bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde - deel VWO4
|
|
- Alexander ten Wolde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde - deel VWO4 B.vanLeeuwen 2010
2 Hints 2 Inleiding voor de leerling: Bij het vak natuurkunde zul je en de bovenbouw van het VWO heel wat kennis kunnen vergaren over allerlei allerlei verschijnselen die zich in de natuur afspelen én inzicht krijgen in allerlei apparaten die door ons mensen ontwikkeld zijn. Maar je weet het: KENNIS veroudert snel, niet alleen omdat theorieën verouderen en in onbruik raken, maar ook omdat je later, maar een heel klein deel van die kennis direct zal toepassen. Een stukje psychologie: Het is voor het leren oplossen van sommen een beetje af te weten van de werking van de hersenen. Het is inmiddels duidelijk dat de hersenen bij het oplossen van een som een andere strategie volgen als een computer. Een computer weet, omdat dat hem door de programmeur geleerd is, hoe hij een som moet oplossen, en als de programmeur de goede oplossingsstrategie niet heeft bijgebracht dan loopt het programma vast of de het laat weten dat hij de oplossing niet kan leveren. Sommige leerlingen hebben de neiging de computermethode te gebruiken bij het oplossen van vraagstukken. Ze willen van de leraar horen, of in het boek na kunnen lezen welke oplossingsmethode ze moeten gebruiken en passen die methode als een kookboekrecept toe op vraagstukken. Als het vraagstuk echter een beetje anders is als dat wat de leraar had voorgedaan raken ze in paniek. Ik had alles uit mijn hoofd geleerd en toch kon ik het proefwerk niet maken. of zelfs gisteravond wist ik alles nog en bij het proefwerk was ik alles weer vergeten."de leraar zegt dan: Je hebt blijkbaar te weinig inzicht Kies maar een ander vak. Maar zo werkt het niet: Ga voor jezelf maar eens na wat je onthoudt en wat je vergeet: Vijf seconden na het lezen van de getallenreeks ben je alles weer vergeten, waarom? Omdat het zomaar een warrige reeks was. Omdat je er de zin niet van inziet om zo n domme reeks te onthouden. Omdat je er geen gevoel bij had. Wanneer kun je nu natuurkundesommen oplossen? 1. Zorg dat je het oplossen van natuurkundeopgaven leuk gaat vinden. Probeer dus zelf tot een oplossing te komen. Ieder mens (met een zekere mate van intelligentie) vindt het leuk om puzzels op te lossen. Beschouw de sommen als puzzels kijk niet te vlug naar hints en of antwoord. Als je zelf de oplossing gevonden hebt ben je (een klein beetje) trots op jezelf, dat Goed gedaan jochie (of vrouwtje), dat blijf je onthouden en dat goede gevoel zal je in de richting van het recept daartoe leiden als je een dergelijk probleem weer eens tegen komt. Als je het recept in je hoofd gaat stampen zonder te denken: Hé dit is een slimme methode, die kan ik later goed gebruiken bij problemen als deze. Heel belangrijk bij het maken van vragen is dat je je inzicht vergroot. Als je een nieuwe oplossingsstrategie aangereikt krijgt of zelf ontdekt moet je je direct afvragen waarom die strategie zo handig is en waarom. T ips voor de slimme leerling: Slimme leerling, jij zult de hints niet als hints nodig hebben. Je zult moeten leren de vraagstukken zelf op te lossen. Toch hoef je dit boekwerkje niet direct aan mij terug te geven. Net zoals de domme leerling zit je op school om je intelligentie te vergroten. Hoe kun je dat? Door nieuwe oplosstrategieën te ontwikkelen. Dat doe je niet door de tips na te volgen. Soms is het wel goed om nadat je de sommen van een paragraaf gemaakt hebt de hints nog eens over te lezen en te kijken of de methodes die daar worden aangereikt soms nog slimmer zijn als jouw methodes. Wees trots als je eigen methodes even slim of slimmer waren. En voel je dom als iemand anders nog slimmer is dan jij. T ips voor de domme leerling: Als je aan een vraagstuk begint mag je nooit denken: Dit vraagstuk ziet er wel erg moeilijk uit, laat ik maar direct naar de hints of, nog slechter, naar de oplossing kijken. Daar leer je niets van. Ja, zul je zeggen, maar dan leer ik de oplossing later uit mijn hoofd! Niet doen! Daar is toch geen lol aan! Je voelt je alleen maar dom dat je er niet zelf op kwam. En de oplossing gaat er bij je ogen in en komt er bij je oren weer uit. Nee, pak het zo aan: Zet eerst even alle gegevens op een rijtje en bedenk welke oplossingsstrategieën je hiervoor al kent. Vervolgens bedenk je waarom die methodes niet werken. Praat met anderen over het vraagstuk. Pas als bedacht hebt wat je wél weet kijk je naar de hints. Bedenk dan eerst wat er zo slim aan dat idee van mij is (ik heb het idee ook vaak niet van mijzelf hoor) en bedenk dan waarom het nu wel lukt. Zet dat in je hoofd of in je schrift. Voel je slim als je die oplossingsmethode wel kunt toepassen, wan je bent nu gepromoveerd tot slimme leerling. E n wat te doen als je maar een heel gewoon mens bent? Bedenk steeds dat die slimme leraar al die dingen niet zelf bedacht heeft. De mensheid heeft er 25 eeuwen over moeten denken voor de wetenschap zo ver was als hij nu is. Je hoeft het wiel niet altijd zelf uit te vinden, je mag rustig gebruik maken van de kennis van anderen. Doe dat en pluk er de vruchten van.
3 Hints 3 Hoofdstuk Leer dat uit je hoofd!! 4. Controleer bij de antwoorden. Zie verderop, na Voor zelfstudie. Dit moet je wel precies weten Idem. 6. Welk trucje gebruik je bij de berekening van 100 x 1000? En welk trucje bij het berekenen van 10 2 x10 3? (wat hetzelfde is). 7. Belangrijk dat je dit zonder rekenmachine kunt!! (geldt ook voor 8 en 9) 11. Zet je rekenmachine op de wetenschappelijke (scientific) notatie. Zie de handleiding voor de TI NInspire op internet! (op de natuurkundesite van school) 12. en 13. Controleer! Niet gesnapt: ernaar vragen!! a Ga niet bladeren! Maar zoek in de index van het Binas-boek bij geluid. c. Gebruik géén truc!! Probeer te snappen hoe dat omrekenen gaat! In de antwoordenlijst wordt wél een trucje gebruikt. Probeer het nog één keer wel te snappen. Laat het eventueel nog eens uitleggen. 15. Ga niet bladeren maar zoek (in de index) op dichtheid. b. Niet de trucs gebruiken maar echt beredeneren!!!! Zie eventueel de antwoordenlijst Netjes uitwerken is hier belangrijk!! 18 Netjes, wel even allemaal doen 19 Belangrijk! Dat moet je snel zonder één fout kunnen!. Voor zelfstudie 1.4 Zoek uit hoe je je rekenmachine kunt instellen op het werken met de standaardvorm (= wetenschappelijke notatie = scientific notation). Zoek ook uit hoe je de rekenmachine automatisch een getal kunt laten omwerken naar de standaardvorm, en omgekeerd. Bij sommige machines gaat dit handig, bij andere kun je het maar beter uit je hoofd doen. Als je de TI Nspite gebruikt, raadpleeg dan de internetsite. Omrekenen van eenheden Ik raad je de volgende standaardmethode voor het omreken van eenheden te gebruiken. Stel dat je kilometers per uur moet omrekenen naar meters per seconde. De vraag is dus 1km/h=... m/s. Bedenk nu drie dingen : 1. 1 km/h betekent: één kilometer per één uur = één kilometer gedeeld door één uur. Dus 1 km h = 1 km h 2. 1 km = 1000 m en 1 h=3600 s.
4 Hints 4 3 Dit vul je in: 1 km m 10m 10 m 36 h 3600s 36s s Het omgekeerd omrekenen van m/s naar km/h is zo iets ingewikkelder maar daar krijg je vanzelf handigheid in als je de methode consequent toepast:. 1 m km 3600 km m m 1 10 s h 1000 h s 3, 6 s Je moet hierbij bedenken: Delen door een breuk is vermenigvuldigen met het omgekeerde. 1.6 (extra) Meetonzekerheid. Er zijn drie manieren om de grootte van de meetonnauwkeurigheid op te geven. Hieronder staan ze aangegeven onder 1, 2A en 2B: 1. We kunnen de meetonzekerheid impliciet opgeven, dat wil zeggen zonder de meetfout apart op te geven. De meetonzekerheid wordt dan aangegeven door middel van het aantal significante cijfers in de meetwaarde die we opgeven. Deze methode gebruiken we in sommen waarbij de meetonzekerheid geen belangrijke rol speelt. Deze methode is de ruwste van de drie, en de vuistregels die we gebruiken om te bepalen hoe groot de meetonzekerheid in een eindantwoord zijn dan ook vrij onnauwkeurig, ze zijn echter gemakkelijk in het gebruik. Belangrijk bij berekeningen is echter wel dat je pas bij het eindantwoord afrondt. Gebruik bij tussenantwoorden dan ook altijd één of twee significante cijfers extra, of, wat nog beter is, gebruik het geheugen van je rekenmachine om tussenantwoorden te onthouden. 2. Bij experimenten moet je de meetonzekerheid altijd expliciet opgeven. Dat wil zeggen dat je de meetonzekerheid bij iedere meetwaarde vermeld én dat je bij iedere berekening de meetfout in het antwoord doorrekent. De rekenregels hiervoor zijn wat ingewikkelder dan bij de vorige methode. A. Je kunt de meetonzekerheid opgeven als absolute meetonzekerheid. (ook wel absolute meetfout genoemd.) Je geeft dan aan hoeveel de meetwaarde maximaal kan afwijken wan de waarde die je opgeeft. Voorbeeld: I= (2,3 ± 0,1) A. Je bedoelt dan dat een elektrische stroom tussen 2,2 A en 2,4 A in ligt. De meetfout wordt dan aangeduid met I. B. Je kunt de meetonzekerheid ook opgeven als relatieve meetonzekerheid (of relatieve meetfout ). De relatieve meetonzekerheid is gelijk aan de absolute meetfout gedeeld door de gemeten waarde. In ons voorbeeld is de relatieve meetonzekerheid: I 0, 1A 0, 05. Als de relatieve meetfout in I 2,1 A procenten wordt opgegeven noemen we hem de procentuele meetonzekerheid. In ons voorbeeld is de relatieve meetfout gelijk aan I 0, 1A. 100% 0, % 5%. I 2,1 A Bedenk voortaan bij het maken van een opgave altijd dat het eindantwoord het juiste aantal significante cijfers heeft. Bij proefwerken zal ik vrijwel altijd ½ scorepunt aftrekken voor elk significant cijfer te veel of te weinig. Bij proeven die je zelf doet zal je vrijwel altijd moeten afschatten hoe groot de meetonzekerheid is. Je geeft dan bij de meetwaarden de absolute of relatieve meetfout op. Verder zul je de meetonzekerheid in het eindantwoord dan berekenen met de rekenregels die je bij opgave 22 en 23 zult leren. Als je grootheden moet optellen of aftrekken kun je het best met de absolute meetfout werken, bij vermenigvuldigen, delen worteltrekken en machtsverheffen met de relatieve meetfout. Bij het eindantwoord vermeld je dan weer de absolute meetfout.
5 Hints 5 Het lijkt allemaal een heel gedoe, maar je zult zien dat het in de praktijk wel meevalt. Het is gewoon een kwestie van wennen. Veel rekenwerk kost het niet omdat je altijd vrij ruw kunt rekenen met die meetfouten. Ze berusten immers toch slechts op vaak grove schattingen. Geef daarom bij het eindantwoord de meetfout aan met één of hoogstens twee significante cijfers! Denk er verder aan in de meetwaarde evenveel decimalen (cijfers achter de komma) op te geven als in de meetfout. Antwoorden als I= (2,345 ± 0,1) A of I=(2,3 ± 0,13658) A zijn nogal onzinnig. Bedenk dat meetonzekerheden altijd op ruwe schattingen berusten. Het heeft dus nooit zin een meetonzekerheid in meer dan twee significante cijfers op te geven. Notatie. Duid de absolute meetonzekerheid aan met het symbool. Zoals je weet staat voor lengte. betekent dan: de absolute meetfout in (de lengte) Je kunt de relatieve en de procentuele meetonzekerheid dan weergeven als. Voorbeeld: Stel dat gevraagd wordt de procentuele meetonzekerheid uit te rekenen in de meting van de lengte van de tafel. Gegeven is dat de tafel 1,20 m lang is met een absolute meetfout van 0,5 cm. Je berekening verloopt nu als volgt: Opgave 4 a 0, 5cm 0,5cm 1 20m 0, 004 0, % 0, 4%, 120cm b Antwoorden De grootheden zijn: I lengte II stroomsterkte III kracht IV vermogen De eenheden zijn: I meter II ampère III Newton IV watt c De grondeenheden zijn meter en ampère. d I l = 10 m II I = 12 A III F spier = 80 N IV P = 18 W
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1. Grootheden en eenheden Opgave 1 Opgave Opgave Opgave 4 Opgave 5 a De afstand tot een stoplicht om nog door groen te kunnen fietsen. b Als je linksaf wilt slaan moet
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.4/1.5 Significantie en wiskundige vaardigheden Omrekenen van grootheden moet je kunnen. Onderstaande schema moet je
Nadere informatieREKENVAARDIGHEID BRUGKLAS
REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling
Nadere informatieWiskundige vaardigheden
Inleiding Bij het vak natuurkunde ga je veel rekenstappen zetten. Het is noodzakelijk dat je deze rekenstappen goed en snel kunt uitvoeren. In deze presentatie behandelen we de belangrijkste wiskundige
Nadere informatieHoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal
Hoofdstuk 1 Beweging in beeld Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal 1.1 Beweging vastleggen Het verschil tussen afstand en verplaatsing De verplaatsing (x) is de netto verplaatsing en de
Nadere informatiebij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2
bij het oplossen van vraagstukken uit Systematische Natuurkunde -------- deel VWO4 --------- Hoofdstuk 2 B.vanLeeuwen 2010 Hints 2 HINTS 2.1 Vragen en Opgaven De vragen 1 t/m 6 Als er bij zulke vragen
Nadere informatieSignificante cijfers en meetonzekerheid
Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 3 Meetonzekerheid... 3 Significante cijfers en meetonzekerheid... 4 Opgaven... 5 Opgave 1... 5
Nadere informatieInhoud. Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10
Inhoud Eenheden... 2 Omrekenen van eenheden I... 4 Omrekenen van eenheden II... 9 Omrekenen van eenheden III... 10 1/10 Eenheden Iedere grootheid heeft zijn eigen eenheid. Vaak zijn er meerdere eenheden
Nadere informatieSAMENVATTING BASIS & KADER
SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,
Nadere informatieEXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.
EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.
Nadere informatieNatuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les. 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens.
Natuurkundeles 8 januari 2007, 6 e uur (13.30-14.20 uur), klas 2a2 (2 vwo) 1 e les ent: Klas: Onderwerp: Materialen: Lokaal: Bord: Man 2a2, 26 leerlingen, 15 meisjes en 11 jongens. Significante cijfers.
Nadere informatieWerkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden
Werkblad havo 4 natuurkunde Basisvaardigheden Grootheden en eenheden Bij het vak natuurkunde spelen grootheden en eenheden een belangrijke rol. Wat dat zijn, grootheden en eenheden? Een grootheid is een
Nadere informatieHet Land van Oct. Marte Koning Frans Ballering. Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs
Het Land van Oct Marte Koning Frans Ballering Vierkant voor Wiskunde Wiskundeclubs Hoofdstuk 1 Inleiding Hoi, ik ben de Vertellende Teller, en die naam heb ik gekregen na mijn meest bekende reis, de reis
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door een scholier 1494 woorden 8 april 2014 7,8 97 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Grootheden en eenheden Kwalitatieve
Nadere informatieM V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.
Inleiding opdrachten Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden Vul het schema in. Meetinstrument Grootheid stopwatch liniaal thermometer spanning hoek van inval oppervlak Opgave. Formules Leg de betekenis
Nadere informatieHoofdstuk 1: Basisvaardigheden
Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 935 woorden 5 november 2014 7,9 5 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Kwantitatieve waarneming: waarnemen zonder
Nadere informatieMeten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.
1 Meten en verwerken 1.1 Meten Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren. Grootheden/eenheden Een
Nadere informatieIn het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.
Grootheden en eenheden Kwalitatieve en kwantitatieve waarnemingen Een kwalitatieve waarneming is wanneer je meet zonder bijvoorbeeld een meetlat. Je ziet dat een paard hoger is dan een muis. Een kwantitatieve
Nadere informatieMeetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden
Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden Meetfouten In de wiskunde werken we meestal met exacte getallen: 2π, 5, 3, 2 log 3. Ook in natuurwetenschappelijke vakken komen exacte getallen voor, maar
Nadere informatieSignificante cijfers en meetonzekerheid
Inhoud Significante cijfers en meetonzekerheid... 2 Significante cijfers... 2 Wetenschappelijke notatie... 4 Meetonzekerheid... 4 Significante cijfers en meetonzekerheid... 5 Opgaven... 6 Opgave 1... 6
Nadere informatieInhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!
1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk
Nadere informatieleer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1
leer-actief werkboek Naam: www.leer-actief.nl 1 actief leren WWW.leer-actief.nl Dit is Wybo. Wybo was vroeger een heel gewoon jongetje, maar hij was wel erg lui. En dat...werd zijn redding. Hij had nooit
Nadere informatieProcenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%
Procenten 50% 75% 25% 100% 10% 40% 50% 33% Uitleg procenten & Hoofdstuk 1A: hele procenten Uitleg : Procent betekent: 1/100 deel Bij procentrekenen werken we met HOEVEELHEDEN Bij een hoeveelheid van iets
Nadere informatieWat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Nadere informatieWISKUNDE B -DAG 2002 1+ 1 = 2. maar en hoe nu verder? 29 november 2002
- 0 - WISKUNDE B -DAG 2002 1+ 1 = 2 maar en hoe nu verder? 29 november 2002 De Wiskunde B-dag wordt gesponsord door Texas Instruments - 1 - Inleiding Snel machtverheffen Stel je voor dat je 7 25 moet uitrekenen.
Nadere informatieExamencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter
Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan
Nadere informatieDe Wetenschappelijke notatie
De Wetenschappelijke notatie Grote getallen zijn vaak lastig te lezen. Hoeveel is bijvoorbeeld 23000000000000? Eén manier om het lezen te vergemakkelijken is het zetten van puntjes of spaties: 23.000.000.000.000
Nadere informatieOpdracht bevolkingsgroei
Opdracht bevolkingsgroei Soms moet je bij het vak Aardrijkskunde een beetje kunnen rekenen. In de eerste klas heb je schaalberekeningen gemaakt. In de tweede klas komen bevolkingsberekeningen aan de orde.
Nadere informatieExact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2
Exact periode 1.1 0 = 1 h = 0,000000000000000000000000000000000662607Js h= 6,62607. -34 Js 12 * 12 = 1,4. 2 1 Instructie gebruik CASIO fx-82ms 1. Instellingen resetten tot begininstellingen
Nadere informatie1.3 Rekenen met pijlen
14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij
Nadere informatieBreuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013
Breuken met letters WISNET-HBO update juli 2013 De bedoeling van deze les is het repeteren met pen en papier van het werken met breuken. Steeds wordt bij gebruik van letters verondersteld dat de noemers
Nadere informatieKerstvakantiecursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven VWO. Haakjes. Machten
Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde B Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk
Nadere informatieStrategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2
Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..
Nadere informatie4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen
1.1 Grootheden en eenheden Opgave 1 a Kwantitatieve metingen zijn metingen waarbij je de waarneming uitdrukt in een getal, meestal met een eenheid. De volgende metingen zijn kwantitatief: het aantal kinderen
Nadere informatie1. Optellen en aftrekken
1. Optellen en aftrekken Om breuken op te tellen of af te trekken maak je de breuken gelijknamig. Gelijknamig maken wil zeggen dat je zorgt voor 'gelijke noemers': Om de breuken met 'derden' en 'vijfden'
Nadere informatieDuizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend
Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen
Nadere informatieRekenen Wiskunde Ondersteuning
Schooljaar 2014-2015 Rekenen Wiskunde Ondersteuning Handvatten voor leerlingen met (ernstige) reken- en/of wiskundeproblemen Naam leerling:... Klas: 0 Inleiding In deze bundel probeer ik je wegwijs te
Nadere informatieKENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS
Correctiesleutel 2.06-2.07 KENMERKENDE CIJFERS EN BENADERINGSREGELS 1 Geef telkens telkens het kenmerkend deel, het aantal kenmerkende cijfers en de meetnauwkeurigheid. [De volgorde van opgaven en oplossingen
Nadere informatieEen breuk is een getal dat kleiner is dan 1. Als je iets in tweeën, drieën, vieren enz. breekt, dan krijg je een breuk.
Breuken Wat is een breuk Wat is een breuk? Een breuk is een getal dat kleiner is dan. Als je iets in tweeën, drieën, vieren enz. breekt, dan krijg je een breuk. Stel, je breekt één stukje krijt in tweeën,
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieFoutenberekeningen. Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Leerdoelen :... 3 1. Inleiding.... 4 2. De absolute fout... 5 3. De KOW-methode... 7 4. Grootheden optellen of aftrekken.... 8 5. De relatieve fout...10 6. grootheden vermenigvuldigen en
Nadere informatieDossieropdracht 4. Analyse 1 - Didactiek
Dossieropdracht 4 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 27 november, 2007 Samenvatting Al eerder zijn de studenten bloot gesteld
Nadere informatieTheorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)
Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2) Onderdelen Een verslag van een experiment bestaat uit vier onderdelen: - inleiding: De inleiding is het administratieve deel van je verslag. De onderzoeksvraag
Nadere informatieIn dit stuk worden een aantal berekeningen behandeld, die voor verschillende kostenberekeningen noodzakelijk zijn:
BEREKENINGEN In dit stuk worden een aantal berekeningen behandeld, die voor verschillende kostenberekeningen noodzakelijk zijn: Behandeld worden: Machtsverheffen Berekeningen met verhoudingen Vergelijkingen
Nadere informatie2. Optellen en aftrekken van gelijknamige breuken
1. Wat is een breuk? Een breuk Een breuk is een verhoudingsgetal. Een breuk geeft aan hoe groot een deel is van een geheel. Stel een taart is verdeeld in stukken. Je neemt 2 stukken van de taart. Je hebt
Nadere informatieFoutenberekeningen Allround-laboranten
Allround-laboranten Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 LEERDOELEN :... 3 1. INLEIDING.... 4 2. DE ABSOLUTE FOUT... 5 3. DE KOW-METHODE... 6 4. DE RELATIEVE FOUT... 6 5. GROOTHEDEN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN....
Nadere informatieVragenlijst: Wat vind jij van je
Deze vragenlijst is bedacht door leerlingen. Met deze vragenlijst kunnen leerlingen er zelf achter kunnen komen wat andere leerlingen van hun school vinden. De volgende onderwerpen komen langs: Sfeer op
Nadere informatieRekenen aan wortels Werkblad =
Rekenen aan wortels Werkblad 546121 = Vooraf De vragen en opdrachten in dit werkblad die vooraf gegaan worden door, moeten schriftelijk worden beantwoord. Daarbij moet altijd duidelijk zijn hoe de antwoorden
Nadere informatie4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als
4 Denken In dit hoofdstuk vertellen we hoe jij om kan gaan met je gedachten. Veel gedachten maak je zelf. Ze bepalen hoe jij je voelt. We geven tips hoe jij jouw gedachten en gevoelens zelf kunt sturen.
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ
INHOUDSOPGAVE BLZ HOOFDSTUK 1 DOMEIN A: GETALLEN 15 1.1. Inleiding 15 1.2. Cijfers en getallen 15 1.3. Gebroken getallen 16 1.4. Negatieve getallen 17 1.5. Symbolen en vergelijken van getallen 19 HOOFDSTUK
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieVoorkennis : Breuken en letters
Hoofdstuk 1 Rekenregels en Verhoudingen (H4 Wis A) Pagina 1 van 11 Voorkennis : Breuken en letters Les 1 : Breuken Bereken : a. 4 2 3 b. x 5 = c. 12 3 x a. 4 2 3 = 8 3 = 2 2 3 b. x 5 = 1 5 x c. 12 3 x
Nadere informatieRekenen met verhoudingen
Rekenen met verhoudingen Groep 6, 7 Achtergrond Leerlingen moeten niet alleen met de verhoudingstabel kunnen werken wanneer die al klaar staat in het rekenboek, ze moeten ook zelf een verhoudingstabel
Nadere informatieStoomcursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO ( ) = = ( ) ( ) ( ) = ( ) ( ) = ( ) = = ( )
Voorbereidende opgaven VWO Stoomcursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan
Nadere informatieKerstvakantiecursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter
Voorbereidende opgaven VWO Kerstvakantiecursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk
Nadere informatieleerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen
leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure
Nadere informatieElementaire rekenvaardigheden
Hoofdstuk 1 Elementaire rekenvaardigheden De dingen die je niet durft te vragen, maar toch echt moet weten Je moet kunnen optellen en aftrekken om de gegevens van de patiënt nauwkeurig bij te kunnen houden.
Nadere informatieD-dag 2014 Vrijeschool Zutphen VO. D -DAG 13 februari 2014: 1+ 1 = 2. (en hoe nu verder?) 1 = 2en hoe nu verder?
D -DAG 13 februari 2014: 1+ 1 = 2 (en hoe nu verder?) 1 = 2en hoe nu verder? 1 Inleiding Snel machtsverheffen Stel je voor dat je 7 25 moet uitrekenen. Je weet dat machtsverheffen herhaald vermenigvuldigen
Nadere informatieThema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?
Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een
Nadere informatieLereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1
Lereniseenmakkie Werkboek Zelf rijden en pech onderweg - 1 Bij rekenen heb je vast al rijen en rijen met sommen gemaakt! Dat ziet er dan ongeveer zo uit: 324+689=1013 561-256=305 22x34=748 208+593=801
Nadere informatieNu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen
Nu een leuk stukje wiskunde ter vermaak (hoop ik dan maar). Optellen van oneindig veel getallen Ter inleiding: tellen Turven, maar: onhandig bij grote aantallen. Romeinse cijfers: speciale symbolen voor
Nadere informatieWerkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Nadere informatieGebruiksvriendelijkheid: Gebruiksaanwijzing:
Gebruiksvriendelijkheid: Elon Education is een tool waarmee online woordjes geleerd kunnen worden voor de vreemde talen. Ook is het mogelijk om met Elon Education de tafels te oefenen, werkwoorden enz.
Nadere informatieLOPUC. Een manier om problemen aan te pakken
LOPUC Een manier om problemen aan te pakken LOPUC Lees de opgave goed, zodat je precies weet wat er gevraagd wordt. Zoek naar grootheden en eenheden. Schrijf de gegevens die je nodig denkt te hebben overzichtelijk
Nadere informatieOverzicht rekenstrategieën
Overzicht rekenstrategieën Groep 3 erbij tot tien Groep 3 eraf tot tien Groep 4 erbij tot twintigt Groep 4 eraf tot twintigt Groep 4 erbij tot honderd Groep 4 eraf tot honderd Groep 4 en 5 tafels tot tien
Nadere informatieDie wijkt af van de huidige methodes. Begin op tijd met oefenen en doe dit niet meer de dag van te voren.
Ga de hele week op tijd naar bed en slaap minimaal 8 uur. Haast je ook vooral niet in de ochtend of in de avond. Pak alles juist heel relaxed aan. Je begint dan veel uitgeruster aan de toets. Zorg dat
Nadere informatieVrienden kun je leren
Vrienden kun je leren Hallo! Wij zijn Reinder en Berber, en wij hebben de afgelopen maanden hard gewerkt om dit boekje te maken, speciaal voor jongeren met het syndroom van Asperger. Hieronder vind je
Nadere informatieIk-Wijzer Ik ben wie ik ben
Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,
Nadere informatieCursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut
Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut deel 0 EVEN DE KRANT 1. Huiswerk Programma 16 februari doen
Nadere informatieZorg om je toekomst. Wat is. dyscalculie?
Zorg om je toekomst Wat is dyscalculie? 2 Inleiding Patrick is 14 jaar, maar weet in een winkel niet hoe hij met briefjes en muntstukken moet betalen en heeft geen idee hoeveel hij terug kan verwachten.
Nadere informatieDe waarde van een plaats in een getal.
Komma getallen. Toen je net op school leerde rekenen, wist je niet beter dan dat getallen heel waren. Dus een taart was een taart, een appel een appel en een peer een peer. Langzaam maar zeker werd dit
Nadere informatieVragenlijst leerlingen Eureka! Oberon & Eureka!, januari 2012
Vragenlijst leerlingen Eureka! Oberon & Eureka!, januari 2012 Toelichting Beste leerling, Jij zit in de Eureka!-klas. We zijn benieuwd naar jouw mening. Die kun je geven in deze vragenlijst. Die bestaat
Nadere informatieHoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.
Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,
Nadere informatieMeten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid
Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel
Nadere informatieFeedback Project Ergonomisch Ontwerpen
Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7
Nadere informatieDo s and Don ts of Bilingual Education
Do s and Don ts of Bilingual Education Een korte handleiding Tweetalig Onderwijs voor Leerlingen Leraren Ouders Het tweetalig HAVO op Philips van Horne en tweetalig VWO op Het College komt mede tot stand
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatieInleiding tot de natuurkunde
OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-09-2009 W.Tomassen Pagina 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Rekenen.... 3 Hoofdstuk 2 Grootheden... 5 Hoofdstuk 3 Eenheden.... 7 Hoofdstuk 4 Evenredig.... 10 Inleiding... 10 Uitleg...
Nadere informatierekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs
Zwijsen jaargroep 7 naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs Waar staat deze paddenstoel ongeveer? Teken op de kaart. Welke afstand of welke route fietsen de kinderen? naam route afstand Janna
Nadere informatie- 21 INSPIRERENDE QUOTES VOOR LEERKRACHTEN -
Beste collega, Ik houd van quotes. Zoals je misschien wel weet, plaats ik dagelijks waardevolle tips, verhalen, video s en quotes op mijn Facebookpagina: www.fb.com/positiefleren.nl Ik merk dat ik veel
Nadere informatiekommagetallen en verhoudingen
DC 8Breuken, procenten, kommagetallen en verhoudingen 1 Inleiding Dit thema gaat over rekenen en rekendidactiek voor het oudere schoolkind en voor het voortgezet onderwijs. Beroepscontext: als onderwijsassistent
Nadere informatieOnline Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week
onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming
Nadere informatieWortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)
1 Inleiding Wortels met getallen en letters WISNET-HBO update sept 2009 Voorkennis voor deze les over Wortelvormen is de les over Machten. Voor de volledigheid staat aan het eind van deze les een overzicht
Nadere informatieTheorie: Snelheid (Herhaling klas 2)
Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid
Nadere informatieHet houden van een spreekbeurt
Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieRekenvaardigheden voor het vak natuurkunde
Inhoud Formules uitrekenen... 2 Balansmethode... 2 Categorie eenvoudig... 3 Categorie moeilijker... 4 Categorie moeilijkst... 5 Uitgebreidere formules... 8 Balansmethode en abc-formule... 8 1/11 Formules
Nadere informatieWerkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA)
Werkblad 3 Bewegen antwoorden- Thema 14 (NIVEAU BETA) Theorie In werkblad 1 heb je geleerd dat krachten een snelheid willen veranderen. Je kunt het ook omdraaien, als er geen kracht werkt, dan verandert
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatieHet weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool
Het weetjesschrift Dit is het weetjesschrift. In dit schrift vind je heel veel weetjes over taal, rekenen en andere onderwerpen. Sommige weetjes zal je misschien al wel kennen en anderen leer je nog! Uiteindelijk
Nadere informatieTakenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie. Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk?
Takenblad Plusklas Ontdekken Periode 2 : Herfstvakantie tot kerstvakantie Naam : Wat is de bedoeling? Opdracht: Spoorzoekers Van wie is die vingerafdruk? Er is een misdaad gepleegd! Een dief heeft de computer
Nadere informatieSpreekbeurt, en werkstuk
Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid
Nadere informatieRekentermen en tekens
Rekentermen en tekens Erbij de som is hetzelfde, is evenveel, is gelijk aan Eraf het verschil, korting is niet hetzelfde, is niet evenveel Keer het product kleiner dan, minder dan; wijst naar het kleinste
Nadere informatieJONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren
Ellen van den Ende in samenwerking met Mariëtte Verschure JONG EN HOOGGEVOELIG HOEZO ANDERS?! Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Uitgeverij Akasha Inhoud Hooggevoelig, hoezo anders?!
Nadere informatieGrootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Wiskunde A. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.
Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Wiskunde A Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Wiskunde A Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op
Nadere informatieEen deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.
In jouw stad of dorp zijn er vast wel wijken waar mensen met wat hogere inkomens wonen en wijken waar mensen met wat lagere inkomens wonen. Er wordt beweerd dat mensen met een hoger inkomen meer en verder
Nadere informatiePracticum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag
Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt
Nadere informatieWelkom in de derde klas!
Welkom in de derde klas! De meeste van jullie zijn twee jaar leerling van onze school geweest. Jullie weten wel hoe het hier werkt. Wat er van je verwacht wordt. Wat wel en niet geaccepteerd wordt. Dat
Nadere informatieDomeinbeschrijving rekenen
Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van
Nadere informatie