Binnenmilieu & Gezondheid op School LITERATUURSTUDIE ERVARINGSBEVRAGING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Binnenmilieu & Gezondheid op School LITERATUURSTUDIE ERVARINGSBEVRAGING"

Transcriptie

1 Binnenmilieu & Gezondheid op School LITERATUURSTUDIE ERVARINGSBEVRAGING

2

3 Binnenmilieu & Gezondheid op School LITERATUURSTUDIE ERVARINGSBEVRAGING 1

4 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Samenstelling Medisch Milieukundigen bij het Lokaal Gezondheidsoverleg Dieter Deplancke, Sara Reekmans, Stefanie Vanhoutte, Milieugezondheidskundige bij de Vlaamse Gezondheidsinspectie Sara Benoy Uitgave December 2005 Een samenwerking van Ondersteuningscel Logo s vzw, Vlaamse Overheid - Vlaamse Gezondheidsinspectie OCL vzw, Vlaamse Gezondheidsinspectie Het overnemen of kopiëren van tekstgedeelte van deze publicatie voor verder gebruik is toegestaan met bronvermelding. 2

5 INHOUD VOORWOORD DEEL I - LITERATUURSTUDIE Het binnenmilieu in scholen De luchtkwaliteit Het thermisch comfort Het visueel comfort Het akoestisch comfort Beïnvloedingsfactoren van het binnenmilieu in scholen Effecten van een slechte kwaliteit van het binnenmilieu op de mens Fysieke gezondheidseffecten Effecten op het welbevinden, prestatievermogen en ziekteverzuim De toestand van het binnenmilieu in scholen Vlaamse onderzoeken Buitenlandse onderzoeken De relevante wetgeving en richtlijnen DEEL II - ERVARINGSBEVRAGING Focusgroepen als methode voor kwalitatief onderzoek Wat zijn focusgroepen? Opstellen van het protocol Rekrutering van de deelnemers De focusgroepsgesprekken Analyse De ruwe data De samenvatting Interpretatie Conclusies ALGEMENE CONCLUSIES DANKWOORD REFERENTIES BIJLAGEN

6 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL 4

7 VOORWOORD Voor u ligt het rapport Binnenmilieu & Gezondheid op School - Literatuurstudie en Ervaringsbevraging. Het is ontwikkeld in het kader van een project rond binnenmilieu en gezondheid in basisscholen, dat op dit moment voorbereid wordt door de Medisch Milieukundigen bij de LOGO s en de Vlaamse Gezondheidsinspectie. Het rapport bestaat uit twee delen: een literatuurstudie en een ervaringsbevraging. De literatuurstudie biedt een antwoord op drie vragen: 1. Welke factoren beïnvloeden het binnenmilieu op school? 2. Wat zijn de gevolgen van een slechte kwaliteit van het binnenmilieu op school? 3. Wat is de toestand van het binnenmilieu op school in Vlaanderen en in het buitenland? In de literatuur is weinig terug te vinden over het gedrag, de mentaliteit en de visie van leerlingen, leerkrachten en directieleden van basisscholen met betrekking tot het binnenmilieu. Daarom bestaat het tweede deel van het rapport uit een ervaringsbevraging bij mensen die actief zijn in het basisonderwijs, namelijk directieleden, leerkrachten en preventieadviseurs. De ervaringsbevraging biedt een antwoord op de volgende vragen: 1. Wat weten mensen die actief zijn in het basisonderwijs over het binnenmilieu op school en over mogelijke negatieve effecten van een slecht binnenmilieu? 2. Wordt er in basisscholen gewerkt aan de optimalisatie van het binnenmilieu op school? Hoe? 3. Willen mensen die actief zijn in het basisonderwijs werken aan de optimalisatie van het binnenmilieu op school? Hoe? Het rapport is een basis voor het ontwikkelen van methoden en materialen voor het proefproject rond binnenmilieu & gezondheid in basisscholen van de Medisch Milieukundigen bij de LOGO s en de Vlaamse Gezondheidsinspectie. Dit project heeft als doel basisscholen te informeren over het belang van een gezond binnenmilieu en over hoe ze de kwaliteit van het leefmilieu in het klaslokaal kunnen bevorderen. 5

8 DEEL I LITERATUURSTUDIE Bij milieuverontreiniging wordt meestal alleen gedacht aan het milieu buitenshuis. Maar ook een goed binnenmilieu is van groot belang, zowel thuis als op school. Kinderen brengen immers veel tijd op school door. Het begrip binnenmilieu wordt gedefinieerd als de omgeving binnenin gebouwen (vb. woningen, bedrijven, scholen). De kwaliteit van het binnenmilieu heeft een belangrijke invloed op het lichamelijk en geestelijk functioneren van de mens (DE SCHRIJVER ET AL., 2003). Het binnenmilieu in een school is van bijzonder belang omdat: 1. Scholen vatbaarder zijn voor het vertonen van gebreken dan andere gebouwen, vaak door een tekort aan financiële middelen. Scholen spenderen het geld dat voorhanden is meer waarschijnlijk aan didactische doeleinden dan aan infrastructuur (HEATH EN MENDELL, 2002). 2. Kinderen in verhouding met hun lichaamsgewicht hogere luchtvolumes inademen, hun immuniteitssysteem nog niet volgroeid is en heel wat energie van het lichaam gebruikt wordt om te groeien. Daarom hebben ze een grotere vatbaarheid voor polluenten uit de omgeving dan volwassenen (HEATH EN MENDELL, 2002). In deze literatuurstudie wordt ingegaan op: het begrip binnenmilieu; de beïnvloedingsfactoren van het binnenmilieu in scholen; de gevolgen van een slecht binnenmilieu voor de gezondheid, het welbevinden en het prestatievermogen; de onderzoeken die reeds gedaan zijn naar de binnenmilieukwaliteit in basisscholen. 1. Het binnenmilieu in scholen De kwaliteit van het binnenmilieu in een school wordt hoofdzakelijk bepaald door de luchtkwaliteit, het thermisch, visueel en akoestisch comfort. Het is geen constante factor (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). Het binnenmilieu kan sterk variëren in de 6

9 Deel I - Literatuurstudie tijd (vb. tussen het begin en het einde van een les) en in de ruimte (vb. het binnenmilieu in twee klaslokalen kan sterk verschillend zijn omwille van de aanwezigheid van specifieke bronnen) De luchtkwaliteit Er is sprake van een goede luchtkwaliteit als de binnenlucht geen verontreinigingen bevat in concentraties waarvan bekend is dat ze de gezondheid aantasten. De binnenlucht mag geen aanleiding geven tot schade noch hinder voor het menselijk lichaam, zowel op korte als op lange termijn (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). In basisscholen zijn een aantal bronnen aanwezig die de binnenlucht kunnen verontreinigen (KELDERMAN EN JONGMANS-LIEDEKERKEN, 2000; DE SCHRIJVER ET AL., 2003). Enerzijds wordt de binnenluchtkwaliteit beïnvloed door de aanwezigheid van de mens zelf. Indien niet voldoende wordt geventileerd kan de aanwezigheid van mensen een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van het binnenmilieu door: de productie van CO 2 (koolstofdioxide) en waterdamp bij de ademhaling; de productie van bio-effluenten (lichaams- en geurstoffen); de productie van warmte; de verspreiding van micro-organismen. Anderzijds wordt de kwaliteit van de binnenlucht bepaald door vier groepen verontreinigingen, namelijk chemische stoffen, (fijn) stof, microbiologische partikels en vezels: Chemische stoffen, bijvoorbeeld: - stikstofdioxide (NO 2 ); - ozon (O 3 ); - koolstofdioxide (CO 2 ); - vluchtige organische stoffen (VOS); - formaldehyde (HCOH); - radon (Rn); - polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK s). 7

10 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Stof: - fijn stof; - huisstof. Microbiologische verontreiniging, bijvoorbeeld: - (huisstof)mijten; - schimmelsporen; - pollen; - bacteriën; - bio-aërosol (= door de lucht zwevende kleine druppeltjes met bacteriën en virussen). Vezels, bijvoorbeeld: - asbest (inmiddels verboden toe te passen); - steenwol; - glaswol. Naast deze bronnen van binnenmilieuverontreiniging in de lokalen zelf, kunnen ook luchtverontreinigende stoffen vanuit het buitenmilieu de school binnendringen en er zich concentreren (DE SCHRIJVER ET AL., 2003). Het garanderen van een goede binnenluchtkwaliteit gebeurt door de emissie van bronnen te beperken en te zorgen voor voldoende ventilatie. De idee hierbij is dat de buitenlucht in de meeste gevallen minder verontreinigd is dan de binnenlucht, zodat ventilatie zorgt voor een verdunning en verwijdering van de binnenluchtverontreiniging (GGD, 2002). Gedurende de voorbije decennia is de blootstelling aan vervuilende stoffen in de binnenlucht steeds toegenomen. Door de eerste energiecrisis van 1970 werden heel wat maatregelen genomen om het energieverbruik van gebouwen te verminderen. Eén hiervan was het luchtdichter maken van gebouwen (vb. dichten van kieren en spleten). Vaak ging dit niet gepaard met het aanbrengen van gecontroleerde ventilatievoorzieningen. Ventilatie werd hierdoor hoofdzakelijk afhankelijk van het gedrag van de gebruiker (vb. openen van ramen). Het gevolg is dat er nu 8

11 Deel I - Literatuurstudie minder zou geventileerd worden dan vroeger (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). Het belang van goede ventilatie is immers nog niet doorgedrongen bij een groot deel van de bevolking (DE SCHRIJVER ET AL., 2003). Als indicator voor de binnenluchtkwaliteit en de mate van ventilatie wordt meestal de CO 2 -concentratie gebruikt (GGD, 2002; EPA 2000). CO 2 op zich heeft pas negatieve effecten voor de gezondheid vanaf vrij hoge concentraties (> 5000 ppm). Dergelijke hoge waarden zullen in een normale klasomgeving niet bereikt worden. De belangrijkste bron van CO 2 binnenshuis is uitgeademde lucht. Uitgeademde lucht bevat echter ook nog andere door de mens geproduceerde stoffen (geurstoffen, allergene stofdeeltjes, ). Door onvoldoende ventilatie wordt de CO 2 -concentratie binnenshuis hoger. De toename aan CO 2 -concentratie loopt parallel met de toename van deze andere door de mens geproduceerde stoffen in de binnenlucht. Bovendien kunnen deze stoffen wel aanleiding geven tot gezondheidseffecten. Onderzoek toont aan dat omwille van de parallelle stijging er reeds bij een CO 2 - concentratie van 1200 ppm klachten optreden, veroorzaakt door de andere stoffen. Om gezondheidskundige redenen wordt geadviseerd om te streven naar een lagere concentratie, meestal wordt hiervoor 1000 ppm genomen Het thermisch comfort Het thermisch comfort is het geheel van omgevingsparameters die de thermische sensatie van de mens beïnvloeden. Het thermisch comfort valt uiteen in het algemeen thermisch comfort en het lokaal thermisch comfort (HAANS ET AL., 2004). Het algemeen thermisch comfort wordt bepaald door de luchttemperatuur, de gemiddelde stralingstemperatuur, de luchtvochtigheid, de luchtsnelheid, de menselijke activiteit en de thermische isolatie van de kleding. Al deze factoren samen bepalen of men zich thermisch behaaglijk voelt in een gebouw. Het lokaal thermisch discomfort wordt onder andere bepaald door tocht en hinder 9

12 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL ten gevolge van koude vloeren. De temperatuur in het gebouw kan dan op zichzelf goed zijn maar desondanks koelt een deel van het lichaam sterk af. Een aangename luchttemperatuur ligt in normale omstandigheden tussen 18 en 22 C. Omdat de situatie per lokaal kan verschillen, is het vaak handig om in ieder lokaal een thermometer te hebben en thermostaten voor alle radiatoren. Wanneer de buitentemperatuur in de zomer dreigt op te lopen boven de 22 C, is het raadzaam de zonnewering te gebruiken. Een optimale relatieve vochtigheid ligt tussen 40 en 70% (GGD, 2002). Een toestand van goed thermisch comfort zorgt ervoor dat de mens zich behaaglijk voelt doordat er een evenwicht is tussen de eigen warmteproductie, nodig om het lichaam op ongeveer 37 C te houden en de warmte-uitwisseling met de omgeving. Deze balans verschilt van persoon tot persoon. Iedereen een zelfde thermisch comfort geven in dezelfde ruimte is dus moeilijk haalbaar. Wel kan men ernaar streven een optimaal thermisch comfort te bekomen, met andere woorden het grootst mogelijk aantal personen tevreden stellen (DE SCHRIJVER ET AL., 2003) Het visueel comfort Visueel comfort hangt af van een combinatie van factoren (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004): fysische parameters (vb. verlichtingssterkte, luminantie, kleurtemperatuur); karakteristieken eigen aan de omgeving (vb. binnen, buiten); karakteristieken van de uit te voeren taken (vb. onderwijs, montage van stukken); fysiologische factoren (vb. leeftijd); psychologische en sociologische persoonsgebonden factoren (vb. cultuur, opvoeding). De ervaring van licht is hierdoor in grote mate subjectief. 10

13 Deel I - Literatuurstudie Verschillende onderzoeken geven aan dat een lichtsterkte van 1000 tot 2000 lux optimaal is voor doorsnee werkruimten, in kantoorruimten is dat 200 tot 800 lux. De minimale lichtsterkte voor woningen is 150 lux (DE SCHRIJVER ET AL., 2003). Omwille van gelijkaardige activiteiten in scholen en kantoorruimtes, kan gesteld worden dat de lichtsterkte in scholen optimaal is tussen de 200 en 800 lux Het akoestisch comfort Het akoestisch comfort, meer bepaald de spraakverstaanbaarheid in klaslokalen, wordt beïnvloed door geluid van buitenaf en/of door geluid van installaties aanwezig in de school. Volgende karakteristieken van het geluid zijn hierbij van belang: het geluidniveau, dat uitgedrukt wordt in de decibel schaal (db); de frequentiesamenstelling, die mede de hoorbaarheid bepaalt van het geluid. Omdat het menselijk gehoor niet even gevoelig is voor alle frequenties wordt bij de meting van geluid in decibel vaak een weging (A-weging) aangebracht die een groter gewicht toekent aan die frequenties in het hoorbare gebied, men spreekt dan van een meting in db(a); de fluctuaties in functie van de tijd, omdat men o.a. het onderscheid moet maken tussen continu en discontinu geluid (vb. verschil tussen verkeerslawaai veroorzaakt door een snelweg op afstand en het geluid van overvliegende vliegtuigen) Beïnvloedingsfactoren van het binnenmilieu in scholen Verscheidene factoren bepalen gezamenlijk de kwaliteit van het binnenmilieu in een school. Deze factoren zijn opgedeeld in de categorieën omgeving, constructie, installaties, inrichting, beheer & onderhoud en gebruik. In tabel 1 is per categorie aangegeven welke factoren de binnenmilieukwaliteit beïnvloeden en hoe ze dat doen. 11

14 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Categorie Factor Invloed op Omgeving Afstand tot wegen voor doorgaand verkeer, tram, metro, snelwegen, vliegveld, spoor en/of industrie Mate van verontreiniging van de bouwgrond Grondwaterstand/drassigheid van de bodem Groen (windbestuivers) in de omgeving Hoge bebouwing in de omgeving Oriëntatie van het gebouw t.o.v. de zon het akoestisch comfort (geluid van buitenaf) de luchtkwaliteit (NO 2, benzeen, ) de luchtkwaliteit (emissie van chemische stoffen) het thermisch comfort (vochtgehalte) de luchtkwaliteit (sporen en pollen) de positieve beleving van de omgeving het visueel comfort (de daglichttoetreding) het akoestisch comfort (geluid van buitenaf) het thermisch comfort (zonbelasting) Constructie Bouw- en isolatiematerialen Aantal en type te openen ramen en plaatsing t.o.v. elkaar Koudebruggen en de mate van isolatie van gevels, vloeren, Aantal en type (gevel)- ventilatieroosters de luchtkwaliteit (emissie van chemische stoffen) de luchtkwaliteit (spuiventilatie, toevoer verse lucht) het akoestisch comfort (het geluidniveau vb. t.g.v. verkeerslawaai) het thermisch comfort (tocht en warmteafvoer) het visueel comfort (de daglichttoetreding) het thermisch comfort (koude en tochtproblemen) de luchtkwaliteit (schimmelsporen) de luchtkwaliteit (verse luchttoevoer) het thermisch comfort (tocht) het akoestisch comfort (geluid van buitenaf) 12

15 Deel I - Literatuurstudie Categorie Factor % glas in de gevel Soort zonnewering Invloed op het akoestisch comfort (geluid van buitenaf) het visueel comfort (de daglichttoetreding) het thermisch comfort (temperatuur) het thermisch comfort (temperatuur) het visueel comfort (visuele waarneming, de daglichttoetreding) Installaties Type en kwaliteit rookgasafvoer verbrandingstoestellen de luchtkwaliteit (NO 2, CO, ) Type en kwaliteit van het mechanisch ventilatiesysteem het akoestisch comfort (geluid van de installatie) het thermisch comfort (temperatuurbeheersing en tocht) de luchtkwaliteit positief (verse luchttoevoer) negatief (vb. verontreiniging in het systeem) Type en capaciteit van het verwarmingssysteem Type en kwaliteit van het warmwatertapsysteem Type kunstlicht het thermisch comfort (temperatuur) de kans op legionella besmetting het visueel comfort (de lichtbeleving) Inrichting Type vloerbedekking Toegepaste inrichtingsmaterialen (behang, meubilair, verven, ) Toegepaste apparatuur (computers, kopieerapparaten, ) de luchtkwaliteit (chemische emissie, stofopstapeling, schoonmaakbaarheid, huisstofmijt, ) het akoestisch comfort (absorptie van geluid) de luchtkwaliteit (chemische emissies) de luchtkwaliteit (chemische emissies) het thermisch comfort (temperatuur) 13

16 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Categorie Factor Akoestische absorptie inrichtingsmaterialen Losstaande voorwerpen, open kasten Invloed op het akoestisch comfort (absorptie van geluid) de luchtkwaliteit (stofopstapeling) Beheer & onderhoud Instellingen van klimaaten ventilatiesystemen (vb. bevochtiging en recirculatie) Frequentie van hygiënisch onderhoud van ventilatieen verwarmingssystemen Kwaliteit en frequentie van het schoonmaken van de lokalen Soort schoonmaakmiddelen het thermisch comfort (vocht en temperatuur) de luchtkwaliteit (recirculatie van schadelijke stoffen) het akoestisch comfort (geluid van de installatie) de luchtkwaliteit (verontreiniging in het systeem) de luchtkwaliteit (stofopstapeling) de luchtkwaliteit (emissie van chemische stoffen) Gebruik Bezettingsgraad Gebruik van ventilatievoorzieningen Gebruik van consumentenproducten die sterke emissies geven, vb. lijmen Roken Houden van dieren in de klas de luchtkwaliteit (CO 2, geur-stoffen, bioaërosol, ) het thermisch comfort (warmteproductie) de luchtkwaliteit (daling van de concentratie schadelijke stoffen) het thermisch comfort (temperatuur, vocht) de luchtkwaliteit (emissie van chemische stoffen) de luchtkwaliteit (emissie van chemische stoffen) de luchtkwaliteit (allergenen) 14

17 Deel I - Literatuurstudie Categorie Factor Opslag van GFT-afval in de klas Houden van planten in de klas Opbergen van voorwerpen Toelaten van natte jassen in de klaslokalen Gebruik van de zonnewering Invloed op de luchtkwaliteit (schimmels) de luchtkwaliteit positief: bepaalde planten zijn luchtzuiverend negatief: allergenen, stofopstapeling, micro-organismen in de voedingsbodem de luchtkwaliteit (stofopstapeling) de luchtkwaliteit (door hoger vochtgehalte i/d klas kunnen schimmels, micro-organismen zich gemakkelijker ontwikkelen en verspreiden) thermisch comfort (vocht) het thermisch comfort (temperatuur) TABEL 1: BEÏNVLOEDINGSFACTOREN VAN HET BINNENMILIEU IN SCHOLEN (HAANS ET AL., 2004) Uit tabel 1 blijkt duidelijk dat een goede binnenmilieukwaliteit niet alleen met een goed ontwerp van het gebouw en de installaties wordt gerealiseerd. Ook een adequaat beheer, onderhoud en een afgewogen inrichting zijn belangrijk, evenals een verantwoord gebruik van de voorzieningen en een goede keuze van schoolmaterialen (HAANS ET AL., 2004). 2. Effecten van een slechte kwaliteit van het binnenmilieu op de mens Het is niet zo dat elke blootstelling aan vervuilende stoffen nadelig is voor de gezondheid. Dit is afhankelijk van vier factoren: de soort vervuilende stof; de concentratie van de vervuilende stof; 15

18 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL de duur van de blootstelling; de gevoeligheid van de persoon. Aangezien kinderen tijdens het schooljaar een groot deel van hun tijd op school doorbrengen, kan de blootstelling aan eventuele vervuilende stoffen aanwezig in de school groot zijn. Bovendien zijn kinderen gevoeliger voor polluenten uit de omgeving dan volwassenen. Kinderen nemen in verhouding tot hun lichaamsgewicht grotere luchtvolumes in, hun immuniteitssysteem is nog niet volgroeid en heel wat energie van het lichaam wordt gebruikt om te groeien (HEATH EN MENDELL, 2002). In een schoolomgeving dient bovendien rekening gehouden te worden met het steeds toenemend aantal kinderen die extra gevoelig zijn voor een slechtere kwaliteit van het binnenmilieu, bijvoorbeeld kinderen die aan astma lijden (BAYER ET AL., 2000). De effecten van een slechte kwaliteit van het binnenmilieu in scholen zijn tweeërlei: enerzijds is er een effect op de fysieke gezondheid en anderzijds op het welbevinden, prestatievermogen en ziekteverzuim Fysieke gezondheidseffecten Fysieke gezondheidseffecten van een slechte luchtkwaliteit Een slechte kwaliteit van de binnenlucht kan niet enkel hinderlijk, maar ook schadelijk zijn voor de gezondheid (VAN DOORN EN WOUTERS, 2004; MUYLDERMANS EN SARENS, 2004, POTTING ET AL., 1989). Uit onderzoek blijkt dat volgende symptomen kunnen ontstaan door een slechte kwaliteit van het binnenmilieu: allergieën; verergering van astmaklachten; hoofdpijn; huidirritaties; 16

19 Deel I - Literatuurstudie luchtweginfecties; irritaties van de slijmvliezen van ogen, neus en keel; geurhinder; sick building syndrome (SBS). In scholen is de overdracht van bio-aërosol (= door de lucht zwevende kleine druppeltjes met bacteriën en virussen) tussen leerlingen een belangrijk fenomeen. Bioaërosol komt in de lucht door hoesten en niezen en kunnen infecties overdragen. Dit risico is versterkt aanwezig als er veel mensen bij elkaar zijn. Een klaslokaal vormt daarom een groter risico. Daar komt bij dat kinderen extra gevoelig zijn. Een kind met griep of verkoudheid kan in korte tijd een groot aantal leerlingen in zijn klas besmetten. Een goede ventilatie, vooral in de herfst- en winterperiode wanneer veel mensen verkouden zijn, is een goed middel om de concentratie van bio-aërosol, en dus het infectierisico, te beperken. In het algemeen neemt bij een hoeveelheid ventilatie van minder dan 7 liter per seconde per persoon (l/s p.p.) het infectierisico toe, bij een hoeveelheid ventilatie tussen de 7 en 20 l/s p.p. neemt het infectierisico af en is er bij een hoeveelheid ventilatie hoger dan 20 l/s p.p. geen correlatie meer met het infectierisico Fysieke gezondheidseffecten van een slecht thermisch comfort Hierbij kan onderscheid gemaakt worden tussen effecten ten gevolge van een niet optimale temperatuur en effecten ten gevolge van een niet optimale relatieve vochtigheid. Effecten ten gevolge van een niet optimale temperatuur (KELDERMAN EN JONGMANS-LIEDEKER- KEN, 2000): een te hoge of te lage temperatuur wordt als hinderlijk ervaren; de optimum luchttemperatuur voor hersenactiviteit ligt bij 20 C; warmteverschillen in de tijd (dag en nacht) en de ruimte kunnen bepalend zijn voor de groei van schimmels en huisstofmijt en daardoor ook de allergeenconcentraties in de ruimte. 17

20 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Effecten ten gevolge van een niet optimale relatieve vochtigheid: een te lage relatieve vochtigheid kan aanleiding geven tot het sneller uitdrogen van de weefsels. Deze droge weefsels kunnen dan vatbaarder zijn voor infecties. Het uitdrogingseffect kan ook klachten opleveren bij mensen die lenzen dragen door een te snelle uitdroging van de ogen (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004); een te hoge relatieve luchtvochtigheid verhoogt in belangrijke mate de microbenverspreiding en verlaagt het warmtecomfort (DE SCHRIJVER ET AL., 2003) Fysieke gezondheidseffecten van een slecht visueel comfort Daglicht is mee verantwoordelijk voor onze biologische klok. Door het daglicht wordt het hormoon melatonine aangemaakt dat ons dag- en nachtritme regelt. Door een tekort aan licht met een voldoende hoge lichtsterkte wordt onvoldoende van dit hormoon afgescheiden, waardoor de biologische klok achterloopt (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). Verblinding is een frequent voorkomende klacht in scholen. Leerlingen worden hierdoor sneller vermoeid met hiermee gepaard gaand mogelijk ook tijdelijke gezichtszwakte (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). Verblinding kan ontstaan door hinderlijke weerkaatsing van licht op het bord of de lessenaars of wanneer de zon in de winter laag boven de horizon staat en zeer dicht bij de kijkrichting komt te staan. 20 à 30% van de mensen, waaronder ook kinderen, hebben lensaccomodatie problemen waardoor klachten kunnen optreden als hoofdpijn en wazig of dubbel zicht. De lensaccomodatie problemen kunnen ontstaan door gedurende lange tijd te kijken naar voorwerpen op korte afstand (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004) Fysieke gezondheidseffecten van een slecht akoestisch comfort Blootstelling aan te veel geluid kan leiden tot ongewenste effecten op de gezondheid, zoals hinder, gehoorverlies, slaap- en rustverstoring en verschijnselen die samenhangen met stress zoals hart- en vaatziekten (KELDERMAN EN JONGMANS-LIEDEKERKEN, 2000). Bij de geluidsniveaus die doorgaans in scholen voorkomen zijn echter het 18

21 Deel I - Literatuurstudie psychische en emotionele effect van het lawaai belangrijker dan het risico op gehoorschade (DE SCHRIJVER ET AL., 2003) Effecten op het welbevinden, prestatievermogen en ziekteverzuim Een goede kwaliteit van het binnenmilieu draagt bij tot een gunstige omgeving om in te leren en te werken en geeft een gevoel van comfort, gezondheid en welzijn voor alle aanwezigen in de school. Naast discomfort kan een slechte kwaliteit van het binnenmilieu ook leiden tot onrust, onoplettendheid en concentratiestoornissen. Het leerproces is dan niet optimaal. Dit blijkt uit verschillende onderzoeken: de hoeveelheid verse luchttoevoer is van invloed op de output van de leerlingen: hoe minder ventilatie, hoe slechter de leerprestaties (MENDELL EN HEATH, 2002); een hoge temperatuur, onvoldoende ventilatie en een slechte akoestiek hebben een negatieve invloed op de leerprestaties (MENDEL EN HEATH, 2005); er bestaat een direct verband tussen de gemeten CO 2 -concentratie en de leerprestaties van de leerlingen: hoe hoger de CO 2 -concentratie, hoe slechter de leerprestaties (MYHRVOLD ET AL., 1996). Hoge CO 2 -concentraties zijn een indicatie voor een tekort aan ventilatie en dus hoge concentraties polluenten; de verstandelijke prestaties nemen tijdens de les af als de gemiddelde temperatuur de 26 C overschrijdt. De optimale temperatuur voor hersenactiviteit ligt bij 20 C (KELDERMAN EN JONGMANS-LIEDEKERKEN, 2000); kinderen presteren beter in klaslokalen met genoeg daglicht (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004); een geluidsniveau van 40 tot 44 db(a) binnen ten gevolge van wegverkeer in de omgeving van de school zorgt ervoor dat 70% van de leraren en 20% van de leerlingen erge hinder ondervinden. De leerlingen ondervinden problemen met het nadenken, het verstaan van de leraar, lezen, praten met anderen en het uitvoeren van diverse oefeningen (HAANS ET AL., 2004). 19

22 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Tevens is er voldoende bewijs verzameld om duidelijke conclusies te trekken over de relatie tussen de kwaliteit van het binnenmilieu en productiviteit en ziekteverzuim bij leerkrachten (VAN ASS EN JONGENEEL, 2004). In tabel 2 wordt een overzicht gegeven. Productiviteits- Ziekteverzuimwinst (%) vermindering (% punt) Binnenmilieu als geheel goed Voldoende ventilatie Geen bronnen van luchtverontreiniging Temperatuur regelbaar Temperatuur niet te hoog of te laag 7 - Goede verlichting TABEL 2: DE INVLOED VAN DE KWALITEIT VAN HET BINNENMILIEU OP PRODUCTIVITEIT EN ZIEKTEVERZUIM VAN WERKNEMERS (VAN ASS EN JONGENEEL, 2004). 3. De toestand van het binnenmilieu in scholen Hieronder is een selectie weergegeven van informatie uit relevante Vlaamse en Europese studies Vlaamse onderzoeken Van maart tot mei 1988 werden binnenklimaatmetingen uitgevoerd in 96 klaslokalen, verspreid over 10 Belgische scholen (WOUTERS, 1989). De gemiddelde waarde voor het CO 2 -gehalte bedraagt 1702 ppm. In ongeveer de helft van de klaslokalen ligt het niveau bij ogenblikkelijke meting boven 1500 ppm. CO 2 -concentraties van 3000 ppm en meer zijn niet uitzonderlijk. In 1989 volgde een tweede meer gedetailleerde meetcampagne in 17 klaslokalen, verspreid over 5 Belgische scholen. 20

23 Deel I - Literatuurstudie De maximale gemiddelde CO 2 -concentraties per school variëren van 1927 ppm tot 3111 ppm wat duidelijk hoger is dan de vooropgestelde 1000 ppm. In het kader van een projectwerk van de postacademische opleiding bedrijfsergonomie en arbeidshygiëne aan de UA werd in 1998 een onderzoek ingesteld naar de omgevingsfactoren in het secundair onderwijs. In het onderzoek zijn 21 theorie klaslokalen betrokken van drie secundaire scholen (1 school uit België en twee uit Nederland). Het onderzoek bestond uit een subjectief onderdeel (vragenlijsten) en een objectief onderdeel (metingen). Uit de resultaten blijkt dat de lichtinval in twee van de drie scholen onvoldoende is: buitenzonnewering wordt niet gebruikt, is niet efficiënt of niet aanwezig. Een groot aantal respondenten klaagt over verblinding door zonlicht en tranende ogen. Ook het klimaat en de verluchting laten te wensen over: in veel gevallen ligt het CO 2 -gehalte ruim boven de 1200 ppm en wordt er geklaagd over de slecht te regelen temperatuur. Leerlingen en docenten klagen over geluidsoverlast, voornamelijk afkomstig van de gang en uit naburige lokalen. In het kader van een onderzoek aan de Universiteit Antwerpen naar de ontwikkeling van astma en allergie bij jonge volwassenen werden metingen gedaan in 27 basisscholen in de Provincie Antwerpen (STRANGER ET AL., 2003). In 15 scholen in het stadscentrum van Antwerpen en 12 scholen in de zuidelijke randgemeenten Boom, Aartselaar, Niel en Schelle werden gassen en deeltjes gemeten. Gelijktijdig met deze metingen in scholen werden ook buitenluchtmetingen uitgevoerd om de relatie tussen de luchtsamenstelling binnenshuis en buitenshuis na te gaan. De resultaten toonden aan dat er een correlatie bestond tussen de concentratie van zwarte rook, NO 2, SO 2 en O 3 in binnenlucht en de concentratie van deze stoffen in de buitenlucht. Voor de stoffen PM2.5, BTEX, HAc en HFor kon geen correlatie tussen de (massa)concentratie in de binnenlucht en de buitenlucht worden vastgesteld, uitgezonderd voor benzeen. Hoewel voor geen enkele van deze polluenten bronnen in de klaslokalen verwacht werden, was de verhouding van de concentratie in de binnenlucht tot de concentratie in de buitenlucht groter dan één. De grootste verhoudingen werden vastgesteld voor HAc, HFor en BTEX. 21

24 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL De elementaire samenstelling van PM2.5 in de binnenlucht was verschillend met deze in de buitenlucht. De concentratie van PM2.5 in de klaslokalen was meestal groter dan 40µg/m 3. Deze hoge waarden werden toegerekend aan het opwaaien van stof door de beweging van leerlingen en het gebruik van schoolbordkrijt. De aanwezigheid van tapijten bleek een significante invloed te hebben op de PM 2.5 massa. Een recent onderzoek in 19 Belgische klaslokalen (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004) wijst uit dat voornamelijk de luchtkwaliteit in de onderzochte klaslokalen slecht tot zeer slecht is. Slechts twee van de 19 lokalen hebben een CO 2 -concentratie die onder de 1500 ppm ligt. Maar één klaslokaal blijft onder de 1000 ppm maar dit is grotendeels te wijten aan de zeer korte bezettingstijden van het lokaal. CO 2 -concentraties van boven 4000 ppm worden in 16% van de klaslokalen opgemeten. Meer dan 50% van de klaslokalen overschrijdt de 2500 ppm voor 65% van de lestijd. De meeste onderzochte klaslokalen ondervinden geen probleem om in de winter de temperatuur binnen de comfortgrenzen te houden. Ook de verlichtingssterkte in de onderzochte klaslokalen vormt geen probleem. De problemen met visueel comfort treden voornamelijk op onder de vorm van een gebrek aan uniformiteit in de lichtsterkte. De daglichtfactoren liggen aan de lage kant, ondanks het vele glas dat in de lokalen aanwezig is en de lichte tinten waarin de lokalen geverfd zijn Buitenlandse onderzoeken In Nederland is er inmiddels al heel wat onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen waaruit blijkt dat de binnenmilieukwaliteit in scholen niet optimaal is (HAANS EN BOERSTRA, 2005). Uit een onderzoek van de GGD regio IJssel-Vecht (2003) blijkt dat 80% van de basisscholen een slecht binnenmilieu heeft. De CO 2 -concentratie 1200 ppm wordt veelvuldig overschreden. Uit een recent onderzoek van de GGD Zuidoost-Brabant (VAN DOORN EN WOUTERS, 2004) blijkt dat geen enkel van de 121 onderzochte klaslokalen gedurende de hele school- 22

25 Deel I - Literatuurstudie dag voldoende geventileerd wordt. Gemiddeld wordt gedurende 50% van de dag de CO 2 -concentratie 1200 ppm overschreden. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat gemiddeld slechts een vierde van de ventilatiecapaciteit gebruikt wordt vanwege hinder door kou, tocht of geluid. Ook de Technische Universiteit Eindhoven doet onderzoek naar het binnenmilieu in basisscholen. In 2004 is een onderzoek gedaan naar de prestaties van ventilatiesystemen in 5 scholen. Resultaten van de metingen wijzen uit dat in er in 4 van de 5 scholen een slechte binnenluchtkwaliteit is. De gemeten CO 2 -concentraties zijn te hoog wat aangeeft dat er onvoldoende geventileerd wordt (HAANS EN BOERSTRA, 2005). In Frankrijk is een onderzoek gedaan in 10 scholen in de Franse hoofdstad. Uit de analyse van de vluchtige organische stoffen (VOS) in stalen blijkt dat de lucht op school vooral rijk is aan chloorkoolwaterstoffen (1,1,1-trichloorethaan en 1,4-dichloorbenzeen) en aan koolwaterstoffen (aldehyden, ketonen en esters). Door vergelijking van de VOS-profielen met de schoolactiviteit werd de impact duidelijk van het materiaal dat de kinderen gebruiken (stiften, lijm, inktkillers ). Formaldehyde blijkt voornamelijk aanwezig te zijn in meubels en infrastructuur. Deze resultaten bevestigen die van een studie die in 2001 werd uitgevoerd in 18 klassen in drie Franse regio s (Provence-Alpes-Côte d Azur, Alsace en Nord-Pas de Calais). Uit de studie blijkt dat er meer CO 2 aanwezig is in klassen met moderne ramen met dubbele beglazing en minder in klassen met oude ramen met enkelvoudige beglazing. Aldehyden zijn overal aanwezig. De aldehydenconcentraties zijn hoger in kleine klassen, zonder rechtstreekse uitgang naar buiten en waar de ramen minder dan vier uur per dag open staan. In lokalen in nabijheid van groene zones worden meer glycolethers teruggevonden. Alifatische koolwaterstoffen komen significant meer voor in scholen die dicht bij een autosnelweg liggen. Endotoxines, gramnegatieve bacteriën en schimmels komen welig voor in lokalen met een hoge vochtigheidsgraad en komen vaker voor in klassen met dubbele beglazing. In klassen met vasttapijt zijn er meer endotoxines. Gramnegatieve bacteriën en schimmels komen vaker voor in nabijheid van groene zones en als er dieren in de klas aanwezig zijn (MAILLARD, 2005). 23

26 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Ook in verschillende andere Europese landen zoals Zweden, Groot-Brittannië en Denemarken is onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het binnenmilieu in scholen, voornamelijk naar de CO 2 -concentratie in klaslokalen. Zij vinden gemiddelde CO 2 -concentraties tussen de 1000 en 2800 ppm. Als de gemiddelde concentratie al oploopt tot 1000 ppm dan kan men verwachten dat de maximale concentratie nog een stuk hoger ligt (MUYLDERMANS EN SARENS, 2004). 4. De relevante wetgeving en richtlijnen In de wetgeving wordt ook aandacht besteed aan het binnenmilieu op school. Een selectie van relevante Belgische en Vlaamse wetgeving en richtlijnen is terug te vinden in bijlage 1. 24

27 DEEL II ERVARINGSBEVRAGING Om de kwaliteit van het binnenmilieu te waarborgen, zijn niet alleen de structuur en de eigenschappen van het schoolgebouw belangrijk, maar ook de manier waarop met het gebouw wordt omgegaan. Aangezien in de literatuur weinig terug te vinden is over het gedrag, de mentaliteit en de visie van leerlingen, leerkrachten en directieleden van basisscholen met betrekking tot het binnenmilieu, bestaat het tweede deel van dit rapport uit de beschrijving van het kwalitatieve onderzoek. Voor dat onderzoek werden focusgroepsgesprekken gebruikt. De voorbereiding, het verloop en de analyse van het onderzoek zijn steeds gericht op eenzelfde doelstelling, namelijk een antwoord te vinden op volgende vragen: Wat weten mensen die actief zijn in het basisonderwijs over het binnenmilieu op school en over mogelijke negatieve effecten van een slecht binnenmilieu? Met andere woorden: Wat weten ze? Wordt in basisscholen gewerkt aan de optimalisatie van het binnenmilieu ten voordele van de gezondheid? Hoe en door wie? Met andere woorden: Wat doen ze? Willen mensen die actief zijn in het basisonderwijs werken aan de optimalisatie van het binnenmilieu op school? Hoe? Met andere woorden: Wat vinden ze haalbaar om te doen in de toekomst? 1. Focusgroepen als methode voor kwalitatief onderzoek 1.1. Wat zijn focusgroepen? Het onderzoek met focusgroepen is een kwalitatieve onderzoeksmethode. Een focusgroepsgesprek is een gesprek tussen een gespreksleider en belanghebbenden. De gespreksleider of moderator volgt een vaste gespreksleidraad rond een bepaald thema. De deelnemers van de focusgroep gaan onderling een semi- 25

28 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL gestructureerd gesprek aan over het thema. De verschillende deelnemers van de focusgroep zorgen ervoor dat verschillende meningen, waarden en attitudes samen worden gebracht. De bedoeling van focusgroepen is de deelnemers zo veel mogelijk zelf aan het woord te laten zodat de onderzoeker, die optreedt als moderator, meer te weten komt over de vooropgestelde doelstellingen. Een onderzoek met focusgroepen heeft een aantal sterktes en zwaktes: Sterktes: het onderzoek levert verdiepende informatie op door het gesprek tussen de deelnemers; de psychologische afstand is kleiner en er is meer openheid dan bij een persoonlijk interview; bepaalde onderwerpen en ideeën die naar voren komen, gaan verder dan de vragen die gesteld werden door de onderzoeker; de onderzoeker leert het taalgebruik van de deelnemers beter kennen en begrijpen; het onderzoek kan relatief goedkoop uitgevoerd worden; door confrontatie met anderen hebben de deelnemers een zelfreflectie over het eigen schoolgebeuren. Zwaktes: er is een gespreksleiderbias. De moderator is dus niet telkens dezelfde persoon waardoor niet volledig identiek wordt omgegaan met het vooropgestelde protocol; er is een zekere subjectiviteit; deelnemers kunnen elkaar beïnvloeden; analyse en interpretatie kan moeilijk zijn. Om de vooropgestelde doelstelling te bereiken blijkt de focusgroepstechniek de meest aangewezen methode. Zo kan met een beperkt aantal belanghebbenden die 26

29 Deel II - Ervaringsbevraging representatief zijn voor onze doelgroep, verdiepende informatie verzameld worden over opinies, attitudes en mogelijkheden. Hieronder wordt aangegeven hoe de voorbereiding en het verloop van het kwalitatieve onderzoek gebeurde. Als leidraad voor het onderzoek door focusgroepgesprekken werd The Focus Group Kit gebruikt (MORGAN EN KREUGER, 1998) Opstellen van het protocol Om alle gesprekken op een zo uniform mogelijke manier te laten verlopen werd vooraf een protocol opgesteld waaraan de moderator-onderzoeker van het focusgesprek zich moet houden (zie bijlage 2). De onderzoeker fungeert als moderator, die de vragen stelt en zich opstelt als onwetende. De deelnemers zoeken onderling door middel van gesprek en discussie een antwoord op de vraag. Tijdens het gesprek noteert de moderator de kerngedachtes per vraag op een bord. Binnen een focusgroep kan een bepaalde deelnemer een meer uitgesproken mening hebben en hiervoor ook uitkomen, waardoor iemand die veeleer afwachtend deelneemt, soms minder de kans krijgt zijn mening te uiten. Dat wordt echter bijgestuurd door de moderator, die rechtstreeks iedereen om zijn mening vraagt. De vragen zijn een aanzet om het gesprek te sturen, maar het zijn de deelnemers die antwoorden en onderling discussiëren over de vraag. De focusvragen zijn concreet opgesteld en sluiten nauw aan bij de doelstelling. 1. Jullie weten waarschijnlijk dat buitenmilieu lucht, bodem, water is. Maar wat verstaan jullie onder binnenmilieu? Met andere woorden welke factoren bepalen het binnenmilieu? 2. Waarom denken jullie dat een goede kwaliteit van het binnenmilieu belangrijk is, met andere woorden wat kunnen de gevolgen zijn van een slechte kwaliteit ervan? 3. Op welke manier wordt er in jullie school gewerkt rond het binnenmilieu op school of specifiek in de klas? 27

30 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL 4. Stel dat jullie één ding mogen veranderen om de kwaliteit van het binnenmilieu te verbeteren. Met andere woorden welke factor vinden jullie prioritair om rond te werken? 5. We zijn van plan rond binnenmilieu op school een project uit te werken. Is hiervoor een zekere interesse en welk advies zouden jullie geven om het aantrekkelijk te maken voor basisscholen? Nadat de eerste vraag is gesteld, wordt ter verduidelijking en sturing van het verdere verloop van het focusgesprek aangegeven wat de juiste omschrijving is van binnenmilieu (zie bijlage 3) Rekrutering van de deelnemers De deelnemers van de focusgroepen werden geselecteerd uit drie groepen mensen die actief zijn in het basisonderwijs: directieleden: deze mensen werken vooral beleidsmatig; leerkrachten: staan dagelijks zelf in de klas; preventieadviseurs: een deel van hun werking sluit nauw aan bij het thema binnenmilieu. In eerste instantie werd geopperd om die mensen per basisschool samen te brengen. Nadien is de strategie gewijzigd en zijn de deelnemers per functie samengebracht. Wegens de gelijke functie van de deelnemers is er geen hiërarchie. Hierdoor heeft iedereen evenveel recht van spreken of moet er geen rekening gehouden worden met thema s of onderwerpen die door de hogere in functie niet geapprecieerd worden. Zo wordt verwacht dat leerkrachten meer informatie zullen geven als de directieleden afwezig zijn. In totaal waren er drie focusgroepen met directieleden, drie met preventieadviseurs en twee met leerkrachten. De gesprekken gebeurden verspreid over West- Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant. Twee scholen werden al gerekruteerd 28

31 Deel II - Ervaringsbevraging voordat geopteerd werd de focusgroepen per functie samen te brengen. Die gesprekken zijn ook doorgegaan. De rekrutering gebeurde min of meer willekeurig. De onderzoekers hebben telefonisch contact opgenomen met basisscholen, met de vraag om deel te nemen aan de focusgroepsgesprekken over binnenmilieu op school. Er werd rekening gehouden met de aanwezigheid van de verschillende koepels. Verder namen zowel mensen uit grote stedelijke scholen als uit kleine dorpsscholen deel. Focusgroep met Vrij Gemeenschaps- Gemeentelijk/Stedelijk onderwijs onderwijs onderwijs Directies 6 /13 3 / 13 4 / 13 Leerkrachten 5 / 9 3 / 9 1 / 9 Preventieadviseurs 7 / 12 3 / 12 2 / 12 TABEL 3: VERTEGENWOORDIGING PER ONDERWIJSKOEPEL 1.4. De focusgroepsgesprekken De gesprekken hadden plaats in mei en juni Gemiddeld waren er vier deelnemers per focusgroep aanwezig. In het totaal namen 39 mensen deel. Focusgroep met Limburg West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Directies 23 mei 5 juni 31 mei Leerkrachten 23 mei 7 juni / Preventieadviseurs 18 mei 9 juni 7 juni Gemengde functie / / 27 mei 13 juni TABEL 4: TIJDSTIP VAN FOCUSGROEPEN 29

32 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL Alle gesprekken werden op cassette opgenomen en uitgeschreven. De uitgeschreven gesprekken vormen de ruwe data voor de verdere analyse van het onderzoek. 2. Analyse Focusgroepen analyseren is niet eenvoudig. Er zijn immers geen cijfermatige data die statistisch kunnen worden verwerkt. Bij de verwerking wordt uitgegaan van de ruwe data. De ruwe data zijn dan wel volledig, maar vrij onoverzichtelijk om conclusies uit te trekken. Daarom wordt op basis van de ruwe data een samenvatting gemaakt. De samenvatting wordt geïnterpreteerd, gericht op de doelstelling en deze moet ook terug te brengen zijn op de ruwe data. Uit de interpretatie kunnen conclusies getrokken worden. Daarnaast moet er bij de analyse ook rekening gehouden worden met variabelen die eigen zijn aan de focusgroepstechniek, de gespreksleidersbias en de onderlinge beïnvloeding van de deelnemers De ruwe data De ruwe data bestaan uit de uitgeschreven focusgroepsgesprekken. De ruwe data bevatten een enorme hoeveelheid aan gegevens en zijn moeilijk interpreteerbaar. Toch is het vooral hier dat de gespreksleidersbias waar te nemen is. Zoals hierboven is aangegeven, moet de onderzoeker een protocol volgen om de variabele aanpak van de onderzoeker, met andere woorden de gespreksleidersbias zo klein mogelijk te houden over de tien gesprekken. Uit de ruwe data blijkt echter dat de oorspronkelijke formulering van de focusvragen, zoals in de gespreksleidraad werd afgesproken, niet volledig gevolgd werd. Inhoudelijk bleef de vraag wel telkens dezelfde, wat de invloed van de formulering minimaliseert. Bovendien gaat het om een dynamisch gesprek en ligt de geschreven taal soms ver van de gesproken taal. 30

33 Deel II - Ervaringsbevraging Ook tijdens de gesprekken is er een verschil in aanpak van de onderzoeker, zij het in beperkte zin. Zo is er een verschil in het aantal inhoudelijke interpellaties, het sturen en het zich op de vlakte houden De samenvatting De samenvatting heeft als bedoeling een beter overzicht te geven van de ruwe data om de interpretatie te vereenvoudigen. Ze kijkt verder dan de specifieke antwoorden en geeft de algemene tendensen, of juist wat opvalt, weer. De samenvatting wordt verkregen door de ruwe data te verwerken. Dat kan handmatig of elektronisch met behulp van gespecialiseerde software. Om budgettaire redenen werd gekozen voor een klassieke techniek: the long table approach. Een eenvoudige maar effectieve methode voor het verwerken van focusgroepen. Per functie (directieleden, leerkrachten, preventieadviseurs) worden de gesprekken op een verschillende kleur afgedrukt en per vraag in verschillende categorieën geordend. Dat geeft een overzicht van wat per vraag aan bod is gekomen. Aan de hand van de kleurcodes kan achterhaald worden welke categorieën voor welke functie het meest van belang waren. De opmaak van de samenvatting gebeurt aan de hand van de volgende stappen: STAP 1: STAP 2: STAP 3: Voorstel van samenvatting wordt opgesteld door één onderzoeker. Andere onderzoekers lezen na en reflecteren over de focusgroepen die ze zelf geleid hebben. Belangrijk is dat de trends van de tien gesprekken in de samenvatting terug te vinden zijn. Afwerking van de samenvatting die de basis vormt voor de interpretatie. De antwoorden op de vijf focusvragen zijn terug te brengen op onze drie hoofdvragen: FOCUSVRAAG 1 EN 2: Wat weten ze? Met andere woorden, wat weten mensen actief in het basisonderwijs over het binnenmilieu op school en over mogelijke negatieve effecten van een slecht binnenmilieu? 31

34 BINNENMILIEU & GEZONDHEID OP SCHOOL FOCUSVRAAG 3: Wat doen ze? Met andere woorden, wordt in basisscholen gewerkt aan de optimalisatie van het binnenmilieu? Hoe en door wie? FOCUSVRAAG 4 EN 5: Wat vinden ze haalbaar om te doen in de toekomst? Met andere woorden, willen mensen actief in het basisonderwijs werken aan de optimalisatie van het binnenmilieu op school? Hoe? Het is duidelijk merkbaar dat er meer openheid komt naarmate het gesprek vordert. Dat kan enerzijds te wijten zijn aan het feit dat deelnemers zich meer comfortabel voelen naarmate de tijd verstrijkt. Anderzijds zijn de drie laatste vragen misschien meer herkenbaar en inpasbaar in hun eigen leefwereld. Er wordt dan ook meer gediscussieerd bij de drie laatste vragen. Hieronder zijn de algemene tendensen aangegeven. Daarbij worden ook citaten van de deelnemers aangehaald die typerend zijn voor het algemene beeld Wat weten ze? FOCUSVRAAG 1: Jullie weten waarschijnlijk dat buitenmilieu lucht, bodem, water is. Maar wat verstaan jullie onder binnenmilieu? M.a.w. welke factoren bepalen het binnenmilieu? Anders dan bij de volgende vragen geven de deelnemers hier een opsomming van de factoren die naar hun mening het binnenmilieu op school beïnvloeden. Het gespreksprotocol schrijft voor dat de onderzoeker de aangegeven punten op een bord schrijft. Dat heeft tot gevolg dat factoren zelden twee of meer keren vermeld worden. In eerste instantie geven de deelnemers de factoren aan waarvan ze vermoeden dat ze het binnenmilieu beïnvloeden: - verluchting; - warmte; - vocht of droogte; - mensen zelf; 32

Een gezond binnenmilieu op school, daar gaan we voor!

Een gezond binnenmilieu op school, daar gaan we voor! Een gezond binnenmilieu op school, daar gaan we voor! Vlaamse NME-dag Workshop Gezond Binnen 20 oktober 2009 Dieter Deplancke Nel Van lent Medisch milieukundigen bij de Logo s 1 2 Aandacht: Binnenmilieu

Nadere informatie

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren

Samenvatting. Invloeden op de gezondheid en op het cognitief functioneren Samenvatting Het kabinet stelde in 2008 dat de kwaliteit van het binnenmilieu op basisscholen te wensen overlaat. Het gaat dan vooral om de luchtkwaliteit tijdens het stookseizoen, de temperatuur in de

Nadere informatie

Gezonde binnenlucht op school? Van belang voor je gezondheid!

Gezonde binnenlucht op school? Van belang voor je gezondheid! Gezonde binnenlucht op school? Van belang voor je gezondheid! www.airatschool.be www.mmk.be/onderwijs www.vlaamselogos.be www.zorg-en-gezondheid.be www.vigez.be Gezonde binnenlucht op school? Belang voor

Nadere informatie

Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven. Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009

Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven. Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009 Meten is weten (wat te doen) Gezondheid in woningen, scholen en kinderdagverblijven ir. Henk Versteeg Presentatie 3e kennisdag Bouwfysica 14 mei 2009 Lichtveld Buis & Partners BV Raadgevende ingenieurs

Nadere informatie

Beter leren in een gezonde school

Beter leren in een gezonde school Beter leren in een gezonde school drs. L. Haans en ir. A.C. Boerstra, BBA Boerstra Binnenmilieu Advies Het binnenmilieu in basisscholen is van groot belang omdat jonge kinderen een groot deel van hun tijd

Nadere informatie

Gezond Wonen. Binnenmilieu en gezondheid. Ad Dilven Monique Scholtes

Gezond Wonen. Binnenmilieu en gezondheid. Ad Dilven Monique Scholtes Gezond Wonen Binnenmilieu en gezondheid Ad Dilven Monique Scholtes Stichting Futura November 2010 Inhoud Bureau: voorstellen Binnenmilieu en gezondheid Wat doet Bureau GMV? Casuïstiek (5X) Samenwerking?

Nadere informatie

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november 2010 - Mortsel

Binnenluchtkwaliteit. Infoavond 18 november 2010 - Mortsel Binnenluchtkwaliteit Infoavond 18 november 2010 - Mortsel Logo Antwerpen vzw Borstkanker Roken Vaccinaties Ongevallen Geestelijke gezondheid Voeding & beweging Milieu & Gezondheid Goed of fout? Binnen

Nadere informatie

Dynamisch hulpmiddel ter ondersteuning van het advies inzake de correcte ventilatie van woningen

Dynamisch hulpmiddel ter ondersteuning van het advies inzake de correcte ventilatie van woningen Dynamisch hulpmiddel ter ondersteuning van het advies inzake de correcte ventilatie van woningen Pieter Logghe, Departement Gezondheid en Binnenhuisvervuiling, Leefmilieu Brussel Ventilatie hangt onlosmakelijk

Nadere informatie

Binnenlucht kwaliteit in verzorgingstehuizen

Binnenlucht kwaliteit in verzorgingstehuizen Binnenlucht kwaliteit in verzorgingstehuizen Marije te Kulve Prof.dr. H.S.M. Kort Dr.ir. M.G.L.C. Loomans Binnenlucht kwaliteit en temperatuur Het project: Bezielende omgeving in de Ouderenzorg (registratienummer:

Nadere informatie

GEZOND GROEN OP DE WERKPLEK. Gezondheidseffecten van planten op de werkplek

GEZOND GROEN OP DE WERKPLEK. Gezondheidseffecten van planten op de werkplek GEZOND GROEN OP DE WERKPLEK Gezondheidseffecten van planten op de werkplek Droge keel? Branderige ogen? Vaak hoofdpijn? Verbeter het werkklimaat met planten! Binnenklimaat Het is niet makkelijk om op kantoor

Nadere informatie

Kantoorinrichting en lichamelijke klachten

Kantoorinrichting en lichamelijke klachten Kantoorinrichting en lichamelijke klachten Overzicht 1. INLEIDING 2. INRICHTING VAN DE KANTOORRUIMTE 3. SICK BUILDING SYNDROOM 4. WAT DOE JE ALS IPA? 22/01/2019 KANTOORINRICHTING EN LICHAMELIJKE KLACHTEN

Nadere informatie

Bron van zuivere lucht...

Bron van zuivere lucht... Bron van zuivere lucht... Brainy, Bron van zuivere lucht Prestaties van leerlingen en docenten hangen direct samen met een gezonde luchtkwaliteit in de klaslokalen. Uit onderzoek is echter gebleken dat

Nadere informatie

Bewoners, huisdieren en planten produceren dagelijks tien liter vocht. onderhouden+verbouwen. Ventilatie Onderhoud. eigen huis magazine

Bewoners, huisdieren en planten produceren dagelijks tien liter vocht. onderhouden+verbouwen. Ventilatie Onderhoud. eigen huis magazine onderhouden+verbouwen eigen huis magazine Bewoners, huisdieren en planten produceren dagelijks tien liter vocht Ventilatie Onderhoud 32 eigen huis magazine jan 2013 31 24 uur per dag frisse lucht Ventileren

Nadere informatie

Luchtfilters, binnenmilieu & gezondheid

Luchtfilters, binnenmilieu & gezondheid ISSO-studiedag - 'Luchtfilters voor comfortinstallaties 6 oktober 2005 MediaPlaza te Utrecht Luchtfilters, binnenmilieu & gezondheid ir. Atze Boerstra BBA Boerstra Binnenmilieu Advies bba@binnenmilieu.nl

Nadere informatie

Ventilatie van woningen

Ventilatie van woningen Ventilatie van woningen Ventileren betekent: Verse buitenlucht naar binnen, Vervuilde binnenlucht naar buiten! Goed ventileren is 24 uur per dag ventileren 13 december 2012 Veel gestelde vragen zijn: Kan

Nadere informatie

HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit. en de gezondheid van leerlingen en docenten

HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit. en de gezondheid van leerlingen en docenten HITEA Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit in basis scholen en de gezondheid van leerlingen en docenten Achtergrond HITEA: Onderzoek naar de binnenluchtkwaliteit in basisscholen en de gezondheid van

Nadere informatie

Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen?

Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen? Wat kun je meten én verbeteren bij klimaatklachten in gebouwen? Pagina 1 van 6 Inhoud Inhoud... 2 Klimaatklachten... 3 Welke klachten zijn het meestal?... 3 Klimaatonderzoek kan klimaatklachten verbeteren...

Nadere informatie

Het hoofd in de wolken

Het hoofd in de wolken Het hoofd in de wolken Evert Hasselaar Trees Wouda, 1947 Fijn stof binnenshuis transport Van vervuilingsbron naar effect Bron vervuiling of hinder emissies Concentratie blootstelling opname gezondheids

Nadere informatie

Terra Sana Workshop Gezond Binnenmilieu

Terra Sana Workshop Gezond Binnenmilieu MAAK EEN AVONTUURLIJKE REIS NAAR EEN GEZONDE SCHOOL! Terra Sana Workshop Gezond Binnenmilieu Welkom in deze verluchte atmosfeer! 1. Wat is het probleem? Risicofactoren in een klaslokaal Gevolgen voor de

Nadere informatie

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid

Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen. Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Effectiviteit van mechanische ventilatie met filtertoepassing in scholen langs drukke wegen Dr. Maciek Strak GGD Amsterdam Afd. Milieu en Gezondheid Inleiding Langdurige blootstelling aan luchtverontreiniging

Nadere informatie

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten

Gezond wonen. Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten Gezond wonen Een gezond binnenmilieu De belangrijkste boosdoeners Ventileren en luchten Een gezond binnenmilieu Dat een schoon milieu belangrijk is voor onze gezondheid, dat weten we allemaal. Wat velen

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Comfort System en het DucoTronic System bieden de garantie

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 30, 2, artikel 39, 51 en 55;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid, artikel 30, 2, artikel 39, 51 en 55; Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het Binnenmilieubesluit van 11 juni 2004 en tot opheffing van het ministerieel besluit van 16 maart 2006 tot vaststelling van het

Nadere informatie

Niet residentiële ventilatie

Niet residentiële ventilatie Niet residentiële ventilatie Gebouw Type ruimte Typische waarde Standaardwaarde Kinderopvang Scholen 30 tot 45 db(a) 40 db(a) Scholen Klaslokaal 30 tot 40 db(a) 35 db(a) Gangen 35 tot 50 db(a) 40 db(a)

Nadere informatie

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten

Monique Meijerink 30 maart 2009. Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Monique Meijerink Relatie luchtkwaliteit - gezondheidsaspecten Krantenkoppen liegen er niet om Bewoners eisen recht op schone lucht Niks aan de hand, gewoon deuren en ramen dicht Megastal bedreiging voor

Nadere informatie

voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel

voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel ventileren goede ventilatie... voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel is beter voor uw gezondheid bespaart energie Ventilatie is: gebruikte lucht eruit en frisse lucht erin. Goed ventileren

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Comfort System en het DucoTronic System bieden de garantie

Nadere informatie

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen.

, relatieve luchtvochtigheid (RH) en temperatuur hoeft u zelf helemaal niets te doen. DUCO at HOME De standaard voor woningventilatie Bij Duco Ventilation & Sun Control staat de gezondheid van de bewoners op de eerste plaats. Het Duco Reno System, Duco Comfort System en DucoTronic System

Nadere informatie

Achtergrondinformatie behorend bij het project: Mechanisch geventileerde scholen in Flevoland

Achtergrondinformatie behorend bij het project: Mechanisch geventileerde scholen in Flevoland Achtergrondinformatie behorend bij het project: Mechanisch geventileerde scholen in Flevoland Voor wie Basisscholen die mee hebben gedaan het project Mechanisch geventileerde scholen in Flevoland Inhoud

Nadere informatie

BINNEN ROKEN IS NOOIT OKÉ

BINNEN ROKEN IS NOOIT OKÉ BINNEN ROKEN IS NOOIT OKÉ De rook van sigaretten verspreidt zich in je huis en auto. En plakt daar aan alles: kleding, zetels, vloer, speelgoed, Dat is niet goed voor jouw gezondheid én die van je kinderen.

Nadere informatie

Titel. Tekst. Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior

Titel. Tekst. Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior Titel Tekst Orange Nano Guardon SelfClean AirQuality Interior Slechte luchtkwaliteit in gebouwen maakt ziek Om gezond te blijven heeft de mens dagelijks behoefte aan voedsel (vrouw 2.000 kcal / man 2.500

Nadere informatie

Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen

Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen Op weg naar een beter binnenmilieu in bestaande schoolgebouwen Seminar Swegon Air Academy 11 november 2008 ir. Froukje van Dijken BBA Binnenmilieu 010-2447025 www.binnenmilieu.nl Dagelijks 20.000 leerlingen

Nadere informatie

Nano Green World AirQuality Interior SelfClean

Nano Green World AirQuality Interior SelfClean Nano Green World AirQuality Interior SelfClean Op basis van Nanotechnologie Luchtreiniging met licht Hygiëne Actieve luchtverfrissing Easy to Clean eigenschappen Inhoud Introductie Nano Green World...

Nadere informatie

1. Welk lesaanbod/lespakket voert de school uit voor het thema binnenmilieu? (meerdere antwoorden mogelijk)

1. Welk lesaanbod/lespakket voert de school uit voor het thema binnenmilieu? (meerdere antwoorden mogelijk) Vignet Milieu, po Vragenlijst Milieu Educatie 1. Welk lesaanbod/lespakket voert de school uit voor het thema binnenmilieu? (meerdere antwoorden mogelijk) o Energieke Scholen o Anders, namelijk... o Geen

Nadere informatie

VERBETER UW RESULTAAT MET COMFORTABEL BOUWEN

VERBETER UW RESULTAAT MET COMFORTABEL BOUWEN VERBETER UW RESULTAAT MET COMFORTABEL BOUWEN Sept. - Nov. 2015 ir. Atze Boerstra BBA Binnenmilieu ab-bba@binnenmilieu.nl www.binnenmilieu.nl ing. Joost Valk Vital Places jvalk@vitalplaces.eu www.vitalplaces.nl

Nadere informatie

Basisscholen die meedoen aan het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid. Hoofdstuk 1 Binnenmilieu in basisscholen...

Basisscholen die meedoen aan het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid. Hoofdstuk 1 Binnenmilieu in basisscholen... Achtergrondinformatie project mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid Achtergrondinformatie behorend bij het project Mechanisch geventileerde basisscholen in Zuid-Holland Zuid Voor wie

Nadere informatie

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP

17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP 17 GEMIDDELD WEEKVERLOOP Geïnspireerd door het verschil in O 3 -concentratie tussen werkdagen en niet-werkdagen werd het concentratieverloop van de gemiddelde week berekend. Bij de berekening van het concentratieverloop

Nadere informatie

Binnenmilieu, binnenluchtkwaliteit en de vloer

Binnenmilieu, binnenluchtkwaliteit en de vloer White paper binnenmilieu Forbo Flooring Binnenmilieu, binnenluchtkwaliteit en de vloer Introductie Al vele jaren zijn het binnenmilieu en daaraan verwante zaken zoals de luchtkwaliteit, onderwerp van gesprek

Nadere informatie

Condensatie op mijn ramen

Condensatie op mijn ramen 1-5 De vorming van condensatie op je ramen is niet altijd te wijten aan een fout aan je ramen, het kan het gevolg zijn van een natuurlijk fenomeen. Hoe ontstaat condensatie? Lucht kan, volgens zijn temperatuur,

Nadere informatie

Mechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding

Mechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding Mechanische ventilatie in de school GGD - Informatieblad voor schoolleiding Goede ventilatie in school is belangrijk voor de gezondheid van leerlingen en personeel. Met het regelmatig verversen van de

Nadere informatie

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest

Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Luchtkwaliteit in het Vlaamse Gewest Overzicht presentatie Luchtkwaliteit getoetst aan de normen Impact van deze luchtkwaliteit op onze gezondheid Bespreking van stikstofdioxide en fijn stof De nieuwste

Nadere informatie

Natuurlijke ventilatie van leslokalen

Natuurlijke ventilatie van leslokalen Natuurlijke ventilatie van leslokalen Seminar Actiflow - CFD in de bouw 20 mei 2011 ir. Henk Versteeg Inhoud presentatie Introductie LBP SIGHT Binnenmilieu basisscholen Ventilatie basisschool De Schakel

Nadere informatie

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen"

~omazo... l'v Ambachte'ß. j\ Hoofdbedrijfs(hap. TNO: Zonwering al in bouwontwerp meenemen ~omazo..... j\ Hoofdbedrijfs(hap l'v Ambachte'ß -c TNO: "Zonwering al in bouwontwerp meenemen" AUTOMATISCHE ZONWERING BESPAART ENERGIE EN VERBETERT BINNENKLIMAAT Automatische zonwering kan op kantoor en

Nadere informatie

Tekst: Cees van de Sande

Tekst: Cees van de Sande Het lijkt zo vanzelfsprekend als we zeggen dat klaslokalen zijn gemaakt om optimaal te kunnen leren. Helaas is dat niet altijd het geval. Het klimaat in klaslokalen kan zelfs een negatief effect op de

Nadere informatie

ventileren wonen met karakter

ventileren wonen met karakter ventileren wonen met karakter goede ventilatie... voorkomt schade aan uw woning door vocht en schimmel is beter voor uw gezondheid bespaart energie Ventilatie is: gebruikte lucht eruit en frisse lucht

Nadere informatie

Vocht, schimmels & gezondheid

Vocht, schimmels & gezondheid Vocht, schimmels & gezondheid Ongeveer 15 procent van de woningen in Nederland is vochtig. Te veel vocht vermindert de kwaliteit van de binnenlucht. Dit kan luchtweg- en andere gezondheidsklachten bij

Nadere informatie

Gezond ventileren lekkere lucht is hoofdgerecht van gezond wonen. Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 12 november 2009

Gezond ventileren lekkere lucht is hoofdgerecht van gezond wonen. Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 12 november 2009 Gezond ventileren lekkere lucht is hoofdgerecht van gezond wonen Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 12 november 20 Inhoud Gezond wonen Gezond wonen en ventilatie Gedrag en energiegebruik

Nadere informatie

Ventileren. Antwoorden op de meest gestelde vragen. Tel. 050/32.33.40 - Fax. 050/32.33.27 - E-mail info@airflux.be - www.airflux.

Ventileren. Antwoorden op de meest gestelde vragen. Tel. 050/32.33.40 - Fax. 050/32.33.27 - E-mail info@airflux.be - www.airflux. Ventileren Antwoorden op de meest gestelde vragen 1. Waarom deze brochure? Goed ventileren is enorm belangrijk. Niet alleen omdat frisse en schone lucht in huis prettig is, maar vooral omdat het gezond

Nadere informatie

Correspondentie Postbus GA Delft

Correspondentie Postbus GA Delft Technische Universiteit Delft Literatuurstudie scholen en kindercentra - Binnenmilieu, gezondheid en leerprestaties Samenvatting en aanbevelingen Onderzoeksinstituut OTB Bezoek Jaffalaan 9 2628 BX Delft

Nadere informatie

Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder

Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder Geef verse lucht de ruimte, woon en werk gezonder Gebouwen zijn steeds beter geïsoleerd. Goed voor de energierekening en het comfort in huis en op kantoor,

Nadere informatie

Meer comfort en minder energiegebruik met intelligente zonlichtregulering. Wouter Beck Hunter Douglas Europe

Meer comfort en minder energiegebruik met intelligente zonlichtregulering. Wouter Beck Hunter Douglas Europe 1 Meer comfort en minder energiegebruik met intelligente zonlichtregulering Wouter Beck Hunter Douglas Europe 2 Onderwerpen Zonlicht de grootste vrije energiestroom op aarde Invloed van zonlicht op comfort,

Nadere informatie

Instructie Ventilatie

Instructie Ventilatie Instructie Ventilatie Type woning Bij de bouw van een woning wordt er rekening mee gehouden dat de woning geventileerd kan worden. Hierin is onderscheid te maken in 3 type woningen; woningen met luchtkanalen,

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 13 juli 2006 PO/B&B/06.

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 13 juli 2006 PO/B&B/06. logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 13 juli 2006 PO/B&B/06.29506 Uw kenmerk 06-OCW-B-029 Onderwerp Rappel toezegging kabinet

Nadere informatie

Green-Air Binnenshuis

Green-Air Binnenshuis Green-Air Binnenshuis Uitwisseling van groene kennis voor een gezondere binnen- en buitenlucht Deze brochure kwam tot stand door de operationele groep Green-Air Deze operationele groep werd cogefinancierd

Nadere informatie

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling

Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling Eerste kaart roetconcentraties Nederland Roet aanvullende maat voor gezondheidseffecten luchtvervuiling RIVM/DCMR, december 2013 Roet is een aanvullende maat om de gezondheidseffecten weer te geven van

Nadere informatie

Wat is comfort? Thermisch comfort. Binnenluchtkwaliteit. Akoestisch comfort

Wat is comfort? Thermisch comfort. Binnenluchtkwaliteit. Akoestisch comfort 1 Wat is comfort? Thermisch comfort Binnenluchtkwaliteit Akoestisch comfort Visueel comfort 2 Thermisch comfort hangt af van vele factoren Thermisch comfort is een relatief begrip, Het is o.m. afhankelijk

Nadere informatie

Onderzoek en beleid binnenhuismilieu Vlaanderen E Goelen

Onderzoek en beleid binnenhuismilieu Vlaanderen E Goelen Onderzoek en beleid binnenhuismilieu Vlaanderen E Goelen Onderzoek Resultaten van 3 projecten Vergelijkingen met omgevingswaarden Beleid Wie doet wat in Vlaanderen Waar kan ik terecht met vragen Voorstel

Nadere informatie

09/06/2017 BEOORDELEN VAN HET GEZONDHEIDSRISICO

09/06/2017 BEOORDELEN VAN HET GEZONDHEIDSRISICO BINNENMILIEU VAN: FOCUS OP: - Burgerwoningen - Waar er langdurig verbleven wordt - Publiek toegankelijke gebouwen - Waar er gevoelige personen aanwezig zijn GEZONDHEIDSKLACHTEN VAN VOCHT EN SCHIMMEL Silke

Nadere informatie

GEZOND BINNENMILIEU IN KINDERCENTRA

GEZOND BINNENMILIEU IN KINDERCENTRA GEZOND BINNENMILIEU IN KINDERCENTRA GGD IJsselland en GGD Twente Team Milieu en Gezondheid Gezond binnenmilieu Een slechte kwaliteit van de binnenlucht kan leiden tot gezondheidsklachten bij kinderen en

Nadere informatie

Wat is er aan de hand? http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20080701_broeikaseffect02

Wat is er aan de hand? http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20080701_broeikaseffect02 Wat is er aan de hand? http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20080701_broeikaseffect02 Goed nieuws: JIJ kunt verschil maken! Target Onze school gaat een steentje bijdragen! De uitdaging: krijg met de hele

Nadere informatie

Workshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje

Workshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje Workshop 1 EBA en schouwcriteria Milicon, Milieu consultancy, Mat Schatorje Bouwadviesburo van Niekerk, Emile Niekerk Gespreksleider: Steven van der Lelie (GGD Gelre- Ijssel) inhoudsopgave Inleiding Voorbeeld

Nadere informatie

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht

Ventileren en verluchten. Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht Ventileren en verluchten Woon gezond, geef lucht aan je huis! Ventileer 24 uur op 24 en verlucht aanvullend Tips voor gezonde binnenlucht 1 Waarom ventileren en verluchten? Binnen is de lucht meestal slechter

Nadere informatie

Overheid verscherpt de binnenklimaat normen

Overheid verscherpt de binnenklimaat normen Bewaakt permanent het binnenklimaat van gebouwen Evalueert van op afstand de werking van de installaties Optimaliseert samen met u het energieverbruik Overheid verscherpt de binnenklimaat normen METIZ

Nadere informatie

Gezond ventileren. Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 15 oktober 2009

Gezond ventileren. Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 15 oktober 2009 Gezond ventileren Evert Hasselaar Onderzoeksinstituut OTB, TUDelft 15 oktober 29 4/23/21 Yesterday, at OTB Hallo allemaal, Wegens vele klachten over de ventilatieroosters is besloten om de roosters voorlopig

Nadere informatie

Houtrook en Gezondheid

Houtrook en Gezondheid Houtrookoverlast, wat kun je doen? Houtrook en Gezondheid 21 september 2018 Longfonds Missie: Samen strijden om longziekten de wereld uit te krijgen en van belang zijn voor de patiënt van vandaag. Ambities:

Nadere informatie

Gezond binnenmilieu op kindercentra

Gezond binnenmilieu op kindercentra Gezond binnenmilieu op kindercentra Gezond binnenmilieu op kindercentra Gezond binnenmilieu Een slechte kwaliteit van de binnenlucht kan leiden tot gezondheidsklachten bij kinderen en leidsters, zoals

Nadere informatie

Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra

Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra Toetswaarden voor ventilatie in scholen en kindercentra Frans Duijm arts medisch milieukundige Kenniscentrum Milieu & Gezondheid GGD s Groningen, Friesland, Drenthe 21 maart 2007 ventilatie in scholen

Nadere informatie

Deze vragenlijst kan daarbij helpen. Checklist binnenklimaat I. Informatie over de werkplek. jaar

Deze vragenlijst kan daarbij helpen. Checklist binnenklimaat I. Informatie over de werkplek. jaar Bijlage 2A hoofdstuk 6 Checklist Binnenklimaat Klachten over het binnenklimaat van een werkruimte worden veel gehoord. Een eerste inventarisatie van optredende klachten geeft zelden een eenduidig beeld.

Nadere informatie

gezond groen op het werk plants for people

gezond groen op het werk plants for people gezond groen op het werk oftwel plants for people Inhoudsopgave 1. GROEN EN WERK... 2 2. GROEN VAN ESSENTIEEL BELANG OP HET WERK.... 2 3. ZIEKTEVERZUIM OMLAAG... 3 BRONVERMELDINGEN... 5 DOCUMENTATIE...

Nadere informatie

ClimaRad en binnenmilieu Achtergrondinformatie voor de consument CLIMARAD-EN-BINNENMILIEU-2011.001-NL

ClimaRad en binnenmilieu Achtergrondinformatie voor de consument CLIMARAD-EN-BINNENMILIEU-2011.001-NL ClimaRad en binnenmilieu Achtergrondinformatie voor de consument CLIMARAD-EN-BINNENMILIEU-2011.001-NL Inleiding Het binnenmilieu in woningen en gebouwen krijgt steeds meer aandacht van zowel de consumentenorganisaties,

Nadere informatie

Ventilatie. Ton Knaapen Gezondheid/Comfort/Energiebesparing

Ventilatie. Ton Knaapen Gezondheid/Comfort/Energiebesparing Ventilatie Ton Knaapen Gezondheid/Comfort/Energiebesparing Ventilatie Energie Gezondheid Binnen klimaat oplossingen Comfort Wat is ventileren? Ventilatie Het min of meer continu vervangen van binnenlucht

Nadere informatie

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit

Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit IP/97/853 Brussel, 8 oktober 1997 Een voorstel van de Commissie voor nieuwe grenswaarden voor de luchtkwaliteit De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel goedgekeurd voor een richtlijn met nieuwe

Nadere informatie

DUURZAAMHEID EN HET IDEALE KANTOOR

DUURZAAMHEID EN HET IDEALE KANTOOR DUURZAAMHEID EN HET IDEALE KANTOOR WAT IS HET IDEALE KANTOOR? AKOESTIEK LICHT LUCHTKWALITEIT THERMISCH COMFORT BUSINESS CASE WAT IS EEN IDEAAL KANTOOR? Een ideaal kantoor is een plaats waar op lange termijn

Nadere informatie

Sara Benoy, medisch milieukundige.

Sara Benoy, medisch milieukundige. Sara Benoy, medisch milieukundige. Gezondheidseffecten verkeer. Directe invloeden van verkeer: Luchtverontreiniging Geluidsoverlast Verkeersonveiligheid Gebrek aan beweging Indirecte gezondheidsgevolgen

Nadere informatie

Lawaai om de Middenvijver

Lawaai om de Middenvijver Lawaai om de Middenvijver 20 juni 2015 Prof. Dirk Avonts, Universiteit Gent. Hoe luid is het hier (kwantitatief)? Geluidssterkte: Intensiteit van de geluidsgolven. Meten is weten: decibels. Pure geluidsterkte:

Nadere informatie

betere prestaties Powered by Zehnder - J.E. StorkAir & Rockfon

betere prestaties Powered by Zehnder - J.E. StorkAir & Rockfon Powered by Zehnder - J.E. StorkAir & Rockfon betere prestaties ComfoSchool, het gezonde ventilatieplafond voor klaslokalen: constant frisse lucht, uitstekende akoestiek ik voel me super, man! ComfoSchool

Nadere informatie

BREEAM NL Nieuwbouw. Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Energie 19% Transport 8% Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% 10% Landgebruik & Ecologie

BREEAM NL Nieuwbouw. Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Energie 19% Transport 8% Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% 10% Landgebruik & Ecologie BREEAM NL Nieuwbouw Categorie Weging Management 12% Gezondheid en Welzijn 15% Waste Land Use & Ecology Pollution Energie 19% Materials Transport 8% Management Water 6% Materialen 12.5% Afval 7.5% Water

Nadere informatie

BINNENKLIMAAT IN DE RGD

BINNENKLIMAAT IN DE RGD 2013/2014 BINNENKLIMAAT IN DE RGD Auteurs: L. Noord M. Postma D. de Vries C. Wassenaar 2013/2014 Onderzoek naar het binnenklimaat van kantoorpanden in de RGD BINNENKLIMAAT IN DE RGD Auteurs: Laura Noord

Nadere informatie

Wat je moet weten over binnenlucht

Wat je moet weten over binnenlucht Wat je moet weten over binnenlucht een eenvoudige gids om jezelf te leren je binnenmilieu te verbeteren Philomena M. Bluyssen COLOFON Tekst Deze gids is geschreven door Philomena M. Bluyssen van de Technische

Nadere informatie

Binnenmilieu op de basisschool verdient meer aandacht

Binnenmilieu op de basisschool verdient meer aandacht Binnenmilieu op de basisschool verdient meer aandacht Het binnenmilieu in basisscholen is niet altijd wat het zijn moet. De luchtkwaliteit laat soms te wensen over, wat gezondheidsklachten kan veroorzaken.

Nadere informatie

Gezond binnenmilieu op kindercentra

Gezond binnenmilieu op kindercentra Gezond binnenmilieu op kindercentra www.vggm.nl Gezond binnenmilieu op kindercentra Gezond binnenmilieu Een slechte kwaliteit van de binnenlucht kan leiden tot gezondheidsklachten bij kinderen en werknemers,

Nadere informatie

17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN. Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2

17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN. Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2 17 AUGUSTUS 2015 DUURZAAMHEIDSVRAAGSTUK MILIEUVERVUILING EN ALLERGIEËN Actuele Topics in Aardrijkskunde 2014-2015 GULIZAR HEYECAN 3SA2 Inhoud 1. Allergieën (Bevolking)... 2 2. Oorzaken van allergieën (Biosfeer,

Nadere informatie

De chemie van lucht. Wat bepaalt de beleving van frisse lucht? Evert Hasselaar. Onderzoeksinstituut OTB

De chemie van lucht. Wat bepaalt de beleving van frisse lucht? Evert Hasselaar. Onderzoeksinstituut OTB Wat bepaalt de beleving van frisse lucht? Evert Hasselaar 1 Vragen? SBS en geur? Geuren toevoegen? Eisen aan luchtkwaliteit? Vertalen eisen naar ventilatiesystemen? 2 Eerst de basisvraag: wat is frisse

Nadere informatie

Ventilatie is het proces waarbij verse lucht van buiten naar binnen wordt toegevoerd en gebruikte lucht van binnen naar buiten wordt afgevoerd.

Ventilatie is het proces waarbij verse lucht van buiten naar binnen wordt toegevoerd en gebruikte lucht van binnen naar buiten wordt afgevoerd. VENTILEREN Ventilatie is het proces waarbij verse lucht van buiten naar binnen wordt toegevoerd en gebruikte lucht van binnen naar buiten wordt afgevoerd. Met ventilatie kan worden voorkomen dat hinderlijke

Nadere informatie

November 2011. Vlaams instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw

November 2011. Vlaams instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw November 2011 Vlaams instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie vzw Rapport Evaluatie van het project 'air@school' schooljaar 2010-2011 Het rapport 'Evaluatie van het project air@school' is

Nadere informatie

Rapportageformulier. Rapportage jaar School Locatie adres. (In te vullen door de preventiemedewerker) vorige volgende. Binnenmilieuscan Basisscholen

Rapportageformulier. Rapportage jaar School Locatie adres. (In te vullen door de preventiemedewerker) vorige volgende. Binnenmilieuscan Basisscholen (In te vullen door de preventiemedewerker) Rapportage jaar School Locatie adres controle kwartaal 1 controle kwartaal 2 controle kwartaal 3 controle kwartaal 4 Naam rapporteur Naam rapporteur Naam rapporteur

Nadere informatie

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling

Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling Opleiding Duurzaam Gebouw : Ventilatie: ontwerp en afstelling Leefmilieu Brussel Relatie tussen de luchtkwaliteit en het ventilatiesysteem Samuel CAILLOU WTCB/CSTC Doelstelling(en) van de presentatie Overzicht:

Nadere informatie

Vliegverkeer slecht voor de gezondheid. Sara Botschuijver Leonard Beijdewellen Informatieavond Laagvliegroutes van Lelystad Airport: Berkum

Vliegverkeer slecht voor de gezondheid. Sara Botschuijver Leonard Beijdewellen Informatieavond Laagvliegroutes van Lelystad Airport: Berkum Vliegverkeer slecht voor de gezondheid Sara Botschuijver Leonard Beijdewellen Informatieavond Laagvliegroutes van Lelystad Airport: Berkum 9-01-2018 Kleine deeltjes in de Lucht: Fijnstof en ultra fijnstof

Nadere informatie

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning

Bewonersinformatie Rosmalen. Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning Bewonersinformatie Rosmalen Aandachtspunten voor uw vernieuwde woning 2 Voorwoord Afgelopen periode heeft BAM Woningbouw in opdracht van de eigenaar van uw woning, a.s.r., uw woning verbeterd. Bij de woningverbetering

Nadere informatie

WOONLASTEN 4 15. Zijn de maandlasten voor huur + energie in een Passiefhuis lager dan in een normale woning? 4

WOONLASTEN 4 15. Zijn de maandlasten voor huur + energie in een Passiefhuis lager dan in een normale woning? 4 PASSIEFHUIZEN COLUMBUSKWARTIER ALMERE VEEL GESTELDE VRAGEN PASSIEFHUIZEN EN WONEN IN EEN PASSIEFHUIS 2 1. Wat is een Passiefhuis? 2 2. Wat is het voordeel van een Passiefhuis? 2 3. Wat zijn bewonerservaringen

Nadere informatie

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning!

Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! Verbeteringen aan uw woning Condens aan de buitenkant: Gefeliciteerd met uw vernieuwde woning! De verbeteringen die we hebben doorgevoerd verschillen per woning,

Nadere informatie

Groen in de klas. Anouk Pelzer Innovatieadviseur Aldus bouwinnovatie Projectleider onderzoeksproject BGG Architect

Groen in de klas. Anouk Pelzer Innovatieadviseur Aldus bouwinnovatie Projectleider onderzoeksproject BGG Architect Groen in de klas Anouk Pelzer Innovatieadviseur Aldus bouwinnovatie Projectleider onderzoeksproject BGG Architect www.bouwenmetgroenenglas.nl / anouk@bouwenmetgroenenglas.nl 1 Wat gaan we doen in deze

Nadere informatie

Blok voor Blok. Energiezuinigheid en binnenmilieu. Geregeld BV. Piet van Luijk

Blok voor Blok. Energiezuinigheid en binnenmilieu. Geregeld BV. Piet van Luijk Blok voor Blok Energiezuinigheid en binnenmilieu Piet van Luijk Geregeld BV September 26, 2014 Inhoud presentatie 1. Energiezuinigheid en binnenmilieu 2. Welke kwaliteitsaspecten spelen bij binnenmilieu

Nadere informatie

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem.

Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat. Luchtkwaliteit. Ideaal voor integratie in een ventilatiesysteem. Waarom Ventileren? 24 uur per dag ventileren zorgt voor het beste resultaat Luchtkwaliteit We hebben allemaal nood aan verse én gezonde buitenlucht om goed te kunnen functioneren. In onze moderne maatschappij

Nadere informatie

Prégy AIR. Uw oplossing voor het verbeteren van de binnenluchtkwaliteit. - Prégy AIR I

Prégy AIR. Uw oplossing voor het verbeteren van de binnenluchtkwaliteit. - Prégy AIR I Prégy AIR Uw oplossing voor het verbeteren van de binnenluchtkwaliteit - Prégy AIR I 1 SINIAT, EEN VERANTWOORDELIJKE EN DUURZAME PARTNER SINIAT IS ACTIEF IN IEDERE STAP VAN HET DUURZAAM BOUWEN SINIAT WIL

Nadere informatie

De Legitimiteit Groep. 16 juni 2011 Corpus, Oegstgeest

De Legitimiteit Groep. 16 juni 2011 Corpus, Oegstgeest De Legitimiteit Groep 16 juni 2011 Corpus, Oegstgeest Welkom Robbert Reimering Dagvoorzitter De Legitimiteit Groep Agenda 14.30 uur Welkom, Robbert Reimering 14.35 uur Introductie project, Kevin Zuidhof

Nadere informatie

Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen. Door: ir. E.N. t Hooft

Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen. Door: ir. E.N. t Hooft Nieuwe wegen in comfort van kantoorgebouwen Door: ir. E.N. t Hooft 1 INHOUD PRESENTATIE Inleiding Binnenmilieu Thermisch comfort Beoordelingsmethoden Consequenties ATG-methode Conclusie 2 FASEN IN BOUWPROCES

Nadere informatie

Project Plant in de klas Air So Pure oktober 2011

Project Plant in de klas Air So Pure oktober 2011 1 2 Management samenvatting Het slechte klimaat in de klaslokalen is een zorg die erkend wordt door de overheid. Het grote aantal kinderen in een relatief kleine ruimte leidt tot te hoge concentraties

Nadere informatie

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker. Verwarming Koeling Ventilatie Filtering

Hoofdbediening CO 2. RF en Uitbreidingssensor CO 2. RF Handleiding voor de gebruiker.  Verwarming Koeling Ventilatie Filtering Hoofdbediening RF en Uitbreidingssensor RF Handleiding voor de gebruiker In de Kasbah geplaatst in het voorjaar 2015 Verwarming Koeling Ventilatie Filtering www.dekasbah.nl Inhoudsopgave 1. Introductie

Nadere informatie