UROLOGIE. Blaasspoelingen BEHANDELING

Transcriptie

1 UROLOGIE Blaasspoelingen BEHANDELING

2 U wordt verwacht op de poli/afdeling. Wij verzoeken u om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn in verband met de administratieve afhandeling. Bent u verhinderd voor de afspraak van de spoeling, bel dan tijdig de poli om te annuleren. De spoelvloeistof is namelijk erg kostbaar en zeer kort houdbaar. Afspraken: Blaasspoelingen U bent onlangs bij de uroloog geweest omdat u poliepen hebt in uw blaas. Daarvoor zult u onder andere blaasspoelingen krijgen. In deze folder kunt u nog eens rustig nalezen wat de uroloog u heeft verteld en wat u te wachten staat. Blaaspoliepen De uroloog heeft poliepen in uw blaas gevonden. Deze poliepen zijn in principe kwaadaardig. Ze groeien meestal zeer oppervlakkig in de blaas en kunnen worden verwijderd door een kleine kijkoperatie via de plasbuis. Bij meer dan 50% van de patiënten zullen na verloop van tijd nieuwe poliepen ontstaan. Deze worden soms langzaam kwaadaardiger en kunnen dan dieper in de blaaswand groeien. Daarom is het vaak niet voldoende om alleen maar de poliepen te verwijderen. Door de blaasspoelingen wordt de kans op het ontstaan van nieuwe poliepen kleiner. Er zijn verschillende geneesmiddelen die voor deze blaasspoelingen worden gebruikt. De uroloog bepaalt welk middel voor u het best is. Hierbij spelen het aantal poliepen, de aard van de poliepen, het aantal keren 1

3 dat u al eerder poliepen hebt gehad en de gegevens van het weefselonderzoek op het laboratorium een rol. Ook het aantal spoelingen kan wisselen. Vooraf kan helaas geen garantie worden gegeven of de spoelingen in uw geval op korte of lange termijn succesvol zullen zijn. Voorbereiding Binnen enkele weken na de kijkoperatie krijgt u op de poli de eerste blaasspoeling. Soms wordt een blaasspoeling gegeven direct na de kijkoperatie. Gebruik de ochtend van de blaasspoeling géén plastabletten. Drink zes uur voorafgaand aan de spoeling zo weinig mogelijk en de laatste twee uur helemaal niets. Het is dan waarschijnlijk makkelijker om de blaasspoeling minimaal 1 à 1,5 uur in de blaas te houden. De procedure Nadat u uitgeplast hebt, brengt de verpleegkundige een katheter in de blaas. Een katheter is een dun flexibel slangetje, dat via de plasbuis in de blaas wordt gebracht. Er wordt urine opgevangen voor onderzoek in het laboratorium. De verpleegkundige brengt vervolgens de spoelvloeistof (ongeveer 50 cc) in uw blaas. Daarna verwijdert zij de katheter. U moet nu proberen de vloeistof tenminste 1 à 1,5 uur in de blaas te houden. De spoeling heeft anders onvoldoende effect. U mag nu naar huis. Hier kunt u de spoelvloeistof samen met de in de blaas gevormde urine uitplassen (1 à 1,5 uur na de spoeling). Het kan zijn dat er bij het uitplassen wat lucht meekomt. Weer thuis Mannen adviseren wij de eerste keren dat zij na de spoeling naar het toilet gaan, op het toilet te gaan zitten bij het plassen. Spoel de eerste keren het toilet twee keer door (ook vrouwen) en houd het deksel van de wc hierbij gesloten. Vermijd contact tussen uw huid en uw urine. Gebruik daarom voldoende toiletpapier. Was de eerste dag uw handen en geslachtsdelen met ruim voldoende water elke keer dat u naar het toilet bent geweest. Reinig bij het morsen van urine buiten het toilet, de omgeving goed met chloor. Trekt u hierbij huishoudhandschoenen aan. U moet in elk geval het toilet schoonmaken na de eerste keer uitplassen. Ondergoed dat u hebt gedragen direct na de blaasspoeling en kleding waar urine op is gekomen, kunt u normaal wassen. Afgezien van deze huishoudelijke maatregelen en normale hygiëne hoeft u geen extra voorzorgsmaatregelen te nemen voor kinderen of volwassenen in uw omgeving. Wel raden wij u aan om op de dag van de spoeling en de dag erna geen geslachtsgemeenschap te hebben. 2

4 Bijwerkingen De meeste patiënten verdragen blaasspoelingen goed. Soms zijn er bijwerkingen, die zich meestal beperken tot klachten van de blaas. U kunt vaker het gevoel hebben dat u moet plassen en een pijnlijk gevoel hebben in uw blaasstreek en plasbuis. Ook kan het ophouden van de urine soms wat lastiger zijn. Verder is het mogelijk dat u in het begin een spoortje bloed of weefseldeeltjes uitplast. Deze verschijnselen verdwijnen vrijwel altijd binnen 24 tot 48 uur. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet u contact opnemen met de polikliniek Urologie. De uroloog kan zonodig medicijnen voorschrijven om de klachten te verminderen. Een enkele keer kan een allergische reactie ontstaan; u krijgt dan huiduitslag en jeuk aan uw handpalmen. In dat geval stoppen we direct met de spoelingen en kunnen we de volgende keren een ander soort spoeling gebruiken. Ook kan het zijn dat u zich grieperig voelt: u kunt last hebben van koorts en koude rillingen met spierpijn. Dit komt maar heel weinig voor. Als u last krijgt van deze verschijnselen, wilt u dan contact opnemen met de polikliniek Urologie voor overleg? Controle Om het effect van de spoelingen te controleren, zal de uroloog na enkele maanden een blaasonderzoek verrichten (cystoscopie). Verder wordt uw urine zo nu en dan gecontroleerd op poliepcellen en ontsteking. Als er na één jaar geen nieuwe poliepen zijn ontstaan, wordt de kans duidelijk groter dat u poliepvrij blijft. Maar ook na jaren kunnen poliepen soms opnieuw verschijnen. De uroloog zal met u bespreken hoe vaak u in de komende jaren een blaasonderzoek moet ondergaan. Mochten de blaasspoelingen niet aanslaan, dan kan vaak worden overgeschakeld op een ander type spoelvloeistof. De uroloog zal dit met u bespreken. Helaas komt het een enkele keer voor dat blaasspoelingen helemaal geen effect hebben en er nieuwe poliepen blijven ontstaan. De uroloog bespreekt in dat geval met u wat er moet gebeuren. Tot slot Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Neemt u dan gerust contact op met de poli Urologie. 3

5 Hieronder kunt u eventuele vragen opschrijven 4

6 St. Antonius Ziekenhuis T E patienteninformatie@antoniusziekenhuis.nl Spoedeisende Hulp Urologie Locaties en bezoekadressen Ziekenhuizen St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn) Poliklinieken St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern 5

7 Meer weten? Ga naar Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis URO 17/05-13