omgevingsdienst HAAGLANDEN

Transcriptie

1 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein AW Den Haag Postadres Postbus GB Den Haag T (070) E vergunningen(godh.nl 1 Zaaknummer Ons Kenmerk Datum ODH AUG Beschikking Wet natuurbesclierming - Natura 2000-gebieden Onderwerp Op 21 juni 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming. De aanvraag betreft het verlagen van het maaiveld ten behoeve van natuurherstel. Het project wordt uitgevoerd in Spanjaards Duin te 's-gravenzande, gelegen in het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen. Besluit Wij besluiten: I. de aangevraagde vergunning te verlenen; II. IN. de voorschriften 1. tot en met 9. te verbinden aan deze vergunning; de aanvraag van 21 juni 2018 onderdeel te laten zijn van deze vergunning; IV. de volgende documenten onderdeel te laten zijn van deze vergunning: - AERIUS melding van 21 juni 2018 met kenmerk 26feWhKFLjLu (ODH ); V. dat deze vergunning geldig is tot en met 28 februari 2019 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, voor dezen. ing. L. Hq )man Hoofd tsing & Vergunningverlening Milieu van de Omgevingsdienst Haaglanden Bijlage 1. AERIUS melding van 21 juni 2018 met kenmerk 26feWhKFLjLu (ODH ) Rechtsmiddeien Voor de mogelijkheid rechtsmiddeien aan te wenden tegen deze beschikking wijzen wij op de desbetreffende tekst in het begeleidende schrijven.

2 omgevingsdienst HAAGLANDEN VOORSCHRIFTEN Algemeen 1 Bij wijzigingen van omstandigheden waaronder deze vergunning is afgegeven, dient de Omgevingsdienst Haaglanden, Afdeling Toetsing en Vergunningverlening Milieu, Postbus 14060, 2501 GB Den Haag, vergunningen@odh.nl hiervan terstond schriftelijk in kennis te worden gesteld. 2 De vergunninghouder dient: a de start van de werkzaamheden en eventuele wijzigingen gedurende de uitvoering schriftelijk te melden aan Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid, Postbus 550, 3300 AN te Dordrecht, telefoonnummer , adres meldingwnb(@ozhz.nl; b uiterlijk een week na het beeindigen van de werkzaamheden Unit Groen Bodem en Opsporing van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hiervan schriftelijk in kennis te stellen. 3 De vergunninghouder dient zijn personeel of derden welke betrokken zijn bij de uitvoering van het project, te informeren dat in verband met de bescherming van natuurwaarden (instandhoudingsdoelstellingen) van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen, het gebied met uitzondering van de verharde paden en het plangebied, niet mag worden betreden. Eenmalige werkzaamheden 4 Na afronding van de werkzaamheden dienen de gebruikte en bewerkte locaties in ordelijke toestand te worden achtergelaten, hetgeen wil zeggen dat ten behoeve van de werkzaamheden gebruikte en/of vrijgekomen materialen en afval worden opgeruimd en op de juiste wijze uit het Natura 2000-gebied worden afgevoerd. 5 Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient zoveel mogelijk gebruik te worden gemaakt van bestaande infrastructuur. Beschadiging van de bodem dient te worden voorkomen door het gebruik van licht materieel, het niet berijden van afgewerkte stukken en het gebruik van rijplaten of zandbanen (zoals beschreven in de natuurtoets). De rijplaten en zandbanen dienen na afloop van de werkzaamheden te worden verwijderd. Beschadigingen die ondanks de genomen voorzorgsmaatregelen optreden, dienen te worden hersteld binnen de vergunningtermijn. 6 Voor het uitvoeren van de werkzaamheden wordt uitsluitend gebruik gemaakt van voertuigen die vallen binnen de Euro 5 normering. Euro V, Euro 5 of Euro5 (Europese richtlijn 99/96/EC) is de emissienorm voor voertuigen, die in de Europese Unie in oktober 2009 van kracht is geworden. 7 Materiaal en materieel mogen, anders dan voor het kunnen uitvoeren van de werkzaamheden noodzakelijk is, niet in het beschermde natuurgebied worden geplaatst, tenzij er speciale opstellocaties voor aftank- en opstelplaatsen worden gerealiseerd op een egaal stuk grond waar geen beschermde natuurwaarden aanwezig zijn. De juiste piek wordt in overleg met de aannemer bepaald. 8 Een opstelplaats, zoals in voorschrift 8 genoemd, dient zo te zijn ingericht dat alle materieel wordt opgesteld op een constructie met olie-absorberend materiaal. Gemorste vioeibare of vaste verontreinigende stoffen moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. Hiertoe dient absorberend materiaal en doelmatig gereedschap aanwezig te zijn. 9 Alle materialen en/of afval dienen op een zodanige wijze opgeslagen te worden dat ze niet door verwaaiing of op andere wijze in het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen terecht kunnen komen. 2/6

3 omgevingsdienst HAAGLANDEN OVERWEGINGEN Aanleiding Op 21 juni 2018 hebben wij een aanvraag om vergunning ontvangen als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). De aanvraag betreft het verlagen van het maaiveld ten behoeve van natuurherstel. Het project wordt uitgevoerd in Spanjaards Duin te 's-gravenzande, gelegen in het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen. Bij de aanvraag zijn de volgende stukken gevoegd: - Natuurtoets maaiveldverlaging Spanjaards Duin, opgesteld door Royal HaskoningDHV d.d. 19 juni 2018; - Afbeelding locatie maaiveldverlaging Spanjaards Duin; - Activiteitenplan maaiveldverlaging Spanjaards Duin, ten behoeve van ontheffingsaanvraag beschermde soorten Wet natuurbescherming, opgesteld door Royal HaskoningDHV d.d. 19 juni Procedure Titel 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.1 van de Wnb zijn toegepast op deze beschikking. Bevoegd gezag De gevraagde activiteit wordt gerealiseerd dan wel verricht binnen de provincie Zuid-Holland. Gelet op de bepalingen in artikel 1.3 van de Wnb zijn wij bevoegd gezag voor de beoordeling van de aanvraag. Toetsingskader en grondslag beschikking De aanvraag is getoetst aan: - de artikelen 2.7 t/m 2.9 van de Wnb; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 van het Besluit natuurbescherming; - hoofdstuk 2, titel 2.1 en 2.2 van de Regeling natuurbescherming; - Beheerplan Solleveld & Kapittelduinen, vastgesteld op 23 april 2013, door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; - Aanwijzingsbesluit Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen van 27 September 2011 en het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen van 3 mei 2017, vastgesteld door de minister van LNV/EZ en de gebiedendatabasel voor dit gebied. Beoordeling Aangevraagde activiteit Initiatiefnemer heeft een aanvraag om vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb ingediend voor het verlagen van het maaiveld ten behoeve van natuurherstel in Spanjaards Duin gelegen in het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen. De gevraagde activiteit vindt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen plaats. Spanjaards Duin is in 2008/2009 aangelegd als compensatiegebied in verband met mogelijk significante gevolgen op de Natura 2000-gebieden Voornes Duin en Solleveld & Kapittelduinen als gevolg van het toekomstig gebruik van Maasvlakte 2. Het is de bedoeling dat zich in het gebied Grijze duinen (H2130) en Vochtige duinvalleien (H2190) zullen ontwikkelen, en daarnaast geschikte omstandigheden ontstaan voor een populatie van de groenknolorchis. Uit monitoring blijkt dat het areaal dat geschikt is voor de ontwikkeling ^ 3/6

4 omgevingsdienst HAAGLANDEN van vochtige duinvalleien achterblijft bij de verwachting. Dit komt doordat de vallei momenteel niet verder uitstuifl onder andere als gevolg van de aanwezigheid van schelpenvloertjes. Daarom is men nu van plan het maaiveld in de vallei te verlagen door af te graven. Het betreft een strook tussen Slag Arendsduin en Slag Rechtstraat, zoals weergegeven in figuur 4.5 van de natuurtoets. Het maaiveld wordt ca cm verlaagd (dit kan plaatselijk wat afwijken vanwege verdergaande verstuiving). Voorafgaand aan de werkzaamheden wordt de hoogteligging bepaald met behulp van drones. Tijdens de uitvoering wordt gebruik gemaakt van rijplaten om schade aan bestaande vegetatie te voorkomen. Daarnaast wordt zand uit de vallei 'in baan gezet', om insporing te voorkomen. Deze zandbaan van 1,5-2 m breed wordt gebruikt als transportroute voor de dumpers en graafmachines. De rijbewegingen binnen het gebied worden zoveel mogelijk beperkt. Het vrijkomende zand wordt bij eb gestort onder de gemiddelde laagwaterlijn. Om verdere instuiving van zand te beperken, wordt helm ingeplant in het nog niet ingeplante deel van het basisduin ten zuiden van Slag Vlugtenburg. Ook wordt de bestaande zandvang ten noorden van Slag Vlugtenburg in de vallei vergroot. Hiervoor wordt helm gebruikt die verderop in de vallei groeit (zie figuur 4.7 van de natuurtoets). De werkzaamheden worden uitgevoerd in de periode 15 oktober 2018 tot en met 28 februari 2019, waarbij het streven is de werkzaamheden voor 31 december 2018 af te ronden. Effecten De beoordeling van de aanvraag ziet eerst op de beoordeling ten aanzien van stikstofdepositie en vervolgens op de beoordeling van overige effecten. Het gaat hier om een aanvraag die stikstofdepositie veroorzaakt op een Natura 2000-gebied waarin een of meerdere habitattypen voorkomen waarvoor de nu geldende kritische depositiewaarde (KDW) wordt overschreden. Voor deze gebieden is de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie (PAS) van toepassing. Beoordeling aanvraag ten aanzien van stikstofdepositie In het kader van de Wnb is voor de gevraagde activiteit niet eerder een vergunning verleend. Of er sprake is van een vergunningplicht als bedoeld in de Wnb dient beoordeeld te worden aan de hand van de beoogde situatie. Op basis van de AERIUS bijlage bij het besluit hebben wij vastgesteld dat er geen sprake is van een vergunningplicht voor de gevraagde activiteit. Voor de gevraagde activiteit is op 21 juni 2018 een melding Wnb (PAS) ingediend met kenmerk 26feWhKFLjLu. Beoordeling aanvraag ten aanzien van overige effecten De aangevraagde activiteit betreft maatregelen die direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied. Deze maatregelen zijn uitgewerkt in het ontwerp-beheerplan Solleveld & Kapittelduinen Dit beheerplan is echter nog niet definitief vastgesteld, waardoor de maatregelen niet zijn vrijgesteld van de vergunningplicht op grond van artikel 2.9, eerste lid, van de Wnb. Onze beoordeling van de aangevraagde activiteit is gebaseerd op de Natuurtoets maaiveldverlaging Spanjaards Duin, opgesteld door Royal HaskoningDHV d.d. 19 juni 2018 (verder: de natuurtoets) en het beheerplan Solleveld & Kapittelduinen. Instandhoudingsdoelstellingen Het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen is aangewezen voor habitattypen en habitatsoorten. Voor deze habitattypen en - soorten geldt een instandhoudingsdoelstelling. De instandhoudingsdoelen zijn weergegeven in onderstaande tabel. 4/6

5 omgevingsdienst HAAGLANDEN Instandhoudingsdoelstellingen Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen Habitattypen Oppervlaltte Kwaliteit H2110, Embryonale duinen behoud behoud H2120, Witte duinen behoud verbetering H2130A, Grijze duinen, kalkrijk behoud verbetering H2130B, Grijze duinen, kalkarm behoud verbetering H2150, Duinheiden met struikhei behoud verbetering H2160, Duindoornstruwelen behoud behoud H2180A, Duinbossen, droog behoud verbetering H2180C, Duinbossen, binnenduinrand behoud verbetering H2190B, Vochtige duinvalleien, kalkrijk uitbreiding verbetering H2190D, Vochtige duinvalleien, hoge moerasplanten behoud behoud Habitatsoorten Omvang Kwaliteit leefgebied Groenknolorchis ontwikkeling biotoop Nauwe korfslak behoud behoud Effecten van de gevraagde activiteit De aangevraagde activiteit vindt binnen de begrenzing van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen plaats. De mogelijk storende factoren van de aangevraagde activiteit betreffen oppervlakteverlies, vernatting (permanent) en tijdelijke verstoring door licht, geluid en mechanische effecten tijdens de aanlegfase. Gelet op deze mogelijk storende factoren heeft de aangevraagde activiteit mogelijk effect op het habitattype Witte duinen en de uitbreidingslocaties voor Grijze duinen en Vochtige duinvalleien. Effecten op kwalificerende habitatsoorten zijn op voorhand uitgesloten, omdat deze in het plangebied niet zijn aangetroffen. Op dit moment ontbreekt het ook aan geschikt habitat voor de beide aangewezen soorten. Bij de beoordeling van effecten van de gevraagde activiteit hebben wij rekening gehouden met de instandhoudingsdoelstellingen en specifieke milieukenmerken en omstandigheden van het gebied. Hieronder vallen o.a. de huidige kwaliteit van de betreffende (sub)habitattypen en natuurbeheer. Beoordeling effecten van gevraagde activiteit op habitattypen en/of soorten De aangevraagde activiteit heeft mogelijk effect op de instandhoudingsdoelstellingen van Witte duinen, Grijze duinen en Vochtige duinvalleien. Oppervlakteverlies In de vallei zijn vegetaties aanwezig die inmiddels kwalificeren als Witte duinen. In totaal betreft het ongeveer 1,7 ha. Het instandhoudingsdoel van Witte duinen is behoud van oppervlakte, waarbij in de referentiesltuatie (2010) ca. 48 ha aanwezig was. In het aanwijzingsbesluit is er rekening mee gehouden dat het areaal Witte duinen ter hoogte van Spanjaards Duin (tijdelijk) zal afnemen als gevolg van de duincompensatie. In de huidige situatie is er ca. 60 ha Witte duinen aanwezig, met name als gevolg van de uitbreiding ter hoogte van Ter Heijde waar in het verleden aangeplante helm inmiddels kwalificeert als Witte duinen. Daarnaast is als gevolg van de kustversterking Delflandse kust (o.a. ter hoogte van Kijkduin) het areaal Witte duinen nog verder toegenomen. Dit deel is echter nog niet gekarteerd, en het oppervlak daarvan is dan ook nog niet bekend. Uit onderzoek in het kader van de herinrichting van het Deltaplein en omgeving is echter bekend dat ter plaatse vegetaties voorkomen die kwalificeren als Witte duinen. In de huidige situatie (zonder de Witte duinen in Spanjaards Duin) wordt dus al ruimschoots voldaan aan het instandhoudingsdoel. Het ruimtebeslag van ongeveer 1,7 ha doet daar niet aan af. Bovendien kunnen zich na afloop van de 5/6

6 omgevingsdienst HAAGLANDEN maatregelen weer Witte duinen ontwikkelen op de flanken van de vallei. Er is geen sprake van significant negatieve effecten. Spanjaards Duin is aangelegd als duincompensatie voor de aanleg van Maasvlakte 2. Het is de bedoeling dat zich hier in totaal 9,8 ha Grijze duinen en 6,1 ha Vochtige duinvalleien, waarbij de Vochtige duinvalleien tevens leefgebied moeten bieden aan de Groenknolorchis. In de huidige situatie komen alleen over een klein oppervlak van het gebied vegetaties voor die kwalificeren als Vochtige duinvalleien. Deze vegetaties worden gespaard. Er is dus geen sprake van ruimtebeslag op Grijze duinen en Vochtige duinvalleien. Ook staan de maatregelen het ontwikkelen van de gewenste doelen niet in de weg. Sterker nog, de maatregelen zijn bedoeld om de abiotische omstandigheden voor beide habitattypen en de Groenknolorchis te verbeteren. Negatieve effecten kunnen worden uitgesloten. Vernatting Door het verlagen van het maaiveld wordt het gebied natter. Dit is met name gunstig voor de ontwikkeling van Vochtige duinvalleien en de Groenknolorchis. Uit een analyse van het huidige en toekomstige maaiveld in relatie tot grondwaterstanden blijkt dat er voldoende geschikt areaal zal resteren voor de ontwikkeling van de beoogde oppervlakten Grijze duinen en Vochtige duinvalleien. Voor Witte duinen betreft het hetzelfde areaal als waar ruimtebeslag plaatsvindt. Hiervoor geldt hetzelfde als wat onder ruimtebeslag is aangegeven. Mechanische verstoring Tijdens de werkzaamheden wordt groot materieel gebruikt. Dit kan leiden tot mechanische verstoring door het rijden over habitattypen en verdichting van de bodem. Om dit te voorkomen wordt zand uit de vallei 'in baan gezet' en worden daarbuiten rijplaten gebruikt. Hierdoor is het effect van mechanische verstoring minimaal en worden (significant) negatieve effecten voorkomen. Conclusie ten aanzien van overige effecten Op grond van bovenstaande concluderen wij dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de Instandhoudingsdoelstellingen. De natuurlijke kenmerken van het Natura 2000-gebied Solleveld & Kapittelduinen worden door de aangevraagde activiteit niet aangetast. Samenhangende besluiten Er kunnen nog andere bepalingen van kracht zijn, op grond waarvan vergunningen, toestemmingen, ontheffingen of meldingen benodigd zijn om de gevraagde activiteit te kunnen uitvoeren. Die mogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/activiteitenbesluit, de Ontgrondlngenwet en de Waterwet. Hiervoor zijn de respectievelijk de gemeente Westland, provincie Zuid Holland en Rijkswaterstaat bevoegd gezag. Conclusie Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de gevraagde ontwikkelingsruimte kan worden toegekend, dat de gevraagde activiteit geen belemmering vormt voor het behalen van de instandhoudingsdoelstellingen en dat een vergunning op grond van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb kan worden verleend. 6/6

7 RIUSB REGISTER U heeft op grond von art/feel 27 von de Regeling notuurbescherming een melding ingediend vooruw initlatief. Deze bevestiging von uw melding is voor uw eigen odministrotie en toont oon dot de melding is ontvongen en de benodigde depositieruimte geregistreerd is. Dit document bevot resultaten von een stibstofdepositieberefeening met AERIUS Calculator en geeft de stil?stofeffecten von het initlatief weer op de voor stikstof gevoelige habitats binnen de PAS gebieden. De berekening op bosis von stifestofemissies goat uit von de componenten ommoniob (l\ih3) en/of stil?stofoxide (IMOx). Bij een eventuele volgende melding kunt u deze pdf importeren in AERIUS Colculotor, u hoeft don de emissiegegevens niet opnieuw in te voeren. Voor meer toelichting verwijzen we u noorde websites pas.biji2.nl en Berekening Beoogde situatie» Kenmerken Samenvatting emissies Depositieresultaten Gedetailleerde emissiegegevens Verdere toelichting over deze PDF kunt u vinden in een bijbehorende leeswijzer. Deze leesw/ijzer en overige documentatie is te raadplegen via: en pas.natura2000.nl. 26feWhKFLiLu (21 iuni 2018) pagina i/"

8 AERIUS B REGISTER ContSCt Voor wie IS de melding? Wie doet de melding? Stichting Het Zuid-Hollands Royal HaskoningDHV Landschap Edith Dorsman Arjan van den Heuvel Koggelaan 2i Oude Delft ii AIM Zwolle 26n CG Delft edith.dorsman(a)rhdhv.com a.vandenheuvel@zhl.nl KvK: Activiteit omschrijving AERIUS kenmerk Situatie 1 (referentie) Natuurherstelmaatregelen 26feWhKFLjLu Beoogde situatie 'Spanjaards Duin' Kenmerk bestaande Wnb vergunning Eerdere melding Nb-wet/Wnb Geen Geen Datum berekening Rekeniaar 21 juni 2018,15: Tijdelijk project, startjaar Duur in jaren Totale emissie Situatie 1 NOx kg/j NH3 Resultaten Hectare met hoogste bijdrage (mol/ha/j) Natuurgebied Solleveld b Kapittelduinen Bijdrage 0,07 (>o,05) Toelichting stichting Het Zuld-HoHands Landschap is voornemens de nutrienten rijke toplaag van 8 hectare binnen het gebied Spanjaards Duin af te graven in het kader van natuurherstelmaatregelen. MeldingbDevebiiKing Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018)

9 Locatie Beoogde situatie Emissie Beoogde situatie ^ron Sector Emissie NH3 Emissie NOx Personenauto's < 1 kg/j Anders... Anders... Dumpers kg/j Mobiele werktuigen Bouw en Industrie Dumpers kg/j Mobiele werktuigen Bouw en Industrie Graafmachine b shovel kg/j Mobiele werktuigen Bouw en Industrie Graafmachine b shovel kg/j Mobiele werktuigen Bouw en Industrie Vrachtwagens rijplaten 1 Anders... I Anders... <i kg/j Beoogde situatie 26feWhkFLjLu (2i uni20i8) pagina 5/n

10 Bron Emissie NH3 Emissie NOx Seaor Vrachtwagens rijplaten 2 - < i kg/j Anders... I Anders... Beoogde situatie 26feWhkFLiLu (21 uni 2018) pagina 4/11

11 Resultaten Natuurgebied Hoogste biidrage * PASgebieden Solleveld & Kapittelduinen o,07{>o,05) (mol/ha/i) Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting. dan is de hoogste toename op een hexagoon met wei een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. Meidingsiievesiiging Beoogde situatie 26feWhKFLiLu (2i iuni 2018)

12 Resultaten per habitattype (mol/ha/j) Solleveld b Kapittelduinen Habitattype Hoogste bijdrage ' H2120 Witte duinen 0,07 (>0,05) H2130A Grijze duinen (kalkrijk) >o,05 Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de hoogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakjes aangegeven. MeldingsDeveiliging Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018) pagma 5/ii

13 Resultaten resterende gebieden (mol/ha/j) Natuurgebied Spanjaards Duin Hoogste bijdrage * 0,07 (-) Als de hoogste depositietoename plaatsvindt op een hexagoon waar geen sprake is van een (naderende) stikstofoverbelasting, dan is de lioogste toename op een hexagoon met wel een (naderende) stikstofoverbelasting tussen haakies aangegeven. Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018)

14 Emissie (per bron) Beoogde situatie Naam PeFsonenauto's Locatie(X.Y) 6874!, Uitstoothoogte 0,0 m Warmteinhoud 0,000 MW Temporele variatie NOx Licht verkeer < 1 kg/j Naam DumpCTS Locatie(X.Y) 68574, ,04 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof Uitstoot Spreiding Warmte Stof verbruik hoogte (m) inhoud (l/i) (m) (MW) Emissie AFW Twee dumpers van 320 kw met elk een laadbakinhoud van 20 m ,0 NOx 23,04 kg/j Naam DUmpCFS Locatie(X,Y) 68662, NOX 23,04 kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof Uitstoot Spreiding Warmte Stof verbruik hoogte (m) inhoud (l/i) (m) (MW) Emissie AFW Twee dumpers van 320 kw ftiet elk een laadbakinhoud van 20 m ,0 NOx 23,04 kg/j Meldin.gsDevestiging Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018) pdijind 8;ii

15 Naam Locatie (X.Y) NOx Graafmachine b shovel 68478, kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof Uitstoot Spreiding Warmte Stof verbruik hoogte (m) inhoud (l/j) (m) (MW) Emissie AFW Graafmachine van 375 kw 4,0 4,0 0,0 NOx 13,50 kg/j AFW Shovel van 100 kw 4,0 4,0 0,0 NOx < 1 kg/j Naam Locatie (X.Y) NOx Graafmachine b shovel 68850, kg/j Voertuig Omschrijving Brandstof Uitstoot Spreiding Warmte Stof verbruik hoogte (m) inhoud (l/j) (m) (MW) Emissie AFW Graafmachine van 375 kw 4,0 4,0 0,0 NOx 13,50 kg/j AFW Shovel van 100 kw 4,0 4,0 0,0 NOx < 1 kg/j r Naam Vrachtwagcns rijplaten i Locatie(X.Y) 686oi, Uitstoothoogte 0,5 m Warmteinhoud 0,000 MW Temporele ZwaaT verkecf vanatie NOx < 1 kg/j Beoogde situatie 25feWhKFLjLu (21 juni 2018) oagina 9/11

16 Naam Vrachtwagens rijplaten 2 Locatie(X,Y) 68632, uitstoothoogte 0,5 m Warmteinhoud 0,000 M W Temporele variatie NOx Zwaar verkeer < 1 kg/j MeldingsDevesiigiiit! Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018)

17 DiSCia i mer Hoewel verstrekte gegevens kunnen dienen ter onderbouwing van een vergunningaanvraag, kunnen er geen rechten aan worden verleend. De eigenaar van AERIUS aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van de door de gebruiker aangeboden informatie. Bovenstaande gegevens zijn enkel bruikbaar tot er een nieuwe versie van AERIUS beschikbaar is. AERIUS is een geregistreerd handelsmerk in Europa. Alle rechten die niet expliciet worden verleend, zijn voorbehouden. Re ken basis ^^ze berekening is tot stand gekomen op basis van; AERIUS versie 2Oi6L_2Oi7i2i5_6qi90d2d2b Database versie 20i6L_20i7o828_C3fo58foof Voor meer informatie over de gebruikte methodiek en data zie: Beoogde situatie 26feWhKFLjLu (21 juni 2018)