Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuurlijke aangelegenheden, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 9 juni 2015

Transcriptie

1 Onderwerp Advies / conclusie 1. Opening en vaststelling agenda 2. Huishoudelijk gedeelte Aanwezig: de heer R. van der Kruk (PvdD) de heer J.F.C. Kupers (Bedrijven) mevrouw F.J. Leenders (WN) de heer E.C. Merkens (LNE) de heer F. van Os (SGP) de heer J.G.M. Reerink (PvdA) de heer J.J.M.W. Scherrenberg (VVD) de heer A. Travaille (PvdD) de heer K.P.T. Valk (CDA) de heer J.P. Verweij (ChristenUnie) de heer R.D. Woittiez, (VVD) voorzitter (vanaf agendapunt 4) de heer P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) en voorzitter t/m agendapunt 3. de heren G.P. Beugelink, L. de Groot, B. de Jong en C.G. Jansen op de Haar (hoogheemraden) de heer C. Vos (secretaris) de heer C.A. de Vries (Rekenkamercommissie, agendapunt 4) mevrouw C.H. Schuil (lid Rekenkamercommissie, agendapunt 4) mevrouw I.L. Vos (notulist Notuleerservice Nederland) Afwezig: de heer G.J.P. Jansen (WN), de heer W.J. Kooy (WN), de heer A.E. Jansen (AWP) en de heer E. Verkaik (W@l) Opening De voorzitter opent de vergadering even na uur. Hij bedankt de heer Loots van bureau Necker van Naem voor zijn inleiding c.q. instructie, voorafgaand aan deze commissievergadering, als onderdeel van het inwerkprogramma. Een bericht van verhindering is ontvangen van de heren W. Kooy, A.E. Jansen, E. Verkaik en G.J.P. Jansen. De heer C. Vos is de nieuwe secretaris van deze commissie. Agenda De agenda wordt vastgesteld. a. Samenstelling/leden commissie, regeling commissiesecretariaat door het college De voorzitter verwijst naar de bijlage met de samenstelling van de commissie. Abusievelijk staat in de bijlage vermeld dat de heer Woittiez de fractie van Water Natuurlijk zou vertegenwoordigen. Dit moet natuurlijk VVD zijn. De vergadering neemt kennis van de samenstelling/leden van de commissie. b. Benoeming voorzitter en plaatsvervangend voorzitter De voorzitter heeft in het vorige algemeen bestuur bekendgemaakt welke vier kandidaten zouden worden voorgedragen. Zij zijn naar voren gekomen uit de consultatie van de grootste gekozen fractie voor het zoeken van commissievoorzitters en plaatsvervangend voorzitters. Een ingewikkelde stemprocedure hoeft niet te worden gevolgd. De heer Woittiez heeft zich bereid verklaard het voorzitterschap van deze commissie te continueren. De heer G.J.P. Jansen heeft zich bereid verklaard om zijn plaatsvervanger te zijn. Bij acclamatie worden de heren Woittiez en Jansen respectievelijk benoemd tot voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie Bestuur Middelen en Bestuurszaken / DM Pagina 1 van 7

2 Zuiveringsbeheer. 3. Notulen De voorzitter draagt het voorzitterschap over aan de heer Woittiez, hierna te noemen: voorzitter. De voorzitter bedankt voor het in hem gestelde vertrouwen. Uit de gedachtewisseling van hedenavond heeft de voorzitter begrepen dat het belangrijk is om, los van de technische wisselingen in deze commissie, ook te borgen dat er een goede opmaat is voor een goed politiek debat in het algemeen bestuur. De commissie wordt gevraagd de voorzitter daarop scherp te houden. a. Er zijn voor deze vergadering geen adviezen en conclusies vast te stellen b. Actiepuntenlijst met leeswijzer De secretaris en het dagelijks bestuur worden bedankt voor het opstellen van de adequate leeswijzer. Vraagt over het actiepunt 278 inzake digitale veiligheid, dat voor hedenavond op de agenda zou staan, welke nieuwe datum nu is gepland. De PvdA wil voorkomen dat het debat over veiligheid compleet losstaat van het nieuwe ICT-systeem. Het aan te schaffen systeem moet voldoen aan de veiligheidseisen. De heer Beugelink: Legt uit dat door de ICT-crash van enige tijd geleden de prioriteiten wat zijn verschoven. Het veiligheidsaspect wordt meegenomen. Medio september komt er een aparte beschouwing over de omgang met digitale veiligheid. De heer Poelmann: Vertelt dat samen met het Hoogheemraadschap Vallei en Veluwe wordt gekeken naar samenwerkingsmogelijkheden. De dijkgraven van beide waterschappen zijn voornemens een presentatie te verzorgen over de ambtelijke autoriteiten binnen beide waterschappen. Het debat over veiligheid kan niet wachten tot het bestuur eens een uitspraak doet over veiligheid. Het dagelijks bestuur moet zorg dragen voor een gedegen en veilig systeem. Het een moet niet wachten op het ander. De voorzitter constateert dat van de zijde van het dagelijks bestuur, in een vergadering van deze commissie medio september, de notitie over digitale veiligheid zal worden ingebracht. De heer Reerink en wellicht ook anderen zullen met een kritisch oog kijken naar voorstellen over informatisering. Vraagt over de publicatiewijze verleende keurvergunning en de toelichting (nummer 301 in de leeswijzer) wat wordt bedoeld. Gaat het nu goed, of wordt de werkwijze verbeterd? De aanduiding is te cryptisch voor een burger. De heer Jansen op de Haar: Veronderstelt dat de tekst zo is bedoeld dat het op dit moment goed gaat. De vraag is gesteld in de vorige bestuursperiode. De vraag wordt mee teruggenomen, waarna een antwoord volgt. 4. Stukken ter advisering (besluitvorming door AB) 4.1 Zevende onderzoeksrapport Rekenkamer commissie Sturen Voorafgaand aan de inhoudelijke bespreking geeft de voorzitter van de Rekenkamercommissie, de heer Carel de Vries, een korte presentatie over het rapport. De heer De Vries (voorzitter Rekenkamercommissie) licht toe dat de Rekenkamer een Bestuurszaken / DM Pagina 2 van 7

3 met bestuurlijke instrumenten instrument van het algemeen bestuur is. De Rekenkamercommissie wordt benoemd door het algemeen bestuur en werkt ten dienste van het algemeen bestuur. De Rekenkamercommissie is samengesteld uit mevrouw Corine Schuil als lid, de heer Kamperman als ambtelijk secretaris en de heer De Vries als voorzitter. De afgelopen jaren voerde de Rekenkamercommissie onderzoeken uit als Werkt het samen?, Digitale dienstverlening gepeild, Subsidiëring met beleid, De Keur gekeurd, De Kaderrichtlijn Water in Beeld en Communicatie: doel of middel? Het laatstgenoemde onderzoek omvatte het Watergebiedsplan Linschoterwaard. Recent is het onderzoek Sturen met bestuurlijke instrumenten afgerond door de Rekenkamercommissie. Allereerst is een documentenanalyse gemaakt. Vervolgens zijn schriftelijke vragen uitgezet onder dertig leden van het algemeen bestuur. Met de zes fracties is een rondetafelgesprek gevoerd. Vervolgens zijn er nog telefonische interviews met leden van het algemeen bestuur gehouden. De Rekenkamercommissie spreekt van een plezierige uitwisseling van informatie met leden van het algemeen bestuur. Naar aanleiding van het onderzoek kwam de Rekenkamercommissie tot de volgende conclusies. Alle beschikbare instrumenten zijn voldoende om als lid van het algemeen bestuur goed te kunnen functioneren. Oud-leden van het algemeen bestuur hebben veel waardevolle tips gegeven (zie hoofdstuk 4 van het rapport). De ambtelijke ondersteuning is goed geregeld voor het instrumentarium. Als ondersteuning plaatsvindt, wordt dat ook enorm gewaardeerd. De mate van gebruik van instrumenten is afhankelijk van de bestuurscultuur en de mogelijkheden die de coalitiepartijen bieden. Een startnotitie is vooral bij grote projecten een belangrijk instrument. Het geeft aan de voorkant van een traject de financiële en tijdskaders aan. Het delegatiebesluit is van belang om als algemeen bestuur onderwerpen te delegeren aan het dagelijks bestuur. De Rekenkamercommissie heeft de volgende aanbevelingen geformuleerd: Maak gebruik van tips en lessen van oud-leden van het algemeen bestuur. De mogelijkheid van het ontwikkelen van een app wordt nog onderzocht. In deze app zouden de tips en lessen kort samengevat op een rij kunnen worden gezet. Het is verstandig om het gebruik van startnotities bij grote projecten te continueren en voort te zetten. Neem kennis van het delegatiebesluit en houd het delegatiebesluit in 2015 tegen het licht. Verlaag de drempel voor leden van het algemeen bestuur om gebruik te maken van de ambtelijke organisatie voor het stellen van technische vragen. De ambtelijke organisatie is zeer bereid om te ondersteunen. De leden van het algemeen bestuur zijn terughoudend in het vragen van ondersteuning. Wellicht is het verstandig eens een bijeenkomst te beleggen om de mogelijkheden van ambtelijke ondersteuning nader te bespreken. De voorzitter bedankt de heer De Vries voor zijn toelichting en de beantwoording van vragen. De voorzitter verwijst naar pagina 8 van het rapport. Feitelijk zou gesproken moeten worden van het toenmalige dagelijks bestuur. Het toenmalige dagelijks bestuur heeft zich achter de aanbevelingen van het rapport gesteld. Daarmee lijkt het document rijp voor bespreking in het dagelijks bestuur. Eerste termijn De heer Verweij (CU): Verwijst naar de aanbiedingsbrief, welke is gericht aan het dagelijks bestuur en waarin wordt gevraagd om een bestuurlijke reactie. Het antwoord staat in het rapport. Een aanbiedingsbrief aan het algemeen bestuur ontbreekt, met daarin het voorstel om de conclusies te onderschrijven en de aanbevelingen over te nemen. De heer Travaille (PvdD): Spreekt zijn waardering uit over het rapport. Dit onafhankelijke onderzoek is klaar voor behandeling in het algemeen bestuur. Vraagt over pagina 4, waar de schroom om contact op te nemen met ambtenaren Bestuurszaken / DM Pagina 3 van 7

4 wordt genoemd, of het mogelijk is om een adreslijst van de betreffende ambtenaren beschikbaar te stellen. Is benieuwd naar het doel van de nog te ontwikkelen app. In het rapport worden de instrumenten uitgelegd. Wat voegt een app daar nog aan toe? Verwijst naar pagina 21, waar het nut van een startnotitie wordt onderschreven. Is het mogelijk een overzicht te geven van projecten waarvoor het komende jaar een startnotitie aan de orde kan zijn? Leest in bijlage 2 dat ondergetekende en zijn voormalig medebestuurslid Bodewitz lid zijn van de PvvD. Hij verzoekt de juiste afkorting te gebruiken voor zijn Partij voor de Dieren, te weten PvdD. De heer Van Os (SGP): Vindt het onderzoeksrapport een goede handreiking om mee aan de slag te gaan. De aanbevelingen vanuit het oude bestuur zijn interessant. Soms lijkt er sprake te zijn van tegenstrijdigheden ten aanzien van het functioneren van de commissies en het algemeen bestuur. Er wordt gesteld dat in de commissies geen debat plaatsvindt, terwijl juist het debat wordt gezocht in de commissies om richting aan te geven richting het algemeen bestuur. Kan zich goed vinden in het rapport, dat volgens de SGP rijp is voor doorgeleiding naar het algemeen bestuur. Sluit zich aan bij vorige spreker. Als deze commissie een aanbeveling wil doen, dan moet worden aangegeven hoe de commissie tegen een voorstel aankijkt. Vertelt dat de PvdA het onderzoeksrapport een goed stuk vindt. De instrumenten zijn op een rij gezet. Nieuwe, maar ook de oude bestuursleden krijgen inzicht in wat er allemaal is gebeurd. Merkt het volgende op over pagina 19, waar wordt gesproken over het collegeprogramma. Het collegeprogramma zou volgens het rapport worden opgesteld door de coalitie. Dit is onjuist. De coalitie sloot een coalitieakkoord. Daarin zijn de ambities van de coalitie vastgelegd. Het is nog wat vaag en abstract. Het college zou daar een collegeprogramma bij maken. De terminologie moet op de juiste manier worden gehanteerd, anders wordt verwarring gewekt. De heer Kupers (LNE): Vraagt aandacht voor het instromen van nieuwe bestuursleden. Bij zijn aantreding miste hij een inwerkprogramma. Doet de suggestie om na een jaar met elkaar de balans op te maken om te beoordelen of de commissies en het algemeen bestuur nog beter kunnen functioneren. Mevrouw Leenders (WN): Neemt kennis van het rapport. Het is interessant om te lezen. De vraagstelling is adequaat beantwoord. De aanbevelingen worden overgenomen door het dagelijks bestuur. Vraagt zich af wanneer gesproken wordt van een bestuurlijk instrument. Hoe kunnen dusdanige voorstellen worden gemaakt dat deze eenvoudig leesbaar zijn, dat duidelijk is wat de beslispunten zijn en de voor- en tegenargumenten? Mevrouw Leenders zou dit ook als aanbeveling willen meenemen. Het draagt bij aan de kwaliteit van de besluitvorming. De heer De Vries (voorzitter Rekenkamercommissie): Beaamt dat de aanbiedingsbrief is gericht aan het dagelijks bestuur, met een verzoek om een bestuurlijke reactie. Volgens het protocol wordt de bestuurlijke reactie integraal opgenomen in het rapport (zie pagina 7). Het is gebruikelijk om ook een aanbiedingsbrief aan het algemeen bestuur te richten. De heer De Vries is in de veronderstelling dat deze brief wordt opgesteld door de heer Vos. De Rekenkamer zal een voorstel voor een aanbiedingsbrief aanleveren bij de heer Vos, waarna de heer Vos de brief ordentelijk doorzet naar het algemeen bestuur. Zegt over het debat in de commissies en het dagelijks bestuur dat daarover nog Bestuurszaken / DM Pagina 4 van 7

5 een discussie wordt gevoerd in het algemeen bestuur. Begrijpt de begripsverwarring op pagina 19. Vindt de suggestie van de heer Kupers een goede. Als tussentijds bestuursleden terugtreden en er een vervanger komt, dan is het op dat moment ook belangrijk om een inwerkprogramma aan te bieden. Dat is noodzakelijk om een snelle start te kunnen maken. Vertelt dat in het rapport nader is ingegaan op de vraag wat een goed bestuurlijk instrument is. Daarbij valt te denken aan een startnotitie. Mevrouw Schuil (lid Rekenkamercommissie): Legt uit dat nog nader wordt onderzocht of het ontwikkelen van een app nuttig en financieel haalbaar is. Alle bestuursleden werken volledig digitaal. Om daarbij aan te sluiten, lijkt het handig om compacte informatie in een app te zetten, met daarbij de nodige formulieren. De app heeft een faciliterende en ondersteunde functie. Vertelt dat het nut van de startnotitie staat beschreven. De vraag over de projecten waarvoor dit jaar een startnotitie zal worden opgesteld dient beantwoord te worden door het dagelijks bestuur. Een project als het opstellen van een gebiedsplan is uitermate geschikt voor het opstellen van een startnotitie. Interpreteert de vraag van mevrouw Leenders breder dan alleen het voorstel van het algemeen bestuur. Goede beraadslaging begint met goede voorstellen. In dit onderzoek is hieraan geen specifieke aandacht besteed, maar in eerdere onderzoeken kwam steeds terug hoe belangrijk het is dat het algemeen bestuur bij bepaalde onderwerpen een keuze voorgelegd krijgt en dat de best denkbare oplossing nog niet is uitgewerkt. Er moet ruimte zijn voor het uitwisselen van argumenten en voor debat. Zegt dat het te doen gebruikelijk is dat wanneer er een stuk op de agenda komt, daarop de naam van de steller wordt vermeld. Dat is de ambtenaar die verantwoordelijk is voor het betreffende stuk. Naast een naam wordt ook een telefoonnummer vermeld. Bij vragen over het stuk kan men zich wenden tot de steller. Het is niet verstandig om een lijst op te stellen met de namen en telefoonnummers van alle ambtenaren. Voor algemene vragen waaronder nog geen stuk ten grondslag ligt, kan men zich wenden tot het secretariaat. Het secretariaat zoekt vervolgens uit bij welke ambtenaar een vraag kan worden neergelegd. Constateert dat de Veranderagenda het nodige heeft opgeleverd en onder meer leidde tot een inwerkprogramma. Het secretariaat en de dijkgraaf willen namens het bestuur uitstralen dat een nieuw lid welkom is. Er zal dan echter geen extern bureau worden ingeschakeld om het tussentijds ingestroomde nieuwe lid wegwijs te maken. Mocht dit niet als zodanig zijn ervaren, dan is dat een aandachtspunt. Wanneer zich een nieuw lid aandient, dan maakt de dijkgraaf kennis met hem of haar. In het vervolg zal de dijkgraaf in dat gesprek aandacht besteden aan het op de juiste manier inwerken van een nieuw lid. Merkt het volgende op over de delegatieregeling. De smaken in dit bestuur zijn: meer delegeren of weinig/niet delegeren. Het rapport omvat de aanbeveling om de delegatieregeling nog eens goed tegen het licht te houden. Delegatieregelingen moeten regelmatig tegen het licht worden gehouden, want de wereld verandert snel. Medio april 2014 sprak het algemeen bestuur uitgebreid over de delegatieregeling, naar aanleiding van aanbevelingen in de Veranderagenda. De dijkgraaf stelt voor om de delegatieregeling opnieuw bespreekbaar te maken. Het delegatiebesluit is redelijk actueel, waarover in dit gremium goed is nagedacht. Is van mening dat bijvoorbeeld het project 2022 een startnotitie verdient. Interruptie: De heer Verweij (CU): Verwijst naar drie jaar geleden toen het instrument startnotitie werd besproken. Vraagt wat er de komende periode op deze commissie afkomt aan projecten, welke voldoen aan de uitgangspunten voor een startnotitie. Bestuurszaken / DM Pagina 5 van 7

6 Denkt daarbij aan projecten als zoetwateraanvoer, waterveiligheid Centraal Holland. Zegt toe dat het college na zal denken over projecten die onder die noemer vallen. Tweede termijn Verwijst naar pagina 19. Als hier wordt geconstateerd dat de beschrijving verwarrend is, dan moet daarmee iets worden gedaan. Het rapport kan worden bijgesteld, of in het advies van de commissie wordt aangegeven dat hierover iets wordt vastgelegd in een beslispunt. Zegt over de namen en telefoonnummers van ambtenaren, dat het handig is om ook het adres van de legger op het betreffende stuk te vermelden. De heer Valk (CDA): Vraagt waar wordt vastgelegd wanneer en welke projecten niet in aanmerking komen voor een startnotitie. De heer Kupers (LNE): Ziet graag een meer concretere invulling van punt 9 (pagina 31). Goede verhoudingen in het bestuur zijn belangrijk. De vraag is hoe de verhoudingen in het bestuur concreter vormgegeven kunnen worden. De heer De Vries (voorzitter Rekenkamercommissie): Stelt voor om de tekst van het rapport op pagina 19 aan te passen. Het rapport wordt via de website beschikbaar gesteld. Het is dan lastig om steeds te melden dat de tekst op de pagina niet juist is. De foutief vermelde afkorting van de Partij voor de Dieren zal worden aangepast. Zegt over het wel of niet opstellen van een startnotitie dat men vaak wel aanvoelt wanneer een startnotitie nodig is. Bij een project als Gekanaliseerde Hollandse IJssel met een budget van 40 miljoen euro is daarover geen twijfel mogelijk. Verwijst naar de planning & controlcyclus en de begroting. Daaruit zal ook blijken of er behoefte is aan een startnotitie. De heer Poelmann zou dit niet in regels willen vastleggen. Antwoordt op de vraag van de heer Kupers dat het dagelijks bestuur (c.q. de secretaris) het punt van de onderlinge verhoudingen en de evaluatie daarvan begin 2016 zal oppakken. De voorzitter constateert dat de commissie adviseert om het rapport van de Rekenkamercommissie door te geleiden naar het algemeen bestuur, inclusief de aanbiedingsbrief, welke brief zal worden opgesteld door de Rekenkamercommissie. De voorzitter bedankt de leden van de Rekenkamercommissie voor hun aanwezigheid en inbreng. 5. Stukken ter consultering (besluitvorming door het college) 6. Informerend deel Er zijn voor deze vergadering geen stukken ter consultering 6.1 Mededelingen De heer Poelmann (dijkgraaf) deelt mee dat het provinciale coalitieprogramma van Provincie Utrecht oproept om vanuit de watersector tot een samenwerkingsagenda te komen van het college van Gedeputeerde Staten en de vier Utrechtse waterschappen. Dat biedt een kans om de provincie nadrukkelijk te betrekken. Het zou mooi zijn als meekoppelkansen ontstaan bij projecten als Gekanaliseerde Hollandse IJssel en terreinen die des provincies zijn. De dijkgraaf brengt in week 25 een bezoek aan de gedeputeerde. Hij zal de uitdaging Bestuurszaken / DM Pagina 6 van 7

7 benutten om niet alleen een samenwerkingsagenda met punten vanuit de provincie op tafel te krijgen, maar ook met punten vanuit het waterschap. De commissie wordt opgeroepen om interessante punten mee te geven. De wisselwerking tussen dit bestuur en het bestuur in de Staten dient op algemeen bestuursniveau vormgegeven te worden. De heer Scherrenberg (VVD) wijst erop dat de Statenleden en VVD-fractieleden van het waterschap op 10 juni bij elkaar aan tafel zitten. 6.2 Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken. 7. Rondvraag 8. Sluiting De heer Valk (CDA): Heeft vernomen dat de nieuwe Hollandse Waterlinie in 2019 wordt opgenomen op de Unesco-lijst. De heer Merkens (LNE): Vindt het verstandig om na te denken over de kaders waaraan een startnotitie zou moeten voldoen en wanneer het instrument van een startnotitie wordt ingezet. Zegt in reactie op de suggestie van de heer Merkens dat het niet nodig is om na te denken over kaders. De discussie vond plaats in het algemeen bestuur. Toen is afgesproken dat er geen lijst wordt gemaakt van punten die ervoor in aanmerking komen. Het debat is onlangs gevoerd. De heer Kupers (LNE): Las in de krant een noodkreet over de Hollandse molens. Deze verkeren in zwaar financieel weer. Het is niet de taak van het waterschap om molens te redden. Molens vormen echter wel erfgoed. Mogelijk kan de Unie van Waterschappen iets betekenen? Is het college voornemens er aandacht aan te besteden? Meldt dat het college niet voornemens is om specifiek aandacht te besteden aan de situatie van de Hollandse watermolens. In het cultuurhistorisch beleid zijn keuzes gemaakt. Het waterschap heeft een molen in bezit in Vlist (Zuid Holland). Drie jaar geleden is er euro uitgegeven om de molen tiptop in orde te maken. De molen draait en dat is de concrete bijdrage van ons waterschap in dit verband. Het college is blij dat deze cultuurhistorische taak verder is belegd bij organisaties als het Utrechts Landschap. Het onderhoud van molens is geen kerntaak van het waterschap. Als het waterschap wordt gevaagd om mee te werken, zeker als het gaat over kennis, dan zal dat niet worden nagelaten. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Voor akkoord, Vergadering commissie BMZ 8 september 2015 De secretaris, C.J. Vos Bestuurszaken / DM Pagina 7 van 7