COLOFON. Deze editie van het Microlabblad is geheel gewijd aan de onderzoekslijn van het Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek.
|
|
- Frank Groen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 MicroLabBlad :32 Pagina 87 MICROL LABBLAD I N F O R M AT I E B U L L E T I N V A N H E T L A B O R AT O R I U M M I C R O B I O L O G I E T W E N T E A C H T E R H O E K Deze editie van het Microlabblad is geheel gewijd aan de onderzoekslijn van het Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek. Steekwoorden hierin zijn: operationele research en moleculair microbiologische technieken. Het laboratorium is verbonden met topklinische opleidingsziekenhuizen die tezamen de grootste niet-academische opleidingssetting in Nederland vertegenwoordigen. Deze ziekenhuizen bieden 14 opleidingen voor medisch specialist. Voor de opleiding tot basisarts lopen co-assistenten stage in deze Twentse ziekenhuizen. Er is een affiliatie met de Faculteit der Medische Wetenschappen in Groningen. Ons streven is om op termijn ook een A-opleiding medische microbiologie aan deze reeks specialisaties te kunnen toevoegen. Onderstaande artikelen moeten u een indruk geven van de onderzoekslijn zoals die op dit moment bestaat. I N H O U D S O P G AV E Voorwoord De diagnostiek van respiratoire infecties Protocolontwikkeling infectiepreventie Operationele research - het opzetten van een polymerase chain reaction (PCR) voor één bepaalde ESBL positieve Klebsiella pneumoniae stam Laboratoriumdiagnostiek van Trichomonas vaginalis De diagnostiek bij infecties van immuungecompromitteerde patiënten COLOFON Micro Lab Blad is een uitgave van: Redactie: S.D. Meijer E. Roelofsen Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek Burgemeester Edo Bergsmalaan AD Enschede Telefoon: (053) , Telefax: (053) info@labmicta.nl Openingstijden: ma.t/m vr. 08:00-18:00 uur, za. en zo. 10:00-11:00 uur Derde jaargang Nummer 4 November 2003
2 VOORWOORD Ondanks een structurele onderbezetting op stafniveau, streeft ons laboratorium ernaar de A-opleiding Medische Microbiologie te verwerven. Door de visitatiecommissie voor de A-opleiding wordt nauwkeurig gekeken naar de aanwezigheid van consistente onderzoekslijnen, iets waar we de laatste twee jaar veel energie in gestoken hebben. Het hoeven dan wel geen fundamenteel wetenschappelijke onderzoeksinspanningen te zijn, maar ze moeten wel blijk geven van een hoog kennisniveau samen met een grote klinische toepasbaarheid. Binnen ons bedrijfje noemen we dat in slecht Nederlands research & development oftewel R&D. Vrij vertaald komt het erop neer dat we continu proberen de laatste ontwikkelingen binnen ons vakgebied, zowel laboratoriumtechnisch als klinisch, te implementeren. De belangrijkste randvoorwaarde hierbij is dat het zonder meer klinisch relevant moet zijn. Dus geen luchtfietserij voor extreem zeldzame patiënten, maar altijd oog voor het toepassingsgebied; zijn er voldoende patiënten, draagt onze inspanning bij aan de diagnostiek en/of behandeling, en vooral blijft de prijs-kwaliteit verhouding goed. Basis hiervoor blijft de beproefde wetenschappelijke benaderingswijze. Graag willen we u dan ook laten kennismaken met de diverse R&D projecten binnen onze vakgroep. Op het eerste gezicht lijken de onderwerpen zeer divers, en dat zijn ze ook wat de aandachtsgebieden betreft, echter de gemeenschappelijke basis is veelal te vinden in de moleculair microbiologische technieken die nodig zijn om de vraagstellingen te beantwoorden. Vooral deze technieken hebben de laatste 5 jaar een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Eerst was het nog moeizaam en was de plaats in de diagnostiek onduidelijk, maar inmiddels nemen ze een niet meer weg te denken plaats in ons laboratorium in. Een mooi voorbeeld is dat tegenwoordig met enige regelmaat cito-diagnostiek voor tuberculose wordt aangevraagd waar enige tijd geleden een doorlooptijd van minstens 4 weken geaccepteerd was. De verwachting is dat de toepassing van deze technieken alleen maar zal groeien, en een voor de arts-microbioloog onmisbaar instrument wordt dat even goed en degelijk beheerst en beheerd dient te worden als bijvoorbeeld de algemene bacteriologie. Uit de bijdragen zal duidelijk worden dat er een consistente R&D lijn in ontwikkeling is. We hopen dat deze lijn aanspreekt en prikkelt tot participatie van vele vakgroepen. We nodigen u dan ook uit om, samen met ons, de vele mogelijkheden die deze lijn biedt verder te exploreren en tot beproefd diagnosticum te verheffen. Namens de medische microbiologie, Ron Hendrix 88
3 DE DIAGNOSTIEK VAN RESPIRATOIRE INFECTIES R ON H ENDRIX Binnen de diagnostiek van respiratoire infecties bij volwassenen neemt de patiëntengroep met COPD (chronic obstructive pulmonary disease) een belangrijke plaats in. Het aantal patiënten met COPD zal door de vergrijzing van de bevolking en het persistent roken de komende tientallen jaren sterk stijgen. Acute verslechteringen (exacerbaties) van COPD komen bij deze patiënten vaak voor. Ook zal in veel gevallen de restlongfunctie bij een exacerbatie verder achteruitgaan. Gemiddeld hebben patiënten één à twee exacerbaties per jaar, maar dit aantal kan per patiënt sterk variëren. De standaardbehandeling van deze exacerbaties is het geven van inhalatiecorticosteroïden en vaak antibiotica. De rol van bacteriën en andere micro-organismen, zoals virussen, in het ontstaan van deze exacerbaties is onduidelijk. Bij ongeveer de helft van de exacerbaties zijn bacteriën betrokken. Bij de andere helft lijken virussen, met name Rhinovirussen en Coronavirussen, maar ook Influenza- en Parainfluenzavirussen betrokken te zijn. De rol van de diverse organismen in het onderhouden van het chronische karakter van de ziekte is vooralsnog onduidelijk. Om de rol van micro-organismen in het verloop van COPD goed te kunnen onderzoeken, zijn in dit onderzoek COPD-patiënten langdurig gevolgd. Dit onderzoek is een intensieve samenwerking van de afdelingen epidemiologie en longziekten van het Medisch Spectrum Twente (MST) (Van der Palen, Monninkhof, Van der Valk), de Katholieke Universiteit Nijmegen (Zielhuis, Van Herwaarden) het Erasmus Medisch Centrum (Bogaert, Hermans) en het Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek. Van deze patiënten wordt er tijdens een exacerbatie sputum verzameld. Tevens worden er ook bloedmonsters afgenomen voor het verrichten van serologisch onderzoek. Deze studie die we Micros-COPE noemen is onderdeel van de COPE-studie naar self-management of COPD, including self-treatment of exacerbations in an outpatient population die binnen de afdeling longziekten van het MST loopt. De belangrijkste vragen die in dit onderzoek zullen worden beantwoord, luiden: wordt longfunctieverlies tijdens een exacerbatie veroorzaakt door bacteriën, virussen, schimmels en/of gisten of een combinatie van deze organismen. Wat is de waarde van de diverse microbiologische technieken voor het aantonen van deze organismen. Zijn er voorspellende factoren die het al dan niet voorschrijven van antibiotica beter kunnen onderbouwen. Inmiddels zijn er meer dan 170 goed gedocumenteerde exacerbaties beschikbaar voor verdere analyse. De eerste fase van dit onderzoek spitst zich toe op de detectie van bacteriële verwekkers. Van alle exacerbatiesputa zijn grampreparaten gemaakt en zijn er semi-kwantitatieve kweken uitgewerkt. Wanneer de resultaten van de kweek als gouden standaard voor een bacteriële infectie worden gehanteerd, komen er verrassende resultaten uit. Zo blijken patiënten die in het jaar voorafgaand aan de huidige exacerbatie 2 of meer exacerbaties hadden en tevens een positief grampreparaat hebben, ook overwegend een positieve kweek te hebben. Patiënten die niet aan deze beide criteria voldoen blijken overwegend een negatieve kweek te hebben. De vraag die je dan ook onmiddellijk dient te stellen is of deze tweede groep (ongeveer 60%) ook zonder antibiotica goed zal herstellen. Inmiddels is er een MICROLABBLAD 89
4 onderzoeksvoorstel om deze vraag dubbelblind en prospectief te gaan testen in voorbereiding. De tweede vraag die hieruit voortvloeit is of deze kweek-negatieve exacerbaties door virussen zijn veroorzaakt. De tweede fase van het onderzoek spitst zich dan ook toe op de detectie van de intracellulaire verwekkers.vanuit de klassieke microbiologie zijn hiervoor 2 methoden beschikbaar: virale kweek en serologie op een serumpaar. De virale kweek is bij dit soort patiënten zeer onbetrouwbaar gebleken. Een deel van de potentieel oorzakelijke virussen is niet, dan wel zeer moeilijk kweekbaar, terwijl een ander deel, hoewel goed kweekbaar, alleen met een zeer lage sensitiviteit aantoonbaar is. Om beide redenen is er in deze studie van virale kweken afgezien. Om toch een beeld van de niet-bacteriële verwekkers te krijgen zijn de beschikbare exacerbaties serologisch geanalyseerd. Dit is gedaan met de modernste serologische technieken die op dit moment beschikbaar zijn (ELISA). Twee verschillende testsytemen zijn gebruikt voor de detectie van Adenovirus, RSV, Influenzavirus A+B, Parainflunzavirus I-II-III, Mycoplasma en Legionella. Hoewel volgens de literatuur 20% van de nietbacteriële exacerbaties door deze organismen veroorzaakt zouden zijn, kunnen wij dat niet aantonen. Groot nadeel van dit deel van de studie is dat er geen betrouwbare serologische technieken voor de detectie van Rhinovirussen en Coronavirussen beschikbaar zijn. De derde fase van deze studie is dan ook een logisch vervolg op de tweede fase. Om toch een betrouwbaar beeld te krijgen van de niet-bacteriële verwekkers is het noodzakelijk een moleculair microbiologisch testsysteem op te zetten. Ook dit gebeurt weer met de modernste techniek: de realtime PCR. Inmiddels beschikken we over betrouwbare real-time PCR s om Mycoplasma pneumoniae, Chlamydia pneumoniae en Influenza A+B in respiratoire materialen aan te tonen, en we hopen binnen 3 maanden deze lijn met Parainfluenzavirus, Adenovirus, Enterovirus, RSV, Rhinovirus en Coronavirus te kunnen uitbreiden. In een later stadium willen we humaan Metapneumovirus aan deze rij toevoegen. Zodra al deze parameters operationeel zijn worden alle exacerbatiesputa hiermee getest. Deze Micros-COPE studie heeft uiteraard niet alleen gevolgen voor COPD-patiënten. De diagnostische inzichten die hiermee verkregen worden zijn natuurlijk van toepassing op een veel breder scala aan pulmonale infecties. Vooral de moleculaire technieken kunnen bij atypische longbeelden, als deze oude term nog gebruikt mag worden, een belangrijke rol gaan spelen. Tot nu toe is alleen de Legionella sneltest, die binnen enkele uren na afname van urine een betrouwbaar resultaat kan geven, beschikbaar. Met het operationeel krijgen van de real-time PCR s voor de genoemde organismen wordt het mogelijk binnen uur na afname van het respiratoire materiaal een betrouwbare diagnose te stellen. Op dit moment is daar voor een aantal organismen nog minstens 10 dagen voor nodig omdat de diagnostiek op (relatief onbetrouwbare) serologie gebaseerd is, terwijl er voor een aantal andere organismen gewoon geen niet-moleculair microbiologische diagnostiek beschikbaar is. In de toekomst zullen we middels ons blaadje graag meer aandacht geven aan deze nieuwe lijn van diagnostiek. 90
5 PROTOCOLONTWIKKELING INFECTIEPREVENTIE R ON H ENDRIX Binnen de ziekenhuizen, maar ook vaak erbuiten, worden regelmatig protocollen ontwikkeld met betrekking tot infectiepreventieprocedures. Deze protocollen worden vaak opgesteld door deskundigen die in de regel inhoudelijk goed op de hoogte zijn, maar weinig tot geen inzicht hebben in de referentiekaders van de personen die met deze protocollen moeten werken. Vanuit de vakgroep communicatiewetenschappen van de Universiteit Twente kwam het initiatief (Van Gemert) om deze materie te onderzoeken. Na een aantal discussies met ons laboratorium werd al snel gekozen om de protocollen rondom accidenteel bloedcontact en Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) aan een nader onderzoek te onderwerpen. In vijf ziekenhuizen (waaronder het Medisch Spectrum Twente en in de voorbereidende fase het Streekziekenhuis Koningin Beatrix), verspreid over het land, is het totstandkomen en functioneren van deze protocollen onderzocht. Door middel van semi-gestandaardiseerde interviews is de totstandkoming en implementatie van de protocollen gereconstrueerd. Het functioneren van de protocollen is onderzocht aan de hand van een vragenlijstonderzoek en een performancetest afgenomen bij een gestratificeerde at random steekproef van de verschillende doelgroepen van de protocollen. Het blijkt dat de beide protocolsoorten voor de doelgroepen onvoldoende toegankelijk, begrijpelijk, acceptabel en toepasbaar zijn. Bij het totstandkomen van de protocollen is wel gestreefd naar inhoudelijke correctheid en legitimiteit maar er is onvoldoende rekening gehouden met verschillen in kennis, vaardigheden en werkwijze van de doelgroepen. Implementatie en evaluatie verlopen te weinig doel(groep)gericht. De infrastructuur voor een succesvolle implementatie ontbreekt door een geringe betrokkenheid van het management bij deze protocollen. Ter bevordering van het functioneren van de protocollen wordt aanbevolen deze op te splitsen in een organisatieprotocol met een verantwoordingsfunctie en doelgroepspecifieke protocollen met een gebruiksfunctie. Een systeem van training, reminders en feedback kan het bewustzijn in het eigen handelen bevorderen, terugval in oude routines doorbreken en adequate en tijdige signalering van multiresistente microorganismen mogelijk maken. Uiteraard zijn deze aanbevelingen gebaseerd op de vigerende theorie. Of ze in de gezondheidszorg zullen werken moet nog aangetoond worden. Om dit te onderzoeken heeft dezelfde onderzoeksgroep, versterkt met een aantal deskundigen, recent een voorstel geformuleerd en aangeboden ter beoordeling aan een subsidiegever (ZON). We hopen dat we spoedig met dit vervolgonderzoek kunnen starten waarbij het uiteindelijke doel het formuleren van een strategie is waarmee bruikbare en begrijpbare protocollen opgesteld kunnen worden die in de praktijk goed nageleefd kunnen worden. MRSA problematiek in de verpleeghuizen Tot voor enkele jaren werden in Nederland MRSA s geïmporteerd vanuit buitenlandse ziekenhuizen o.a. via repatriëring van Nederlandse patiënten. De laatste jaren zijn er steeds meer aanwijzingen dat er MRSA-stammen in Nederland zelf circuleren zonder verband met het buitenland, en dat juist deze Nederlandse MRSA-stammen secundaire besmettingen veroorzaken, mogelijk doordat ze niet zo MICROLABBLAD 91
6 snel worden ontdekt. Uit buitenlandse literatuur blijkt dat verpleeghuizen een waarschijnlijke bron van deze stammen zijn. Zelfs in de ons omringende landen zijn prevalentiecijfers voor MRSA in de verpleeghuizen van 20% heel normaal. Op een vraag van de inspectie heeft het RIVM (De Neeling) dan ook het initiatief genomen de Nederlandse situatie te onderzoeken. In de periode is onderzoek gedaan naar het vóórkomen van MRSA in verpleeghuizen in de regio s Amsterdam, Enschede, Heerlen en Den Bosch. Bij 1218 verpleeghuisbewoners werd een neuskweek afgenomen. Acht personen (0,7%) bleken MRSA bij zich te dragen. Dit percentage is laag, maar nog altijd 7 maal zo hoog als in de open populatie (<0,1%). In de verpleeghuizen in onze regio die deelnamen aan dit onderzoek hebben we vanuit het Laboratorium Microbiologie ook gekeken naar dragerschap van de normale S. aureus. Deze bacterie kon zoals verwacht bij ongeveer 50% van de bewoners worden aangetroffen. Op dit moment worden deze stammen moleculair getypeerd om te achterhalen of er binnen de verpleeghuizen dominante stammen aanwezig zijn, of dat iedere bewoner een eigen unieke stam bij zich draagt. Voorlopige resultaten wijzen erop dat alle met S. aureus gekoloniseerde bewoners een eigen uniek isolaat bij zich dragen. Dit duidt erop dat S. aureus en dus ook de MRSA zich vrijwel niet in de verpleeghuizen verspreiden. De verpleeghuizen zijn dan ook waarschijnlijk niet de bron van de Nederlandse MRSA s. Waar ze dan wel vandaan komen blijft vooralsnog onduidelijk. MRSA-patiënten in de ziekenhuizen Binnen de ziekenhuizen in onze regio hebben we inmiddels ruime ervaring opgedaan met MRSA gekoloniseerde patiënten. Een relatief grote groep van deze MRSA gekoloniseerde patiënten hebben we inmiddels een aantal jaren kunnen volgen. Deze patiënten zijn in twee groepen onder te verdelen. Een groep (ongeveer 50%) die kortdurend, en hooguit enkele weken, met een MRSA gekoloniseerd is en waarbij de MRSA daarna nooit meer wordt aangetroffen. En een andere groep (de overige 50%) die jarenlang gekoloniseerd blijft met dezelfde soort MRSA zoals uit moleculaire typering blijkt. Bij deze laatste groep patiënten is het goed mogelijk dat de MRSA gedurende een langere periode (tot zeker een jaar) niet meer aantoonbaar is en dan ineens, na bijvoorbeeld een antibioticumkuur of een ingreep, weer duidelijk aanwezig is. Uit moleculaire analyse blijkt dat het nog steeds om de oorspronkelijke MRSA gaat. Sommige van deze patiënten zijn indertijd, conform de geldende richtlijnen, negatief verklaard waarbij het vaker voorkwam dat ze zonder isolatiemaatregelen ineens positief op een verpleegafdeling lagen met een aantal secundaire kolonisaties bij kamergenoten tot gevolg. Dit heeft ertoe geleid de regel eens MRSA altijd MRSA in het leven te roepen. Zolang het een klein aantal patiënten betreft is deze regel goed hanteerbaar, echter het betreft tegenwoordig meerdere tientallen patiënten. Tevens is deze regel onethisch want we weten dat ongeveer de helft van deze patiënten onterecht in isolatie wordt verpleegd; we weten alleen niet welke individuele patiënten het betreft. Om toch meer over individuele patiënten te kunnen zeggen zijn we nu bezig (Van t Veer) alle klinische kenmerken van deze patiënten op het moment dat ze een MRSA verwierven in kaart te brengen. We hopen op grond hiervan een profiel voor een snel negatieve en een langdurig positieve patiënt te kunnen opstellen zodat een groot deel van de patiënten niet meer in isolatie hoeft te worden opgenomen. We hopen deze analyse deze winter te voltooien. 92
7 MicroLabBlad :32 Pagina 93 O P E R AT I O N E L E R E S E A R C H Het opzetten van een polymerase chain reaction (PCR) voor één bepaalde ESBL positieve Klebsiella pneumoniae stam EVELINE ROELOFSEN Als een probleem in de praktijk zo vaak voorkomt dat het de moeite waard is hiervoor een structurele oplossing te zoeken wordt dit operationele research genoemd. Een dergelijk probleem is het detecteren van bijzonder resistente micro-organismen zoals MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus) of een extended spectrum betalactamase (ESBL) producerende Gram-negatieve staaf zoals Klebsiella pneumoniae. In Nederland wordt een "search and destroy" beleid gevoerd ten aan zien van deze pathogenen. Zie ook de richtlijnen van de landelijke werkgroep infectiepreventie: Onderzoek naar zo'n bijzonder resistent micro-organisme duurt tussen de 2 en 5 dagen. Op dag 1 worden inventarisatiekweken afgenomen, een keel-, huid - of rectumkweek door middel van een Culturette. Dit onderzoeksmateriaal wordt in een buis met bouillon geplaatst. Deze bouillon bevat antibiotica die bacteriën, anders dan de gezochte, doden of onderdrukken. Dag 2: deze bouillon wordt afgeënt op selectieve voedingsbodems die ook weer alleen de gezochte stam selecteren. Op dag 3 wordt bekeken of er al dan niet wat groeit. Groeit er niets, dan is duidelijk dat de patiënt de gezochte bacterie niet bij zich heeft. Als er wel iets op de plaat gegroeid is en de kolonies zijn er ieder afzonderlijk af te enten, vindt er nadere determinatie van de bacteriën en onderzoek naar de gevoeligheid voor antibiotica plaats. Liggen de kolonies niet los van elkaar dan moet er eerst rein gekweekt worden. Determinatie en gevoeligheid zijn dus op dag 4 of dag 5 bekend. Het vermoeden dat het om een ongewenst micro-organisme gaat, wordt nu door de dienstdoende arts-microbioloog doorgebeld naar de behandelend arts. Echter dit vermoeden moet nog bevestigd worden. Bij de Klebsiella wordt gekeken of het een extended spectrum beta-lactamase vormt. Op dag 5 of 6 gaat dan de schriftelijke uitslag de deur uit. Klebsiella pneumoniae is een normale bacterie die als commensaal in onze darmen voorkomt. Het wordt een potentiële pathogeen als de weerstand van de patiënt verlaagd is. En kan dan een nosocomiale infectie veroorzaken. Meestal in de vorm van een longontsteking, (lijn)sepsis of een urineweginfectie. Vaak zijn dit patiënten die op de intensive care liggen. Zo'n patiënt wordt dan geïsoleerd verpleegd. Om verspreiding te voorkomen is het belangrijk zo snel mogelijk te weten wie van de andere patiënten die bacterie al dan niet heeft en waar in de omgeving deze bacterie zich verstopt. Inventarisatie is de eerste stap in de richting van probleembeheersing: hoe groot is het probleem, welke beslissingen moeten er worden genomen en wat is het effect van die beslissingen. In de IC van het Medisch Spectrum Twente (MST) komt sinds augustus 2001 endemisch een Klebsiella pneumonie voor die resistent is voor alle antibiotica behalve de carbapenems (duur) en colistine (bijwerkingen). Deze stam is opgestuurd naar Italië (Dept. Of Pathology, University of Verona) om nader gedetermineerd te worden. Daar ontdekte mevrouw Mazzariol dat deze Klebsiella een extended spectrum beta-lactamase (ESBL) bezit met twee puntmutaties. Deze puntmutaties zijn ieder afzonderlijk wel gevonden in andere bacteriën, maar nog nooit eerder samen. Veel soorten bacteriën vormen beta-lactamasen. MICROL LABBLAD 93
8 Het hardnekkig voorkomen van deze speciale Enschedese Klebsiella noopt ons om naar snellere detectiemethoden te zoeken. Jan Arends, arts-microbioloog verbonden aan het academisch ziekenhuis in Groningen (AZG), toonde aan dat het ESBL-gen op een integron lag van 700 bp. Wat is een integron? Een integron is een stukje DNA dat moleculair biologisch herkenbaar is doordat een gencassette geflankeerd wordt door twee geconserveerde stukjes DNA. Beide uiteinden van deze geconserveerde gebieden bevatten stukjes DNA (inverted repeats) die maken dat dit integron altijd wel ergens, of het nu linksom of rechtsom wordt afgelezen, is in te passen in een groter stuk DNA (b.v. chromosomaal DNA of een plasmide). Een integron bevat meestal geen transpositiegenen, dit in tegenstelling tot een transposon. Maar beide uiteinden van een integron zijn zo gevormd dat als er een set transposases aanwezig is in de cel, het integron kan worden overgebracht naar een ander stuk DNA. Ook kan het in circulaire vorm voorkomen als een soort miniplasmide. Inverted repeat geconserveerde deel gencassette geconserveerde deel Inverted repeat Fig 1. Integron Op dit voor deze Klebsiella specifieke integron van 700 bp ligt een trimethoprim resistentie gen. Deze combinatie van specifiek integron en gen, kunnen we als surrogaatmarker gebruiken in een PCR. Voor de PCR wordt een specifiek nucleïnezuurfragment van het DNA van de bacterie in grote hoeveelheden gerepliceerd. In dit geval dus het trimethoprim resistentie gen met wat aangrenzende nucleotiden. Hiervoor zijn primers nodig die complementair zijn aan een aantal nucleotiden voorafgaand aan het stukje dat je wilt detecteren (zie de aangehechte blokjes in figuur 2). Fig. 2. Principe van de Polymerase chain reaction 94
9 Het DNA is uit de bacterie geïsoleerd door het simpelweg op te koken met een eiwitafbrekend enzym en een beetje detergens. De bovenstaande vloeistof bevat dan het dubbelstrengs DNA. Door nogmaals te verhitten (denaturatie) maken de beide DNA-strengen zich los van elkaar. Bij een relatief lage temperatuur worden de primers en nucleotiden in overmaat toegevoegd (hybridisatie/annealing). De enkele ketens worden nu verdubbeld vanaf het punt waar de primer zich gehecht heeft (elongatie fase). De cyclus denaturatie/ hybridisatie en elongatie wordt 25 tot 30 keer herhaald. Dit gebeurt in een thermocycler. Dit is een apparaat dat in een paar seconden de temperatuur van heel hoog naar heel laag kan brengen. Er is nu een PCR-product ontstaan waarin heel veel kleine stukjes zitten van het DNA dat wij zoeken. Dit PCR-product is zichtbaar te maken door een gel-electroforese. Agarose wordt opgekookt en uitgegoten in een plaatje waar het kan stollen tot een gel. Een kam die in de vloeibare agar wordt gehangen zorgt ervoor dat er uitsparingen ontstaan in de agarose-gel. Deze gel wordt in een bak gelegd waarin een buffervloeistof zit. Elk PCR-produkt wordt in een uitsparing gepipetteerd. In de bak zijn een negatieve en een positieve electrode aangebracht. Door een bepaalde spanning te laten lopen door de buffer en dus de agar, loopt het negatief geladen DNA naar de positieve pool. Omdat wat ethidiumbromide is mee opgebracht in de uitsparingen kunnen we het DNA m.b.v ultraviolet zichtbaar maken. Een trapje van stukjes DNA van bekende grootte wordt meegenomen om te zien hoe groot ons geïsoleerd stukje DNA is. Fig. 3. De d.m.v. PCR geamplificeerde DNA fragmenten zijn zichtbaar in de agarose gel. Laan 1 t/m 5; DNA van bekend positieve patiënten, laan 6,12,18.en 24 zijn DNA-ladders met fragmenten van bekende grootte.laan 7 t/m 11; opgekookte stam van bekend positieve patiënten. Laan 13 t/m 17; bouillons van bekend positieve patienten. Laan19 t/m 23; Klebsiella pneumoniae ESBL+ maar niet de endemische stam. MICROLABBLAD 95
10 Hier boven ziet u resultaten van de PCR zoals Jan Arends en Niek Arents (AZG) die hebben ontworpen. De eerste vijf laantjes zijn bekende positieve stammen waarvan het DNA al eerder is gezuiverd voor een andere typeringstest. Deze zouden dus allemaal zo'n dikke witte band moeten geven als in laan 3 en 4. Waarom dit niet is gebeurd, is niet duidelijk. Na het trapje in laan 6 volgen 5 stammen van positieve patiënten die alleen opgekookt zijn om het DNA vrij te maken. Dit was een poging om de tijd te beperken die nodig is voor het opwerken van het materiaal. Het was mooi geweest als ze allemaal een dikke witte band lieten zien. Na weer een trapje op positie 12 volgen er nu 5 bouillonnen van positieve patiënten. Alleen even opgekookt om het DNA vrij te maken. Tot onze verrassing zien we hier drie banden. De laatste 5 lanen zijn gevuld met Klebsiella pneumoniae stammen die ESBL positief zijn maar niet onze Enschedese stam. Deze mogen geen banden laten zien en gelukkig is dat ook zo. Om de test te optimaliseren moet er nog veel werk gedaan worden. Een test mag niet vals positief of vals negatief zijn. Ook moet het duidelijk zijn wat de gevoeligheid is van een test. Met bovenstaande PCR zijn we nog niet klaar. Toch loont het de moeite om er zo veel tijd, geld en moeite in te steken. De tijdwinst die deze test zal opleveren komt niet alleen de patiënt ten goede, maar zal er ook voor zorgen dat het probleem en de omvang ervan sneller bekend worden, beslissingen meer gefundeerd genomen kunnen worden en interventies onderbouwd kunnen plaatsvinden. 96
11 LABORATORIUMDIAGNOSTIEK VAN TRICHOMONAS VAGINALIS B ERT M ULDER Inleiding Trichomonas vaginalis infectie is wereldwijd de meest voorkomende niet-virale SOA. Trichomonas infectie vormt een risicofactor voor de verspreiding van HIV. Bij vrouwen geeft Trichomonas infectie aanleiding tot vaginitis met als mogelijke symptomen: overvloedige, hardnekkige fluor met een karakteristieke (vis)geur, jeuk en een brandend gevoel. De klassieke manier om een Trichomonas vaginalis infectie vast te stellen is het zogenaamde natte preparaat ( wet mount ), waarin bij direct microscopisch onderzoek typische, zeer beweeglijke micro-organismen worden gezien. In de huidige praktijk ontbreekt het de behandelend arts veelal aan de tijd om dit onderzoek zelf te verrichten. Sensitivity of Techniques for Identifying Trichomonas vaginalis in Genital Specimens Technique Sensitivity (%) Wet mount fluorescent antibody Gram stain <1 Acridine orange stain ~66 Giemsa stain Latex fixation Enzyme-linked immunosorbent assay DNA probe Polmerase chain reaction Cervical cytologic appearance Vaginal Culture Male urethral culture 80 Male first-void urine culture 68 Bron: Mandell, Douglas, and Bennet s Principles & Practice of Infectious Diseases, 5 th Edition, Laboratoriumonderzoek door middel van kweek op T. vaginalis wordt momenteel als gouden standaard gehanteerd. Mogelijk wordt de overleving van Trichomonas en daarmee de sensitiviteit van dit onderzoek negatief beïnvloed door de transporttijd naar het laboratorium. Dit zou het lage percentage positieve kweken kunnen verklaren. Jaar N N pos (%) (1,3) (1,4) (1,2) (0,9) Tabel : aantal laboratoriumonderzoeken Trichomonas vaginalis EIA Trichomonas vaginalis In eerste instantie werd op 171 ingestuurde monsters onderzocht of de mogelijk te lage gevoeligheid van de kweek met een antigeendetectie door middel van een EIA voor Trichomonas vaginalis (TV MICROLABBLAD 97
12 Screen ) kon worden verbeterd. Dit leek het geval te zijn aangezien van deze 171 monsters er in de Trichomonas vaginalis kweek 4 (2,3%) positief bleken, terwijl in de Trichomonas vaginalis EIA 12 monsters (7,0%) een positieve uitslag te zien gaven. Dit suggereerde een bijna verdrievoudiging van het percentage positieve uitslagen met een EIA test, die overigens in een dagdeel goed uitvoerbaar was. Bovendien zou hiermee de diagnostiek ten opzichte van de kweek ook nog aanzienlijk worden versneld. Voor we besloten de test op het laboratorium te gebruiken wilden we deze resultaten eerst met een PCR onderzoek bevestigen. Conventionele PCR Trichomonas vaginalis Uit de eerste tabel bleek al dat de PCR als enige techniek een sensitiviteit van 100% benadert. Volgens de huidige inzichten is PCR diagnostiek de optimale methode voor de detectie van Trichomonas vaginalis. Een grote studie uitgevoerd in Rotterdam liet zien dat in vergelijking met de PCR, de sensitiviteit van de kweek veel lager was (96 vs70%).2 Vergelijking van kweek en PCR resp. PCR en ELISA leverde het volgende verrassende beeld: Vergelijking kweek PCR Vergelijking EIA en PCR PCR + PCR - PCR + PCR - Kweek EIA Kweek EIA Sensitiviteit kweek 80% Sensitiviteit EIA 60% Specificiteit kweek 100% Specificiteit EIA 68% Pos. voorspellende waarde 100% Pos. voorspellende waarde 27% Neg. voorspellende waarde 98,5% Neg. voorspellende waarde 97% Concluderend kon de schijnbaar grotere sensitiviteit van de EIA niet bevestigd worden met de als gouden standaard geldende conventionele PCR op Trichomonas vaginalis. Met PCR als gouden standaard geeft de conventionele kweek wel goede resultaten en heeft de EIA geen meerwaarde als aanvulling of vervanging van de kweek. Een mogelijke verklaring voor de vals-positieve EIA uitslagen kwam naar voren uit het verdere microbiologisch onderzoek van de 8 patiënten met PCR negatieve en EIA positieve uitslagen: 7 van deze 8 patiënten bleken een positieve kweek te hebben met Candida albicans. Het mag duidelijk zijn dat bij een vrouw met fluorklachten een EIA onderzoek op Trichomonas vaginalis niet vals positief mag worden op grond van Candida albicans. Real time PCR Trichomonas vaginalis De vraag rijst of PCR onderzoek zelf geen meerwaarde heeft voor de routinediagnostiek van Trichomonas vaginalis. In de laatste CBO richtlijn SOA wordt laboratoria aanbevolen de PCR methode voor routinediagnostiek beschikbaar te maken. Hiervoor dient het onderzoek wel op een praktische en snelle manier te kunnen worden uitgevoerd. De conventionele PCR had als nadeel dat de techniek inclusief DNA opwerking enkele werkdagen kostte. De komst van geautomatiseerde DNA isolatieapparatuur en van real-time PCR onderzoek maakt het praktisch mogelijk dit onderzoek in 1 werkdag uit te voeren. Hiervoor werd een bruikbare real-time PCR ontwikkeld. 98
13 Real time PCR amplificatie-plot: positieve monsters geven een duidelijk signaal, negatieve monsters blijven op de nullijn. Uit de literatuur komt naar voren dat het mogelijk is om in navolging van de diagnostiek van Chlamydia, ook de Trichomonas diagnostiek door middel van PCR onderzoek van urinemonsters uit te voeren. Het vervolg van dit onderzoek naar de verbetering van de laboratoriumdiagnostiek van Trichomonas vaginalis zal eruit bestaan dat in een (multi-center) studieverband wordt gekeken naar de meerwaarde van deze vorm van diagnostiek voor de patiënt. MICROLABBLAD 99
14 DE DIAGNOSTIEK BIJ INFECTIES VAN IMMUUNGECOMPROMITTEERDE PATIENTEN R ON H ENDRIX De laatste jaren is een autologe stamceltransplantatie standaard behandeling geworden voor een aantal oncologische en hematologische aandoeningen. Daarnaast vinden uiteraard in de academische centra veel allogene beenmergtransplantaties plaats. De laatste patiëntengroep komt voor post-transplantatie controle steeds vaker naar onze ziekenhuizen. Een belangrijke complicatie van deze behandelingen is een soms levensbedreigende infectie. In 50% van deze infecties, die gepaard gaan met hoge koorts en algemeen ziek zijn, wordt er met standaard microbiologische technieken, waaronder bloedkweken, niets gekweekt. Hiervoor zijn 4 mogelijke redenen aan te voeren; Door het gebruik van antibiotica is de bacteriële celwand sterk verzwakt waardoor het niet mogelijk is deze bacteriën in een kunstmatig milieu als in een bloedkweekflesje in leven te houden. Waarschijnlijk is het wel goed mogelijk bacteriële nucleïnezuren in de bloedbaan aan te tonen. Hoewel de kliniek duidt op een systemische infectie zijn er geen kweekbare organismen in de bloedbaan aanwezig. Dit kan voorkomen bij een aspergillusinfectie. In dat geval zijn er wel eiwitten en nucleïnezuren van de schimmel in de bloedbaan aanwezig. Er zijn aanwijzingen voor een systemische virusinfectie maar er zijn geen gevoelige virologische kweektechnieken beschikbaar om het oorzakelijke virus aan te tonen. Dit doet zich vooral voor bij CMV-infecties. Vaak kunnen wel virale nucleïnezuren worden aangetoond. Vanuit de algemene microbiologie weten we dat hooguit 5% van de bekende bacteriën met de huidige kweektechnieken aantoonbaar is. 95% groeit gewoon niet in een bloedkweekfles. Tijdens infecties is het waarschijnlijk wel mogelijk bacteriële nucleïnezuren van deze slechte groeiers in de bloedbaan aan te tonen. Om dan toch een goed inzicht te krijgen in de mogelijke verwekkers van infecties binnen deze patiëntengroep lijkt het zinvol met moleculair microbiologische technieken naar deze patiënten te kijken. Om deze analyse mogelijk te maken is van een aantal patiënten, die een autologe perifere stamceltransplantatie onderging, op regelmatige basis conform het normale beleid kweken afgenomen en indien mogelijk buisjes volbloed ingevroren. Dit onderzoek wordt in nauwe samenwerking met de hematologen van het Medisch Spectrum Twente (MST) uitgevoerd. De verzamelde buisjes bloed vormen het startmateriaal voor een moleculaire analyse waarbij met een kwantitatieve real-time PCR gekeken wordt naar de aanwezigheid van Cytomegalovirus, Aspergillus, en bacteriën. Allereerst is er een PCR opgezet voor de detectie van Aspergillus soorten. Deze PCR is gericht op het 18S-RNA gen, een gen dat bij alle eukaryoten voorkomt. Het is een onderdeel van een groot genencomplex dat voor de werking van de ribosomen codeert. Door een slimme primerkeuze is deze PCR specifiek gemaakt voor het genus Aspergillus waartoe de voor neutropene patiënten gevaarlijke soort Aspergillus fumigatus behoort. Inmiddels is deze PCR operationeel en zijn we in staat hiermee Aspergillus DNA in het bloed van patiënten met een Aspergillus pneumonie aan te tonen. Inmiddels is er ook een kwantitatieve real-time PCR voor de detectie van CMV in bloed ontwikkeld, die nu gevalideerd wordt. Uitdagender is de ontwikkeling van een real-time PCR voor de detectie van bacteriële nucleïnezuren 100
15 in het bloed van immuungecompromitteerde patiënten. We zijn reeds een hele periode bezig een goede PCR hiervoor te ontwikkelen waarbij we echter met veel tegenslagen te maken kregen. Met de introductie van de real-time PCR technologie gaat het nu veel beter. Ook hier is de PCR gericht op het genencomplex dat codeert voor de werking van de ribosomen, maar dan het zogenaamde 16S- RNA gen. Dit gen komt alleen voor bij bacteriën. De verwachting is dat we binnen enkele weken een 16S-RNA PCR operationeel hebben. Het uiteindelijke doel van dit lopende onderzoek is een adequate strategie te ontwikkelen om deze kwetsbare patiëntengroep te kunnen monitoren met betrekking tot het voorkomen van bacteriële, CMV en Aspergillus infecties. Deze real-time technologie maakt het mogelijk binnen 24 uur na binnenkomst van het bloed een betrouwbare analyse te verrichten waar met de standaardtechnieken geen diagnose verwacht mag worden. Niet alleen hematologische patiënten komen voor deze technieken in aanmerking. Te denken valt ook aan AIDS-patiënten en IC-patiënten met onbegrepen koorts, maar ook aan grote groepen andere patiënten die fors immuunsupressieve therapie krijgen voor reumatische aandoeningen of andere ernstige auto-immuunziekten. MICROLABBLAD 101
16
SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
Nadere informatieSTATE OF THE ART MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK VAN VIRALE EN ATYPISCHE LUCHTWEGPATHOGENEN
MICROLABBLAD informatiebulletin van het laboratorium microbiologie twente achterhoek Het Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek wenst alle lezers een heel goed en gezond 2006 toe! Om het jaar goed
Nadere informatieSneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie
Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care
Nadere informatieMicrobiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care. Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen
Microbiologische diagnostiek bij infecties op de Intensive Care Dr. Jeroen Schouten Intensivist CWZ Nijmegen Casus bespreking Hr M, 1967, SEH op 20 oct 2010 VG -, medicatie - Sinds 1 week niet fit, grieperig.
Nadere informatieLabboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.
Labboekje Medische Microbiologie Virologie () Zoeken op basis van serologie. 1 Lab Klinische Virologie Lokatie Bestaat uit K1 zuid en L1 zuid Lab Klinische Virologie bestaat uit de volgende secties: AMM-moleculaire
Nadere informatieSerologische testen en interpretatie van testresultaten
Serologische testen en interpretatie van testresultaten Serologische testen Serologie is de leer van de stoffen die zich bevinden in het bloedserum. Bloedserum is het vocht dat verkregen is nadat bloed
Nadere informatieDIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014
DIAGNOSTIEK TARIEVEN EERSTE LIJN 2014 De onderstaande tarievenlijst geeft een zo goed mogelijk beeld van de kosten van de meest aangevraagde onderzoeken. Afwijkingen kunnen voorkomen. Het kan zijn dat
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-Organismen. Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO
Bijzonder Resistente Micro-Organismen Isolatiemaatregelen infectiepreventie bij BRMO In deze folder vindt u meer informatie over Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO) en Extended Spectrum Beta-Lactamase
Nadere informatieHet doel van rondzendingen; de visie van vakgenoten. Caroline Swanink 14 juni 2011
Het doel van rondzendingen; de visie van vakgenoten Caroline Swanink 14 juni 2011 Kwaliteitsrondzendingen SKML Het doel van de SKML is het bevorderen van de kwaliteit van medisch laboratoriumonderzoek
Nadere informatieVraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015
Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015 Algemene vragen 1 Wat is BRMO? BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent Micro-organisme.
Nadere informatie1. RSV: testaanbod. 1.1 RSV antigeen = sneltest
RSV en influenza seizoen 2018-2019 Met het nieuwe RSV seizoen voor de deur en het daaropvolgend influenza seizoen, wilden we graag even stil staan bij de optimale diagnostische keuze. - Voor de detectie
Nadere informatieLaboratoria Stichting PAMM. Pathologie en Medische Microbiologie
Laboratoria Stichting PAMM Pathologie en Medische Microbiologie Na Lunchtijd Na Lunchtijd Locatie Adherentie gebied van de PAMM voor medische microbiologie 800.000 mensen Zuid-Oost Brabant Onderzoeken
Nadere informatie9 e Post-O.N.S. Meeting
9 e Post-O.N.S. Meeting Neutropenie & Antibiotica resistentie Heleen Klein Wolterink Research verpleegkundige Medische Oncologie UMC Utrecht Schiphol introductie Neutropenie: Definitie Symptomen MASSC
Nadere informatieLegionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem
Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie
Nadere informatieONDERZOEK NAAR BRMO EN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN
ONDERZOEK NAAR BRMO EN MRSA INFORMATIE VOOR PATIËNTEN Inleiding In deze folder leest u informatie over Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO) en MRSA (Methicilline Resistente Staphylococcus aureus)
Nadere informatieSectie Virologie. Op weg naar harmonisatie
Sectie Virologie Op weg naar harmonisatie De sectie heeft ten doel: het bevorderen van het werk van de SKML op het gebied van de virusdetectie Enkele historische feiten Sectie virologie komt voort uit
Nadere informatieNieuwe Influenza A (H1N1)
Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld
Nadere informatieNieuwe Influenza A (H1N1)
Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom
Nadere informatieTarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014
Tarieven Streeklab - Eerstelijns diagnostiek 2014 bij tarieven Het Streeklaboratorium Haarlem gebruikt de standaard NZa s om de diagnostiek bij de zorgverzekeraar te declareren. Dit zijn de landelijke
Nadere informatieKosten- batenanalyse POCT Influenza Spaarne Gasthuis
Kosten- batenanalyse Influenza Spaarne Gasthuis Aanleiding Ieder jaar is er tijdens de winterperiode sprake van piek in het aantal patiënten met een influenza luchtweginfectie. De meeste patiënten met
Nadere informatieTitel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging. TB PCR urine toegevoegd. Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie
Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Wijziging TB PCR urine toegevoegd Doel Beschrijven afnamematerialen microbiologie Toepassingsgebied Medische microbiologie
Nadere informatieTitel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging
Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Tabel 2 Wijziging Toevoeging: Voor het verzenden van de materialen geldt dat de het transportmedium goed moet worden gesloten
Nadere informatieDe meest gestelde vragen over MRSA
De meest gestelde vragen over MRSA Inleiding In deze brochure treft u de meest gestelde vragen aan over MRSA en de antwoorden daarop. De brochure is een aanvulling op de ziekenhuisfolder waarin algemene
Nadere informatieSamenvatting. Nederlandse samenvatting
Page 143 Samenvatting Onder normale omstandigheden inhaleert een volwassen menselijke long zo n 11.000 liter lucht per dag. Naast deze normale lucht worden er ook potentieel toxische stoffen en micro-organismen,
Nadere informatieExtended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL)-producerende bacteriën
Extended Spectrum Beta-Lactamase (ESBL)-producerende bacteriën Inleiding U ontvangt deze folder omdat u mogelijk ESBL-drager bent. In deze folder kunt u lezen meer over ESBL zoals wat het is, hoe het wordt
Nadere informatieScreening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis
Infectiepreventie Screening BRMO na opname in een buitenlands ziekenhuis www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl INF006 / Screening BRMO na opname
Nadere informatieInformatiefolder BRMO voor patiënt en familie
Informatiefolder BRMO voor patiënt en familie BIJZONDER RESISTENTE MICRO-ORGANISMEN, WAT ZIJN DIT? Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-organisme heeft. In deze folder leest u algemene
Nadere informatieBRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie
BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene
Nadere informatieBRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie
BRMO/MRSA BESMETTING informatie voor cliënten en familie Bijzonder Resistente Micro-Organismen Bij u is aangetoond dat u een Bijzonder Resistent Micro-Organisme heeft. In deze folder leest u algemene informatie
Nadere informatieMRSA-positief, wat nu?
Infectiepreventie MRSA-positief, wat nu? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is MRSA?... 3 Wie loopt het meeste risico MRSA op te lopen?... 3 MRSA-dragerschap... 4 Verspreiding van MRSA voorkomen...
Nadere informatieZiekenhuishygiëne en infectiepreventie MRSA
Ziekenhuishygiëne en infectiepreventie MRSA Via deze folder geven wij u antwoorden op de enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die in veel gevallen
Nadere informatieTwee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt
Twee opvattingen over Lyme-ziekte Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Oude en Nieuwe opvattingen over Lyme-ziekte Nederlandse CBO richtlijn Lyme-borreliose ILADS richtlijnen voor het management
Nadere informatieMoleculaire diagnostiek
Moleculaire diagnostiek van infectieziekten Arjan de Jong 8 december 2015 Moleculaire diagnostiek Diagnostiek op basis van moleculair biologische (DNA/RNA) technieken Moleculaire diagnostiek van infecties
Nadere informatieTitel document Afnamematerialen overzicht microbiologie. Wijziging
Titel document Afnamematerialen overzicht microbiologie Wijzigingen Paragraaf Wijziging Bij Verzenden van patiëntenmateriaal paragraaf toegevoegd m.b.t. het wettelijk verplicht versturen van materiaal
Nadere informatieSamenvatting. Een complex beeld
Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt
Nadere informatieMethicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA)
Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) 2 Inleiding U ontvangt deze folder omdat u mogelijk MRSA-drager bent. In deze folder kunt u meer lezen over MRSA zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieDe extractie van bacterieel en fungaal DNA uit verschillende lichaamsvloeistoffen
Een grote verscheidenheid aan bacteriën, virussen, schimmels en parasieten is verantwoordelijk voor de naar schatting 15 miljoen sterfgevallen per jaar als gevolg van infectieziekten. Infectieziekten gaan
Nadere informatieAfdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter
Afdeling hygiëne en infectiepreventie MRSA-bacterie? Voorkomen is beter Bent u de afgelopen 2 maanden in een buitenlands ziekenhuis opgenomen of behandeld geweest? Hebt u beroepsmatig contact met varkens
Nadere informatieMRSA Ongevoelige of resistente bacterie
MRSA Ongevoelige of resistente bacterie Via deze folder proberen wij u antwoord te geven op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. Wat is MRSA? Staphylococcus aureus, is een bacterie die in veel
Nadere informatieMRSA. Hygiëne en infectiepreventie. Beter voor elkaar
MRSA Hygiëne en infectiepreventie Beter voor elkaar Inleiding Ieder mens draagt bacteriën bij zich. Deze bacteriën zijn zowel op als in het lichaam aanwezig. De Staphylococcus aureus is een bacterie die
Nadere informatieVroeg-detectie van Invasieve Aspergillose door middel van analyse van uitademingslucht. M.G. Gerritsen, arts-onderzoeker
Vroeg-detectie van Invasieve Aspergillose door middel van analyse van uitademingslucht M.G. Gerritsen, arts-onderzoeker Invasieve Aspergillose Aspergillus Schimmel overal aanwezig in omgevingslucht Bij
Nadere informatieWat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten?
MRSA In deze folder leest u wat MRSA is, welke gevolgen dit kan hebben voor uw opname en behandeling en welke maatregelen er genomen worden om de verspreiding van MRSA te voorkomen. U wordt behandeld
Nadere informatieUrineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen
Urineweginfecties (UWI s): Antibiotica en resistentie bij microorganismen in verpleeghuizen - SNIV 2012 -, De Reehorst, Driebergen Dr. Ine Frénay, arts-microbioloog RLM Dordrecht- Gorinchem 1 Indeling
Nadere informatieTot categorie 1 behoren - patiënten bij wie het MRSA dragerschap is aangetoond A
MRSA In deze folder geeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis u algemene informatie over de MRSA bacterie en de maatregelen die het ziekenhuis treft bij patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.
Nadere informatieMaatregelen bij mogelijke dragers
Maatregelen bij mogelijke dragers van MRSA Omdat u mogelijk drager bent van een bijzondere bacterie (MRSA-bacterie), gelden voor u isolatiemaatregelen. In deze brochure kunt u meer lezen over deze bacterie
Nadere informatieBeroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens.
MRSA 1 U wordt behandeld in een zorginstelling en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organisme
Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO en MRSA) In deze folder krijgt u uitleg over een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) en wat gevolgen hiervan zijn. Ook leest u algemene informatie over
Nadere informatieMRSA. Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. Afdeling Infectiepreventie
MRSA Maatregelen bij (mogelijke) dragers van Meticilline-resistente Staphylococcus aureus Afdeling Infectiepreventie Inleiding U bezoekt de polikliniek van het Amphia Ziekenhuis of u bent in ons ziekenhuis
Nadere informatieDevelopment of simplified molecular tools for the diagnosis of kinetoplast diseases
Development of simplified molecular tools for the diagnosis of kinetoplast diseases Thesis by: Claire M. Mugasa Promotores: Prof. Dr. P.A. Kager & Prof. Dr. George W. Lubega Copromotor: Dr. Henk D.F.H.
Nadere informatieTitel: Onderzoeksduur Comicro
Titel: Onderzoeksduur Comicro Publicatiedatum Apr-2017 Inhoud Onderzoeksduur Comicro In onderstaande tabel treft u informatie over de onderzoeksduur (gebaseerd op de mediaan) van onderzoeken bij Comicro.
Nadere informatieE-SWAB E-SWAB: OVERZICHT. LET OP Gonokokken kweek dezelfde dag inleveren!
: OVERZICT Alle overige kweken, o.a.: Gonokokken gevoeligheidsbepaling Pus (bacteriële kweek, gisten) MRSA ESBL Max. 48 uur bij kamertemperatuur. Gonokokken kweek dezelfde dag inleveren. LET OP Gonokokken
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO)
Bijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO) Inleiding U ontvangt deze folder omdat bij u een BRMO is aangetoond. In deze folder kunt u lezen meer over een BRMO zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieAfname instructies t.b.v. medisch microbiologisch onderzoek ALGEMENE INSTRUCTIES AFN-INSTR-ALGEMEEN-v Publicatiedatum:
Afnamematerialen Het microbiologisch laboratorium werkt met vier verschillende afname materialen, te weten: 1. Een ontlasting container met lepeltje 2. Een steriele container met witte dop voor alle andere
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief September 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief September 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: ALLERGIERAPPORTAGE; DETECTIEGRENS VERLAAGD ANTISTOFFEN BIJ DIABETES
Nadere informatieDetectie van pneumocystis in broncheoalveolaire lavage. Rafke Schoffelen 15-12-2015 IC Radboudumc
Detectie van pneumocystis in broncheoalveolaire lavage Rafke Schoffelen 15-12-2015 IC Radboudumc Casus Man, 78 jaar Behandeld met rituximab en prednison Verdenking pneumocystis pneumonie(pcp) Start cotrimoxazol
Nadere informatieAanbevelingen voor de aanpak van Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae (CPE)
Aanbevelingen voor de aanpak van Carbapenemase Producerende Enterobacteriaceae (CPE) o Dit probleem vergt dringende maatregelen voor een snelle aanpak van CPE teneinde overdracht te beperken en epidemieën
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organisme
Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO en MRSA) In deze folder krijgt u uitleg over een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) en wat gevolgen hiervan zijn. Ook leest u algemene informatie over
Nadere informatieMeticilline-Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA)
Meticilline-Resistente Staphylococcus Aureus (MRSA) 2 Inleiding U ontvangt deze folder omdat u mogelijk MRSA-drager bent. In deze folder kunt u lezen meer over MRSA zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieCMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog
CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van
Nadere informatierespiratoire virale infecties: evaluatie van de huidige PCR Sarah Resseler 31 maart 2009
Laboratoriumdiagnose van respiratoire virale infecties: evaluatie van de huidige PCR Sarah Resseler 31 maart 2009 Inhoud 1. Algemene inleiding 2. Klinisch/diagnostisch scenario 3. CAT vraagstelling 4.
Nadere informatieCasuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt
Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt Infectieuse serologie Borrelia-serologie (Lyme) Toxoplasma gondii
Nadere informatieSamenvatting. Etiologie. samenvatting
Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen
Nadere informatieInfectiepreventie MRSA.
Infectiepreventie MRSA www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is een MRSA-bacterie?... 4 Gevolgen van een MRSA-infectie... 4 Wie kan een MRSA bij zich dragen?... 4 Onderzoek naar de MRSA-bacterie... 5 Hoe
Nadere informatieCorrectieve actie op basis van onjuiste determinatie en/of vervolgtest
Correctieve actie op basis van onjuiste determinatie en/of vervolgtest Inhoud: Aandachtsgebied sectie bacteriologie/mycologie Het belang van de klinische interpretatie van de vraagstelling en de uitslag.
Nadere informatieRSV en influenza seizoen
RSV en influenza seizoen 2017-2018 1. Huidige epidemiologie 1.1 WIV Het WIV stelt een wekelijkse update beschikbaar voor de opvolging van het influenza seizoen, aan de hand van de klinische surveillance
Nadere informatieWerkstroomformulier - Regionaal
Werkstroomformulier - Regionaal Titel richtlijn: Ebola-protocol Regio Noord-Oost: Regionale Maatregelen bij signalering van patiënt met (verdenking) op virale hemorragische koorts (VHK) Auteurs: Medische
Nadere informatieSamenvatting in. het Nederlands
11 Samenvatting in het Nederlands Chapter Samenvatting 1 in het Nederlands Naast therapeutische effectiviteit zijn kostenbeheersing en het verminderen van onnodig antibioticumgebruik belangrijke aspecten
Nadere informatieBRMO (MRSA/VRE/ESBL) Bacteriën die niet reageren op standaard gebruikte antibiotica
BRMO (MRSA/VRE/ESBL) Bacteriën die niet reageren op standaard gebruikte antibiotica Inhoud Inleiding 3 Wat is een BRMO? 3 MRSA 3 VRE 3 ESBL en CPE 4 Wanneer verhoogde kans om drager van een BRMO te zijn?
Nadere informatieDe strijd tegen nosocomiale infecties, een multidisciplinaire aanpak
De strijd tegen nosocomiale infecties, een multidisciplinaire aanpak Els Van Mechelen 19 december 2013 Micro organismen Overzicht Inleiding Biomoleculen Virussen : Bouw en vermenigvuldiging Bacteriën :
Nadere informatieMRSA Radboud universitair medisch centrum
MRSA U wordt behandeld in het Radboudumc en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking komt
Nadere informatieControle op Bijzonder Resistente Micro- Organismen
Controle op Bijzonder Resistente Micro- Organismen BRMO In deze folder staat algemene informatie over bijzonder resistente micro-organismen (bacteriën). En waarom en hoe u hierop wordt gecontroleerd. Deze
Nadere informatieContactonderzoek BRMO
Contactonderzoek BRMO In deze folder krijgt u uitleg over wat contactonderzoek is en wat dit voor u betekent. Ook leest u algemene informatie over een bacterie, resistente bacteriën en mogelijke gevolgen
Nadere informatieMRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
Nadere informatieQ-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Nadere informatieTrichomonas vaginalis, ontmaskering van een onderschatte pathogeen? Philippe Willems Promotor: Dr. R. Cartuyvels
Trichomonas vaginalis, ontmaskering van een onderschatte pathogeen? Philippe Willems Promotor: Dr. R. Cartuyvels Laboratoriumdiagnostiek T. vaginalis Inleiding Literatuurstudie: opties laboratoriumdiagnostiek
Nadere informatieBijzonder Resistent Micro-Organismen (BRMO)
Bijzonder Resistent Micro-Organismen (BRMO) 2 Bij u is vastgesteld dat u een verhoogde kans heeft om drager te zijn van een Bijzonder Resistent Micro-Organisme (BRMO) of er is bij u vastgesteld dat u drager
Nadere informatieOnderzoek naar MRSA en andere BRMO
Onderzoek naar MRSA en andere BRMO Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U krijgt een onderzoek om te bepalen of u drager bent van de MRSA (Methicilline Resistente
Nadere informatieLabboekje. Medische Microbiologie. Virologie (LKV) Zoeken op basis van serologie.
Labboekje Medische Microbiologie Virologie () Zoeken op basis van serologie. 1 Inhoudsopgave Adenovirus...4 BK virus...5 Bof serologie...6 Parotitis epidemica...6 Chlamydia trachomatis, zie ook Chlamydia
Nadere informatieBRMO. lessen uit het verleden & toekomstperspectief. Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013
BRMO lessen uit het verleden & toekomstperspectief Dr. (L.E.) Ina Willemsen Amphia ziekenhuis VHIG congres 11 april 2013 BRMO: ESBL IN PLUIMVEE & EIERSCHILLEN Knapp C.W. Environ. Sci Technol. 2010, 44,
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA. Maatregelen tegen besmetting
De ziekenhuisbacterie MRSA Maatregelen tegen besmetting Inleiding U heeft van uw arts gehoord dat u (mogelijk) met de ziekenhuisbacterie MRSA besmet bent. De afkorting MRSA staat voor de naam van de bacterie:
Nadere informatieLaboratoriumonderzoek MKZ crisis 2001
Laboratoriumonderzoek MKZ crisis 2001 Gecertificeerde technieken: 1. Virus antigeen test (IDAS-ELISA) 2. Virus isolatie (VI) op gevoelige cellen (+ IDAS-ELISA) 3. Virus specifieke antistoftest (virus-neutralisatie
Nadere informatieRapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.
Coördinator referentiecentrum Naam: N.Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2014 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel
Nadere informatieInformatiepakket MST over de VRE-bacterie
Informatiepakket MST over de VRE-bacterie Op de verpleegafdeling Vaatchirurgie in Medisch Spectrum Twente is de VRE-bacterie aangetroffen. VRE staat voor 'Vancomycine Resistente Enterokok'. Deze bacterie
Nadere informatieMRSA. Contactonderzoek. Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op
MRSA Contactonderzoek Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de MRSA (Methicilline Resistente
Nadere informatieBijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO)
Bijzonder Resistente Micro-organismen (BRMO) 2 Inleiding U ontvangt deze folder omdat bij u een BRMO is aangetoond. In deze folder kunt u lezen meer over BRMO zoals wat het is, hoe het wordt vastgesteld
Nadere informatieWenst u ook een respiratoir panel, collega? Katrien Lagrou
Wenst u ook een respiratoir panel, collega? Katrien Lagrou Multiplex PCR versus panel Multiplex Panel Pathogeen A Pathogeen B Pathogeen C Pathogeen D 12 PCR reacties waarin telkens 2-3 pathogenen worden
Nadere informatieRapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS.
Coördinator referentiecentrum Naam: N. Botteldoorn Tel 02 642 51 83 Fax: 02 642 52 40 Rapportering voor het jaar 2016 Referentiecentrum voor NOROVIRUS. Instelling: WIV Straat: J. Wijtsmanstraat Stad: Brussel
Nadere informatieMRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling
De ziekenhuisbacterie MRSA Sluiting van een verpleegafdeling Albert Schweitzer ziekenhuis juli 2014 pavo 0638 Inleiding Op de afdeling waar u verblijft is een patiënt opgenomen (geweest) waarbij onverwacht
Nadere informatieBRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg
BRMO 8 september 2014 BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg Ron de Groot Deskundige Infectiepreventie Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieMRSA en patiënt in het Maasziekenhuis
MRSA en patiënt in het Maasziekenhuis Tijdens uw opname of consult in Maasziekenhuis Pantein worden extra maatregelen getroffen, omdat u mogelijk de moeilijk te bestrijden bacterie MRSA bij u draagt. In
Nadere informatieMRSA. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
MRSA MRSA staat voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. Het is een bacterie die via contact en via de lucht kan worden overgedragen. Patiënten in het ziekenhuis zijn erg gevoelig voor de MRSA-bacterie
Nadere informatieWat is een MRSA-bacterie en welke behandeling is mogelijk?
Wat is een MRSA-bacterie en welke behandeling is mogelijk? Inleiding Tijdens uw behandeling op de polikliniek of opname in de Ommelander Ziekenhuis Groep locatie Delfzicht worden extra maatregelen toegepast
Nadere informatie7.13. Koorts bij neutropene patiënt
7.13. Koorts bij neutropene patiënt 1. Inleiding Deze richtlijnen zijn bedoeld als hulpmiddel bij het maken van een verantwoorde antibioticumkeuze. De richtlijnen zijn slechts indicatief. Het oordeel van
Nadere informatieBijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie
Staphylococcus aureus-infecties, inclusief MRSA A41 Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Achtergronden Het in Nederland gevoerde strikte screenings- en isolatiebeleid ( search-and-destroy
Nadere informatieMicro-organismen. organismen
Micro-organismen organismen Agenda Wat zijn micro-organismen? Verschil tussen bacteriën en virussen Wat zijn micro-organismen? Een micro-organisme is niet zichtbaar met het blote oog: Bacteriën (gram positief/negatief)
Nadere informatieDe ziekenhuisbacterie MRSA. Contactonderzoek
De ziekenhuisbacterie MRSA Contactonderzoek Inleiding Op de afdeling waar u verblijft of opgenomen bent geweest, is bij een patiënt de ziekenhuisbacterie MRSA aangetoond. Om te controleren of de bacterie
Nadere informatieInstructie bewaren en verzenden materialen. Let op: strip tot 3/4 dopen in urine; geen vloeibare urine in potje!
Urinecontainer Bewaren tot transport Afhankelijk van soort patientenmateriaal Lijntips, urine en respiratoir materiaal (sputum, afzuigsel, BAL): koelkast* Alle andere materialen op kamertemperatuur Container
Nadere informatieMRSA in verpleeghuis en woonzorgcentrum
Verpleeghuis- woon- en thuiszorg MRSA in verpleeghuis en woonzorgcentrum Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds de Werkgroep Infectiepreventie als auteur wordt vermeld.
Nadere informatieGeef resistente bacteriën geen kans.
Geef resistente bacteriën geen kans www.nwz.nl Inhoud Wat is een resistente bacterie (BRMO)? 3 Waarom is opsporing van mogelijke dragers belangrijk? 3 Als u (mogelijk) drager bent van een resistente bacterie
Nadere informatie