Specifiek-IgE-bepaling bij voedselallergie
|
|
- Leo van der Zee
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Labquiz Specifiek-IgE-bepaling bij voedselallergie Jacquelien J.G. Hillebrand, W.M.A.J. (Jeroen) Miesen en A.H.L. (Leontine) Mulder Bij een vermoeden op een voedselallergie wordt soms een bepaling van specifiek IgE aangevraagd. Testuitslagen kunnen soms meer vragen oproepen dan antwoorden geven. Casus 1 Patiënt A, een 12-jarig meisje, krijgt direct na het eten van een boterham met pindakaas last van urticaria. De urticaria blijven beperkt tot het gezicht en zijn na enkele uren verdwenen. Zij heeft niet eerder deze klachten gehad, maar heeft wel sinds 4 jaar last van ernstige rinorroe, jeuk, conjunctivitis en vermoeidheid, vooral in de zomer. Vader en dochter gaan naar het spreekuur van de huisarts, omdat ze vrezen voor een pinda-allergie. Ondanks dat de NHG-standaard Voedselovergevoeligheid dit afraadt, wordt er laboratoriumonderzoek verricht (tabel). Casus 2 Patiënt B is een 9-jarige jongen. Zijn moeder bespeurt sinds dit voorjaar dat hij lichte jeuk krijgt rond de lippen na het eten van appels. De klachten blijven beperkt tot jeuk en zijn veelal kortdurend. Patiënt heeft sinds 2 jaar rinitis, voornamelijk in de lente. Huidtesten die in het verleden werden gedaan, toonden reacties op boompollen aan; hiervoor werd geen therapie gestart. Moeder en patiënt gaan naar het spreekuur van de huisarts, omdat ze vermoeden dat hij een appelallergie heeft ontwikkeld. De huisarts doet laboratoriumonderzoek, ook al wordt dit afgeraden door de NHG-standaard (zie de tabel). Welke van onderstaande beweringen is of zijn juist? a De waarschijnlijkheid dat patiënt A met deze verschijnselen een klinisch relevante pinda-allergie heeft, kan worden vergroot of verkleind door aanvullend serologisch onderzoek. b De hoge concentratie van specifiek IgE tegen pinda in combinatie met de urticaria op het gezicht bevestigen een pinda-allergie. Het advies aan patiënt is om producten met pinda levenslang te mijden vanwege het risico op levensbedreigende anafylaxie bij een volgende consumptie. c Pinda-allergie kan alleen worden aangetoond met een orale provocatietest. Een verhoogde concentratie specifiek IgE tegen pinda is niet altijd gerelateerd aan klinische klachten. d Vanwege de hoge concentratie specifiek IgE tegen pinda dient U verder onderzoek ingezet te worden naar notenallergie. Welke van onderstaande beweringen is of zijn juist? a De specifieke IgE-reacties op berk en appel berusten op een kruisreactiviteit die verdere diagnostiek behoeft. b De verhoogde concentratie specifiek IgE tegen appel bewijst een appelallergie. Het advies aan patiënt is om consumptie van appels levenslang te mijden om levensbedreigende voedselreacties te voorkomen. c Vanwege de verhoogde concentratie specifiek IgE tegen appel dient verder laboratoriumonderzoek ingezet te worden naar specifiek IgE tegen andere steenvruchten. U d Geen van bovenstaande beweringen is juist. > Antwoorden en uitleg elders in dit nummer NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988Q 1
2 TABEL Uitslagen van specifiek-ige-bepalingen van patiënt A en B* allergeen patiënt A patiënt B referentiewaarde allergeen patiënt A patiënt B referentiewaarde screening inhalatieallergie positief positief negatief screening voedselallergie positief positief negatief berk ,0-0,10 ku/l kippeneiwit 0,03 0,06 0,0-0,10 ku/l grassen 60 0,20 0,0-0,10 ku/l koemelk 0,12 0,07 0,0-0,10 ku/l kruiden 0,01 0,07 0,0-0,10 ku/l tarwe 0,09 0,10 0,0-0,10 ku/l schimmels 0,03 0,05 0,0-0,10 ku/l pinda 9,4 0,18 0,0-0,10 ku/l hond 0,10 0,03 0,0-0,10 ku/l soja 1,3 0,04 0,0-0,10 ku/l kat 0,11 0,09 0,0-0,10 ku/l huisstofmijt 0,15 0,10 0,0-0,10 ku/l additioneel appel NB 4,2 0,0-0,10 ku/l NB = niet bepaald. * De bepalingen werden verricht met een fluorescentie-enzym-immunoassay. Afwijkende uitslagen zijn in rood weergegeven. 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988Q
3 Antwoorden op de Labquiz Specifiek IgE Jacquelien J.G. Hillebrand, W.M.A.J. (Jeroen) Miesen en A.H.L. (Leontine) Mulder Antwoord casus 1: bewering 1a en 1c zijn juist Bij patiënt A is er een sterk vermoeden op een pindaallergie. De diagnose voedselallergie kan alleen betrouwbaar worden gesteld met een liefst dubbelblinde orale voedselprovocatietest. De verhoogde concentratie specifiek IgE tegen pinda kan berusten op een kruisreactiviteit met IgE tegen gras- en berkenpollen. Beide allergeenmengsels bevatten componenten die ook in het pindamengsel voorkomen. Met uitgebreider laboratoriumonderzoek, zogenoemde componentanalyse, kan eventueel meer informatie verkregen worden over de specifieke pindacomponent of -componenten die verantwoordelijk is of zijn voor de IgE-uitslag en de klinische relevantie hiervan. Het is voorbarig om te stellen dat pindaproducten niet meer gegeten mogen worden. Pinda is een peulvrucht en een analyse naar notenallergie heeft geen toegevoegde waarde. Antwoord casus 2: bewering 2d is juist Bij patiënt B is een appelallergie al vrijwel zeker bewezen op basis van de anamnese, en het bepalen van specifiek IgE tegen appel was hier niet nodig geweest. De lichte jeuk na het eten van appels komt vaak voor bij patiënten met een berkenpollenallergie en berust op een kruisreactiviteit tussen berk- en appelallergenen; dit wordt het paraberksyndroom genoemd. Het advies is om geen rauwe appelproducten meer te eten. Maar als deze verhit worden, kunnen ze veilig gegeten worden omdat het appelallergeen thermolabiel is. Een verdere analyse naar allergie tegen appel of andere steenvruchten heeft geen toegevoegde waarde. > verdieping en achtergronden, zie zoeken op A5988 Ziekenhuisgroep Twente, afd. Klinisch-chemisch laboratorium, Almelo. Dr.ir. J.J.G. Hillebrand, klinisch chemicus in opleiding; dr.ir. A.H.L. Mulder, klinisch chemicus-medisch immunoloog (tevens: Medlon, Enschede). Ziekenhuisgroep Twente, Centrum voor Allergologie Twente e.o., Hengelo. Dr. W.M.A.J. Miesen, internist-allergoloog. Contactpersoon: dr.ir. J.J.G. Hillebrand (j.hillebrand@zgt.nl). NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988A 1
4 Verdieping LabQuiz Nader onderzoek bij voedselallergeenanalyse Jacquelien J.G. Hillebrand, W.M.A.J. (Jeroen) Miesen en A.H.L. (Leontine) Mulder Achtergrond Een IgE-gemedieerde voedselallergie is een reactie van het immuunsysteem op stoffen van buitenaf die gewoonlijk niet tot een immunologische reactie leiden. Deze onnodige reactie kan zich klinisch uiten in een wijd scala van klachten, van het orale allergiesyndroom dat voornamelijk bestaat uit geringe klachten in het mond-keelgebied tot levensbedreigende anafylactische reacties. Een allergische reactie wordt voorafgegaan door een sensibilisatiefase, waarin het immuunsysteem bij een eerder contact met het betreffende allergeen specifieke IgEantistoffen tegen dat allergeen heeft aangemaakt. Deze sensibilisatiefase gaat zelden gepaard met klinische symptomen en kan al in utero plaatsvinden. De specifieke IgE-antistoffen binden aan mestcellen in weefsels of aan basofiele granulocyten in het bloed. Een volgend contact met het allergeen resulteert in complexvorming en degranulatie van de mestcellen en basofiele granulocyten. De typische klinische symptomen die vervolgens kunnen ontstaan, zoals roodheid, zwellingen en in een later stadium ontstekingsreacties, worden veroorzaakt door de stoffen die vrijkomen uit de mestcellen en de basofiele granulocyten, zoals histamine, prostaglandinen en cytokinen. In Nederland is de prevalentie van voedselallergie bij kinderen onder de 3 jaar ongeveer 6% en bij volwassenen ongeveer 2%. 1,2 Het aantal mensen dat alleen gesensibiliseerd is, dat wil zeggen: ze hebben geen allergische klachten, is dubbel zo groot. Een voedselallergie ontstaat na introductie van het betreffende voedingsmiddel in het voedingspatroon. Allergische klachten kunnen al bij de eerste blootstelling optreden en blijven zeker bij jonge kinderen vaak, maar niet altijd, beperkt tot een enkel voedingsmiddel. 3 De voedselallergenen die het vaakst betrokken zijn, zijn die in koemelk, ei, vis, pinda, schaalen schelpdieren, noten, soja en tarwe. Diagnostiek Het bevestigen of uitsluiten van de diagnose voedselallergie bij een patiënt is zinvol wanneer deze diagnose consequenties heeft voor de behandeling. Het uitsluiten van de diagnose kan onnodig diëten, angst en vermijdingsgedrag voorkomen en hiermee de basis vormen voor een succesvolle behandeling. 4 Diagnostische middelen die kunnen worden gebruikt zijn anamnese, licha- melijk onderzoek, huidtesten, specifiek-ige-bepalingen en orale provocatietesten. 4-6 Het moge duidelijk zijn dat voedselallergiediagnostiek bij uitstek een multidisciplinaire aanpak vereist, waarbij de huisarts, jeugdarts, kinderarts, allergoloog, diëtist en klinisch chemicus een belangrijke rol kunnen spelen. Anamnese en lichamelijke onderzoek Voordat verder onderzoek wordt gedaan, is een uitgebreide anamnese van de specifieke klachten en symptomen, de wijze van blootstelling aan het allergeen, de snelheid van het ontstaan van de klachten, de duur van de klachten en de reproduceerbaarheid van de klachten essentieel. Ook lichamelijk onderzoek is van belang voor het objectiveren van de kenmerken van een voedselallergie en het uitsluiten van andere diagnoses, bijvoorbeeld van neuspoliepen die rinitis veroorzaken. Huidtest Een huidtest is een semi-kwantitatieve bepaling waarbij de patiënt via een krasje in de huid of een intracutane injectie blootgesteld wordt aan allergenen, in hun natuurlijke vorm of als gezuiverd mengsel of gezuiverd allergeen. Als er specifiek IgE aanwezig is, leidt binding van het allergeen aan het IgE tot mestcelactivatie en tot een huidreactie binnen 15 min. Huidtesten zijn in principe snel en goedkoop uit te voeren, maar kunnen als belastend worden ervaren door de patiënt. Ook kunnen er ernstige reacties op het allergeen optreden in de vorm van astma of anafylaxie. Een negatieve testuitslag maakt een allergie voor het betreffende allergeen onwaarschijnlijk, terwijl een positieve uitslag slechts duidt op sensibilisatie. Huidtesten zijn van beperkte waarde voor de diagnostiek van voedselallergie in de huisartsenpraktijk, mede door de beperkte betrouwbaarheid door het ontbreken van kwaliteitsbewaking op de extracten, interpretatieverschillen, en gebrek aan ervaring ermee. 1 Specifiek-IgE-bepaling Met de radioallergosorbenttest (RAST) of tegenwoordig de fluorescentie-enzymimmunoassay (FEIA), die is gekalibreerd op de IgE-standaard van de WHO, kan voor een scala aan allergenen specifiek IgE aangetoond worden in het serum van de patiënt. Aanwezigheid van dit specifiek IgE duidt op aanwezigheid van sensibilisatie en niet per definitie op een allergie. De allergietest in bloed bestaat dus niet. 7 IgEtesten worden uitgevoerd met gezuiverde allergenen, zoals koemelk, of met mengsels van allergenen, zoals berkenpollen. Bij berkenpollen wordt getest op een mengsel van allergenen uit berkenpollen en de uitslag NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988V 1
5 hiervan wordt gerapporteerd als 1 specifiek berkenpollen-ige. Voor gezuiverde allergenen worden ook steeds vaker recombinante eiwitten gebruikt, bijvoorbeeld bij hondallergenen. Orale provocatietest De gouden standaard voor de diagnose voedselallergie is een dubbelblinde placebo-gecontroleerde voedselprovocatietest (DBPGVP). 6 Tijdens de DBPGVP wordt de patiënt blootgesteld aan placebovoeding of aan voeding waarin het allergeen waarvoor de patiënt wellicht allergisch is in oplopende concentraties is verwerkt. De provocatietest levert hiermee ook informatie op over de ernst van de allergie en de hoeveelheid allergeen die nodig is om een reactie uit te lokken. Voor het uitvoeren van een DBPGVP is informed consent nodig en zijn kennis, ervaring en veilige omstandigheden essentieel. Eventuele bezwaren tegen het uitvoeren van een DBPGVP zijn het mogelijke risico op anafylaxie en de grote arbeidsinspanning en hoge kosten. De open eliminatie-provocatietest is een alternatief voor de DBPGVP en kan gebruikt worden om de diagnose voedselallergie onwaarschijnlijker te maken. Deze vorm van provocatie is makkelijker uitvoerbaar dan de DBP- GVP en lijkt goedkoper, maar de interpretatie ervan wordt bemoeilijkt door de vaak subjectieve symptomen en het ongeblindeerde karakter van de test. 1,7 In de praktijk levert de open eliminatie-provocatietest veel foutpositieve uitslagen op en lijkt de DBPGVP juist kostenbesparend te werken. 8 Interpretatie van de specifiek-ige-bepaling Hoewel specifiek-ige-bepalingen veel worden aangevraagd, wordt het gebruik van deze bepalingen als onderdeel van de standaarddiagnostiek afgeraden in de huidige NHG-standaard Voedselovergevoeligheid. 1 Het interpreteren van specifiek-ige-uitslagen kan lastig zijn vanwege de doorgaans zwakke relatie tussen de testuitslag en de klinische klachten. De concentratie IgE kan verhoogd zijn, terwijl iemand geen klachten heeft. Maar er zijn ook patiënten die wel klachten bij een lage IgE-concentratie hebben, zoals bij een niet-ige-gemedieerde allergie of in zeldzame gevallen bij een fout-negatieve uitslag. Daarnaast kan de interpretatie van specifiek-igeonderzoek lastig zijn, omdat er bij de testen vaak nog gewerkt wordt met mengsels van al dan niet gezuiverde allergenen. Iemand kan voor meerdere allergenen gesensibiliseerd zijn, maar bij lang niet elk allergeen leidt sensibilisatie ook daadwerkelijk tot klinische klachten. In het algemeen geldt hoe zuiverder het allergeen dat wordt gebruikt, hoe specifieker de IgE-testuitslag voor dat allergeen. De sensitiviteit en negatief voorspellende waarde van een specifiek-ige-analyse zijn hoog voor koemelkeiwit en pinda-eiwit: met een FEIA kan voor koemelkeiwit een sensitiviteit en negatief voorspellende waarde van beide 100% verkregen worden en voor pindaeiwit van respectievelijk 97 en 85%. 9 De positief voorspellende waarde voor een klinische respons verschilt sterk per allergeen (figuur). De positief voorspellende waarde van een IgE-testuitslag voor een klinische reactie op kippeneiwit is bij een concentratie specifiek IgE tot een drempelwaarde van 12,6 ku/l meer dan 95%, maar voor tarwe bij een drempelwaarde van 100 ku/l slechts 37%. 10,11 Ondanks de eerder vermelde benodigde voorzichtigheid bij de interpretatie van een verhoogde concentratie IgE kan men bij een sterk vermoeden op een voedselallergie tegen ei, melk, pinda of vis, eventueel een specifiek-ige-bepaling gebruiken als diagnostische test. Dit maakt het verrichten van een provocatietest voor veel patiënten overbodig. Hetzelfde geldt bij een hoog risico op anafylaxie. Voor de genoemde allergenen zijn afkapwaarden voor specifiek IgE vastgesteld waarbij met 95% zekerheid een klinische reactie op deze voedingsmiddelen voorspeld kan worden. Het gebruik van deze diagnostische afkapwaarden gaat echter wel ten koste van de sensitiviteit. 9,12 Ook moet het duidelijk zijn dat de 2 in Nederland gangbare testsystemen voor allergiediagnostiek kwantitatief niet dezelfde uitslag geven en dat de uitslagen daardoor niet uitwisselbaar zijn. Dit betekent ook dat de beschreven afkapwaarden specifiek zijn voor het gebruikte testsysteem en daarmee niet extrapoleerbaar zijn naar andere testsystemen. Tot slot zijn deze diagnostische afkapwaarden vaak bepaald in tweede- of derdelijnscentra en daarmee niet zonder meer te extrapoleren naar de huisartsenpraktijk. Wat is kruisreactiviteit? De specificiteit van de IgE-bepaling wordt verminderd door het optreden van kruisreactiviteit. Kruisreactiviteit tussen allergenen betekent dat verschillende allergenen binden aan een IgE-molecuul dat oorspronkelijk aangemaakt was tegen 1 specifiek allergeen. Zo zijn patiënten met een koemelkallergie vaak ook allergisch voor geitenmelk en hebben veel patiënten met een pinda-allergie ook klachten na het eten van soja en andere peulvruchten. 13 Kruisreactiviteit kan dus leiden tot klinische klachten, maar in vitro wordt er altijd meer kruisreactiviteit waargenomen dan in vivo. 14 Wanneer de kruisreactie niet resulteert in klinische klachten, spreekt men over kruissensibilisatie. Bij patiënten met een specifieke voedselallergie, zoals tegen vijg uit de Moraceae-familie, worden dus vaak positieve IgE-testresultaten gevonden bij voedingsmiddelen die hieraan verwant zijn, zoals moerbei uit dezelfde Moraceae-familie, al dan niet leidend tot klinische symptomen. Kruisreactiviteit kan echter ook voorkomen bij families die fylogenetisch minder verwant zijn. Vaak is 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988V
6 de kruisreactiviteit dan te herleiden tot de zogenoemde familie van eiwitten waartoe het allergeen behoort, bijvoorbeeld de profilines, voorraadeiwitten, lipidetransporteiwitten of proteïnefamilie 10 (PR10). Zo heeft 70% van de patiënten met een berkenpollenallergie ook klachten na het eten van bepaalde voedselallergenen. Meestal gaat het hierbij om leden van de Rosaceae-familie (vooral appel), de Apiaceae-familie (vooral selderij) of noten (vooral hazelnoot). Deze kruisreactiviteit leidt vaak tot een lichte voedselallergie en geeft alleen klachten bij het eten van onverhitte producten, aangezien de allergenen instabiel zijn en denatureren bij hittebehandeling. De oorsprong van de kruisreactie blijkt te liggen in het feit dat de belangrijkste allergene component van de berkenpol (Bet v1) een grote gelijkenis (homologie) vertoont met eiwitten in appel (Mal d1; 56% homologie), selderij (Api g1; 42% homologie) en hazelnoot (Cor a1; 72% homologie); dit zijn allemaal PR10- eiwitten. 15 Een ander voorbeeld van kruisreactiviteit betreft het ontstaan van klinische klachten na het eten van fruit, vooral banaan, avocado, kastanje en kiwi, bij 50% van de patiënten met een latexallergie. Deze kruisreactiviteit is gebaseerd op homologie (70%) tussen heveïne uit latex en het heveïne-achtige N-terminale domein van klasse 1-chitinases uit bovengenoemde planten. Daarnaast is het goed te realiseren dat recent Nederlands onderzoek heeft aangetoond dat het gesensibiliseerd zijn voor 5 waarschijnlijkheid 1,0 0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0,0 0,35 0,7 2,5 17, specifiek lge (ku/l) FIGUUR Verband tussen de concentratie specifiek IgE tegen koemelk ( ), pinda ( ), vis ( ) en eiwit ( ), en de waarschijnlijkheid van het optreden van een klinische respons op deze allergenen. Uit de waarschijnlijkheidscurve wordt duidelijk dat de kans op een klinische reactie bij een bepaalde concentratie specifiek IgE verschilt per voedingsmiddel of allergeen. Deze waarschijnlijkscurve is gebaseerd op beslissingsgrenzen in 1 patiëntengroep en de concentraties specifiek IgE zijn bepaald met 1 testsysteem; deze gegevens zijn daarom niet uitwisselbaar met andere patiëntengroepen of andere testsystemen. (Bron: Sampson HA. 12 ) allergenen (polysensibilisatie) veelvuldig voorkomt bij kinderen en adolescenten, en dat dit verschijnsel niet alleen berust op kruissensibilisatie voor biologisch verwante allergenen, maar mogelijk ook een uiting lijkt van een algeheel atopischer fenotype. 16 Bespreking casus1 Patiënt A en B zijn gediagnosticeerd met een pollenallergie en hebben beiden klachten na het eten van een plantaardig voedingsmiddel. De vervolgstappen in het diagnostisch traject bij deze patiënten zouden echter niet hetzelfde moeten zijn. We bespreken hier de vervolgstappen voor patiënt A en die voor patiënt B onder het kopje Componentanalyse bij de diagnostiek van voedselallergie. De klachten na het eten van boterhammen met pindakaas bij patiënt A kunnen het gevolg zijn van kruisreactiviteit en kunnen wel of niet klinisch relevant zijn. Kruisreactiviteit kan veroorzaakt worden door sensibilisatie voor berkenpollen (Bet v1) en het in pinda-extract voorkomende homologe eiwit (Ara h8; 46% homologie). Deze kruisreactie leidt meestal tot slechts geringe klinische symptomen en een streng pinda-vrij dieet is vaak niet geïndiceerd. Ook kan de kruisreactiviteit veroorzaakt worden door de graspollensensibilisatie van de patiënt. Het is bekend dat patiënten met een sterke graspollensensibilisatie een positieve uitslag voor specifiek IgE tegen pinda kunnen hebben die klinisch niet relevant is en niet tot symptomen leidt. Deze in-vitrokruisreactie wordt veroorzaakt door zogenoemde cross-reactive carbohydrate determinants die in beide extracten aanwezig zijn. Patiënt A kan echter ook een specifieke sensibilisatie hebben voor het pinda-allergeen dat het sterkst geassocieerd is met klinische symptomen (Ara h2). Met de reguliere serologische laboratoriumtesten is geen onderscheid te maken tussen de hier gestelde opties. Bij deze patiënt kan het daarom verstandig zijn om verdere analyses in te zetten om meer inzicht te krijgen in de klinische relevantie van de gevonden IgE-respons. Dit kan door gebruik te maken van de gouden standaard, de DBPGVP, of eventueel van componentanalyse. Componentanalyse bij de diagnostiek van voedselallergie Bij componentanalyse ( component-resolved diagnostics, CRD) worden IgE-antistoffen bepaald tegen specifieke allergeencomponenten uit voedingsmiddelen en niet tegen een totaal-allergeenextract. CRD kan de diagnose allergie ondersteunen, vooral bij een lastige interpretatie van regulier specifiek-ige-onderzoek. CRD vergt echter wel kennis van de klinische implicaties van afwijkende componentuitslagen en ook door CRD aangetoonde sensibilisatie leidt niet altijd tot klinische klachten. Voordelen Analyse van specifiek IgE tegen allergene NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988V 3
7 componenten heeft een hogere voorspellende waarde dan analyse van specifiek IgE tegen het ruwe extract door een hogere sensitiviteit, reproduceerbaarheid en stabiliteit van de test. 17 Voor bepaalde allergenen is de specifieke component-ige-binding een voorspeller voor de ernst van de allergische aandoening. Bij een kippeneiwitallergie is met CRD meer informatie te verkrijgen over het klinische verloop van de allergie. Patiënten gesensibiliseerd voor de ovomucoïdcomponent Gal d1 hebben een vele malen hoger risico op een persisterende allergie voor kippeneiwit, terwijl patiënten die niet gesensibiliseerd zijn voor deze component, maar bijvoorbeeld wel voor ovalbumine Gal d2, feitelijk alleen reageren op rauw kippenei en goed doorbakken eiwit wel verdragen. In de omgang met patiënten met kippeneiwitallergie heeft dit onderscheid grote praktische gevolgen. 18 Bij pinda-allergie is vooral de component Ara h2, en in mindere mate Ara h1 en Ara h3, gerelateerd aan klinische klachten, terwijl de homoloog van Bet v1, Ara h8, geassocieerd is met het orale allergiesyndroom en feitelijk nooit leidt tot levensbedreigende systemische reacties. 19 Ook is de kans op een allergische reactie groter naarmate meer verschillende pindacomponenten door specifiek IgE worden herkend. 20 Bij het vaststellen van de klinische relevantie van een verhoogde concentratie pinda-ige bij patiënt A kan CRD dus van toegevoegde waarde zijn. De klinische relevantie van een verhoogde concentratie specifiek IgE is ook sterk afhankelijk van de dieetgewoonten van de onderzochte populatie, hun omgeving en de geografische locatie. Ook hier kan CRD eventueel bijdragen aan de klinische besluitvorming. Zo komen reacties op de appelcomponenten Mal d3 en Mal d4, die kunnen leiden tot ernstige systemische klachten, vooral voor in Zuid-Europa en niet in Nederland. Hier wordt een verhoogde concentratie appel-ige vaak veroorzaakt door een respons op component Mal d1. Nadelen Ondanks deze voordelen van CRD kan het in vitro aantonen van de aanwezigheid van specifiek IgE tegen een component van het natieve onbehandelde eiwit ver afstaan van de in-vivosituatie. In vivo bestaan natieve eiwitten vaak uit een mix van isovormen die genuttigd worden na thermische behandeling. Een ander nadeel is dat enkele testen die voorheen berustten op analyse van 1 voedingsmiddelextract nu vervangen worden door een relatief groot aantal analyses, wat resulteert in vele testuitslagen. Zo zijn er inmiddels 11 pindacomponenten bekend, waarvan sommige geassocieerd zijn met klinische klachten bij een pindaallergie en andere met geringere klachten op basis van kruisreactiviteit. Goede correlatiestudies tussen sensibilisatie voor diverse componenten en klinische klachten zijn dan ook gewenst om de echt klinisch relevante allergeencomponenten te benoemen. Ook zijn studies met representatieve patiëntengroepen nodig, maar deze ontbreken vooralsnog. Met de komst van speciale microarrayplatforms kunnen tegenwoordig meerdere allergeencomponenten van een groot aantal allergeenbronnen tegelijk met een beperkte hoeveelheid serum getest worden. 17 Gezien de complexiteit van de interpretatie van dit serologisch onderzoek zal de laboratoriumspecialist de aanvrager van het onderzoek hier meer dan in het verleden moeten ondersteunen door de serologie-uitslagen standaard van commentaar te voorzien. Dit vereist wel dat de aanvrager veel meer anamnestische informatie bij de aanvraag vermeldt dan momenteel gebruikelijk is. Bespreking casus 2 Bij patiënt B is normaliter geen verder diagnostisch onderzoek vereist en het aanvragen van een bepaling van specifiek IgE tegen appel was, conform de NHG-standaard, niet nodig geweest. De huisarts dient zich ervan bewust te zijn dat kruisreactiviteit tussen berk en appel, wat berust op homologie tussen Bet v1 en Mal d1, veelvuldig voorkomt. Wanneer er een goede anamnese is afgenomen, zal het duidelijk worden dat de geringe klachten van het orale allergiesyndroom en de verhoogde concentratie specifiek IgE tegen appel bij een berkenpollenallergie hier hoogstwaarschijnlijk berusten op het paraberksyndroom. Het paraberksyndroom is in het algemeen onschuldig en gaat niet gepaard met anafylaxie als de patiënt bij het optreden van klachten stopt met het eten van appelproducten. Diverse soorten rauwe groente en fruit, kruiden en zaden kunnen bij pollenallergie een door IgE-gemedieerde kruisreactiviteit veroorzaken. Niet alleen berkenpollenallergie maar ook bijvoorbeeld bijvoet- en weegbreeallergie staan hierom bekend. Bij patiënt B met het paraberksyndroom is het advies om geen rauwe appelproducten meer te eten. De component Mal d1 is thermolabiel en heeft ook een lage stabiliteit in het zure milieu van de maag. Door verhitting denatureert het eiwit en zal Mal d1 niet meer tot klinische klachten leiden. Producten als appelmoes, appeltaart en appelsap kunnen daarom wel veilig gegeten worden. Als de patiënt een atypische anamnese heeft en bijvoorbeeld ook klachten heeft bij het eten van verhitte appelproducten, of afkomstig is uit een andere geografische regio, zou dit advies veranderen. CRD kan dan helpen om onderscheid te maken tussen de diverse appelcomponenten. Conclusie In de NHG-standaard wordt serologisch bloedonderzoek in de diagnostiek van voedselovergevoeligheid afgeraden. Wij stellen echter dat er de laatste jaren veel meer bekend is geworden over allergene componenten en over kruis- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988V
8 reactiviteit bij voedselallergeen analyse. Nieuwe technieken als componentanalyse kunnen leiden tot meer toegevoegde waarde van het serologisch laboratoriumonderzoek in het diagnostisch proces van voedselallergie. De interpretatie van dergelijk serologisch onderzoek zal complex blijven en de laboratoriumspecialist moet de aanvrager daarbij ondersteunen. Momenteel zijn van slechts enkele voedingsmiddelen de specifieke componentallergenen bekend en ontbreken onder meer studies met relevante patiëntengroepen. Een uitgebreide anamnese, een dubbelblinde placebo-gecontroleerde voedselprovocatietest en een multidisciplinaire aanpak zijn daarom vooralsnog het belangrijkst voor het stellen van de diagnose voedselallergie. Serologisch onderzoek en componentanalyse kunnen hieraan bijdragen, vooralsnog in uitzonderlijke gevallen maar in de toekomst wellicht steeds meer. > Kijk ook op Literatuur 1 Lucassen PLBJ, Albeda FW, Van Reisen MT, Silvius AM, Wensing C, Luning-Koster MN. NHG-standaard M47 Voedselovergevoeligheid. Eerste herziening.. Huisarts Wet. 2010:10: Dubois E. Dubbelblinde provocatietest is veilig en superieur. VoedingsMagazine. 2008;3: Du Toit G, Santos A, Roberts G, Fox AT, Smith P, Lack G. The diagnosis of IgE-mediated food allergy in childhood. Pediatr Allergy Immunol. 2009;20: Miesen WM. Diagnostiek bij allergische rhinitis. Modern Medicine. 2006;3: Lack G. Food allergy. N Engl J Med. 2008;12: Hospers IC, de Vries-Vrolijk K, Brand PL. Dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocaties bij kinderen met vermeende koemelkallergie, in een algemeen ziekenhuis: diagnose verworpen bij twee derde van de kinderen.. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Brand PL, Dubois AE. Diagnostiek van voedselallergie bij kinderen.. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Busari J, Janssen C, Kaper J. Poli koemelkallergie bespaart kosten. Med Contact. 2013;68: Sampson HA, Ho DG. Relationship between food-specific IgE concentrations and the risk of positive food challenges in children and adolescents. J Allergy Clin Immunol. 1997;100: Yunginger JW, Ahlstedt S, Eggleston PA, Homburger HA, Nelson HS, Ownby DR, et al. Quantitative IgE antibody assays in allergic diseases. J Allergy Clin Immunol. 2000;105: Celik-Bilgili S, Mehl A, Verstege A, Staden U, Nocon M, Beyer K, et al. The predictive value of specific immunoglobulin E levels in serum for the outcome of oral food challenges. Clin Exp Allergy. 2005;35: Sampson HA. Utility of food-specific IgE concentrations in predicting symptomatic food allergy. J Allergy Clin Immunol. 2001;107: García BE, Lizaso MT. Cross-reactivity syndromes in food allergy. J Investig Allergol Clin Immunol. 2011;21: Zuidmeer L, van Ree R. Kruisreactiviteit. Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk. 2006;33: Schirmer T, Hoffimann-Sommergrube K, Susani M, Breiteneder H, Markovic-Housley Z. Crystal structure of the major celery allergen Api g 1: molecular analysis of cross-reactivity. J Mol Biol. 2005;5: Baatenburg-de Jong AB, Dikkeschei LD, Brand PL. Sensitization patterns to food and inhalant allergens in childhood: a comparison of nonsensitized, monosensitized, and polysensitized children. Pediatr Allergy Immunol. 2011;22: Sanz ML, Blázquez AB, Garcia BE. Microarray of allergenic componentbased diagnosis in food allergy. Curr Opin Allergy Clin Immunol. 2011;11: Caubet JC, Kondo Y, Urisu A, Nowak-Węgrzyn A. Molecular diagnosis of egg allergy. Curr Opin Allergy Clin Immunol. 2011;11: Asarnoj, Mittag D, Akkerdaas J, Ballmer-Weber BK, Vogel L, Wensing M, et al. Ara h 8, a Bet v 1-homologous allergen from peanut, is a major allergen in patients with combined birch pollen and peanut allergy. J Allergy Clin Immunol. 2004;114: Shreffler WG, Beyer K, Chu TH, Burks AW, Sampson HA. Microarray immunoassay: association of clinical history, in vitro IgE function, and heterogeneity of allergenic peanut epitopes. J Allergy Clin Immunol. 2004;113: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2013;157: A5988V 5
Voedselallergie is een veel voorkomende vorm van overgevoeligheid voor voedsel, waarbij immunoglobuline type E (IgE)-antistoffen een rol spelen. Allergische reacties op voedsel staan steeds meer in de
Nadere informatieVoedselallergie; kliniek en diagnostiek
Voedselallergie; kliniek en diagnostiek WDH allergie nascholing 5 oktober 2010 Annejet Plaisier, kinderarts Janneke Ruinemans-Koerts, klinisch chemicus Casus Dylano, ruim 2 ½ jaar oud Reden van komst:
Nadere informatieAllergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants
Allergie bij kinderen: peanuts?! DDr. Annemie Wijnants Emma 14 jaar Op 6 jaar Symptomen: rhinitis conjunctivitis Huidtest op berk: 4+ Op 14 jaar Symptomen: lokale reactie op pinda Huidtest pinda: 4+ IgE
Nadere informatieMinisymposium voedselallergie. 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe
Minisymposium voedselallergie 28 april 2011 Chris Nieuwhof, internistallergologe/immunologe Verschillende noten Verschillende noten Voedsel allergie Wat is allergie? Allergie is een afweerreactie (van
Nadere informatieDermatologie. Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie
Dermatologie Constitutioneel eczeem en (voedsel)allergie Dermatologie Veel ouders van kinderen, en ook volwassenen, denken dat een allergie de oorzaak is van eczeem. Zij komen met de vraag bij de huisarts
Nadere informatieVerdiepingsmodule. Astma bij volwassenen: Aanvullende diagnostiek allergietest (Toets)
1. Toelichting Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van oktober 2007 (tweede herziening) Allergie speelt een belangrijke rol in de pathofysiologie van astma: klachten en symptomen kunnen erdoor
Nadere informatieCRD anno 2015. André Knulst, Dept. Dermatology/Allergology
CRD anno 2015 André Knulst, Dept. Dermatology/Allergology Voedselallergie: het probleem In NL denkt 25% een voedselovergevoeligheid te hebben (Europrevall) Een bewezen voedselallergie komt voor bij 2-4%
Nadere informatieRichtlijn Diagnostiek van Koemelkallergie bij Kinderen in Nederland
Richtlijn Diagnostiek van Koemelkallergie bij Kinderen in Nederland OVERZICHT VAN DE DOOR DE NVK GEAUTORISEERDE AANBEVELINGEN Uitgangsvraag 1 Bij welke symptomen, aanwijzingen uit de (voedings)anamnese
Nadere informatieWat kan het Martini Allergie Centrum voor Kinderen voor u betekenen?? Irene Herpertz kinderdiëtist i.herpertz@mzh.nl
Wat kan het Martini Allergie Centrum voor Kinderen voor u betekenen?? Irene Herpertz kinderdiëtist i.herpertz@mzh.nl Inhoud Inleiding Diagnostische fase Casuïstiek Behandelfase Nazorg Het team van het
Nadere informatieALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM. S.O. Stapel
ALLERGIEDIAGNOSTIEK IN HET LABORATORIUM S.O. Stapel Er bestaat een algemene neiging om elke overgevoeligheidsreactie te bestempelen als "allergie". Het ontstaan van de tot deze conclusie leidende klachten
Nadere informatieWorkshop diagnostiek voedselallergie
Workshop diagnostiek voedselallergie Symposium Kinderallergologie 29-5-2015 Rob Klemans & Francine van Erp Het belang van goede diagnostiek VS. Leerdoelen workshop Aandachtspunten diagnostiek voedselallergie
Nadere informatieVOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN
VOEDSELPROVOCATIETESTEN BIJ KINDEREN 17091 Inleiding Uw kind heeft verschijnselen die passen bij een allergie voor een voedingsmiddel, bijvoorbeeld het koemelkeiwit, kippe-eiwit of pinda. In deze folder
Nadere informatieKoemelkallergie. Test met voedselprovocatie. Allergie of intolerantie? Voedselprovocatie. Provocatie en eliminatie
Koemelkallergie Test met voedselprovocatie Uw kind heeft verschijnselen die kunnen passen bij een allergie voor koemelk. In deze folder leggen we u het een en ander uit over allergie voor koemelk bij jonge
Nadere informatieIgE gemedieerde voedselallergie: indeling. Voedselallergie wordt veroorzaakt door IgE tegen eiwitstructuren
Voedselallergie bij volwassenen A.-M. Kochuyt Allergie-Klinische Immunologie 09-10-2014 IgE gemedieerde voedselallergie: indeling Voedselallergie wordt veroorzaakt door IgE tegen eiwitstructuren Primaire
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
1. Toelichting op dit onderwijsmateriaal Deze verdiepingsmodule is gebaseerd op de NHG-Standaard M47 van oktober 2010. Voedselallergie wordt veel vaker vermoed dan dat het feitelijk voorkomt. Daarnaast
Nadere informatieSubcutane immuno therapie. Sublinguale immuno therapie. Skin prick test.
Allergie A DEEL I: DIAGNOSTIEK 1e druk 2007 2e druk 2012 Samengesteld door kinderartsen, dermatologen, longartsen, KNO artsen, en laboratorium van de Isala Klinieken, en huisartsen Zwolle en omgeving.
Nadere informatieCentrumlocatie. Voedselprovocatie. Afdeling Allergologie
Centrumlocatie Voedselprovocatie Afdeling Allergologie Met u is afgesproken dat u een voedselprovocatie zult doen. Dit is tot op heden de enige test waarin nagegaan kan worden of u een echte reactie krijgt
Nadere informatieOnderzoek naar koemelkallergie
Onderzoek naar koemelkallergie Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een allergie voor koemelk. In deze folder wordt uitgelegd wat een allergie voor koemelk bij jonge kinderen inhoudt. Ook krijgt
Nadere informatieVoedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen
Voedselallergie en voedselprovocatietest bij kinderen Albert Schweitzer ziekenhuis Oktober 2012 pavo 0596 Inleiding Uw kind heeft mogelijk een allergie voor een voedingsmiddel. Bijvoorbeeld voor melk,
Nadere informatieAllergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling)
Allergie kind: Koemelkeiwittest aanvullende informatie (Kinderafdeling) Algemeen Wat is een allergie? Verschijnselen van voedselallergie RAST-test Eliminatie-provocatieproef Aantonen van koemelkeiwitallergie
Nadere informatieAfdeling Kind&Jeugd (B5) DUBBELBLINDE KOEMELKEIWITPROVOCATIETEST
Afdeling Kind&Jeugd (B5) DUBBELBLINDE KOEMELKEIWITPROVOCATIETEST PROVOCATIE 1 Dag en datum Tijd Waar Afdeling B5, Kind & Jeugd PROVOCATIE 2 Dag en datum Tijd Waar Afdeling B5, Kind & Jeugd BELAFSPRAAK
Nadere informatieVoedselovergevoeligheid
Voedselovergevoeligheid Diëtetiek Beter voor elkaar 2 Voedselovergevoeligheid Wat is voedselovergevoeligheid? Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor overgevoeligheidsreacties op voedsel
Nadere informatieDiëtetiek. Voedingsadvies bij koemelkallergie. Afdeling: Onderwerp:
Afdeling: Onderwerp: Diëtetiek Wat is een koemelkallergie? Een koemelkallergie is een ongewenste reactie op het eiwit in de koemelk. De oorzaak hiervan is een abnormale reactie van het natuurlijke afweermechanisme
Nadere informatiePATIËNTEN INFORMATIE. Voedselallergie. Polikliniek Allergologie
PATIËNTEN INFORMATIE Voedselallergie Polikliniek Allergologie Wat is voedselovergevoeligheid? Voedselovergevoeligheid is een overdreven lichamelijke reactie op het eten, inademen of aanraken van bepaalde
Nadere informatieDiagnostiek van voedselallergie
Diagnostiek van voedselallergie Auteur Trefwoorden A.E.J. Dubois allergie, dubbelblinde voedselprovocaties, diagnostiek, voedselallergie Samenvatting Bij de diagnostiek van een vermeende voedselovergevoeligheid
Nadere informatieVoedselprovocatie. Havenziekenhuis. april 2012
Voedselprovocatie april 2012 Een allergie is een reactie van het afweersysteem van het lichaam gericht tegen niet schadelijke stoffen als stuifmeel, huidschilfers of voedingsmiddelen met allergische klachten
Nadere informatieVoedselallergie: Veel gestelde vragen
Thema: Allergie Voedselallergie: Veel gestelde vragen Naam van spreker A.E.J. Dubois 22-11-2013 2 veel gestelde vragen over voedselallergie: 1. wat is het? welke voedingsmiddelen? welke klachten? 2. zit
Nadere informatieOnderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP)
Kindergeneeskunde Onderzoek naar koemelkallergie Informatie over koemelkallergie en over onderzoek met dubbelblind placebogecontroleerde voedselprovocatie (DBPGVP) 1 Informatie voor ouders: koemelkallergie
Nadere informatieAllergiediagnostiek in de regio Midden-Holland; zo gezond als een vis?
a l l e r g i e Allergiediagnostiek in de regio Midden-Holland; zo gezond als een vis? Auteurs Trefwoorden G.W.A. Lansbergen, E.H.G. van Leer, G.J. van der Vegte, J.M.M.H. Thomas en P.J.M.J. Kok allergie,
Nadere informatieSophia Kinderziekenhuis. Voedselprovocatie. Test op voedselallergie
Sophia Kinderziekenhuis Voedselprovocatie Test op voedselallergie Bij een voedselprovocatie onderzoeken wij of uw kind allergisch is voor bepaalde voedingsmiddelen. In deze folder leest u meer over het
Nadere informatie13447_BW_Casusboek Allergie.indd 9 27-09-12 15:28
Deel 1: Casuïstiek 13447_BW_Casusboek Allergie.indd 9 27-09-12 15:28 13447_BW_Casusboek Allergie.indd 10 27-09-12 15:28 n Casus 1 Kunnen we allergie voorkomen? De ouders van Stijn, een atopisch 3-jarig
Nadere informatieRapportage van specifieke IgE-bepalingen: voortaan in concentratie!
Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 2-6 Special Allergie Rapportage van specifieke IgE-bepalingen: voortaan in concentratie! P.P.C.A. MENHEERE Allergie betreft een complex ziektebeeld dat zeer
Nadere informatie06 - Informatie over voedselallergie
06 - Informatie over voedselallergie Inhoud Wat zijn voedselallergenen?... 1 Wat weet men eigenlijk over voedselallergenen?... 2 Allergene verwantschappen... 4 Voedingsmiddelen die vaak allergieën veroorzaken...
Nadere informatieAllergie. Voedingsallergie en atopie bij hond en kat. Afweer. Afweer 28-5-2014. Eiwitten (15-40 kda) Glycoproteïne (10-70 kda)
Allergie Voedingsallergie en atopie bij hond en kat Drs. Stijn Peters info@dzeh.nl Tel. 040-3040054 Allergie Overdreven reactie op een stof/indringer Allergeen Sensitisatie Antigeen Allergeen Stoffen die
Nadere informatieVoedselovergevoeligheid
Afdeling: Onderwerp: Diëtetiek Wat is voedselovergevoeligheid? is de overkoepelende term voor overgevoeligheidsreacties op voedsel zoals voedselallergie en nietallergische voedselovergevoeligheid (intolerantie).
Nadere informatieVoedselovergevoeligheid
Voedselovergevoeligheid Dit document gaat in op voedselovergevoeligheid. Het eerste hoofdstuk beschrijft de verschillende vormen van voedselovergevoeligheid, het tweede hoofdstuk de allergenen en ten slotte
Nadere informatieCollectieve spreekuren
Neus voor allergie Hanneke Oude Elberink Zorgvisie Waarom? Integrale benadering Zelfredzaamheid en zelfmanagement bevorderen Chronische aandoening Manifestaties wisselend gedurende leven Multi-orgaan waar
Nadere informatieVoedselprovocatietest. Informatie voor ouders
Voedselprovocatietest Informatie voor ouders 2 Er is verdenking van een voedselallergie, daarbij is door uw kinderarts over een voedselprovocatietest gesproken. Deze folder is bedoeld om uitleg te geven
Nadere informatieJoep, en zijn vermoeide ouders
Casus 1 Joep 1 Joep, en zijn vermoeide ouders Joep is 3 maanden oud en komt met zijn jonge ouders op het spreekuur. Ouders zien er vermoeid en gespannen uit. Joep huilt veel en is moeilijk te troosten,
Nadere informatieTweede kindje Geboren AD Geboortegewicht 3575 gr Apgar 9/10 Voeding: kunstvoeding
Casus 2 Dex 1 Dex, Tweede kindje Geboren AD 38 +3 Geboortegewicht 3575 gr Apgar 9/10 Voeding: kunstvoeding 2 Dex Bij 1 maand: Krentenbaard in gezicht waarvoor AB zalf. Extra controle 2 wkn later ivm roodheid
Nadere informatieAllergie- en astmacentrum voor kinderen
Patiënteninformatie Allergie- en astmacentrum voor kinderen Informatie over het allergie- en astmacentrum van Tergooi Allergie- en astmacentrum voor kinderen Informatie over het allergie- en astmacentrum
Nadere informatieVoedselprovocatietest. Informatie voor ouders
Voedselprovocatietest Informatie voor ouders Er is verdenking van een voedselallergie, daarbij is door uw kinderarts over een voedselprovocatietest gesproken. Deze folder is bedoeld om uitleg te geven
Nadere informatieInterne geneeskunde Allergologie. Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak
Interne geneeskunde Allergologie Anafylaxie zonder duidelijke oorzaak Interne geneeskunde Allergologie Inleiding U heeft één of meerdere ernstige allergische aanvallen gehad, ook wel anafylaxie genoemd.
Nadere informatieFranciscus nascholing. Welkom!
Franciscus nascholing Praktische Kindergeneeskunde Donderdag 22 november 2018 Welkom! Disclosure-slide Disclosure belangen sprekers (Potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijke relevante
Nadere informatieVoedselallergieonderzoek met de DBPGVP
Voedselallergieonderzoek met de DBPGVP Afspraak U wordt verwacht voor de 1e testdag op de kinderafdeling Vervolgafspraken U wordt voor de 2e testdag verwacht op de kinderafdeling Voor het bespreken van
Nadere informatieVoedselallergie bij kinderen:
Voedselallergie bij kinderen: hoe begeleid ik ouders & kind en hoe ga ik om met mispercepties? Vlieg & Melse Diëtisten Praktijk voor Voedselovergevoeligheid Mw. Dr. B.J. Vlieg-Boerstra Mw. D.J. Luiten
Nadere informatieVoedingsadvies bij koemelkallergie. Diëtetiek
Voedingsadvies bij koemelkallergie Diëtetiek Beter voor elkaar Voedingsadvies bij koemelkallergie Wat is een koemelkallergie? Een koemelkallergie is een ongewenste reactie op het eiwit in de koemelk. De
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/35756 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hamid, Firdaus Title: Helminth infections, socio-economic status and allergies
Nadere informatieAllergie. A27/ Allergie bij kinderen
Allergie Wat is een allergie? Een allergie is een overdreven reactie (overgevoeligheidsreactie) van het afweersysteem op, in het algemeen niet-schadelijke stoffen, zoals: stuifmeel, huidschilfers van huisdieren,
Nadere informatieKlinische dagbehandeling allergologie
Klinische dagbehandeling allergologie Afdeling Kindergeneeskunde Locatie Purmerend/Volendam Inleiding Deze folder geeft informatie over de klinische dagbehandeling allergie in het Waterlandziekenhuis.
Nadere informatieIntroductie tot allergische reacties op voedsel. Immunopathogenese en klinische praktijk
Introductie tot allergische reacties op voedsel Immunopathogenese en klinische praktijk Allergieën zijn multisysteemaandoeningen Bovenste luchtwegen Onderste luchtwegen Huid GI-tractus 1 Allergiesymptomen
Nadere informatieRichtlijn JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid
Richtlijn JGZ-richtlijn Voedselovergevoeligheid Onderbouwing Uitgangsvragen Welke kunstvoeding (op basis van wei-eiwit, caseïne, aminozuren of soja) is het meest geschikt in de diagnostische fase? Wat
Nadere informatieDubbelblinde voedselprovocaties bij kinderen
Ned Tijdschr Klin Chem Labgeneesk 2008; 33: 16-20 Dubbelblinde voedselprovocaties bij kinderen B.J. Vlieg-Boerstra 1 en S. van der HEIDE 2 De dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatietest (DBPGVP)
Nadere informatieOnderzoek naar koemelkallergie
Onderzoek naar koemelkallergie Uw kind heeft verschijnselen die wijzen op een allergie voor koemelk. In deze folder leest u wat een allergie voor koemelk bij jonge kinderen inhoudt. Ook leggen we in deze
Nadere informatieInterne Geneeskunde Immunologie-Allergologie
Interne Geneeskunde Immunologie-Allergologie Voedselovergevoeligheid Inleiding U bent verwezen naar de immunoloogallergoloog, omdat u mogelijk last hebt van voedselovergevoeligheid. In deze folder leest
Nadere informatieWETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT
WETENSCHAPPELIJK INSTITUUT VOLKSGEZONDHEID KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN GLOBAAL RAPPORT EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE
Nadere informatieVoedselallergie en voedselintolerantie
DC 29 Voedselallergie en voedselintolerantie 1 Inleiding Bij voedselallergie of voedselintolerantie is er sprake van overgevoelige reacties op voedsel of bepaalde bestanddelen in voedsel. De informatie
Nadere informatieAllergische rhinitis bij kinderen
Allergische rhinitis bij kinderen Dr. Jurjan R. de Boer KNO heelkunde Martini Ziekenhuis Epidemiologie Prevalentie allergische en niet allergische rhinitis in Nederland: 150 200 per 1000 personen/jaar
Nadere informatieDiagnostische waarde van de IgE-screeningstest (Phadiatop Infant) bij kinderen tot 4 jaar
Diagnostische waarde van de IgE-screeningstest (Phadiatop Infant) bij kinderen tot 4 jaar Diagnostic value of the IgE-screeningtest (Phadiatop Infant) for children less than 4 years Auteurs: A. Verlaet,
Nadere informatieVoedselallergie. April 2011 Nederlandse Vereniging voor Allergologie
Voedselallergie Wat is voedselovergevoeligheid? Voedselovergevoeligheid is een overdreven lichamelijke reactie op het eten, inademen of aanraken van bepaalde voedingsmiddelen. Er zijn twee typen overgevoeligheid:
Nadere informatieCentrumlocatie. Voedselovergevoeligheid. Afdeling Allergologie
Centrumlocatie Voedselovergevoeligheid Afdeling Allergologie Bij u is er mogelijk sprake van een voedselallergie (voedselovergevoeligheid). In deze folder kunt u hierover meer lezen. Wat is voedselovergevoeligheid?
Nadere informatieWelkom op de polikliniek voor kinderen met allergische klachten
Welkom op de polikliniek voor kinderen met allergische klachten Albert Schweitzer ziekenhuis augustus 2012 pavo 0916 Inleiding U bent door uw arts verwezen naar de polikliniek voor kinderen met allergische
Nadere informatieVoedselprovocatietest bij kinderen
Patiënteninformatie Voedselprovocatietest bij kinderen Informatie voor ouders bij verdenking op een voedselallergie bij hun kind 1234567890-terTER_ Inhoudsopgave Pagina Algemeen 4 Aantonen voedselallergie
Nadere informatieTolerantie inductie bij kippenei-allergie. Jasmine Leus kinderarts Pentalfa
Tolerantie inductie bij kippenei-allergie Jasmine Leus kinderarts Pentalfa 17-01-2019 Voedselallergie Weinig te bieden qua behandeling: Gevaarlijke allergenen vermijden Gebruik van medicatie bij accidentele
Nadere informatieRichtlijn Voedselprovocatie
Richtlijn Voedselprovocatie Initiatiefnemer Nederlandse Vereniging voor Allergologie (NVvA) Betrokken verenigingen/instanties Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD), specifiek Diëtisten Alliantie VoedselOvergevoeligheid
Nadere informatiePraktische tips en trucs over eczeem en voedselallergie. Petra Kentie Verpleegkundig specialist kinderallergie en eczeem Perone Gerritz diëtiste
Praktische tips en trucs over eczeem en voedselallergie Petra Kentie Verpleegkundig specialist kinderallergie en eczeem Perone Gerritz diëtiste Het kinderallergie team: KNO- arts Kinderallergoloog Dermatoloog
Nadere informatieKoemelkallergie provocatietest Patiënten informatie
Koemelkallergie provocatietest Patiënten informatie 2 Uw kind heeft klachten gehad die na het stoppen van koemelkvoeding zijn verdwenen. Daarom denkt de arts aan een koemelkeiwit allergie. Om dit te kunnen
Nadere informatieAllergieteam. Geïntegreerde allergiezorg. 050/45 96 96 allergieteam@azsintjan.be
Allergieteam Geïntegreerde allergiezorg 050/45 96 96 allergieteam@azsintjan.be Multidisciplinair: Kindergeneeskunde Huidziekten Neus-Keel-Oorziekten Longziekten Maag-Darm-Leverziekten Laboratorium Spoedgevallen
Nadere informatieAllergische rhinitis bij volwassenen
Allergische rhinitis bij volwassenen Wynia Derks KNO-arts OLVG 20% bevolking piekleeftijd 15-24 jaar Epidemiologie 42% heeft ook oogklachten 40% ontwikkelt astma Priming meer hyperreactiviteit meer virale
Nadere informatieKlachtenanamnese voedselovergevoeligheid
Klachtenanamnese voedselovergevoeligheid Vragenlijst Hieronder volgen een aantal vragen. Allereerst wat algemene vragen, daarna meer gericht op uw klachten. Wilt u de vragen zo volledig mogelijk beantwoorden
Nadere informatieKlachtenanamnese voedselovergevoeligheid
Klachtenanamnese voedselovergevoeligheid Vragenlijst Hieronder volgen een aantal vragen. Allereerst wat algemene vragen, daarna meer gericht op uw klachten. Wilt u de vragen zo volledig mogelijk beantwoorden
Nadere informatieImuPro wijst de weg naar een voor u goede voeding. Het is uw route naar een betere gezondheid.
Uw persoonlijke ImuPro Screen + documenten Testnummer: 2017 Geachte heer/mevrouw, Samen met deze brief ontvangt u het ImuPro resultaat van uw persoonlijke voedingsintolerantie test. Dit rapport laat in
Nadere informatieChapter 10. Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting 123 Samenvatting Samenvatting De term atopische dermatitis (AD) is voor de kat in 1982 geïntroduceerd door Reedy, die bij een groep katten met recidiverende jeuk en huidproblemen
Nadere informatieVoedselallergie. Sophia Kinderziekenhuis
Voedselallergie Sophia Kinderziekenhuis In deze folder leest u over wat een voedselallergie is, welke klachten kunnen voorkomen en welke behandelingen mogelijk zijn. Wij willen u vragen de informatie zorgvuldig
Nadere informatieVoedselovergevoeligheid
Voedselovergevoeligheid Diëtetiek Beter voor elkaar 2 Voedselovergevoeligheid Wat is voedselovergevoeligheid? Voedselovergevoeligheid is de overkoepelende term voor overgevoeligheidsreacties op voedsel
Nadere informatieVoedsel- of geneesmiddelenallergie Eliminatie-provocatietest
Voedsel- of geneesmiddelenallergie Eliminatie-provocatietest Informatie voor ouders Afdeling kindergeneeskunde Inhoudsopgave Inleiding 2 De eliminatiefase 4 Voedingsmiddelen 4 Geneesmiddelen 4 De klinische
Nadere informatieAllergenen. Nancy Josten
Allergenen Voedselallergieën en voedselintoleranties Allergenen Naar aanleiding van de informatieplicht over allergenen in de maaltijden stellen wij een brochure voor. Deze brochure is aangeboden door
Nadere informatieAllergietesten: nieuwe mogelijkheden met componenten (deel 2: voedsel, dieren, insectengif)
Allergietesten: nieuwe mogelijkheden met componenten (deel 2: voedsel, dieren, insectengif) Dit document is een vervolg op Labomailing 256 van april 2018 over nieuwe mogelijkheden met allergietesten. Na
Nadere informatieOpbouw workshop. Leerdoelen? Aan de hand van casuïstiek De verschillende soorten voedselallergie Diagnostiek Behandeling en begeleiding
Trends 2018 Gerbrich van der Meulen, kinderarts-allergoloog Eva Koffeman, fellow kinderallergologie Opbouw workshop Aan de hand van casuïstiek De verschillende soorten voedselallergie Diagnostiek Behandeling
Nadere informatieVroeger: huidtesten en bloedonderzoek
Aspecifieke symptomen Krampjes, luchtweginfecties, moeizame ontlasting, eczeem, huilen, slecht slapen, gastrooesofageale reflux, enzovoorts. Met dit soort klachten kunnen ouders bij een professional komen
Nadere informatieCorrecte behandeling vergt juiste diagnose
COMPONENT GEORIENTEERDE ALLERGIE DIAGNOSTIEK Ervaring aan de Universiteit Antwerpen & Jan Palfijn AV Gent Didier EBO Correcte behandeling vergt juiste diagnose 1 Allergiediagnose (IgE) Anamnese Klinisch
Nadere informatieAllergologisch onderzoek: de huidtest
Universitair Medisch Centrum Groningen Interne Geneeskunde I Functiecentrum Allergologie I Fonteinstraat 13 Allergologisch onderzoek: de huidtest m meer te weten te komen over de oorzaak van uw klachten
Nadere informatieDit logboek is van. Foto. Naam. Geboortedatum. Adres. Postcode. Woonplaats. Telefoonnummer
Dit logboek is van Foto Naam Geboortedatum Adres Postcode Woonplaats Telefoonnummer Overzicht afspraken Datum Afspraak bij Toelichting Dit logboek is bedoeld als schakel tussen de verschillende zorgverleners
Nadere informatieDubbelblinde voedselprovocaties in een algemeen ziekenhuis
Dubbelblinde voedselprovocaties in een algemeen ziekenhuis Nuttig en veilig, maar niet zonder valkuilen Cirsten J. Oole-Groen en Paul L.P. Brand Doel De resultaten beschrijven van dubbelblinde placebogecontroleerde
Nadere informatieCGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals
Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 20901 2500 EX Den Haag DATUM 25 februari 2014 KENMERK ONDERWERP CGM/140225-01 Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant
Nadere informatieVoedselprovocatie bij kinderen
Voedselprovocatie bij kinderen In overleg met de kinderarts en diëtiste heeft u voor uw kind een afspraak gemaakt voor een voedselprovocatietest. Tijdens dit onderzoek krijgt uw kind onder begeleiding
Nadere informatieDiagnostiek van koemelkallergie bij kinderen in Nederland
Diagnostiek van koemelkallergie bij kinderen in Nederland (B. Vlieg e.a.) Onderwerpen Wat is nieuw DBPGVP (dubbel-blinde-placebo-gecontroleerde-voedsel-provocatie) Er nog nog een richtlijn! Voedselovergevoeligheid
Nadere informatieA.M.H. de Ruijter, Y. Meijer, E.C. Carbasius Weber, J.N.N. van Harten, a.c. Knulst, H. de Groot en M.O. Hoekstra.
Allergisch voor alles? Auteurs Tr e f w o o r d e n A.M.H. de Ruijter, Y. Meijer, E.C. Carbasius Weber, J.N.N. van Harten, a.c. Knulst, H. de Groot en M.O. Hoekstra. provocatietest, voedselallergie, voedselprovocatie
Nadere informatieEen positieve bloedtest En nu?
Een positieve bloedtest En nu? Dr. N.J.T. Arends Kinderarts, fellow Allergologie Erasmus MC / Kinderhaven Rotterdam Prevalentie voedselallergieën Voedselallergie 2-7 % Eggesbo, Allergy 2001 Sampson, C
Nadere informatieKoemelkallergietest. Informatie voor ouders / verzorgers. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl
Koemelkallergietest Informatie voor ouders / verzorgers F0894-1250 oktober 2013 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam
Nadere informatieAllergie voor cashewnoten en pinda s
klinische lessen Allergie voor cashewnoten en pinda s H.de Groot Dames en Heren, Allergie voor pinda s is een bekende oorzaak van ernstige anafylactische verschijnselen, vooral bij kinderen. In deze les
Nadere informatieImmunotherapie met inhalatie-allergenen
Immunotherapie met inhalatie-allergenen Interne Geneeskunde Allergologie Inleiding U reageert allergisch op stuifmeel, huisstofmijt en/of huidschilfers van katten. Deze stoffen die in de lucht voorkomen,
Nadere informatieReflux en allergie: wat met de borstvoeding? Waar of niet waar? 21/02/2019. dr. Rolinde Demeyer diëtist/lactatiekundige. 1. Allergie en borstvoeding
Reflux en allergie: wat met de borstvoeding? dr. Rolinde Demeyer diëtist/lactatiekundige Waar of niet waar? Een baby zonder eczeem heeft geen allergie. 6 maanden exclusief bv is voorbij gestreefd met de
Nadere informatieLaboratoria Nieuwsbrief September 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium
Laboratoria Nieuwsbrief September 2011 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: ALLERGIERAPPORTAGE; DETECTIEGRENS VERLAAGD ANTISTOFFEN BIJ DIABETES
Nadere informatieSCEM t Kinderspreekuur Groningen, 17 april 2018
Voedselallergie: onderwerpen Preventie van voedselallergie Eet maar raak, anders ben je de Sjaak! Dr Aline Sprikkelman kinderarts-allergoloog I. Hoe ontstaat voedselallergie? Komt de pinda via de huid,
Nadere informatieHooikoorts. Sophia Kinderziekenhuis
Hooikoorts Sophia Kinderziekenhuis Heeft uw kind misschien last van hooikoorts? In deze folder leest u wat hooikoorts en allergie is, wat de klachten zijn en welke behandelingen mogelijk zijn. Wij willen
Nadere informatieVoedselallergie en -intolerantie
Algemene informatiefolder Voedselallergie en -intolerantie Stichting Voedsel Aller Allergie Patiëntenorganisatie voor voedselallergie en voedselintolerantie Inleiding Deze folder geeft antwoord op de meest
Nadere informatieRode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Latexallergie. rkz.nl
Patiënteninformatie Latexallergie rkz.nl Inleiding Steeds meer mensen bouwen een latexallergie op, bijvoorbeeld door het gebruik van rubber handschoenen of condooms. Een allergie ontstaat meestal wanneer
Nadere informatieAllergenen. Gluten. Schaaldieren
Allergenen Allergenen zijn stoffen in producten die bij iemand met een voedselallergie een allergische reactie kunnen veroorzaken. Dit kan variëren van jeuk en tranende ogen tot ademhalingsproblemen en
Nadere informatieHet formulier voor zowel testdag 1 als testdag 2 invullen. Naam kind... Geboortedatum... Testdatum... Type testvoeding... Symptoomregistratie
Bijlage 2b: Beoordelingsformulier dubbelblinde placebogecontroleerde koemelkprovocatie Het formulier voor zowel testdag 1 als testdag 2 invullen. TESTDAG 1 TESTDAG 2 Naam kind... Geboortedatum.... Testdatum...
Nadere informatie