Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1t/m 4 cursus lezen

Transcriptie

1 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1t/m 4 cursus lezen Samenvatting door een scholier 918 woorden 9 jaar geleden 6,5 148 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nieuw Nederlands 4 Havo hoofdstuk 1 t/m 4 Cursus Lezen. Hoofdstuk 1: De verschillende leesstrategieën met hun leesdoel en aanpak. Oriënterend lezen: o Snel vaststellen of een tekst bruikbaar of interessant is voor jou, onderwerp vaststellen. - Bij een boek: bij een artikel: - Titel titel - Flaptekst lead - Inhoudsopgave eerste alinea s - Voorwoord tussenkoppen - Auteur laatste alinea s auteur Publicatieplaats Globaal lezen: o De hoofdzaken van de tekst vinden - Lees de voorkeursplaatsen: Eerste alinea s laatste alinea s Eerste en laatste zin van de tussenliggende alinea s Intensief lezen: o De tekst helemaal goed begrijpen - Lees de tekst helemaal door - Stel de betekenis van moeilijke woorden vast - Inleiding: bepaal het onderwerp - Middenstuk: zoek naar de kernzinnen van alinea s en naar signaalwoorden die verbanden aangeven. - Stel de deelonderwerpen vast ; let op tussenkoppen en witregels - Slot: bepaal de hoofdgedachte. Kritisch lezen o De betrouwbaarheid van de informatie in een tekst beoordelen. Pagina 1 van 7

2 Stel vast: - in de informatie juist,volledig en niet eenzijdig? -Is de auteur deskundig en onpartijdig? -Zijn de bronnen van de auteur recent, of verouderd; zijn ze betrouwbaar? -Zijn de argumenten van de auteur sterk of zwak? Studerend lezen: o De inhoud van de tekst onthouden. - Lees de tekst oriënterend(onderwerp) en intensief (deelonderwerpen en eventuele hoofdgedachte) - Maak overhoorvragen - Maak een samenvatting/uittreksel - Probeer of je de bedachte vragen kunt beantwoorden. - Lees je samenvatting/uittreksel enkele malen door. Zoekend lezen: o Bruikbare informatie(in de tekst) vinden. - Zoek in catalogi en computerbestanden geschikte titels van boeken - Zoek via inhoudsopgave, registers enzovoort. - Lees nu globaal tot je de gewenste informatie gevonden hebt. Hoofdstuk 2: Er zijn 5 schrijfdoelen: Informeren lezers vertellen wat er is gebeurd/gaat gebeuren; lezers uitleggen hoe iets in elkaar zit. Opiniëren Lezers de gelegenheid geven zich een mening te vormen over een onderwerp. Overtuigen Lezers met argumenten overhalen tot een bepaalde mening, een standpunt. Activeren(overhalen) Lezers aanzetten om iets te gaan doen. Amuseren Lezers vermaken door iets leuks of interessants te vertellen. Er zijn 5 schrijfdoelen daarbij horen tekstsoorten Niet fictionele of zakelijke teksten: Informeren teksten die uitleg geven: uiteenzetting. handleiding studieboek recept rapport instructie informatieve folder Opiniëren beschouwing Recensie Verslag Discussiestuk Overtuigen betoog Ingezonden brief Redactioneel commentaar Column Pagina 2 van 7

3 Activeren reclamefolder Brochure Direct mail Advertentie Affiche/poster Flyer Sommige uitnodigingen Fictionele of niet- zakelijke teksten. Amuseren roman Strip Cartoon Kort verhaal Mop Cursiefje( klein,grappig verhaaltje in de krant) Hoofdstuk 3 De indeling van een tekst: De inleiding 1. Inhoudelijke kenmerken van de inleiding Functies van de inleiding: -De inleiding introduceert het onderwerp door : - De geschiedenis - De actualiteit - Het belang van de lezer - Een voorbeeld - Een anekdote( een kort grappig verhaaltje) 2. Typografische kenmerken: -Witregels scheiden de inleiding van het middenstuk. -Soms is de inleiding cursief of vet gedrukt. Het middenstuk: 1. Structurerende zinnen. Aankondigende en afkondigende zinnen.(van het onderwerp) 2. Verbanden tussen alinea s/ signaalwoorden. 3. Typografisch kenmerken -Witregels tussen de deelonderwerpen -Tussenkoppen boven de verschillende deelonderwerpen. Het slot: 1.Inhoudelijke kenmerken: -Bevat vaak de hoofdgedachte of conclusie - soms bevat het slot een samenvatting - soms is het slot een ; aansporing, een afweging ( voor- en nadelen) 2. typografisch kenmerken: Pagina 3 van 7

4 - Vaak een extra witregel na het middenstuk. Tekststructuren: Vraag/antwoordstructuur Inleiding vraag Middenstuk antwoord Slot samenvatting of conclusie Aspectenstructuur Inleiding aankondiging onderwerp Middenstuk diverse aspecten van een onderwerp Slot samenvatting Verleden/heden/toekomst structuur Inleiding introductie onderwerp Middenstuk situatie vroeger Situatie nu Situatie in de toekomst Slot conclusie Verklaringstructuur Inleiding noemen van een bepaald verschijnsel Middenstuk kenmerken Voorbeelden Oorzaken en gevolgen Slot samenvatting Probleem/oplossing structuur Inleiding probleem Middenstuk gevolgen ( waarom is het een probleem) Oorzaken Oplossing Slot de beste oplossing Voor- nadelen structuur Inleiding vraag of stelling Middenstuk voor- of nadelen Slot afweging, conclusie Argumentatie structuur Inleiding stelling, standpunt Middenstuk argumenten voor de stelling Weerlegging tegenargumenten Slot herhaling stelling. De alinea De kernzin is: -De eerste zin -De tweede zin -De laatste zin Pagina 4 van 7

5 Tekstverbanden: Opsommend verband ook Tevens Bovendien Daarnaast Vervolgens Verder Om te beginnen Ten 1ste. Ten 2de Ten slotte Tegenstellend verband maar Echter Niettemin Toch Daar staat tegenover Desondanks Evenwel Nochtans Daarentegen Ondanks dat.. Aan de ene/andere kant Chronologisch verband eerst Dan Daarna Uiteindelijk Eens Toen Vroeger Nu Later Voordat Nadat Oorzakelijk verband doordat Daardoor Als gevolg van Het gevolg is Het komt door Waardoor Zodat Toelichtend verband zo Bijvoorbeeld Voorwaardelijk verband als Pagina 5 van 7

6 Indien Wanneer Tenzij Mits Vergelijkend verband zoals Net(zo) als Evenals Meer/beter dan Redengevend verband daarom Omdat Derhalve Dus Want Immers Namelijk Aangezien Doel-middel verband om te Met de bedoeling Opdat Zodat Daarvoor Waarvoor Voor Door Toegevend verband ook al Zij het (dat) Weliswaar Hoewel Samenvattend verband kortom Samengevat Al met al Concluderend verband dus Daarom Dat hout in Ik kom tot de slotsom dat.. Hoofdstuk 4: Publiek en tekstkenmerken Een tekst is met een bepaald doel en voor een bepaald doel mensen geschreven aan de dingen hieronder kun je dat zien: 1. De inhoud 2. De publicatieplaats Pagina 6 van 7

7 3. Het taalgebruik 4. De toon 5. De lay-out Pagina 7 van 7