helpt de kandidaat daar niet bij. Het is de bedoeling dat de kandidaat zelf vertelt over de storingsdienst van installatiebedrijf Arends. Als de kandidaat dit niet doet, stelt de werkplaatschef hierover geen vragen. Als de kandidaat het gesprek niet zelf beëindigt en/of afscheid neemt, zegt de werkplaatschef bijvoorbeeld: Dank je wel voor je uitleg en tot ziens. PK-0631-b-13-1-i 14 lees verder

15 8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7. Overzicht per onderdeel Onderdeel B Er is uitgegaan van een montagebord van horizontaal 1,20 m en verticaal 0,80 m. De kabelgoot met bijbehorende onderdelen wordt aan de wand boven het montagebord bevestigd. lengte/aantal omschrijving lichtinstallatie 2,3 m H07V-U (VD) 2,5 mm 2 bruin 1,6 m H07V-U (VD) 2,5 mm 2 blauw 1,6 m H07V-U (VD) 2,5 mm 2 geel/groen 3,7 m H07V-U (VD) 1,5 mm 2 zwart 1,1 m XMvK 3 x 2,5 mm 2 inclusief geel/groen 2,3 m pvc-buis Ø 16 mm 0,3 m slagvaste buis Ø 16 mm 1 CEE-toestelcontactdoos 1p + N + PE 16 A 6h 2 enkelvoudige montageplaat 1 tweevoudige montageplaat 1 tweevoudige wandcontactdoos met BC, opbouw 2 schakelaar, universeel, opbouw 1 kabeldoos, universeel (5 wartels) 1 tl-armatuur 1 x 14 W (of 18 W), spatwaterdicht kabelgoot 1 m kabelgoot, 70 x 60 mm (breedte x hoogte) 2 wandsteun kabelgoot, type 70 2 eindplaat kabelgoot, breedte 70 mm 2 montageplaat voor kabelgoot krachtinstallatie 2,6 m XMvK 4 x 2,5 mm 2 2,6 m XMvK 5 x 2,5 mm 2 1,5 m XMvK 3 x 1,5 mm 2 2,1 m XMvK 4 x 1,5 mm 2 0,7 m FLEX-YY 3 x 0,75 mm 2 3,0 m slagvaste buis Ø 16 mm 1 zwakstroomlasdoos 1 CEE-toestelcontactdoos 3p + N + PE 16 A 6h 1 CEE-wandcontactdoos 3p + PE 16 A 6h 1 CEE-wandcontactdoos 3p + N + PE 16 A 6h 1 werkschakelaar, vergrendelbaar 3p PK-0631-b-13-1-i 15 lees verder

16 lengte/aantal omschrijving 1 tweestanden-draaischakelaar aan/uit 1 drukknopkast, 1 x maak en 1 x verbreek vooraf samenstellen en bedraden van de kast 3 m montagesnoer (H05V-K) 1 mm 2 (rood) 3,5 m montagesnoer (H07V-K) 1,5 mm 2 (zwart) 1 kunststofkast 220 x 300 x 135 mm, met montageplaat en 2 DIN-rails 1 Easy-relais 512 AB-RC, 24 V AC (basisapparaat AC, Moeller) 1 magneetschakelaar 24 V AC 3p 1 magneetschakelaar 24 V AC 4p 1 thermische beveiliging (stroombereik is afhankelijk van de gebruikte motor) 15 rijgklem 2,5 mm 2 grijs/beige 3 rijgklem 2,5 mm 2 blauw 6 rijgklem 2,5 mm 2 geel/groen of aardklem 2,5 mm 2 2 eindsteun 5 scheidingsschot 1 eindplaat diverse bundelbandjes diverse (twin)adereindhulzen diverse coderingsstrips voor rijgklem diversen diverse klembeugels 16 mm diverse lasdoppen diverse bevestigingsmaterialen diverse (twin)adereindhulzen diverse wartels voor het testen 1 tl-buis 14 W (of 18 W) 1 driefasemotor 230/400 V AC, voorzien van een verplaatsbare leiding met CEE-contactstop (3p + PE 16 A) 1 verplaatsbare leiding voor 3N ~ 50 Hz 400 V, voorzien van een CEE-contactstop (3p + N + PE 16 A) en een CEE-koppelcontactstop (3p + N + PE 16 A) 1 verplaatsbare leiding voor 24 V AC Opmerking Als u een ander type stuurrelais gebruikt, kan het zijn dat u de voedingsspanning moet aanpassen. Bij gebruik van een ander stuurrelais zorgt u zelf voor een aangepast aansluitschema en ladderdiagram en voor de juiste spanning en eventueel materialen. PK-0631-b-13-1-i 16 lees verder

17 elektrotechniek CSPE KB 2013 algemene informatie voor de kandidaat Inleiding Je loopt stage bij elektrotechnisch installatiebedrijf Arends. Wat ga je doen? Je gaat een lichtinstallatie en een krachtinstallatie aanleggen voor een lascabine. Eerst ga je de werkzaamheden voorbereiden. Daarna monteer je de installaties en voer je een opleveringsgesprek. Je kijkt terug op hoe het opleveringsgesprek is gegaan. Je maakt ook drie minitoetsen. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A Onderdeel B Onderdeel C tekening maken in CAD-programma materiaallijst voltooien ladderdiagram voltooien minitoets maken installaties monteren minitoets maken opleveringsgesprek voeren terugkijken minitoets maken Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent. PK-0631-b-13-1-i 17 lees verder einde