Advies Regionaal Repressief Dekkingsplan Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Advies Regionaal Repressief Dekkingsplan 2016-2020. Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat"

Transcriptie

1 Advies Regionaal Repressief Dekkingsplan Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat

2 Naam Functie in projectgroep Organisatie Frank Kuntz Programmamanager / Afdelingshoofd Incidentbestrijding VrZW Incidentbestrijding Hanneke Horrevorts Projectleider Veiligheidsbeleid & Strategie, VrZW Abel Zwart Projectleider Onderzoek dekkingsplan fase 2 Incidentbestrijding VrZW Gerda Vennik Projectleider Operationele grenzen Incidentbestrijding VrZW Projectleider Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem Erik Dangermond Projectleider Uitrukken op maat Incidentbestrijding VrZW Hans Harding Projectgroeplid / Gebiedscommandant WOL Incidentbestrijding VrZW Robin Alblas Projectgroeplid / Gebiedscommandant Incidentbestrijding VrZW Markermeergebied Maarten den Arend Projectgroeplid Risicobeheersing VrZW Ad Stenzler Projectgroeplid / Vertegenwoordiger OR Risicobeheersing VrZW Iwan Schaap Projectgroeplid Vakbekwaamheid en Kennis VrZW Roos Bell Projectgroeplid Bedrijfsvoering (Communicatie) Hans Bleeker Projectgroeplid Bedrijfsvoering (Financiën) Judith Siebel Projectgroeplid Bedrijfsvoering (Financiën) Dick Smulders Projectgroeplid Bedrijfsvoering (P&O) Bij scenariovorming aangevuld met: Naam Functie in projectgroep Organisatie André Siebeling Agendalid / Gebiedscommandant Incidentbestrijding VrZW Purmerend/Beemster Nico Moes Agendalid / Gebiedscommandant Zaanstad Incidentbestrijding VrZW Herman Meijer Agendalid / Teamleider Onderhoud & Techniek Incidentbestrijding VrZW Marc Ploegman Agendalid / Teamleider Operationele Incidentbestrijding VrZW planvorming Sjerp Praamsma Specialist Care / Berekening dekking Incidentbestrijding VrZW Versiebeheer Versie Datum Wijziging Status september Concept oktober Toevoegen scenario na tweedaagse oktober Concept oktober Aanpassingen nav Stuurgroep Concept november Voorgenomen besluit in vergadering DB 20 november 2015 Definitief concept Aldus besloten door het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland in de vergadering van 4 december 2015 namens deze, voorzitter, mr. G.H. Faber secretaris, H. Raasing 2

3 Inhoudsopgave 0. Bestuurlijke samenvatting Inleiding Aanleiding Opdracht Werkwijze Risico s Achtergrond nieuw Dekkingsplan Landelijk kader Bovenregionale situatie Regionale situatie Planologische ontwikkelingen Uitgangspunten Bestuurlijke uitgangspunten Algemene uitgangspunten Operationele uitgangspunten Analyse op onderliggende projecten Dekkingsplan fase 1 en Inleiding Werkwijze Resultaten Conclusie Operationele grenzen Inleiding Werkwijze Resultaten Conclusie Uitrukken op maat Inleiding Werkwijze Resultaten Conclusie Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem Inleiding Werkwijze Resultaten Conclusie Financieel kader Financiële uitgangspunten Rekencijfers Analyse Dekkingsplan Scenario 1: basisscenario Spreiding van posten Vormen van paraatheid Spreiding van voertuigen Spreiding van specialismen Management en ondersteuning Financiële consequenties Scenario 2: minimale variant van brandweerzorg Spreiding van posten Vormen van paraatheid Spreiding van voertuigen Spreiding van specialismen Management en ondersteuning Financiële consequenties Ten slotte Afkortingenlijst Bijlage: Materieelspreidingsplan (separaat) 3

4 0. Bestuurlijke samenvatting In 2013 is met het bestuur afgesproken om na de regionalisering de meest optimale inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie op regionale schaal te bepalen. De basis hiervoor is gelegd met het onderzoek Dekkingsplan fase 2 in Bij de bestuurlijke bespreking hiervan kreeg de directeur VrZW van het bestuur de opdracht tot het integreren van de uitkomsten van de projecten Dekkingsplan fase 2, Uitrukken op maat, Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem en Operationele grenzen in een voorstel voor een nieuwe inrichting van de repressieve brandweerorganisatie. Hieraan werden diverse bestuurlijke uitgangspunten verbonden. De uiteindelijke definitieve inrichting krijgt vorm in het nieuw op te stellen Regionaal Dekkingsplan Voor u ligt het voorstel voor de invulling van dit nieuwe dekkingsplan. Conform bestuurlijke opdracht zijn twee scenario s uitgewerkt die beiden voldoen aan de bestuurlijke uitgangspunten, maar variëren in financiële consequenties. Onderzoek Dekkingsplan fase 2 Op 12 december 2014 vond bestuurlijke besluitvorming over Dekkingsplan fase 2 plaats. In dit document is ingegaan op denkrichtingen om de dekking binnen de veiligheidsregio te optimaliseren. Het document geeft relevante informatie over de mogelijke varianten in dekking, het aantal en type incidenten en de manier waarop uitgerukt kan worden. Hierbij zijn belangrijke conclusies getrokken, die mede de input vormen voor dit advies. Een veelzeggend element daarvan was de conclusie, dat een achttal posten in deze regio slechts een lage bijdrage leveren aan de dekking en daarmee van gering belang voor de dekking zijn. Dit wordt veroorzaakt door het beperkte brandrisico en inzetfrequentie in de verzorgingsgebieden van deze posten. Het sluiten van deze posten zou slechts een gering effect op de regionale dekking hebben. Daarnaast is geconstateerd dat, met uitzondering van Purmerend, er geen noodzaak is om meer dan één tankautospuit op een post neer te zetten. Dit is op dit moment bij 4 posten wel het geval. Om redenen van dekking is er geen noodzaak om deze extra voertuigen in stand te houden. De conclusies met betrekking tot de dekking en de waarde van posten, de spreiding van tweede tankautospuiten en de blusboot waren een belangrijk uitgangspunt bij het opstellen van scenario s voor het nieuwe dekkingsplan. Werkwijze VrZW heeft zich de afgelopen maanden gebogen over de mogelijke scenario s. Om hierbij rekening te houden met alle facetten van brandweerzorg is een brede projectgroep ingericht, waarin een afvaardiging vanuit alle afdelingen vertegenwoordigd is. De projectgroep omvat onder andere alle gebiedscommandanten en experts in risicobeheersing, incidentbestrijding en vakbekwaamheid. Daarnaast zijn ondersteunende processen waaronder financiën, personeelsmanagement en communicatie in de projectgroep vertegenwoordigd. Ook namens de OR neemt een afgevaardigde deel aan de projectgroep. De projectgroep legt verantwoording af aan de stuurgroep, die gevormd wordt door de bestuurlijke portefeuillehouder(s), een gemeentesecretaris, de directeur VrZW, het afdelingshoofd Incidentbestrijding en de projectleider. Daarnaast is kritisch meegedacht door de Klankbordgroep Vernieuwde repressie: een hiertoe ingerichte klankbordgroep bestaande uit een mix van vrijwilligers en beroepspersoneel. 4

5 De projectgroep heeft op basis van de gegevens uit de genoemde vier projecten (Dekkingsplan fase 2, Uitrukken op maat, Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem en Operationele grenzen) scenario s ontwikkeld. Hierbij zijn alle mogelijke varianten en combinaties overwogen en afgewogen aan de hand van de driehoek dekking, risico s en context: In het kader van de dekking heeft de projectgroep zich gebaseerd op de uitkomsten zoals opgenomen in Dekkingsplan fase 2, waarin uitspraken zijn gedaan over het belang van posten en de verdeling van tankautospuiten over de posten. Daarnaast zijn de gevolgen van het invoeren van operationele grenzen op de dekking in ogenschouw genomen. Ook de resultaten van het werken met het nieuwe paraatheids- en beschikbaarheidssysteem vallen hieronder. De risico s van het gebied zijn weergegeven in het (geactualiseerde) brandrisicoprofiel. Bij het formuleren van voorstellen voor de inrichting is dit gedaan vanuit het perspectief passend binnen het regionale risicoprofiel. Aan de hand van de risico s en de specifieke kenmerken van het gebied, zijn vervolgens conclusies getrokken over de spreiding van materieel en de inzet van variabele voertuigbezetting (welk voertuig biedt waar de gewenste slagkracht). De maatschappelijke en bestuurlijke context tenslotte wordt gevormd door de vele ontwikkelingen die spelen in dit werkveld. Hierover zijn diverse bepalingen opgenomen in de geformuleerde uitgangspunten. De integrale benadering van de brandweerzorg en het aansluiten bij ontwikkelingen op het gebied van risicobeheersing behoren hier nadrukkelijk toe. Ook de maatschappelijke waarde die een post heeft, maakt onderdeel uit van de regionale context waarbinnen het scenario moet passen. De inzet op behoud van vrijwilligheid, zoals verwoord in de regionale visie op vrijwilligheid, is een belangrijk kenmerk van de regionale context. De drie onderdelen van de driehoek zijn zowel separaat als in samenhang met elkaar bekeken. Na weging van de scenario s aan de hand van deze driehoek, zijn van elke realistische variant de financiële consequenties doorgerekend. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de gevraagde twee scenario s: één basisscenario, dat goed past binnen de gestelde kaders, breed gedragen wordt door de projectgroep en resulteert in een voorgestelde besparing van circa en één scenario dat, passend binnen de kaders, zich richt op de ondergrens van verantwoorde brandweerzorg; het zogenaamde minimale scenario. Scenariovorming De ontwikkelde scenario s zijn passend binnen de geformuleerde uitgangspunten. Veiligheid staat daarbij voorop; voor burger en hulpverlener. In de gepresenteerde scenario s krijgt de burger de snelst mogelijke zorg, passend binnen het financiële kader. De paraatheid, de dekking en de voertuigbezetting zijn allen ten minste op verantwoord niveau. Daarbij wordt voldaan aan het landelijke kader voor uitrukken op maat. Tevens is op basis van de inventarisatie met betrekking tot de 5

6 maatschappelijke waarde van posten bezien, op welke wijze deze taken belegd kunnen worden in de regio. Het basisscenario In het basisscenario wordt uitgegaan van een regio waarbij de basisbrandweerzorg wordt geleverd vanuit 23 posten. Deze posten vormen met elkaar een fijnmazig netwerk. Zij realiseren met elkaar een verantwoorde dekking voor de regio, zowel overdag als gedurende avond-, nacht- en weekenduren. Van de 8 genoemde posten met geringe waarde, wordt voorgesteld er 4 te sluiten. Dit betreffen de posten Oostknollendam, Jisp, Oostzaan De Haal en Den Ilp. Naast de waarde voor de dekking heeft de projectgroep rekening gehouden met factoren zoals personeelsbezetting / opkomstgarantie, risico s in het verzorgingsgebied, mogelijkheden tot het anders organiseren van de maatschappelijke functie van de post en eventueel aansluiten van vrijwilligers bij omliggende posten. In de onderliggende notitie wordt de motivatie nader toegelicht. Met het sluiten van de genoemde posten blijft de gemiddelde dekkingsgraad in de regio vergelijkbaar met de huidige situatie (en dus op een verantwoord niveau). De verschillende vormen van paraatheid van de posten (vrijwillig, beroeps of een vorm van vrijwillige verplichting vanuit huis of een post) zijn gewogen op financiële consequenties en consequenties voor de dekking. Hoewel de 24-uursdienst in Purmerend een kostbare variant van paraatheid is, is bij alle doorrekeningen van de dekking gebleken dat deze onmisbaar is in het verzorgingsgebied. Bij elke berekende variant zonder 24-uursdienst in Purmerend, zakt de dekking ruim onder de 70%. Hierbij kan naar de mening van de projectgroep niet langer gesproken worden van veilige en verantwoorde basisbrandweerzorg. Ongeacht de financiële consequenties adviseert de projectgroep daarom de situatie in Purmerend, voor wat betreft de paraatheid van de eerste tankautospuit, ongewijzigd te laten. Wel worden voorstellen gedaan voor het verminderen van diverse consignaties (afspraken waarbij vrijwilligers vanaf thuis gegarandeerd opkomen bij een inzet). Binnen de regio zijn momenteel 34 tankautospuiten operationeel inzetbaar, verdeeld over de vier operationele gebieden. Op basis van de conclusies van het project Uitrukken op maat, wordt voorgesteld om naar de toekomst toe te variëren in het type voertuigen. Daarbij is een voorstel voor spreiding van de voertuigen bijgevoegd. In lijn met het voorstel van Dekkingsplan fase 2, wordt geadviseerd de 2 e tankautospuiten van de posten Volendam, Middenbeemster en Wormer en de 3 e en 4 e tankautospuit van Purmerend niet langer op deze posten te laten staan. In totaal wordt voorgesteld te werken met 24 TSflex voertuigen (tankautospuit waarop met minimaal 4 en maximaal 6 personen kan worden uitgerukt), 6 TS 4 voertuigen (tankautospuit voor 4 personen) en de huidige pilot met de SI2 (Snel Interventievoertuig voor 2 personen) te continueren. Voorgesteld wordt geen wijzigingen door te voeren in de uit te voeren specialistische taken zoals het optreden bij waterongevallen, technische hulpverlening en werken op hoogte. Wel wordt voorgesteld deze taken zoveel als mogelijk te spreiden over de posten in de regio. Met het terugbrengen van het aantal posten, minder materieel en minder vrijwilligers wordt het verantwoord geacht het aantal gebiedscommandanten terug te brengen van 4 naar 3. De voorgestelde wijzigingen kunnen rekenen op brede steun van de projectgroep. De vertaling van de resultaten uit Dekkingsplan fase 2, aangevuld met de overige bouwstenen van dit project, resulteren in een basisbrandweerzorg die weliswaar wordt teruggebracht ten opzichte van de huidige situatie, maar waarbij veilige en verantwoorde brandweerzorg voorop zijn blijven staan. Het sluiten van 4 posten en het verminderen van enkele voertuigen, consignatie en een gebiedscommandant, leidt tot de volgende 6

7 (incidentele en structurele) besparingen: Basisscenario Besparing Incidenteel Structureel Exploitatie a. materiaal b. vrijwilligers c. beroepspersoneel d. paraatheid e. overige Investeringen a. materiaal Totaal Het minimale scenario Op verzoek van het bestuur is daarnaast het scenario in kaart gebracht, waarbij binnen de gestelde kaders de minimale variant van brandweerzorg is uitgewerkt. Dit voorstel ligt in de lijn met het basisscenario, maar daarbij wordt een aantal elementen verder versoberd. Hiermee wordt de ondergrens van veiligheid benaderd en de slagkracht wordt op minimaal noodzakelijk niveau teruggebracht. In dit scenario wordt voorgesteld om naast de vier genoemde posten ook de overige posten van geringe waarde te sluiten. Dit betreft de posten Spijkerboor, Ilpendam, Zuidoostbeemster en Kwadijk. Ondanks het sluiten van deze posten wordt de minimaal noodzakelijke dekking nog steeds gegarandeerd. Vanuit het kader van dekking kan dit zonder zwaarwegende consequenties gebeuren. Hiermee zijn overwegingen in het kader van maatschappelijke functie, paraatheid van de posten en regionale operationele slagkracht niet meegewogen. Daarnaast wordt voorgesteld een wijziging door te voeren in de beroepspost in Purmerend. De mogelijke wijzigingen hierbij zijn beperkt, gezien de zwaarwegende rol die deze dienst speelt in de dekking in Purmerend. De projectgroep ziet als enige mogelijkheid, binnen het kader van veilige hulpverlening, het terugbrengen van de 24-uursdienst gedurende avond/nacht/weekend tot een zogenaamd hybride model, waarbij de ploeg voor de helft door beroepspersoneel gevormd wordt en voor de helft door vrijwillig gekazerneerd personeel. Dit betreft de bezetting van de eerste tankautospuit (TSflex), de tweede tankautospuit blijft (conform huidige situatie) bemenst door vrijwilligers (vrije instroom profiel). Met het sluiten van de vier extra posten neemt ook het totale bestand van voertuigen af met vier tankautospuiten. Dit zal resulteren in een afname van vier tankautospuiten voor 4 personen (TS4). Het aantal tankautospuiten voor 4 tot 6 personen zal niet verder afnemen. Dit zou in het kader van de noodzakelijke operationele slagkracht niet verantwoord zijn. De projectgroep heeft naast bovengenoemde maatregelen allerhande andere opties overwogen. Daarbij zijn de consequenties onderzocht van het sluiten van andere posten (niet behorend tot de 8 posten van geringe waarde), het verplaatsen van posten of het veranderen van organisatie van paraatheid. Hierbij bleek echter elke keer de conclusie duidelijk: alternatieve wijzigingen leiden tot significante afname van het dekkingspercentage, waardoor niet langer gesproken kan worden van veilige en verantwoorde brandweerzorg. Ook het verminderen van het aantal gebiedscommandanten is naar de mening van de projectgroep althans in de fase waarin de organisatie zich nu begeeft op 7

8 dit moment niet haalbaar. Met het inrichten van de regio aan de hand van het minimale scenario worden onderstaande besparingen ingevuld: Minimale scenario Besparing Incidenteel Structureel Exploitatie a. materiaal b. vrijwilligers c. beroepspersoneel d. paraatheid e. overige Investeringen a. materiaal Totaal Voorstel Naar de mening van de projectgroep wordt met het basisscenario een evenwichtig en gedragen voorstel gedaan. Het voorstel richt zich hierbij op de benodigde dekking in de regio, maar gaat nadrukkelijk verder dan dat. Er is een balans gevonden in de diverse uitgangspunten. De als richtlijn genoemde bezuiniging van wordt hierin op een verantwoorde manier bereikt, met behoud van een relatief fijnmazig netwerk van posten en een goede spreiding van materieel. Daarbij wordt zoveel mogelijk ingezet op het behoud van vrijwilligers. Daar waar posten moeten sluiten, wordt de vrijwilligers de mogelijkheid geboden om (indien haalbaar) zich aan te sluiten bij een andere post, een rol te gaan spelen in de kazernering in het weekend in Purmerend of een bijdrage te leveren aan het project Brandveilig leven. De posten die van geringe waarde voor de dekking zijn, maar waarvan nu voorgesteld wordt om in stand te blijven, kunnen op deze manier een impuls krijgen. Er zal nadrukkelijk worden ingezet op de kwaliteit van de 23 posten die in de regio blijven bestaan. De specialistische taken worden daarbij zoveel als mogelijk over deze posten verdeeld, wat voor een aantal posten een enorme impuls met zich mee kan brengen. Door de voorgestelde werkwijze krijgen alle posten een rol van betekenis. 8

9 1. Inleiding In dit document treft u twee uitgewerkte scenario s voor de inrichting van het nieuw op te stellen regionaal Dekkingsplan Dit eerste hoofdstuk schetst het kader waarbinnen het nieuwe regionaal Dekkingsplan wordt opgesteld. Hiertoe wordt de aanleiding, voortvloeiend uit Onderzoek Dekkingsplan fase 2, geschetst en wordt de bestuurlijke opdracht verwoord. Tevens treft u in dit hoofdstuk een korte omschrijving van het proces van totstandkoming van het nieuwe dekkingsplan. 1.1 Aanleiding In 2013 is met het bestuur afgesproken om na de regionalisering de meest optimale inrichting van de nieuwe brandweerorganisatie op regionale schaal te bepalen. Het samenstellen van één regionale organisatie uit 10 verschillende organisaties vraagt een andere blik op de best passende inrichting van de brandweer. Deze nieuwe inrichting wordt beschreven in het Regionaal dekkingsplan: de beschrijving van de wijze waarop de brandweer haar repressieve taak in deze regio uitvoert. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de locatie van brandweerposten, de bezetting die daarvan uitrukt en de opkomsttijden die daarbij gehanteerd worden. In 2013 is door het bestuur een Dekkingsplan fase 1 vastgesteld. Dat dekkingsplan behandelt de dekking van de eerste en tweede tankautospuit en de dekking en spreiding van overig materieel en specialismen, uitgaande van het maatgevende wettelijk scenario (woningbrand). Bij het opstellen van dit plan bleek de dekking in deze regio overal ruimschoots te voldoen, in sommige gevallen ruimer dan noodzakelijk. Bij vaststelling van fase 1 is bestuurlijk opdracht gegeven tot het opstellen van Dekkingsplan fase 2. Het doel van dat plan was het doorkijken naar de toekomst: welke mogelijkheden, denkrichtingen en oplossingen bestaan er om de dekking binnen de regio te optimaliseren. Hierbij werd ingegaan op het belang van uitruklocaties en voertuigen, evenals op varianten in uitruklocatie, organisatievorm en voertuigspreiding. Vanuit de doorkijk zoals verwoord in fase 2 is de bestuurlijke opdracht aan VrZW verstrekt om te komen tot een nieuw Regionaal dekkingsplan, met als doel het inrichten van een effectieve en efficiënte organisatie, met een verdeling van de repressieve middelen binnen de regio waarmee een kwalitatief verantwoord tot voldoende dekkingsniveau kan worden gerealiseerd. Met het opstellen van een nieuw dekkingsplan voldoet VrZW tevens aan de gestelde bepaling in art. 14 van de Wet veiligheidsregio s. 1.2 Opdracht Op 12 december 2014 vond bestuurlijke besluitvorming over Dekkingsplan fase 2 plaats. In deze vergadering kreeg de directeur VrZW van het bestuur de opdracht tot het integreren van de uitkomsten van de projecten Uitrukken op maat, Dekkingsplan fase 2, Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem en Operationele grenzen in een voorstel voor een nieuw operationeel concept: het regionaal Dekkingsplan VrZW. Hierbij werd tevens opdracht gegeven: De kosten van de huidige brandweerzorg en de mogelijke baten (in geval van bezuinigen op posten, personeel, materieel / materiaal en effecten) voor de zomer op hoofdlijnen in beeld te brengen; in samenspraak met de medewerkers (per post waarvan de waarde in het kader van het dekkingsplan als gering beschouwd is) te bekijken of er mogelijkheden voor de brandweer zijn ten aanzien van overige brandweertaken, en zo ja, welke; 9

10 aan te geven wat de opbrengst is van de projecten Structureel terugdringen onnodige en ongewenste meldingen (STOOM), Geen nood bij brand (GNBB) en Brandveilig leven (BVL) en wat de inspanningen zijn t.a.v. communicatie over risico s en het bieden van handelingsperspectieven aan burgers, bedrijven en instellingen; landelijke ontwikkelingen versus regionale behoefte in beeld te brengen. Bij het verstrekken van deze opdracht zijn door het bestuur tevens enkele bestuurlijke uitgangspunten meegegeven. Daarnaast moet het Dekkingsplan passen binnen de taakstelling waarvoor VrZW zich gesteld ziet. Deze kaders komen in paragraaf 3.1 (bestuurlijke uitgangspunten) nader aan de orde. In deze notitie worden twee voorstellen uitgewerkt voor de invulling van het Dekkingsplan. De resultaten van bovengenoemde opdrachten zijn meegenomen in dit advies. Conform bestuurlijke opdracht worden twee scenario s uitgewerkt die beiden voldoen aan de bestuurlijk geformuleerde uitgangspunten, maar variëren in de financiële consequenties. 1.3 Werkwijze In februari 2015 is het project Regionaal dekkingsplan (voorheen Operationeel concept) van start gegaan. Het project wordt aangestuurd door een stuurgroep met daarin de bestuurlijk portefeuillehouder, de opdrachtnemer, de programmamanager, de projectleider en een gemeentesecretaris. Het advies is voorbereid door een projectgroep bestaande uit een brede laag vakspecialisten, waaronder gebiedscommandanten, projectleiders van de onderliggende projecten, beleidsmedewerkers incidentbestrijding, risicobeheersing en vakbekwaamheid, een afvaardiging van de OR en diverse ondersteunende disciplines zoals communicatie, finance & control en P&O. Daarnaast is de klankbordgroep Vernieuwde Repressie (bestaande uit een mix van vrijwilligers en beroepspersoneel) opgericht en betrokken. Belangrijke input voor de op te leveren scenario s vloeien voort uit een viertal onderliggende projecten: 1. Dekkingsplan: in het huidige dekkingsplan is inzichtelijk gemaakt wat het relatieve belang van posten is op basis van het brandrisicoprofiel. Dit is afgezet tegen het werkelijke aantal uitrukken per post (brand prio 1). Dit heeft geresulteerd in een classificatie van het belang van alle posten (groot, redelijk, matig, gering) voor de dekking (bij de gekozen organisatievorm). De informatie uit het dekkingsplan levert, in samenhang met de informatie uit de overige 3 projecten, input voor het nieuwe regionaal Dekkingsplan. 2. Operationele grenzen: in plaats van gemeentegrenzen, worden operationele grenzen leidend bij de vraag welke post uitrukt voor brand of hulpverlening. Het uitgangspunt is, dat burgers de snelst mogelijke hulp krijgen. Op 3 maart 2015 is deze werkwijze ingevoerd. Onderzocht is, 10

11 wat het effect van invoering van operationele grenzen is op de repressie in deze regio. Wat levert het invoeren van operationele grenzen op voor alle posten? Treden verschuivingen in incidenten op, waardoor de relevantie van posten verandert? De antwoorden op deze vragen zijn meegenomen in de afwegingen om te komen tot het voorstel voor inrichting van het dekkingsplan. 3. Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem: dit project maakt de veerkracht (beschikbaarheid) van de vrijwilligers (en daarmee de paraatheid van de posten) inzichtelijk middels een zogenaamde slimme pager en een monitoringssysteem. Dit geeft inzicht in de feitelijke paraatheid van posten ten opzichte van de kennis die al over opkomst bestaat. 4. Uitrukken op maat: dit project gaat uit van het principe dat niet voor elk incident een basisbrandweereenheid nodig is, maar dat bepaalde incidenten ook adequaat kunnen worden afgehandeld met een ander voertuig en/of minder brandweermensen dan de huidige standaard van 6 personen. Ook maakt uitrukken op maat een gedifferentieerde uitruk mogelijk. Voor een incident waarbij de benodigde slagkracht een tankautospuit (TS) is met zes personen, kunnen deze verschillend samengesteld zijn. Bijvoorbeeld door een tankautospuit met 4 personen (TS4) te combineren met een snel interventievoertuig voor 2 personen (SIV2). In deze regio loopt in Zaanstad sinds oktober 2014 een pilot met een TS4. Sinds april 2015 loopt op de posten in Purmerend en Volendam een pilot met een SIV2. Deze pilots geven antwoord op de vraag, of een TS4 en / of een SIV2 veilige, verantwoorde brandweerzorg opleveren. Deze informatie is een belangrijke bouwsteen bij de vorming van het dekkingsplan: welke consequenties heeft een alternatieve voertuigbezetting voor de inrichting van de basisbrandweerzorg in deze regio? De projectgroep heeft op basis van de gegevens uit deze onderliggende projecten scenario s ontwikkeld. Hierbij zijn alle mogelijke varianten en combinaties overwogen en afgewogen aan de hand van de driehoek dekking, gebied en context: In het kader van de dekking heeft de projectgroep zich gebaseerd op de denkrichtingen zoals opgenomen in Dekkingsplan fase 2, waarin onder andere uitspraken zijn gedaan over het belang van posten en de verdeling van tankautospuiten over de posten. Daarnaast zijn de gevolgen van het invoeren van operationele grenzen op de dekking in ogenschouw genomen. Ook de resultaten van het werken met het nieuwe paraatheids- en beschikbaarheidssysteem vallen hieronder. 11

12 De risico s van het gebied zijn weergegeven in het (geactualiseerde) brandrisicoprofiel. 1 Bij het formuleren van voorstellen voor de inrichting is dit gedaan vanuit het perspectief passend binnen het regionale risicoprofiel. Aan de hand van de risico s en de specifieke kenmerken van het gebied, zijn vervolgens conclusies getrokken over de spreiding van materieel en de inzet van variabele voertuigbezetting (welk voertuig biedt waar de gewenste slagkracht). De maatschappelijke en bestuurlijke context tenslotte wordt gevormd door de vele ontwikkelingen die spelen in dit werkveld. Hierover zijn diverse bepalingen opgenomen in de geformuleerde uitgangspunten (hoofdstuk 3). De integrale benadering van de brandweerzorg en het aansluiten bij ontwikkelingen op het gebied van risicobeheersing behoren hier nadrukkelijk toe. Ook de maatschappelijke waarde die een post heeft, maakt onderdeel uit van de regionale context waarbinnen het scenario moet passen. De inzet op behoud van vrijwilligheid, zoals verwoord in de regionale visie op vrijwilligheid, is een belangrijk kenmerk van de regionale context. De drie onderdelen van de driehoek zijn zowel separaat als in samenhang met elkaar bekeken. Na weging van de scenario s aan de hand van deze driehoek, zijn van elke realistische variant de financiële consequenties doorgerekend. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in de gevraagde twee scenario s: één scenario, dat goed past binnen de gestelde kaders en resulteert in een besparing van en één scenario dat, passend binnen de kaders, zich richt op de ondergrens van verantwoorde brandweerzorg; het zogenaamde minimale scenario. Deze besparing is noodzakelijk om invulling te geven aan een deel van de opgelegde taakstelling door de gemeenten aan de veiligheidsregio bij de start van de regionalisering. Deze wordt in hoofdstuk 3, paragraaf 1 nader toegelicht. In beide scenario s komt tot uitdrukking op welke wijze de incidentbestrijding wordt ingericht, rekening houdend met: wijze van inrichting van operationele eenheden, waarbij zowel benodigde beroeps- als vrijwillige formatie wordt vastgesteld; welke vorm van beschikbaarheid gehanteerd wordt; welke posten daarvoor nodig zijn; op welke wijze de basisbrandweerzorg wordt vorm gegeven; welke spreiding van materieel daarvoor nodig is. 1.4 Risico s De voorgestelde scenario s zullen niet bij iedereen op draagvlak kunnen rekenen. Dit zal mogelijk tot onrust binnen de organisatie leiden. Posten kunnen risico lopen als vrijwilligers besluiten voortijdig te stoppen, terwijl de organisatie daar nog niet verder op ingericht is. Daarom moet het communicatietraject naar alle betrokkenen in grote zorgvuldigheid verlopen. In dit advies worden twee scenario s voorgesteld. Uiteindelijk zal dit leiden tot regionale besluitvorming. Het is daarbij niet ondenkbaar, dat dit regionale besluit niet volledig in lijn is met de lokale belangen en wensen. Separaat wordt een voorstel bijgevoegd over de wijze om om te gaan met lokale verzoeken tot afwijking van dit regionale besluit. De taakstelling voor 2016 brengt nadrukkelijk een tijdsdruk met zich mee voor dit project. Indien besluitvorming over het Dekkingsplan meer tijd in beslag neemt dan oorspronkelijk gepland, zal dit consequenties hebben voor het bereiken van de taakstelling in Het brandrisicoprofiel vormt de basis voor de inzichten in de brandrisico's voor de basisbrandweerzorg. Dit profiel staat naast het (multidisciplinair) regionale risicoprofiel en spitst zich specifiek toe op de gebruiksfuncties van gebouwen. Het regionaal risico is een inventarisatie en analyse van alle in een veiligheidsregio aanwezige risico s. 12

13 In dit document worden op basis van de geformuleerde uitgangspunten, de vakinhoudelijke visie, de resultaten van de deelprojecten en passend binnen het financiële kader twee voorstellen gedaan voor inrichting van het dekkingsplan. Het uiteindelijke dekkingsplan kent een looptijd van 4 jaar, maar kan tussentijds aangepast worden als ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Immers; de brandweer is volop in beweging. Zowel op het gebied van risicobeheersing spelen vele actuele (landelijke) ontwikkelingen (waaronder de doorontwikkeling van brandveilig leven en RemBrand), als binnen de incidentbestrijding. Uitrukken op maat, ontwikkelingen op het gebied van technische hulpverlening en bluswater en nieuwe benadering van onder meer incidentbestrijding gevaarlijke stoffen zijn hiervan sprekende voorbeelden. Het nieuwe dekkingsplan is daarmee een dynamisch document. In het bepalen van de scenario s is waar mogelijk rekening gehouden met of geanticipeerd op de actualiteit. 13

14 2. Achtergrond nieuw Dekkingsplan 2.1 Landelijk kader Wet en Besluit veiligheidsregio s De wettelijke taken met betrekking tot uitvoering van de basisbrandweerzorg zijn opgenomen in de Wet veiligheidsregio s en het onderhavige Besluit veiligheidsregio s. In de wet wordt een tweetal taken benoemd die direct betrekking hebben op de basisbrandweerzorg 2 : a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Om uitvoering te kunnen geven aan de genoemde taken is in het Besluit veiligheidsregio s beschreven hoe de basisbrandweerzorg moet worden georganiseerd 3. Het gaat hier om eisen aan organisatie, opkomsttijden, materieel en uitrusting. Deze eisen hebben uitsluitend betrekking op het spoedeisende optreden van de brandweer, waarbij sprake is van brand of andere levensbedreigende incidenten waarbij de brandweer een taak heeft. Bij het opstellen van de eisen aan de basisbrandweerzorg heeft de wetgever nadrukkelijk een evenwicht gezocht tussen de verantwoordelijkheid zoals vastgesteld in het besluit en de eigen verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio s. De organisatie van de basisbrandweerzorg wordt uitgewerkt in het dekkingsplan (dat conform de wet onderdeel uitmaakt van het beleidsplan 4 ). Het risicoprofiel, inclusief de brandrisico s, vormt hiervoor de basis. Het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio stelt het dekkingsplan inclusief de afwijkende opkomsttijden vast. Bij het ontwerpen van het dekkingsplan moeten de opkomsttijden die in het Besluit veiligheidsregio s staan, in acht worden genomen. Bij het vaststellen moeten regionale afwijkingen en overschrijdingen meegenomen worden, rekening houdend met het risicoprofiel en een kosten/baten analyse. Naast een wettelijk kader voor de basisbrandweerzorg worden in het Besluit veiligheidsregio s ook eisen gesteld aan de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen. De wettelijke taak die hieraan ten grondslag ligt, betreft het verkennen van gevaarlijke stoffen en verrichten van ontsmetting. In het Besluit veiligheidsregio s zijn eisen opgenomen waaraan de brandweer dient te voldoen om deze taak te kunnen uitvoeren. Met betrekking tot de organisatie en inrichting van de andere specialismen, zijn geen wettelijke bepalingen van toepassing. Landelijk kader Uitrukken op maat In opdracht van de minister is een landelijk kader voor uitrukken op maat opgesteld. In november 2014 heeft het Veiligheidsberaad dit kader bekrachtigd. Het landelijk kader is een richtlijn voor regio's om zelf invulling te geven aan de mogelijkheid om door optimale slagkracht de burger zo snel en zo goed mogelijk te helpen. Uitruk op maat is het differentiëren van de inzet van mensen en middelen naar incidenttype en risico s, aldus het kader. Tevens kan, indien nodig, op modulaire wijze nabij of op de plaats incident een basisbrandweereenheid TS6 worden samengesteld. Door deze flexibilisering van de slagkracht wordt bijgedragen aan vernieuwing van de incidentbestrijding en aan verantwoord organiseren. Het is niet 2 Wet veiligheidsregio s: artikel 25, eerste lid, onderdelen a en b. 3 Besluit veiligheidsregio s: hoofdstuk 3, eisen basisbrandweerzorg. 4 Wet veiligheidsregio s: artikel 14, tweede lid, onderdeel f. 14

15 bedoeld als bezuinigingsmaatregel en is in de meeste gevallen daartoe ook niet of slechts beperkt geschikt. 2.2 Bovenregionale situatie Brandweer Nederland is opgedeeld in 6 districten. VrZW vormt samen met buurregio s Amsterdam- Amstelland, Kennemerland en Noord-Holland Noord het district Noord-West 4 (NW4). Binnen NW4 verband vindt veel afstemming plaats en wordt actief operationeel samengewerkt. Hierbij worden zoveel als mogelijk de synergievoordelen opgezocht. Een voorbeeld hiervan is het loslaten van de regiogrenzen waarbij op basis van operationele grenzen naar elkaars grondgebied wordt uitgerukt. Voor specialistisch optreden is dit inmiddels bovenregionaal ingericht. Enkele voorbeelden hiervan zijn technische hulpverlening bij (verkeers)ongevallen, waterongevallen (duiken) en incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (IBGS). Zo is voor IBGS binnen ons district bepaald hoeveel inzetbare voertuigen (met gaspakken) gewenst zijn en welke eenheden uit de regio s een gezamenlijk peloton vormen. Voor onze regio heeft dit geleid tot een vermindering van het aantal teams met gaspakken. Interregionale afstemming wordt bij deze samenwerking steeds belangrijker, aangezien keuzes bij één van de regio s, invloed kan hebben op de buurregio. De interregionaal gemaakte afspraken vormen mede de randvoorwaarden bij de keuzes voor de nieuwe inrichting van de regionale brandweerorganisatie. Toepassing van operationele grenzen voor de basisbrandweerzorg wordt momenteel voorbereid. Dit betreft bij brandbestrijding de basiseenheid tankautospuit en vraagt een langer voorbereidingstraject in verband met lokale bekendheid, procedures, planvorming en technische aspecten. Bij het opstellen van scenario s voor het Dekkingsplan is waar mogelijk geanticipeerd. 2.3 Regionale situatie De brandweer in Zaanstreek-Waterland is ingericht in vier operationele gebiedsdelen: Zaanstad, Wormerland Oostzaan Landsmeer, Beemster Purmerend en Markermeer. In totaal beschikt VrZW totaal over 27 brandweerposten. Deze posten worden overwegend bemenst door vrijwilligers. Op de peildatum van 1 augustus 2015 werken er 589 vrijwilligers bij VrZW. Op 1 januari 2014 waren er 644 vrijwilligers in dienst. Operationeel gebiedsdeel Zaanstad In Zaanstad zijn acht brandweerposten. Twee posten zijn organisatorisch samengesteld uit zowel een vrijwillige als een dagdienstbezetting. Dit zijn de posten Prins Bernhardplein te Zaandam en Industrieweg te Wormerveer (post Noord). Gedurende de dagsituatie zijn 2 dagdienstposten en 6 vrijwillige posten direct oproepbaar. Gedurende avond, nacht en weekendtijden (ANW) worden alle 8 posten operationeel gehouden door vrijwillig brandweerpersoneel. 15

16 Gedurende ANW zijn in dit gebied 2 vrijwillige posten (Zaanstad-noord en Zaanstad-zuid) geconsigneerd (vrijwilligers zijn vanuit huis gegarandeerd inzetbaar). Afhankelijk van het type melding wordt er uitgerukt met een geconsigneerde tankautospuit of deze wagen in combinatie met de dichtstbijzijnde brandweerpost. Het consignatiemodel dient ter zekerheidstelling van de aankomst van een tankautospuit met een bezettingsgraad van 6 personen. Dit consignatiemodel wordt op zaterdag voortgezet door middel van gekazerneerde vrijwilligers (vrijwilligers die zich beschikbaar houden op de kazerne) op de eerder genoemde posten Prins Bernhardplein en Industrieweg. Dit betekent dat gebiedsdeel Zaanstad van maandag t/m zaterdag tussen 07:30 en 17:30 uur verzekerd is van een gegarandeerde uitruk binnen 1,5 minuut na alarmering. Naast de spreiding van 8 tankautospuiten over 8 posten beschikken 7 posten over meerdere voertuigen, met name specialismen zoals redvoertuigen, waterongevallenvoertuigen, hulpverleningsvoertuig etc. Operationeel gebied Wormerland Oostzaan Landsmeer Dit gebied beschikt over acht brandweerposten en wordt operationeel gehouden door uitsluitend vrijwillig brandweerpersoneel. Vijf posten zijn overdag en gedurende avond, nacht en weekend operationeel en drie posten in dit gebied zijn doordeweeks overdag buiten dienst, vanwege een tekort aan vrijwilligers. De paraatheid van dit gebied is op basis van vrij instroom (vrijwillig). In totaal beschikt het gebied over negen tankautospuiten en divers specialistisch / ondersteunend materieel. Operationeel gebied Beemster Purmerend Dit gebied beschikt over drie brandweerposten. De post Purmerend beschikt over een 24-uurs beroepsbezetting en een vrijwilligersgroep. De posten Middenbeemster en Zuidoostbeemster zijn vrijwilligersposten, waarbij de post Middenbeemster tijdens kantooruren ondersteuning krijgt van een aantal beheersmatige medewerkers om de vrijwillige uitruk te garanderen. De vrijwilligers van post Purmerend zijn beschikbaar op zowel vrij instroom profiel als op consignatie profiel. Een aantal vrijwilligers uit dit gebied stelt zich beschikbaar om ingeroosterd te worden in het 24/7 rooster van de beroepsdienst. De kazernebezetting, ook wel hybride personeelsbezetting genoemd, bestaat uit beroepsmatige en vrijwillige collega s. Totaal beschikt het gebied over zeven tankautospuiten. De specialistische taken zijn belegd bij de post Purmerend. Operationeel gebied Markermeer Dit gebied beschikt over acht brandweerposten. Alle posten worden gealarmeerd op basis van vrij instroom. Tijdens de kantooruren is het mogelijk dat de posten Monnickendam en Volendam ondersteund worden door aanwezig en beschikbaar beheersmatig brandweerpersoneel, die tevens als vrijwilliger verbonden zijn aan VrZW. In totaal beschikt het gebied over negen tankautospuiten en aanvullend ondersteunend materieel. 2.4 Planologische ontwikkelingen Het brandrisicoprofiel van 2012 is herzien met de door de gemeenten aangeleverde, op dit moment bekende, planologische ontwikkelingen voor de periode tot De belangrijkste ontwikkelingen binnen VrZW hebben betrekking op binnenstedelijke woningbouw, met voorzieningen voor gezondheidszorg en scholen. Daarnaast vindt er in het landelijk gebied een aantal woningbouwprojecten plaats, waarbij een uitbreiding plaats vindt van de bestaande kernen. De planologische ontwikkelingen hebben een minimaal effect op het herziene brandrisicoprofiel 2015 van VrZW. Dit komt doordat deze nieuwbouw qua brandveiligheid voldoet aan de geldende wet- en regelgeving conform het bouwbesluit. Daarnaast wordt bij de grotere ontwikkelingen door VrZW geadviseerd over bereikbaarheid, bluswatervoorziening en dekking. 16

17 3. Uitgangspunten De kwaliteit van de geboden brandweerzorg moet op voldoende niveau blijven; de veiligheid van de burgers en de hulpverleners staat voorop. Dit geldt ongeacht mogelijke wijziging in aantal posten, inrichting van de paraatheid en inrichten van een afwijkende bezetting van de uitrukkende eenheid. Het afwijken van bestaand beleid is enkel gerechtvaardigd, indien binnen de aangeboden oplossing op een veilige manier voor de burgers én het brandweerpersoneel een repressieve inzet kan worden uitgevoerd. Deze en andere uitgangspunten waarbinnen het nieuwe dekkingsplan vorm krijgt, zijn weergegeven in dit hoofdstuk. Het dekkingsplan geeft een weergave van het toekomstige niveau van dekking voor al het repressief materieel (basisbrandweerzorg & specialistische taken) van het eerste uitrukvoertuig in de regio. Het dekkingsplan is opgebouwd vanuit de volgende bestuurlijke, algemene en operationele uitgangspunten. 3.1 Bestuurlijke uitgangspunten Aan het opstellen van het nieuwe Dekkingsplan liggen zes bestuurlijke uitgangspunten ten grondslag, te weten: 1. Kwaliteit van de brandweerzorg staat voorop. Bij een brand of ongeval moet de brandweer snel ter plaatse zijn en goed zijn werk kunnen doen. Een fijnmazig netwerk van brandweerposten zorgt ervoor dat de brandweer het maatschappelijk vangnet kan zijn waar de burger iedere dag op vertrouwt. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de kwetsbare objecten en eventuele toekomstige planologische ontwikkelingen in de gemeenten. De brandweerzorg dient naast kwalitatief voldoende ook zo effectief en efficiënt mogelijk te worden ingericht, binnen de gestelde financiële kaders. 2. VrZW heeft een taakstelling voor de jaren 2015 t/m In het kader van de regionalisering zijn de gemeentelijke bijdragen in 2013 opnieuw vastgesteld. Bij de besluitvorming die in dat kader heeft plaatsgevonden is door het bestuur van de veiligheidsregio bepaald, dat in de periode 2014 tot en met 2017 een besparing van 10% op de totale gemeentelijke bijdrage moet worden gerealiseerd, zijnde (prijspeil 2014). Voor de meerjarenraming is vanaf het jaar 2017 een plafond ingesteld voor de kapitaallasten. Dit was noodzakelijk om enerzijds de stijging van de kapitaallasten te beteugelen en anderzijds omdat de resultaten uit het project Regionaal Dekkingsplan nog niet bekend waren. In de praktijk betekent dit dat de kapitaallasten van nieuwe investeringen worden begrensd door dit plafond, tenzij er ruimte kan worden vrijgemaakt ten laste van de exploitatiebudgetten. Een overzicht van de structurele taakstellingen en de reeds ingevulde taakstellingen is weergegeven in onderstaande tabel (bron: programmabegroting 2016). Het begrotingstekort is exclusief de nog in te vullen taakstelling op de kapitaallasten. 17

18 Cumatief overzicht taakstellingen (prijspeil 2016) Bedragen x A: Taakstellingen -regionalisering (10% op instapbijdrage) aditionale taakstellingen + indexering Subtotaal A B: Reeds ingevulde taakstellingen -formatie afdeling Bedrijfsvoering invulling taakstellling 2015 (DB d.d ) correctie taakstelling 2015 energie burap 2015-I taakstelling beheersbegroting burap 2015-I structureel nadeel overige voor- en nadelen Subtotaal B Nog in te vullen taakstellingen Begrotingstekort t.o.v. begrotingsjaar (bron: programmabegroting 2016) De taakstellingen vanaf 2016 worden omgeslagen over de lasten van de drie programma s in de begroting: GHOR, Gemeenten en Crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweer (CR&B). Met het bestuur is afgesproken om te komen tot een dekkingsplan dat voldoet aan de uitgangspunten en tevens leidt tot een besparing van , om te kunnen voldoen aan de genoemde taakstelling voor het programma CR&B. Tevens is verzocht een minimaal scenario uit te werken, waarbij het minimale niveau van brandweerzorg als uitgangspunt gehanteerd wordt, om in kaart te hebben waar de ondergrens ligt. 3. De brandweer heeft een maatschappelijke functie. Dit uitgangspunt heeft twee belangrijke onderdelen: a. De brandweerposten vervullen binnen de gemeenten een maatschappelijk relevante rol, gericht op het voorkomen, beperken en bestrijden van brand. Vrijwilligers zijn lokaal bekend en actief (signaalfunctie). Primair zijn zij belangrijk voor het opereren van de brandweer in het eigen verzorgingsgebied. De lokale posten zijn daarbij een belangrijke pijler. Ook als op basis van het onderzoek in het kader van het dekkingsplan aangegeven is dat een post een geringe waarde heeft, kan deze post van meerwaarde zijn voor de brandweer, door het uitvoeren van bijvoorbeeld preventieve taken op het gebied van Brandveilig leven. b. Daarnaast kan een brandweerpost beschikbaar worden gesteld voor andere maatschappelijke functies of activiteiten (anders dan brandweer). Voor gemeenten kan het wenselijk zijn om posten en/of voertuigen uit te rusten met AED en of de brandweerpost beschikbaar stellen voor andere maatschappelijke functies of activiteiten. Uiteraard ligt de afweging en uiteindelijke keuze hiervoor bij de gemeenten zelf, of bij het bestuur van VrZW indien het extra taken betreft. 4. De brandweerzorg wordt integraal benaderd. Dit uitgangspunt is gericht op het verplaatsen van de focus van de achterkant van de keten naar de voorkant van de keten: van meer enkelzijdige focus op incidentbestrijding naar stevige aandacht voor risicobeheersing, met veel nadruk op de zelfredzaamheid van burgers. Ook in onze regio is de afgelopen jaren het besef gegroeid dat de brandweer nog veel te winnen heeft op het gebied van risicobeheersing. Vanuit de herkenbaarheid en lokale binding die de brandweer van oudsher heeft, kan worden bijgedragen aan een participerende en verantwoordelijke samenleving. 18

19 Voorbeelden hiervan zijn het geven van voorlichting op scholen, het uitbrengen van brandveiligheidsadviezen op vergunningen, het oefenen met zorginstellingen, het creëren van risicobewustzijn bij burgers en het helpen vergroten van hun zelfredzaamheid door het bieden van handelingsperspectieven. De burger (bedrijven, instellingen) zal dus zelf een nadrukkelijkere rol moeten gaan spelen in het voorkomen van brand en indien er toch brand uitbreekt moet er een goede repressieve organisatie nabij zijn. De aanwezigheid van een lokale post kan helpen bij de bewustwording op dit punt. Van een post kan een preventieve werking uitgaan (zichtbaarheid in de wijk, deelname aan oefeningen, aanwezigheid bij evenementen). Ook de gemeenten hebben hierbij een belangrijke rol en zetten in op de doorontwikkeling van risicobeheersing, naar risicogerichtheid. In de beleidsspeerpunten van VrZW ligt de focus op zowel de kwaliteit van de kerntaken als op de beweging naar de verantwoordelijke burger - door het erkennen van het belang van samenwerking en het stimuleren van zelfredzaamheid. In de begroting wordt deze verschuiving ook steeds meer zichtbaar. De komende periode wordt (integraal) inzicht gegeven in de activiteiten die op dit gebied ontplooid worden en al in gang gezet zijn (focus op voorkant keten). 5. Aansluiten bij landelijke maatschappelijke en bestuurlijke context. Landelijk worden op dit moment belangrijke vorderingen gemaakt met de modernisering van de repressie bij de brandweer. Diverse vakinhoudelijke ontwikkelingen zijn in gang gezet, zoals de vernieuwing van de inzettactiek en -techniek (kwadrantenmodel). Inmiddels heeft het veiligheidsberaad een landelijk kader voor uitrukken op maat vastgesteld. Ook zijn in 2015 de voorlopige uitkomsten van het landelijke project RemBrand gepresenteerd. Dit gaat regio s in de toekomst handvatten bieden ten aanzien van het sturen op output en outcome in plaats van op inputnormen. Voor het opstellen van het nieuwe Dekkingsplan wordt aangesloten op de landelijke ontwikkelingen. Er worden geen maatregelen voorgesteld die in tegenspraak zijn met uitkomsten van landelijke onderzoeken en ontwikkelingen. 6. VrZW zet in op het behouden van vrijwilligers en zet hen optimaal in voor de veiligheid van de burgers in de regio. Vrijwilligers bepalen voor een groot deel de kracht en de kwaliteit van de brandweer Zaanstreek-Waterland, zo is opgenomen in de in 2012 opgestelde regionale visie op vrijwilligheid. Het werk dat vrijwilligers verrichten is voor deze regio van groot belang. Zonder de inzet van deze vrijwilligers kan de veiligheidsregio niet de gewenste paraatheid behouden. Om de inzet van vrijwilligers optimaal te houden faciliteert de brandweer ze waar mogelijk en leidt ze op tot gekwalificeerde medewerkers. De motivatie van vrijwilligers is vaak hoog. Aanvullend op de bestuurlijke uitgangspunten is door de projectgroep een aantal verdiepende uitgangspunten bepaald, die het kader vormen waarbinnen afwegingen in scenario s worden gemaakt. Deze vallen uiteen in algemene en operationele uitgangspunten. 3.2 Algemene uitgangspunten Uitgangspunt is dat de repressieve organisatie met vrijwilligers wordt ingevuld waar dit mogelijk is onder het adagium: Vrijwillig wat kan, beroeps wat moet. Het repressief werving- en selectiebeleid wordt ingericht op het op tijd kunnen zijn van de vrijwilliger op de post. Huidige vrijwilligers die niet binnen 4,5 minuut op een post kunnen zijn, zijn mogelijk wel op een andere manier inzetbaar. Zo kunnen zij worden ingezet in een 19

20 kazerneringsmodel (Purmerend) of repressieve invalpool. Verder kunnen zij voor bijvoorbeeld Brandveilig leven worden ingezet. 3.3 Operationele uitgangspunten De inrichting van de repressieve brandweerorganisatie is primair gericht op het maatgevende scenario binnenbrand. Dit betekent dat bij een brand in gebouw altijd minimaal 6 personen worden ingezet. De reden daarvan is dat brand zich exponentieel 5 ontwikkelt en daarbij de kans op slachtoffers het grootst is. Dit is het zwaarste inzetscenario. Het is niet voor niets dat normen 6 voor brand zwaarder zijn dan voor overige scenario s. Voor specialismen en op termijn ook basisbrandweerzorg is sprake van bovenregionale operationele grenzen. De regio moet ten minste een brandweercompagnie en twee maal de inzet voor grote brand kunnen realiseren (9 plus 2 keer 3 TS en = 15 TS en). Bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen wordt interregionaal georganiseerd. De regio beschikt in relatie tot het risicoprofiel en de interregionale leveringsverplichting (NW4) over minimaal twee duikteams 7. Een duikteam heeft de volgende functie: 1. Het redden van te watergeraakte personen 2. Het redden van personen uit te water geraakte voertuigen 3. Het redden van dieren in nood, in en op het water 4. Gevraagde ondersteuning bij het opsporen en bergen van verdrinkingsslachtoffers 5. Het opsporen van te water geraakte voertuigen en assistentie berging, indien deze een onmiddellijk gevaar vormen voor de scheepvaart of het milieu Het redvoertuig heeft de volgende functies: 1. redden van mensen en dieren op hoogte; 2. blusplatform; 3. voor eigen personeel het veilig werken op hoogte ; 4. uitvoeren van til-assistentie voor de ambulancedienst. In het Regionaal dekkingsplan baseren we ons op de risico s zoals verwoord in het brandrisicoprofiel. Het brandrisicoprofiel vormt de basis voor de inzichten in de brandrisico's voor de basisbrandweerzorg. Dit profiel staat naast het (multidisciplinair) regionale risicoprofiel en spitst zich specifiek toe op de gebruiksfuncties van gebouwen. Het regionaal risico is een inventarisatie en analyse van alle in een veiligheidsregio aanwezige risico s. De basisbrandweereenheid is de TS6 conform het Besluit veiligheidsregio s. (art lid 1) Afwijking hierop (art lid 1) is de TSflex (met minimaal 4 en maximaal 6 bemanningsleden) waarmee tot en met middelbrand mag worden uitgerukt. Vanaf grote brand wordt met een TS6 uitgerukt. De snelste (dichtstbijzijnde) post wordt bij prio 1 altijd gealarmeerd, op basis van Operationele grenzen. De dekking is gebaseerd op de rust-situatie, waarbij alle voertuigen in de posten staan. Elke inzet kan invloed hebben op de dekking. Er wordt niet gerekend met gelijktijdige incidenten. Uitzonderingen op dit uitgangspunt zijn de posten in de grote verstedelijkte gebieden (Zaanstad en Purmerend). Een gekazerneerde eenheid wordt, bij een inzet langer dan 30 minuten, door andere eenheden herbezet voor realisatie paraatheid herstel. 5 Zoals bekend ontwikkelt een brand zich niet evenredig, maar exponentieel in de tijd (als brandstof en zuurstof zich tenminste gunstig tot elkaar verhouden). 6 Opkomsttijden brandweer 7 Op basis van dekkingsplan Fase 1 & 2 20

21 De restdekking bij opschaling en gelijktijdigheid van incidenten wordt bewaakt door de AC, zodanig dat een maximale opkomsttijd van 18 minuten gerealiseerd wordt. De spreiding van het hulpverleningsvoertuig en het redvoertuig is afgestemd op een maximale opkomsttijd van 18 minuten. Variabele voertuigbezetting wordt alleen toegepast in de vorm TSflex, TS4 of SIV2. TS4-eenheden krijgen bij opschaling (t/m middelbrand) een standaard TSflex (4-6 personen) binnen de gestelde opkomsttijd ter plaatse (bij gelijktijdige alarmering). SIV2-eenheden krijgen bij opschaling een TSflex binnen de gestelde opkomsttijd ter plaatse (bij gelijktijdige alarmering). Er wordt gerekend met een meldkamerverwerkingstijd van 60 seconden. Dit sluit aan op het ambitieniveau van de nieuwe landelijke meldkamerorganisatie. De huidige meldkamerverwerkingstijd is gemiddeld 80 seconden. Gerekend is met de volgende uitruktijden: 1. De TSflex (4-6) in maximaal 4,5 minuten; 2. de TS4 in maximaal 4,5 minuten; 3. de SIV2 in maximaal 3 minuten; 4. de volledig gekazerneerde eenheid in maximaal 1:30 Posten zijn 24 uur per dag paraat. Gedurende het hele jaar mag een post maximaal 2 dagen buiten dienst zijn door onvoorziene omstandigheden. Bij voorziene omstandigheden wordt in overleg met de gebiedscommandant maatwerk toegepast. De garantiefactor voor het aantal benodigde direct inzetbare vrijwilligers op een TSflex is minimaal 250% en maximaal 350%. De gemiddelde garantiefactor is 300%. Hetzelfde geldt voor de redvoertuigen. Wanneer er wordt afgeweken van de onder- en bovengrens moet dit worden beargumenteerd en ter goedkeuring worden voorgelegd. Voor een SIV is de garantiefactor op 350% gesteld, voor een waterongevallenvoertuig op 400%. Voor de overige specialistische taken wordt niet middels een garantiefactor gerekend omdat we bij deze eenheden uitgaan van een springbemanning in relatie tot het aantal benodigde direct inzetbare vrijwilligers. Bij een gekazerneerde bezetting wordt gewerkt met springfuncties. De snelste bezetting rukt uit, waarbij achterblijvende voertuigen herbezet kunnen worden indien dit noodzakelijk wordt geacht. I.h.k.v. beschikbaarheid in relatie tot de benodigde oefenuren wordt standaard uitgegaan van twee specialisaties per medewerker met een maximum van drie. Door deze verhouding blijft het mogelijk vakbekwaam te blijven binnen het reguliere oefenprogramma. Om zo optimaal mogelijk over de specialismen te kunnen beschikken wordt uitgegaan van een brede verdeling onder de posten op basis van het aanwezige risico c.q. risico's. De periode DAG is standaard van 07:30 tot 17:00 uur. De periode AVOND/NACHT is standaard van 17:00 tot 07:30 uur. Voor het weekend gelden dezelfde DAG/AVOND/NACHT tijden. Taken van een post, anders dan repressieve brandweertaken 8, worden bij sluiting en/of verplaatsing van een post opnieuw belegd. Randvoorwaarden: ontwikkelingen met effect op de inrichting van de brandweerorganisatie die nu niet binnen de scope vallen. De ontwikkelingen in de projecten RemBrand en Specialismen op Maat (SOM) kunnen op dit moment niet worden meegenomen in het Dekkingsplan, aangezien de projecten nog geen feitelijke uitkomsten hebben opgeleverd. De voorstellen in dit dekkingsplan zullen niet in 8 Hieronder vallen ook de taken met een maatschappelijke waarde. 21

22 tegenspraak met deze landelijke ontwikkelingen zijn. Het is wel mogelijk dat landelijk meer ondersteund wordt op specialismen waarbij regionaal de inspanningen hiervoor beperkt kunnen worden. Op dit moment is het nog te vroeg daar uitspraken over te doen. Het brandweeroptreden op of in de nabijheid van water wordt aanvullend op de dienstverlening van ketenpartners (BAA, Havendienst en KNRM) georganiseerd. Er wordt niet beleidsmatig vastgelegd voor welke objecten een redvoertuig voor redden en blussen altijd noodzakelijk is 9. Noot: De meldkamer maakt deel uit van het operationele brandweerproces. De huidige meldkamer wordt in de nabije toekomst verplaatsen naar een locatie buiten de eigen regio (LMO) (Haarlem). Het is van belang dat alle varianten die bedacht worden door de brandweerorganisatie ook door de meldkamer uitgevoerd kunnen worden. Hierover vindt afstemming plaats. 9 In het BVR is niet specifiek gemaakt welke gebouwtypen een redvoertuig vereisen. Op genomen in het besluit is dat voor die objecttypen waar een redvoertuig in eerste uitruk noodzakelijk wordt geacht dezelfde opkomsttijdnorm geldt als die van de 1 ste TS bij dat objecttype. 22

23 4. Analyse op onderliggende projecten Bij de totstandkoming van het nieuwe Dekkingsplan zijn vier onderliggende projecten cruciaal voor het komen tot een optimale inrichting: dit betreft Uitrukken op maat, Dekkingsplan fase 1 en 2, Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem en Operationele grenzen. De analyse op en conclusies van deze projecten worden in dit hoofdstuk op hoofdlijnen uiteengezet. 4.1 Dekkingsplan fase 1 en Inleiding Het door het bestuur in 2013 vastgestelde Regionaal Repressief Dekkingsplan Fase 1 10 geeft inzicht in de huidige situatie met betrekking tot de kwaliteit van de basisbrandweerzorg: de normtijden, de te realiseren opkomsttijden, de beschikbaarheid van personeel en de eventuele overschrijdingen. Het bestuur heeft daarbij besloten opdracht te geven tot het opstellen van Dekkingsplan fase 2, heeft de omschreven dekking van de huidige spreiding van voertuigen en uitruklocaties vastgesteld en daarbij de huidige bijbehorende overschrijdingen geaccepteerd. Daarnaast is (onder meer) opdracht gegeven tot het starten van pilots variabele voertuigbezetting en het toepassen van operationele grenzen. Bij het opstellen van het Regionaal Repressief Dekkingsplan Fase 2 11 is nader ingegaan op mogelijkheden, denkrichtingen en oplossingen om de dekking binnen de veiligheidsregio te optimaliseren. Dekkingsplan Fase 2 biedt daarvoor een onderlegger met een aantal denkrichtingen. Deze rapportage dient als één van de bouwstenen voor het opstellen van een nieuw operationeel plan. Tevens is er een apart onderzoek ingesteld naar de blusboot in Zaanstad Werkwijze Voor de analyse van Dekkingsplan Fase 2 zijn de volgende onderdelen onderzocht: Dekkingskwaliteit 1 e tankautospuit Belangrijkste gebieden met overschrijdingen van de normopkomsttijd Relatief belang van de brandweerposten (groot, redelijk, matig en gering) Varianten in spreiding van posten en personele bezettingsgraad Incidentgegevens over de periode 2011, 2012 en Aanvullende en specialistische voertuigen, inclusief onderzoek blusboot Zaanstad Resultaten De onderzochte dekkingskwaliteit van de 1 e tankautospuit per gemeente laat zien dat deze kwaliteit in dekking varieert van goed, voldoende tot verantwoord. Dit geldt voor zowel gedurende werktijd (overdag) als buiten werkdag (avond, nacht weekend). Binnen het gebiedsdeel Zaanstad zijn buiten werktijd overschrijdingen geconstateerd die beperkt kunnen worden door te streven naar kortere uitruktijden. Het toepassen van variabele voertuigbezetting (van 6 naar 4 personen) kan hieraan bijdragen. Ook zijn er in dit gebiedsdeel binnen werktijd overschrijdingen geconstateerd, maar op basis van verwachte inzetfrequenties zijn deze dermate laag dat deze overschrijdingen van de normtijden te accepteren zijn. Voorts zijn er binnen een deel van de regio objecten waar normopkomsttijden niet kunnen worden gehaald. Deze locaties zijn aandachtsgebied voor 10 AB/18 oktober DB/12 december

24 risicobeheersing. Overigens kunnen deze objecten allemaal bereikt worden binnen de in de wet vastgestelde maximale opkomsttijd van 18 minuten. Bij het onderzoek naar het relatieve belang van brandweerposten is geconstateerd dat een achttal posten in de regio de status van gering belang hebben gekregen 12. Deze posten leveren verhoudingsgewijs een lage bijdrage aan de dekking. Dit wordt veroorzaakt door het beperkte brandrisico en de inzetfrequentie in de verzorgingsgebieden van deze posten. Het sluiten van deze posten houdt in dat de opkomsttijd van de buurpost hoger wordt, maar wel verantwoord blijft. Aanvullende en specialistische voertuigen, inclusief onderzoek blusboot Zaanstad Bij de aanvullende voertuigen is de functie onderzocht van meerdere tankautospuiten op één post. De volgende posten beschikken over 2 of meerdere tankautospuiten: Post Purmerend: 4 tankautospuiten Post Volendam: 2 tankautospuiten Post Middenbeemster: 2 tankautospuiten Post Wormer: 2 tankautospuiten Met uitzondering van Purmerend is een de 2 e TS op een post niet noodzakelijk vanwege het ontbreken van gebiedstypen of specifieke risico-objecten. Post Purmerend heeft voor de basisbrandweerzorg tenminste twee tankautospuiten nodig vanwege het maatgevend brandrisico. De direct omliggende posten Zuidoostbeemster en Kwadijk kunnen in dit gebied ondersteuning leveren Conclusie Voor het formuleren van scenario s voor het nieuwe dekkingsplan heeft de projectgroep zich primair gebaseerd op de resultaten uit Dekkingsplan fase 2. De hierin getrokken conclusies met betrekking tot de dekking en de waarde van posten, de spreiding van tweede tankautospuiten en de blusboot hebben een vertaling gekregen in de scenario s voor het nieuwe dekkingsplan. 4.2 Operationele grenzen Inleiding Voortvloeiend uit Dekkingsplan fase 1 en de regionalisering van de brandweer, werd opdracht gegeven tot het overstappen van werken met gemeentelijke grenzen op werken met operationele grenzen voor de basisbrandweerzorg. Het leidende uitgangspunt voor het werken met operationele grenzen is de burger heeft recht op de snelste hulp. Dit betekent, dat bij een brand of ongeval altijd de dichtstbijzijnde post gealarmeerd wordt, ongeacht gemeente van herkomst. Hierbij is rekening gehouden met de infrastructuur en de natuurlijke grenzen in de regio Werkwijze Het systeem is ingevoerd op 2 maart 2015 en sindsdien regelmatig geëvalueerd en geactualiseerd. De output vanuit dit deelproject is gebruikt als input voor de scenario s om te komen tot een vernieuwde brandweerorganisatie. Bij het komen tot scenario s is steeds bekeken wat het uitrukgebied is van een post, gebaseerd op de nieuwe operationele grenzen. 12 Zuidoostbeemster, Den Ilp, Oostzaan De Haal, Ilpendam, Jisp, Oostknollendam en Spijkerboor. 24

25 4.2.3 Resultaten Operationele grenzen zijn ingevoerd en over het algemeen is men inmiddels gewend aan de nieuwe grenzen. De invoering leidt tot diverse kleine verschuivingen. Een aantal grotere verschuivingen heeft opgetreden: - Oosthuizen rukt uit in een groter gebied richting de Beemster en de A7; - Kwadijk rukt uit in Purmerend, de Baanstee; - Gebied Beemster is verkleind op de A7 en in het noorden van de Beemster; - Wormer heeft in de avond/nacht/weekend situatie een groter gebied gekregen richting Zaandijk; - Purmerend beslaat een groter gebied in Neck, waar voorheen Jisp uitrukte; - Oostzaan/Kerkstraat rukt uit op een groter gebied in Zaanstad gekregen, te weten Achtersluispolder en Poelenburg; - Een deel van het uitrukgebied van post Vermiljoenweg is overgenomen door Oostzaan Conclusie Op basis van zeven maanden uitrukken op basis van operationele grenzen, valt een aantal zaken op: 1. Uitgangspunt was: de burger heeft recht op de snelste hulp. Na het invoeren van de nieuwste routeplanner en het kleiner maken van de vakken is volgens het rekensysteem daadwerkelijk gerealiseerd dat de burger de snelste hulp krijgt. Dit zal verder verbeterd worden door in de berekening gebruik te maken van de daadwerkelijke uitruktijden in plaats van het landelijk gemiddelde. Een uitzondering op het uitgangspunt snelste hulp wordt waargenomen in operationeel gebied Zaanstad. Hier wordt gewerkt met een geconsigneerde post (zekerheidsstelling: vrijwilligers die vanuit huis gegarandeerd uitrukken). Deze post garandeert uitruk, maar levert niet per definitie de snelste hulp. Vanuit het project operationele grenzen is daarom meegegeven, de consignatie bij het opstellen van het dekkingsplan in heroverweging te nemen. 2. Er wordt gebruik gemaakt van de landelijk gemiddelde uitruktijden. Een aantal posten zit structureel boven dit gemiddelde. Om het systeem optimaal in te zetten is het wenselijk om de daadwerkelijk gemiddelde uitruktijden te gebruiken. Dit zou meer recht doen aan het uitgangspunt dat de burger de snelste hulp krijgt. Naar verwachting levert dit overigens in de praktijk geen grote verschillen in omvang van het gebied. 3. Oorspronkelijk is uitgegaan van het uitgangspunt, dat wanneer een post in de nieuwe situatie minder dan een minuut sneller is dan de post in de huidige situatie, de huidige situatie gehandhaafd zou blijven. Dit is echter niet haalbaar gebleken door de beperkingen van het systeem. Daarom is in de loop van het project besloten af te stappen van dit uitgangspunt, en het uitgangspunt de burger heeft recht op de snelste hulp te laten prevaleren. 4. De waarde van een post hangt van vele factoren af. Het aantal uitrukken is daar één van. Door het invoeren van operationele grenzen is vooral voor één post het aantal uitrukken toegenomen, dit betreft post Kwadijk. Bij het formuleren van scenario s voor het dekkingsplan zijn bovengenoemde conclusies meegenomen in de overwegingen. 25

26 4.3 Uitrukken op maat Inleiding Onderdeel van het opstellen van het nieuwe dekkingsplan is conform bestuurlijke opdracht het onderzoeken van de mogelijkheden van werken met uitrukken op maat. Om te onderzoeken of dit een verantwoorde en effectieve manier is om brandweerzorg te leveren zijn twee pilots uitgevoerd: de pilot met een tankautospuit voor 4 personen (TS4) en de pilot met een snel interventievoertuig voor 2 personen (SIV2). Daarnaast is een controlegroep voor een tankautospuit voor 6 personen (TS6) opgestart, om een realistische vergelijking mogelijk te maken Werkwijze In het project uitrukken op maat wordt een antwoord gegeven op de hoofdvraag In hoeverre is het uitrukken met SIV2 en TS4 voor Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland een verantwoorde en effectieve manier om brandweerzorg te leveren in vergelijking met TS6?. Onder verantwoord wordt hierbij veiligheid en gezondheid van burgers en brandweerpersoneel verstaan. Een effectieve werkwijze betreft de mogelijkheden die de voertuigen hebben ten opzichte van de standaard TS6. Door middel van het uitvoeren van een pilot met TS4 en SIV2 worden inzetten vergeleken met de controlegroep van TS6. Vanaf 15 september 2014 rukken beide dagdiensten in Zaanstad uit als TS4. Op werkdagen zijn deze beroepseenheden van uur in dienst. Sinds 7 april 2015 rukken vanuit de posten Volendam en Purmerend van uur een SIV2 uit. Daarnaast wordt TS6 data door de posten Purmerend (avond, nacht en weekend), Botenmakersstraat en Vermiljoenweg verzameld. De gegenereerde data is op 31 augustus bevroren, waarna op basis van deze data conclusies zijn getrokken Resultaten In de pilotperiode voldeden 149 TS4 incidenten aan de criteria om meegenomen te worden in de analyse, voor SIV-2 waren dit 122 incidenten. Met dit aantal incidenten is het mogelijk betrouwbare eerste conclusies te trekken voor beantwoording van de hoofdvraag. In de meeste gevallen is uitgerukt voor incidenten die brand gerelateerd zijn. Ook de categorie overige incidenten scoort hoog; in deze categorie vallen onder andere stormschades, liftopsluitingen en dieren in nood. Vrijwel alle incidenten zijn bestempeld als veilig en verantwoord door de bemanningsleden. Daar waar dit niet het geval is, heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de oorzaak. In die gevallen blijkt de oorzaak niet aan het werken met een verminderde bezetting te 26

27 liggen, maar aan bestaande werkwijzes. Dit betekent dat de zelfde problemen zich hadden voorgedaan bij een uitruk met TS6. Voorbeelden zijn het ontbreken van bepakking of het slecht functioneren van communicatiemiddelen. Voor de effectiviteit wordt gekeken hoe vaak het voorkomt dat een eenheid opschaalt. Een eenheid schaalt namelijk op, wanneer er meer taken zijn dan deze zelf kan uitvoeren. In de analyse periode schalen de eenheden verhoudingsgewijs niet veel op. Daar waar wordt opgeschaald (van TS4 naar TS6) heeft dit voornamelijk met waterwinning te maken. Opgemerkt dient te worden dat de dataverzameling voor deze pilots voortgezet wordt. Meer incidenten geven een nog betrouwbaarder beeld. Op basis van het bestaande aantal incidenten wordt een richting gegeven aan de uitkomsten Conclusie Uit onderzoek is gebleken dat het werken met TS4 of SIV2 geen afbreuk doet aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel en/of burgers. Er kan verantwoord worden gewerkt met SIV en TS4. Ook de effectiviteit komt tot op heden positief uit de onderzoeken, maar wordt momenteel nog nader onderzocht. Op basis van de eerste resultaten wordt de voorlopige conclusie getrokken dat zowel TS4 als SIV2 als inzetmethodiek kunnen worden toegepast in het dekkingsplan. Deze conclusie is van toepassing op de gebruikte werkwijze zoals deze zijn toegepast binnen de pilots. Het geeft geen beeld over TS4 en SIV2 in andere regio s of volgens andere werkwijzen. Bij het toepassen van TS4 en/of SIV2 zijn de volgende randvoorwaarden van toepassing: - Er dient een gegarandeerde aanvulling tot TS6 te zijn binnen de gestelde opkomsttijd; - Naast het vakbekwaam worden ligt er een grote focus op het vakbekwaam blijven; - De meldkamer heeft een belangrijke rol door het juiste uitvragen en tijdig anticiperen; - Een objectenanalyse voor het gebied waarop (mogelijk) met TS4 wordt uitgerukt dient uitgevoerd en actueel te zijn. 4.4 Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem Inleiding Binnen de regio bestond in lijn met andere regio s in het land de behoefte om inzicht te krijgen in de paraatheid en beschikbaarheid van de brandweerposten. Hiertoe werd opdracht verstrekt tot het aanschaffen en implementeren van een paraatheid- en beschikbaarheidssysteem. Door de schaalgrootte van de geregionaliseerde organisatie werd het noodzakelijk om deze aanschaf Europees aan te besteden. Het doel van het implementeren van een paraatheid- en beschikbaarheidssysteem is het verkrijgen van inzicht in de paraatheid van alle afzonderlijke posten op korte termijn en lange termijn en de historie in beeld te kunnen brengen. Daarnaast geeft het snel inzicht in de actuele beschikbaarheid van een post direct na alarmering. In het kader van het op te stellen Dekkingsplan was het noodzakelijk om begin oktober zoveel mogelijk inzicht te hebben op de paraatheid en beschikbaarheid van alle posten. De output van het systeem diende daarom als input voor het opstellen van de scenario s. 27

28 4.4.2 Werkwijze Na aanschaf van het systeem werd in juli 15 gestart met een pilot: op vijf posten werden de pagers vernieuwd en is het systeem geïmplementeerd. Gedurende een testperiode van ca. een maand konden de gebruikers en daarmee de projectgroep meer inzicht krijgen in het gebruik en de werking van de pagers en het systeem en kon de meldkamer wennen aan de nieuwe werkwijze. Na deze testperiode heeft de verdere uitrol op de overige eenentwintig posten plaats gevonden in de maand augustus. Op 2 september 2015 waren alle vrijwilligers voorzien van nieuwe pagers en was het systeem operationeel. In dit stadium betreft het op de meeste posten nog enkel inzicht in de paraatheid van de eerstelijns voertuigen (de paraatheid van specialismen is nog niet meegenomen in dit systeem). Met name door de input vanuit de gebruikers is het systeem in een korte periode (2 maanden) verbeterd op diverse punten en is er draagvlak bij nagenoeg alle vrijwilligers. Nog tot eind 2015 wordt actief ingezet op verbetering van (de gebruiksvriendelijkheid van) het systeem. Er wordt gewerkt met drie opties in het systeem om de paraatheid en beschikbaarheid in beeld te brengen: 1. Vullen van de agenda (lange en korte termijn); 2. Geo-locatie: Het systeem geeft automatisch aan of de gealarmeerde zich wel of niet in het eigen uitrukgebied bevindt. Bij het overgaan van de ingestelde grens wordt automatisch aangegeven dat iemand niet beschikbaar is; 3. Registratie bij alarmering: direct na alarmering op de pager aangeven of je wel of niet opkomt. Zowel op het LCD scherm op de post als op de meldkamer is te zien of er genoeg brandweermensen onderweg zijn naar de post. Binnen twee minuten is op de meldkamer in beeld of een post kan uitrukken. Is dat niet het geval dan wordt er doorgealarmeerd naar een volgende dichtstbijzijnde post. Dit is een versnelling van het dooralarmeren ten opzichte van de zes minuten die voorheen gehanteerd moest worden Resultaten Het gebruik van het systeem geeft een goed eerste inzicht in de paraatheid en beschikbaarheid van posten, zowel overdag ( ) als in de avond,- nacht- en weekenduren. De analyse van de paraatheid van posten is gebaseerd op een maand gebruik van het systeem. De projectgroep heeft de gegevens van voldoende kwaliteit beoordeeld om de conclusies mee te wegen in de scenariovorming voor het dekkingsplan. Daar, waar twijfels bestonden over de validiteit van de gegevens, zijn andere bronnen voor het beoordelen van de paraatheid gehanteerd (opkomstgegevens uit het verleden, aangevuld met een overzicht van woon/werksituatie van de vrijwilligers). Purmerend / Beemster post agendagebruik beschikbaarheid ANW beschikbaarheid dag TS 4 of TS 6 Middenbeemster 1 e TS 90% voldoende onvoldoende TS4 Middenbeemster 2 e TS 90% onvoldoende onvoldoende TS4 Zuidoostbeemster 65% voldoende voldoende TS4 Purmerend * xxx TS6 *De post Purmerend is zodanig anders georganiseerd dat het in het PBS niet mogelijk is om op dit moment helder inzicht te hebben in de beschikbaarheid van vrijwilligers. De wijze waarop het nu is ingericht in het PBS, kan de repressieve dienst er mee uit de voeten. Echter, het levert nog niet voldoende managementinformatie. De komende periode wordt gekeken of dit inzicht voor het 28

29 management wel verkregen kan worden. Dit gegeven heeft geen invloed op de invulling van de gekozen scenario s. * De Haal: Er zijn al langere tijd knelpunten mbt de beschikbaarheid van voldoende vrijwilligers. Dit leidt er toe dat deze post regelmatig ook in de ANW situatie buiten dienst wordt gesteld. Markermeergebied post agendagebruik beschikbaarheid ANW beschikbaarheid dag TS 4 of TS 6 Volendam 1 e TS 90% voldoende voldoende TS4 Volendam 2 e TS 90% voldoende onvoldoende TS6 Edam 100% voldoende voldoende TS4 Monnickendam 100% voldoende voldoende TS4 Marken 94% voldoende voldoende TS4 Broek in Waterland 98% voldoende voldoende TS4 Ilpendam 94% voldoende voldoende TS4 Oosthuizen 96% voldoende voldoende TS4 Kwadijk 79% voldoende voldoende TS4 Wormerland, Oostzaan en Landsmeer post agendagebruik beschikbaarheid ANW beschikbaarheid dag TS 4 of TS 6 Landsmeer 92% voldoende voldoende TS4 Den Ilp 71% voldoende voldoende TS4 Oostzaan/Kerkstraat 94% voldoende voldoende TS4 Oostzaan/De Haal* 72% voldoende niet operationeel TS4 Wormer 1 e TS 100% voldoende voldoende TS4 Wormer 2 e TS 100% onvoldoende onvoldoende TS6 Oostknollendam 78% onvoldoende niet operationeel TS4 Jisp 92% voldoende niet operationeel TS4 Spijkerboor 79% voldoende voldoende TS4 Zaanstad post agendagebruik beschikbaarheid ANW beschikbaarheid dag TS 4 of TS 6 Vermiljoenweg 95% voldoende onvoldoende TS6 Houtveldweg 96% voldoende voldoende TS6 Botenmakersstraat 96% voldoende voldoende TS6 Prins Bernhardplein 100% voldoende niet operationeel TS6 i.v.m. dagdienst Zaandijk 100% voldoende voldoende TS6 Wormerveer 100% voldoende niet operationeel TS6 i.v.m. dagdienst Krommenie 97% voldoende voldoende TS6 Assendelft 86% voldoende voldoende TS Conclusie Het project Paraatheids- en beschikbaarheidssysteem heeft voldoende informatie gegenereerd om tot scenariovorming te komen. Op basis van de beschikbare gegevens blijkt dat posten voor het vullen van een TS6 niet altijd voldoende beschikbaar zijn, maar wel een TS4 kunnen leveren. Voor het vullen van een tweede TS is in alle gevallen overdag, met uitzondering van Purmerend, geen capaciteit beschikbaar. 29

30 5. Financieel kader Op basis van de informatie uit de voorgaande hoofdstukken worden in het volgende hoofdstuk twee scenario s uitgewerkt. Voor het doorrekenen van deze scenario s moet duidelijk zijn op basis van welke gegevens gerekend wordt. In dit hoofdstuk treft u een uiteenzetting van gegevens waarmee gerekend wordt. 5.1 Financiële uitgangspunten Bij het opstellen van kengetallen aan de hand waarvan gerekend wordt, is uit gegaan van de volgende uitgangspunten: 1. De berekeningen zijn gebaseerd op de situatie, zoals geldend op 1 augustus Gegevens met betrekking tot personeel zijn afkomstig uit de salaris- en grootboekadministratie. Voor het bepalen van de vrijwilligersvergoedingen is gekeken naar de werkelijke kosten aangevuld met de begrote kosten voor realistisch oefenen en PPMO. 3. Het aantal netto productieve uren per beroepsmedewerker VrZW is berekend op 1350 uur per jaar. 4. In eerste instantie wordt inzichtelijk gemaakt welke kosten in totaal gemoeid zijn met het leveren van de gewenste brandweerzorg (vrijwilligers, beroeps en materieel). Vervolgens worden daaruit de kosten gedestilleerd die feitelijk bezuinigd kunnen worden, zodra wordt overgegaan tot het verminderen van dat onderdeel. Bijvoorbeeld: bij het verminderen van het aantal brandweermensen, wordt niet direct het aantal opleidingen verminderd. Daarom wordt alleen gerekend met de variabele component. 5. Kosten m.b.t. de ondersteuning van kazernes (management, administratieve ondersteuning, roostering) zijn niet in de kengetallen meegenomen 5.2 Rekencijfers Bij het formuleren van scenario s is uitgegaan van een aantal bouwstenen, waarbij geldt dat deze een directe besparing kunnen opleveren. Dit betreft de volgende bouwstenen: 1. Direct te realiseren besparingen door (natuurlijk) terugloop in personeel 2. Het afstoten van een pand 3. Het verminderen van het aantal vrijwilligers 4. Het verminderen / anders organiseren van beroepsbrandweer 5. Het terugbrengen van het aantal tankautospuiten 6. Het wijzigen van wijze van inzet (Uitrukken op maat, herverdelen specialismen) Om de scenario s te kunnen doorrekenen is inzichtelijk gemaakt aan de hand van welke getallen gerekend moet worden. Voor een deel gebeurt dit met (gemiddelde) kengetallen, voor een deel op basis van de werkelijke cijfers uit de begroting In deze paragraaf staat uiteengezet met welke cijfers gerekend wordt. De gemiddelde kosten per vrijwilliger bedragen in totaal 7.277,- per vrijwilliger per jaar. Deze kosten zijn opgebouwd uit de volgende componenten: 1. Vergoedingen bestaande uit vaste vergoedingen, uitrukvergoedingen, consignatie-en kazerneringsvergoedingen, vergoedingen voor cursussen en opleidingen, oefenvergoedingen inclusief realistisch oefenen en overige vergoedingen; 13 Salaris boekingen volgens PIMS loonstaat 30

31 2. Kosten brandweerkleding bestaande uit uitrukkleding, helm, laarzen, (hand)schoenen en reinigingskosten; 3. Overige directe kosten bestaande uit oefen- en opleidingskosten, keuringen PPMO en duiken, vergoeding voor sporten, servicedress en pager kosten; 4. Overige organisatiekosten bestaande bijdragen aan de brandweerverenigingen, personeelsverzekeringen, teambuilding en kerstpakketten. Bij het doorrekenen van scenario s voor het nieuwe Dekkingsplan wordt alleen rekening gehouden met de kosten die ook feitelijk in de eerste jaren bespaard worden bij het terugbrengen van het aantal vrijwilligers. Dat betekent dat gerekend wordt met kosten direct mee bewegen met veranderingen in het aantal vrijwilligers. Besparingen op uitrukvergoedingen worden bijvoorbeeld niet bereikt. Immers, de uitrukken worden door andere posten overgenomen. Ook besparingen op het gebied van repressieve opleidingen worden niet meegenomen in de berekeningen. Theoretisch vervallen de opleidingskosten bij het verminderen van de vrijwilligers. Of deze besparing daadwerkelijk geeffectueerd zal worden is niet zeker. Het aantal opleidingsklassen zal vrijwel gelijk blijven naar verwachting, alleen de omvang van de klassen zal kleiner worden. De vaste kosten van de opleidingen blijven gelijk. Variabele kosten betreffen vaste vergoedingen en wettelijke premies, vergoedingen voor- en kosten van oefenen en bijscholen, vergoedingen voor het bijwonen van opleidingen, vergaderkosten, reiskosten, vergoeding voor sporten, de bijdragen aan de brandweerverenigingen, personeelsverzekeringen en overige personeelskosten. Kazerneringsvergoedingen en consignatie vergoedingen zijn ten behoeve van de doorrekening van de scenario s apart inzichtelijk gemaakt. Ze maken geen deel uit van het (variabele) rekentarief. Het gemiddeld tarief dat meebeweegt met de omvang van het korps en waarmee bij de uitwerking van de scenario s gerekend wordt komt daarmee op 4.125,-- per vrijwilliger. Omschrijving Kosten per Variabel vrijwilliger A: Vergoedingen B: Brandweerkleding C: Overige Subtotaal A t/m C D: Ondersteunende diensten p.m. p.m. E: Organisatiekosten Totaal De afgelopen twee jaar zijn zowel voor alle vrijwilligers als voor het beroepspersoneel de uitrukkleding ( ) en pagers (2015) vervangen en zijn alle medewerkers voorzien van servicedresses. Het variabele bedrag ad is om deze reden bepaald op per vrijwilliger, omdat de komende vijf jaar geen sprake is van vervanging. Kosten beroepsbrandweer Het kengetal gemiddelde loonkosten per beroepsmedewerker is afhankelijk van de functie en inschaling van de medewerkers. Er is verschil tussen de inschaling van beroepsmedewerkers werkzaam in Purmerend en beroepsmedewerkers werkzaam in Zaanstad. De beroepsmedewerkers in Purmerend ontvangen bovenop hun salaris nog een onregelmatigheidstoeslag; de beroepsmedewerkers in Zaanstad ontvangen een repressieve roostertoeslag. 31

32 In de huidige vastgestelde begroting is voor Zaanstad uitgegaan van een repressieve inzetbaarheid van 25%; bij Purmerend is deze gesteld op 75%. Begrotingstechnisch wordt nu alleen dat percentage van de salariskosten toegerekend aan incidentbestrijding. Voor het resterende deel vallen de kosten bij de afdelingen waar de werknemers hun beheersmatige werkzaamheden verrichten. Dit is een rekenkundige benadering; in werkelijkheid liggen de verhoudingen voor beide korpsen waarschijnlijk anders. Tabel Kosten per beroepsmedewerker Begroting 2015 Zaanstad Purmerend Loonsom RRT/ORT Totaal FTE 50,4 29,0 Per repressief medewerker Naar rato Naast de kosten per repressief medewerker zijn ook de kosten van het management (gebiedscommandanten en post coördinatoren) in beeld gebracht. Zie onderstaande tabel. Tabel Kosten repressief management Kosten management per district Fte Begroot Postcoordinatoren Markermeer 1, x 0,25 fte Purmerend/Beemster 3, ,0 fte WOL-gemeenten 1, geen Zaanstad 3, ,0 fte Totaal 8, Paraatheidskosten Als we de totaal gerealiseerde paraatheidskosten 2014 van Zaanstad en van Purmerend in beeld brengen, ziet dit er als volgt uit: 32

33 Tabel Paraatheid Paraatheidskosten 2014 Zaanstad Purmerend Slagkracht Posten 8 1 Tankautospuiten 8 4 Redvoertuigen 2 1 Waterongevallenvoertuig 1 1 Totaal 11 6 Bezetting Aantal beroepsmedewerkers* Aantal vrijwilligers Totaal Kosten beroeps Personeel naar rato 25% 75% RRT/ORT Totaal Kosten vrijwilligers Kazernering Consignatie Totaal Kosten gebiedsmanagement Management en ondersteuning Totaal Totale kosten paraatheid * Inclusief management en ondersteuning De kazernerings- en consignatiekosten bestaan uit normale kazernerings- en consignatiekosten en bijzondere kazernerings- en consignatiekosten. Bij afschaffing van de kazernering- en/of consignatieregeling zou het toch nog kunnen voorkomen dat besloten wordt om vrijwilligers direct beschikbaar te hebben, bijvoorbeeld in het geval van gladheid of storm. Een deel van de kosten (ca ) zal derhalve doorlopen. Kosten voertuigen Op de brandweerposten van Middenbeemster, Purmerend, Volendam en Wormer staan meerdere tankautospuiten. Het Dekkingsplan geeft aan dat de noodzaak van deze tankautospuiten op basis van brandrisico, maatgevende scenario s en brandfrequentie niet vereist is. Het buiten gebruik stellen van deze voertuigen heeft geen consequenties voor de beroepsbezetting. a. Huidige exploitatielasten Er valt een directe besparing te realiseren op de kapitaallasten in de exploitatie van de tankautospuiten, wanneer besloten wordt tot een vermindering van het aantal tankautospuiten. Dit is per voertuig verschillend en afhankelijk van de datum van ingebruikname. 33

34 Gemeente Aantal Boekwaarde Kapitaallasten Overige Subtotaal Benzine Totale per (rente+ afschr) kosten kosten Beemster Edam-Volendam Landsmeer Oostzaan Purmerend Waterland Wormerland Zaanstad Zeevang Subtotaal V & K / oefenen Totaal b. Toekomstige exploitatielasten Minder tankautospuiten betekent dat er straks ook minder voertuigen moeten worden vervangen in te toekomst wanneer de afschrijvingstermijn van 15 jaar is verlopen. Dit betekent dat er minder tankautospuiten in de het Meerjareninvesteringsplan (MIP) worden opgenomen. Dit leidt tot structureel lagere kapitaallasten. In de meerjarenraming, onderdeel van de programmabegroting 2016 is voor toekomstige investeringen een zogenaamd plafond aan kapitaallasten ingesteld. Hiertoe is overgegaan omdat wanneer alle investeringen zouden plaatsvinden conform opgave uit de afdelingen het begrotingstekort aanzienlijk zou oplopen. In de meerjarenraming is in feite al rekening gehouden met een besparing op kapitaallasten van investeringen in de toekomst. Dit betekent dat vanuit de uitkomsten van het Regionaal dekkingsplan een vertaling moet worden gemaakt naar de financiële effect hiervan op de meerjarenraming van de VrZW. Overigens dient ook rekening gehouden met het feit dat er sprake kan zijn van een desinvestering bij de afstoting van een voertuig uit het wagenpark. Afhankelijk van de opbrengst van de verkoop (verschil boekwaarde-verkoopwaarde) kan dit nog een incidenteel nadelig effect opleveren. In hoofdstuk 6 vindt u de financiële uitwerking van de vermindering van het aantal tankautospuiten voor beide scenario s. Het afstoten van een pand Het afstoten van een pand levert vrijwel geen financieel voordeel op voor VrZW, aangezien de panden in eigendom van de gemeenten zijn. Alle huisvestingskosten worden één op één verrekend met de gemeenten (gesloten systeem). Alleen voor de gebruikerslasten geldt dat de inkoop BTW voor rekening komt van VrZW. Voor de kleinere kazernes gaat dit om enkele honderden euro s. Per kazerne is precies inzichtelijk om welke bedragen dit gaat. Deze bedragen worden in de verdere uitwerking van de scenario s betrokken. Het wijzigen van wijze van inzet (Uitrukken op maat en herverdelen specialismen) Het betreft de volgende potentiële besparingen: - besparing op voertuigen (inclusief bepakking) indien aan de orde - besparing op personeel (minder personeel nodig per voertuig, dus per post) Zoals al eerder aangeven, is de besparing op voertuigen geheel afhankelijk van welk voertuig afgestoten wordt en wat daarvan de resterende levensduur is. Bij de besparing op personeel geldt hetzelfde: het kostenpatroon is per kazerne verschillend, met name afhankelijk of er wel of geen consignatie/kazerneringsdiensten gedraaid worden. Het is daarom niet mogelijk dit in kentallen uit te 34

35 drukken. Gekozen is om de financiële consequenties in dit kader per scenario aan de hand van de werkelijke kosten in kaart te brengen. Buiten dienst stellen blusboot de Weer De kosten van de blusboot betreffen de kosten van vergoeding van personeel en de onderhoudskosten van de blusboot zelf. In het rapport onderzoek blusboot Zaanstad van 29 september 2014 (opgesteld door de Antea Group) worden de structurele kosten berekend op per jaar. Vooruitlopend op het Regionaal Dekkingsplan heeft het Algemeen Bestuur op 1 mei j.l. besloten om de blusboot uit dienst te nemen. Dit is inmiddels per 8 oktober 2015 gebeurd. Tabel Besparing uit dienst name blusboot Blusboot Jaarlijkse kosten Oefenkosten Vaste vergoeding Uitrukkosten Jaarlijks onderhoud Totaal In dit overzicht is de besparing op de kosten vrijwilligers opgenomen. Indirecte besparingen Naast besparingen op de operatie zullen er ook effecten optreden op het gebied van management, ondersteuning, vakbekwaamheid en bedrijfsvoering. Dit is afhankelijk van de schaalgrootte van de bezuiniging en kan eventueel op basis van in de branche gehanteerde kengetallen berekend worden. 35

36 6. Analyse Dekkingsplan Alle bovengenoemde informatie is meegewogen in de totstandkoming van de in dit hoofdstuk uitgewerkte scenario s. De scenario s zijn passend binnen de geformuleerde uitgangspunten. Veiligheid staat daarbij voorop; voor burger en hulpverlener. In de gepresenteerde scenario s krijgt de burger de snelst mogelijke zorg, passend binnen het financiële kader. De paraatheid, de dekking en de voertuigbezetting zijn ten minste op verantwoord niveau. Daarbij wordt voldaan aan het landelijke kader voor uitrukken op maat. Tevens is op basis van de inventarisatie met betrekking tot de maatschappelijke waarde van posten bezien, op welke wijze deze taken belegd kunnen worden in de regio. Bij het komen tot voorstellen voor het dekkingsplan is, zoals verwoord in hoofdstuk 1.3 (werkwijze), elk denkbaar scenario afgewogen op basis van dekking, risico s en context en zijn vervolgens de financiële consequenties in kaart gebracht. Dit heeft geresulteerd in onderstaande twee scenario s, het basisscenario en het minimale scenario. Het minimale scenario gaat uit van dezelfde basis als het basisscenario, maar is verder versoberd. Om de vergelijking met de huidige dekking goed te kunnen maken staan hieronder de schematische weergaven van de dekking en de overschrijdingen in de regio van de huidige situatie, zowel voor de dag als voor avond/nacht/weekend. Dekking Zaanstreek-Waterland DAG huidige situatie 36

37 Overschrijding Zaanstreek-Waterland DAG huidige situatie Dekking Zaanstreek-Waterland ANW huidige situatie Overschrijding Zaanstreek-Waterland ANW huidige situatie 37

38 6.1 Scenario 1: basisscenario Het basisscenario op basis waarvan het dekkingsplan uitgewerkt kan worden, heeft betrekking op vijf elementen, te weten: - spreiding van posten - vormen van paraatheid - spreiding van voertuigen - spreiding van specialismen - management en ondersteuning Spreiding van posten In het basisscenario wordt uitgegaan van een regio waarbij de basisbrandweerzorg wordt geleverd vanuit 23 posten. Deze posten vormen met elkaar een fijnmazig netwerk. Zij realiseren met elkaar een verantwoorde dekking voor de regio, zowel overdag als gedurende avond-, nacht- en weekenduren. In het Dekkingsplan worden 8 posten genoemd, die van geringe waarde voor de dekking zijn. Op basis van hieronder uiteengezette afwegingen, wordt geadviseerd vier van deze posten te sluiten. Dat betreft de posten Oostknollendam, Jisp, De Haal en Den Ilp. Met het sluiten van de genoemde posten blijft de gemiddelde dekkingsgraad in de regio vergelijkbaar met de huidige situatie (en dus op een verantwoord niveau). Per post wordt aangegeven wat hierbij in relatie tot dekking, risico s en maatschappelijke context de overwegingen zijn. Oostknollendam - Wormerland De post Oostknollendam is vanwege beperkte personeelsbezetting overdag buiten dienst gesteld. De post is gedurende de avond-, nacht- en weekenduren (ANW) wel in dienst. Het verzorgingsgebied Oostknollendam wordt overdag overgenomen door buurpost Wormer. De opkomsttijd van buurpost Wormer in dit gebied bedraagt 11 à 12 minuten. De risico s in dit verzorgingsgebied (gebaseerd op het brandrisicoprofiel) zijn gering en de brandfrequentie is laag. De dekkingskwaliteit in het verzorgingsgebied is geborgd. Wanneer de post Oostknollendam niet aanwezig zou zijn geweest, zou niet worden voorgesteld om deze (om redenen van een snelle eerste uitruk met betrekking tot brand) op te richten. Bij sluiting van de post Oostknollendam kan het brandweerpersoneel overgeplaatst worden naar de buurposten Wormer en Spijkerboor. In de bijlage is opgenomen welke specifieke taken post Oostknollendam, naast de operationele brandweertaak, vervulde in relatie tot de maatschappelijke waarde. Dit betreft veelal taken met betrekking tot voorlichting en ondersteuning bij plaatselijke evenementen. Deze rol kan vanuit de posten Wormer en Spijkerboor worden overgenomen c.q. gestimuleerd. De maatschappelijke belangen in het gebied Oostknollendam worden op deze wijze geborgd. De vrijwilligers van post Oostknollendam hebben aangegeven bereid te zijn tot het vervullen van een rol in het project Brandveilig leven. Jisp - Wormerland Deze post is vanwege beperkte personeelsbezetting overdag buiten dienst gesteld. De post is tijdens avond, nacht en weekend wel in dienst. Het verzorgingsgebied Jisp wordt overdag waargenomen door buurpost Wormer. De opkomsttijd van buurpost Wormer bedraagt 12 à 13 minuten. Het brandrisicoprofiel (BRP) en brandfrequentie in dit verzorgingsgebied is laag. De dekkingskwaliteit in het verzorgingsgebied is geborgd. Wanneer de post Jisp niet aanwezig zou zijn geweest, zou niet worden voorgesteld om deze (om redenen van een snelle eerste uitruk met betrekking tot brand) op te richten. 38

39 Bij sluiting van de post Jisp kan het brandweerpersoneel overgeplaatst worden naar de buurpost Wormer. Bij de inventarisatie van taken in relatie tot de maatschappelijke waarde zijn door de post Jisp vele taken genoemd in relatie tot lokale evenementen (opspuiten ijsbaan, jaarlijkse slop- en slootrace, assistentie kermis, sproeien sportvelden etc). Er is bereidheid van de post Jisp om deel te nemen aan het project Brandveilig Leven. Ook is er de wens om voorlichting te geven op onder meer basisscholen. In overleg kan bepaald worden op welke wijze deze taken door, of vanuit post Wormer georganiseerd kunnen worden. De maatschappelijke belangen in het gebied waar de post wordt gesloten kunnen op deze wijze worden geborgd. De Haal Oostzaan Deze post is vanwege beperkte personeelsbezetting overdag buiten dienst gesteld. De post is tijdens avond, nacht en weekenduren wel in dienst. Het verzorgingsgebied De Haal wordt overdag waargenomen door buurpost Kerkstraat. De opkomsttijd van buurpost Kerkstraat bedraagt 9 à 10 minuten. Het brandrisicoprofiel (BRP) en brandfrequentie in dit verzorgingsgebied is laag. De dekkingskwaliteit in het verzorgingsgebied is geborgd. Wanneer post De Haal niet aanwezig zou zijn geweest wordt niet voorgesteld deze om redenen van een snelle eerste uitruk met betrekking tot brand op te richten. Bij sluiting van post De Haal kan het brandweerpersoneel overgeplaatst worden naar buurpost Kerkstraat. De maatschappelijke waarde van het verzorgingsgebied De Haal kan vanuit de post Kerkstraat worden gestimuleerd. De maatschappelijke belangen in het gebied waar de post wordt gesloten kunnen op deze wijze worden geborgd. Gedurende de inventarisatie is er vanuit post De Haal niet aangegeven welke taken in het kader van de maatschappelijke functie worden vervuld. Wel is bekend dat de brandweer in Oostzaan een belangrijke rol heeft bij de inzet met de AED bij reanimaties. Aangezien dit geen primaire brandweertaak is, wordt de gemeente Oostzaan geadviseerd hier andere initiatieven in te ontplooien. Den Ilp Landsmeer Deze post is (overdag en tijdens ANW) volledig in dienst. Het verzorgingsgebied Den Ilp wordt overdag ter zekerheidstelling geassisteerd door brandweerpersoneel van de post Landsmeer. Dit geldt vice versa ook voor alarmering overdag van de post Landsmeer. De opkomsttijd van buurpost Landsmeer bedraagt 11 à 12 minuten. Het brandrisicoprofiel (BRP) en brandfrequentie in dit verzorgingsgebied is laag. De dekkingskwaliteit in het verzorgingsgebied is geborgd. Om redenen van dekking (snelle eerste uitruk met betrekking tot brand) zouden er echter geen redenen bestaan om de post Den Ilp te bouwen, indien deze nog niet zou bestaan. Vanuit het perspectief van dekking is er geen reden om de post Den Ilp open te houden. Vanuit de post zelf en de gemeente Landsmeer zijn vele taken genoemd die post Den Ilp speelt in het maatschappelijk belang. Deze variëren van onder meer het uitvoeren van allerlei voorlichtingstaken, bijstand en zichtbaarheid tijdens evenementen, assistentie voor de IJsclub, de Sintintocht en plaatselijke feesten tot het vervullen van een aanjagende rol in het gemeentelijke AED-project. Bij sluiting van de post Den Ilp kan het brandweerpersoneel overgeplaatst worden naar buurpost Landsmeer. Gezien de geografische ligging wordt aangeraden om te bezien of de vrijwilligers van post Den Ilp deze rollen bij, of in samenwerking met post Landsmeer kunnen blijven uitvoeren. De maatschappelijke belangen in het gebied waar de post wordt gesloten kunnen op deze wijze worden geborgd. Bij het voorstel tot sluiten van post Den Ilp wordt aan de gemeente Landsmeer de suggestie meegegeven te overwegen de posten Landsmeer en Den Ilp samen te voegen op een nieuwe locatie. Hiermee kunnen vrijwilligers worden behouden en daarmee kan deze post worden. Het is niet noodzakelijk vanuit overwegingen betrekking hebbend op de dekking. 39

40 Hieronder volgen de overwegingen voor het geopend houden van de overige 4 posten, waarvan eerder werd aangegeven dat deze van geringe waarde voor de dekking zijn: Spijkerboor - Wormerland De post Spijkerboor is (overdag en tijdens ANW) volledig in dienst. Deze post ligt geografisch gezien het meest noordoostelijk in het verzorgingsgebied van gemeente Wormerland. De theoretisch berekende opkomsttijd van buurpost De Rijp (regio NHN) naar het verzorgingsgebied Spijkerboor bedraagt 12 à 13 minuten. De personele bezettingsgraad van deze post is overdag als tijdens ANW goed. De huidige status van gering belang van de post Spijkerboor zal op twee punten in positieve zin worden bijgesteld te weten: 1. De post zal o.m. gealarmeerd worden in het voormalige verzorgingsgebied van het verzorgingsgebied Oostknollendam als 1 e of 2 e tankautospuit. 2. In het kader van toekomstige invoering van bovenregionale alarmering (medio eind 2016) van basistankautospuiten zal post Spijkerboor een bijdrage kunnen leveren bij incidenten in de regio Noord-Holland Noord. Ook kan een aantal vrijwilligers van de gesloten post Oostknollendam overgeplaatst worden naar Spijkerboor. De personele samenstelling van de brandweerpost kent een hoog agrarisch gehalte met dito specifiek kennis & ervaring. De maatschappelijk aangegeven waarde van deze post (wel/niet brandweer gerelateerd) blijft ongewijzigd en kan wellicht uitgebreid worden met een deel van de maatschappelijke aangelegenheden van het verzorgingsgebied Oostknollendam. De maatschappelijke belangen in het gebied Oostknollendam worden op deze wijze geborgd. Zuidoostbeemster - Beemster De post Zuidoostbeemster is (overdag en ANW) volledig in dienst. De post is geografisch gezien qua brandrisicoprofiel en brandfrequentie van mindere betekenis voor het eigen verzorgingsgebied, maar vervult m.n. bij maatgevende branden in Purmerend (o.a. historische binnenstad) de rol van tweede basistankautospuit. Ook levert de post menskracht ter ondersteuning van de 24/7 bezetting van de post Purmerend, waardoor er een hybride samenwerking is ontstaan tussen vrijwillig & beroepsmatig brandweerpersoneel. Deze personele ondersteuning vindt vice versa ook plaatst vanuit de post Purmerend. De geografische positie van de post is gunstig ten aanzien van het bestrijden van (hulpverlening)incidenten op de autosnelweg A7. De samenwerking met de post Middenbeemster blijft volledig intact; de post Zuidoostbeemster beschikt namelijk niet over een eigen instructieruimte en werkt v.w.b. de wekelijkse oefenstructuur grotendeels vanuit de post Middenbeemster. De maatschappelijk aangegeven waarde van deze post blijft ongewijzigd. Ilpendam Waterland De post Ilpendam is (overdag en ANW) volledig in dienst. Het brandrisicoprofiel en de geringe inzetfrequentie bepalen weliswaar de status gering belang van deze post, maar de infrastructuur van dit gebied rechtvaardigt het open houden van deze post. De toegankelijkheid van het gebied Watergang is door de smalle wegenstructuur (bruggen/overgangen) niet geschikt voor een standaard tankautospuit. Zowel het vorige als dit jaar aanschafte voertuig is aangepast om de bereikbaarheid in dit specifieke gebied zeker te stellen. Bovendien is het nieuwe voertuig functioneel ingericht om met vier personen uit te rukken. Gelet op de toegankelijkheid van dit specifieke gebied is om operationele redenen gekozen om deze post voor de dekking te behouden. De maatschappelijk aangegeven waarde van deze post blijft daarmee ongewijzigd. 40

41 Kwadijk Zeevang De post Kwadijk is (overdag en ANW) volledig in dienst en kent een goede personele bezettingsgraad. De post is geografisch gezien weliswaar qua brandrisicoprofiel en brandfrequentie van mindere betekenis voor het eigen verzorgingsgebied, maar vervult met name bij maatgevende branden in Purmerend de rol van 2e basistankautospuit (evenals de post Zuidoostbeemster). De aan deze post toegekende status gering belang is dit jaar in positieve zin bijgesteld door invoering van operationele grenzen. Door de invoering van operationele grenzen is het aandeel in alarmeringen van deze post aanzienlijk gestegen. Het bestendigen van deze post vraagt wel om een afweging qua nieuwe huisvesting. De huidige huisvesting voldoet niet aan de arbo-normen. Dit zal zeker vragen om een ingrijpende verbouwing. Door behoud van deze post blijft de samenwerking met de post Oosthuizen in tact; de post Kwadijk beschikt niet over een eigen instructieruimte en werkt voor wat betreft de wekelijkse oefenstructuur grotendeels vanuit de post Oosthuizen. De maatschappelijk aangegeven waarde van deze post blijft ongewijzigd. Overige posten Bij het formuleren van scenario s is ook bezien of er andere posten, bijvoorbeeld in verzorgingsgebied Zaanstad, zouden kunnen sluiten. In elk van deze gevallen nam de dekkingsgraad af tot (ruim) onder de 70%. Daarmee zijn deze scenario s door de projectgroep als onveilig, en daarmee als onverantwoord beoordeeld. 14 Consequenties sluiten voor dekking Overdag blijft de dekkingsgraad door het sluiten van 4 posten gelijk met de huidige situatie, te weten op 81%. Door het sluiten van de vier genoemde posten, neemt de dekking gedurende avond, nacht en weekend af, van 72% naar ca. 70,6%. Het genoemde dekkingspercentage is een theoretische weergave van opkomsttijden. Dit is gebaseerd op gemiddelde opkomsttijden uit het verzorgingsgebied van een post. De daadwerkelijk gerealiseerde opkomsttijden kunnen zowel in positieve- als negatieve zin hiervan afwijken. Dit wordt verklaard door o.a. veranderende weg- of weersomstandigheden, langere of kortere uitruktijden of schaarste in de vakantieperiode. Het is lastig om de beide genoemde percentages voor de dekking met 1 op 1 met elkaar te vergelijken. De huidige berekende dekking (72%) is gebaseerd op gemeentelijk niveau. Het genoemde percentage voor het nieuwe scenario (70,6%) is gebaseerd op regionaal niveau. In de nieuwe voorgestelde situatie zal de gemiddelde opkomsttijd iets toenemen, doordat met minder posten dezelfde dekking wordt gerealiseerd. De gemiddelde dekking blijft echter in de gehele regio op basis van de berekeningen uit Care op vergelijkbaar niveau. Het dekkingspercentage van de voorgestelde scenario s wordt medio november van dit jaar extern gevalideerd. De gerealiseerde opkomsttijden worden geautomatiseerd gegenereerd, door de veranderde omstandigheden en parameters worden deze intern gevalideerd medio november van dit jaar. 14 Door vaststelling van dekkingsplan fase 1 is de ondergrens van de dekkingsgraad overdag op 81% en ANW op 72% bepaald. 41

42 Dekking Zaanstreek-Waterland DAG basisscenario Overschrijding Zaanstreek-Waterland DAG basisscenario Dekking Zaanstreek-Waterland ANW basisscenario 42

43 Overschrijding Zaanstreek-Waterland ANW basisscenario Vormen van paraatheid De regio kent op dit moment drie vormen van paraatheid. Dit betreft het VIP-profiel (vrije instroom, oftewel de vrijwilligers), het COP-profiel (consignatie, een zekerheidsstelling waarbij vrijwilligers vanaf huis garanderen inzetbaar te zijn) en het KAP-profiel (kazernering, waarbij vrijwilligers danwel beroeps zich paraat houden vanaf de kazerne). Hieronder valt ook de 24-uurs beroepsdienst van Purmerend. Bij het bepalen van scenario s zijn de vormen van paraatheid gewogen op financiële consequenties en consequenties voor de dekking. Hoewel de 24-uursdienst een dure variant van paraatheid is, is bij alle doorrekeningen van de dekking gebleken dat deze onmisbaar is in het verzorgingsgebied. Bij elke berekende variant zonder 24-uursdienst in Purmerend, zakt de gemiddelde regionale dekking ruim onder de 70%. De dekking in Purmerend zakt daarmee zelfs ruim onder de 60%. Dekking Purmerend op 8 minuten opkomsttijd (VIP-profiel) (incl. posten Kwadijk en Zuidoostbeemster) 43

44 Hierbij kan naar de mening van de projectgroep niet langer gesproken worden van veilige en verantwoorde basisbrandweerzorg. Ongeacht de financiële consequenties adviseert de projectgroep daarom de situatie in Purmerend, voor wat betreft de paraatheid van de eerste tankautospuit, ongewijzigd te laten. De posten Kwadijk en Zuidoostbeemster leveren ondersteuning in Purmerend. Wel kan de consignatie in de regio verminderd worden. Geadviseerd wordt om alleen consignatie voor drie redvoertuigen en twee waterongevallenvoertuigen in stand te houden. Dit betekent een vermindering van de overige consignaties en de kazernering op zaterdag. Herbezetting, restdekking en gelijktijdigheid De repressieve organisatie is niet gebouwd op gelijktijdigheid. Dit houdt in dat binnen het verzorgingsgebied van de TS(-en) die is (zijn) ingezet bij een incident, een eventueel tweede incident niet binnen de wettelijke opkomsttijden gehaald wordt. Wel wordt bij een langdurige inzet voorzien in tijdelijke beperkte dekking in dit gebied. Op dit moment is er geen uniforme invullingswijze van herbezetting en restdekking binnen deze regio. Deze situatie stamt nog uit de tijd van voor de regionalisering waarbij ieder korps (gemeente) op eigen wijze hieraan invulling gaf, zonder bestuurlijke afdekking. Na de regionalisering is het de wens op een uniforme wijze invulling te geven aan het herbezetting van de repressieve organisatie in het kader van de restdekking. De restdekking bij opschaling en gelijktijdigheid van incidenten wordt bewaakt door de alarmcentrale, zodanig dat een maximale opkomsttijd van 18 minuten gerealiseerd wordt. De komende periode wordt een uniforme aanpak van herbezetting en restdekking uitgewerkt. Tot die tijd wordt voorgesteld om de huidige afspraken rondom herbezetting te handhaven en de AC leidend te laten zijn in de wijze van herbezetting in relatie tot de restdekking, waar geen nadere afspraken bekend zijn. Voor de vier operationele gebieden wordt er naar gestreefd dat conform landelijke richtlijn na één uur restdekking is georganiseerd en dat de minimale opkomsttijd van 18 minuten overal gehaald wordt Spreiding van voertuigen Binnen de regio zijn momenteel 34 tankautospuiten operationeel inzetbaar, verdeeld over de vier operationele gebieden. Op basis van de conclusies van het project Uitrukken op maat, wordt voorgesteld om naar de toekomst toe te variëren in het type voertuigen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in: 44

45 TSflex: Een TSflex is een standaard bepakte tankautospuit (voorheen TS6) met een bezetting van minimaal vier en maximaal zes personen. Deze eenheid geldt als basiseenheid. Indien vier personen opkomen bij alarmering, dan kan het voertuig uitrukken met deze minimale bezetting. Komen er zes personen op, dan rukt het voertuig als TS6 uit. Indien voor het maatgevend incident, brand in gebouw, gealarmeerd is, komt aanvulling vanuit een andere TSflex of een SIV. Vanaf grote brand rukt de TSflex alleen uit als TS6. TS-4: Een TS-4 bestaat uit een brandweervoertuig, met een maatwerkbepakking en vier personen. Dit voertuig is ingericht om zelfstandig op te treden, of in samenwerking met een TSflex bij brand in object. Er kunnen niet meer dan vier personen op dit voertuig uitrukken. Het voertuig beschikt over een grotere watertank dan SIV2 en heeft de mogelijkheid tot het oppompen wat water uit open water. SIV2: Een SIV2 is een brandweervoertuig met een maatwerkbepakking en twee personen. Het betreft een voertuig voor rijbewijs B. De bepakking is ingericht voor het wegnemen van het grootste gevaar óf het doen van een veilige en efficiënte redding. Op basis van de geografische indeling van het gebied en het uitgangspunt dat deze regio voldoende slagkracht moet kunnen genereren om gelijktijdig één brandweercompagnie (9x TSflex, bemenst door 6 personen) en daarnaast twee keer scenario grote brand (beiden 3x TSflex, bemenst door 6 personen) aan te kunnen, moet een herverdeling van de voertuigen plaats vinden. Daarbij wordt eveneens aangesloten bij de conclusie uit onderzoek Dekkingsplan fase 2, waarbij gesteld wordt dat de 2 e tankautospuiten van de posten Volendam, Middenbeemster en Wormer, evenals de 3 e en 4 e tankautospuit van Purmerend, niet noodzakelijk zijn voor de basisbrandweerzorg. Daarom worden deze voertuigen niet meer meegenomen in het toekomstig scenario. Een en ander leidt tot onderstaande verdeling van voertuigen: 45

46 Materiaal spreidingsplan VrZW BASIS SCENARIO WAS WORDT GEBIED TS-6 TS-4 SI-2 Tsflex TS-4 SIV-2 MARKERMEER Oosthuizen 1 1 Kwadijk 1 1 Edam 1 1 Volendam Monnickendam 1 1 Ilpendam 1 1 Broek in Waterland 1 1 Marken 1 1 Totaal Markermeer PURMEREND / BEEMSTER Purmerend Midden Beemster 2 1 Zuidoostbeemster 1 1 Totaal Purmerend / Beemster WOL Wormer 2 1 Jisp 1 Oost Knollendam 0 1 Spijkerboor 1 1 Oostzaan kerkstraat 1 1 Oostzaan de Haal 1 Landsmeer 1 1 Den Ilp 1 Totaal WOL ZAANSTAD Vermiljoenweg 1 1 Houtveldweg 1 1 Botenmakersstraat 1 1 Zuid Prins Bernhardplein Zaandijk 1 1 Noord Industrieweg 1 1 Krommenie 1 1 Assendelft Totaal Zaanstad Pilot SIV 3 Team O&T/Vakbekwaam/ Jeugdbrandweer Totaal O&T / Vakbekwaam / Jeugd / SIV Totaal VrZW Dit betekent dat op de posten in totaal 19 TSflex voertuigen operationeel inzetbaar zullen zijn. Deze 19 voertuigen zijn noodzakelijk voor het beschikken over (minimaal) voldoende operationele slagkracht. Hiermee houdt de regio zich aan de landelijke standaard en kan gebaseerd op het risicoprofiel en het geografische gebied, veiligheid gegarandeerd worden. Naast deze operationeel noodzakelijke voertuigen, worden 5 TSflex voertuigen gereserveerd voor inzet tijdens onderhoud, vakbekwaamheid en de jeugdbrandweer. Voor deze voertuigen wordt geen bemensing berekend (immers: ze zijn niet operationeel inzetbaar). De 5 genoemde voertuigen bevatten 3 afgeschreven wagens die gebruikt worden voor vakbekwaamheid en de jeugdbrandweer. Op vijf posten wordt in plaats van een TSflex een TS-4 geplaatst. Op deze posten (Kwadijk, Ilpendam, Marken, Spijkerboor en Assendelft) wordt voortaan uitgerukt met een voertuig, bestemd voor 4 personen. 46

47 De lopende pilot met de SIV2 wordt voorlopig voortgezet. De SIV2 blijft staan op Volendam en Purmerend en het onderzoek wordt uitgebreid met een SIV2 in de dagsituatie op post Prins Bernhardplein. Dit voertuig biedt ondersteuning aan de lokale posten en kan in de ANW-situatie worden ingezet als klein voertuig, ter ondersteuning aan de tankautospuiten. De SIV2 is een zekerheidsstelling naast voertuigen met daarop 4 personen. De SIV2 in Volendam kent een voorbehoud: er is nog onvoldoende onderzoeksdata beschikbaar om gevalideerde uitspraken over de toegevoegde waarde van dit voertuig op deze post te doen. Over enige tijd, na het verzamelen van voldoende onderzoeksdata, moet bezien worden of dit de juiste plek voor deze SIV2 is. De jeugdbrandweer is een belangrijke schakel in de werving van nieuwe vrijwilligers. De jeugdbrandweer zal actief ondersteund blijven worden vanuit de locaties Purmerend en Zaanstad- Botenmakersstraat. Daarnaast is het voornemen dit uit te breiden naar de locatie Volendam. Ter ondersteuning van de jeugdbrandweer zal gebruik gemaakt worden van voertuigen van vakbekwaamheid. Er worden geen voertuigen meer specifiek toegewezen aan de jeugdbrandweer Spreiding van specialismen Het uitgangspunt voor de verdeling van specialismen is het maximaal spreiden van specialismen over de posten, waarbij rekening gehouden is met ideale plaatsing van een bepaald specialisme in verband met dekking en opkomsttijd. In het voorgelegde scenario is een herverdeling van specialismen gemaakt, waarbij elke post in principe ten minste één specialisme heeft, tenzij dit door de aard van de post niet mogelijk is. Voorbeelden hiervan zijn posten Kwadijk en Ilpendam, die door de omvang van het gebouw volledig gevuld zijn met het toegewezen voertuig voor de basisbrandweerzorg. In de bijlage is een overzicht van nieuwe spreiding van specialismen en bijbehorende voertuigen opgenomen. Ook vindt er afzonderlijk nog een onderzoek plaats naar de mogelijkheid tot het plaatsen van een redvoertuig in Volendam, aangezien dit naar verwachting een grote verbetering van de dekking voor dit type voertuig oplevert. Specialismen kunnen niet worden verminderd. Wel is het mogelijk om, door het maximaal spreiden van specialismen, de bemensing hiervoor vanuit de basisbezetting van een post te leveren. Zodoende zijn er relatief minder vrijwilligers voor nodig. Derhalve is uitgewerkt op welke wijze de specialismen herverdeeld worden over de regio. Het voorstel zet in op uniformiteit van de uitvoering. Ontwikkelingen rondom specialismen In het dekkingsplan fase 2 is geconstateerd dat in een deel van het Markermeer gebied de opkomsttijd van het redvoertuig langer dan 15 minuten is bij brand. Gezien het beperkte aantal incidenten wordt dit als verantwoord ingeschat. Tegelijkertijd wordt gezien dat het redvoertuig regelmatig wordt ingezet voor het afhijsen van een patiënt of bij stormschades. Daarnaast wordt bij afwezigheid van het redvoertuig in Purmerend de aanrijdtijd naar het Markermeer gebied ingeschat op ruim 25 minuten. Geadviseerd wordt om in 2016 nader onderzoek uit te voeren naar de wenselijkheid dan wel noodzaak voor de invulling van een extra redvoertuig in het gebied van de Markermeer gemeenten. De financiële dekking zal hiervoor binnen de dan vastgestelde kaders moeten worden gevonden. Landelijk zijn er ontwikkelingen rondom de visie op bluswatervoorzieningen. Deze ontwikkelingen moeten nog regionaal worden vertaald. Dit zal uiteindelijk bepalen hoe wordt omgegaan met het watertransportsysteem (WTS) en de motorspuitaanhangers (MSA). 47

48 Binnen VrZW staat nog op een tweetal plaatsen (Purmerend/Edam) een Poeder Blus Aanhanger (PBA) gestationeerd. De inzet van dit specifieke blusmiddel zal in een nader onderzoek worden uitgewerkt waarna een definitief besluit kan worden geformuleerd over eventuele continuering Management en ondersteuning Met het terugbrengen van het aantal posten en het verminderen van materieel en vrijwilligers wordt het verantwoord geacht de regio in de toekomst in drie operationele gebieden in te richten, in plaats van de huidige vier. Naar de inschatting van de projectgroep kan hiermee het aantal gebiedscommandanten worden teruggebracht tot drie, en kan de managementondersteuning daarmee in lijn eveneens worden verminderd Financiële consequenties Bovenstaand basisscenario leidt tot de volgende financiële consequenties: In bovenstaand scenario is uitgegaan van vermindering van het aantal tankautospuiten per 1 januari In principe wordt er ingezet op waar mogelijk zoveel mogelijk behoud van vrijwilligers. Op basis van het inzicht in leeftijden vanuit het personeelsbestand is geconcludeerd, dat de komende jaren een groot aantal vrijwilligers afscheid zal nemen. Het afvloeien van vrijwilligers wordt daardoor primair 48

49 bereikt door het natuurlijk verloop. Inzet zal liggen op het investeren op de kwaliteit van het personeel op de posten, die behouden blijven. Vrijwilligers waarvan de post sluit, wordt de keuze gesteld om (indien mogelijk) een te sluiten bij een andere post, deel te nemen aan de kazernering in Purmerend of een rol te spelen in brandveilig leven. Indien vrijwilligers hier niet voor kiezen, wordt in nader overleg afspraken gemaakt over het beëindigen van de werkzaamheden en een eventuele bedankregeling namens de organisatie. 6.2 Scenario 2: minimale variant van brandweerzorg Het basisscenario is naar de mening van de projectgroep de goede basis voor de inrichting van de brandweerzorg in de regio. Op verzoek van het bestuur is daarnaast ter vergelijking het minimale niveau in kaart gebracht. Daarbij wordt uitgegaan van de basis zoals hier boven verwoord. De maatregelen in deze paragraaf betreffen dus de verdere versoberingen hierop, om te komen tot het minimum scenario Spreiding van posten Voor een inrichting die inzet op de minimale dekking, wordt als uitgangspunt Dekkingsplan Fase 2 gehanteerd. Dit betekent, dat in dit scenario alle acht posten met een geringe waarde voor de dekking, gesloten worden. In aanvulling op de in genoemde posten, sluiten tevens Spijkerboor, Ilpendam, Zuidoostbeemster en Kwadijk. Het sluiten van deze posten sluit aan op de minimale benodigde dekking. Vanuit het kader van dekking kan dit zonder zwaarwegende consequenties gebeuren. Hiermee zijn overwegingen in het kader van maatschappelijke functie, paraatheid van de posten, rol in interregionaal verband en totale slagkracht van de regio niet meegewogen. De voorgestelde sluiting van 8 posten levert onderstaande beeld op van de dekking in de regio. Het leidt tot een gemiddeld dekkingspercentage in avond, nacht, weekend van 70,2%. De dagsituatie blijft onveranderd ten opzichte van het vorige scenario. Overschrijding ANW minimale scenario 49

50 6.2.2 Vormen van paraatheid Om het minimale scenario vorm te geven, wordt voorgesteld tot het doorvoeren van een wijziging in de beroepspost in Purmerend. De mogelijke wijzigingen hierbij zijn beperkt, gezien de zwaarwegende rol die deze dienst speelt in de dekking in Purmerend. De projectgroep ziet als enige mogelijkheid, binnen het kader van veilige hulpverlening, het terugbrengen van de 24-uursdienst gedurende avond/nacht/weekend tot een zogenaamd hybride model, waarbij de ploeg voor de helft door beroepspersoneel gevormd wordt en voor de helft door vrijwillig gekazerneerd personeel. Dit betreft de bezetting van de eerste tankautospuit (TSflex), de tweede tankautospuit blijft (conform huidige situatie) bemenst door vrijwilligers (vrije instroom profiel) Spreiding van voertuigen Met het sluiten van vier extra posten, neemt ook het totale bestand van voertuigen af met vier tankautospuiten. In vergelijking tot het vorige scenario, betekent dit dat er 1 TS-4 in de regio zal staan, in plaats van de eerder genoemde 5 (afname van vier posten leidt tot afname vier TS-4). Het aantal TSflex blijft in totaal gelijk. Op basis van de in verwoorde afwegingen is het in het kader van de noodzakelijke operationele slagkracht niet verantwoord om met minder TSflex te werken. 50

Regionaal Repressief Dekkingsplan Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat

Regionaal Repressief Dekkingsplan Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat Regionaal Repressief Dekkingsplan 2016-2020 Betrouwbare en betaalbare brandweerzorg op maat 1 Inhoudsopgave 0. Bestuurlijke samenvatting... 3 1. Uitgangspunten... 4 1.1 Bestuurlijke uitgangspunten... 4

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan

Veiligheidszorg op Maat. Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat Samen naar een nieuw dekkingsplan Veiligheidszorg op Maat In deze brochure staan de bestuurlijke uitgangspunten voor het nog op te stellen dekkingsplan veiligheidszorg, waarover

Nadere informatie

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden

MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden MOED brandweer VNOG T.b.v. de 22 gemeenteraden ü Aanleiding MOED ü Algemene informatie brandweer in de veiligheidsregio ü Inhoud MOED ü Samenvatting uitspraken algemeen bestuur 1. Aanleiding MOED De wereld

Nadere informatie

Regie op vernieuwde repressie

Regie op vernieuwde repressie Regie op vernieuwde repressie Op weg naar 2015 en verder. Opgesteld door: Versiebeheer Paul Weyling 1.0. 22-12-2012 Lucas de Lange Lucien Groenewegen Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Toekomstperspectief

Nadere informatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie

Veiligheidszorg op Maat. op Maat. Documenthistorie en verspreiding. Goedkeuring: Versie Documentinformatie Versie 1.0 06-10-2011 Veiligheidszorg op Maat Plateau 1: Proces Veiligheidszorg op Maat De aanleiding en de beschrijving van het proces om te komen tot een nieuw Dekkingsplan (Dekkingplan 2.0) voor de

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Presentatie voor het Algemeen Bestuur op 20 mei 2016 Dekkingsplan Brandrisicoprofiel Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens

Nadere informatie

Ferwert, 28 mei 2013.

Ferwert, 28 mei 2013. AAN: de raad van de gemeente Ferwerderadiel Sector : I Nr. : 15/36.13 Onderwerp : Brandrisicoprofiel Veiligheidsregio Fryslân Ferwert, 28 mei 2013. 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio

Nadere informatie

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad

Concept-raadsvoorstel. Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân. Aan: de Raad Concept-raadsvoorstel Plaats X, Datum X Onderwerp: Brandrisicoprofiel veiligheidsregio Fryslân Aan: de Raad 1. Inleiding Op 1 oktober 2010 is de Wet veiligheidsregio s (Wvr) met het daaraan gekoppelde

Nadere informatie

RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4

RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4 RAPPORTAGE DEKKINGSPLAN VERSIE 0.4 [vul hier een korte uitleg in zoals: In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland- Midden een visie op basisbrandweerzorg

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan. Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur

Algemeen bestuur. Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan. Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur Algemeen bestuur Onderwerp: Bestuurlijke richting Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan Behandelwijze Portefeuillehouder Auteur Bijlagen Ter meningsvorming Burgemeester De Zwart-Bloch Frank van der Meer,

Nadere informatie

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn.

Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Belangrijkste informatie Het dekkingsplan is een wettelijk verplicht plan dat aangeeft hoe snel de brandweer na de melding van een brand bij een object kan zijn. Het bestuur van de VRK zet kanttekeningen

Nadere informatie

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval.

Vragen D66 Het lijkt D66 belangrijk dat er keuzemogelijkheden zijn. Dat lijkt nu niet het geval. TECHNISCHE VRAGEN Onderwerp : Brandweer Hollands Midden, raad 16 juni 2014 Vraagsteller: verschillende fracties Datum : 6 juni 2014 COMMISSIEADVIES Behandeld in commissievergadering: BM 2 juni 2014 Raadsvergadering

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon adres

Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon  adres Agendapunt 15 Aan Algemeen bestuur Kopie aan Datum 25-05-2018 Onderwerp Inrichting repressieve brandweerzorg: landelijk beeld en regiobeeld Telefoon E-mailadres Memo Inleiding De Inspectie Justitie en

Nadere informatie

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe

Begroting 2015. V Ą Vėiligheidsregio. ^ Drenthe Begroting 215 V Ą Vėiligheidsregio ^ Drenthe VOORWOORD Dit is d e t w e e d e b e g r o t i n g v a n V e i l i g h e i d s r e g i o D r e n t h e ( V R D ). Hierin is h e t v o l i e d i g e b u d g

Nadere informatie

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer

Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Onderwerp Consultatie incidentrisicoprofiel en dekkingsplan brandweer Portefeuillehouder van der Zwan Datum collegebesluit 1 maart 2016 Opsteller H. Tanja Registratie GF16.20022 Agendapunt 14 Voorstel

Nadere informatie

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT

VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT VISIE UITRUK OP MAAT DEFINITIEF CONCEPT In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie Uitruk op maat ontwikkeld. Landelijk wordt de term

Nadere informatie

In het vormgeven van deze hoofdpunten uit de visie heeft de brandweer flinke stappen gezet:

In het vormgeven van deze hoofdpunten uit de visie heeft de brandweer flinke stappen gezet: Agendapunt 4 Van Dagelijks Bestuur Aan Algemeen Bestuur Kopie aan Datum 08-03-2016 Onderwerp Voortgangsrapportage brandweer Telefoon E-mailadres Memo Voortgangsrapportage Brandweer Inleiding De brandweer

Nadere informatie

Presentatie voorstellen AB MOED

Presentatie voorstellen AB MOED Presentatie voorstellen AB MOED 16 oktober 2014 Filmpje toekomstige brandweer dia 1 openingsdia Visieplaat MOED dia 2: Doel van de presentatie 1. Voorstellen MOED met raad delen vóór het AB van 30 oktober.

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang

Brandweerzorg in samenhang Brandweerzorg in samenhang Wettelijk kader Art. 14 Wet Vr: het bestuur van een veiligheidsregio stelt minimaal eens per 4 jaar een beleidsplan vast, waarin ten minste de operationele prestaties van de

Nadere informatie

KADER PARAATHEID. Colofon. Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2

KADER PARAATHEID. Colofon. Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2 KADER PARAATHEID Colofon Sector: Brandweer Auteur(s): Pamela Meijs Datum: 13 maart 2019 Versienummer: 1.1 Status: Vastgesteld in het BMT van 13 maart 2019 Aantal bijlagen: 2 Paraatheid is een speerpunt

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 11. Portefeuillehouder: de heer Swillens VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 11 Datum: 17-10-11 Contactpersoon: P. van der Vlist en A.M. Buitink Telefoon: 030 240 4462/ 2404551 E-mail: p.van.der.vlist@vru.nl; a.buitink@vru.nl

Nadere informatie

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ

Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage. Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Presentaties -Brandweerzorgplan -Organisatieontwikkeling -Financiële bijdrage Burgemeester Manager brandweer Financieel adviseur VRGZ Agenda Brandweerzorgplan Manager brandweer Organisatieontwikkeling

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemstede -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemstede - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Heemstede - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Veiligheidregio Haaglanden Brandweer Haaglanden Bijlage 5.3 C O N C E P T R A A D S V O O R S T E L Brandweer Haaglanden Bestuurlijke aansturing en Contouren brandweerorganisatie

Nadere informatie

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden

Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitskader uitruk- en opkomsttijden Regionale Brandweer Haaglanden Kwaliteitseisen voor de uitruk en opkomst van brandweereenheden in de Veiligheidsregio Haaglanden Bureau Operationele Voorbereiding

Nadere informatie

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 0 0 Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Datum vergadering: 9 december 2016 Onderwerp: Kaderbrief 2018 Nummer: Naam steller: A16.08.4b J. Rozendal / H. Bleeker / S. Keukens

Nadere informatie

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.:

Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: Preadvies Portefeuillehouder : W.C. Luijendijk Datum collegebesluit : 24 mei 2011 Corr. nr.: 2011.06430 Onderwerp : Voorstel om met instemming kennis te nemen van het brandrisicoprofiel en dekkings- en

Nadere informatie

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel GEMEENTE SCHERPENZEEL Raadsvoorstel Datum voorstel : 29 april 2015 Raadsvergadering :? Agendapunt :? Bijlage(n) : 1 Kenmerk :? Portefeuille : Burgemeester B. Visser Behandeld door Naam : L.W.H. Rebel E-mail

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader

Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. Toetsingskader Inrichting repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio Toetsingskader 1 Inleiding 3 2 Toetsingskader 4 2.1 Opkomsttijden 4 2.2 Samenstelling van basisbrandweereenheden 7 2.3 Beschikbaarheid van

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/000619

RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/000619 RAADSVOORSTEL BIJ ZAAKNUMMER: AST/2015/000619 Onderwerp: Toekomstvisie brandweerzorg, 1e wijziging begroting VRBZO 2015 en Dekkingsplan 2014 Bijlage(n): Vergadering van: Agendanummer: p.h.: div. 3 maart

Nadere informatie

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013

Nieuwe koersen. Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving. Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013 Nieuwe koersen Veiligheidsregio Brabant Noord in een veranderende omgeving Themabijeenkomst raden Land van Cuijk 16 januari 2013 Koerswijziging/bezuinigingen Aansluiten bij nieuwe wetgeving en taakopvattingen

Nadere informatie

Bestuursvoorstel. Maatwerk in Brandweerzorg

Bestuursvoorstel. Maatwerk in Brandweerzorg Bestuursvoorstel Onderwerp Status Maatwerk in Brandweerzorg Besluitvormend Gevraagd besluit 1. In te stemmen met de rapportage Maatwerk in Brandweerzorg 3.0; 2. De rapportage Maatwerk in Brandweerzorg

Nadere informatie

Notitie bestuurlijke keuzes. Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan in relatie tot Doorontwikkeling Repressie

Notitie bestuurlijke keuzes. Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan in relatie tot Doorontwikkeling Repressie Notitie bestuurlijke keuzes Brandrisicoprofiel en Dekkingsplan in relatie tot Doorontwikkeling Repressie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Proces tot nu... 3 1.3 Leeswijzer... 3 2

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief. AAN: raadsleden gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang

Raadsinformatiebrief. AAN: raadsleden gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang Secretariaat veiligheidsregio AAN: raadsleden gemeenten Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang Postbus 150 1500 ED Zaandam Telefoon 075-681

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Bloemendaal -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Bloemendaal - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Bloemendaal - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015

Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015 Commissie Bestuurlijke aangelegenheden en middelen Gemeenteraad Noordwijkerhout 28 mei 2015 Henk Meijer Regionaal commandant Inleiding Doel van onze aanwezigheid in uw raad. Het is en blijft ook uw brandweer.

Nadere informatie

Plateau 3: Procesgang plateau 3

Plateau 3: Procesgang plateau 3 Veiligheidszorg op Maat Plateau 3: Procesgang plateau 3 Pagina 1 van 12 Documentinformatie Versie 1.0 : 10 juni 2013 Status : Definitief Doelstelling : voor AB ter besluitvorming Opdrachtgever : Rob Frek

Nadere informatie

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 15 januari 2004 No: 5.4/260204 Onderwerp: Verordening brandveiligheid en hulpverlening De Raad van de gemeente Noordenveld; - gelet op artikel 1, tweede lid, en artikel 12 van de brandweerwet 1985 - gelet op artikel 8,

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Beverwijk -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Beverwijk - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Beverwijk - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998

Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Verordening brandveiligheid en hulpverlening Coevorden 1998 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie gemeente Coevorden Officiële naam regeling Verordening brandveiligheid

Nadere informatie

Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept. Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0

Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept. Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0 Datum: 18 november 2015 Versie: 0.6 Status: concept Plan van Aanpak Project Dekkingsplan 2.0 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en achtergrond... 3 2. Opdrachten... 6 2.1. Opdracht 1: afhechten dekkingsplan 1.0...

Nadere informatie

VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie

VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie VISIE BASISBRANDWEERZORG DEFINITIEF CONCEPT 18 SEPT. In het kader van het project Doorontwikkeling Repressieve Organisatie heeft Brandweer Gelderland-Midden een visie op basisbrandweerzorg ontwikkeld.

Nadere informatie

Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen.

Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen. Lokaal pakket brandweerzorg Dienstenboek brandweer Maas en Waal voor de gemeente Beuningen Inzicht in de activiteiten die brandweer Maas en Waal verricht voor de gemeente Beuningen. Bijlage bij de dienstverleningsovereenkomst

Nadere informatie

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen. Brandweerzorg in samenhang

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen. Brandweerzorg in samenhang Agendapunt 5 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen Vergadering 8 juli 2016 Brandweerzorg in samenhang De operationele prestaties van de brandweer worden door de wetgever gemeten aan de hand van de

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Zandvoort -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Zandvoort - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Zandvoort - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

DE BRANDWEER IN FRYSLÂN

DE BRANDWEER IN FRYSLÂN DE BRANDWEER IN FRYSLÂN Raadsinformatieavond Dantumadiel Dongeradeel Ferwerderadiel Kollumerland c.a. 1 mei 2017 Sinds 2014 onderdeel van Veiligheidsregio Fryslân Samen met: 1.200 vrijwilligers en 182

Nadere informatie

Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht

Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht Advies wijziging infrastructuur Olst Effecten in beeld gebracht Documentgegevens Nr. Datum Verspreid aan 0.1 19-4-2017 Arne Poirot (clustercommandant) 0.2 3-5-2017 Rudy Bongertman (ploegleider Olst) 0.3

Nadere informatie

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Datum vergadering: 8 december 2017 Onderwerp: Kaderbrief 2019 Nummer: Naam Steller: A17.06.5b J. Rozendal / H. Bleeker / S. Keukens

Nadere informatie

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost

Uitruk op Maat. In deze uitgave. Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant. Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Uitruk op Maat Veiligheidsregio Brabant-Zuidoost Nieuwsbrief 1 november 2010 In deze uitgave Project Uitruk op Maat van start in veiligheidsregio Zuidoost-Brabant 2 3 Aanleiding van het project Uitruk

Nadere informatie

Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden

Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden pagina 1 van 5 Ga naar content Brandweer pleit voor realistische wetgeving opkomsttijden Nederland 23 mei 2018 Vandaag verscheen het rapport Inrichting repressieve brandweerzorg van de Inspectie Justitie

Nadere informatie

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD Presentatie: algemene toelichting Inhoud presentatie: Dekkingsplan Regionale Brandweer Brabant Noord Inspectierapport Ter Plaatse Hoe nu verder? Dekkingsplan:

Nadere informatie

Overstag! Datum: 3 april Versie: 1.1. Op naar een nieuwe structuur voor de brandweerorganisatie in Haaglanden.

Overstag! Datum: 3 april Versie: 1.1. Op naar een nieuwe structuur voor de brandweerorganisatie in Haaglanden. Overstag! Op naar een nieuwe structuur voor de brandweerorganisatie in Haaglanden. Datum: 3 april 2012 Status: Concept Versie: 1.1 1 Inhoud Inleiding... 3 Vertrekpunt... 4 Uitgangspunten nieuwe organisatie...

Nadere informatie

Rotterdam-Rijnmond. NVBR bijeenkomst 07.03.12. Jan Boonekamp

Rotterdam-Rijnmond. NVBR bijeenkomst 07.03.12. Jan Boonekamp Rotterdam-Rijnmond NVBR bijeenkomst 07.03.12 Jan Boonekamp Hoe het begon. Maart 2009 Uitgangspunten: - RR was sedert 1 januari 2008 geregionaliseerd - We waren klaar om onze organisatie verder te ontwikkelen

Nadere informatie

Raadsinformatieavond. Utrecht. VRU-ontwikkelingen

Raadsinformatieavond. Utrecht. VRU-ontwikkelingen Raadsinformatieavond Utrecht VRU-ontwikkelingen Peter Bos Hulp op straat Partijen bijeen brengen Slagkracht RB en CB Advies en toezicht fysieke veiligheid Wat ligt voor ter consultatie? 1. Visie op de

Nadere informatie

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland

Plan van aanpak. nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland nulmeting brandweerzorg Caribisch Nederland 1 Aanleiding 3 2 Onderzoeksopzet 4 3 Communicatie 8 Bijlage I Afkortingen 9 2 1 Caribisch Nederland kent één brandweerkorps, het brandweerkorps Caribisch Nederland

Nadere informatie

Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I. Aan de gemeenteraad. Roden, 10 april 2013. Bask*

Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I. Aan de gemeenteraad. Roden, 10 april 2013. Bask* Aan de gemeenteraad Roden, 10 april 2013 G E M E E N T E t N O O R D E N V E L D Agendapunt: 6.2/17042013 Documentor.: RV12.0825 Raad d.d. I Bask* Onderwerp Experiment "Met de post Peize naar de brandweer

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 11 - Zaanstreek-Waterland

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 11 - Zaanstreek-Waterland Inrichting repressieve brandweerzorg 1 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3 1.1 Opkomsttijden 4 1.2 Samenstelling basisbrandweereenheden 6 1.3 Beschikbaarheid personeel 8 2 Inleiding 10 2.1 Inrichting

Nadere informatie

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze

Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen / advies zienswijze Onderwerp Brandweerzorg in samenhang en Regionaal Dekkingsplan Veiligheidsregio Groningen 2016-2020/ advies zienswijze Steller J. de Vegt De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon

Nadere informatie

M E M O. Dekkingsplan Brandweer Twente. 1. Inleiding

M E M O. Dekkingsplan Brandweer Twente. 1. Inleiding Aan Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Twente Van Brandweer Twente Datum 1 maart 2015 Onderwerp Dekkingsplan Brandweer Twente Dekkingsplan Brandweer Twente 1. Inleiding M E M O In de Wet op de Veiligheidsregio

Nadere informatie

AGENDAPUNT 2015.02.16/08

AGENDAPUNT 2015.02.16/08 AGENDAPUNT 2015.02.16/08 Voorstel voor de vergadering van: het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: AED Mevrouw mr. R.G. Westerlaken-Loos en de

Nadere informatie

Beantwoording zienswijzen op dekkingsplan en visies brandweer Venlo, april 2014

Beantwoording zienswijzen op dekkingsplan en visies brandweer Venlo, april 2014 Beantwoording zienswijzen op dekkingsplan en visies brandweer Venlo, april 2014 Inleiding Het algemeen bestuur heeft in oktober 2013 de ontwerpvisie brandweervrijwilligers, de ontwerpvisie repressie en

Nadere informatie

b Anders, namelijk: op verzoek van bestuurlijke werkgroep toekomstvisie gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3

b Anders, namelijk: op verzoek van bestuurlijke werkgroep toekomstvisie gemeente Eindhoven Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3 gemeente Eindhoven Inboeknummer 14bst00846 Dossiernummer 14.21.104 20 mei 2014 Raadsinformatiebrief Betreft Toekomstvisie Brandweerzorg 3 Inleiding Sinds het najaar van 2013 werkt in opdracht van het Algemeen

Nadere informatie

Bestuurssamenvatting programmabegroting 2019 en meerjarenraming

Bestuurssamenvatting programmabegroting 2019 en meerjarenraming Bestuurssamenvatting programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020-2022 Bestuurssamenvatting programmabegroting 2019 1 Inleiding Voor u liggen de programmabegroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022.

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 575 442 Agendapunt: - ONDERWERP

Doorkiesnummer : (0495) 575 442 Agendapunt: - ONDERWERP Lemmen, Ton CS S0CS RAD: RAD140212 2014-02-12T00:00:00+01:00 BW: BW140107 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 12 februari 2014 Portefeuillehouder : A.A.M.M. Heijmans Behandelend ambtenaar

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Velsen -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Velsen - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Velsen - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

In de beantwoording hieronder is de indeling van de brief van de VBV aangehouden.

In de beantwoording hieronder is de indeling van de brief van de VBV aangehouden. In deze factsheet wordt puntsgewijs ingegaan op de diverse onderwerpen welke door de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) in hun schrijven van 7 juli 2015 zijn aangedragen ten aanzien van het project

Nadere informatie

Werkexemplaar AB 5 juli 2013 Dekkingsplan Brandweer Limburg-Noord. Versie 1.06, datum: 1 juli 2013

Werkexemplaar AB 5 juli 2013 Dekkingsplan Brandweer Limburg-Noord. Versie 1.06, datum: 1 juli 2013 Werkexemplaar AB 5 juli 2013 Dekkingsplan Brandweer Limburg-Noord Versie 1.06, datum: 1 juli 2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 1.1 Wat is een dekkingsplan?... 1 1.2 De opbouw van de opkomsttijden...

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4

RAADSVOORSTEL. COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4 RAADSVOORSTEL COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN EN CONTROL d.d. 29 augustus 2013 AGENDANUMMER:4 Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering de dato: Voorgenomen besluit Regionalisering Brandweerzorg Agendanummer: p.h.:

Nadere informatie

Quickscan naar de Brandweerzorg in Zeeland

Quickscan naar de Brandweerzorg in Zeeland Quickscan naar de Brandweerzorg in Zeeland 1 Inleiding Het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Zeeland (VRZ) heeft op 9 juli 2015 ingestemd met de in het project Maatwerk in Brandweerzorg (MiB) geformuleerde

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemskerk -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Heemskerk - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Heemskerk - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

samenwerkingsovereenkomst

samenwerkingsovereenkomst samenwerkingsovereenkomst Interregionale samenwerking op het gebied van basisbrandweerzorg VRGZ - VRZHZ DE ONDERGETEKENDEN: 1. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, gevestigd te Nijmegen, hierbij rechtsgeldig

Nadere informatie

Van. H. Beenakker Aan. Algemeen Bestuur Kopie aan Datum Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon adres. Memo. Geachte burgemeesters,

Van. H. Beenakker Aan. Algemeen Bestuur Kopie aan Datum Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon  adres. Memo. Geachte burgemeesters, Van H. Beenakker Aan Algemeen Bestuur Kopie aan Datum 03-04-2017 Onderwerp Brandweerbrief 2016 Telefoon E-mailadres Memo Geachte burgemeesters, Met deze eerste regionale brandweerbrief wil de brandweer

Nadere informatie

Checklijsten Stappenplan Brandveiligheidsanalyse borging

Checklijsten Stappenplan Brandveiligheidsanalyse borging Checklijsten Stappenplan Brandveiligheidsanalyse borging Het borgen van de brandveiligheidsanalyse is een actie die minimaal eenmaal per jaar moet terugkeren. Het doel van deze borging is dat de reeds

Nadere informatie

Versie: definitief. Projectplan doorontwikkeling repressieve organisatie brandweer Gelderland-Midden

Versie: definitief. Projectplan doorontwikkeling repressieve organisatie brandweer Gelderland-Midden Versie: definitief Projectplan doorontwikkeling repressieve organisatie brandweer Gelderland-Midden Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding en achtergrond... 3 2. Projectdefinitie... 4 2.1 ambitie...

Nadere informatie

Gemeenteraad Gooise Meren

Gemeenteraad Gooise Meren raad Gooise Meren Informatieve vragen van feitelijke/technische aard (in plaats van telefonisch contact) Van : Eijpe en Mastenbroek / CDA Datum indiening : 22-01-2016 Betreft : Aantal en verloop brandweervrijwilligers

Nadere informatie

Historie en politiek-bestuurlijke context. Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad,

Historie en politiek-bestuurlijke context. Aan de Gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de Raad, Ingekomen stuk D12 (PA 18 januari 2012) Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon 14024 Telefax (024) 323 59 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500

Nadere informatie

Gemeente in Bergen op Zoom

Gemeente in Bergen op Zoom Gemeente in Bergen op Zoom RMD06-0117 Datum Van Aan Kopie aan Onderwerp 14 december 2006 Het college van B&W De raads- en duoburgerleden Toekomst Brandweer Bergen op Zoom en Roosendaal Nr.: 06-115 Mededeling

Nadere informatie

Samenwerken aan Brandveiligheid

Samenwerken aan Brandveiligheid Gemeente Leiderdorp Gemeente Leiderdorp Wie zijn wij als Brandweer Hollands Midden? Wat mag u van ons verwachten en hoe zijn we aan elkaar verbonden? Samenwerken aan Brandveiligheid Missie Brandweer Hollands

Nadere informatie

Plateau 3: Opkomsttijden en de Wet Veiligheidsregio s

Plateau 3: Opkomsttijden en de Wet Veiligheidsregio s Versie 1.0 10-06-13 Veiligheidszorg op Maat Plateau 3: Opkomsttijden en de Wet Veiligheidsregio s Pagina 1 van 17 Documentinformatie Versie 1.0 : 10 juni 2013 Status : Definitief Doelstelling : voor AB

Nadere informatie

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding

Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding CVDR Officiële uitgave van Leek. Nr. CVDR54284_1 1 juni 2016 Verordening brandveilidheid en brandweerzorg en rampenbestrijding De raad van de gemeente Leek; gelet op: - artikel 1, tweede lid, artikel 12

Nadere informatie

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Haarlem -

Geactualiseerd repressief dekkingsplan Gemeente Haarlem - Geactualiseerd repressief dekkingsplan 2017-2018 - Gemeente Haarlem - Overzicht van de gemeentelijke dekking, de mate en de locatie van overschrijdingen. Sector : Preparatie & Nazorg Team : Operationele

Nadere informatie

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s)

Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) 31 117 Bepalingen over de brandweerzorg, de rampenbestrijding, de crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening (Wet veiligheidsregio s) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 10 juli

Nadere informatie

MEMO. Datum : 17 december 2013 Onderwerp : Notitie stand van zaken betreffende de brandweer van Langedijk

MEMO. Datum : 17 december 2013 Onderwerp : Notitie stand van zaken betreffende de brandweer van Langedijk MEMO Aan : De gemeenteraad Afdeling : - Van : College van B&W Afdeling : - Datum : 17 december 2013 Onderwerp : Notitie stand van zaken betreffende de brandweer van Langedijk Inleiding Deze notitie is

Nadere informatie

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie,

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie, Tweede Kamer der Staten-Generaal Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie Postbus 20018 2500 EA Den Haag Datum : 3 december 2014 Onderwerp : Landelijk kader uitruk op maat Geachte

Nadere informatie

MOED. Een toekomstbestendige brandweer VNOG

MOED. Een toekomstbestendige brandweer VNOG MOED Een toekomstbestendige brandweer VNOG AB 3 juli 2014 1 Inhoudsopgave Opdracht en uitgangspunten Waarom MOED? Daarom! Hoe dan MOED? Visie in beeld Voorstellen zonder organisatiewijziging Voorstellen

Nadere informatie

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON

Algemeen Bestuur. Veiligheidsregio Groningen. Agendapunt 6. 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Agendapunt 6 Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Groningen 3 juli 2015 ONTWIKKELINGEN BON Inleiding Zoals bekend is in 2014 een noordelijke Stuurgroep ingesteld met het oog op de huidige en toekomstige organisatie

Nadere informatie

Oplegnotitie ophalen zienswijzen gemeenteraden: Samenhang dekkingsplan, Visies Repressie en Vrijwilligers en informatie Brandveilig Leven

Oplegnotitie ophalen zienswijzen gemeenteraden: Samenhang dekkingsplan, Visies Repressie en Vrijwilligers en informatie Brandveilig Leven Oplegnotitie ophalen zienswijzen gemeenteraden: Samenhang dekkingsplan, Visies Repressie en Vrijwilligers en informatie Brandveilig Leven 1. Inleiding Het algemeen bestuur heeft in 2011 de Visie brandweerzorg

Nadere informatie

De nieuwe Brandweer Hollands Midden

De nieuwe Brandweer Hollands Midden De nieuwe Brandweer Hollands Midden Bijeenkomst gemeentebesturen (Leiden, 8 oktober 2010) Henk Meijer Regionaal Commandant Korte terugblik Discussie over regionalisering brandweer ruim 5 jaar geleden gestart

Nadere informatie

Ve1llghe1dsreg10 IJsselland Brandweer I GHOR I Poli!ie I Gemeenten

Ve1llghe1dsreg10 IJsselland Brandweer I GHOR I Poli!ie I Gemeenten , Ve1llghe1dsreg10 Brandweer I GHOR I Poli!ie I Gemeenten datum Dinsdag 27 maart 2018 Aan de raden van de deelnemende gemeenten in Veiligheidsregio i.a.a. burgemeesters, gemeentesecretarissen, financieel

Nadere informatie

AGENDAPUNT /07

AGENDAPUNT /07 AGENDAPUNT 2015.02.16/07 Voorstel voor de vergadering: Het algemeen bestuur Datum vergadering: 16 februari 2015 Onderwerp: Portefeuillehouder: Indiener: Variabele voertuigbezetting De heer Molkenboer De

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, (t.a.v. AA. Venema) Vergadering: Agendanummer: 9 Status: Opiniërend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar A. Venema, 0595 447724 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. AA. Venema) Aan de gemeenteraad, Onderwerp:

Nadere informatie

Ontwerp- 5 e begrotingswijziging 2013

Ontwerp- 5 e begrotingswijziging 2013 Ontwerp- 5 e begrotingswijziging 2013 Inleiding Medio 2013 heeft u de 3 e begrotingswijziging 2013, met als bijlage de herziene begroting 2013, van de Veiligheidsregio Zeeland vastgesteld. Deze begroting

Nadere informatie

Inrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen

Inrichting piket Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen Bestuursvoorstel Onderwerp Status Gevraagd besluit Intrekken van eerdere besluitvorming Piketten incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (Adviseur gevaarlijke stoffen, Meetplanleider en Waarschuwings-

Nadere informatie

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen,

- het wenselijk is de voorzieningen voor brandveiligheid en hulpverlening in samenhang te treffen, VERORDENING BRANDVEILIGHEID EN HULPVERLENING BRANDWEER PARKSTAD LIMBURG 2005 Het Algemeen Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg, gelezen het voorstel van het Dagelijks Bestuur van Brandweer Parkstad Limburg,

Nadere informatie

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 22 - Brabant-Zuidoost

Inrichting repressieve brandweerzorg. Regiobeeld 22 - Brabant-Zuidoost Inrichting repressieve brandweerzorg 1 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 3 1.1 Opkomsttijden 4 1.2 Samenstelling basisbrandweereenheden 6 1.3 Beschikbaarheid personeel 8 2 Inleiding 10 2.1 Inrichting

Nadere informatie

Operationele grenzen basisbrandweerzorg

Operationele grenzen basisbrandweerzorg Operationele grenzen basisbrandweerzorg 0.05 Ter voorbereiding op de komst van de Landelijke meldkamerorganisatie Taskforce Meldkamer- Repressie Versie: 0.3 Vastgesteld TF 17 januari 2014 Colofon Het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

CONSEQUENTIES KWALITEIT BRANDWEERZORG LOCATIEKEUZE BRANDWEERKAZERNE HAREN

CONSEQUENTIES KWALITEIT BRANDWEERZORG LOCATIEKEUZE BRANDWEERKAZERNE HAREN CONSEQUENTIES KWALITEIT BRANDWEERZORG LOCATIEKEUZE BRANDWEERKAZERNE HAREN Inleiding Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren heeft in haar vergadering van 22 februari 2013 kennis

Nadere informatie

Naar een rechtvaardige en risicogerichte bijdrage van gemeenten aan de VNOG

Naar een rechtvaardige en risicogerichte bijdrage van gemeenten aan de VNOG Naar een rechtvaardige en risicogerichte bijdrage van gemeenten aan de VNOG Bijeenkomst financieel medewerkers 30 september 2015 Lieke Bruinooge, projectleider Thijs van den Broek, adviseur Inhoud Opdracht

Nadere informatie

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum

Brandweer Bedum. Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken. Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Brandweer Bedum Commissie Algemene Bestuurlijke Zaken Rapportage en voortgang van de lokale Brandweer Bedum Koos Poelma Commandant Brandweer 10 mei 2012 Programma Prestaties brandweerzorg Bedum 2011 Risico

Nadere informatie