Middenkader : mobiliteit

Transcriptie

1 Middenkader Middenkader : mobiliteit Antwerpen Brussel-Hoofdstad Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams Brabant West-Vlaanderen Commissariaat-generaal Algemene directie bestuurlijke politie Algemene directie gerechtelijke politie Algemene directie operationele ondersteuning Algemene inspectie file:///g /DSEK/InfoDoc/Tools/PolDoc/Mobilite/mob% /web/middenkader.htm[ :47:01]

2 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 1 PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1813 TEAMLEIDER - COÖRDINATOR ONTHAAL (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Coördineren van de uitvoering van de taken tussen het regiokantoor en de wijkkantoren alsook instaan voor de goede werking en de resultaten van het onthaalgebeuren binnen de regio met het oog op het bereiken van een maximale en uniforme dienstverlening in overeenstemming met de bepalingen vervat in de blauwe gids onthaal; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4: - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen de medewerkers en de leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op het stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - verstrekken van informatie met betrekking tot politionele procedures en dienstverlening met het oog op het creëren van duidelijkheid en het bereiken van een maximale klantentevredenheid; - kerntaak 8: - ondersteunen van de afdelingsleiding en de coördinatoren noodplanning en risicoanalyse bij ordediensten en evenementen met het oog op een vlot en veilig verloop van het evenement; - kerntaak 9: - toezicht houden op de correcte toepassing van het shopboek onthaal met het oog op een uniform onthaal doorheen de ganse organisatie; - kerntaak 10: - voeling behouden met alle teams die onder zijn/haar bevoegdheid ressorteren met het oog op het waken over de kwaliteit van de uitgevoerde acties, het nemen van de juiste beslissingen alsook het kunnen aansturen van medewerkers met kennis van zaken. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele kennis en vaardigheden: - algemene kennis van gerechtelijke en bestuurlijke afhandelingen; - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van de operationele werking van politie; - algemene kennis van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - algemene kennis van het territorium van de Lokale Politie ANTWERPEN. Specifieke kennis en vaardigheden:

3 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 2 - ervaring in leidinggeven. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: deelnemen aan een uitwisseling van ideeën over de courante taken; - leesvaardigheid: documenten begrijpen en gebruiken waarin uiteenlopende redeneringen worden uiteengezet omtrent informaties buiten de gebruikelijke context; - schrijfvaardigheid: documenten opstellen van uiteenlopende aard en met een verschillende graad van complexiteit maar die verband houden met de gebruikelijke context van werken; - informatieverstrekking: in een geheel van complexe en ongebruikelijke gegevens de pertinente informatie identificeren en een duidelijke en aangepaste boodschap bedenken; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: een grondige kennis bezitten van de theoretische basis die verband houdt met de functie, ze toepassen in ongebruikelijke en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: doelstellingen bepalen voor zichzelf en voor anderen in overeenstemming met de koers van de organisatie; - operationele autonomie: een werkprogramma moduleren volgens de nieuwheid en de complexiteit van de situatie door de nodige adequate handelingen toe te passen; - organisatie van het werk: aangepaste instructies geven volgens de omstandigheden van de uitvoering en de complexiteit van de activiteit in kwestie; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de opvolging van de doelstellingen van het team en het beheer van de toegekende middelen aanpassen volgens de verschillende meegemaakte situaties; - bezielen en motiveren van de groep: - de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen; - de groep te versterken; - overtuigingsvermogen: door middel van de verschillende activiteiten van de groep het belang van de gemeenschappelijke doelstelling aantonen en de instemming van de groep met deze doelstelling vergroten; - vermogen om te plannen: in complexe taken prioriteiten plannen en vastleggen en de onzekerheid in de planning kunnen integreren; - vermogen om te beslissen: - zijn besluitvorming aanpassen aan de nieuwheid en/of moeilijkheid van de meegemaakte situaties; - de onzekerheid erin kunnen integreren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Regio City. CP Kris COLLAERT, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1803 DIENSTHOOFD EVENEMENTEN (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Leiden en dragen van de verantwoordelijkheid van de dienst evenementen en instaan voor de voorbereiding, communicatie,

4 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 3 verwerking, uitvoering en evaluatie van lokale ordediensten en evenementen; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - formuleren en bijsturen van het dienstbeleid, opgemaakt in overeenstemming met het hoger beleid met het oog op het realiseren van de vooropgestelde doelstellingen en hierover op regelmatige tijdstippen rapporteren aan de afdelingschef; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over de dienst met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - aansturen, begeleiden, coachen en evalueren van de medewerkers met het oog op het verder groeien en het optimaal laten renderen van de aanwezige kennis alsook het creëren van een stimulerende, innovatieve en creatieve werkomgeving; - kerntaak 4: - spreekbuis zijn tussen medewerkers en leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op het stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 5: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met de afdelingschef met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 6: - toezien op het administratief en operationeel dossierbeheer van geplande evenementen met het oog op het verzekeren van een goede afhandeling hiervan; - kerntaak 7: - ondersteunen van de afdelingsleiding bij ordediensten met het oog op een vlot en veilig verloop van het evenement; - kerntaak 8: - vertalen van de doelstellingen van de afdeling naar het eigen bevoegdheidsdomein met het oog op het behalen van de vooropgestelde doelstellingen en cijfers met betrekking tot ordediensten, evenementen, korpsacties; - kerntaak 9: - controleren en tijdig verstrekken van gevraagde informatie en adviezen bij de opstelling en verwerking van operatieorders met het oog op een optimale behandeling van de aanvragen; - kerntaak 10: - het uitbreiden en onderhouden van een netwerk van betrouwbare partners. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet. Functionele kennis en vaardigheden: - kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - kennis van de operationele werking van politie; - kennis van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - kennis van het territorium van de Lokale Politie ANTWERPEN; - kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden. Specifieke kennis en vaardigheden: - kennis van de filosofie van de excellente politiezorg; - kennis van het concept van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - minimum 4 jaar ervaring in een leidinggevende functie bij voorkeur in een operationele omgeving. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: deelnemen aan een uitwisseling van ideeën over de courante taken; - leesvaardigheid: documenten begrijpen en gebruiken waarin uiteenlopende redeneringen worden uiteengezet omtrent informaties buiten de gebruikelijke context; - schrijfvaardigheid: documenten opstellen van uiteenlopende aard en met een verschillende graad van complexiteit maar die verband houden met de gebruikelijke context van werken; - informatieverstrekking: in een geheel van complexe en ongebruikelijke gegevens de pertinente informatie identificeren en een duidelijke en aangepaste boodschap bedenken; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein:

5 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 4 - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: een grondige kennis bezitten van de theoretische basis die verband houdt met de functie, ze toepassen in ongebruikelijke en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: doelstellingen bepalen voor zichzelf en voor anderen in overeenstemming met de koers van de organisatie; - operationele autonomie: een werkprogramma moduleren volgens de nieuwheid en de complexiteit van de situatie door de nodige adequate handelingen toe te passen; - organisatie van het werk: aangepaste instructies geven volgens de omstandigheden van de uitvoering en de complexiteit van de activiteit in kwestie; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de opvolging van de doelstellingen van het team en het beheer van de toegekende middelen aanpassen volgens de verschillende meegemaakte situaties; - bezielen en motiveren van de groep: - de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen; - de groep te versterken; - overtuigingsvermogen: door middel van de verschillende activiteiten van de groep het belang van de gemeenschappelijke doelstelling aantonen en de instemming van de groep met deze doelstelling vergroten. - vermogen om te plannen: in complexe taken prioriteiten plannen en vastleggen en de onzekerheid in de planning kunnen integreren; - vermogen om te beslissen: - zijn besluitvorming aanpassen aan de nieuwheid en/of moeilijkheid van de meegemaakte situaties; - de onzekerheid erin kunnen integreren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Oudaan te 2000 ANTWERPEN. CP Jan MICHIELS, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1805 TEAMLEIDER DOSSIERBEHEERDER EVENEMENTEN (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Ondersteunen van de teamleider in de dagelijkse werking van het team en het beheer van evenementendossiers met het oog op het verzekeren van een goede dagelijkse werking van de dienst en een vlot en veilig verloop van de evenementen; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4:

6 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 5 - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen de medewerkers en de leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op het stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - toezien op het administratief en operationeel dossierbeheer van geplande evenementen met het oog op het verzekeren van een goede afhandeling van de evenementen; - kerntaak 8: - ondersteunen van de afdelingsleiding en de coördinatoren noodplanning en risicoanalyse bij ordediensten en evenementen met het oog op een vlot en veilig verloop van het evenement; - kerntaak 9: - op administratief en operationeel vlak beheren van de dossiers van geplande evenementen met het oog op het verzekeren van een goede afhandeling van de evenementen. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele kennis en vaardigheden: - algemene kennis van gerechtelijke en bestuurlijke afhandelingen; - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van de operationele werking van politie; - algemene kennis van het genegotieerd beheer van de publieke ruimte; - algemene kennis van het territorium van de Lokale Politie ANTWERPEN. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: deelnemen aan een uitwisseling van ideeën over de courante taken; - leesvaardigheid: - uiteenlopende documenten begrijpen en gebruiken om zijn taken uit te voeren; - alle nuttige informatie inwinnen; - schrijfvaardigheid: documenten opstellen van uiteenlopende aard en met een verschillende graad van complexiteit maar die verband houden met de gebruikelijke context van werken; - informatieverstrekking: de informatie die moet overgebracht worden en afkomstig is van diverse bronnen juist identificeren en in een klare, correcte en objectieve boodschap overbrengen; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: de kennis die met de functie verband houdt uitdiepen, ze toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: zijn manier van handelen aanpassen aan de verschillende situaties waarmee men wordt geconfronteerd en dit in overeenstemming met de vastgestelde doelstellingen; - operationele autonomie: een werkprogramma toepassen dat een opeenvolging van diverse handelingen impliceert, te kiezen afhankelijk van de context van functioneren; - organisatie van het werk: aangepaste instructies geven volgens de omstandigheden van de uitvoering en de complexiteit van de activiteit in kwestie; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de opvolging van de doelstellingen van het team en het beheer van de toegekende middelen aanpassen volgens de verschillende meegemaakte situaties; - bezielen en motiveren van de groep: de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen de groep te versterken;

7 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 6 - overtuigingsvermogen: door middel van de verschillende activiteiten van de groep het belang van de gemeenschappelijke doelstelling aantonen en de instemming van de groep met deze doelstelling vergroten; - vermogen om te plannen: - in complexe taken prioriteiten plannen en vastleggen; - de onzekerheid in de planning kunnen integreren; - vermogen om te beslissen: - zijn besluitvorming aanpassen aan de nieuwheid en/of moeilijkheid van de meegemaakte situaties; - de onzekerheid erin kunnen integreren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Oudaan te 2000 ANTWERPEN. CP Jan MICHIELS, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1817 ONDERZOEKER (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Administratief en/of gerechtelijk behandelen van klachten met betrekking tot de organisatie of de politiewerking in het algemeen met het oog op een optimale werking van de politiediensten; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitvoeren van administratieve en/of gerechtelijke onderzoeken op vraag van de tuchtoverheid en het parket naar aanleiding van klachten met het oog op een objectieve waarheidsvinding en een goede werking van de politiediensten; - kerntaak 2: - zoeken naar oplossingen in het kader van de lopende dossiers met het oog op het vermijden van het herhalen van klachten en/of disfuncties; - kerntaak 3: - adviseren van de hoofdonderzoekers inzake onderrichtingen of richtlijnen met het oog op het verbeteren van de werking van de politiediensten; - kerntaak 4: - op vraag van de korpsleiding controles uitvoeren op de activiteiten van personeelsleden en gerichte toezichten uitvoeren om bepaalde disfuncties te kunnen vaststellen met het oog op het naleven van de regelgeving en beleidslijnen van de korpsleiding. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - kennis van de deontologische code; - kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - kennis van de werking van lokale overheden; - kennis van het Nederlands; - kennis van diverse softwaretoepassingen en pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - kennis van relevante wetgeving; - kennis van politietoepassingen; - kennis van de ambtsplichten. Functionele kennis en vaardigheden: - algemene kennis van gerechtelijke en bestuurlijke afhandelingen;

8 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 7 - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van de operationele werking van politie; - algemene kennis van recherchewerking. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: duidelijk en correct een boodschap formuleren in het raam van de courante taken; - leesvaardigheid: - uiteenlopende documenten begrijpen en gebruiken om zijn taken uit te voeren; - alle nuttige informatie inwinnen; - schrijfvaardigheid: eenvoudige documenten opstellen die verband houden met het gebruikelijke functioneren; - informatieverstrekking: de informatie die moet overgebracht worden en afkomstig is van diverse bronnen juist identificeren en in een klare, correcte en objectieve boodschap overbrengen; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: het domein van functioneren situeren in de structuur, er de hoofdactiviteiten van kennen; - functionele kennis: de kennis die met de functie verband houdt uitdiepen, ze toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: in zijn gebruikelijk functioneren handelen volgens de vastgestelde doelstellingen; - operationele autonomie: een werkprogramma toepassen dat een opeenvolging van diverse handelingen impliceert, te kiezen afhankelijk van de context van functioneren; - organisatie van het werk: de instructies geven die met complexe activiteiten samenhangen maar behoren tot het gebruikelijke functioneren van het team; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de verwezenlijking van de doelstellingen van het team opvolgen en de middelen beheren die in het kader van het gebruikelijke functioneren ter beschikking zijn gesteld; - bezielen en motiveren van de groep: de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen de groep te versterken; - overtuigingsvermogen: in het kader van het gebruikelijke functioneren van de groep, de groep overtuigen van het belang van de gemeenschappelijke doelstelling; - vermogen om te plannen: de courante activiteiten plannen die tot het gebruikelijke functioneren van de groep behoren; - vermogen om te beslissen: de gepaste beslissingen nemen in het kader van uiteenlopende activiteiten die tot het gebruikelijke functioneren van de dienst behoren; - impact op de omgeving: invloed hebben op de groep in zijn gebruikelijke functioneren en hem een richting geven in de door de organisatie gewenste zin. Oudaan 5 te 2000 ANTWERPEN. CP Gerry PAULUS, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1811 TEAMLEIDER - COÖRDINATOR WIJKAGENTEN (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Leiden van het team wijkagenten en coördineren van de uitvoering van de taken van de wijkagenten met het oog op het bereiken van de goede werking van het team en van een veilige en leefbare buurt voor de inwoners van de wijk; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2:

9 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 8 - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4: - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen medewerkers en leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op het stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - controleren van de kwaliteitsprincipes uitgevoerd door de wijkagenten binnen de regio met het oog op het verzekeren van een correcte uitvoering. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele vaardigheden: - algemene kennis van gerechtelijke en bestuurlijke afhandelingen; - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van de operationele werking van politie; - algemene kennis van de externe omgeving/partners. Specifieke kennis en vaardigheden: - ervaring in leidinggeven. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: duidelijk en correct een boodschap formuleren in het raam van de courante taken; - leesvaardigheid: - uiteenlopende documenten begrijpen en gebruiken om zijn taken uit te voeren; - alle nuttige informatie inwinnen; - schrijfvaardigheid: eenvoudige documenten opstellen die verband houden met het gebruikelijke functioneren; - informatieverstrekking: de informatie die moet overgebracht worden en afkomstig is van diverse bronnen juist identificeren en in een klare, correcte en objectieve boodschap overbrengen; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: een grondige kennis bezitten van de theoretische basis die verband houdt met de functie, ze toepassen in ongebruikelijke en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: doelstellingen bepalen voor zichzelf en voor anderen in overeenstemming met de koers van de organisatie; - operationele autonomie: een werkprogramma moduleren volgens de nieuwheid en de complexiteit van de situatie door de nodige adequate handelingen toe te passen; - organisatie van het werk: de instructies geven die met complexe activiteiten samenhangen maar behoren tot het gebruikelijke functioneren van het team; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de verwezenlijking van de doelstellingen van het team opvolgen en de middelen beheren die in het kader van het gebruikelijke functioneren ter beschikking zijn gesteld; - bezielen en motiveren van de groep: de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen de groep te versterken;

10 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 9 - overtuigingsvermogen: in het kader van het gebruikelijke functioneren van de groep, de groep overtuigen van het belang van de gemeenschappelijke doelstelling; - vermogen om te plannen: de courante activiteiten plannen die tot het gebruikelijke functioneren van de groep behoren; - vermogen om te beslissen: de gepaste beslissingen nemen in het kader van uiteenlopende activiteiten die tot het gebruikelijke functioneren van de dienst behoren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Regio centrum. Kenneth BROECKX, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1809 TEAMLEIDER - COÖRDINATOR WIJKAGENTEN WEST (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Leiden van het team wijkagenten en coördineren van de uitvoering van de taken van de wijkagenten met het oog op het bereiken van de goede werking van het team en van een veilige en leefbare buurt voor de inwoners van de wijk; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4: - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen medewerkers en leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - controleren van de kwaliteitsprincipes uitgevoerd door de wijkagenten binnen de regio met het oog op het verzekeren van een correcte uitvoering. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office);

11 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 10 - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele vaardigheden: - algemene kennis van gerechtelijke en bestuurlijke afhandelingen; - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van de operationele werking van politie; - algemene kennis van de externe omgeving/partners. Specifieke kennis en vaardigheden: - ervaring in leidinggeven. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: duidelijk en correct een boodschap formuleren in het raam van de courante taken; - leesvaardigheid: - uiteenlopende documenten begrijpen en gebruiken om zijn taken uit te voeren; - alle nuttige informatie inwinnen; - schrijfvaardigheid: eenvoudige documenten opstellen die verband houden met het gebruikelijke functioneren; - informatieverstrekking: de informatie die moet overgebracht worden en afkomstig is van diverse bronnen juist identificeren en in een klare, correcte en objectieve boodschap overbrengen; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: een grondige kennis bezitten van de theoretische basis die verband houdt met de functie, ze toepassen in ongebruikelijke en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: doelstellingen bepalen voor zichzelf en voor anderen in overeenstemming met de koers van de organisatie; - operationele autonomie: een werkprogramma moduleren volgens de nieuwheid en de complexiteit van de situatie door de nodige adequate handelingen toe te passen; - organisatie van het werk: de instructies geven die met complexe activiteiten samenhangen maar behoren tot het gebruikelijke functioneren van het team; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de verwezenlijking van de doelstellingen van het team opvolgen en de middelen beheren die in het kader van het gebruikelijke functioneren ter beschikking zijn gesteld; - bezielen en motiveren van de groep: de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen de groep te versterken; - overtuigingsvermogen: in het kader van het gebruikelijke functioneren van de groep, de groep overtuigen van het belang van de gemeenschappelijke doelstelling; - vermogen om te plannen: de courante activiteiten plannen die tot het gebruikelijke functioneren van de groep behoren; - vermogen om te beslissen: de gepaste beslissingen nemen in het kader van uiteenlopende activiteiten die tot het gebruikelijke functioneren van de dienst behoren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Regio west, Oudaan 5 te 2000 ANTWERPEN. Marc LAMBRECHTS, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest:

12 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 11 Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1801 TEAMLEIDER PERSONEN GEWELD (HINP) NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Leiden van een team geweld of een team diefstallen met geweld en diefstallen gewapenderhand binnen de dienst personen en coördineren van de uitvoering van de taken met het oog op het bereiken van de goede werking van het team en een maximale dienstverlening; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4: - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen medewerkers en leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - instaan voor het ontwikkelen en implementeren van projectmatige antwoorden op lokale criminaliteitsfenomenen met het oog op het proactief en structureel aanpakken van veiligheidsproblemen; - kerntaak 8: - instaan voor de algemene leiding van het eigen team en de toebedeelde rechercheonderzoeken; - verantwoordelijk zijn voor de dagelijkse werkverdeling en de eerste kwaliteits- en rechtmatigheidstoetsing van de gepleegde onderzoeksactiviteiten met het oog op het realiseren van een correcte, tijdige en objectieve uitvoering van de onderzoeksdaden; - kerntaak 9: - algemene overkoepelende ondersteuning bieden als dossierbeheerder aan de (hoofd)onderzoeker met het oog op het succesvol afhandelen van de verschillende onderzoeksdossiers; - kerntaak 10: - aansturen van afdelingsacties in hotspot- en risicogebieden alsook aanreiken van dadergerichte informatie in samenwerking met misdaadanalyse, met het oog op het realiseren van de operationele doelstellingen. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele vaardigheden: - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van gerechtelijke afhandelingen; - algemene kennis van recherchewerking;

13 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 12 - algemene kennis van de operationele werking van de politie. Specifieke kennis en vaardigheden: - ervaring in leidinggeven; - kennis van de wetgeving en ontwikkelingen inzake geweld en diefstal met geweld. Korpscompetenties: - mondeling uitdrukkingsvermogen: duidelijk en correct een boodschap formuleren in het raam van de courante taken; - leesvaardigheid: - uiteenlopende documenten begrijpen en gebruiken om zijn taken uit te voeren; - alle nuttige informatie inwinnen; - schrijfvaardigheid: eenvoudige documenten opstellen die verband houden met het gebruikelijke functioneren; - informatieverstrekking: de informatie die moet overgebracht worden en afkomstig is van diverse bronnen juist identificeren en in een klare, correcte en objectieve boodschap overbrengen; - sociale omgang hoffelijkheid: zijn persoonlijk voorkomen en houding aanpassen aan uiteenlopende situaties volgens de regels van de organisatie. Positiecompetenties: - kennis van het activiteitendomein: - zijn activiteitendomein situeren ten opzichte van de aangrenzende domeinen; - er de sleutelprocessen en de werking van kennen; - functionele kennis: een grondige kennis bezitten van de theoretische basis die verband houdt met de functie, ze toepassen in ongebruikelijke en complexe situaties; - technische kennis: de gebruikelijke technieken toepassen in uiteenlopende en complexe situaties; - actiedoelstellingen: doelstellingen bepalen voor zichzelf en voor anderen in overeenstemming met de koers van de organisatie; - operationele autonomie: een werkprogramma moduleren volgens de nieuwheid en de complexiteit van de situatie door de nodige adequate handelingen toe te passen; - organisatie van het werk: de instructies geven die met complexe activiteiten samenhangen maar behoren tot het gebruikelijke functioneren van het team; - beheer van de middelen en opvolging van de doelstellingen: de verwezenlijking van de doelstellingen van het team opvolgen en de middelen beheren die in het kader van het gebruikelijke functioneren ter beschikking zijn gesteld; - bezielen en motiveren van de groep: de spanningen en de gevoelens van tevredenheid in de groep opsporen en zijn actie dienovereenkomstig aanpassen om de samenhang en het enthousiasme binnen de groep te versterken; - overtuigingsvermogen: in het kader van het gebruikelijke functioneren van de groep, de groep overtuigen van het belang van de gemeenschappelijke doelstelling; - vermogen om te plannen: de courante activiteiten plannen die tot het gebruikelijke functioneren van de groep behoren; - vermogen om te beslissen: de gepaste beslissingen nemen in het kader van uiteenlopende activiteiten die tot het gebruikelijke functioneren van de dienst behoren; - impact op de omgeving: - invloed hebben op het functioneren van de groep; - de groep een richting geven die beantwoordt aan de diversiteit van de meegemaakte omstandigheden in samenhang met de strategie van de organisatie. Mechelsesteenweg te 2018 ANTWERPEN. CP Sonia DEBRUYNE, (Tel: 03/ ). 6. Vereiste bijzondere bekwaamheden:. 8. Samenstelling van de selectiecommissie: - Een officier van de betrokken directie als voorzitter; - een officier van het korps; - een personeelslid van het operationeel kader van een afdeling of dienst die gelijkaardig is aan die waar de kandidaat tewerk kan worden gesteld, met ten minste de graad van hoofdinspecteur; - een secretaris. 9. Kennistest: Nader te bepalen door de politiezone. PZ 5345 : ANTWERPEN ReeksNr Benaming van de functie Gespecialiseerd ambt Aantal vacatures Selectiemodaliteit(en) Opmerking(en) 1815 TEAMLEIDER VERKEERSONGEVALLENONDERZO EK, FOTO- EN SPORENTEAM NEEN 1 (5) EN (6) 1. De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven: Ops-personeel middenkader. - Leiden van het team verkeersongevallenonderzoek- en foto/sporenteam alsook verantwoordelijkheid dragen over de

14 Operationeel kader Middenkader - lokale politie provincie ANTWERPEN BIJLAGE 5 Aanhangsel 2/A/I-BLZ 13 algemene coördinatie en de uitvoering van de taken met het oog op het garanderen van een goede werking van het team alsook het bereiken van een maximale dienstverlening en klantentevredenheid; - resultaatgebieden: - kerntaak 1: - uitdenken en uitstippelen van activiteiten en taken volgens de opgelegde doelstellingen met het oog op het realiseren van het hoger beleid; - kerntaak 2: - instaan voor de dagelijkse algemene leiding over het team met het oog op een efficiënte, klantgerichte, kwalitatieve en kostenbewuste organisatie ervan; - kerntaak 3: - formuleren van voorstellen tot verbetering aan het diensthoofd met het oog op het optimaliseren van de werking van het team; - kerntaak 4: - aansturen, motiveren en evalueren van de medewerkers van het team alsook hen ondersteunen waar nodig met het oog op het optimaal benutten van competenties en het bekomen van een goed functionerend team; - kerntaak 5: - spreekbuis zijn tussen de medewerkers en de leiding en op regelmatige basis zorgen voor de nodige communicatiemomenten met de eigen medewerkers met het oog op het stimuleren van een vlotte doorstroom van informatie; - kerntaak 6: - aandacht hebben voor het welzijn van de eigen medewerkers en bij problemen deze bespreken met het diensthoofd met het oog op het gezamenlijk vinden van een oplossing om zo een optimale werkomgeving te verzekeren; - kerntaak 7: - ontwikkelen van werkmethodieken voor het onderzoek van zware verkeersongevallen en voor de exploitatie van de gegevens hieromtrent met het oog op een correcte analyse van deze ongevallen en het treffen van preventieve maatregelen; - kerntaak 8: - onderzoek uitvoeren op het terrein bij zware verkeersongevallen met het oog op het correct weergeven en analyseren van de feiten en de opmaak van het technisch verslag; - kerntaak 9: - sturing en steun geven aan de gedetacheerde leden van de Lokale Politie ANTWERPEN bij het Federaal Gerechtelijk Labo met het oog op een optimaal verloop van de gerechtelijke en politionele sporenonderzoeken conform de gemaakte afspraken; - kerntaak 10: - coördinatie van het verzorgen van beeldmateriaal tijdens ordediensten en in opdracht van gerechtelijke partners (lokale recherche,drugsonderzoeksteam, ) volgens de actuele korpsprioriteiten met het oog op het leveren van bewijsmateriaal voor vervolgbare feiten; - kerntaak 11: - toezien op de effectieve en correcte administratieve verwerking van alle vergaard bewijsmateriaal met het oog op het garanderen van een vlotte afhandeling en archivering hiervan. Kennis van het eigen en het aangrenzende activiteitendomein: - algemene kennis van de deontologische code; - algemene kennis van de lokale en federale politieorganisatie en eigen organisatie; - algemene kennis van de werking van lokale overheden; - algemene kennis van het Nederlands; - algemene kennis van diverse softwaretoepassingen en -pakketten (MS Office); - administratieve vaardigheden; - algemene kennis van relevante wetgeving; - algemene kennis van politietoepassingen; - algemene kennis van de ambtsplichten; - algemene kennis van de welzijnswet; - algemene kennis van managementprincipes- en technieken; - algemene kennis van het politiestatuut; - algemene kennis van het Nationaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het Zonaal Veiligheidsplan; - algemene kennis van het bestuursakkoord. Functionele vaardigheden: - algemene kennis van bestuurlijke politie; - algemene kennis van de werking van gerechtelijke en bestuurlijke overheden; - algemene kennis van gerechtelijke afhandelingen; - algemene kennis van de interventiewerking. Specifieke kennis en vaardigheden: - algemene kennis van CAD; - algemene kennis van de belangrijkste grafische en statistische softwarepaketten; - algemene kennis van de technische reconstructie van verkeersongevallen; - algemene kennis van de verkeerswetgeving; - algemene kennis van fotografie; - algemene kennis van mobiliteit;