Zaaknummer : CBHO 2018/074 Rechter(s) : mrs. Verheij, Streefkerk en Daalder Datum uitspraak : 18 juli 2018 Partijen : appellant en CBE Universiteit
|
|
- Magdalena Brouwer
- 4 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zaaknummer : CBHO 2018/074 Rechter(s) : mrs. Verheij, Streefkerk en Daalder Datum uitspraak : 18 juli 2018 Partijen : appellant en CBE Universiteit Utrecht Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA contractonderwijs dyslexie persoonlijke omstandigheden Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht voorzieningen Artikelen : WHW: artikel 7.8b OER: artikel 7.4 Uitspraak : ongegrond Hoofdoverwegingen : 2.4. Uit de toepasselijke Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht, waarop verweerder ter zitting van het College heeft gewezen, blijkt dat het bestuur van de universiteit alle opleidingen van de universiteit heeft aangewezen als opleidingen waarvoor een BNSA kan worden gegeven. Verder blijkt uit de bewoordingen van de door de voorzitter van de examencommissie ondertekende brief van 25 augustus 2017 dat de beslissing om appellant een BNSA te geven door de examencommissie is genomen. Die beslissing is dus bevoegd genomen. In zoverre faalt het betoog Appellant heeft zich aan het begin van het studiejaar met een dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 tot de opleiding gewend. In de verklaring is vermeld dat appellant als gevolg van dyslexie ernstige belemmeringen in het volgen van het onderwijs ondervindt en dat hij op grond hiervan in aanmerking komt voor specifieke maatregelen en faciliteiten. In de verklaring worden deze maatregelen en faciliteiten niet geconcretiseerd. Voor de onderbouwing ervan wordt in de verklaring verwezen naar verslagen van een GGZ psycholoog van 28 september Deze verslagen heeft appellant niet aan de opleiding overgelegd, omdat hij daarover niet beschikt. Op grond van de dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 en in overleg met een studieadviseur is een 'Contract onderwijsvoorzieningen inzake studeren met dyslexie' opgesteld, dat appellant op 30 november 2016 heeft ondertekend. Volgens het contract heeft appellant recht op extra tentamentijd van tien minuten per uur. Niet in geschil is dat appellant gedurende het studiejaar overeenkomstig het contract extra tentamentijd heeft gekregen. Appellant heeft in juni 2017 in verband met een dreigend BNSA weer contact gezocht met een studieadviseur, waarbij de planning van in juli 2017 af te leggen herkansingen aan de orde is gekomen. Voorafgaand aan het BNSA heeft appellant zich bij de examencommissie op zijn dyslexie beroepen. Volgens hem had hij onvoldoende tijd om zich voor te bereiden op tentamens en had hij moeite met multiple choice-tentamens. De examencommissie heeft appellant met inachtneming hiervan het BNSA gegeven. Volgens haar is appellant door de overeengekomen extra tentamentijd voldoende gecompenseerd voor de nadelige gevolgen van zijn dyslexie en is de opleiding Geneeskunde voor appellant te zwaar. In administratief beroep heeft appellant de dyslexieverklaring van 22 december 2017 met een onderbouwende rapportage ingebracht. De verklaring is gebaseerd op onderzoek van 11 december 2017 en vermeldt een aantal voorzieningen waarmee appellant bij het studeren geholpen zou zijn. Als voorzieningen worden vermeld: tijdverlenging in een daarvoor bestemde aparte ruimte bij schriftelijke toetsing, werken op een computer met spellingcontrole of taal- en spellingfouten minder zwaar aanrekenen, toetsen op papier aanbieden en spreiding van tentamens in periodes waarin veel nieuwe theorie moet worden verwerkt. In geval het appellant niet lukt om ondanks deze voorzieningen in vakken met schriftelijke toetsvormen een voldoende te halen, wordt het aanbieden van een
2 alternatieve toetsvorm alsmede de mogelijkheid om meer audiovisueel studiemateriaal in te zetten vermeld. Ten slotte wordt het aanleren van een aantal studievaardigheden vermeld. Naar het oordeel van het College biedt de dyslexieverklaring van 22 december 2017 geen grond voor het oordeel dat de opleiding te kort is geschoten in de begeleiding van appellant gedurende het studiejaar of voor het oordeel dat het standpunt van de examencommissie over de ongeschiktheid van appellant ondeugdelijk is gemotiveerd. De opleiding kon voor de inschatting van de benodigde begeleiding in het eerste jaar van de opleiding slechts gebruik maken van de door appellant overgelegde dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 en van de informatie die appellant zelf over de voor hem noodzakelijke voorzieningen heeft gegeven. Appellant heeft ingestemd met het krijgen van extra tijd voor tentamens als enige voorziening en heeft zich pas tegen het eind van het studiejaar weer bij een studieadviseur gemeld, zonder daarbij om extra voorzieningen te vragen. De examencommissie mocht er bij het geven van het BNSA daarom vanuit gaan dat de nadelige gevolgen van de dyslexie door de getroffen voorziening voldoende zijn gecompenseerd. Daarbij mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat de getroffen voorziening gedeeltelijk overeenkomt met de aanbevelingen uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017, dat appellant zelf te kennen heeft gegeven geen behoefte te hebben aan het afleggen van tentamens in een aparte ruimte of van papier in A3-formaat en dat het spreiden van tentamens en het aanbieden van mondelinge tentamens om praktische onderscheidenlijk onderwijskundige redenen niet tot de mogelijkheden behoort. Verder mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat met de door de opleiding geboden voorzieningen in het algemeen, gezien de resultaten van andere studenten met dyslexie bij de opleiding Geneeskunde, voldoende wordt tegemoetgekomen aan het nadeel dat studenten kunnen ondervinden van dyslexie. Uit een door verweerder in het geding gebracht overzicht over drie recente jaren blijkt dat van 60 studenten met dyslexie er 56 een positief studieadvies hebben gekregen, er drie voortijdig zijn gestopt om andere redenen dan problemen met studeren en alleen appellant een BNSA heeft gekregen. Uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017 of de onderbouwende rapportage blijkt niet dat appellant een zeer bijzondere of zeer ernstige vorm van dyslexie heeft waardoor hij in vergelijking met andere dyslectische studenten zodanig extra beperkingen ondervindt dat hij aanspraak zou kunnen maken op een andere behandeling of meer tegemoetkomingen. Voorts mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat de zwaarte van de opleiding de volgende studiejaren alleen maar zal toenemen en dat appellant naar haar inschatting met name de zware kennisvakken, gelet op de moeite die hij met dergelijke vakken heeft, waarschijnlijk niet zal halen. Anders dan appellant ter zitting van het College heeft gesteld, blijkt uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017 of de onderbouwende rapportage niet dat appellant in het kader van het naar hem verrichte onderzoek een intelligentietest heeft afgelegd. De examencommissie mocht dus ook het ontbreken van de resultaten van een intelligentietest in aanmerking nemen bij haar oordeel over de ongeschiktheid van appellant. Ook in zoverre faalt het betoog. Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit Utrecht, verweerder.
3 1. Procesverloop Bij brief van 25 augustus 2017 heeft de de voorzitter van de examencommissie Bachelor Geneeskunde appellant in kennis gesteld van de beslissing om hem een bindend negatief studieadvies (hierna: BNSA) voor de bacheloropleiding Geneeskunde te geven. Bij beslissing van 15 maart 2018 (hierna: de bestreden beslissing) heeft verweerder het daartegen door appellant ingestelde administratief beroep ongegrond verklaard. Tegen de bestreden beslissing heeft appellant beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend. Het College heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 juni 2018, waar appellant, bijgestaan door mr. P.S. Folsche, advocaat te Utrecht, en verweerder, vertegenwoordigd door X.L. Westenburg LLB, secretaris van verweerder, zijn verschenen. Voorts zijn voor de examencommissie dr. M.F.A. Bierhuizen en E.W. Kamerbeek, voorzitter onderscheidenlijk secretaris van de examencommissie, verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Appellant is in september 2016 met de opleiding Geneeskunde begonnen. Aan het eind van het studiejaar had hij 38,5 van de voor een positief studieadvies vereiste 44 studiepunten van de propedeuse behaald. Daarom is hem, met inachtneming van het feit dat hem tijdens zijn studie een voorziening is geboden ter compensatie van de nadelige gevolgen van zijn dyslexie, het BNSA gegeven. Verweerder heeft het BNSA bij de bestreden beslissing in stand gelaten Appellant is het hiermee niet eens. Hiertoe voert hij aan dat het BNSA onbevoegd is gegeven, omdat de opleiding Geneeskunde niet door het instellingsbestuur is aangewezen als opleiding waarvoor een BNSA kan worden gegeven als bedoeld in artikel 7.8b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: de WHW) en omdat ingevolge artikel 7.4, zesde lid, van de toepasselijke Onderwijs- en examenregeling niet de voorzitter van de examencommissie, maar de examencommissie tot het geven van een BNSA bevoegd is. Voorts voert hij aan dat niet aannemelijk is dat hij, als dyslectische student, ongeschikt is voor de opleiding. In dit kader wijst hij erop dat hij aan de norm van 44 punten zou hebben voldaan als hij voor het vak ZHB1 of het vak CIRC1 0,2 punt hoger zou hebben gescoord en dat hij geen toegang heeft gehad tot de in een dyslexieverklaring van 22 december 2017 vermelde voorzieningen waarmee de nadelige gevolgen van zijn dyslexie hadden kunnen worden gecompenseerd Artikel 7.8b, eerste lid, van de WHW luidt: "Het instellingsbestuur van een bekostigde universiteit, hogeschool of levensbeschouwelijke universiteit brengt iedere student uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse of duale associate degree-opleiding of bacheloropleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de associate degree-opleiding of de bacheloropleiding. In geval van een deeltijdse associate degree-opleiding of bacheloropleiding regelt het instellingsbestuur het tijdstip waarop dat advies wordt uitgebracht." Het derde lid luidt: "Aan een advies als bedoeld in het eerste of tweede lid kan het instellingsbestuur ten aanzien van opleidingen die daartoe door het instellingsbestuur zijn aangewezen, binnen het in het tweede lid bedoelde tijdvak, doch niet eerder dan tegen het einde van het eerste jaar van inschrijving, een afwijzing verbinden. Deze afwijzing kan slechts worden gegeven, indien de student naar het oordeel van het instellingsbestuur, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die het bestuur daaromtrent heeft vastgesteld. Het instellingsbestuur kan aan de afwijzing een termijn verbinden. Het instellingsbestuur kan de afwijzing uitstrekken tot opleidingen die met de desbetreffende opleiding het propedeutisch examen gemeen hebben. Het instellingsbestuur kan van de bevoegdheid krachtens dit lid slechts gebruikmaken, indien het in de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding zorgt voor zodanige voorzieningen dat de mogelijkheden voor goede studievoortgang zijn gewaarborgd." 2.4. Uit de toepasselijke Richtlijn Onderwijs Universiteit Utrecht, waarop verweerder ter zitting van het College heeft gewezen, blijkt dat het bestuur van de universiteit alle opleidingen van de universiteit heeft aangewezen als opleidingen waarvoor een BNSA kan worden gegeven. Verder blijkt uit de bewoordingen van de door de voorzitter van de examencommissie ondertekende brief van 25 augustus 2017 dat de beslissing om appellant een BNSA te geven door de
4 examencommissie is genomen. Die beslissing is dus bevoegd genomen. In zoverre faalt het betoog Appellant heeft zich aan het begin van het studiejaar met een dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 tot de opleiding gewend. In de verklaring is vermeld dat appellant als gevolg van dyslexie ernstige belemmeringen in het volgen van het onderwijs ondervindt en dat hij op grond hiervan in aanmerking komt voor specifieke maatregelen en faciliteiten. In de verklaring worden deze maatregelen en faciliteiten niet geconcretiseerd. Voor de onderbouwing ervan wordt in de verklaring verwezen naar verslagen van een GGZ-psycholoog van 28 september Deze verslagen heeft appellant niet aan de opleiding overgelegd, omdat hij daarover niet beschikt. Op grond van de dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 en in overleg met een studieadviseur is een 'Contract onderwijsvoorzieningen inzake studeren met dyslexie' opgesteld, dat appellant op 30 november 2016 heeft ondertekend. Volgens het contract heeft appellant recht op extra tentamentijd van tien minuten per uur. Niet in geschil is dat appellant gedurende het studiejaar overeenkomstig het contract extra tentamentijd heeft gekregen. Appellant heeft in juni 2017 in verband met een dreigend BNSA weer contact gezocht met een studieadviseur, waarbij de planning van in juli 2017 af te leggen herkansingen aan de orde is gekomen. Voorafgaand aan het BNSA heeft appellant zich bij de examencommissie op zijn dyslexie beroepen. Volgens hem had hij onvoldoende tijd om zich voor te bereiden op tentamens en had hij moeite met multiple choice-tentamens. De examencommissie heeft appellant met inachtneming hiervan het BNSA gegeven. Volgens haar is appellant door de overeengekomen extra tentamentijd voldoende gecompenseerd voor de nadelige gevolgen van zijn dyslexie en is de opleiding Geneeskunde voor appellant te zwaar. In administratief beroep heeft appellant de dyslexieverklaring van 22 december 2017 met een onderbouwende rapportage ingebracht. De verklaring is gebaseerd op onderzoek van 11 december 2017 en vermeldt een aantal voorzieningen waarmee appellant bij het studeren geholpen zou zijn. Als voorzieningen worden vermeld: tijdverlenging in een daarvoor bestemde aparte ruimte bij schriftelijke toetsing, werken op een computer met spellingcontrole of taal- en spellingfouten minder zwaar aanrekenen, toetsen op papier aanbieden en spreiding van tentamens in periodes waarin veel nieuwe theorie moet worden verwerkt. In geval het appellant niet lukt om ondanks deze voorzieningen in vakken met schriftelijke toetsvormen een voldoende te halen, wordt het aanbieden van een alternatieve toetsvorm alsmede de mogelijkheid om meer audiovisueel studiemateriaal in te zetten vermeld. Ten slotte wordt het aanleren van een aantal studievaardigheden vermeld. Naar het oordeel van het College biedt de dyslexieverklaring van 22 december 2017 geen grond voor het oordeel dat de opleiding te kort is geschoten in de begeleiding van appellant gedurende het studiejaar of voor het oordeel dat het standpunt van de examencommissie over de ongeschiktheid van appellant ondeugdelijk is gemotiveerd. De opleiding kon voor de inschatting van de benodigde begeleiding in het eerste jaar van de opleiding slechts gebruik maken van de door appellant overgelegde dyslexieverklaring van 29 oktober 2004 en van de informatie die appellant zelf over de voor hem noodzakelijke voorzieningen heeft gegeven. Appellant heeft ingestemd met het krijgen van extra tijd voor tentamens als enige voorziening en heeft zich pas tegen het eind van het studiejaar weer bij een studieadviseur gemeld, zonder daarbij om extra voorzieningen te vragen. De examencommissie mocht er bij het geven van het BNSA daarom vanuit gaan dat de nadelige gevolgen van de dyslexie door de getroffen voorziening voldoende zijn gecompenseerd. Daarbij mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat de getroffen voorziening gedeeltelijk overeenkomt met de aanbevelingen uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017, dat appellant zelf te kennen heeft gegeven geen behoefte te hebben aan het afleggen van tentamens in een aparte ruimte of van papier in A3-formaat en dat het spreiden van tentamens en het aanbieden van mondelinge tentamens om praktische onderscheidenlijk onderwijskundige redenen niet tot de mogelijkheden behoort. Verder mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat met de door de opleiding geboden voorzieningen in het algemeen, gezien de resultaten van andere studenten met dyslexie bij de opleiding Geneeskunde, voldoende wordt tegemoetgekomen aan het nadeel dat studenten kunnen ondervinden van dyslexie. Uit een door verweerder in het geding gebracht overzicht over drie recente jaren blijkt dat van 60 studenten met dyslexie er 56 een positief studieadvies hebben gekregen, er drie voortijdig zijn gestopt om andere redenen dan problemen met studeren en alleen appellant een BNSA heeft gekregen. Uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017 of de onderbouwende rapportage blijkt niet dat appellant een zeer bijzondere of zeer ernstige vorm van dyslexie heeft waardoor hij in vergelijking met andere dyslectische studenten zodanig extra beperkingen ondervindt dat hij aanspraak zou kunnen maken op een andere behandeling of meer tegemoetkomingen. Voorts mocht de examencommissie in aanmerking nemen dat de zwaarte van de opleiding de volgende studiejaren alleen maar zal toenemen en dat appellant naar haar inschatting met name de zware kennisvakken, gelet op de moeite die hij met dergelijke vakken heeft, waarschijnlijk niet zal halen. Anders dan appellant ter zitting van het College heeft gesteld, blijkt uit de dyslexieverklaring van 22 december 2017 of de onderbouwende rapportage niet dat appellant in het kader van het naar hem verrichte onderzoek
5 een intelligentietest heeft afgelegd. De examencommissie mocht dus ook het ontbreken van de resultaten van een intelligentietest in aanmerking nemen bij haar oordeel over de ongeschiktheid van appellant. Ook in zoverre faalt het betoog Het beroep is ongegrond Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing Het College Rechtdoende: verklaart het beroep ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, voorzitter, en mr. J.D. Streefkerk en mr. E.J. Daalder, leden, in tegenwoordigheid van mr. T. Hartsuiker, als secretaris.
Bij beslissing van 9 juli 2014 heeft het CBE het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Zaaknummer : 2014/125.5 Rechter(s) : mrs. Olivier, Lubberdink en Kleijn Datum uitspraak : 8 oktober 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend studieadvies, BNSA,
Nadere informatieZaaknummer : 2013/261
Zaaknummer : 2013/261 Rechter[s] : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 27 maart 2014 Partijen : Appellante tegen CBE De Haagse Hogeschool Trefwoorden : Begeleiding, BNSA, gelijkheidsbeginsel, [extra]herkansing,
Nadere informatieBij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.
Zaaknummer : CBHO 2014/045 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 23 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Hogeschool Leiden Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, duale opleiding NBSA, negatief bindend
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2015/293 en 2015/293.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 12 januari 2016 Partijen : Appellant en Haagse Hogeschool Trefwoorden : bindend negatief studieadvies BNSA duidelijkheid
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden
Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden : Afwijzing, bindend negatief studieadvies, BNSA, herkansing
Nadere informatieZaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :
Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : NBSA, causaal verband, herkansing, persoonlijke omstandigheden,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam
Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : bindend negatief studieadvies compensatieregeling
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bewijsmiddelen bindend negatief studieadvies BNSA
Nadere informatieZaaknummer : 2013/235
Zaaknummer : 2013/235 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 13 mei 2014 Partijen : Appellante tegen CBE Erasmus Universiteit Rotterdam Trefwoorden : Begeleidingscontract, BNSA, [melden] bijzondere
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/041 Rechter(s) : mrs. Olivier, Troostwijk, Scholten-Hinloopen Datum uitspraak : 12 juni 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Fontys Hogescholen Trefwoorden : Beoordeling, bindend negatief
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 8-2 2 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit
Nadere informatieZaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1
Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1 Rechter(s) : mr. Nijenhof Datum uitspraak : 27 februari 2014 Partijen : Verzoeker tegen CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : [duur] Bindend negatief
Nadere informatieCollege van Beroep voor het Hoger Onderwijs
College van Beroep voor het Hoger Onderwijs Zaaknummer: CBHO 2015/288 Datum uitspraak: 28 april 2016 Uitspraak in de zaak tussen: [naam], appellant, en het college van beroep voor de examens van de Universiteit
Nadere informatieZaaknummer : 2013/129
Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 5 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2014/272 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 17 juli 2015 Partijen : Appellante en CBE Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : afwijzing bezwaarprocedure bindend negatief
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het CBE van de Hanzehogeschool Groningen (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2014/047 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 2 juli 2014 Partijen : Appellant tegen het CBE van de Hanzehogeschool Trefwoorden : Besluit van gelijke strekking, bindend negatief studieadvies,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4-2 2 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieZaaknummer : 2014/145
Zaaknummer : 2014/145 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 10 december 2014 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : (schriftelijk) advies studentendecaan, bindend negatief
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/029 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 3 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies BSA-commissie
Nadere informatieZaaknummer : 2012/220 en 220.1
Zaaknummer : 2012/220 en 220.1 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 3 december 2012 Partijen : Appellant tegen NHTV internationale hogeschool Breda Trefwoorden : Begeleiding student, bindend negatief
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 2 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 1 5 9 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 4 1 6 3
U I T S P R A A K 1 4 1 6 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-1 5 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 1 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het College van Beroep voor de Examens van Hogeschool Inholland, verweerder.
Zaaknummer : CBHO 2016/098 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 19 augustus 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : advies bindend negatief studieadvies causaal verband
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 2 0 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 7 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur van het LUMC,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 1 5 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 2 3 6 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Governance and Global Affairs,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 1 1 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellant tegen het Bestuur
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 8 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 1 3 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 8 8 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 8 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.
Zaaknummer : 2014/232A en 232B Rechter[s] : mrs. Nijenhof, Van der Spoel, Hoogvliet Datum uitspraak : 25 maart 2015 Partijen : Appellant en CBE Hogeschool Zeeland Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 1 7 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij
Nadere informatieU I T S P R A A K 1 3 1 5 4
U I T S P R A A K 1 3 1 5 4 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/268 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 17 april 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van De Haagse Hogeschool Trefwoorden : NBSA, negatief bindend studieadvies, Osiris,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 0 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 2 2 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Sociale Wetenschappen, verweerder
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 8-2 5 3 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Leiden, appellante tegen de examencommissie Chinastudies,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 3 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het bestuur van de Faculteit der Wiskunde
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 7 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellante,
Zaaknummer : CBHO 2015/262 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 19 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : Ad-programma advies bijzondere omstandigheden bindend
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 3 2 0 5 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij besluit van 27 augustus
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 2 3 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 1 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/074 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 10 oktober 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland
Zaaknummer : CBHO 2016/074 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 10 oktober 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bindend negatief studieadvies causaal verband eerstejaarsprogramma
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 8 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 7 5 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van de heer XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatie3 oktober 2012 heeft plaatsgevonden, leidt niet tot een ander oordeel.
Zaaknummer : 2013/073 Rechter(s) : mrs. Loeb, Troostwijk, Van der Spoel Datum uitspraak : 7 oktober 2013 Partijen : Appellante tegen Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden : Aanmelding, afstudeertijdstip,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 6-2 1 2 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 1 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen
Nadere informatiehet college van bestuur van de Vrije Universiteit van Amsterdam, verweerder.
Zaaknummer : 2013/010 Rechter(s) : mrs. Loeb, Olivier, Van der Spoel, Datum uitspraak : 25 juni 2013 Partijen : Appellant tegen Vrije Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : [instellings-]collegegeld,
Nadere informatieAlgemene informatie
Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Universiteit van Amsterdam (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/085 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 5 november 2013 Partijen : Appellant tegen CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid examencommissie,
Nadere informatieVoor zover appellant aldus beoogt te betogen dat de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde als één opleiding
Zaaknummer : 2013/216 Rechter[s] : mrs. Loeb, Nijenhof, Van der Spoel Datum uitspraak : 20 maart 2014 Partijen : Naam en Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : BaMa-structuur, [instellings-] collegegeld,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9 1 0 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie propedeuse Rechtsgeleerdheid, verweerster
Nadere informatieBij beslissing van 5 juni 2018 heeft het CvB het door appellant daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Zaaknummer : CBHO 2018/122 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 19 november 2018 Partijen : appellant en Hogeschool Arnhem en Nijmegen Trefwoorden : Centraal register hoger onderwijs (CROHO) gezondheidszorg
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 1 1 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden :
Zaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden : bindend negatief studieadvies causaal verband deeltijdstudent
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9 69 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Examencommissie Pedagogische Wetenschappen, verweerster 1.
Nadere informatiehet College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool Utrecht (hierna: het CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/068 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Olivier, Borman Datum uitspraak : 6 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : Beleidsvrijheid, in stand laten rechtsgevolgen,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5 1 6 7 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 0 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Bestuur van de faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 0 9 7 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 1 7 0 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9-1 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van mevrouw XXX te Den Haag, appellante tegen het bestuur van de Faculteit der Sociale
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool
Zaaknummer : CBHO 2015/247.5 Rechter(s) : mrs. Borman, Lubberdink en Streefkerk Datum uitspraak : 6 juni 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : beroepspraktijk bijzondere omstandigheden
Nadere informatieZaaknummer : 2013/136
Zaaknummer : 2013/136 Rechter[s] : mr. van der Spoel Datum : 28 november 2013 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Tilburg Trefwoorden : Afdoening buiten zitting, begeleiding, [instellings] collegegeld,
Nadere informatieU I T S P R A A K 12 0 9 6
U I T S P R A A K 12 0 9 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het Faculteitsbestuur Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 0 9 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 5-2 8 9 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,
Nadere informatieUitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant,
Zaaknummer : 2014/005 Rechter(s) : mrs. Nijenhof, Lubberdink en Van der Spoel Datum uitspraak : 11 juni 2014 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Beoordeling tentamen, deskundigheid,
Nadere informatieU I T S P R A A K 07 73
U I T S P R A A K 07 73 van het College van Beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellant tegen het College van Bestuur, verweerder 1. Ontstaan en loop van het
Nadere informatieZaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam
Zaaknummer : 2014/069 Rechter(s) : mr. Nijenhof. Datum uitspraak : 23 juli 2014 Partijen : Appellante tegen het CBE van de Hogeschool Rotterdam Trefwoorden : Assessment, kennen en kunnen, stage Artikelen
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 1 0 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum,
Nadere informatie: negatief bindend studieadvies, persoonlijke omstandigheden Datum uitspraak : 23 september 2005
Trefwoorden : negatief bindend studieadvies, persoonlijke omstandigheden Datum uitspraak : 23 september 2005 Hoofdoverwegingen : Het College is van oordeel dat, mede gezien het in het studiejaar behaalde
Nadere informatieZaaknummer : 2013/020 en 020.1
Zaaknummer : 2013/020 en 020.1 Rechter(s) : mr. Troostwijk Datum uitspraak : 23 april 2013 Partijen : Verzoekster tegen Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, [instellings]collegegeld,
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 4 0 3 9 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding
Nadere informatieZaaknummer : 2014/150 : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam
Zaaknummer : 2014/150 Rechter(s) : mrs. Olivier, Borman, Hoogvliet Datum uitspraak : 16 december 2014 Partijen : Appellante en Vrije Universiteit Amsterdam Trefwoorden : Bevoegdheid College Bekostiging
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 2 1 2 7 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen de Raad van Bestuur van het Leids Universitair Medisch Centrum, verweerder 1. Ontstaan en loop
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-3 0 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale
Nadere informatiehet college van beroep voor de examens van de Saxion Hogeschool (hierna: CBE), verweerder.
Zaaknummer : 2013/079 Rechter(s) : mrs. Loeb, De Rijke-Maas, Borman Datum uitspraak : 21 augustus 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Saxion Hogeschool Trefwoorden : [tijdig]aanvoeren gronden, deficiëntie,
Nadere informatiehet college van bestuur van de Universiteit van Amsterdam (hierna: het college van bestuur), verweerder.
Zaaknummer : 2012/016 Rechter(s) : mrs. Olivier, Mollee, Kleijn Datum uitspraak : 12 juni 2012 Partijen : Appellant tegen Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : Bijzondere omstandigheden, gelijkheidsbeginsel,
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE
Zaaknummer : CBHO 2016/087 Rechter(s) : mrs. Van der Spoel, Verheij en Streefkerk Datum uitspraak : 4 januari 2017 Partijen : Appellante en CBE Universiteit van Amsterdam Trefwoorden : actuele kennis geldigheidsduur
Nadere informatieZaaknummer : CBHO 2014/165 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 14 januari 2015 Partijen : appellant en CBE
Zaaknummer : CBHO 2014/165 Rechter(s) : mrs. Olivier, Scholten-Hinloopen en Verheij Datum uitspraak : 14 januari 2015 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Utrecht Trefwoorden : aanvullend tentamen accreditatie
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 1 7-2 4 8 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur
Nadere informatieU I T S P R A A K
U I T S P R A A K 0 9-0 9 1 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van XXX, appellante tegen Examencommissie Talen en Culturen Japan, verweerster 1. Ontstaan
Nadere informatieHet College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:
CBE, Postbus 80125, 3508 TC Utrecht College van Beroep voor de Examens ex artikel 7.60 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Bezoekadres Heidelberglaan 8, Utrecht UITSPRAAK Ons
Nadere informatie