Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen"

Transcriptie

1 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen

2 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel van Economische Rekeningen (ESR 1995). De elektronische versie van de gedetailleerde nationale rekeningen werd in de loop van september verspreid via de gegevensbank Belgostat online. Deze publicatie in boekvorm daarentegen verschijnt in de loop van oktober. Deze publicatie bestaat uit 3 delen. Het eerste deel geeft een kort overzicht en toelichting bij de voornaamste ontwikkelingen. In dit deel geeft wordt eveneens, in voorkomend geval, een verklaring gegeven van eventuele methodologische wijzigingen. Het tweede deel bevat de synthese - en gedetailleerde tabellen met de samenstelling en verdeling van het binnenlands product, de productie - en exploitatierekening, de investeringen per bedrijfstak, de consumptieve bestedingen van de huishoudens per product, alsook de kapitaalgoederenvoorraad, de sectorrekeningen en de gegevens over de werkgelegenheid. Het derde deel, ten slotte, bevat enkele bijlagen met o.m. de belangrijkste classificaties en algemene informatie over de activiteiten van het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) op het gebied van de nationale en regionale rekeningen. De rekeningen zijn opgesteld op basis van de op 31 augustus 2007 beschikbare brongegevens. Er zij opgemerkt dat de rekeningen over de laatste drie jaar als voorlopig moeten worden beschouwd. De cijfers van de niet -financiële rekeningen van de overheid (tabel 4.1.3) die in deze publicatie zijn opgenomen, verwijzen naar de cijfers zoals ze door het INR eind september zijn medegedeeld aan Eurostat en gepubliceerd op de website van de Nationale Bank van België. Ze houden bijgevolg geen rekening met de door Eurostat in de cijfers voor 2005 en 2006 aangebrachte wijzingen in verband met de behandeling van het Fonds voor Spoorweginfrastructuur. EInstituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten voorbehouden. De volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging van deze brochure voor educatieve en niet--commerciële doeleinden is toegestaan mits bronvermelding. ISSN (print) ISSN (online)

3 Woord vooraf Het Instituut voor de nationale rekeningen (INR) presenteert in deze publicatie de gedetailleerde gegevens van de Belgische nationale rekeningen over de periode , opgesteld volgens de ESR methodologie. De dit jaar gepubliceerde nationale rekeningen integreren een methodologische verbetering van de raming van de toegevoegde waarde en de investeringen van de niet--financiële ondernemingen voor het laatste jaar (in casu het jaar 2006 in deze versie van de rekeningen). Het Wetenschappelijk comité voor de nationale rekeningen heeft de methodologische aanpassing goedgekeurd in haar zitting van 25 september Op 28 september 2007 werd het grootste deel van het cijfermateriaal reeds ter beschikking gesteld via de gegevensbank Belgostat online van de Nationale Bank van België. Tegelijkertijd werden in een persbericht de sleutelgegevens uit de nationale rekeningen kort besproken. De Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Instituut voor de nationale rekeningen Lambert Verjus Brussel, october

4

5 Inhoudstafel Woord vooraf 3 Inhoudstafel 5 Commentaar 9 1. De nationale rekeningen in enkele cijfers Synthese Productieoptiek Bestedingsoptiek Inkomensoptiek Sleutelgegevens uit de sectorrekeningen Werkgelegenheid Methodologie: aangepaste raming van de toegevoegde waarde en de investeringen tegen lopende prijzen van de niet--financiële ondernemingen voor het laatste jaar 15 Synthesetabellen Samenstelling van het bruto binnenlands product Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Verdeling van het bruto binnenlands product Ramingen tegen lopende prijzen (beschikbaar inkomen, besparingen en vorderingenoverschot of -tekort) Ramingen in volume (reëel beschikbaar inkomen) Synthesetabellen sectorrekeningen (ramingen tegen lopende prijzen) Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen Synthesetabellen van de sectorrekeningen

6 Gedetailleerde tabellen Productie-- en inkomensvorming Productie- en inkomensvormingsrekening: detail per bedrijfstak (A60), totale economie (S.1), ramingen tegen lopende prijzen Bruto toegevoegde waarde: detail per institutionele sector en bedrijfstak (A60), ramingen tegen lopende prijzen Output (P.1), intermediair verbruik (P.2) en bruto toegevoegde waarde (B.1g) / bruto binnenlands product: detail per bedrijfstak (A60), totale economie (S.1), ramingen in volume Beloning van werknemers: detail per institutionele sector en bedrijfstak (A60), ramingen tegen lopende prijzen Bestedingen Bruto-investeringen in vaste activa (P.51): detail per bedrijfstak (A60), totale economie (S.1) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Bruto-investeringen in vaste activa (P.51): detail per product (Pi7), totale economie (S.1) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Consumptieve bestedingen van de huishoudens (P.3) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Werkelijke consumptie van de huishoudens (P.4) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Kapitaalgoederenvoorraad Bruto kapitaalgoederenvoorraad: detail per bedrijfstak (A17) en per product (Pi7) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Netto kapitaalgoederenvoorraad: detail per bedrijfstak (A17) en per product (Pi7) Ramingen tegen lopende prijzen Ramingen in volume Sectorrekeningen Totale economie (S.1) Niet-financiële vennootschappen (S.11) Financiële instellingen (S.12) Overheid (S.13) Huishoudens (S.14) Instellingen zonder winstoogmerk t.b.v. huishoudens (S.15) Buitenland (S.2) Europese Unie (S.21) Derde landen en internationale organisaties (S.22) Werkgelegenheid en arbeidsvolume Aantal werkzame personen per bedrijfstak (A60), totale economie (S.1) Aantal werkzame personen per institutionele sector en bedrijfstak (A60) - Werknemers Aantal werkzame personen per bedrijfstak (A60), totale economie (S.1) - Zelfstandigen Arbeidsvolume per institutionele sector en bedrijfstak (A31) - Werknemers 183 6

7 Bijlagen: classificaties 187 Publicaties van het INR en contactpersonen 197 Algemene opmerkingen 199 Conventionele tekens 201 Lijst van afkortingen 203 7

8

9 Commentaar 1. De nationale rekeningen in enkele cijfers 1.1 Synthese Na een forse stijging van de activiteit in 2004 (3,0 pct.) is de volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp) in 2005 teruggelopen (1,7 pct.), alvorens opnieuw in een krachtiger tempo (2,8 pct.) toe te nemen in Uitde aanwending van meer volledige en definitieve gegevens -- die voornamelijk de jaarrekening van de ondernemingen betreffende het jaar 2005 omvatten -- blijkt aldus dat het conjuncturele dieptepunt van 2005 minder uitgesproken was dan aanvankelijk geraamd. België profiteerde in 2006 van een gunstige omgeving: de uitvoermarkten groeiden, de wisselkoers van de euro stabiliseerde zich, de olieprijsstijging vertraagde en de lange rente bleef relatief laag. De versnelling van de groei in 2006 deed zich hoofdzakelijk voor in de industrie, waarvan de toegevoegde waarde toenam met 3,5 pct. naar volume na een lichte inkrimping in 2005, alsook in de bouwnijverheid, die zich bijzonder dynamisch toonde met een groei van 8,5 pct. De vitaliteit van deze bedrijfstak komt overigens tot uiting in het -- sinds 2004 krachtige -- groeitempo van de uitgaven van de huishoudens voor de bouw en de renovatie van woningen. De toegevoegde waarde in de diensten, van haar kant, steeg zowel in 2005 als in 2006 met 2,3 pct., wat in de lijn ligt van het gemiddelde stijgingstempo in het verleden. Na een verdere daling in 2005 herstelde de spaarquote van de particulieren zich enigszins in 2006, onder meer onder invloed van een sterkere toename van de lonen. Als gevolg van de forse stijging van de bestedingen voor woongebouwen nam het financieringsvermogen van de particulieren in 2006 evenwel verder af tot slechts 0,5 pct. bbp, tegen nog 3,6 pct. in De aanhoudend hoge investeringen in vaste activa hadden geen negatieve invloed op het financieringssaldo van de vennootschappen, dat bleef oplopen tot 2,7 pct. in De rekening van de overheid sloot met een overschot van 0,2 pct. bbp in 2006 (volgens de definitie van het ESR 1995), nadat in de twee voorgaande jaren een zeer licht tekort was opgetekend. Op de arbeidsmarkt, ten slotte, leverde het herstel van de groei in 2006 een nettocreatie van ongeveer banen op. De stijging van het aantal werkenden was vooral merkbaar in de dienstenbranches en in de bouwnijverheid, terwijl de vertraging van het banenverlies in de industrie werd bevestigd. 1. De cijfers in deze publicatie zijn niet gezuiverd voor kalenderinvloeden behalve deze m.b.t. het arbeidsvolume. De correcties met het oog op de kalenderinvloeden worden aangebracht in het kader van de publicatie van de kwartaalrekeningen. 9

10 1.2 Productieoptiek De toegevoegde waarde in de landbouw liep in 2005 en 2006 met respectievelijk 5,4 pct. en 5,8 pct. terug. Hieruit blijkt dat zowel het aantal landbouwbedrijven als de beteelde oppervlakte, de veestapel en de landbouwrendementen zijn afgenomen. De voornaamste bedrijfstakken in de industrie volgden bijna allemaal het cyclische profiel van het bruto binnenlands product tijdens de periode De afname naar volume van de toegevoegde waarde in 2005 gevolgd door een herstel in 2006 werd in het grootste deel van de branches opgetekend. In totaal liep de bruto toegevoegde waarde van de industrie in 2005 licht terug, met 0,2 pct., waarna ze opnieuw met 3,5 pct. groeide in 2006, het hoogste groeicijfer sinds het jaar De bouwnijverheid heeft de economische teruggang van 2005 niet gekend aangezien de bruto toegevoegde waarde er toenam met 3,8 pct., na reeds met 3,5 pct. te zijn gestegen in Die bedrijfstak werd in 2006 veel dynamischer, met een groeitempo van 8,5 pct. TABEL 1 TOEGEVOEGDE WAARDE PER BEDRIJFSTAK, NAAR VOLUME (veranderingspercentages ten opzichte van het voorgaande jaar) Gewicht in 2006 (lopende prijzen) Landbouw, jacht, bosbouw en visserij 5,3-5,4-5,8 0,9 pct. Nijverheid (inclusief energie) 2,9-0,2 3,5 17,1 pct. Bouwnijverheid 3,5 3,8 8,5 4,4 pct. Diensten 2,1 2,3 2,3 66,7 pct. Handel en reparaties 3,6-4,2 1,0 11,6 pct. Vervoer en communicatie -0,3 3,8 0,4 7,6 pct. Financiële diensten 8,3 3,3 3,6 4,9 pct. Immobiliën, verhuur en diensten aan bedrijven 1,4 6,6 4,9 20,4 pct. Hotels en restaurants 0,1 0,5 0,5 1,4 pct. Openbaar bestuur en onderwijs 1,0 0,6 0,9 12,2 pct. Overige diensten aan personen 1,7 2,3 1,3 8,6 pct. Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen 2,4 1,8 2,8 89,0 pct. Productgebonden belastingen min subsidies 0,9 0,1 0,4 11,0 pct. Bruto binnenlands product 3,0 1,7 2,8 100,0 pct. Bron: INR De dienstenbranches zijn minder gevoelig voor de wisselvalligheden van de conjunctuurcycli. De bruto toegevoegde waarde in de diensten had dan ook niet te kampen met de inzinking van De diensten groeiden zowel in 2005 als in 2006 met 2,3 pct., dat is een groeitempo dat in de lijn ligt van het sinds 1996 opgetekende gemiddelde. Achter die algemene vaststelling gaan echter uiteenlopende ontwikkelingen in de verschillende dienstenbranches schuil. De toegevoegde waarde in de bedrijfstak handel en reparaties is in 2005 immers sterk teruggelopen, namelijk met 4,2 pct., en sloot daarna opnieuw aan bij een positieve groei, namelijk 1 pct. in De ondernemingen die bedrijvig zijn in de tak immobiliën, verhuur en diensten aan bedrijven lieten een relatief krachtige stijging van hun toegevoegde waarde optekenen, met 6,6 pct. in 2005 en 4,9 pct. in Het verloop van de toegevoegde waarde in de branche vervoer en communicatie werd in 2005 beïnvloed door operaties die samenhangen met de herstructurering van de NMBS, waarna de toegevoegde waarde in 2006 weer in veel geringere mate toenam. De groei in de horeca was tijdens de afgelopen jaren relatief vlak, net als die in de overheidsdiensten en het onderwijs. 10

11 1.3 Bestedingsoptiek De huishoudens waren een belangrijk steunpunt voor de groei van de binnenlandse bestedingen. Aangemoedigd door de nog altijd lage rentetarieven en door de aanzienlijke stijging van de vastgoedprijzen op de secundaire markt, hebben de particulieren hun investeringsuitgaven in de bouw en de renovatie van woningen fors opgevoerd. Die uitgaven namen met bijna 10 pct. naar volume toe in 2004 en 2005, en dan nog eens met 7,6 pct. in De stijging van hun consumptieve bestedingen, die beperkt bleef tot minder dan 1,5 pct. in 2004 en 2005, versnelde in 2006 tot 2,0 pct., dat is de grootste toename sinds verscheidene jaren. Die versnelling van de consumptieve bestedingen moet worden gezien tegen de achtergrond van een verbetering van de koopkracht. TABEL 2 VOORNAAMSTE BESTEDINGSCATEGORIEËN, NAAR VOLUME (veranderingspercentages ten opzichte van het voorgaande jaar) Consumptieve bestedingen van de huishoudens en van de IZW's ten behoeve van huishoudens 1,4 1,3 2,0 Consumptieve bestedingen van de overheid 1,8-0,2 0,0 Bruto-investeringen in vaste activa 7,1 6,7 4,2 Ondernemingen 6,9 4,7 3,9 Woongebouwen 9,8 9,9 7,6 Overheid 1,9 13,0-3,2 Veranderingen in voorraden 1 0,2 0,0 0,9 p.m. Binnenlandse bestedingen 2,8 2,1 3,0 Uitvoer van goederen en diensten 6,5 3,6 2,6 Invoer van goederen en diensten 6,6 4,2 2,7 p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten 1 0,3-0,3 0,0 Bruto binnenlands product 3,0 1,7 2,8 Bron: INR 1 Bijdrage tot de groei van het bbp. Hoewel de groei licht vertraagde ten opzichte van het voorgaande jaar, zette de stijging naar volume van de bruto--investeringen in vaste activa van de ondernemingen, die in 2004 was begonnen, zich in 2006 voort, met een nog steeds krachtige 3,9 pct. De vernieuwing en de uitbreiding van de kapitaalverstrekking werden aangemoedigd door de productiestijging, zowel in de industrie als in de diensten. Bovendien werd de beslissing om te investeren vergemakkelijkt door gunstige financieringsvoorwaarden, aangezien de rentetarieven zich op een historisch laag peil handhaafden en het beroep op risicokapitaal via de uitgifte van aandelen minder duur werd onder invloed van de stijging van de beurskoersen. De consumptieve bestedingen van de overheid, van hun kant, bleven onveranderd ten opzichte van Over het jaar 2006 als geheel nam het volume van de uitvoer van goederen en diensten toe met 2,6 pct., iets minder snel dan het voorgaande jaar. Gezien het hoge gehalte aan ingevoerde goederen in de uitvoer, werkte de ontwikkeling van de uitvoer door in het verloop van de invoer van goederen en diensten, die groeide met 2,7 pct. De bijdrage van de netto--uitvoer tot de groei van het bruto binnenlands product was dan ook neutraal, na een negatieve bijdrage in het voorgaande jaar, voornamelijk onder invloed van de stijging van de olieprijzen en de niet--energetische grondstoffen in

12 1.4 Inkomensoptiek Het aandeel van de lonen in het bruto binnenlands product liep in 2005 verder terug tot 50,1 pct., tegen 50,6 pct. een jaar eerder. In 2006 bedroeg de daling slechts 0,1 procentpunt. Daarentegen namen het bruto--exploitatieoverschot en het bruto gemengd inkomen van de gehele economie tussen 2004 en 2006 met bijna één procentpunt toe. Deze dubbele beweging wordt opgetekend sinds 2002 en weerspiegelt de verschillende maatregelen die werden genomen om de stijging van de arbeidskosten te beteugelen in een internationale context die ertoe aanzet het concurrentievermogen van de ondernemingen te vrijwaren. Structureel vertegenwoordigen de belastingen op productie en invoer, ongerekend subsidies, die hoofdzakelijk de btw--ontvangsten en de douanerechten omvatten, ongeveer 12 pct. van het bruto binnenlands product. TABEL 3 INKOMENSCATEGORIEËN (lopende prijzen, aandeel in het bruto binnenlands product) Beloning van werknemers 50,6 50,1 50,0 Bruto-exploitatieoverschot en bruto gemengd inkomen 37,3 38,1 38,2 Belastingen op productie en invoer, ongerekend subsidies 12,1 11,7 11,8 Bruto binnenlands product 100,0 100,0 100,0 Bron: INR 1.5 Sleutelgegevens uit de sectorrekeningen Zowel in 2005 als in 2006 is het financieringsvermogen van de bedrijven verbeterd. Over beide jaren samen bedraagt de stijging 0,8 procentpunt bbp. Het bruto--inkomen uit bedrijfsuitoefening van de vennootschappen, dat kan worden beschouwd als een indicator van de lopende winst uitgedrukt in procenten van de bruto toegevoegde waarde, groeide met 6 procentpunten. Die toename weerspiegelt de algemene verbetering van de rentabiliteit en de solvabiliteit van de vennootschappen tijdens de afgelopen jaren. Als gevolg van de daaruit voortvloeiende stijging van de uitgekeerde winsten en de lopende belastingen op inkomsten en vermogen, is het aandeel van de brutobesparingen van de ondernemingen in de toegevoegde waarde matiger gestegen, namelijk met 1,4 procentpunt. Aangezien de investeringsquote van de ondernemingen dan weer minder sterk groeide dan hun besparingen, is het financieringssaldo van de vennootschappen verbeterd. De rekening van de overheid sloot in 2006 met een overschot van 0,2 pct. bbp volgens de definitie van het ESR 1995, nadat ze een zeer licht tekort had vertoond tijdens de twee voorgaande jaren. De particulieren, van hun kant, lieten tijdens de laatste drie jaar een versnelling van hun primaire inkomen optekenen. Deze is voornamelijk toe te schrijven aan het verloop van de lonen. De inkomensherverdeling was in 2005 al met al neutraal, zodat het beschikbare inkomen van de particulieren vrijwel even snel groeide als hun primaire inkomen. In 2006, daarentegen, had die herverdeling een gunstige invloed op het beschikbare inkomen, omdat de lopende belastingen stagneerden door de tenuitvoerlegging van de belastinghervorming. Aangezien het beschikbare inkomen van de particulieren sterker toenam dan hun consumptieve bestedingen, ging de spaarquote in 2006 met 0,2 procentpunt omhoog, na een daling met 1 procentpunt in Die stijging van de besparingen was echter onvoldoende om de uitgaven voor de bouw en de renovatie van woningen te financieren, die sinds 2004 fors toenemen. Bijgevolg is het financieringsvermogen van de particulieren teruggelopen, van 2 pct. bbp in 2004 tot 0,5 pct. in

13 De ontwikkeling van het tekort van het buitenland ten opzichte van België sluit aan bij die van het lopende saldo. In 2005 verminderde het lopende saldo van België tegenover het buitenland met 0,8 procentpunt bbp als gevolg van de inkrimping van het saldo van de uitvoer en de invoer van goederen en diensten. In 2006 verminderde dat saldo opnieuw, maar deze daling werd gecompenseerd door een kentering in het saldo van het inkomen uit vermogen. AI met al liep de financieringsbehoefte van het buitenland terug van 3,8 pct. bbp in 2004 tot 2,9 pct. in 2005, waarna ze 3,4 pct. bereikte in TABEL 4 SYNTHESE VAN DE SECTORREKENINGEN (procenten, lopende prijzen) Vennootschappen Bruto-inkomen uit bedrijfsuitoefening 1 / bruto toegevoegde waarde 51,3 54,7 57,3 Brutobesparingen / bruto toegevoegde waarde 24,6 24,7 26,0 Bruto-investeringen in vaste activa / bruto toegevoegde waarde 20,6 20,7 20,8 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp 1,9 2,2 2,7 Overheid Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp -0,1-0,1 0,2 Particulieren 2 Bruto primair inkomen (verandering t.o.v. het voorgaande jaar) 2,3 2,8 3,9 Bruto beschikbaar inkomen (verandering t.o.v. het voorgaande jaar) 2,3 2,7 5,2 Spaarquote 13,3 12,2 12,5 p.m. Spaarquote van de huishoudens 13,3 12,3 12,5 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp 2,0 0,8 0,5 Buitenland Saldo van de lopende transacties met het buitenland / bbp -3,8-3,0-3,3 Financieringsvermogen (+) of -behoefte (-) / bbp -3,8-2,9-3,4 Bron: INR 1 Overeenkomstig het ESR 1995 kan het inkomen uit bedrijfsuitoefening worden beschouwd als een indicator van de lopende winst van de vennootschappen vóór winstuitkering en inkomstenbelasting, zoals die gewoonlijk wordt gebruikt in de bedrijfsboekhouding. Dat inkomen wordt gedefinieerd als de som van het exploitatieoverschot en het ontvangen inkomen uit vermogen, waarvan de te betalen interesten worden afgetrokken, alsook het aan verzekerden toe te rekenen inkomen uit vermogen en de huurgelden van gronden en andere, door de onderneming gehuurde niet -geproduceerde materiële activa. 2 Huishoudens en IZW s ten behoeve van huishoudens. 1.6 Werkgelegenheid De arbeidsmarkt, die met twee tot drie kwartalen vertraging de ontwikkelingen van de economische activiteit weerspiegelt, vertoonde eveneens een aanzienlijke groei gedurende het hele jaar In totaal nam de werkgelegenheid met bijna personen toe, na een nettocreatie van ongeveer banen in De werkgelegenheid van loontrekkenden in de particuliere sector droeg alleen al bij tot de nettocreatie van banen in 2006, dat is een stijging met 1,5 pct. Na een stagnatie in 2004 nam het aantal zelfstandigen zowel in 2005 als in 2006 toe met zowat eenheden, wat overeenkomt met een jaarlijkse groei van 1,1 pct. 13

14 TABEL 5 BINNENLANDSE WERKGELEGENHEID (jaargemiddelden, jaar -op -jaarverandering, tenzij anders vermeld, duizenden eenheden) , niveau Werknemers +27,8 +43,3 +44, ,0 Particuliere sector +19,5 +33,4 +41, ,9 Overheidssector +8,3 +9,9 +3,2 797,1 Zelfstandigen +0,4 +7,7 +7,8 695,1 Totaal +28,2 +51,0 +52, ,1 waarvan: Landbouw -1,3-0,5-1,1 83,4 Nijverheid (inclusief energie) -13,9-7,2-5,3 623,2 Bouwnijverheid -0,3 +3,4 +7,9 247,2 Diensten +43,6 +55,2 +51, ,4 Bron: INR De dienstenbranches liggen ten grondslag aan de werkgelegenheidscreatie. Dat werd opnieuw bevestigd in 2006 aangezien de werkgelegenheid in de diensten met eenheden, of 1,6 pct., toenam. Ter navolging van de dynamiek van die bedrijfstak trok de werkgelegenheid in 2006 bijzonder sterk aan in de bouwnijverheid, namelijk met 3,3 pct., wat overeenstemt met bijna nieuwe banen, of meer dan het dubbele van het voorgaande jaar. De structurele daling van de werkgelegenheid in de landbouw zette zich de afgelopen jaren voort, terwijl de afname van het aantal werknemers in de industrie vertraagde. Het sinds 2002 opgetekende banenverlies in de industriële bedrijfstakken werd geleidelijk aan minder groot: in 2002 gingen in de industrie banen verloren, tegen in

15 2. Methodologie: aangepaste raming van de toegevoegde waarde en de investeringen tegen lopende prijzen van de niet--financiële ondernemingen voor het laatste jaar 2.1 Toegevoegde waarde niet--financiële vennootschappen (S.11) Methode klassiek constant staal S.11 (werkwijze gevolgd tot vorig jaar) De toegevoegde waarde tegen lopende prijzen van S.11 (voor de meeste bedrijfstakken 1 ) wordt, voor het laatste jaar, geraamd via een constant staal van jaarrekeningen. Dit is een populatie van vennootschappen waarvoor een jaarrekening beschikbaar is in twee opeenvolgende boekjaren (jaar t--2 en jaar t--1) die 12 maanden beslaan en afgesloten werden tussen september en maart 2. Dit staal wordt opgemaakt begin augustus van het jaar t. De raming via een constant staal is nodig omdat 1/3 van de ondernemingen hun jaarrekening niet neerleggen binnen de wettelijk voorziene termijn (7 maanden na afsluiting van het boekjaar). De toegevoegde waarde voor het jaar t--1 wordt bekomen door de (gekende) toegevoegde waarde voor het jaar t--2 te extrapoleren via groeipercentages die worden afgeleid uit het constant staal. Deze berekening gebeurt per bedrijfstak (ongeveer 120 SUT--takken). In een volledig schema wordt de toegevoegde waarde bepaald als: 70/ (640/ ) -- ( ) / : bedrijfsopbrengsten excl. bedrijfssubsidies; 60/61: verbruik van goederen en diensten; 640/ : andere bedrijfskosten excl. belastingen en taksen op de bedrijfsuitoefening; : geactiveerde oprichtingskosten excl. herstructureringskosten 3 ; 695: uit te keren winst aan bestuurders of zaakvoerders (tantièmes) 4. In een verkort schema wordt de toegevoegde waarde bepaald als: 70/ /61 -- (640/ ) / /61 is de brutomarge en is een verplichte vermelding in de verkorte schema s; 640 wordt geraamd via de verhouding 640/(640/8) uit de volledige schema s. De toegevoegde waarde van het jaar t--2 is gekend: B1g (t--2) Uit de aggregaten berekend per SUT--tak worden groeivoeten berekend: p = groeipercentage van de bedrijfsopbrengsten (70/ ) in de volledige schema s; b = groeipercentage van de toegevoegde waarde in de volledige en verkorte schema s. 1. In bedrijfstakken waarin veel VZW s actief zijn worden andere ramingmethodes gebruikt. Dit is bijvoorbeeld het geval voor NACE 85 (gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening), NACE 91 (diverse verenigingen), NACE 92 (recreatie, cultuur en sport) en NACE 93 (overige diensten). Ook de cijfers van de landbouw, bosbouw en visserij in de sector niet -financiële vennootschappen (S.11) steunen niet op jaarrekeningeninformatie. 2. Uiteraard sluiten de meeste ondernemingen af op 31 december doch dit is geen wettelijke verplichting. 3. De rubrieken 649 en 669 zijn negatief. 4. Vanuit de optiek nationale rekeningen leveren bestuurders en zaakvoerders dienstenprestaties aan de ondernemingen waarin ze een mandaat uitoefenen. De uitkeringen/betalingen die hiermee samenhangen dienen dus te worden verwerkt als intermediair verbruik. 15

16 De toegevoegde waarde van het jaar t--1 wordt geraamd via het constant staal: B.1g(t--1) = B.1g(t--2)*(1+b) De productie wordt geraamd via informatie uit de volledige schema s 1 : P.1(t-- 1) = P.1(t-- 2)*(1+p) Het intermediair verbruik wordt afgeleid per saldo: P.2(t--1) = P.1(t--1) -- B.1g(t--1) De berekening steunt op de hypothese dat de ESR aggregaten (P.1, P.2, B.1g) op dezelfde manier evolueren als de bedrijfsopbrengsten, het verbruik van goederen en diensten en de toegevoegde waarde zoals deze kunnen worden afgeleid uit de jaarrekeningen. Omdat de gewichten van de SUT--takken in de totale populatie niet noodzakelijk gelijk zijn aan deze in het constant staal voor het jaar t--2, kan de groei van de toegevoegde waarde in S.11 afwijken van de groei van de toegevoegde waarde in het constant staal Problemen klassiek constant staal Het probleem met de methode van het constant staal is dat er enkel informatie wordt gebruikt van ondernemingen die in twee opeenvolgende jaren actief zijn. Een groep ondernemingen die nog actief waren in t--2 hebben evenwel hun activiteit gestopt in t--1 en een groep ondernemingen begint zijn activiteit voor de eerste keer in t--1. Per definitie zitten deze ondernemingen niet in het constant staal. Door de informatie van ondernemingen die buiten het constant staal vallen niet te verwerken kan een loutere raming via het constant staal vertekende resultaten opleveren. We illustreren dit aan de hand van een voorbeeld. De toegevoegde waarde in t--2 (1.048) wordt gerealiseerd door 3 groepen van ondernemingen: G1: ondernemingen opgericht in de loop van t--2 en ondernemingen die hun activiteit in de loop van t--2 of t--1 hebben stopgezet; G2: ondernemingen die al minstens twee jaar bestaan en waarvan de jaarrekeningen zijn opgenomen in het constant staal; G3: ondernemingen die al minstens twee jaar bestaan en waarvan de jaarrekeningen niet zijn opgenomen in het constant staal (niet of laattijdig neergelegd). Wanneer de raming over t--1 wordt gemaakt (in het derde kwartaal van het jaar t) is de toegevoegde waarde van elk van deze groepen voor het jaar t--2 gekend. Stel dat de groei van de toegevoegde waarde in het constant staal -- dat 2/3 van de totale toegevoegde waarde in t--2 vertegenwoordigt (G2) -- 5 pct. bedraagt. De geschatte waarde van de toegevoegde waarde in t--1 bedraagt dan (1.048*1,05). 1. De omzet is een facultatieve vermelding in de verkorte schema s; slechts 25 pct. van de ondernemingen vermeldt deze. De verkorte schema s vertegenwoordigen slechts 23 pct. van de totale toegevoegde waarde in de sector niet -financiële vennootschappen (S.11). 16

17 TOEGEVOEGDE WAARDE (KLASSIEK CONSTANT STAAL) t-2 t-1 G G G G4 (nieuwe ondernemingen) - 0 Totaal Deze benadering is problematisch omdat: aan de ondernemingen met een a--typisch demografisch profiel (opgerichte en stopgezette ondernemingen) (G1) een groei wordt toegekend die representatief is voor ondernemingen met een normaal demografisch profiel (ondernemingen die al gedurende een langere tijd actief zijn); de activiteit van nieuw opgerichte ondernemingen (G4) niet expliciet in rekening wordt gebracht. De hypothese waarbij de activiteit van de ondernemingen die niet in het constant staal zijn opgenomen (G3) dezelfde groei kennen als deze uit het constant staal (G2) kan niet worden hard gemaakt doch is evenmin onwaarschijnlijk Principe verbeterd constant staal In het derde kwartaal van het jaar t, beschikken we over informatie m.b.t. de activiteit van ondernemingen die in de loop van t--1 en t--2 hun activiteiten hebben stopgezet of werden opgericht. Deze bedragen worden als dusdanig gebruikt (G1 en G4). Per saldo resulteert dit in een hoger cijfer voor 2006 (+19). Deze raming is beter omdat ze de toegevoegde waarde van nieuw opgerichte en stopgezette ondernemingen expliciet raamt en de extrapolatie via het constant staal beperkt tot de groep van ondernemingen die minstens al twee jaar actief zijn (en niet tijdig een jaarrekening hebben neergelegd). TOEGEVOEGDE WAARDE (VERBETERD CONSTANT STAAL) t-2 t-1 G G1a G1b 10 0 G1c G G G Totaal Opmerking: G1a: ondernemingen opgericht in de loop van t -2 G1b: ondernemingen stopgezet in de loop van t -2 G1c: ondernemingen stopgezet in de loop van t -1 17

18 2.1.4 Resultaten 2005/2006 Bijna 12 pct. van de toegevoegde waarde in de sector niet--financiële vennootschappen (S.11) wordt niet geraamd via jaarrekeningeninformatie maar steunt op andere bronnen (exogeen gedeelte). De groei in deze takken wordt geraamd op 5,2 pct. in De bedrijfstakken die via het constant staal worden geraamd kennen een groei van de toegevoegde waarde van 5,6 pct. 1 De extrapolatie van ondernemingen behorende tot G1 zou, volgens de oude methode, aanleiding hebben gegeven tot een groei van 6,1 pct. wat ongeveer even veel is als de groei van het constant staal 2. In totaal zouden we via de oude methode dus een groei van 5,6 pct. hebben geraamd. TOEGEVOEGDE WAARDE GERAAMD VIA «GEWOON CONSTANT STAAL» /05 Exogeen ,052 Lopend ,056 Opgericht/stopgezet ,061 Totaal ,056 Bron: INR Een expliciete raming van de toegevoegde waarde 2006 van recent opgerichte en stopgezette vennootschappen resulteert in een cijfer dat bijna 800 miljoen euro hoger ligt in vergelijking met het cijfer geraamd volgens de oude werkwijze. Hierdoor komt de totale groei 0,5 procentpunt hoger uit dan volgens de methode «gewoon constant staal». TOEGEVOEGDE WAARDE GERAAMD VIA «VERBETERD CONSTANT STAAL» /05 Exogeen ,052 Lopend ,056 Opgericht/stopgezet ,727 Totaal ,061 V erschil 796 Bron: INR 1. Hierbij werden de evoluties uit het constant staal gecorrigeerd voor opslorpingen en splitsingen en werden de onwaarschijnlijk hoge overige bedrijfsopbrengsten (rubriek 74) in de jaarrekening 2006 van een grote onderneming naar beneden aangepast. Deze correcties leiden ertoe dat de groei van de toegevoegde waarde daalt van 6,8 pct. in het oorspronkelijk constant staal naar 5,6 pct. in het gecorrigeerde constant staal. 2. Omdat de verdeling van de toegevoegde waarde over bedrijfstakken van opgerichte en stopgezette ondernemingen niet dezelfde is als van de lopende ondernemingen is er een verschil tussen de groei van de toegevoegde waarde in het constant staal (5,6 pct.) en de geëxtrapoleerde groei van de toegevoegde waarde van de opgerichte en stopgezette ondernemingen (6,1 pct.). 18

19 In volgende tabel worden de detailcijfers voor nieuw opgerichte en stopgezette ondernemingen weergegeven. Indien jaarrekeningen beschikbaar zijn steunt de berekening op deze bron (kolom JR). Bij afwezigheid van jaarrekeningen gebeurt de berekening via de BTW. De toegevoegde waarde van in de loop van 2005 opgerichte vennootschappen wordt geschat op 463 miljoen euro voor dat jaar. In 2006 stijgt dit bedrag tot miljoen euro. De toegevoegde waarde voortgebracht door in de loop van 2006 opgerichte ondernemingen bedraagt 506 miljoen euro. Ondernemingen die in de loop van 2005 of 2006 werden stopgezet, realiseerden 781 miljoen euro toegevoegde waarde in 2005 en 219 miljoen euro in De netto--impact van deze door demografische ontwikkelingen gestuurde evoluties is dus sterk positief: de toegevoegde waarde van deze populatie ondernemingen stijgt met 69 pct. 1 In totaal ligt de toegevoegde waarde van de niet-- financiële vennootschappen geraamd volgens de nieuwe methode 796 miljoen euro hoger (= ) dan volgens de oude methode. TOEGEVOEGDE WAARDE VAN S.11 -ONDERNEMINGEN MET A -TYPISCHE DEMOGRAFISCHE KARAKTERISTIEKEN (excl. exogeen geraamde bedrijfstakken, miljoenen euro s) verschil JR BTW totaal JR BTW totaal miljoenen euro's pct. Ondernemingen opgericht in Ondernemingen opgericht in Ondernemingen stopgezet in Ondernemingen stopgezet in Totaal oprichtingen pct. Totaal stopzettingen pct. Toegevoegde waarde in administratieve aggregaten pct. Toegevoegde waarde volgens ESR pct. Bron: INR 2.2 Toegevoegde waarde zelfstandigen (S.14) De raming van de toegevoegde waarde voor het laatste jaar gerealiseerd door zelfstandigen steunt op de BTW (voor BTW--plichtigen) en op diverse andere indicatoren voor de niet--btw--plichtige zelfstandigen (medische beroepen, juridische beroepen, zaakvoerders,...), de landbouwers, de financiële hulpbedrijven en het huispersoneel. De raming van de huren is eveneens gebaseerd op specifieke informatie. De raming van de BTW--plichtige ondernemingen werd aangepast en houdt voortaan ook rekening met de activiteit van nieuw opgerichte ondernemingen 2. Deze realiseerden 166 miljoen euro toegevoegde waarde in Ten gevolge van aangepaste berekeningsmethodes ligt de voor 2006 geraamde toegevoegde waarde bij de niet--financiële ondernemingen (vennootschappen en zelfstandigen) dus 962 miljoen euro (= ) hoger dan vroeger. 1. Of 73 pct. na transformatie van de administratieve aggregaten in ESR95 -aggregaten. Dit cijfer ligt veel hoger dan de groei van 6 pct. volgens de methode van het niet -verbeterde constant staal. 2. Tot vorig jaar was dit niet het geval omdat de berekening steunde op evoluties geraamd uit de BTW aangiften van 2005 en 2006 doch beperkt tot de ondernemingen opgenomen in het repertorium van

20 2.3 Investeringen niet--financiële vennootschappen (S.11) en zelfstandigen (S.14) Werkwijze gevolgd tot vorig jaar De investeringen in materiële vaste activa voor het laatste jaar worden bekomen door de bedragen t--2 te laten evolueren met de groei van de investeringen volgens de BTW. Deze raming gebeurt per bedrijfstak doch enkel voor de ondernemingen opgenomen in het repertorium t--2. Hierdoor worden de investeringen van nieuw opgerichte ondernemingen niet in rekening gebracht Aangepaste werkwijze Voor vennootschappen die al een jaarrekening hebben neergelegd over 2005 en wordt de jaarrekening (rubriek 8169) gebruikt i.p.v. de BTW (rubriek 83) bij de berekening van de evolutiecoëfficiënten. Hierbij wordt al geanticipeerd op de werkwijze in een definitief jaar (t--2). De investeringen gerealiseerd door in de loop van 2006 nieuw opgerichte ondernemingen worden hieraan toegevoegd. Op deze manier steunt de raming van de investeringen voor het laatste jaar al gedeeltelijk op jaarrekeningeninformatie (waarvan de kwaliteit beter is dan de BTW) en worden de investeringen van nieuw opgerichte ondernemingen expliciet in rekening gebracht Resultaten 2005/2006 AANGEPASTE WERKWIJZE INVESTERINGEN IN MATERIËLE VASTE ACTIVA (P.511) (S.11 en S.14 excl. woongebouwen, miljoenen euro s) Ondernemingen opgenomen in repertorium /05 Evoluties uit BTW 83_BTW S ,037 S ,996 Totaal ,034 1 Gecombineerd BTW/JR S _JR ,026 S.14 83_BTW ,996 Totaal ,024 Raming investeringen 2006 P.511_2005 groeivoet P.511_2006 In repertorium 2005 S , S , Totaal , Nieuw opgerichte ondernemingen S S Totaal Bestaande en nieuwe S ,054 S ,062 Totaal ,054 Bron: INR 1 Houdt ook rekening met een specifieke correctie voor aangekochte schepen. 1. Voor zover het boekjaar samenvalt met het kalenderjaar en er geen bestaande activa werden overgenomen van andere ondernemingen. 20

21 Het gecombineerde gebruik van jaarrekeningen en BTW, na correctie van de cijfers voor de aankoop van schepen, levert een groei van de investeringen op van 2,4 pct. wat lager is dan de evolutie uit de BTW (3,4 pct.). Dit percentage wordt toegepast op het bedrag van de investeringen van 2005 uit de nationale boekhouding (P.511). In totaal hebben nieuw opgerichte ondernemingen voor miljoen euro geïnvesteerd in In totaal levert dit een groei op van 5,4 pct. waarvan meer dan de helft op rekening komt van nieuw opgerichte ondernemingen. 2.4 Algemene test op de plausibiliteit van de investeringscijfers De cijfers m.b.t. de investeringen werden vanaf 2004 fors herzien. Een deel van deze herziening heeft te maken met aangepaste cijfers voor de woongebouwen -- update van de prijs-- en hoeveelheidsinformatie vanaf een ander deel hangt samen met de introductie van definitieve investeringscijfers van de ondernemingen voor het jaar 2005 en aangepaste cijfers voor het laatste jaar (cf. supra). In onderstaande tabel wordt nagegaan of de (gereviseerde) cijfers langs de kant van het gebruik coherent zijn met deze langs de aanbodzijde (productie en invoer). De vergelijking wordt gemaakt voor de investeringen excl. software en registratierechten 1. Investeringsgoederen worden aangeboden door Belgische (productie) en buitenlandse ondernemingen (invoer). Een deel van de nationale productie komt niet op de Belgische markt terecht doch wordt uitgevoerd. Indien (ingevoerde of nationaal geproduceerde) investeringsgoederen worden aangekocht via de groothandel is de handelsmarge die de groothandelaar realiseert ook vervat in de aankoopprijs van het investeringsgoed. Een klein deel van de door de groothandel aangekochte investeringsgoederen komt in zijn voorraden terecht 2.We veronderstellen dat 100 pct. van de output van de vermelde bedrijfstakken op investeringsgoederen slaat (met uitzondering van de bouw: 60 pct.). Er wordt eveneens verondersteld dat er geen investeringsgoederen worden geproduceerd in andere bedrijfstakken. Uiteraard stemt dit niet overeen met de werkelijkheid; dit is echter een benaderende hypothese. Alhoewel er in de praktijk nogal wat ruis op de aanbodcijfers zit, blijkt toch dat aanbod en gebruik in absolute bedragen dicht bij elkaar liggen (resp. 60,1 en 58,9 miljard euro in 2006). Ook de jaar--op--jaar evolutie van aanbod en gebruik sluit vrij goed op elkaar aan. Dit lijkt er toch op te wijzen dat het beschikbare statistische materiaal inzake aanbod en gebruik van investeringsgoederen -- dat op een onafhankelijke manier door verschillende instanties is gecompileerd -- onderling coherent is en vrij gemakkelijk kan ingepast worden in het raamwerk van de nationale rekeningen. 1. Een groot deel van de investeringen in software slaat op zelf geproduceerde software (wat neerkomt op een imputatie langs de kant van de productie en de bestedingen voor dezelfde bedragen) en de registratierechten worden niet in rekening gebracht omdat hier geen productie of invoer tegenover staat. 2. Vermits nog niet alle jaarrekeningen over boekjaar 2006 zijn neergelegd kunnen de handelsmarges en de voorraadwijzigingen in NACE 518 nog niet worden geraamd. Voor de oefening gaan we uit van identieke cijfers voor 2005 en

22 AANBOD EN GEBRUIK VAN INVESTERINGSGOEDEREN Totaal Investeringen (P.51) waarvan software waarvan registratierechten Investeringen excl. software en registratierechten Aanbod-en gebruik van investeringsgoederen (excl. software) bron Productie in bedrijfstakken die investeringsgoederen produceren 1 NR Handelsmarges geproduceerd door NACE 518 (+) (volledige schema's) BA Invoer diensten bouw (+) BB Uitvoer diensten bouw (-) BB Netto-uitvoer diensten bouw BB Invoer uitrustingsgoederen (+) EX Uitvoer uitrustingsgoederen (-) EX Netto-uitvoer uitrustingsgoederen EX Aanbod investeringsgoederen NR/BB/EX Evolutie ( pct.) 10,9 pct. 7,1 pct. 7,3 pct. P51 excl. registratierechten en software NR P52 investeringsgoederen BA Totaal gebruik Evolutie ( pct.) 9,9 pct. 7,9 pct. 6,9 pct. Evolutie aanbod min gebruik 0,9 pct. -0,8 pct. 0,5 pct. Bronnen: NR nationale rekeningen, BA balanscentrale, BB betalingsbalans, EX buitenlandse handel. 1 28A1, 29B1, 29C1, 30A1, 33A1, 34B1, 35A1, 45A1_E1 In de takken van de bouw wordt slechts 60 pct. van de productie meegerekend (m.u.v. 45C1: 100 pct.); de rest gaat naar P.2 (intermediair verbruik) of naar P.3 (consumptieve bestedingen). 2 We veronderstellen dat alle voorraadwijzigingen van aangekochte goederen in NACE 518 op investeringsgoederen slaan. Opmerking: SUT -tak NACE 28A1 281_284 29B C1 293_296 30A A B1 342_343 35A1 351_353 45C1 4523_ Conclusie De raming van de eerste voorlopige jaarcijfers -- die verschillen van de kwartaalrekeningen -- in de productieoptiek (toegevoegde waarde) en de bestedingsoptiek (investeringen) werd aanzienlijk verbeterd. De aangepaste methode houdt expliciet rekening met evoluties die worden geïnduceerd door oprichtingen en stopzettingen van ondernemingen. Hierdoor worden systematische vertekeningen bij de raming van de cijfers voor het laatste jaar opgevangen. Per saldo levert de aangepaste werkwijze significant hogere cijfers op in de twee invalshoeken. De prijs-- en hoeveelheidsinformatie die bij de raming van de investeringen in woongebouwen wordt gebruikt, werd eveneens geüpdatet vanaf 2004 met een belangrijk opwaarts effect op het bedrag van deze bestedingen. De nieuwe investeringscijfers zijn coherent met de overige macro--economische statistieken: uit een rudimentaire aanbod-- en gebruikbenadering blijkt dat zowel het niveau als de evolutie van het aanbod en het gebruik van investeringsgoederen goed bij elkaar aansluiten. 22

23 Synthese tabellen

24

25 1. Samenstelling van het bruto binnenlands product

26 1. SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT 1.1 SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT, RAMINGEN TEGEN LOPENDE PRIJZEN Toegevoegde waarde Output (tegen basisprijzen) (P.1) , , , , , , , , , ,8 Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , , , , , ,7 Toegevoegde waarde (tegen basisprijzen) (B.1g) , , , , , , , , , ,1 Productgebonden belastingen (D.21) , , , , , , , , , ,0 Productgebonden subsidies (D.31) , , , , , , , , , ,3 Bruto binnenlands product (B.1g+D.21+D.31) , , , , , , , , , ,8 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , , , , , , , ,0 Consumptieve bestedingen van de gezinnen , , , , , , , , , ,6 Consumptieve bestedingen van de IZW s 1.837, , , , , , , , , ,8 Consumptieve bestedingen van de overheid , , , , , , , , , ,6 Individuele consumptieve bestedingen (P.31) , , , , , , , , , ,8 Collectieve consumptieve bestedingen (P.32) , , , , , , , , , ,8 Investeringen (bruto) (P.5) , , , , , , , , , ,9 Investeringen in vaste activa (bruto) (P.51) , , , , , , , , , ,3 Veranderingen in voorraden (P.52) 938,5 691, , ,3 179,9 61,5 809, , , ,6 Totaal van de nationale bestedingen , , , , , , , , , ,9 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) , , , , , , , , , ,0 Totaal van de finale bestedingen , , , , , , , , , ,9 Invoer van goederen en diensten (P.7) , , , , , , , , , ,1 p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten 9.650, , , , , , , , , ,9 Bruto binnenlands product (P.3+P.5+P.6-P.7) , , , , , , , , , ,8 Inkomen Beloning van werknemers (D.1) , , , , , , , , , ,8 Bruto exploitatieoverschot (B.2g) en gemengd inkomen (B.3g) , , , , , , , , , ,8 Belastingen op productie en invoer (D.2) , , , , , , , , , ,3 Subsidies (D.3) , , , , , , , , , ,1 Bruto binnenlands product (D.1+B.2g+B.3g+D.2+D.3) , , , , , , , , , ,8 Beloning van werknemers ontvangen uit het buitenland (D.1) 3.431, , , , , , , , , ,5 Beloning van werknemers betaald aan het buitenland (D.1) 663,1 746,1 868,9 958, , , , , , ,4 Belastingen op productie en invoer betaald aan het buitenland (D.2) 2.012, , , , , , , , , ,0 Subsidies ontvangen uit het buitenland (D.3) 828,1 743,2 857,6 694,2 733,6 710,6 865,8 811,5 891,2 792,4 Inkomen uit vermogen ontvangen uit het buitenland (D.4) , , , , , , , , , ,4 Inkomen uit vermogen betaald aan het buitenland (D.4) , , , , , , , , , ,6 Bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) , , , , , , , , , ,1 Pro memoria Consumptieve bestedingen van de gezinnen exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,5 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,2 Invoer van goederen en diensten (P.7) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,5

27 1.2 SAMENSTELLING VAN HET BRUTO BINNENLANDS PRODUCT, RAMINGEN IN VOLUME (miljoenen euro s, kettingeuro s, referentiejaar 2005) Toegevoegde waarde Output (tegen basisprijzen) (P.1) , , , , , , , , , ,9 Intermediair verbruik (tegen aankoopprijzen) (P.2) , , , , , , , , , ,3 Toegevoegde waarde (tegen basisprijzen) (B.1g) , , , , , , , , , ,6 Productgebonden belastingen (D.21) , , , , , , , , , ,5 Productgebonden subsidies (D.31) , , , , , , , , , ,7 Bruto binnenlands product (bbp) , , , , , , , , , ,4 Bestedingen Consumptieve bestedingen (P.3) , , , , , , , , , ,5 Consumptieve bestedingen van de gezinnen , , , , , , , , , ,9 Consumptieve bestedingen van de IZW s 2.159, , , , , , , , , ,8 Consumptieve bestedingen van de overheid , , , , , , , , , ,8 Individuele consumptieve bestedingen (P.31) , , , , , , , , , ,5 Collectieve consumptieve bestedingen (P.32) , , , , , , , , , ,3 Investeringen (bruto) (P.5) , , , , , , , , , ,6 Investeringen in vaste activa (bruto) (P.51) , , , , , , , , , ,6 Veranderingen in voorraden (P.52) 3.456, , , ,7 852, , , , , ,0 Totaal van de nationale bestedingen , , , , , , , , , ,1 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) , , , , , , , , , ,6 Totaal van de finale bestedingen , , , , , , , , , ,7 Invoer van goederen en diensten (P.7) , , , , , , , , , ,3 p.m. Netto-uitvoer van goederen en diensten 7.191, , , , , , , , , ,3 Bruto binnenlands product (bbp) , , , , , , , , , ,4 Pro memoria Consumptieve bestedingen van de gezinnen exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,3 Uitvoer van goederen en diensten (P.6) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,8 Invoer van goederen en diensten (P.7) exclusief indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) , , , , , , , , , ,5 N.B.: In kettingeuro s is er voor andere jaren dan het referentiejaar en het daaropvolgende jaar een verschil tussen het aggregaat en zijn onderliggende componenten. Dit verschil wordt veroorzaakt door het gebruik van Laspeyres kettingindices en kan niet aan de componenten van het aggregaat worden toegewezen.

2.1 Toegevoegde waarde niet--financiële vennootschappen (S.11)

2.1 Toegevoegde waarde niet--financiële vennootschappen (S.11) Integrale versie 2. Methodologie: aangepaste raming van de toegevoegde waarde en de investeringen tegen lopende prijzen van de niet--financiële ondernemingen voor het laatste jaar 2.1 Toegevoegde waarde

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2000-2009 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2003 - I Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe

De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2018 nam het bbp met 1,4 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2019-04-29 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedroeg 0,2 % in het eerste kwartaal van 2019 Over het hele jaar 2018

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Eerste kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Eerste kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van Over het hele jaar 2017 neemt het bbp met 1,7 % toe Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 2018-04-27 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2018 Over het hele jaar 2017

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017

De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2017 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,5 % in het eerste kwartaal van 2017 Over het hele jaar 2016

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Derde kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2000 - Derde kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2016 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België worden opgesteld

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 1999 Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en Economische Statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016

De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Instituut voor de nationale rekeningen PERSCOMMUNIQUÉ 28-4-2016 Links: Publicatie NBB.Stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,2 % in het eerste kwartaal van 2016 Over het hele jaar 2015

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014

De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2014-04-30 Links Publicatie BelgoStat On-line Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,4 % in het eerste kwartaal van 2014 Bij een stijging van 0,3 % in

Nadere informatie

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014

De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015. De economische activiteit stijgt met 1,1 % over het hele jaar 2014 Instituut voor de nationale rekeningen 2015-04-29 Links: Publicatie NBB.stat Algemene informatie De economische groei bedraagt 0,3 % in het eerste kwartaal van 2015 De economische activiteit stijgt met

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN Tweede kwartaal. Kwartaalaggregaten. Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN 2001 - Tweede kwartaal Kwartaalaggregaten Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2017 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België worden opgesteld

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - III Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2016-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2016-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2008 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 0,7 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-009 15 februari 2012 9.30 uur Economie 0,7 procent gekrompen In vierde kwartaal 0,7 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Consumptie 1,8 procent lager

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees Stelsel

Nadere informatie

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen

Persbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Kwartaalaggregaten 2002 - IV Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Toelichting bij de recente ontwikkelingen September 2015 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale Bank van België, Brussel Alle rechten

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-071 13 november 2009 9.30 uur Licht herstel economie in derde kwartaal 2009 Kwartaal op kwartaal 0,4 procent groei economie Krimp 3,7 procent in vergelijking

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2018-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2018-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2018-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-II Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-II Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalrekeningen 2017-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalrekeningen 2017-IV Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het Europees

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2013 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder

Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder Persbericht PB13-070 14 november 2013 09.30 uur Economie groeit met 0,1 procent, 46 duizend banen minder - Economie groeit in derde kwartaal met 0,1 procent ten opzichte van tweede kwartaal - 46 duizend

Nadere informatie

Economie groeit met 0,7 procent

Economie groeit met 0,7 procent Persbericht PB14 010 14 februari 08.30 uur Economie groeit met 0,7 procent Economie groeit in vierde kwartaal met 0,7 procent ten opzichte van het derde kwartaal 8 duizend banen minder dan in het derde

Nadere informatie

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger

Persbericht. Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger. Centraal Bureau voor de Statistiek. Consumptie huishoudens ruim 11 miljard hoger Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-047 20 april 2005 9.30 uur Herzien BBP 2001 ruim 18 miljard euro hoger Het bruto binnenlands product (BBP) van 2001 is door herziening van definities

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie 1,1 procent gekrompen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-032 15 mei 2012 9.30 uur Economie 1,1 procent gekrompen In eerste kwartaal 1,1 procent krimp t.o.v. een jaar eerder Investeringen 4,2 procent lager Consumptie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-I

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-I Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2014-I Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Regionale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Regionale rekeningen 2007-2015 Inhoud van de publicatie Deze publicatie bevat gegevens betreffende het arbeidsvolume en de inkomensrekeningen van de huishoudens voor

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei valt terug Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB11-069 15 november 2011 9.30 uur Economische groei valt terug Economie 1,1 procent gegroeid op jaarbasis in derde kwartaal Kwartaal op kwartaal 0,3 procent

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie licht gegroeid

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie licht gegroeid Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB12-047 14 augustus 2012 9.30 uur Economie licht gegroeid In tweede kwartaal 0,2 procent groei t.o.v. vorig kwartaal 0,5 procent krimp t.o.v. een jaar eerder

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-038 15 mei 2009 9.30 uur Economie krimpt 4,5 procent in eerste kwartaal 2009 Grootste krimp na de Tweede Wereldoorlog Export en investeringen vallen

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Vooral opwaartse bijstelling overheidsconsumptie. Kwartaal-op-kwartaalgroei 0,6 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-144 21 december 2005 9.30 uur Groei economie derde kwartaal 2005 hoger dan eerder geraamd De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2005 met

Nadere informatie

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik

CBS: economie krimpt door lager gasverbruik Persbericht PB14-032 15 mei 2014 9.30 uur CBS: economie krimpt door lager gasverbruik - Sterke afname binnenlands verbruik en export van aardgas door milde winter - Mede hierdoor economische krimp van

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalaggregaten 2004-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalaggregaten 2004-III Inhoud van de publicatie De kwartaalrekeningen van België worden opgesteld volgens de definities van het nieuw Europees

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken

Persbericht. Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Kwartaal-op-kwartaalgroei aangetrokken Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-103 1 juli 2004 9.30 uur Economie groeit 0,9 procent in eerste kwartaal 2004 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2004 met 0,9 procent

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Gedetailleerde jaarrekeningen 1995-2018 Inhoud van de publicatie De gedetailleerde nationale jaarrekeningen van België worden opgesteld volgens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2018 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 2,9 procent in Economische groei vierde kwartaal 2,7 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB07-010 13 februari 2007 9.30 uur Economie groeit 2,9 procent in 2006 De Nederlandse economie is in 2006 met 2,9 procent gegroeid. Dit is bijna twee keer

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Historische reeksen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Historische reeksen 1970-1994 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De historische

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Rekeningen van de overheid 2004 Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2004 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-III

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2014-III Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2014-III Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei

Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei Persbericht PB14-050 14 augustus 2014 09.30 uur Flashraming CBS: export zorgt voor economische groei - Economie groeit volgens de flashraming met 0,5 procent ten opzichte van eerste kwartaal 2014 - Volgens

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2015 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 3,5 procent in Economische groei vierde kwartaal liefst 4,4 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-008 14 februari 2008 9.30 uur Economie groeit 3,5 procent in 2007 De Nederlandse economie is in 2007 met 3,5 procent gegroeid. Dit is de hoogste groei

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2014 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2015 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2012 Definitief, 2013 Nader voorlopig en 2014 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-067 25 september 2008 9.30 uur Economische groei tweede kwartaal 2008 bijgesteld tot 3,0 procent Opwaartse bijstelling met 0,2 procentpunt Fors meer

Nadere informatie

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2 Hans Langenberg In het tweede kwartaal van 2005 vond voor het eerst in twee jaar geen verdere daling plaats van het aantal banen. Ook is de werkloosheid gestabiliseerd. Wel was er een stagnatie in de toename

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2016 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-077 14 november 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 vertraagt tot 1,8 procent Bijna een halvering in vergelijking met eerste halfjaar

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2017 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN

NATIONALE REKENINGEN NATIONALE REKENINGEN Deel 1 - Jaaraggregaten 2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van de publicatie De nationale

Nadere informatie

NAM-multiplicatoren: handleiding

NAM-multiplicatoren: handleiding Federaal Planbureau Economische analyses en vooruitzichten NAM-multiplicatoren: handleiding De multiplicatoren die hier voorgesteld worden, zijn afgeleid van een model gebaseerd op een National Accounting

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 2012 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België worden

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Inkomen huishoudens gecorrigeerd voor inflatie licht gedaald. Meer inkomen uit vermogen en pensioen Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-074 13 juli 2006 9.30 uur Uitgaven huishoudens hoger dan inkomsten De Nederlandse economie is in 2005 met 1,5 procent gegroeid. Het voor inflatie gecorrigeerde

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economie groeit 1,4 procent in Beperkte opwaartse bijstelling economische groei 2004 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB05-037 31 maart 2005 9.30 uur Economie groeit 1,4 procent in 2004 De Nederlandse economie is in 2004 met 1,4 procent gegroeid. Dat is een licht herstel

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 1 Raming van de jaarlijkse aggregaten 2013 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig

Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Overzicht bijstellingen Sectorrekeningen 2011 Definitief, 2012 Nader voorlopig en 2013 Voorlopig Actualisering van de uitkomsten van eerder gepubliceerde ramingen is noodzakelijk omdat na verloop van tijd

Nadere informatie

Persbericht. Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie.

Persbericht.   Economie groeit niet in eerste kwartaal Centraal Bureau voor de Statistiek. Net geen recessie. Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB02-095 17 mei 2002 9.30 uur Economie groeit niet in eerste kwartaal 2002 De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal van 2002 niet gegroeid. Dit blijkt

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2004 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Rekeningen van de overheid 2017 Inhoud van de publicatie De rekeningen van de Belgische overheid worden opgesteld volgens de definities van het

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-087 23 december 2008 9.30 uur Economische groei derde kwartaal 2008 ongewijzigd 1,8 procent Laagste economische groei sinds begin 2005 Vooral export

Nadere informatie

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001

Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Publicatiedatum CBS-website 9 mei 2005 Nationale rekeningen 2004 Revisie 2001 Enkele belangrijke uitkomsten revisiejaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,

Nadere informatie

Methodologische nota

Methodologische nota Integrale versie Methodologische nota 1. Situering van de aanbod- en gebruikstabellen in de nationale rekeningen Het opstellen van de nationale rekeningen van België gebeurt in overeenstemming met de methodologie

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 1 Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2009 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Aanbod- en gebruikstabellen 2010 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse aanbod en gebruikstabellen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid

Resultaten van de najaarsenquête 2017 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid 18-1-17 Resultaten van de najaarsenquête 17 naar de investeringen in de verwerkende nijverheid De investeringen in vaste activa zouden gestegen zijn met 8,5 % in 17 in vergelijking met 16. De ondernemers

Nadere informatie

De nationale rekeningen en het ESR 2010

De nationale rekeningen en het ESR 2010 7 de Seminarie voor leerkrachten van het secundair onderwijs 8 oktober 2014 Hans De Dyn (NBB) ESR 2010: structuur van de uiteenzetting Inleiding De wijzigingen in de cijfers 2 / 41 ESR 2010: een belangrijke

Nadere informatie

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen

NATIONALE REKENINGEN. Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen Instituut voor de Nationale Rekeningen NATIONALE REKENINGEN Kapitaalgoederenvoorraad en investeringen 1970-2001 Instituut voor de Nationale Rekeningen Dienst Financiële en economische statistieken Nationale Bank van België, Brussel Inhoud van

Nadere informatie

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4.

Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1 2.6 Bruto vaste kapitaalvorming 4.2 5.9 4. Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld Consumptieve bestedingen van de particulieren 2.0 2.6 1.4 Consumptieve bestedingen van de overheid 0.0 2.1

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 3 Aanbod- en gebruikstabellen 2003 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de definities

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2018-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2018-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2018-IV Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit?

Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Hoeveel verdienen de Belgen? Hoeveel geven ze uit? Seminarie voor leerkrachten economie van het middelbaar onderwijs Brussel, 11 oktober 2017 Departement Algemene Statistieken Hans De Dyn 2 / 24 Inhoud

Nadere informatie

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL

LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL 009-04-3 Links: BelgoStat On-line Algemene informatie Maandelijkse conjunctuurenquête bij de bedrijven - april 009 LICHT HERSTEL VAN DE CONJUNCTUURBAROMETER IN APRIL Voortaan worden de synthetische curven

Nadere informatie

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten

Nationale Bank van België, Brussel in samenwerking met de drie gewesten Regionale rekeningen Regionale verdeling van de consumptieve bestedingen van de gezinnen, de overheid en de instellingen zonder winstoogmerk en de gezinsbesparingen 199-201 Inhoud van de publicatie Deze

Nadere informatie

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN

2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN Integrale versie 2. METHODOLOGISCHE AANPASSINGEN In vergelijking met de vorig jaar gepubliceerde reeksen 2 over de kapitaalgoederenvoorraad (KGV) en de afschrijvingen zijn er drie methodologische aanpassingen

Nadere informatie

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Huishoudens verliezen koopkracht in Centraal Bureau voor de Statistiek Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB04-112 15 juli 2004 9.30 uur Huishoudens verliezen koopkracht in 2003 In 2003 is het reëel beschikbaar inkomen van huishoudens voor het eerst in tien jaar

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-022 26 maart 2009 9.30 uur Banengroei zet door in vierde kwartaal 2008 108 duizend banen meer dan een jaar geleden ook flinke banengroei in vierde kwartaal

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2015-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2015-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2015-IV Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 1 Eerste raming van de jaarlijkse rekeningen 2008 Inhoud van de publicatie De nationale rekeningen van België worden opgesteld volgens de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 15.05.2002 COM(2002) 234 definitief 2002/0109 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG)

Nadere informatie

Methodologische aspecten

Methodologische aspecten Integrale versie Methodologische aspecten In deze toelichting worden de wijzigingen ten opzichte van de voorgaande versie (december 2012) van de satellietrekening van de instellingen zonder winstoogmerk

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2012-IV

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Kwartaalsectorrekeningen 2012-IV Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Kwartaalsectorrekeningen 2012-IV Inhoud van de publicatie De niet-financiële kwartaalrekeningen van de institutionele sectoren worden opgesteld

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen. Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen Instituut voor de nationale rekeningen Nationale rekeningen Deel 2 Gedetailleerde rekeningen en tabellen 1995-2002 Inhoud van de publicatie De jaarlijkse gedetailleerde nationale rekeningen van België

Nadere informatie