Cassatiedagvaarding onrechtmatige daad L

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Cassatiedagvaarding onrechtmatige daad L0326232"

Transcriptie

1 Cassatiedagvaarding onrechtmatige daad L Heden, de [] december van het jaar tweeduizendenveertien, ten verzoeke van Hans Christiaan BREMER, wonende te Amsterdam, die voor deze zaak domicilie heeft gekozen te 2242 KN Wassenaar aan de Langstraat 58-B ten kantore van de aldaar gevestigde advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden mr. P.J.Ph. Dietz de Loos, die zich als zodanig stelt ten einde mijn rekwirant in na te melden cassatieprocedure rechtsgeldig te vertegenwoordigen. De publiekrechtelijke rechtspersoon HOOGHEEMRAADSCHAP VAN SCHIELAND EN DE KRIMPENERWAARD, waarvan de zetel is gevestigd te Rotterdam, die blijkens na te melden arrest in de vorige tevens hoogste feitelijke instantie te dezer zake uitdrukkelijk domicilie heeft gekozen te Den Haag aan de Bezuidenhoutseweg nr. 57 ten kantore van de aldaar gevestigde advocaat mr. H.J.S.M. Langbroek, op de voet van art. 63 Rv aldaar aan die gekozen domicilie mijn exploot doende, sprekende met en afschrift dezes latende aan: I. AANGEZEGD dat mijn rekwirant hierbij beroep in cassatie instelt tegen het arrest d.d. 16 september 2014 door de Afdeling civiel recht en belastingrecht van het Gerechtshof Amsterdam onder zaaknr /01 gewezen tussen mijn rekwirant als appellant, en de gerekwireerde voornoemd als geïntimeerde. II. III. Deze gerekwireerde voornoemd GEDAGVAARD om op vrijdag, de dertigste januari van het jaar tweeduizendenvijftien, des voormiddags te uur, niet in persoon doch vertegenwoordigd door een advocaat bij de Hoge Raad der Nederlanden, te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad der Nederlanden (Eerste Enkelvoudige Kamer voor Civiele Zaken) te houden in het gebouw van de Hoge Raad der Nederlanden aan de Kazernestraat nr. 52 te Den Haag. MET DE AANZEGGING dat: a. indien gedaagde, verweerder in cassatie, advocaat stelt maar het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht zijn genomen, het recht van de verweerder om verweer in cassatie te voeren of om van zijn zijde in cassatie te komen vervalt; 1

2 b. bij verschijning in het geding van gedaagde een griffierecht zal worden geheven, te voldoen binnen vier weken te rekenen vanaf het tijdstip van verschijning; c. de hoogte van de griffierechtenis vermeld in de meest recente bijlage behorend bij de Wet griffierechten burgerlijke zaken, die onder meer is te vinden op de website: d. van een persoon die onvermogend is, een bij of krachtens de wet vastgesteld griffierecht voor onvermogenden wordt geheven, indien hij op het tijdstip waarop het griffierecht wordt geheven heeft overgelegd: 1 e een afschrift van het besluit tot toevoeging, bedoeld in artikel 29 van de Wet op de rechtsbijstand, of indien dit niet mogelijk is ten gevolge van omstandigheden die redelijkerwijs niet aan hem zijn toe te rekenen, een afschrift van de aanvraag, bedoeld in artikel 24, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, dan wel 2 e een verklaring van het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 7, derde lid, onderdeel e, van de Wet op de rechtsbijstand, waaruit blijkt dat zijn inkomen niet meer bedraagt dan de inkomens bedoeld in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 35, tweede lid, van die wet. Op de dienende dag zal door mijn rekwirant als eiser tot cassatie worden gevorderd dat het de Hoge Raad der Nederlanden moge behagen op de aangevoerde middelen van cassatie te vernietigen dit arrest d.d. 16 september 2014 door het Gerechtshof Amsterdam tussen partijen gewezen, met zodanige verdere beslissing als de Hoge Raad zal vermenen te behoren, kosten rechtens. 0. Algemene uitgangspunten Inleiding; introductie en probleemstelling. De waterschapsverkiezingen van Schieland in de jaren kenden een zeer vreemd verloop. De verkiezingen in het district Schieland werden 3 x gehouden. Kandidaat Bremer behoorde alle keren tot de zeven kandidaten met de meeste stemmen voor de 7 beschikbare plaatsen in het bestuur. Toch werd Bremer niet toegelaten tot het bestuur. Dit kwam enerzijds doordat de Raad van State tot twee keer toe de verkiezingen ongeldig verklaarde, en anderzijds doordat 6 kandidaten op 27 oktober 2004 werden toegelaten, terwijl de Raad van State de verkiezingen van september 2004 daarna ongeldig verklaarde. Na de onherroepelijke goedkeuring van de kandidatenopgave van Bremer werden de ondersteuners van Bremer en van een andere kandidaat vlak voor de verkiezingen extra goed gecontroleerd. Er werd geconstateerd dat Bremer en een andere kandidaat geen 10 geldige ondersteuners hadden. Hoewel de handtekeningen volgens de waterschapswet en het kiesreglement niet gecontroleerd hoefden te worden, werden Bremer en die andere kandidaat door de vier Zuid-Hollandse waterschappen aan de schandpaal genageld. Na de verkiezingen heeft Schieland erkend dat Bremer en de andere kandidaat niet 10 maar 9 geldige ondersteuners hadden. Schieland heeft toegegeven dat de kiezers tijdens de verkiezingen onjuist zijn geïnformeerd op de website. Bremer heeft beroep aangetekend tegen het besluit van drie van de vier waterschappen om hem niet toe te laten. De drie zaken bij de Raad van State werden tegelijkertijd behandeld op 4 november Bremer en de landsadvocaat brachten alleen specifiek voorbeelden naar voren over Schieland. De Raad van State oordeelde dat Bremer bij alle drie de waterschappen had moeten worden toegelaten, omdat hij onherroepelijk was toegelaten tot de verkiezingen en de waterschappen daarop niet mochten terugkomen. Zijn beroepschrift werd derhalve gegrond verklaard. Hoewel in feite alleen de zaak Schieland ter zitting werd behandeld, deed 2

3 de Raad van State drie vrijwel identieke uitspraken. Zowel Bremer als de waterschappen hebben niet gewild dat de verkiezingen ongeldig werden verklaard en dat de Raad van State dit eigenmachtig zou doen. Bremer meent dat hij tijdens de verkiezingen niets fout heeft gedaan en niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de onjuiste informatie op de website van Schieland en de verwarrende berichtgeving in de media. Bremer had nooit kunnen bevroeden dat de Raad van State de verkiezingen ongeldig zou verklaren Feiten en procesverloop. In de periode van 24 september 2004 tot en met 6 oktober 2004 hebben verkiezingen van de leden van het Algemeen Bestuur van Schieland plaatsgevonden. Op die verkiezingen was het Zuid-Hollands Kiesreglement Water schappen (hierna: het Kiesreglement) van toepassing Schieland telt kiesgerechtigden. Schieland is ingedeeld in twee kiesdistricten (Schieland en Krimpenerwaard) en heeft vier categorieën van belanghebbenden (gebouwd, ongebouwd, ingezetenen en bedrijfsgebouwen) Het Kiesreglement luidt, voor zover hierna van belang, als volgt: Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen: Artikel 2 Lid 1: In ieder kiesdistrict vindt per categorie van belanghebbenden afzonderlijke kandidaatstelling en stemming plaats. Hoofdstuk 3 Het stembureau: Artikel 12. Lid 1: Het tijdstip en de plaats van de openbare zittingen van het stembureau worden tijdig door de voorzitter van het stembureau ter openbare kennis gebracht. Hoofdstuk 4 De Kandidaatstelling: Artikel 16 Lid 1: Per kandidaat wordt een opgave tot kandidaatstelling ingeleverd. Lid 2: Een opgave tot kandidaatstelling is ondertekend door ten minste tien personen, die bevoegd zijn tot kandidaatstelling. Hoofdstuk 5 Het onderzoek en de openbaarmaking van de opgaven van de kandidaten: Artikel 20 Lid 1: Uiterlijk op de vierde werkdag na de dag van de kandidaatstelling, houdt het stembureau een zitting tot het onderzoek van de opgaven tot kandidaatstelling. Hoofdstuk 9 De toelating als lid van het Algemeen Bestuur: Artikel 53 Lid 1: Het Algemeen Bestuur onderzoekt de geloofsbrief en beslist of de benoemde als lid wordt toegelaten. Daarbij gaat het na, of de benoemde aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet en geen met het lidmaatschap onverenigbare betrekking vervult, en 3

4 beslist omtrent de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrief of de verkiezing zelf rijzen. Lid 2: Het onderzoek van de geloofsbrief strekt zich niet uit tot de geldigheid van de opgaven van kandidaatstelling. Hoofdstuk 10 Herstemming: Artikel 61 Lid 1: Indien het Algemeen Bestuur besluit tot niet-toelating van één of meer leden wegens de ongeldigheid van de stemming geeft de voorzitter van het waterschap, terstond nadat het besluit onherroepelijk is geworden, daarvan onverwijld kennis aan het Dagelijks Bestuur. Lid 2: Zo spoedig mogelijk nadat deze kennisgeving is ontvangen, vindt een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld Op 21 juni 2004 heeft Bremer door middel van een opgave tot kandidaatstelling zich kandidaat gesteld voor het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur van Schieland, categorie gebouwd, kiesdistrict Schieland Op 28 juni 2004 heeft het stembureau van Schieland geconstateerd dat de bij Bremers opgave tot kandidaatstelling behorende verklaring ondersteuning kandidaatstelling door onvoldoende personen (ondersteuners) was ondertekend. Bremer is daarvan in kennis gesteld Bremer heeft daarop een aanvullende, van handtekeningen voorziene lijst met dertien ondersteuners (allen eigenaar van een gebouwde onroerende zaak), ingediend. Het stembureau heeft vervolgen op 2 juli 2004 vastgesteld dat de kandidatuur van Bremer aan de voorwaarden voor kandidaatstelling als bedoeld in dit Kiesreglement voldeed Op 14 september 2004 is Schieland door de projectleider waterschapsverkiezingen van het waterschap Brabants Delta in kennis gesteld van het vermoeden dat in dat waterschap fraude was gepleegd met een aantal kandidaatstellingen doordat de handtekeningen van de ondersteuners niet (allemaal) door henzelf waren geplaatst. Eén van de kandidaten op wie in dit verband een verdenking rustte was Bremer Schieland heeft naar aanleiding hiervan een nader onderzoek ingesteld naar de kandidaatstelling van twee personen, waaronder Bremer. Dit onderzoek heeft opgeleverd dat niet alle door Bremer genoemde ondersteuners zelf voor de kandidaatstelling van Bremer hadden getekend doordat zij na Bremer gesproken te hebben (wel) hun gegevens aan Bremer hebben verstrekt, waarna Bremer die gegevens heeft overgebracht naar de betrokken lijst en namens betrokkenen handtekeningen heeft geplaatst, ter uitvoering van de hem gegeven opdracht tot het weergeven van ieders individuele instemming tot hun respectievelijke vertegenwoordiging als ondersteuner Schieland heeft op 22 september 2004 een advertentie in vijf landelijke dagbladen geplaatst, waarin werd aangekondigd dat op 23 september 2004 tijdens een openbare vergadering van het stembureau nader onderzoek zou worden verricht naar de geldigheid van de kandidaatstelling van Bremer en die andere persoon. 4

5 0.11. Op 23 september 2004 heeft het stembureau in een openbare zitting beraadslaagd over de kandidaatstelling van Bremer en de bedoelde andere persoon. Het ter zake opgemaakte proces-verbaal, dat is geplaatst op de website van Schieland, luidt, voor zover hierna van belang, als volgt: Het stembureau heeft, gelet op de artikelen 11, 13 en 23 van het Zuid-Hollands Waterschapsreglement ( ) een openbare zitting gehouden. Ter zitting is het besluit van 2 juli 2004 tot geldigverklaring van twee op 22 juni 2004 ingeleverde kandidatenopgaven heroverwogen. Het betreft de opgave van de heren H.Chr. Bremer, kandidaat gebouwd, en Het stembureau heeft VASTGESTELD: I. dat aan het stembureau medio september 2004 nieuwe feiten betreffende de ondersteuning van de twee genoemde kandidaten bekend zijn geworden. II. dat deze nieuwe feiten het stembureau noodzaken tot nader onderzoek van de opgaven van bovengenoemde kandidaten. III. dat op basis van dit onderzoek ter zitting is gebleken dat de opgaven niet zijn ondertekend door ten minste tien personen die bevoegd zijn tot kandidaatstelling. IV. dat als de nu bekende feiten tijdens de zitting van 2 juli 2004 het stembureau bekend zouden zijn geweest, de opgaven op grond van artikel 23, sub c, van het Zuid- Hollandse Waterschapsreglement ongeldig verklaard zouden zijn. V. dat het stembureau op grond van de artikelen 22, 23, 24 en 25 van het Zuid- Hollandse Waterschapsreglement niet is toegestaan de opgaven ongeldig te verklaren, nu de kandidaatstellingsfase van de verkiezing reeds is afgesloten en de verkiezingsperiode op 24 september start. en VERKLAART VI. aangifte te doen van vermoedelijke valsheid in geschrifte Te herhalen is dat de verkiezingen zouden worden gehouden in de periode 24 september 2004 tot 6 oktober Op 24 september 2004 plaatste Scheiland een zogenaamd door Bremer opgestelde brief op de eigen web-site van Schieland, daarmee suggererende dat Bremer zelf die tekst had opgesteld Bremer heeft na kennisneming van die tekst daartegen op 3 oktober 2004 schriftelijk bezwaar gemaakt. Op 6 oktober 2004 heeft de projectleider van de verkiezingen met zoveel woorden erkend dat de tekst van deze publicatie op de web-site van Schieland (enkel) was gebaseerd op de inhoud van diverse perspublicaties. De feitelijke tekst op die web-site werd evenwel eerst verwijderd op 6 oktober 2004, toen de verkiezingen reeds waren afgelopen De stembiljetten zijn op 24 september 2004 aan de kiesgerechtigden van Schieland verstuurd Bremer is vervolgens verkozen tot lid van het Algemeen Bestuur van Schieland. 5

6 0.16. Bij brief van 27 oktober 2004 heeft de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven, voor zover hierna van belang, aan het Algemeen Bestuur (dat in die brief ook wordt aangeduid als de `verenigde vergadering`) van Schieland geschreven: Met betrekking tot het verslag van de verkiezingen in relatie tot de kandidatuur van de heer H.Chr. Bremer ( ) is het volgende gebleken. In zijn vergadering van 2 juli 2004 heeft het stembureau de opgave tot kandidaatstelling van de heer H.Chr. Bremer voor het Algemeen Bestuur van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaaard, overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 van het Zuid- Hollandse Waterschapsreglement, geldig verklaard. Art. 53, tweede lid van het Zuid- Hollandse Waterschapsreglement bepaalt dat het onderzoek van de geloofsbrief zich niet uitstrekt tot de kandidaatstelling. Dit neemt echter niet weg dat de verenigde vergadering, naar het oordeel van de commissie, acht dient te slaan op feiten en omstandigheden die nadien bekend zijn geworden en deze bij de besluiten over de toelating dient te betrekken. Medio 2004 zijn aan het stembureau nieuwe feiten betreffende de ondersteuning van zijn kandidatuur bekend geworden. Naar aanleiding daarvan is nader onderzoek verricht. Daaruit is gebleken dat de opgave niet was ondertekend door tenminste tien personen die bevoegd zijn tot ondertekening van de kandidaatstelling. In de media heeft de heer H.Chr. Bremer toegegeven handtekeningen te hebben verwisseld. Uit het onderzoek is echter ook al het vermoeden gebleken dat er handtekeningen op de lijst staan van mensen die zeggen nooit een handtekening ter ondersteuning van een kandidaat voor de bestuursverkiezing bij een waterschap te hebben gezet. Wanneer de handtekeningen van deze personen niet worden meegeteld, voldoet de kandidaatstelling van de heer H.Chr. Bremer niet aan de eis van bevoegde ondersteuners, welke is neergelegd in artikel 16 van het Zuid-Hollandse Waterschapsreglement. Indien de informatie betreffende de ondersteuning van de kandidatuur van de heer Bremer vóór 2 juli 2004 aan het stembureau bekend was geweest, zou zijn opgave tot kandidaatstelling zonder twijfel ongeldig zijn verklaard (artikel 23, onder c, Zuid-Hollands Waterschapsreglement). De heer H.Chr. Bremer heeft derhalve zonder de aanwezigheid van voldoende rechtsgeldige ondersteuners aan de verkiezingen deelgenomen. Hij heeft daardoor willens en wetens inbreuk gemaakt op het democratisch beginsel dat alleen kandidaten, die aan de wettelijke eisen voldoen, verkiesbaar zijn. Het gevolg is geweest dat de verkiezingen een onregelmatig verloop hebben gekregen en de heer H.Chr. Bremer dientengevolge, naar eerst achteraf moest worden vastgesteld, is gekozen zonder te beschikken over de juiste handtekeningen. Op grond van bovenstaande feiten, en mede uit het oogpunt van het algemeen belang van integer bestuur adviseert de commissie [op] uw vergadering de heer H.Chr. Bremer niet toe te laten als lid van de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard. Naar het oordeel van de commissie zou de verenigde vergadering handelen in strijd met het rechtsstatelijk beginsel van bestuurlijke integriteit, wanneer leden worden toegelaten die zich voor hun kandidaatstelling hebben bediend van valse handtekeningen.. 6

7 0.17. Op 27 oktober 2004 heeft het Algemeen Bestuur met overneming van de overwegingen van de commissie voor het onderzoek naar de geloofsbrieven het besluit genomen Bremer niet als lid van het Algemeen Bestuur toe te laten Bremer heeft tegen dit besluit beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling), die op 10 november 2004 uitspraak heeft gedaan (zaaknr /1, ECLI:NL:RVS:2004:AR6411, AB 2004 nr. 426 met annotatie door P.J. Stolk, tevens JB 2005 nr. 16, met annotatie door J.W.L. Broeksteeg) In die uitspraak overwoog die Afdeling (voor zover hierna van belang): (rov ) Het stembureau heeft op 2 juli 2004 de kandidaatstelling van appellant {Bremer advocaat) goedgekeurd; tegen dit besluit is geen rechtsmiddel aangewend. Door aan de weigering appellant toe te laten ten grondslag te leggen dat diens kandidaatstelling ongeldig was, heeft de Verenigde Vergadering in strijd gehandeld met artikel 53, tweede lid, van het Kiesreglement. Dat het stembureau tijdens een openbare zitting op 23 september 2004 op basis van nieuw gebleken feiten heeft vastgesteld dat de kandidaatstelling van appellant ten onrechte geldig heeft verklaard, maakt dat niet anders. (rov. 2.2) Het beroep is gegrond. Het besluit van 27 oktober 2004 dient te worden vernietigd. De Afdeling ziet aanleiding op hierna te melden wijze in de zaak te voorzien en te bepalen dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van het bestreden besluit. Daartoe wordt het volgende overwogen. (rov ) Blijkens het proces-verbaal van de openbare zitting van het stembureau op 23 september 2004 is medio die maand aan het stembureau bekend geworden dat de door appellant ingediende opgaven tot kandidaatstelling niet is ondertekend door tenminste tien personen die bevoegd zijn tot ondersteuning daarvan, omdat, aldus het desbetreffende advies van de Commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven, appellant handtekeningen heeft verwisseld en handtekeningen op de lijst staan van mensen die te kennen hebben gegeven nooit een handtekening ter ondersteuning van een kandidaat voor de bestuursverkiezing bij een waterschap te hebben gezet. Appellant heeft in een open brief van 24 september 2004 toegegeven dat hij ten aanzien van zijn kandidaatstelling onjuist heeft gehandeld. Dat ten aanzien van één of meer kandidaten onregelmatigheden waren geconstateerd, is al voor de verkiezingen in de publiciteit gekomen, echter zonder dat het in alle gevallen duidelijk was, welke kandidaat of kandidaten het betrof. (rov ) Blijkens het namens de Verenigde Vergadering ter zitting van de Afdeling gegeven toelichting heeft zij op basis van hetgeen haar gebleken is omtrent het verloop van de verkiezingen in het Kiesdistrict Schieland voor de categorie gebouwd, onder meer geconstateerd dat niet kan worden uitgesloten dat niet alle kiesgerechtigden ten tijde van het uitbrengen van hun stem op de hoogte waren van de door het stembureau vastgestelde onregelmatigheden, noch dat de uitkomst van het verrichte onderzoek en hetgeen 7

8 daaromtrent op dat moment al dan niet bekend is geworden bij de kiesgerechtigden, bij hen tot verwarring heeft geleid. Gesteld voor de vraag of die situatie het nemen van maatregelen vergde, heeft de Verenigde Vergadering blijkens de toelichting ter zitting uit een oogpunt van integere democratische bestuursvoering betekenis gehecht aan de aanspraak van de kiesgerechtigden om, nadat de verkiezingen hebben plaatsgevonden, niet alsnog in het ongewisse te geraken omtrent de rechtmatigheid van de kandidatenlijst, op basis waarvan zij hun kiesrecht hebben uitgeoefend. Dat de Verenigde Vergadering vervolgens heeft gekozen voor een maatregel die zich blijkens hetgeen hiervoor is overwogen niet verdraagt met artikel 53, tweede lid, van het Kiesreglement, doet aan de houdbaarheid in rechte van dit onderliggende oordeel niet af. Uit het vorenstaande vloeit voort dat in het Kiesdistrict Schieland, categorie gebouwd, geen sprake is geweest van betrouwbare verkiezingen, waarbij het vrijelijk tot uitdrukking brengen van de wil van de kiezers was gewaarborgd. Gelet hierop en uitgaande van het oordeel van de Verenigde Vergadering dat in deze situatie niet berust mag worden, dient de stemming in het Kiesdistrict Schieland, categorie gebouwd, ongeldig te worden verklaard. (rov ) Ingevolge artikel 61 van het Kiesreglement vindt bij niet-toelating van één of meer leden wegens ongeldigheid van de stemming een nieuwe stemming plaats en wordt de uitslag van de verkiezing opnieuw vastgesteld. Deze nieuwe stemming vindt plaats op basis van dezelfde kandidatenlijsten als de eerste. Nu de ernstige risico`s voor verwarring en onzekerheid bij de kiesgerechtigden hun oorsprong vinden in hetgeen bekend is geworden omtrent de kandidaatstelling en bij enkele herstemming op basis van diezelfde kandidaatstelling zich derhalve vergelijkbare risico`s zullen voordoen, kan daarmee niet worden volstaan. In dit bijzondere geval zullen in het Kiesdistrict Schieland voor de categorie gebouwd nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden. In dit kader zal ook de kandidaatstellingsprocedure, bedoeld in hoofdstuk 4 en 5 van het Kiesreglement, opnieuw moeten worden doorlopen Bij de nieuwe verkiezingen heeft Bremer zich opnieuw kandidaat gesteld. Hij behoorde toen ook weer tot de 7 kandidaten die de meeste stemmen behaalden voor de oorspronkelijk 7 beschikbare zetels. Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State uit 2005 hebben er nog herhaalde, nieuwe verkiezingen plaats gehad. Bremer heeft zich toen ook kandidaat gesteld en wederom behoorde hij tot de 7 kandidaten met de meeste stemmen. Aangezien de verkiezingen daar slechts gingen om 1 zetel werd hij niet gekozen Bij exploot d.d. 5 juni 2008 is Schieland gekomen tot dagvaarding van Bremer voor de rechtbank te Amsterdam; aan de dagvaarding waren producties gehecht. Aan zijn vordering heeft Schieland verkort weergegeven het navolgende ten grondslag gelegd. Stellende dat Bremer jegens Schieland onrechtmatig heeft gehandeld door willens en wetens (verkiezings)- fraude te plegen als gevolg waarvan Schieland schade heeft geleden, heeft Schieland de veroordeling van Bremer gevorderd tot betaling van aanvankelijk , 20, te vermeerderen met de wettelijke rente. Bremer heeft onder nadrukkelijk protest zijnerzijds 8

9 een bedrag van ,- betaald. De schade bestaat volgens Schieland uit de kosten van de nieuwe verkiezingen. Schieland houdt Bremer uitdrukkelijk niet aansprakelijk voor de kosten van de hierboven bedoelde, herhaalde nieuwe verkiezingen. Schieland heeft zijn stellingen mede toegelicht met citaten uit het arrest van de Civiele Kamer van het Gerechtshof Amsterdam van 16 juni 2009, gewezen in de zaak van Bremer als appellant en toen en daar het Hoogheemraadschap van Rijnland als geïntimeerde (zaaknr , ECLI:NL:GHAMS:2009:BJ8510) Bremer heeft geantwoord bij conclusie van antwoord in conventie, en zijnerzijds tot het instellen van een eis in reconventie; in die conclusie is verwezen naar daarbij overgelegde producties. Bij tussenvonnis d.d. 2 december 2009 heeft die rechtbank een comparitie van partijen bepaald, welke comparitie doorgang heeft gevonden; het daarvan opgemaakte proces-verbaal behoort tot de gedingstukken. Schieland heeft een akte vermindering van eis genomen; tevens heeft Schieland een conclusie van antwoord in reconventie genomen Bij eindvonnis d.d. 7 april 2010 wees de rechtbank de vordering van Schieland toe op basis van die verminderde eis; de vordering in reconventie werd afgewezen. Bremer heeft (tijdig) hoger beroep tegen dat vonnis ingesteld. Als gevolg van een niet-tijdig aanbrengen van de zaak is een herstel-exploot uitgebracht Op de rolzitting van 8 januari 2013 heeft Bremer zijn memorie van grieven, tevens houdende aanvulling c.q. vermeerdering van eis genomen, en daarbij nog producties in het geding gebracht. Schieland heeft doen antwoorden bij memorie van antwoord. Zijdens Bremer is een akte uitlating genomen, waarna vervolgens pleidooi is verzocht, welk pleidooi heeft plaatsgehad op 10 juni Beide partijen hebben zich bediend van pleitnota`s die zijn voorgedragen en nadien zijn overgelegd. Het proces-verbaal van die pleidooi-zitting is inmiddels beschikbaar gekomen Bij zijn thans in cassatie te bestrijden arrest d.d. 16 september 2014 bekrachtigde het hof dat rechtbank-vonnis. Het hof-arrest is inmiddels gepubliceerd onder kenmerknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3876. Middel I van cassatie. Het hof heeft het recht geschonden dan wel op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften verzuimd door te overwegen en te beslissen als in dit arrest is vervat. Nadere uitwerking en toelichting Het gaat hier om rov. 2.1 in dit arrest en de in dat kader gegeven overwegingen en oordelen. Bremer meent dat die overwegingen en oordelen rechtens onjuist zijn althans gelezen de context van de voorgedragen grief onbegrijpelijk zijn. 9

10 1.2. Bremer heeft immers aangegeven dat hij niet wil worden opgehangen aan een door hem verzonden brief d.d. 23 september 2004 indien deze brief zelfstandig wordt beschouwd. Het moet toch gaan om het geheel van feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan, en van dat geheel van feiten en omstandigheden maakt deze brief slechts een onderdeel uit Het hof miskent bovendien dat het hier vooralsnog Bremer zelf is die de omvang van de rechtsstrijd mag bepalen, ook in dit hoger beroep. In het kader van zijn grief 3.1 heeft Bremer namelijk onder meer betoogd dat zijn brief niet was ingericht of bestemd om civielrechtelijke aansprakelijkheid te erkennen of te aanvaarden. Het hof is de pointe van dit gestelde kennelijk ontgaan Uitlatingen van een niet-juridisch onderlegde persoon (hetzij mondeling hetzij schriftelijk) omtrent juridische kwalificaties nopen er dan ook toe betrokkene tegen zichzelf te beschermen, zeker in een situatie waarin Schieland verklaart aangifte te zullen doen Terwijl ook de aangehaalde AbRvS-uitspraak van 10 november 2004 uitsluitend kan, mag en/of moet worden beoordeeld vanuit de context van de gepubliceerde annotaties. Indien immers met kracht van argumenten wordt betoogd door Stolk dat wat de Raad van State hier heeft gedaan, eigenlijk helemaal niet kan, dan is die omstandigheid van belang voor (de beoordeling van) het voorzienbaarheidsaspect, zoals dat in deze procedure een rol speelt, en in de eerder door uw Hoge Raad behandelde zaak Bremer/Rijnland een rol heeft gespeeld. Bremer komt hierop later terug Bremer heeft willen waken voor het klakkeloos overnemen van die Raad van State-uitspraak door het hof; de civiele rechter moet bereid en in staat zijn zelfstandig alle relevante aspecten van het voorliggende geval in zijn beschouwingen en oordeel te betrekken. Bremer meent dat het hof die zelfstandige taak onvoldoende heeft betracht Het is dus niet het hof dat de omvang van de rechtsstrijd bepaalt; in zijn overwegingen en oordelen geeft het hof dan ook blijk van een onjuiste rechtsopvatting althans toepassing. Middel II. Het hof heeft het recht geschonden dan wel op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften verzuimd door te overwegen en te beslissen als in dit arrest is vervat. Nadere uitwerking en toelichting Het gaat hier om rov. 3.5 in dit arrest, en de in dat kader gegeven overwegingen en oordelen. Bremer meent dat die overwegingen en oordelen rechtens onjuist zijn, althans gelet op het gestelde in de memorie van grieven onder 3.3 aldaar, onbegrijpelijk zijn Schieland heeft Bremer bij brief van 19 oktober 2004 aangeschreven en hem daarbij aansprakelijk gesteld. In gemelde brief wordt onder meer gerelateerd: Zo mogelijk zal het hoogheemraadschap van Schieland zich voegen in het strafproces ter zake van overtreding van het bepaalde in artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan op 27 september 2004 door de 10

11 dijkgraaf van Schieland aangifte is gedaan.. Laatstgemelde omstandigheid brengt dan met zich, dat de civielrechtelijke vordering tot schadevergoeding geïncorporeerd wordt in de strafzaak, als onderdeel van die strafzaak zelf De (strafrechtelijke) aangifte ten laste van Bremer door Schieland gebaseerd op de voeging- (-sgedachte) constitueert immers dat Schieland zijn schade door middel van dat strafproces wil verhalen op de dader. Die weg sluit alsdan, onder die omstandigheden van het geval, de zelfstandige schadevordering via de civiele rechter uit Er doet zich aldus wel degelijk en anders dan het hof overweegt en oordeelt een publiekrechtelijke weg voor die tot schadevergoeding kan strekken, namelijk die van deze voeging in het strafproces Het hof denatureert de stellingen van Bremer door tot uitgangspunt te nemen dat indien een burger onrechtmatig jegens de overheid heeft gehandeld, de overheid de schade op de burger kan verhalen. Hier gaat het echter om door Schieland gestelde verkiezingsfraude door Bremer gepleegd, als (direct) gevolg waarvan Schieland stelt schade te hebben geleden. Dat gestelde strafbare feit heeft vervolgens de grondslag gevormd voor de door Schieland via zijn dijkgraaf gedane aangifte en de in dat kader voorgenomen voeging (als benadeelde partij; mijn toevoeging of verduidelijking advocaat) Waar Bremer aldus het oordeel van de rechtbank heeft bestreden, en daarbij die publiekrechtelijke regeling heeft geduid, oordeelt het hof aldus op rechtens onjuiste althans onbegrijpelijke gronden dat van een dergelijke regeling in het onderhavige geval geen sprake is, en sluit het hof zich ten onrechte aan bij hetgeen die rechtbank heeft overwogen, en maakt het hof die overwegingen ten onrechte tot de zijne In ieder geval geeft het hof hierdoor blijk van een onjuiste rechtsopvatting althans -toepassing met betrekking tot een strafrechtelijke aangifte vanuit Schieland en de door deze voorgestane voeging in het strafproces. Middel III. Het hof heeft het recht geschonden dan wel op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften verzuimd door te overwegen en te beslissen als in dit arrest is vervat. Nadere uitwerking en toelichting In de rov.n 3.9 en volgende geeft het hof blijk van een onjuiste rechtsopvatting althans toepassing met betrekking tot het Kiesreglement. Immers anders dan het hof overweegt en oordeelt bevat artikel 16 van het Kiesreglement niet een mede tot de kandidaat gericht voorschrift. Artikel 16 ziet slechts op de uitwendige eisen waaraan de kandidaatstelling moet voldoen. De opgaaf tot kandidaatstelling ziet immers enkel op een lijst, die door ten minste tien personen moet zijn ondertekend; ten aanzien van deze betrokken personen is enkel bepaald dat deze bevoegd moeten zijn tot kandidaatstelling, of te wel (ten minste) behoren tot één van de aangegeven (vier) categorieën )te weten gebouwd, ongebouwd, ingezetenen en bedrijfsgebouwd) In art. 16 is ook niet het belang vervat van eerlijke verkiezingen, nu toch die verkiezingen eerst plaatshebben nàdat deugdelijke kandidaatstelling heeft plaatsgehad. Onbetwist is immers hier, dat Bremers kandidaatstelling op 2 juni 2004 is goedgekeurd door het stembureau; tegen dat besluit is geen rechtsmiddel aangewend. Bremer is vervolgens 11

12 gekozen tot lid van het Algemeen Bestuur van Schieland. Het besluit om Bremer niet toe te laten als lid is nadien door de Raad van State vernietigd wegens strijd met het bepaalde in art. 53 lid 2 van het Kiesreglement. De omstandigheid dat het stembureau de kandidaatstelling achteraf bezien ten onrechte geldig heeft verklaard, maakt dit niet anders, aldus die Afdeling Enkel uit oogpunt van betrouwbare verkiezingen (en dus niet: eerlijke verkiezingen, zoals het hof in zijn rov. 3.9 stelt of in zijn beschouwingen betrekt advocaat) oordeelde die Raad van State dat er aanleiding was zelf in de zaak te voorzien, en is deze vervolgens op een daarop toegespitste uitspraak gekomen van deze inhoud (verkort weergegeven en voor zover hierna van belang) dat in dit bijzondere geval in het Kiesdistrict Schieland voor de categorie gebouwd nieuwe verkiezingen zullen worden gehouden. Voor een zodanig oordeel ontbreekt iedere rechtsbasis, aldus Stolk in diens onderschrift onder deze Raad van State-uitspraak in AB 2004 nr Het belang van betrouwbare verkiezingen geldt voor alle soorten verkiezingen, en is dus niet specifiek geschreven of bedoeld voor verkiezingen georganiseerd door hier Schieland Terwijl of waarbij voorts heeft te gelden dat nadat de kandidaatstelling door het stembureau is goedgekeurd, Bremer aldus niet aansprakelijk kan worden gesteld of ter zake aansprakelijk kan worden gehouden dat die Raad van State beslist dat er in dit bijzondere geval nieuwe verkiezingen moeten worden gehouden voor de categorie gebouwd in Schieland. De verkiezing als zodanig heeft derhalve niets meer van doen met de daaraan voorafgegane kandidaatstelling: is er eenmaal goedkeuring verleend, dan blijft dat besluit geldig indien daartegen geen rechtsmiddel wordt aangewend. Die Raad van State verwees immers terecht en op goede gronden naar het bepaalde in art. 61 van het Kiesreglement dat bij niet-toelating van één of meer leden wegens ongeldigheid van de stemming er een nieuwe verkiezing dient plaats te hebben, waarbij de uitslag van de verkiezingen opnieuw wordt vastgesteld. Die Raad billijkte het oordeel van de verenigde vergadering van Schieland dat in de onderhavige situatie niet mag worden berust, en dat de stemming in het Kiesdistrict Schieland, categorie gebouwd, ongeldig verklaard dient te worden. Of te wel: de oorspronkelijke kandidaatstelling is niet aangetast. Het hof betrekt derhalve ten onrechte art. 16 van het Kiesreglement in zijn oordeel, en komt op rechtens onjuiste althans onbegrijpelijke gronden tot zijn uitleg en toepassing daarvan in deze zaak Dat hof overweegt en oordeelt ook ten onrechte, immers op rechtens onjuiste gronden dat de opgave van Bremer vals was en dat Bremer zich ervan bewust is geweest dat hij het voorschrift zoals dat in art. 16 van het Kiesreglement is neergelegd heeft overtreden. Bremer heeft immers geen materiële valsheid gepleegd, maar enkel intellectuele valsheid. Of te wel, de door de personen uitgedrukte wil de kandidaatstelling van Bremer te ondersteunen zoals vervat in de oorspronkelijke lijst is slechts door Bremer overgeschreven op een andere (nieuwe) lijst. De personen die hun handtekening hadden geplaatst hebben immers nadien verklaard onverkort hun ondersteuning van Bremer te handhaven, hetgeen als zodanig valsheid en bewustheid van wetsovertreding (hier: schending van het bepaalde in art. 16 van het Kiesreglement) uitsluit. Voor zijn overweging en oordeel in deze rov. 3.9 Dit alles betekent dat Bremer toerekenbaar onrechtmatig jegens het Hoogheemraadschap heeft gehandeld en dat hij gehouden is de schade te vergoeden die als gevolg van zijn gedragingen aan hem kan worden toegerekend (met mijn onderstrepingen en benadrukking advocaat) bestaat dan ook geen goede grond. Immers de kandidaatstelling van Bremer was door het 12

13 stembureau goedgekeurd; Bremer is vervolgens als lid van het Algemeen Bestuur verkozen. Slechts die verkiezing kon achteraf ongeldig worden verklaard indien zich vermoedens van malversaties voordeden die tot zodanige ongeldigverklaring noopten In rov overweegt en oordeelt het hof ten onrechte als daarin is vervat. Juist met betrekking tot een conditio-sine-qua-non-verband geldt toch rechtens dat daarvan alleen sprake kan zijn indien het schadeveroorzakende feit als directe oorzaak voor de ontstane schade heeft geleid of kan leiden. In de onderhavige zaak was het juist hier het eigen besluit van de verenigde vergadering om de gehouden verkiezingen voor wat betreft de categorie gebouwd ongeldig te verklaren uit een oogpunt van integere democratische bestuursvoering, en dat nu geen sprake is geweest van betrouwbare verkiezingen, daarin niet mag worden berust. Een en ander heeft derhalve niets van doen met de door Bremer ingeleverde lijsten houdende diens kandidaatstelling. Een en ander heeft voorts niets van doen met de door het hof verwoorde eerlijke verkiezingen en het door het hof aangehangen (hogere doel van) de integriteit van degenen die in het openbaar bestuur een taak vervullen. Een en ander heeft ten slotte niets van doen met het door het hof verwoorde in rov. 3.10, slotgedeelte aldaar, nu toch Bremer zich kandidaat heeft kunnen stellen en is verkozen tot lid van het Algemeen Bestuur, en de Raad van State ten minste heeft geoordeeld dat de beslissing Bremer niet toe te laten tot het bestuur in strijd is met het bepaalde in art. 53 lid 2 van het Kiesreglement. De nieuwe verkiezingen vloeiden derhalve voort uit het eigen besluit van die verenigde vergadering, en dat weer op basis van gehouden onderzoek en daaromtrent gepleegde beraadslagingen. Er is aldus geen rechtsgrond voor het oordeel van het hof dat Bremer in verband daarmee had moeten beseffen dat herverkiezingen voor het Hoogheemraadschap tot aanzienlijke financiële schade zouden leiden: Bremer heeft immers die herverkiezingen niet uitgelokt Terwijl of waarbij in verband met rov heeft te gelden dat het hof aldaar blijk geeft van een onjuiste rechtsopvatting althans toepassing met betrekking tot het bepaalde in art. 6:98 BW. Immers, niet alleen heeft Bremer niet onrechtmatig jegens Schieland gehandeld, maar ook was niet voorzienbaar voor Bremer dat Schieland zelf zou besluiten de verkiezingen voor wat betreft de categorie gebouwd ongeldig te verklaren en tot nieuwe verkiezingen zou besluiten. Het hof betrekt hierin of hierbij ook ten onrechte (immers op rechtens onjuiste gronden) of het algemeen bestuur gebruik zou maken van zijn discretionaire bevoegdheid ten aanzien van het toelaten van een lid dat niet aan de vereisten voor het lidmaatschap voldoet, welke concrete maatregelen uiteindelijk zouden worden getroffen of welke politieke en beleidsmatige keuzes het Hoogheemraadschap zou maken in verband met de toelating van Bremer tot het algemeen bestuur. Immers al die aspecten zijn hier niet in het geding (nu Schieland zich daarop niet in feitelijke aanleg heeft beroepen of haar verweermiddelen daarop heeft gebaseerd), zodat die aspecten niet relevant zijn voor de onderhavige beslissing. De kandidaatstelling van Bremer was immers goedgekeurd, terwijl hij nadien als lid in het Algemeen Bestuur is verkozen. Enkel zijn verkiezing kon derhalve ongeldig worden verklaard, niet de daaraan voorafgaande kandidaatstelling en de daarop gebaseerde goedkeuring Voorts of in het verlengde daarvan impliceert de weigering tot toelating als lid gelet op de door de Raad van State gepleegde vernietiging van dat besluit, dat Schieland in zoverre onrechtmatig jegens Bremer heeft gehandeld. Echter door zelf in de zaak te voorzien, heeft die Raad van State de voor Bremer niet-voorzienbare situatie in het leven geroepen dat het besluit om nieuwe verkiezingen uit te schrijven, kon worden gebillijkt, hoezeer de Kieswet c.q. de betrokken uitvoeringsregelingen daarvan niet in deze mogelijkheid voorzien. Die uiteindelijke wat het hof noemt: herverkiezingen zijn derhalve niet aan te merken als een 13

14 aan Bremer toerekenbaar gevolg van de door hem overigens betwiste gepleegde verkiezingsfraude In het kader van zijn rov miskent het hof dat de onwettigheid van een rechterlijk oordeel wel degelijk kan doorwerken in een situatie die wordt beheerst door het bepaalde in art. 6:98 BW, nu toch de omstandigheid dat de Raad van State niet aldus kon of mocht oordelen, met zich brengt dat Bremer niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de uit die beslissing voortvloeiende feitelijke en rechtsgevolgen, aldus dat alsdan, in die situatie, het causaal verband geheel komt te ontbreken. Het hof overweegt en oordeelt derhalve ten onrechte anders. Middel IV. Het hof heeft het recht geschonden dan wel op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften verzuimd door te overwegen en te beslissen als in dit arrest is vervat. Nadere uitwerking en toelichting Gegrondverklaring van één of meer der voorgestelde grieven zou in de procedure in hoger beroep ertoe hebben geleid dat het hof het vonnis van de rechtbank vernietigde en aan Schieland alsnog zijn vordering zou ontzeggen. In die of zodanige situatie heeft Bremer er recht en belang bij dat hetgeen hij op voorschotsbasis heeft voldaan, krijgt terugbetaald. Daartoe behoeft hij een strekkende voorziening in rechte In en met de voorgestelde middelen van cassatie als hierboven verwoord, behoudt of herleeft het belang aan de zijde van Bremer, in weerwil van het huidige oordeel van het hof Bremer meent dan ook dat het hof hier in deze rov van zijn arrest heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting althans opvatting, nu toch vernietiging van dit hof-arrest ertoe leidt dat de vorderingen in conventie met inachtneming van het verwijzingsarrest opnieuw moeten worden beoordeeld. Tot zolang heeft of houdt Bremer belang bij zijn vordering in reconventie. Middel V. Het hof heeft het recht geschonden dan wel op straffe van nietigheid in acht te nemen vormvoorschriften verzuimd door te overwegen en te beslissen als in dit arrest is vervat. Nadere uitwerking en toelichting Indien sprake is (geweest) van onrechtmatige rechtspraak door één der procespartijen uitgelokt of verdedigd, is die andere procespartij aansprakelijk voor de schade die de eerste procespartij lijdt om dat oordeel in rechte te kunnen bestrijden of om de rechtsgevolgen daarvan te kunnen laten herzien, hier in het (rechts-)kader van de schadetoerekeningsvraag. 5.2.Er moet immers als vaststaand worden aangenomen dat de Raad van State niet kon of mocht oordelen zoals hij heeft gedaan met betrekking tot de noodzakelijk geachte nieuwe verkiezingen. Voorts moet worden aangenomen dat de aanwezig geachte privaatrechtelijke grondslag voor het kostenverhaal hier ondeugdelijk is Wil derhalve Bremer aansprakelijk kunnen worden gehouden voor schade die is opgekomen of ontstaan na en naar aanleiding van het besluit dat er nieuwe verkiezingen moesten komen, dan is 14

15 noodzakelijk dat zowel dit aspect van die gestelde onrechtmatige rechtspraak als dat van die ondeugdelijke privaatrechtelijke grondslag voor het kostenverhaal zijn onderzocht en vastgesteld Het hof geeft in zijn rov dan ook blijk van een onjuist rechtsopvatting althans toepassing, nu toch in het kader van sub IV in deze memorie van grieven een nieuwe, zelfstandige rechtsgrondslag is aangevoerd, die het hof derhalve niet als zodanig heeft herkend en beoordeeld Dusdoende is het arrest op dit onderdeel niet naar de eisen der wet met voldoende redenen omkleed. MITSDIEN het de Hoge Raad der Nederlanden moge behagen op de aangevoerde middelen van cassatie te vernietigen dit arrest d.d. 16 september 2014 door het gerechtshof te Amsterdam tussen partijen gewezen, met zodanige verdere beslissing als de Hoge Raad zal vermenen te behoren, kosten rechtens. De kosten dezes zijn van mij, gerechtsdeurwaarder, Dit bedrag moet nog worden verhoogd met de BTW, nu opdrachtgever verklaart deze BTW niet te kunnen verrekenen. 15

S50628. 200504781/1 Datum uitspraak: 28 juni 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen:

S50628. 200504781/1 Datum uitspraak: 28 juni 2005 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak in het geding tussen: 200504781/1 Datum uitspraak: 28 juni 2005 S50628 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK en Uitspraak in het geding tussen: H.C. Bremer, wonend te Amsterdam, appellant, de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2015:7924, Meerdere afhandelingswijzen. Algemene wet bestuursrecht 8:4 Gemeentewet Gemeentewet 83 Kieswet ECLI:NL:RVS:2016:934 Instantie Raad van State Datum uitspraak 06-04-2016 Datum publicatie 06-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201600302/1/A2 Eerste

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE 4 november 2004 nr. 200408810/1, 200408815/1 en 200408820/1

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE 4 november 2004 nr. 200408810/1, 200408815/1 en 200408820/1 41104A AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK VAN DE RAAD VAN STATE 4 november 2004 nr. 200408810/1, 200408815/1 en 200408820/1 Het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland, het algemeen bestuur van

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbams:2013:bz6442&keyword=bz6442 1 Modeldagvaarding: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning waarbij de makelaar/bemiddelaar zowel voor de particuliere huurder als de verhuurder heeft bemiddeld. Een

Nadere informatie

pagina 1 van 5 ECLI:NL:RBDHA:2014:6145 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 20-05-2014 Datum publicatie 04-06-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden AWB-13_10151 Belastingrecht Bijzondere kenmerken Bodemzaak

Nadere informatie

tweeduizendzeventien; TEN VERZOEKE VAN:

tweeduizendzeventien; TEN VERZOEKE VAN: Heden, de tweeduizendzeventien; TEN VERZOEKE VAN: De stichting Stichting Fonds 1818 tot nut van het algemeen, gevestigd te (2513 AM) Den Haag aan de Riviervismarkt 4, te dezer zake woonplaats kiezende

Nadere informatie

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt. Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking

Nadere informatie

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen

1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon Vordering van 80.000,00 met de aanzegging, dat: a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen 1 Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Daarnaast brengt de makelaar/bemiddelaar ook courtage/kosten in rekening bij de verhuurder.

Daarnaast brengt de makelaar/bemiddelaar ook courtage/kosten in rekening bij de verhuurder. Variant 2: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een zelfstandige woning. Bemiddelaar brengt courtage/kosten in rekening bij verhuurder en bij huurder. De kandidaat-huurder heeft op een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 ECLI:NL:RBAMS:2015:5812 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 23-06-2015 Datum publicatie 04-09-2015 Zaaknummer CV EXPL 14-22777 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BG6664 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2008 Datum publicatie 12-02-2009 Zaaknummer 104.003.290 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 201107998/1/V2. Datum uitspraak: 29 november 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 30-03-2010 Datum publicatie 05-01-2016 Zaaknummer 200.015.254-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013

SECOND OPINION REGLEMENT. Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg. april 2013 SECOND OPINION REGLEMENT Herbeoordeling op basis van de stukken in de eerste aanleg april 2013 1 INHOUDSOPGAVE Considerans... 3 I. Algemene bepalingen... 4 II. Het verzoek om een second opinion-procedure

Nadere informatie

I n z a k e: T e g e n:

I n z a k e: T e g e n: HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 20-06-2007 Datum publicatie 25-06-2007 Zaaknummer 0600267 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013

Wijziging dagvaardingen per 01 april 2013 Rechtbank, 1 gedaagde a. indien de gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen,

Nadere informatie

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven;

van gedaagde bij verschijning in de procedure geen griffierecht zal worden geheven; Model A1, Rechtbank, kantonzaak, 1 gedaagde Naast alles wat de wet en met name het tweede lid van artikel 111 Rv overigens voorschrijft, in het bijzonder ook de waarschuwing voor verstek bij niet verschijnen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3247 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.035.875-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246

ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 ECLI:NL:RBBRE:2011:BP8246 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 25-02-2011 Datum publicatie 18-03-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10 / 938 Wmo Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.

het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden. LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij

Nadere informatie

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht.

Bij memorie van grieven, met producties, heeft Burger een grief tegen het bestreden vonnis gericht. arrest GERECHTSHOF 'S-GRAVENHAGE Sector handel Zaaknummer Rolnummer rechtbank : 370789lKG ZA 10-877 arrest van de vijfde civiele kamer d.d. 22 februari 2011 inzake Paul Burger, kantoorhoudende te Amsterdam,

Nadere informatie

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding

Print deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het

Nadere informatie

Uitspraak /1/A2

Uitspraak /1/A2 Uitspraak 201802595/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3626 201802595/1/A2. Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 ECLI:NL:GHSHE:2017:3619 Instantie Datum uitspraak 15-08-2017 Datum publicatie 16-08-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 200.216.119_01

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327

ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 ECLI:NL:RBROT:2000:AA7327 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-08-2000 Datum publicatie 21-01-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie WW 98/559-DOP WW 98/916-DOP

Nadere informatie

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K

1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K Mr. R. Menschaert 1 08/1914.01/pva Heden de en acht tweeduizend ten verzoeke van 1. de heer K, wonende te X, aan het adres X, hierna te noemen K te dezer zake woonplaats kiezende te 's-gravenhage aan het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012

Raad vanstatc /1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 Raad vanstatc 201203196/1/V1. Datum uitspraak: 28 augustus 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, Raad vanstate 200700246/1. Datum uitspraak: 6 juni 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: de Raad voor Rechtsbijstand 's-gravenhage, appellant, tegen de uitspraak in zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119

ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 ECLI:NL:GHSHE:2004:AO4119 Instantie Datum uitspraak 27-01-2004 Datum publicatie 20-02-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch C0201298-RO Civiel

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229

ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 ECLI:NL:RBSHE:2007:BC1229 Instantie Datum uitspraak 11-12-2007 Datum publicatie 07-01-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer AWB 06/2511, AWB 06/2530 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 ECLI:NL:GHSHE:2016:2505 Instantie Datum uitspraak 21-06-2016 Datum publicatie 24-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie - Vindplaatsen Uitspraak Gerechtshof

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239

ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 ECLI:NL:GHARN:2006:AZ6239 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 14-11-2006 Datum publicatie 17-01-2007 Zaaknummer 2006/346 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, 225359 Datum uitspraak: 15-02-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 17-02-2012 Handelszaak Soort procedure: Kort geding Inhoudsindicatie: In deze zaak

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739

ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 ECLI:NL:RBNHO:2017:6739 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Holland Zaaknummer AWB - 16 _ 4345 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:218 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-01-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer 200.091.734-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824

ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308

ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 ECLI:NL:GHDHA:2013:4308 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 14-11-2013 Zaaknummer 200.092.575 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 200705297/1. Datum uitspraak: 31 januari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06

ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06 ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 ECLI:NL:GHDHA:2014:3834 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 28-10-2014 Datum publicatie 27-11-2014 Zaaknummer 200.140.914/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345

ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 ECLI:NL:RBSHE:2004:AO8345 Instantie Datum uitspraak 16-04-2004 Datum publicatie 26-04-2004 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-hertogenbosch Awb 03 / 930 GEMWT

Nadere informatie

CENTRALE RAAD VAN BEROEP

CENTRALE RAAD VAN BEROEP CENTRALE RAAD VAN BEROEP KBW 1994/1 U I T S P R A A K in het geding tussen: het bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, appellant, en A., wonende te B., gedaagde. I. ONTSTAAN EN LOOP VAN HET GEDING Onder

Nadere informatie

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties; RAAD VAN TUCHT VERENIGING VAN REGISTERCONTROLLERS Datum uitspraak: 4 november 2014 Zaaknummer: RvT VRC 2014-02 de heer [klager], wonende te [woonplaats 1] gemachtigde: de heer mr. R.M. Braat K L A G E

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAM:2016:86

ECLI:NL:OGEAM:2016:86 ECLI:NL:OGEAM:2016:86 Instantie Datum uitspraak 19-12-2016 Datum publicatie 12-01-2017 Zaaknummer Lar 78/2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Nadere informatie

Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een onzelfstandige woning uit het eigen woningaanbod van de makelaar/bemiddelaar.

Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een onzelfstandige woning uit het eigen woningaanbod van de makelaar/bemiddelaar. Variant 3: Bemiddelingsovereenkomst met makelaar/bemiddelaar voor een onzelfstandige woning uit het eigen woningaanbod van de makelaar/bemiddelaar. De kandidaat-huurder heeft op een website van de makelaar/bemiddelaar

Nadere informatie

IN NAAM DER KONINGIN

IN NAAM DER KONINGIN 2 januari 1987 Eerste Kamer Nr. 12.932 RF/AT IN NAAM DER KONINGIN Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: "VASTELOAVESVEREINIGING DE ZAWPENSE", gevestigd te Grevenbricht, gemeente Born EISERES

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1211 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 01-05-2014 Zaaknummer HD 200.136.561_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890

ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 ECLI:NL:RBGRO:2010:BO8890 Instantie Rechtbank Groningen Datum uitspraak 21-10-2010 Datum publicatie 24-12-2010 Zaaknummer AWB 09/1378 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht

Nadere informatie

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419 CV EXPL 14-32341. Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl ECLI:NL:RBAMS:2015:3202 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vindplaatsen Uitspraak Rechtbank Amsterdam 08-05-2015 28-05-2015 3603419

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen, v4 nieuw tarief Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK

Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK Gerechtshof te 's-gravenhage negende enkelvoudige belastingkamer 29 maart 2002 Nr. BK-00/01073 UITSPRAAK op het beroep van de Stichting X te Y tegen de uitspraak van de Inspecteur, het hoofd van de eenheid

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD

ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:647

ECLI:NL:GHDHA:2017:647 ECLI:NL:GHDHA:2017:647 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 14-03-2017 Zaaknummer 200.207.571/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging

Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565

ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 ECLI:NL:CRVB:2012:BW6565 Instantie Datum uitspraak 22-05-2012 Datum publicatie 29-05-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-1542 WWB + 10-1557

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3026

ECLI:NL:RVS:2014:3026 ECLI:NL:RVS:2014:3026 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-08-2014 Datum publicatie 13-08-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201311562/1/A3 Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2011 Datum publicatie 10-02-2011 Zaaknummer 332164 / HA ZA 09-1605 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856

ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0856 Instantie Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 08-02-2013 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.109.671-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBAMS:2016:199 ECLI:NL:RBAMS:2016:199 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-01-2016 Datum publicatie 02-02-2016 Zaaknummer C/13/572226 / HA ZA 14-903 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Intellectueel-eigendomsrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201010673/1 A/1. Datum uitspraak: 25 juni 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147

ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8147 Instantie Datum uitspraak 02-03-1999 Datum publicatie 11-09-2001 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 98/6295 ABW Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413

ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ4413 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 19-04-2011 Datum publicatie 13-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie awb 09-5337 wwb en awb 10-4936

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988

ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359

ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 ECLI:NL:RBOVE:2013:3359 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Awb 13/843 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287

ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 ECLI:NL:RVS:2001:AB2287 Instantie Raad van State Datum uitspraak 31-05-2001 Datum publicatie 13-11-2001 Zaaknummer 200003521/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Omgevingsrecht

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard ***

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard *** Hoge Raad der Nederlanden Zitting van 25 september 2015 Rolnummer: 2015/168 Schriftelijke toelichting van mr. M.W. Scheltema inzake Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard tegen Hans Christiaan

Nadere informatie

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

vanstate /1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstate 200800036/1. Datum uitspraak: 8 februari 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:171

ECLI:NL:GHSHE:2016:171 ECLI:NL:GHSHE:2016:171 Instantie Datum uitspraak 21-01-2016 Datum publicatie 26-01-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 200.164.903/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen KIESREGLEMENT UNIVERSITEITSRAAD PROTESTANTSE THEOLOGISCHE UNIVERSITEIT (bijlage bij het reglement van de Universiteitsraad Protestantse Theologische Universiteit) Artikel 1 Begripsbepalingen In dit reglement

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3271 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 06-01-2014 Zaaknummer 200.121.491-01 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: Raad vanstate 201112631/1/V2. Datum uitspraak: 22 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep

Nadere informatie

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen

KBvG, Cie Wetgeving, subcommissie Griffierecht Wet griffierechten burgerlijke zaken Modellen voor aanzeggingen Model A1, Rechtbank, 1 gedaagde: natuurlijk persoon a. indien gedaagde verzuimt advocaat te stellen of het hierna te noemen griffierecht niet tijdig betaalt, en de voorgeschreven termijnen en formaliteiten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4930 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-04-2009 Datum publicatie 02-06-2009 Zaaknummer 200.003.858 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2015:4468 ECLI:NL:RBROT:2015:4468 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 24-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer C-10-459512 - HA ZA 14-950 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer

ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rolnummer ECLI:NL:GHLEE:2002:AE4023 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-06-2002 Datum publicatie 12-06-2002 Zaaknummer Rolnummer 0100236 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger beroep

Nadere informatie

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is ECLI:NL:GHARL:2015:4336 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 16-06-2015 Datum publicatie 19-06-2015

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2044 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer 12-00035 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Belastingrecht

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

GERECHTSHOF AMSTERDAM

GERECHTSHOF AMSTERDAM Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM kenmerk 13/00004 en 13/00005 30 juli 2014 uitspraak van de negende enkelvoudige belastingkamer op het hoger beroep van [X] te Uithoorn, belanghebbende, gemachtigde: [A]

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2010:BO2558

ECLI:NL:HR:2010:BO2558 ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d

ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d ECLI:NL:RVS:2014:3559 Deeplink http://d Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-10-2014 Datum publicatie 01-10-2014 Zaaknummer 201309659/1/A3 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 FEBRUARI 2006 C.04.0454.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0454.F M. M., Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen T. M. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 ECLI:NL:GHDHA:2014:3066 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-09-2014 Datum publicatie 25-09-2014 Zaaknummer 200.133.088/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513

ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 ECLI:NL:RBARN:2008:BD8513 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 12-06-2008 Datum publicatie 24-07-2008 Zaaknummer AWB 07/3464 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462

ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 ECLI:NL:CRVB:2002:AE4462 Instantie Datum uitspraak 10-04-2002 Datum publicatie 03-07-2002 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 00/5247 WW, 00/5248 WW

Nadere informatie

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten, Vonnis RECHTBANK LEEUWARDEN Sector kanton Locatie Heerenveen zaak-/rolnummer: 371218 CV EXPL i 1-5231 vonnis van de kantonrechter d.d. 14 maart 2012 inzake X wonende te eiser. procederende met toevoeging.

Nadere informatie

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Zaaknummer : CBHO 2015/083 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 26 januari 2016 Partijen : appellant en Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : collegegeld gegrond inschrijven ingetrokken inschrijving

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839

ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 ECLI:NL:RVS:2006:AY3839 Instantie Raad van State Datum uitspraak 04-07-2006 Datum publicatie 13-07-2006 Zaaknummer 200602107/1 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBROT:2016:665 ECLI:NL:RBROT:2016:665 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 20012016 Datum publicatie 28012016 Zaaknummer C/10/473480 / HA ZA 15333 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen

tegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766

ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 ECLI:NL:RBUTR:2006:AZ7766 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 19-12-2006 Datum publicatie 02-02-2007 Zaaknummer SBR 06-1767 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste

Nadere informatie