Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers"

Transcriptie

1 Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

2

3 Mr. Anneloes Scholing & Dr. Harm van Lieshout Lectoraat Flexicurity Kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool Groningen In opdracht van: Groningen februari 2012

4

5 Inhoud Samenvatting Inleiding Aanleiding Onderzoeksvragen Onderzoeksopzet Opzet van het rapport Resultaten Algemene vragen Type bedrijf Aantal werkzame personen Leeftijd ondernemer Aantal 50 jarigen en ouder Perceptie belastbaarheid, leeftijd, verzuimkans en productiviteit Belastendheid werk Arbeidstijd verloren aan ziekte Verzuimkans medewerkers Mate van productiviteit Uitstroom en redenen van uitstroom Aantal mensen gestopt Reden van stoppen Maatregelen nu en in de toekomst Voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden Verandering/verlichting werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen Training en scholing Aanpassen werktijden Andere organisatie van arbeid door splitsing of roulatie van taken De verschillende beleidsopties vergeleken De beleidsopties vergeleken per deelsector Correlaties Samenhang tussen de leeftijd van de ondernemer en zijn percepties en voornemens Samenhang tussen het aantal werkzame personen in het bedrijf en de perceptie en voornemens van de ondernemer Samenhang tussen de perceptie van de belastendheid van het werk en andere percepties en voornemens van de ondernemer Conclusies en aanbevelingen...32 Bijlagen...34 Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

6 Vragenlijst Lectoraat Flexicurity

7 1 Samenvatting In opdracht van Stigas heeft het lectoraat Flexicurity van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen onderzoek gedaan naar het bewustzijn van ondernemers in de groene en agrarische sector van vergrijzing en de relatie met inzetbaarheid van medewerkers. Uitgangspunt daarbij waren de volgende onderzoeksvragen: 1. Is de ondernemer in de agrarische en groene sector zich bewust dat de inzetbaarheid van oudere werknemers afneemt en de kans op uitval toeneemt? 2. Welke maatregelen treft de ondernemer of is hij van plan te gaan treffen om de afname van de inzetbaarheid of uitval te voorkomen of te beperken? Er is een digitale enquête gehouden onder het relatiebestand van Stigas. In totaal zijn bedrijven en organisaties benaderd. De respons bedroeg 305 ingevulde vragenlijsten, 25,4% van de aangeschreven groep. Deze groep mag niet representatief voor de agrarische sector als geheel worden geacht. Een relatief groot aantal van de respondenten (ruim 30%) heeft een bedrijf in de glastuinbouw, gevolgd door de sectoren open teelt, hoveniers en groenvoorziening en mechanisch loonwerk. De meeste respondenten hebben een bedrijf met een omvang van 10 tot 49 medewerkers (40%), gevolgd door 4 tot 10 medewerkers (33%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 47 jaar, dat valt in de leeftijdscategorie jarigen die ook op landelijk niveau het grootst is voor bedrijfshoofden in de landbouw. Een meerderheid (60%) van de ondervraagde ondernemers schat de werkzaamheden in het bedrijf in als gemiddeld belastend. Per deelsector bezien schatten ondernemers in de sectoren open teelten, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening hun werk als gemiddeld wat belastender in dan voor de hele agrarische sector het geval is. Vooral een aanzienlijk aantal hoveniers en groenvoorzieners en in mindere mate ondernemers in de open teelt beoordelen het werk in hun bedrijf als bovengemiddeld tot heel zwaar. Daarentegen schatten ondernemers in de glastuinbouw het werk juist minder belastend in. Geen enkele ondernemer in de dierhouderij vindt het werk op het bedrijf minder dan gemiddeld belastend, maar beoordelen het werk ook niet vaker zwaarder dan gemiddeld belastend dan in de hele agrarische sector. Het gemiddelde percentage arbeidstijd dat zij in de afgelopen 12 maanden verloren zijn aan ziekteverzuim van hun mensen is 3,28% en verhoudt zich redelijk tot het werkelijke ziekteverzuimpercentage voor de groene en agrarische sector (3,1% verzuim in het eerste jaar in 2010). De ondervraagde ondernemers schatten de kans op ziekteverzuim van oudere medewerkers groter in dan van jongere werknemers. In vergelijking met de werkelijke verzuimcijfers overschatten zij echter de kans op verzuim, en in het bijzonder hoeveel groter de kans op verzuim is bij een oudere medewerker dan bij een jongere medewerker. Een meerderheid van de ondervraagde ondernemers schat (ongeacht hun leeftijd) de productiviteit van een oudere medewerker lager in dan van een jongere medewerker. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

8 2 Van de medewerkers die gestopt zijn met werken bij de ondervraagde bedrijven, is de meerderheid vertrokken wegens ontslag of het niet verlengen van het contract door de werkgever of door eigen opzegging. Ontslag of niet verlengen contract is in een meerderheid van de gevallen de reden voor vertrek in de sectoren dierhouderij en hoveniers en groenvoorziening. Voor alle sectoren bezien komt (pre)pensionering beperkt voor en is arbeidsongeschiktheid nog minder vaak de reden voor vertrek. Uitzonderingen hierop zijn de sectoren mechanisch loonwerk waar een derde vertrekt wegens (pre)pensionering en de glastuinbouw waar bijna 20% om die reden vertrekt. Een meerderheid van de ondernemers treft nu of in de toekomst op enigerlei wijze maatregelen om mogelijk negatieve gevolgen van vergrijzing te voorkomen. De meest populaire maatregel die men nu toepast, is aanpassing of verlichting van werkzaamheden door de inzet van nieuwe hulpmiddelen. Minst populaire maatregel nu is de inzet van training en scholing. In de toekomst blijft aanpassing van de werkzaamheden de meest populaire maatregel voor de ondervraagde ondernemers, maar zien we daarnaast een sterke groei in de mate waarin zij training en scholing willen gaan aanbieden. Uit analyse van de gegevens blijkt er tussen sommige percepties en voornemens van de ondervraagde ondernemer en bepaalde factoren een statistisch significant verband 1 te bestaan. Zo schat de ondernemer naarmate hij ouder is de zwaarte van het werk in zijn bedrijf lichter in. Hoe meer werkzame personen de ondernemer in zijn bedrijf heeft, hoe lager hij de kans op verzuim van medewerkers (zowel jongere als oudere) inschat. Hoe zwaarder de ondernemer het werk in zijn bedrijf inschat, des te hoger hij de kans op verzuim acht, en des te lager hij de mate van productiviteit van een oudere werknemer inschat. Herleiden we de onderzoeksuitkomsten naar de twee onderzoeksvragen, dan levert dat de volgende antwoorden op: 1. Is de ondernemer in de agrarische en groene sector zich bewust dat de inzetbaarheid van oudere werknemers afneemt en de kans op uitval toeneemt? Op de eerste plaats zijn ondernemers zich ervan bewust dat het werk op hun bedrijf gemiddeld (60%) of meer dan gemiddeld tot zwaar belastend is (30%). Ten tweede blijkt dat naarmate ondernemers het werk zwaarder inschatten, ze ook de kans op verzuim (van zowel jonge als oudere medewerkers) groter achten, en een lagere productiviteit van oudere medewerkers verwachten. Deze verbanden zijn erg zwak, maar wel statistisch signicant. Ten derde blijkt dat de ondernemers licht overschatten hoe veel groter de verzuimkans van een oudere medewerker ten opzichte van een jongere medewerker is. In werkelijkheid is de verzuimkans van de categorie 55+ maar een factor 1,46 hoger dan die van jarigen en niet een factor 1,71 maal zo groot, zoals de respondenten schatten. Het lijkt derhalve voor de meeste agrarische ondernemers niet nodig ze te wijzen op het feit dat oudere medewerkers mogelijk wat vaker verzuimen. Als Stigas beelden van ondernemers beter zou willen laten aansluiten bij de werkelijkheid, dan zou het ondernemers juist moeten informeren dat ouderen weliswaar wat vaker ziek zijn dan 1 De term verband duidt hier op het bestaan van samenhang en niet dat er sprake is van een oorzakelijk verband. Lectoraat Flexicurity

9 3 jongeren, maar niet zo veel vaker als menig agrarisch ondernemer denkt. Het extra verzuimrisico van oudere werknemers is minder groot dan dan de gemiddelde agrarisch ondernemer denkt. Stigas zou kunnen overwegen in de voorlichting duidelijk te maken dat ondernemers huiveriger dan nodig zijn om oudere werknemers aan te nemen. 2. Welke maatregelen treft de ondernemer of is hij van plan te gaan treffen om de afname van de inzetbaarheid of uitval te voorkomen of te beperken? Het merendeel van de ondervraagde ondernemers treft in ieder geval maatregelen, en doet dat meestal in gemiddelde mate of ietsje minder dan gemiddelde mate. Naar de toekomst toe is men van plan iets meer te gaan doen. Dat geldt het meest voor de beleidsoptie training en scholing ; en ook aanpassing van werktijden wordt voor de toekomst meer verwacht. De andere drie beleidsopties (voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden, verandering of verlichting van werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen, en andere organisatie van arbeid) veranderen in de toekomst nauwelijks in de mate waarin ze worden toegepast. De bereidheid tot meer training en scholing, en aanpassing van arbeidstijden, biedt kansrijke aangrijpingspunten voor sectoraal beleid. Misschien wel de meest opvallende uitkomst is echter, dat we geen statistisch significant verband vonden tussen de inschatting van de zwaarte van het werk, en de mate waarin maatregelen worden genomen om werkzaamheden te veranderen of te verlichten door inzet van nieuwe hulpmiddelen en om de arbeid anders te organiseren door splitsing of roulatie van taken. We zagen dat naarmate de ondernemers het werk zwaarder inschatten, ze ook de kans op verzuim hoger inschatten, en de productiviteit van een oudere relatief lager. Men ziet het mogelijke probleem dus wel, maar dit besef vertaalt zich dus klaarblijkelijk (nog) niet in extra arbeidsorganisatorische maatregelen. Nader onderzoek naar hoe men dan wel het gebruik van arbeidsorganisatorische (en andere) beleidsopties kan vergroten, lijkt wenselijk. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

10 4 Lectoraat Flexicurity

11 Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers 5

12

13 7 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Sinds haar oprichting in 1986 adviseert Stigas werkgevers en werknemers in de agrarische en groene sectoren over gezond en veilig werken. Daarnaast ondersteunt Stigas bij het onder controle krijgen en terugdringen van verzuim en het plannen van de re integratie. In 2011 bestond Stigas vijfentwintig jaar en vierde dat met een congres op 29 september. Een gelegenheid waarbij is teruggeblikt, maar vooral ook vooruit gekeken naar de toekomst. Een belangrijke ontwikkeling is de vergrijzing en ontgroening. Meer ouderen zullen de sector verlaten dan dat jongeren zullen instromen. De groene en agrarische sectoren kennen toch al minder instroom door onder andere het imago van hard en zwaar werken. Voor de praktijk betekent vergrijzing een toename van een verhoogde gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand. De vraag is of de ondernemer zich hiervan bewust is en zich realiseert dat de oudere medewerker mogelijk niet alle werkzaamheden kan blijven doen, dan wel niet in dezelfde mate. En wanneer de ondernemer zich dat realiseert, onderneemt hij dan ook actie om mogelijke problemen voor te zijn? Als adviseur van ondernemers en werknemers op branche en sectoraal niveau vindt Stigas de toenemende vergrijzing een belangrijk aandachtspunt voor advies en beleidsvorming. Niet alleen is het belangrijk dat de ondernemer zich van de problematiek bewust wordt, maar ook dat hij vervolgens daarop anticipeert. Alvorens te kunnen komen tot advies en beleidsvorming, wil Stigas meer zicht krijgen op de problematiek. Als eerste stap wil Stigas een indruk krijgen in hoeverre de ondernemers die zij in de praktijk adviseert, zich bewust zijn van de mogelijk negatieve gevolgen van vergrijzing en in hoeverre zij hierop anticiperen. Hiertoe heeft Stigas het Lectoraat Flexicurity van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen gevraagd een onderzoek uit te voeren onder het relatiebestand van Stigas. De vraag van Stigas is opgepakt vanuit het toegepaste onderzoeksprogramma Capaciteitsmanagement in het agrarisch MKB bedrijf dat het Lectoraat Flexicurity van het Kenniscentrum Arbeid van de Hanzehogeschool Groningen sinds maart 2010 samen met LTO Noord uitvoert. Gezamenlijk werken zij aan de ontwikkeling van een digitale routeplanner arbeid voor de agrarische sector, waarin de ondernemer snel en eenvoudig kennis kan vinden die hem kan helpen om een vraagstuk wat betreft de inzet van arbeidscapaciteit op te lossen. Via bedrijfsbezoeken, interviews en bijeenkomsten is inzicht verkregen in de kennislacunes van de agrarische ondernemers en zijn praktijkervaringen en best practices in kaart gebracht. Daarnaast vindt op diverse deelthema s verdiepend onderzoek plaats. Het onderzoeksprogramma wordt medegefinancierd door subsidie uit de regeling RAAK MKB, dat uitgevoerd wordt door de Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemert

14 8 1.2 Onderzoeksvragen Doel van dit onderzoek is in kaart te brengen in hoeverre de ondernemer zich bewust is van de gevolgen die de vergrijzing kan hebben voor de inzetbaarheid van zijn personeel, en al maatregelen treft of van plan is te gaan treffen om mogelijke negatieve gevolgen te voorkomen. Het onderzoek beperkt zich tot de ondernemers uit het relatiebestand van Stigas. De onderzoeksvragen zijn: 1. Is de ondernemer in de agrarische en groene sector zich bewust dat de inzetbaarheid van oudere werknemers afneemt en de kans op uitval toeneemt? 2. Welke maatregelen treft de ondernemer of is hij van plan te gaan treffen om de afname van de inzetbaarheid of uitval te voorkomen of te beperken? 1.3 Onderzoeksopzet De gegevensverzameling voor dit onderzoek heeft plaatsgevonden door middel van een digitale enquête onder een belangrijk deel van het relatiebestand van Stigas. Geselecteerd zijn die bedrijven en organisaties waarvan Stigas over het adres beschikte. In totaal waren dat bedrijven en organisaties. De respons bedroeg 305 ingevulde vragenlijsten, in totaal 25,4% van de aangeschreven groep. Mede gezien de vakantieperiode waarin het onderzoek is uitgevoerd, moet dit als een goede respons worden gezien. Gezien de wijze van selectie zijn de uitkomsten van dit onderzoek niet automatisch als representatief te beschouwen voor de hele agrarische sector. Ten eerste staat niet elke agrarisch ondernemer in het bestand van Stigas, en ten tweede heeft Stigas niet van elk bij haar bekend bedrijf een adres. Het criterium of Stigas over het adres beschikte, kan ertoe geleid hebben dat er verhoudingsgewijs meer grotere bedrijven in het onderzoek zijn betrokken. De bedrijven waarvan Stigas het adres heeft, zijn vooral de bedrijven die het afgelopen jaar een Risico inventarisatie en evaluatie (RIE) hebben laten uitvoeren, en dat zijn vaak gemiddeld wat grotere bedrijven, en uit sommige branches meer dan uit andere. Zowel naar branche (type bedrijf) als qua bedrijfsomvang is de respons dus niet per sé representatief voor de hele agrarische sector. 1.4 Opzet van het rapport Hoofdstuk 2 bevat de resultaten van het onderzoek. 2.1 beschrijft de ondernemingen, ondernemers en de er werkzame personen. 2.2 bespreekt de perceptie van de ondernemer van de belastendheid van het werk, arbeidstijd verloren aan ziekte, en de relatie tussen leeftijd en verzuimkans, en leeftijd en arbeidsproductiviteit. 2.3 bespreekt de recente uitstroom van personen, en de redenen van uitstroom. 2.4 bespreekt diverse maatregelen die ondernemers kunnen treffen om de verzuimkans te verkleinen, en in Lectoraat Flexicurity

15 9 hoeverre zij die opties nu al en/of in de toekomst (meer) willen gaan gebruiken. In 2.5 worden enkele mogelijke correlaties onderzocht. Hoofdstuk 3 bevat de conclusies en op basis daarvan een aantal aanbevelingen voor beleid. In de bijlage is de vragenlijst opgenomen. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

16 10 Lectoraat Flexicurity

17 11 2. Resultaten 2.1 Algemene vragen Het eerste deel van de enquête is gericht op het verkrijgen van algemene informatie over de respondenten om een beeld te krijgen van de ondernemers en bedrijven die aan het onderzoek deelnemen Type bedrijf Ten eerste is de ondernemer gevraagd naar het type bedrijf dat zijn onderneming is. Daarbij kon de respondent een keuze maken uit negen verschillende bedrijfssectoren. Hiervoor is gebruik gemaakt van de bedrijvenindeling die Stigas hanteert, en niet de Europese indelingssystematiek voor land en tuinbouwbedrijven 2 die het CBS hanteert. Doel van het onderzoek is een indruk te krijgen van het bewustzijn van de ondernemers uit het werkveld van Stigas en het hanteren van haar eigen bedrijfsindeling geeft hiervan voor Stigas een duidelijker beeld. De indeling is bovendien beter herkenbaar voor de ondernemer; de door Stigas gebruikte sectorbenamingen sluiten meer aan op hun dagelijkse praktijk dan de door het CBS gehanteerde benamingen. Van alle respondenten heeft bijna een derde een bedrijf in de glastuinbouw (32,5%). Daarna zijn de meeste respondenten afkomstig uit respectievelijk de sectoren open teelt, hoveniers en groenvoorziening en mechanisch loonwerk. Opgemerkt dient hierbij te worden dat (zoals in hoofdstuk 1 vermeld) de ondervraagde bedrijven de relaties zijn waarvan Stigas over het adres beschikte en waarschijnlijk omdat zij een risicoinventarisatie en evaluatie door Stigas hebben laten uitvoeren. Hierdoor zijn bedrijven uit de sectoren glastuinbouw, hoveniers en groenvoorziening en mechanisch loonwerk waarschijnlijk oververtegenwoordigd. 2 Sinds 2010 wordt de Standaardopbrengst (SO, voorheen NGE) gebruikt als criterium om de omvang en specialisatiegraad van agrarische bedrijven weer te geven. De definitie van de SO is afgeleid van die van de Standard Output die vanaf dat jaar in Europese statistieken wordt gebruikt. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

18 12 Tabel 1 type onderneming Aantal Percentage Open teelten 59 19,3 Dierhouderij 23 7,5 Glastuinbouw 99 32,5 Paddenstoelenteelt 6 2,0 Mechanisch loonwerk 36 11,8 Hoveniers en groenvoorziening 42 13,8 Bos en natuur 4 1,3 Zorgboerderijen 14 4,6 Overige 22 7,2 Totaal , Aantal werkzame personen Om een beeld te krijgen van de omvang van de bedrijven, is gevraagd naar het aantal mensen dat op het bedrijf werkzaam is. Onder mensen wordt hier verstaan alle personen die een gedeelte van de werkzaamheden in het bedrijf verrichten, dus bijvoorbeeld de ondernemer zelf, meewerkende gezins en/of familieleden, werknemers (vast en tijdelijk), krachten die de ondernemer (tijdelijk) inhuurt, vrijwilligers, enzovoort 3. De meest voorkomende bedrijfsgrootte is 10 tot 49 medewerkers (40%), gevolgd door 4 tot 10 medewerkers (33%). Naar de definities van de Europese Commissie laten de uitkomsten zien dat het voornamelijk micro bedrijven (minder dan 10 medewerkers) en kleine bedrijven (minder dan 50 medewerkers) betreft. De gemiddelde bedrijfsgrootte ligt tussen deze beide categorieën in, waarbij het iets dichter bij een omvang van 4 tot 10 medewerkers ligt. Vervolgens kijken we hoe dit beeld er per deelsector uit ziet. Hierbij kijken we alleen naar de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren waren te weinig respondenten. Het valt op dat, van de bedrijven die mee deden aan het onderzoek, de bedrijven in de dierhouderij gemiddeld kleiner zijn, de respondenten uit deze sectoren hebben vaker een bedrijf met 2 tot 3 werkzame personen. In de sectoren open teelten en hoveniers en groenvoorziening is de omvang gemiddeld groter dan van de sectoren gezamenlijk; de meerderheid van deze respondenten heeft een omvang van 4 tot 10 of 10 tot 49 medewerkers. Nog grotere bedrijven zien we in de sectoren glastuinbouw en 3 De keuze voor deze definitie maakt vergelijking van de uitkomsten van deze enquêtevraag met cijfers van het CBS niet mogelijk omdat het CBS een andere definitie hanteert. Lectoraat Flexicurity

19 13 hoveniers en groenvoorziening; de meerderheid van de respondenten uit die sectoren heeft een bedrijfsomvang van 10 tot 49 medewerkers. Omdat de sectoren glastuinbouw, hoveniers en groenvoorzienig, open teelten en mechanisch loonwerk waarschijnlijk oververtegenwoordigd zijn onder de respons (zie 2.1.1), en deze bedrijven gemiddeld groter zijn dan in de dierhouderij, zijn grotere bedrijven mogelijk oververtegenwoordigd onder de respons. Tabel 2 aantal werkende mensen Aantal Percentage 1 5 1,8 2 of tot tot ,6 49 tot ,6 Meer dan ,1 Totaal , Leeftijd ondernemer Vervolgens is de ondernemer gevraagd naar zijn leeftijd. Dit geeft ons een beeld van de mate van vergrijzing onder de ondernemers zelf en biedt de mogelijkheid om de eventuele invloed te meten van de leeftijd van de ondernemer op zijn perceptie van vergrijzing en de effecten daarvan. De gemiddelde leeftijd van de ondernemers die de enquête hebben ingevuld is 47. De laagst genoemde leeftijd is 24 en de hoogste 71. Wanneer we per deelsector 4 kijken zien we geen opvallende afwijkingen van dit gemiddelde. In de dierhouderij is de gemiddelde leeftijd het hoogst met gemiddeld 48,35 jaar en in de sector mechanisch loonwerk het laagst met gemiddeld 45,31 jaar. Landelijke cijfers van het CBS uit 2009 laten zien dat de meeste bedrijfshoofden uit de landbouw in de leeftijdscategorie jaar vallen 5. Ook in ons onderzoek is dit de grootste categorie. In totaal valt ruim een derde van de ondernemers in deze categorie, respectievelijk 18,2 procent is tussen de 45 en 50 jaar en 20,4 procent tussen de 50 en 55 jaar. 4 We vergelijken alleen de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. 5 geraadpleegd op 23 september Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

20 14 Tabel 3 leeftijd ondernemer Aantal Percentage Jonger dan 25 jaar 2 0,7 25 to 30 jaar 9 3,3 30 tot 35 jaar 22 8,0 35 tot 40 jaar 29 10,5 40 tot 45 jaar 41 14,9 45 tot 50 jaar 50 18,2 50 tot 55 jaar 56 20,4 55 tot 60 jaar 41 14,9 60 tot 65 jaar 19 6,9 65 tot 70 jaar 5 1,8 ouder dan ,4 Totaal , Aantal 50-jarigen en ouder Om een indruk te krijgen van de mate van vergrijzing van de bedrijven, is gevraagd naar het percentage mensen dat op het bedrijf werkt dat 50 jaar is of ouder. Gemiddeld is op de bedrijven 22,5% van de medewerkers 50 jaar of ouder. Rondom dat gemiddelde zijn er flinke uitschieters naar boven en beneden. Zo geeft 10,5% van de respondenten aan helemaal geen 50 plussers in het bedrijf te hebben. 5% van de bedrijven bestaat juist voor driekwart tot volledig uit 50 plussers. Bedrijven die aangeven geen 50 plussers voor zich te hebben werken, zijn vooral hoveniers en groenvoorzieners en bedrijven in de dierhouderij. Een meerderheid van de bedrijven heeft voor minder dan 25% aan 50 jarigen of ouder in dienst, waarvan de meeste een percentage 50 plussers hebben van 15% of minder. Tabel 4a percentage medewerkers ouder dan 50 jaar Aantal Percentage 0 procent 29 10,5 1 tot 25 procent ,8 25 tot 50 procent 59 21,4 50 tot 75 procent 31 11,2 75 tot 100 procent 7 2,5 100 procent 7 2,5 Lectoraat Flexicurity

21 15 Totaal ,0 Kijken we naar het gemiddelde percentage ouderen per deelsector 6, dan zien we enkele opvallende verschillen. Opvallend is dat het percentage 50 jarigen of ouder in de sectoren open teelten en dierhouderij relatief hoog is in vergelijking met de andere sectoren. In de sector open teelten is het aandeel ouderen het hoogst met bijna 30%. In de sectoren glastuinbouw en mechanisch loonwerk ligt het aandeel ouderen iets onder het gemiddelde van 20% voor alle sectoren samen. In de sector hoveniers en groenvoorziening is het aandeel ouderen het laagst met 15%, dat is zelfs tweemaal zo laag als in de dierhouderij waar het aandeel het hoogst is. Tabel 4b gemiddeld percentage ouderen per deelsector Alle sector en Open teelten Dierhoud erij Glastuinb ouw Gemidd eld % 50 jaar en ouder Mechani sch loonwerk 22,5 29,8 25,3 18,9 19,0 15,1 Hoveniers en groenvoorzi ening 2.2 Perceptie belastbaarheid, leeftijd, verzuimkans en productiviteit De vragen in dit deel van de enquête hebben tot doel informatie te verschaffen over de perceptie van de ondernemer van de belastendheid van het werk, arbeidstijd verloren aan ziekte, en de relatie tussen leeftijd en verzuimkans, en leeftijd en arbeidsproductiviteit Belastendheid werk De mate waarin werk belastend is, heeft invloed op de verzuimkans. Zwaarder belastend werk wordt over het algemeen lastiger en meer risicovol om uit te voeren naarmate een medewerker ouder is. Gekeken is daarom hoe de ondernemer het werk in zijn bedrijf inschat qua belasting van de werknemer. Gevraagd is een keuze te maken uit zeven categorieën, die elk een mate aangeven waarin het werk belastend is, variërend van heel licht tot heel zwaar belastend. Een meerderheid van de ondernemers (60%) beoordeelt de werkzaamheden in zijn bedrijf als gemiddeld belastend. 29 % van de ondernemers geeft aan de werkzaamheden in hun bedrijf bovengemiddeld tot heel zwaar te vinden. Dit betreft met name ondernemers uit de sectoren open teelt, glastuinbouw en groenvoorziening, en hoveniers. 6 We vergelijken alleen de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

22 16 Tabel 5 a belastend werk Aantal Percentage Heel licht 0 0 Licht 11 3,9 Minder dan gemiddeld 20 7,1 Gemiddeld ,1 Bovengemiddeld 66 23,5 Zwaar 13 4,6 Heel zwaar 2 0,7 Totaal ,0 Vergelijken we de resultaten per deelsector 7, dan zien we een vergelijkbaar beeld als van alle sectoren gezamenlijk, namelijk dat de meerderheid van de respondenten het werk in hun bedrijf als gemiddeld tot bovengemiddeld zwaar inschatten. Ondernemers in de sectoren open teelten, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening schatten hun werk als gemiddeld wat belastender in dan voor de hele agrarische sector het geval is. Vooral bij de hoveniers en groenvoorziening (ongeveer twee keer zo vaak) en in mindere mate de open teelten (ruim een derde meer) is er een aanzienlijk groter aantal ondernemers dat het werk als bovengemiddeld tot heel zwaar beoordeelt. Geen enkele ondernemer in de dierhouderij vindt het werk op het bedrijf minder dan gemiddeld (laat staan licht of heel licht) belastend; maar het werk is ook niet vaker zwaarder dan gemiddeld belastend dan in de hele agrarische sector. Ondernemers in de sector glastuinbouw schatten hun werk als gemiddeld wat minder belastend in dan voor de hele agrarische sector het geval is. Tabel 5b belastend werk per deelsector Alle sector en Open teelten Dierhoude rij Glastuinbou w Mechanis ch loonwerk Hoveniers en groenvoorzieni ng % % % % % % Heel licht o 0 0 Licht 3,9 3,6 0 6,4 0 2,6 Minder dan 7,1 3,6 0 10,6 2,9 0 gemiddeld Gemiddeld 60,1 52,7 72,7 67,0 62,9 46,2 Bovengemidd 23,5 34,5 18,2 14,9 28,6 33,3 eld Zwaar 4,6 5,5 9,1 0 5,7 15,4 7 We vergelijken alleen de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Lectoraat Flexicurity

23 17 Heel zwaar 0, ,1 0 2,6 Totaal 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100, Arbeidstijd verloren aan ziekte Om een indruk te krijgen van het ziekteverzuim en het beeld dat de ondernemer hiervan heeft, zijn enkele vragen rondom ziekteverzuim gesteld. Als eerste is gevraagd naar het percentage arbeidstijd van alle medewerkers gezamenlijk dat in de afgelopen twaalf maanden verloren is gegaan aan ziekte. Gemiddeld geven de ondernemers aan dat de afgelopen 12 maanden 3,3% van de arbeidstijd verloren is gegaan aan ziekte. Bekijken we de cijfers per deelsector 8, dan vallen twee afwijkingen op. De sector dierhouderij kent veel minder verlies aan arbeidstijd door ziekte, gemiddeld 1,21% volgens de respondenten, dat is meer dan de helft minder dan het gemiddelde van 3,3% voor alle sectoren. De sector hoveniers en groenvoorziening kent juist meer verlies aan arbeidstijd, 4,11%, ruim een kwart meer dan het gemiddelde van 3,3% voor alle sectoren. Wanneer we kijken naar cijfers van Stigas 9 over het ziekteverzuim (aantal medewerkers dat verzuimd heeft), dan geven deze voor 2010 een percentage van 3,1% voor het eerste ziektejaar en 0,6% voor het tweede ziektejaar, in totaal een ziekteverzuimpercentage van 3,7. Dit percentage lijkt in verhouding met het door de respondenten gerapporteerde percentage verloren arbeidstijd. De meerderheid van de ondernemers (58,4%) geeft aan dat 2% of minder arbeidstijd verloren is gegaan aan ziekte. Daarnaast geeft 26,2% van de ondernemers aan dat het percentage verloren arbeidstijd 5% of hoger was, een hoog aantal. Nadere analyse leert dat deze groep ondernemers hoofdzakelijk kleinere bedrijven met drie of vier werkzame personen betreft. Logischerwijs drukt verzuim in een bedrijf met weinig medewerkers zwaarder op de beschikbare arbeidstijd dan bij een bedrijf met veel medewerkers. Tabel 6 - percentage arbeidstijd verloren aan ziekte Aantal percentage 0 procent 62 25,7 1 tot 5 procent ,1 5 tot 10 procent 38 15,8 10 tot 15 procent 17 7,1 15 tot 20 procent 4 1,7 20 tot 25 procent 1 0,4 25 procent 3 1,2 8 We vergelijken alleen de sectoren open teelt, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. 9 geraadpleegd op 23 september Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

24 18 Totaal , Verzuimkans medewerkers Vervolgens is gekeken hoe de ondernemer het effect inschat van leeftijd op de kans op ziekteverzuim. Daartoe is de ondernemer eerst gevraagd naar zijn schatting van de kans op ziekteverzuim van medewerkers jonger dan vijftig jaar. Vervolgens is de ondernemer gevraagd deze kans te schatten voor werknemers van 50 jaar of ouder. De resultaten laten zien dat de ondervraagde ondernemers de kans op verzuim flink hoger inschatten dan het verzuim in werkelijkheid is. Ze overschatten de kans op verzuim zowel voor medewerkers jonger dan 50 jaar als voor medewerkers van 50 jaar of ouder. Voor medewerkers jonger dan 50 jaar schatten de respondenten de kans op verzuim 7%. Werkelijke cijfers uit 2010 tonen een verzuim van 3,5%, voor de categorie jarigen 10, oftewel de respondenten schatten die kans 2 maal zo groot in dan deze in werkelijkheid is. Voor medewerkers van 50 jaar en ouder schatten de respondenten de kans op verzuim 12%. Werkelijke cijfers uit 2010 laten voor de categorie een verzuim van 5,1% zien, oftewel de respondenten schatten die kans met een factor 2,4 maal zo groot in dan deze in werkelijkheid is. De cijfers laten dus niet alleen zien dat de verzuimkans te groot wordt ingeschat voor zowel jongere als oudere medewerkers, maar dat de overschatting bovendien groter is voor de oudere medewerker. De respondenten denken dat de kans op verzuim 1,71 maal zo groot is voor medewerkers van 50 jaar en ouder (geschatte verzuimkans van 12% voor 50 jaar en ouder tegenover 7% voor 50 jaar en jonger). In werkelijkheid is die kans maar 1,46 maal zo groot (5,1% werkelijk verzuim voor 55+ tegenover 3,5% werkelijk verzuim van jarigen). Als Stigas beelden van ondernemers beter wil laten aansluiten bij de werkelijkheid, dan zou zij ondernemers kunnen informeren dat ouderen weliswaar wat vaker ziek zijn dan jongeren, maar niet zo veel vaker als menig agrarisch ondernemer denkt. Stigas zou kunnen overwegen in de voorlichting duidelijk te maken dat ondernemers huiveriger dan nodig zijn om oudere werknemers aan te nemen Mate van productiviteit Naast hun inschatting van het verzuim wilden we ook weten hoe hoog ondernemers de productiviteit van oudere werknemers inschatten. We hebben ze daartoe gevraagd om 10 In de enquête is een iets andere leeftijdsindeling gehanteerd dan in de werkelijke cijfers van Stigas. In de enquête hanteren we twee categorieën: medewerkers jonger dan 50 jaar en medewerkers van 50 jaar en ouder. In de werkelijke cijfers worden vijf categorieën gehanteerd: t/m 25 jaar, jaar, jaar, jaar en 56 jaar en ouder. De categorie jonger dan 50 uit de enquête vergelijken we met de categorie jarigen van de werkelijke cijfers. De categorie jaar is kleiner dan de categorie onder 50 jaar, dus het werkelijke verzuimcijfer voor de categorie onder 50 jaar zal vermoedelijk iets hoger liggen. De categorie 50 jaar en ouder uit de enquête vergelijken we met de categorie 56 jaar en ouder van de werkelijke cijfers. De categorie 56 jaar en ouder is iets kleiner dan de categorie 50 jaar en ouder, dus het werkelijke verzuimcijfer zal ook voor die groep vermoedelijk iets hoger liggen. 11 Zie vorige noot. Lectoraat Flexicurity

25 19 in te schatten welke productiviteit een 65 jarige op hun bedrijf nog kan bereiken in vergelijking met een 40 jarige. Gemiddeld schatten de ondernemers de mate van productiviteit van een 65 jarige op 70% van die van een 40 jarige. Een ruime meerderheid verwacht dus dat de productiviteit afneemt naarmate de medewerker ouder is. Vergelijking per deelsector 12 laat geen opvallende verschillen zien. In de sector open teelt is het gemiddeld geschatte percentage productiviteit van een 65 jarige met 71% het hoogst en in de sector hoveniers en groenvoorziening het laagst met 63%. Opvallend is dat zo n 9,5% van de respondenten verwacht dat de productiviteit van een 65 jarige hetzelfde of zelfs hoger is dan van een 40 jarige. Hierbij rees de vraag in hoeverre deze verwachting beïnvloed wordt door de leeftijd van de ondernemer, namelijk dat deze hoge inschatting vooral door oudere medewerkers is aangegeven. Nadere bestudering van de resultaten op samenhang tussen leeftijd en de inschatting van mate van productiviteit laat echter geen Tabel 7 Mate van productiviteit van 65-jarige ten opzichte van 40-jarige Aantal percentage 0 procent 2 0,8 1 tot 25 procent 7 2,9 25 tot 50 procent 12 5,0 50 tot 75 procent 87 36,3 75 tot 100 procent ,4 100 en meer procenten 23 9,6 Totaal ,0 2.3 Uitstroom en redenen van uitstroom Naast kansinschattingen waren we ook geïnteresseerd in het feitelijk verloop onder de medewerkers. Hoeveel mensen verlaten de ondernemingen, welke redenen zijn daarvoor, en in hoeverre is ziekte een factor? Aantal mensen gestopt Om een beeld te krijgen van de mate en oorzaak van uitstroom bij de bedrijven, is gekeken naar het vertrek van mensen uit de bedrijven. Hiertoe is de ondernemer in 12 We vergelijken alleen de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

26 20 eerste instantie gevraagd hoeveel van de mensen die op het bedrijf werken, daar in de afgelopen drie jaar mee is gestopt. De uitkomsten laten een gemiddelde zien van 3,8 mensen 13 per bedrijf dat in de afgelopen drie jaar is gestopt. Dit gemiddelde wordt echter sterk beïnvloed door enkele uitschieters naar boven. In de categorie bedrijven waar tussen de 1 en 10 mensen gestopt zijn, gaat het bij een meerderheid van de bedrijven om 3 of minder personen. Het lijkt opvallend dat relatief veel bedrijven (33,6%) aangeven dat er helemaal geen mensen gestopt zijn in de afgelopen drie jaar. Dit zou echter verklaard kunnen worden doordat een meerderheid van deze bedrijven een omvang heeft van 3 of minder werkzame personen, waaronder conform de definitie in onze enquête ook de ondernemer zelf, diens partner en meewerkende kinderen kunnen vallen; vertrek van personen zal dan niet of veel minder voorkomen. Onderstaande tabel geeft het aantal personen dat per bedrijf is gestopt. De tabel dient als volgt te worden gelezen: bij 73 bedrijven zijn geen mensen vertrokken, bij 136 bedrijven zijn 1 tot 10 personen gestopt, etc. Tabel 8a aantal mensen gestopt Aantal bedrijven percentage 0 mensen 73 30,8 1 tot 10 mensen ,8 10 tot 20 mensen 15 6,3 20 tot 30 mensen 2 0,8 30 tot 40 mensen 1 0,4 40 of meer mensen 2 0,8 Totaal ,0 Bekijken we de uitkomsten per deelsector 14, dan zien we flinke verschillen. In de sectoren dierhouderij en mechanisch loonwerk ligt het aantal gestopte personen beduidend onder het gemiddelde van 3,7. In de dierhouderij is gemiddeld 1,4 personen gestopt, wat niet hoeft te verbazen omdat de bedrijven in deze sector gemiddeld minder werkzame personen (zie 2.1.2) hebben, en in het mechanisch loonwerk gemiddeld 2,1. De sector hoveniers en groenvoorziening kent daarentegen een zeer hoog gemiddeld aantal personen dat gestopt is, 7,9. Dit gemiddelde wordt wel sterk beïnvloed door 1 bedrijf dat aangaf 150 personen te hebben zien vertrekken. 13 Bij de berekening van het gemiddelde is één extreme waarde niet meegenomen. De respondent lijkt deze waarde, gezien het in de vervolgvraag gegeven antwoord, foutief te hebben ingevuld. 14 We vergelijken alleen de sectoren open teelt, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Lectoraat Flexicurity

27 21 Tabel 8b aantal gestopt per deelsector Alle sector en Open teelten Dierhoud erij Gemidd eld aantal mensen gestopt Glastuinb ouw Mechani sch loonwerk 3,7 3,5 1,3 3,9 2,0 7,7 Hoveniers en groenvoorzi ening Reden van stoppen Behalve een beeld van de mate van uitstroom in aantal gestopte personen, waren we ook benieuwd naar de reden waarom mensen zijn gestopt. De ondernemer is daarom gevraagd per gestopte medewerker aan te geven wat de reden daarvoor was. Daarbij kon de respondent kiezen uit vijf opties (zie tabel hieronder). In de meeste gevallen gaat het om ontslag of het niet verlengen van het contract door de werkgever dan wel opzegging door de werknemer 15. Voor 5,5% van de gestopte medewerkers is de reden gelegen in arbeidsongeschiktheid. Tabel 9 aantal mensen gestopt en reden Aantal percentage (pre)pensionering ,8 Arbeidsongeschiktheid 39 4,2 Ontslag/niet verlenging contract door werkgever ,6 Opzegging door werknemer ,7 anders 89 9,6 Totaal ,0 Kijken we per deelsector 16 dan zien we dat ook daar ontslag of geen verlenging contract door de werkgever en opzegging door de werknemer in de meerderheid van de gevallen de reden van vertrek is. Wel verschilt het accent daarin per deelsector: zo scoort opzegging door de werknemer opvallend hoog in de sectoren dierhouderij en hoveniers en groenvoorziening. In ruime meerderheid is dat de reden voor vertrek in die sectoren; 61,5% in de dierhouderij en 68,8% in de sector hoveniers en groenvoorziening. In de 15 We hebben in gevallen waarin ondernemers de categorie anders hadden aangekruist, maar uit de toelichting bleek dat er één van de andere categorieën aan de orde was, deze antwoorden gehercodeerd. 16 We vergelijken alleen de sectoren open teelten, dierhouderij, glastuinbouw, mechanisch loonwerk en hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

28 22 glastuinbouw daarentegen is het vaker ontslag of geen verlenging contract door de werkgever (45,5%). Verder valt de sector mechanisch loonwerk op met opvallend veel (pre)pensioneringen, in een derde van de gevallen. Ook in de glastuinbouw is sprake van een relatief hoog percentage (pre)pensioneringen (bijna 20%). In de overige sectoren ligt dit percentage onder het gemiddelde van 12,8% voor alle sectoren samen. Arbeidsongeschiktheid komt in alle sectoren beperkt voor, waarbij opvalt dat de sector Glastuinbouw hierop iets hoger scoort dan de andere sectoren. 2.4 Maatregelen nu en in de toekomst Behalve een beeld van het bewustzijn van de ondernemer ten aanzien van de effecten van vergrijzing, is Stigas ook benieuwd in hoeverre ondernemers maatregelen nemen om mogelijk negatieve effecten tegen te gaan. Hiertoe kreeg de respondent vijf mogelijke beleidsopties voorgelegd die hij zou kunnen ondernemen: 1. Voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden, zodat het werk gezond en veilig uitgevoerd wordt en men het langer vol kan houden. 2. Verandering en/of verlichting van werkzaamheden, door inzet van nieuwe hulpmiddelen, zoals bijvoorbeeld nieuwe machines. 3. Training en scholing van medewerkers, zodat zij breder inzetbaar worden en ook andere werkzaamheden, taken en functies kunnen uitvoeren. 4. Aanpassen van de werktijden, bijvoorbeeld de mogelijkheid bieden om korter achtereen of in deeltijd te werken. 5. Andere organisatie van arbeid in het bedrijf, bijvoorbeeld door splitsing of roulatie van taken. De respondenten is gevraagd om per beleidsoptie aan te geven: a) in welke mate ze op dat terrein op dit moment maatregelen treffen en b) in welke mate ze dat in de toekomst willen gaan doen. Hieronder volgt eerst een uitwerking van de resultaten per beleidsoptie en vervolgens leggen we deze naast elkaar Voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden In totaliteit neemt een meerderheid van de ondernemers maatregelen in de vorm van voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden. Bijna de helft doet dat op dit moment in gemiddelde mate en bijna een kwart in bovengemiddelde mate. In de toekomst zien we nauwelijks verandering; de categorie een beetje neemt licht af ten gunste van de categorie gemiddeld. Tabel 10 voorlichting en instructie over arbeidsomstandigheden nu en in de toekomst Nu: Toekomst: Aantal percentage Aantal Percentage Niet 7 3,1 7 3,1 Een beetje 38 16, ,7 Lectoraat Flexicurity

29 23 Gemiddeld , ,1 Bovengemiddeld 54 23, ,4 Veel 17 7,5 15 6,7 Totaal Verandering/verlichting werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen Ook verandering/verlichting van werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen is een vorm die een meerderheid van de ondernemers toepast. 42% doet dat in gemiddelde mate en 35% in bovengemiddelde mate. Naar de toekomst toe zien we ook hier nauwelijks verandering. Tabel 11 verandering/verlichting werkzaamheden door inzet nieuwe hulpmiddelen nu en in de toekomst Nu: Toekomst: Aantal percentage Aantal Percentage Niet Een beetje 24 10,6 21 9,4 Gemiddeld ,8 Bovengemiddeld 80 35, ,7 Veel Totaal Training en scholing Een meerderheid van de ondernemers zegt aan scholing te doen; maar scholing is minder populair dan de andere maatregelen. Relatief veel ondernemers doet niet of een beetje aan scholing; en de categorie bovengemiddeld scoort hier beduidend lager dan bij de andere maatregelen. Naar de toekomst toe zien we hierin wel een duidelijke (voorgenomen) verschuiving optreden. De aantallen ondernemers die gemiddeld en bovengemiddeld aan scholing en training willen gaan doen nemen toe tegenover een vergelijkbare afname van de ondernemers die niet of een beetje aan scholing doen. Deze klaarblijkelijke bereidheid van veel ondernemers meer aan scholing te gaan doen biedt een kansrijk aangrijpingspunt voor sectoraal beleid. Tabel 12 training en scholing nu en in de toekomst Nu: Toekomst: Aantal percentage Aantal Percentage Niet 36 15, ,3 Een beetje 55 24, ,7 Gemiddeld 98 43, Bovengemiddeld 30 13, ,3 Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

30 24 Veel 7 3,1 6 2,7 Totaal Aanpassen werktijden Ook op het terrein van het aanpassen van werktijden treft een meerderheid van de ondernemers maatregelen. Opvallend voor dit type maatregelen is wel dat relatief veel ondernemers niets doet op dit terrein. Naar de toekomst zien we een stijging van ondernemers die meer actie op dit terrein willen ondernemen. Het aantal ondernemers dat geen maatregelen treft daalt, terwijl het aantal ondernemers dat gemiddeld maatregelen wil nemen, stijgt. Tabel 13 aanpassen werktijden nu en in de toekomst Nu: Toekomst: Aantal percentage Aantal Percentage Niet 45 19, ,3 Een beetje ,3 Gemiddeld 80 35, ,7 Bovengemiddeld 46 20, ,6 Veel 12 5,3 9 4 Totaal Andere organisatie van arbeid door splitsing of roulatie van taken De meeste ondernemers geven aan in gemiddelde mate maatregelen te treffen op het terrein van een andere organisatie van arbeid. Ook hier zien we een redelijke groep die niets op dit terrein onderneemt. Naar de toekomst toe zien we hier weer nauwelijks verandering. Tabel 14 andere organisatie van arbeid door splitsing of roulatie van taken nu en in de toekomst Nu: Toekomst: Aantal percentage Aantal Percentage Niet 37 16, ,8 Een beetje 36 16, Gemiddeld , ,2 Bovengemiddeld 36 16, ,5 Veel ,5 Totaal , ,0 Lectoraat Flexicurity

31 De verschillende beleidsopties vergeleken Wanneer we de uitkomsten bij de verschillende beleidsopties naast elkaar leggen, dan zien we dat op dit moment het veranderen of verlichten van werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen de door de respondenten meest toegepaste maatregel is. De minst toegepaste maatregel is training en scholing. Voor de toekomst blijft het veranderen of verlichten van werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen de meest toegepaste optie. De minst toegepaste optie in de toekomst is een andere organisatie van de arbeid door splitsing of roulatie van taken. Daarbij moet worden opgemerkt dat deze optie wel ongeveer in dezelfde omvang en mate blijft worden toegepast als nu. Deze optie valt enkel terug naar de laatste plaats omdat een andere optie in de toekomst vaker zal worden toegepast dan nu het geval is: de ondernemers geven aan beduidend meer aan training en scholing te willen gaan doen. Bij deze beleidsoptie zien we de sterkste groei. In mindere mate zien we ook een toename in aanpassing van werktijden. De andere drie beleidsopties, voorlichting en instructie, verandering of verlichting van werkzaamheden door inzet van nieuwe hulpmiddelen en andere organisatie van arbeid veranderen in de toekomst nauwelijks in de mate waarin ze worden toegepast. Diagram 1a de beleidsopties vergeleken De beleidsopties vergeleken per deelsector We vergelijken alleen de sectoren Open teelten, Dierhouderij, Glastuinbouw, Mechanisch loonwerk en Hoveniers en groenvoorziening. Voor de overige sectoren zijn onvoldoende respondenten. Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

32 26 Huidige beleidsopties Wanneer we de beleidsopties per deelsector vergelijken, dan valt het volgende op. In de huidige praktijk passen alle sectoren de beleidsoptie inzet van hulpmiddelen het meeste toe als maatregel om negatieve effecten van vergrijzing tegen te gaan. Het meest actief in het toepassen van maatregelen op dit moment is de sector hoveniers en groenvoorziening. Van drie van de vijf mogelijke beleidsopties wordt door de respondenten uit deze sector het meest gebruik gemaakt. De sector dierhouderij is op dit moment het minst actief in het nemen van maatregelen; voor drie van de vijf mogelijke beleidsopties scoren deze respondenten het laagst. Tenslotte valt op dat de sector glastuinbouw relatief hoog scoort voor wat betreft de maatregelen aanpassen werktijden en een andere organisatie van arbeid door taaksplitsing of roulatie. Diagram 1b - Huidige beleidsopties per deelsector Toekomstige beleidsopties Vergelijken we de toekomstige beleidsopties die de respondenten aangeven te zullen toepassen, dan is inzet van hulpmiddelen nog steeds de meest favoriete. De sector hoveniers en groenvoorziening blijft het meest actief in het toepassen van maatregelen, de respondenten uit deze sector scoren voor vier van de vijf mogelijke beleidsopties het hoogst. Het minst actief blijft de sector dierhouderij. De beleidsopties aanpassen werktijden en andere organisatie van arbeid door taaksplitsing of roulatie blijven relatief weinig toegepast. Opvallend is dat de sector glastuinbouw op deze opties zowel nu als in de toekomst relatief hoog scoort. Lectoraat Flexicurity

33 27 Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

34 28 Diagram 1c Toekomstige beleidsopties per deelsector 2.5 Correlaties Een groot deel van de enquêtevragen was erop gericht om in kaart te brengen wat de perceptie van de ondernemer is ten aanzien van de gevolgen van vergrijzing, en wat zijn plannen om al dan niet met maatregelen daarop te anticiperen. In deze paragraaf bekijken we in hoeverre er een samenhang bestaat tussen de perceptie en voornemens van de ondernemer en bepaalde factoren zoals zijn leeftijd (2.5.1), het aantal personen dat in zijn bedrijf werkzaam is (2.5.2) en zijn inschatting van de belastendheid van het werk (2.5.3). Aan de hand van statistische toetsen hebben we onderzocht in hoeverre er verbanden 18 zichtbaar zijn tussen percepties en factoren. Statistisch significant houdt in dat het zeer onwaarschijnlijk is dat een gevonden samenhang op toeval berust; waarschijnlijk bestaat de betreffende samenhang werkelijk in de onderzochte groep bedrijven. We herinneren er hier nogmaals aan, dat gevonden verbanden in deze groep bedrijven niet representatief mogen worden geacht voor de gehele agrarische sector, gezien de selectie van de ondervraagde ondernemers (op basis van bekendheid bij Stigas en de beschikbaarheid van hun adres) Samenhang tussen de leeftijd van de ondernemer en zijn percepties en voornemens 18 De term verband duidt hier op samenhang en betekent niet dat er sprake is van een oorzakelijk verband. Lectoraat Flexicurity

Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers

Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers Vergrijzing en inzetbaarheid van personeel in de ogen van agrarisch ondernemers Mr. Anneloes Scholing & Dr. Harm van Lieshout Lectoraat Flexicurity Kenniscentrum Arbeid Hanzehogeschool Groningen In opdracht

Nadere informatie

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012 pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer 20120140N van Daniella van der Veen datum 21 februari 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert

Nadere informatie

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn

pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer Na datum 29 oktober 2012 van Judith Terwijn pagina 1 25 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2011 Documentnummer 20120679Na van Judith Terwijn datum 29 oktober 2012 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks een arbeidsmarktonderzoek

Nadere informatie

Analyse Ziekteverzuim

Analyse Ziekteverzuim Analyse Ziekteverzuim Jaaroverzicht 2013 In het Agrarisch en Groen Bedrijf pagina 1 SAZAS HELPT U VERDER! SAZAS HELPT U VERDER! pagina 2 1. INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar

Nadere informatie

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N

pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer N pagina 1 20 aan Sectorcommissie Bedrijfsverzorgingsdiensten onderwerp Factsheet Bedrijfsverzorgingsdiensten 2011 Documentnummer 20130221N van Judith Terwijn datum 22 april 2013 Inleiding Het Colland Bestuursbureau

Nadere informatie

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer 20111098N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen pagina 1 18 aan Sectorcommissie Loonwerk onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 Documentnummer 20111098N van Daniella van der Veen datum 29 november 2011 Inleiding Het Colland Bestuursbureau voert jaarlijks

Nadere informatie

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT

dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT dé verzuimspecialist VERZUIMRAPPORT INLEIDING Voor u ligt de analyse ziekteverzuim over het kalenderjaar 2014. In deze analyse vindt u de kengetallen ziekteverzuim van de agrarische en groene sectoren.

Nadere informatie

Werken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel?

Werken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel? Werken aan morgen We gaan langer doorwerken, maar willen en kunnen we dat wel? De pensioengerechtigde leeftijd wordt geleidelijk aan verhoogd. We gaan dus langer doorwerken. Hoe denken werkgevers en werknemers

Nadere informatie

Arbeidsgehandicapten in Nederland

Arbeidsgehandicapten in Nederland Arbeidsgehandicapten in Nederland Ingrid Beckers In 2003 waren er in Nederland ruim 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten; 15,8 procent van de 15 64-jarige bevolking. Het aandeel arbeidsgehandicapten is daarmee

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang

Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Feiten en cijfers 2010 Branche Kinderopvang Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

Hiv op de werkvloer 2011

Hiv op de werkvloer 2011 Grote Bickersstraat 74 1013 KS Amsterdam Postbus 247 1000 AE Amsterdam t 020 522 54 44 f 020 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Political & Social Samenvatting Hiv op de werkvloer 20 Natascha

Nadere informatie

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim.

VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. 2016 VERZUIMRAPPORT 2016 Een gezonde aanpak van verzuim. Verzuimrapport Inleiding V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2016. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 drs. W. van Ooij MarktMonitor Januari 2015 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013 . Kengetallen Mobiliteitsbranche 2003-2013

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Factsheet Groothandel in Bloembollen 2013 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt Colland Bestuursbureau, 5 februari 2014 Pagina 2 26 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt

Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt Minder instroom in, meer uitstroom uit arbeidsmarkt 07 Arbeidsmarktmobiliteit geringer dan in voorgaande jaren Bijna miljoen mensen wisselen in 2008 van beroep of werkgever Afname werkzame door crisis

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Groothandel in Bloembollen Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 31 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Financiële problemen op de werkvloer

Financiële problemen op de werkvloer Financiële problemen op de werkvloer Gemeente Zoetermeer Nibud, 2012 Auteurs Daisy van der Burg Tamara Madern Inhoud 1 INLEIDING... 2 2 ONTWIKKELING FINANCIËLE PROBLEMEN... 3 3 OORZAKEN, SIGNALEN EN GEVOLGEN...

Nadere informatie

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018

Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke BSc In opdracht van de NBvK Juni 2018 Monitor werkdruk in de kraamzorg 2018 Daniël de Rijke/NBvK, juni 2018 Pagina!1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1

Nadere informatie

6 Meervoudige problematiek bij werknemers

6 Meervoudige problematiek bij werknemers 6 Meervoudige problematiek bij werknemers Maroesjka Versantvoort (SCP) en Lando Koppes (TNO) 6.1 Inleiding Werknemers met meervoudige problematiek staan centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt is de definitie

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Onderzoek financieel fitte werknemers

Onderzoek financieel fitte werknemers Onderzoek financieel fitte werknemers Een onderzoek naar de wensen en behoeften rondom hulp van de werkgever bij financiële vragen 1 Inhoudsopgave Samenvatting 4 Inleiding 7 Resultaten Financiële gevolgen

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête

Belangrijkste resultaten van de. Nationale Enquête Belangrijkste resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2013, uitgesplitst voor het voortgezet onderwijs. De volgende onderwerpen komen in deze uitgave aan bod: Arbeidsomstandigheden

Nadere informatie

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013

Factsheet Bos en Natuur Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Factsheet Bos en Natuur 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt 2013 Colland Bestuursbureau, 8 december 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID In opdracht van Delta Lloyd Maart 2015 1 Inhoudsopgave 1. Management Summary 2. Onderzoeksresultaten Verzuim Kennis en verzekeringen Communicatie Opmerkingen 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID

WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID HEALTH WEALTH CAREER MERCER WERKNEMERS- ONDERZOEK SERIES WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID DUURZAME INZETBAARHEID PRODUCTIEVE, GEMOTIVEERDE EN GEZONDE WERKNEMERS DIE IN STAAT ZIJN

Nadere informatie

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS

BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS BAANZEKERHEID EN ONTSLAG DREIGING BIJ OUDERE WERKNEMERS Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS)

Nadere informatie

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Varkensverbetering Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Varkensverbetering 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 13 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Open teelten Landbouw Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Open teelten Landbouw 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 14 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Evaluatie van de Digitale Werkplaats Evaluatie van de Digitale Werkplaats 2016 Dialogic innovatie interactie 1 Datum Utrecht, 16 juni 2017 Auteurs Robbin te Velde Tessa Groot Beumer 2 Dialogic innovatie interactie Dialogic innovatie interactie

Nadere informatie

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant

Aantal medewerkers Zuidoost-Brabant Regio Zuidoost-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Zuidoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Zuidoost-Brabant.

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen.

Doel van het onderzoek Inzicht bieden in de gevolgen van de Wet kinderopvang voor de verschillende gebruikersgroepen. SAMENVATTING 1. Doel en onderzoeksopzet De invoering van de Wet kinderopvang per 1 januari 2005 heeft veel veranderingen gebracht voor de gebruikers van formele kinderopvang in kinderdagverblijven (KDV),

Nadere informatie

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015

MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN. ICCO Onderzoek 2015 MENSENRECHTEN & BEDRIJFSLEVEN ICCO Onderzoek 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 2. Onderzoek Demografie Bedrijfsgegevens Functie van de respondent Landen Wat zijn mensenrechten? Waarom mensenrechten? Six step

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant Regio Noordoost-Brabant 1 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Noordoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Noordoost-Brabant.

Nadere informatie

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013

FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 FACTSHEET MAART 2014 FACTSHEET CONTINU ONDERZOEK ROOKGEWOONTEN 2013 KERNPUNTEN Een kwart (25%) van de Nederlandse bevolking vanaf 15 jaar rookt in 2013: 19% rookt dagelijks en 6% niet dagelijks. Het percentage

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013

Factsheet Loonwerk Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Factsheet Loonwerk 2014 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2013 Colland Bestuursbureau, 29 oktober 2014 Pagina 2 27 Inhoudsopgave Toelichting 3 Samenvatting

Nadere informatie

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Peiling Flexibel werken in de techniek 2015 Inleiding Voor goede bedrijfsresultaten is het voor bedrijven van belang om te kunnen beschikken over voldoende goede,

Nadere informatie

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013

Onderzoek Arbeidsongeschiktheid. In opdracht van Loyalis. juni 2013 Onderzoek Arbeidsongeschiktheid In opdracht van Loyalis juni 2013 Inleiding» Veldwerkperiode: 27 maart - 4 april 2013.» Doelgroep: werkende Nederlanders» Omdat er specifiek uitspraken gedaan wilden worden

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

Het Slimmer Werken-onderzoek 2013

Het Slimmer Werken-onderzoek 2013 Het Slimmer Werken-onderzoek 2013 In mei 2013 heeft Beklijf in opdracht van ErgoDirect International een online onderzoek uitgevoerd onder HR- en Arbo-professionals met als thema ʻSlimmer Werkenʼ. Slimmer

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming

Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming Meten = Weten Inventarisatie van leeftijdsgerelateerde personeelscijfers in uw onderneming Inleiding De generatie van babyboomers gaat binnenkort met pensioen. En met hen een grote hoeveelheid vakkennis.

Nadere informatie

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014

Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Factsheet Loonwerk 2015 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2014 Colland Bestuursbureau, 2 februari 2016 1602-0794 Pagina 2 28 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd

5 augustus Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd 5 augustus 2017 Onderzoek: Werknemers over verhoging AOW-leeftijd Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,

Nadere informatie

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s)

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) (door Willem Wind, ikbenhoogbegaafd.nl, 9 oktober 2018) Samenvatting De vragenlijst

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016

Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Factsheet Groenvoederdrogerijen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0455 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD

Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Feiten en cijfers 2010 Branche WMD Ieder jaar maakt FCB de zogenoemde factsheets. Deze bestaat uit cijfers over de branche in een bepaald jaar. De cijfers over 2010 worden met de ontwikkelingen ook in

Nadere informatie

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d.

Notitie Aan. Doel en opzet. Totaalbeeld. Jan Kees Boon. Sectorcommissie Boomkwekerijproducten. Agendapunt 10, vergadering d.d. Notitie Aan Sectorcommissie Boomkwekerijproducten Van Jan Kees Boon Kenmerk Behoort bij Agendapunt 10, vergadering d.d. 9-5-2007 Totaal aantal pagina s 7 27 april 2007 SAMENVATTING ARBEIDSMARKTMONITOR

Nadere informatie

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016

Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Factsheet Groothandel in Bloembollen 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 28 oktober 2016 1609-0229 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september

Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september Schatting effect aangepaste Schattingsbesluit (asb) op aandeel afwijzingen WIA (september 2009) Aanleiding De resultaten van het onderzoek Wel WIA, geen werk? roepen bij de Stichting de vraag op of de

Nadere informatie

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden?

Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Belang van voorzieningen welke acties willen mensen ondernemen om een voorziening te behouden? Hoe belangrijk is de aanwezigheid van een voorziening in de directe woonomgeving? En wat doen de Groningers

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

1 Algemene Gezondheid

1 Algemene Gezondheid 1 Algemene Gezondheid Gezondheid in Friesland In de uitwerking van het thema algemene wordt inzicht gegeven in de manier waarop de Friese bevolking van 19 jaar en ouder haar beoordeelt. Ook wordt kwaliteit

Nadere informatie

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar

2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2.10 Resultaten van het ITS onderzoek naar leerlingen met autisme in het primair en voortgezet onderwijs in het schooljaar 2003-2004 Samenvatting, conclusies en aandachtspunten 1 Autisme in het primair

Nadere informatie

De gemeente Hoogeveen nodigt u uit

De gemeente Hoogeveen nodigt u uit De gemeente Hoogeveen nodigt u uit Voor een bijeenkomst over: Mantelzorgers en werkgelegenheid Van, Voor en Door Ondernemers Mini conferentie over dit belangrijke onderwerp voor werkgevers Op maandag 7

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016

Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Factsheet Open Teelten Tuinbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0866 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002)

rapportage Producentenvertrouwen kwartaal 1. Deze resultaten zijn tevens gepubliceerd in de tussenrapportage economische barometer (5 juni 2002) Rapportage producentenvertrouwen oktober/november 2002 Inleiding In de eerste Economische Barometer van Breda heeft de Hogeschool Brabant voor de eerste keer de resultaten gepresenteerd van haar onderzoek

Nadere informatie

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017 Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 217 Over welke cijfers hebben we het? In Nederland worden gegevens over de leefstijl van de bevolking verzameld door meerdere thema-instituten die elk op

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen? Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen? Een onderzoek over hoe bewust werknemers zich voorbereiden op hun pensioen op verschillende thema s, waaronder aanpak werkgevers bij langer doorwerken opdracht

Nadere informatie

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet.

Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Dip in aantal bedrijven dat aan bewegingsstimulering doet. Monique Simons, Claire Bernaards, Vincent H. Hildebrandt, TNO Kwaliteit van leven Inleiding Sinds 1996 meet TNO periodiek hoeveel bedrijven in

Nadere informatie

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden

Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Experimenteren met bijstand: peiling onder bijstandsgerechtigden Onderzoek en Statistiek gemeente Nijmegen december 2016 Colofon Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek Contactpersoon: Marieke Selten

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland

Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Arbeidsmarkt Metaalbewerking 2004 Regio Gelderland Overview Hieronder wordt ingegaan op een aantal arbeidsmarktaspecten in de regio Gelderland, die op basis van de resultaten van het huidige monitoronderzoek

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Jeugdwerkloosheid Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam 201-201 Factsheet maart 201 De afgelopen jaren heeft de gemeente Amsterdam fors ingezet op het terugdringen van de jeugdwerkloosheid. Nu de aanpak jeugdwerkloosheid is afgelopen

Nadere informatie

Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil?

Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil? Kansen op de arbeidsmarkt Wat maakt het verschil? Hans Boer, directeur Van Ede & Partners Jolet Woordes, verenigingsmanager OVAL Utrecht, 22 maart 2016 Even voorstellen Hans Boer Van Ede & Partners Jolet

Nadere informatie

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Sportparticipatie Kinderen en jongeren Sportparticipatie 2017 Kinderen en jongeren Onderzoek & Statistiek Juni 2017 Samenvatting Begin 2017 heeft de afdeling Onderzoek & Statistiek een onderzoek uitgezet onder ouders en jongeren uit de gemeente

Nadere informatie

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.

Nadere informatie

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN

KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Gepubliceerd in: Maandblad Reïntegratie nr. 9, 2007, p. 6-10 KOSTENEFFECTIVITEIT RE-INTEGRATIETRAJECTEN Drs. Maikel Groenewoud 2007 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam

Nadere informatie

Verzuimanalyse MBO-sector

Verzuimanalyse MBO-sector Verzuimanalyse MBO-sector 3 e kwartaal 2011 t/m 2 e kwartaal 2012 MBO Raad Woerden, November 2012 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Het genereren van de verzuimgegevens... 4 3. Van registratie naar

Nadere informatie

Financiering in het MKB

Financiering in het MKB M201004 Financiering in het MKB Onderzoek naar de financieringsbehoefte per provincie Johan Snoei Abdelfatah Ichou Zoetermeer, maart 2010 Financiering in het MKB Financieringsbehoefte in het MKB verschilt

Nadere informatie

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016

Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Factsheet Open Teelten Landbouw 2016 Ontwikkelingen in de sector op basis van de administratie van Colland Arbeidsmarkt in 2015 Colland Bestuursbureau, 1 december 2016 1610-0865 Pagina 2 33 Inhoudsopgave

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari Februari 2009 Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen 2 Ingediende vacatures 5 Vraag en aanbod bij UWV WERKbedrijf 6 Verleende ontslagvergunningen 7 Statistische bijlage 8 Toelichting NWW

Nadere informatie

Samen werken aan verzuimoplossingen.» Verzuimrapport 2015

Samen werken aan verzuimoplossingen.» Verzuimrapport 2015 Samen werken aan verzuimoplossingen.» Verzuimrapport 2015 Verzuimrapport Inleiding. V oor u ligt het verzuimrapport over het kalenderjaar 2015. In dit rapport vindt u de kengetallen van het ziekteverzuim

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006

Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 Monitor naleving rookvrije werkplek 2006 METINGEN 2004 EN 2006 B. Bieleman A. Kruize COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam:

Nadere informatie

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok

Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Zit de online burger wel online op u te wachten? Door: David Kok Veel gemeenten zijn inmiddels actief op sociale media kanalen, zoals ook blijkt uit het onderzoek dat is beschreven in hoofdstuk 1. Maar

Nadere informatie

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Kengetallen Mobiliteitsbranche Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 Kengetallen Mobiliteitsbranche 2002-2012 drs. W. van Ooij dr. K.Karpinska MarktMonitor september 2013 Inhoudsopgave Samenvatting -------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar

Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen jaar Gemiddelde looptijd werkloosheidsuitkeringen nog geen Ton Ferber In de jaren 1992 2001 was de gemiddelde looptijd van een WWuitkering elf maanden. Van de 4,3 miljoen beëindigde uitkeringen was de gemiddelde

Nadere informatie

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers

Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Monitor Arbeid en Gezondheid update eerste halfjaar 2013 Cijfers & trends over Inzetbaarheid van werknemers Oktober 2013 1 Inhoud Inleiding... 3 Belangrijkste resultaten/bevindingen... 5 Verzuimpercentage...

Nadere informatie