Inspectierapport Kinderdagverblijf Kids Village (BSO) Kanaaldijk N.O SB HELMOND

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderdagverblijf Kids Village (BSO) Kanaaldijk N.O SB HELMOND Toezichthouder: GGD Brabant-Zuidoost In opdracht van gemeente: HELMOND Datum inspectie: Type onderzoek : Onderzoek voor registratie Status: Definitief Datum vaststelling rapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 5 Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang... 5 Pedagogisch klimaat... 6 Personeel en groepen... 7 Veiligheid en gezondheid... 8 Accommodatie en inrichting... 9 Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum van 13

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 1 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een aangekondigd onderzoek voor registratie. Beschouwing Kinderdagverblijf Kids Village is een nieuwe kleinschalige kinderopvangorganisatie in het stadscentrum van de gemeente Helmond. Op 14 september 2014 heeft de houder van Kinderdagverblijf Kids Village een aanvraag ingediend om naar verwachting per 1 november 2014 dagopvang te starten aan de Kanaaldijk Noord Oost 14 te Helmond. Op 13 oktober 2014 heeft de houder via een tweede aanvraagformulier kenbaar gemaakt op dezelfde locatie tevens Buitenschoolse Opvang (bso) te willen starten. De houder heeft Personeel en Arbeid gestudeerd en heeft sinds enkele jaren concrete plannen om een kleinschalige kinderopvangvoorziening te starten. Haar plannen werden werkelijkheid toen zij de leegstaande ruimten ontdekte in het pand van verzorgings- en verpleeghuis Keyserinnedael. In de betreffende ruimten werd tot april 2013 dagopvang aangeboden door een andere kinderopvangorganisatie. De houder is voornemens bso te starten in één basisgroep van maximaal 12 kinderen (4 tot 12 jarigen). Daarnaast wil de houder dagopvang exploiteren in twee stamgroepen, namelijk één verticale groep met maximaal 12 kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar en één peutergroep met maximaal 12 kinderen van 2 tot 4 jaar. Tijdens de inspectie heeft de houder 6 concrete aanmeldingen voor de dagopvang en enkele aanmeldingen voor de bso. Er zijn reeds 4 pedagogisch medewerkers aangesteld. Alle groepen hebben een eigen groepsruimte. De bso maakt gebruikt van een patio, deze is voorzien van een groot raam waarachter de recreatieruimte van het verzorgingshuis te zien is. Buiten de tijden waarop bso zal worden geboden, zal de patio tevens worden gebruikt door de dagopvang. Het kindercentrum krijgt de beschikking over een aangrenzende buitenruimte. De houder heeft plannen om samen met de bewoners van het verzorgingshuis gezamenlijke activiteiten te starten, hierover vindt nog overleg met de manager van Keyserinnedael plaats. Gebruikersvergunning Ten tijde van de inspectie heeft de gemeente Helmond nog geen gebruikersvergunning verleend. Op heeft de houder de ontwerpbeschikking aan de GGD verzonden. Hierin staat dat op de ontwerpbeschikking gedurende 6 weken ter inzage ligt bij de stadwinkel. Na deze periode van terinzagelegging zal een definitieve beslissing op de omgevingsvergunning worden genomen. Onderzoek voor registratie Naar aanleiding van de aanvraag om kinderdagverblijf Kids Village in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen( LRKP) te registreren, heeft de gemeente Helmond de GGD opdracht gegeven tot het uitvoeren van een onderzoek voor registratie. Het onderzoek richt zich op kernelementen, zoals: pedagogisch beleid, personeel, veiligheid/gezondheid en accommodatie en inrichting. Het inspectiebezoek heeft plaatsgevonden op Tijdens de inspectie toont de houder een gedreven en bereidwillige houding. De houder heeft geen ervaring binnen de kinderopvang en heeft zodoende, naar eigen zeggen, "Vier pedagogisch medewerkers aangesteld met een ruime werkervaring binnen de kinderopvang." De houder heeft zichtbaar energie gestoken in het vergaren van kennis van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen en toont een leergierige houding. Conclusie onderzoek Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat de getoetste elementen voldoen aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Bso Kinderdagverblijf Kids Village kan op de beoogde datum (d.d ) van start gaan. Het onderzoek na registratie dient binnen 3 maanden na exploitatie plaats te vinden en staat gepland op van 13

4 Advies aan College van B&W Opnemen in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen. De exploitatie van bso kinderdagverblijf Kids Village kan op van start gaan onder het registratienummer ( 4 van 13

5 Observaties en bevindingen Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Tijdens een onderzoek voor registratie wordt getoetst of een kindercentrum voldoet aan de eisen van de Wet kinderopvang. Het gaat om de volgende normen, namelijk het kindercentrum dient bedrijfsmatig georganiseerd te zijn, bij de opvang moet sprake zijn van verzorging en opvoeding aan kinderen van 0 jaar tot 13 jaar. Daarnaast is onderzocht of er handhaving loopt voor de andere locaties van de houder. Kinderopvang in de zin van de wet De houder is voornemens om bij bso Kids Village maximaal 12 kinderen op te vangen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Na schooltijd en tijdens schoolvrije dagen worden de kinderen verzorgd in één basisgroep en er wordt opvoeding geboden door beroepskrachten. Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Kinderdagverblijf Kids Village betreft de eerste voorziening voor kinderopvang voor de houder. Er loopt zodoende geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen een voorziening van de houder (art lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. F. Ettahiri-Karramass) Interview anderen (beroepskracht) 5 van 13

6 Pedagogisch klimaat Bij een onderzoek voor registratie wordt alleen gekeken of er een pedagogisch beleidsplan is opgesteld. Omdat de opvang nog niet is gestart kan nog niet getoetst worden of in de praktijk daadwerkelijk op de beschreven manier wordt gewerkt. Pedagogisch beleid Er is een pedagogisch beleidsplan vanuit een theoretisch kader opgesteld. Daarnaast is er een pedagogisch werkplan opgesteld waarin de pedagogische visies zijn vertaald naar mogelijke werkwijzen in de praktijk. Het pedagogisch werkplan bevat onder andere informatie over: de basisgroep, de werkwijzen en de dagindeling; het opendeurenbeleid; het pedagogisch handelen; het verlaten van de basisgroep bij (spel-)activiteiten; opvang gedurende extra dagdelen; het wenbeleid; kinderparticipatie; gebruik media, computer, televisie; de achterwacht; de klachtenprocedure. Zodra de bso in exploitatie is dienen werkwijzen in het pedagogisch werkplan te worden bijgesteld en vastgesteld. De inhoud van het pedagogisch werkplan wordt beoordeeld tijdens het onderzoek na registratie. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. F. Ettahiri-Karramass) Interview anderen (beroepskracht) Pedagogisch beleidsplan (2014) Pedagogisch werkplan (2014) 6 van 13

7 Personeel en groepen Bij een onderzoek voor registratie wordt getoetst of de medewerkers die vanaf de start van de exploitatie van het kindercentrum werkzaam zullen zijn een verklaring omtrent het gedrag hebben overlegd. De beroepskrachten moeten tevens over een geldig diploma beschikken. Verklaring omtrent het gedrag De houder en 4 pedagogisch medewerkers beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag (in het kader van de continue screening). Passende beroepskwalificatie Alle vier de pedagogisch medewerkers beschikken over een passende beroepskwalificatie conform de CAO kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. F. Ettahiri-Karramass) Interview anderen (beroepskracht) Verklaringen omtrent het gedrag (houder en vier beroepskrachten) Diploma's beroepskrachten (vier beroepskrachten) 7 van 13

8 Veiligheid en gezondheid Tijdens een onderzoek voor registratie wordt getoetst of de houder een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid heeft uitgevoerd en of er een meldcode kindermishandeling is vastgesteld. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid is in oktober 2014 uitgevoerd door de beroepskrachten en de houder. Men heeft voor de risico-inventarisatie veiligheid gebruik gemaakt van het model Stichting Consument en Veiligheid. Voor de risico-inventarisatie gezondheid is gebruik gemaakt van het model van het Landelijk Centrum voor Hygiëne en Veiligheid (LCHV). De risico-inventarisaties zijn uitgevoerd in alle, voor kinderen, toegankelijke ruimtes. Naar aanleiding van de uitgevoerde risico-inventarisaties heeft de houder een start gemaakt met het opstellen van actieplannen, huisregels en protocollen. Aandachtspunt risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft voor de afname van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid de inventarisatielijsten van de dagopvang gebruikt, hierdoor zijn niet alle risico's betreffende kinderen in basisschoolleeftijd geïnventariseerd. Omdat uit de opgestelde huisregels en protocollen blijkt dat de houder wel degelijk alle risico's heeft ingeschat en de houder vóór exploitatie de risicoinventarisatie bestemd voor de bso afneemt, wordt dit nu als aandachtspunt beschouwd. Aandachtspunt Plan van aanpak veiligheid en gezondheid De actieplannen, huisregels en protocollen kunnen pas beoordeeld worden tijdens het onderzoek na registratie. De houder is tijdens het huidige onderzoek op de hoogte gesteld dat in het actieplan concreet moet worden beschreven welke maatregelen op welk moment respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico's, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico's en de maatregelen. Uitvoering beleid veiligheid en gezondheid Zodra de beide groepen zijn geopend zal de houder de actieplannen en huisregels dienen te analyseren op uitvoering in de dagelijkse praktijk. Meldcode kindermishandeling Het kindercentrum gebruikt de meldcode voor de kinderopvang, versie juli 2013, die is gebaseerd op de basis meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. (ontwikkeld in opdracht van Brancheorganisatie Kinderopvang). De houder heeft een sociale kaart opgesteld als bijlage bij de meldcode. De houder is tevens aangesteld als aandachtsfunctionaris meldcode kindermishandeling. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mw. F. Ettahiri-Karramass) Interview anderen (beroepskracht) Risico-inventarisatie veiligheid (oktober 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (oktober 2014) Actieplan veiligheid (oktober 2014) Huisregels/groepsregels (oktober 2014) Meldcode kindermishandeling (2014) 8 van 13

9 Accommodatie en inrichting Tijdens een onderzoek voor registratie wordt getoetst of de dagopvang voldoende binnen- en buitenspeelruimte heeft. De houder heeft op het aanvraagformulier aangegeven om 12 kindplaatsen op te nemen in het Landelijk Register Kinderopvang en peuterspeelzalen (LRKP). De beschikbare binnen- en buitenruimten zijn alleen beoordeeld op hun oppervlakte en geschiktheid voor bso. De volledige inrichting zal worden getoetst tijdens het onderzoek na registratie. Binnenruimte De basisgroep bso krijgt de beschikking over een eigen groepsruimte/ patio. Er is voldoende m² aanwezig voor maximaal 12 kinderen. Groepsruimte: m²: Max. kinderen: Beschikbare m² per kind: bso 42 m² 12 3,5 m² Tijdens de inspectie is de groepsruimte al voor het grootste deel ingericht. Zo staat er een hoge tafel met krukken en zijn er speelhoeken gecreëerd, namelijk: een bouwhoek, een computerhoek, een leeshoek, een bank, een verkleedhoek een een poppenhuis. De groepsruimte grenst aan de recreatieruimte van het verzorgingshuis. Via een glazen pui is vanuit de groepsruimte zicht op deze recreatieruimte. Buitenspeelruimte De bso gaat gezamenlijk met de dagopvang gebruik maken van de buitenruimte van 255 m². De ruimte bevindt zich op het terrein van het verpleegtehuis met als tussenruimte een bestraat pad. Door middel van verrijdbare hekken kan de buitenruimte direct aangesloten worden op de groepsruimte van de kinderen en is dan aangrenzend. De buitenruimte bestaat voor het grootste deel uit gras en een deel is bestraat. Tijdens de inspectie staat er een plastic rups op het gras. Gebruikte bronnen: Observaties ( accommodatie en inrichting) Plattegrond 9 van 13

10 Inspectie-items Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang Kinderopvang in de zin van de wet De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan. (art 1.1 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen. (art 1.49 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 3 Beleidsregels werkwijze toezichthouder) Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 10 van 13

11 Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud. (art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Accommodatie en inrichting Binnenruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 8 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Buitenspeelruimte Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 11 van 13

12 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf Kids Village Website : Aantal kindplaatsen : 12 Gegevens houder Naam houder : F Karramass - Ettahiri KvK nummer : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Brabant-Zuidoost Adres : Postbus 8684 Postcode en plaats : 5605KR EINDHOVEN Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : V. van Kilsdonk Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : HELMOND Adres : Postbus 950 Postcode en plaats : 5700AZ HELMOND Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : van 13

13 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De zienswijze is definitief ontvangen op Ik heb kennis genomen van het rapport naar aanleiding van het bezoek door Verone van Kilsdonk namens GGD Brabant Zuid Oost op 21 oktober 2014 aan kinderdagverblijf Kids Village. Ik ben het eens met hetgeen beschreven is in dit rapport. Fatima Ettahiri Manager Kids Village 13 van 13