Zienswijzennota Ontwerp wijzigingsplan Gouwedreef N207

Transcriptie

1 Zienswijzennota Ontwerp wijzigingsplan Gouwedreef N207 Gemeente Bodegraven - Reeuwijk Datum: januari 2013

2 1. Inleiding Het ontwerp van het wijzigingsplan Gouwedreef N207 heeft van 21 juni 2012 tot en met 1 augustus 2012 ter inzage gelegen. Het bestemmingsplan zal de aanleg van een rotonde mogelijk maken waarmee de Oostelijke rondweg Boskoop een aansluiting krijgt op de N207. Een ieder was in de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Van die mogelijkheid hebben 2 partijen gebruik gemaakt. De Kamer van Koophandel en het Hoogheemraadschap Rijnland hebben schriftelijk te kennen gegeven geen opmerkingen te hebben op het ontwerp bestemmingsplan. Deze worden dan ook buiten beschouwing gelaten. De indieners van een zienswijze zijn: S.T.J. de Jong, Den Ham 60 in Boskoop La Gro advocaten namens J.P. de Vries, Den Ham 52 in Boskoop; Bewonersvereniging Reeuwijk 1 Dorp, Reeuwijk 2. Ontvankelijkheid De eerste twee indieners zijn woonachtig of hebben een bedrijf aan de N207. Hoewel zij niet binnen het plangebeid van het bestemmingsplan vallen, vindt er een ruimtelijke ingreep plaats in de nabijheid van hun woning en of bedrijf. Daarmee zijn zij belanghebbend. De reacties zijn tijdig ingediend. Beide indieners zijn ontvankelijk in hun zienswijze. De bewonersvereniging is ontvankelijk omdat de verkeerskundige effecten van nieuwe infrastructuur verder kunnen reiken dan alleen het plangebied van de infrastructuur. 3. Inhoudelijke reactie op de zienswijzen Achtereenvolgens zullen de zienswijzen samengevat worden en voorzien van een reactie. 3a. Den Ham 60 Samenvatting De heer of mevrouw de Jong schrijven expliciet dat zij positief staan tegenover de aanleg van de rotonde. De zienswijze richt zich dan ook niet tegen de rotonde, maar tegen de parallelweg langs de N207 die vanaf de rotonde in noordelijke richting naar Boskoop. Ter hoogte van de woning Den Ham 60 zou de parallelweg overgaan in een fietspad in twee richtingen. Naar de inzichten van de heer of mevrouw de Jong is de aanleg van de parallelweg nog niet zeker en tot die tijd stellen zij voor om de de parallelweg te laten eindigen bij hun oprit naar de N207. Tussen de provincie Zuid Holland en De Jong heeft overleg plaatsgevonden. Daarbij zijn ontwerptekeningen van rotonde en parallelweg gepresenteerd. De Jong constateert dat die tekeningen niet overeenkomen met de tekeningen die bij het bestemmingsplan zijn gevoegd. Juist de tekening van de provincie neemt een groot deel van hun bezwaren weg. Op tekening zou vastgelegd moeten worden hoe de aansluiting van woning op de parallelweg er uit komt te zien alsmede de parkeerplaatsen voor de auto s en de ontsluiting van een naastgelegen kwekerij. Daarnaast blijkt het werkterrein van de uitvoerder in hun tuin te liggen. Zij willen afspraken vastleggen over dit werkterrein en de herstelwerkzaamheden.

3 Reactie Het primaire doel van het ontwerp bestemmingsplan is om de oostelijke rondweg aan te sluiten op de N207. Daartegen wordt geen bezwaar gemaakt. De parallelweg is strikt genomen geen onderdeel van de oostelijke rondweg, maar een plan van de provincie Zuid-Holland om de verkeersveiligheid van de N207 tussen de nieuwe rotonde en Boskoop te verbeteren. Het ontwerp bestemmingsplan verzet zich echter niet tegen de aanleg ervan. De regels in combinatie met de verbeelding laten de aanleg ervan toe, maar we moeten constateren dat de effecten van deze ingreep in de toelichting onvoldoende inzichtelijk zijn gemaakt en de belangen niet volledig afgewogen. Op grond daarvan hebben wij ervoor gekozen om het ontwerp bestemmingsplan zodanig aan te passen dat tegemoet gekomen wordt aan de zienswijze en de aanleg van de parallelstructuur niet met dit plan mogelijk maken. Daarmee is niet gezegd dat het plan van de parallelstructuur nu van de baan is. Hoogst waarschijnlijk zal de provincie Zuid- Holland met een aparte procedure alsnog willen voorzien in de aanleg van de parallelstructuur. De zienswijze geeft wat dit punt betreft aanleiding tot een aanpassing van het ontwerp bestemmingsplan. Op de verbeelding zal een aanduiding worden opgenomen ter plaatse van de parallelstructuur die zal bepalen dat daar geen verharding mag worden aangelegd. De andere punten van De Jong betreffen concrete en praktische zaken die met een adequaat ontwerp van de weg mogelijk opgelost kunnen worden. De bestemming zoals die is opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan verzet zich niet tegen verschillende wegontwerpen. Er heeft overleg plaatsgevonden met dhr. De Jong en er is overeenstemming hoe er met zijn perceel omgegaan wordt. De zienswijze geeft wat dit punt betreft verder geen aanleiding tot een aanpassing van het ontwerp bestemmingsplan. 3b. Den Ham 52 Samenvatting Ook hier geldt dat de indiener van de zienswijze zich niet richt tegen de rotonde, maar tegen de parallelweg. Deze parallelweg zou het woongenot aantasten, de verkeersveiligheid niet verbeteren en er ontstaat meer overlast door trillingen, geluid en verslechtering van luchtkwaliteit. Omdat de toelichting van het bestemmingsplan niet ingaat op de effecten van de ingreep van een parallelweg, wordt gemeend dat niet voldaan wordt aan art. 3.2 en 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) dat een overheid verplicht tot een deugdelijke motivering en belangenafweging van de besluiten. Voor wat betreft de verkeersveiligheid wordt een alternatief aangedragen waarbij de snelheid op de N207 wordt verlaagd naar 50km/u. Omdat dit alternatief niet wordt afgewogen in het plan, kan men zich niet vinden in het plan. De indiener meent dat de toelichting ook in had moeten gaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid, naast de economische uitvoerbaarheid. Maar die maatschappelijke

4 uitvoerbaarheid ontbreekt omdat de heer De Vries en anderen zich niet kunnen vinden in de parallelwegstructuur. Geconstateerd wordt dat het plangebied niet de gehele parallelweg kan bevatten, maar omdat de parallelstructuur niet wordt toegelicht in het plan, wordt het gezien als een opmaat om de rest van de parallelstructuur ook zonder belangenafweging mogelijk te maken. De indiener stelt ook dat de parallelweg niet los gezien kan worden van de aanleg van de rotonde en in de toelichting had dan ook een motivering en afweging van de parallelweg opgenomen moeten worden. Reactie Het ontwerp bestemmingsplan maakt het mogelijk om een parallelstructuur te maken langs de N207 vanaf de rotonde in noordelijke richting. We moeten constateren dat de effecten van deze ingreep in de toelichting onvoldoende inzichtelijk zijn gemaakt en de belangen niet volledig afgewogen. Daarmee treft de zienswijze doel. De aanleg van de rotonde heeft een hogere prioriteit dan de parallelstructuur. Er is daarom gekozen om het ontwerp bestemmingsplan conform de zienswijze aan te passen. Het ontwerp bestemmingsplan zal dusdanig worden gewijzigd dat wel de rotonde, maar niet de parallelstructuur aangelegd kan worden. Op de verbeelding zal een aanduiding worden opgenomen ter plaatse van de parallelstructuur die zal bepalen dat daar geen verharding mag worden aangelegd. 3c. Bewonersvereniging Reeuwijk 1 Dorp Samengevat worden 3 bezwaarpunten aangehaald. Deze zijn: a. Als gevolg van de nieuwe ontsluiting zal er meer verkeer over het Kaagjesland Reeuwijkdorp benaderen, wat niet aanvaardbaar is; b. Er zou een toezegging zijn van het college van B&W van de voormalige gemeente Reeuwijk om de Nieuweweg aan de oostelijke zijde (bij de aansluiting op de Middelburgseweg) af te sluiten voor vrachtverkeer; c. Met de rotonde ontstaat er een nieuwe route door het Groene Hart van Alphen aan den Rijn naar Gouda (Reeuwijk brug) en omgekeerd. Deze leidt door Reeuwijk dorp en zal dus tot veel overlast leiden. Reactie Ad. a) Met de aanleg van de rotonde zal een nieuwe extra route ontstaan van en naar Reeuwijk dorp vanaf de N207. De huidige route vanuit noordelijke richting (Boskoop, Alphen a/d Rijn) loopt via de Reijerskoop en de Middelburgseweg ook over het Kaagjesland. Het Kaagjesland is de westelijke ontsluitingsweg van Reeuwijk dorp en het ligt voor de hand dat al het verkeer dat vanaf de N207 uit noordelijke richting wat naar Reeuwijk dorp moet, uiteindelijk via het Kaagjesland het dorp binnenkomt. De aanleg van de rotonde verandert daar niets aan. Het verkeer vanuit zuidelijke richting zal over de Brugweg en Reewal het dorp benaderen. Via de rotonde rijden zal voor dit verkeer een omweg betekenen en dus niet zo snel als route gekozen worden. De zienswijze geeft op dit punt geen aanleiding het plan aan te passen.

5 Ad. b) Van een toezegging met betrekking tot een afsluiting voor het vrachtverkeer aan de oostzijde van de Nieuweweg is ons niets bekend. Daarbij komt dat de feitelijke maatvoering van de kruising Kaagjesland-Midelburgseweg van dien aard is dat chauffeurs, bekend in het gebied, deze bocht zullen mijden en dus ook de route door Reeuwijk-dorp. De vermeende toezegging betreft een ingreep die buiten het plangebied van het ontwerpbestemmingsplan van de rotonde ligt. In het kader van deze bestemmingsplanprocedure kunnen wij geen bindende uitspraak doen over nut en noodzaak van de voorgesteld ingreep. Onder punt c zullen wij aangeven wat onze verwachtingen zijn omtrent eventueel sluipverkeer door Reeuwijk-dorp. Ad. c) Zoals onder a al is geconstateerd, ontstaat er inderdaad een nieuwe route door het gebied als gevolg van de rotonde. In uw visie betekent dat er meer (sluip)verkeer door Reeuwijk dorp zal rijden, dan nu het geval is. Het Kaagjesland en de Dorpsweg zijn/worden heringericht met een snelheidsregime van 30km/u. Daardoor wordt een route door Reeuwijk-dorp er niet aantrekkelijker op. Verkeer tussen Alphen aan den Rijn en Gouda heeft de keuze tussen de N11/A12 of de N207 (de kortste route). Ons inziens zal deze verkeersstroom (ongeacht de grootte ervan) niet geneigd zijn de route door Reeuwijk-dorp te nemen omdat dit of omrijden betekent en zeer waarschijnlijk niet sneller is vanwege de kleinere binnenwegen. In uitzonderlijke situaties bij wegwerkzaamheden, files e.d. kan het zijn dat er meer verkeer de route door het dorp kiest, maar in een reguliere situatie zal verkeer tussen Aplphen en Gouda niet over Reeuwijk-dorp rijden. Vanuit de kern Boskoop richting Utrecht zou de route over Reeuwijk-dorp een optie kunnen zijn waarbij de nieuwe rotonde een vergemakkelijking zou inhouden. Het ontstaan van die extra route door de aanleg van de rotonde zullen wij niet ontkennen. Maar dat wil niet meteen zeggen dat al het verkeer dat nu (noodgedwongen) op een andere route zit vanuit Boskoop, dan opeens via Reeuwijk-dorp gaat rijden. Wij verwachten niet dat er dusdanig veel verkeer in Reeuwijk-dorp zal ontstaan als gevolg van de aanleg van de rotonde dat er een probleem ontstaat. Wij delen uw zienswijze op dat punt dan ook niet en zien daarin geen aanleiding om het bestemmingsplan daarop aan te passen. 4. Eindconclusie De zienswijzen van de bewoners van Den Ham 52 en 60 zijn gegrond voor zover zij toezien op de mogelijkheid van een parallelstructuur langs de N207. Het ontwerp bestemmingsplan zal zodanig worden gewijzigd dat de aanleg van de parallelstructuur niet meer mogelijk is.

6 Bijlage ingekomen zienswijzen

7

8

9

10

11

12

13