1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening?
|
|
- Petra Erna de Smet
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 1.1 Inleiding In het maatschappelijk verkeer verrichten mensen voortdurend juridische en financiële handelingen. Veel mensen ondervinden hierbij problemen. Ouderen die hun pincode vergeten, kunnen geen geld pinnen bij een giromaat. Wie een bijstandsuitkering aanvraagt, moet formulieren kunnen invullen. Gehandicapten en ouderen hebben volgens de Wet voorzieningen gehandicapten recht op woningaanpassingen. Maar hoe en waar vraag je dat aan? Vragen over rechten, uitkeringen, goederen, voorzieningen en geld, worden verschillend benoemd. Het maatschappelijk werk spreekt van materiële vragen en problemen. Het aanbod op dit terrein wordt aangeduid als materiële hulp- en dienstverlening of als informatieve of concrete hulpverlening. Het wordt geassocieerd met de D in de naamgeving van het maatschappelijk werk: MWD. Het beroepsprofiel van het maatschappelijk werk omschrijft concrete hulpverlening als het verlenen van diverse hand- en spandiensten, (als) materiële hulpverlening, gericht op het verbeteren van de bestaansvoorwaarden (Landelijke Vereniging van Maatschappelijk Werkers, 1990) en informatieve hulpverlening als het verzamelen en verschaffen van informatie in het kader van het hulpverleningsproces aan of ten behoeve van cliënten (Landelijke Vereniging van Maatschappelijk Werkers, 1990), met als belangrijkste inhoud de informatie op het gebied van wet- en regelgeving. Binnen het maatschappelijk werk staan materiële en immateriële hulpverlening als onderscheidende begrippen tegenover elkaar. De immateriële hulpverlening houdt zich bezig met vragen en problemen van psychosociale, opvoedkundige en relationele aard. De sociaaljuridische hulp- en dienstverlening plaatst dit type vragen en problemen in sociale en juridische contexten en spreekt daarom van sociaaljuridische vragen en problemen. Met deze aanduiding komt in beeld, dat bepaalde vragen of problemen zowel een sociale als juridische context kennen en dat er zowel materiële, rechtspositionele en immateriële oorzaken aan ten grondslag kunnen liggen. Om die reden verkiezen we de aanduiding sociaaljuridisch boven materieel, informatief of concreet. Sociaaljuridische vragen en problemen variëren qua duur en complexiteit. Meestal bepalen aard en urgentie van de problematiek de duur van de contacten. Bij kortdurende en eenmalige contacten vult een professional formulieren in, legt hij 1 brieven uit of informeert hij naar de toedracht van beslissingen. Hij wijst zijn cliënten op mogelijke voorzieningen en maakt hen wegwijs in het labyrint van organisaties. Waar nodig introduceert hij hen bij deze organisaties. 1 Waar in dit boek de mannelijke schrijfvorm wordt gebruikt, wordt ook de vrouwelijke vorm bedoeld.
2 24 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Er zijn ook vragen en problemen die langer durende contacten vergen, zoals schuldhulpverlening, bemiddeling ( mediation ) tussen bewoners bij burenoverlast, begeleiding bij reïntegratieactiviteiten, coaching van bewonerscommissies, ondernemingsraden, cliëntenraden en patiëntenverenigingen. Jaap werkt als laborant in een klein ziekenhuis. Als gedreven sportman fietst hij dagelijks veertig kilometer heen en weer naar zijn werk. Voordat hij met zijn werk begint, gaat hij zich eerst douchen en omkleden. Zijn bezwete sportkleding hangt hij te drogen in de douche/toiletruimte, zijn dure racefiets stalt hij naast zijn bureau. Zijn enige vrouwelijke collega ergert zich enorm hieraan en doet daarover beklag bij haar leidinggevende. Die geeft eerst niet thuis en vindt later dat ze overdrijft. Omdat ze haar gelijk niet krijgt gaat ze in het offensief. Ze negeert Jaap op het werk, zegt niets meer tegen hem en start een roddelcampagne. Waar mogelijk maakt ze hem zwart bij haar leidinggevende. Jaap zou haar gemeen behandelen, fouten maken, het ervan nemen, zich te pas en te onpas ziek melden. Tegen roddel, pesten en negeren heeft Jaap geen verweer. De eerste verschijnselen zijn moeheid en gespannenheid, daarna krijgt hij steeds meer lichamelijke klachten. Het begint met nekklachten, waardoor het kijken door de microscoop hem steeds zwaarder valt. Later krijgt hij steeds meer pijn in zijn hoofd en rug. Werken wordt onmogelijk en Jaap meldt zich ziek. De arbo-arts keurt Jaap echter goed, wat leidt tot een spiraal van ziek- en betermelden. Uiteindelijk neemt hij een advocaat in de hand en belandt hij in de WAO. Zijn advocaat sleurt er een goede financiële regeling en vergoeding van omscholingskosten voor hem uit. In deze casus is zowel sprake van een sociaal als juridisch probleem. Het sociale is de werkomgeving, de collegiale omgangsvormen, de relatie van werknemer en werkgever. De problemen die zich in deze sociale omgeving voordoen, zijn met sociale strategieën op te lossen (bijv. bemiddelingsgesprek, andere of aangepaste werkplek). Het juridische van dit probleem zit in de relatie tussen werkgever en werknemer. Een werknemer is verantwoordelijk voor het leveren van arbeid, de werkgever voor loon en een goed arbeidsklimaat c.q. goede arbeidsomstandigheden. De werkgever is ook verantwoordelijk voor loondoorbetaling bij ziekte (Wet uitbetaling loon bij ziekte; WULBZ)en voor de reïntegratie van de werknemer in het eerste ziektejaar (Wet verbetering poortwachter). Had de werkgever dit conflict serieus genomen, dan had de escalatie en verharding van dit conflict voorkomen kunnen worden. Het UWV verwijt de werkgever dat Jaap instroomt in de WAO en legt het ziekenhuis een sanctie op van een jaar extra loondoorbetaling en vergoeding van omscholingskosten. Hulp en diensten worden in principe op basis van vrijwilligheid verleend. Cliënten worden geacht gemotiveerd te zijn voor hulp en daaraan hun bijdrage te leveren. Het komt echter ook voor, dat hulp en diensten voorwaardelijk of gedwongen verleend worden. Wie een uitkering aanvraagt, moet meewerken aan zijn reïntegratie op straffe van een sanctie. Ook op andere terreinen gelden voorwaarden. Johan heeft een alcoholprobleem. Hij komt nogal eens dronken thuis en maakt dan een enorme herrie op de galerij van zijn flat. Omwonenden hebben meerdere malen bij de woningcorporatie geklaagd en eisen maatregelen. In het gesprek waarschuwt de sociaal beheerder dat de verhuurder een ontrui-
3 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 25 mingsprocedure gaat beginnen als Johan zijn gedrag niet verandert. Om af te zien van een ontruimingsprocedure eist hij dat Johan hulp zoekt bij het CAD om zijn drankprobleem onder controle te krijgen. Een voorbeeld van gedwongen contacten zijn de taakstraffen. Jongeren die een delict gepleegd hebben, kunnen kiezen tussen gevangenisstraf of een taakstraf. 1.2 Werkvelden en organisaties Organisaties die mensen behulpzaam zijn bij sociaaljuridische vragen en problemen worden gerekend tot de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening. Het is een verzamelbegrip voor uiteenlopende werkvelden, die zich qua problematiek, invalshoeken en competenties onderscheiden van de immateriële hulpverlening. In meerdere werkvelden bieden organisaties onder eigen benamingen hun aanbod aan. Zo spreken woningcorporaties van sociaal beheer ; gebruiken reïntegratiebedrijven, sociale diensten en UWV de termen reïntegratie en sociale activering ; en bureaus schuldhulpverlening de term schuldsanering. Om een indruk te geven waar sociaaljuridische professionals hun beroep uitoefenen, geven we onderstaande werkvelden en organisaties (Dirkx en Van Kooij, 2002). Organisaties die uitkeringen, goederen, voorzieningen verstrekken Deze organisaties beoordelen aan de hand van algemene (rechts)regels of burgers hierop recht hebben. De centrale waarden zijn rechtsgelijkheid en rechtszekerheid. Het gaat om belastingdiensten, uitvoerende organisaties van de sociale zekerheid, (centrum werk en inkomen, sociale dienst, uitvoeringsinstelling werknemersverzekeringen, ziektekostenverzekeringen) en woningcorporaties. Hulpverlenende organisaties De centrale waarden van hulpverlenende organisaties gaan uit van individualisering en het zelfbeschikkingsrecht van cliënten. In de sociaaljuridische hulpverlening gaat het om: Bureau sociaal raadslieden. Geeft advies en informatie, bemiddelt bij instanties, vult formulieren in, helpt mensen bij het verkrijgen van inkomensaanvullende rechten en wijst mensen de weg naar voorzieningen en organisaties. Instelling voor ouderenwerk. Biedt hulp bij vragen over de aanvraag en financiering van voorzieningen, bij schulden en inkomensaanvullende rechten. Instelling voor verslavingszorg. Biedt hulp bij vragen die zowel de verslaving zelf betreffen als bij de vragen die hieraan gerelateerd zijn (bijv. aanvraag en financiering van voorzieningen, schulden, huisvesting, inkomensaanvullende rechten). Instelling voor maatschappelijk werk. Biedt zowel hulp bij psychosociale vragen en problemen als bij problemen en vragen over schulden, voorzieningen, uitkeringen. Zorginstelling. Sociaaljuridische hulp kan een ingebouwde functie zijn bij een zorginstelling. Soms zijn er aparte functionarissen voor aangesteld (bijv. MEE, voorheen sociaalpedagogische dienst). Bureau schuldhulpverlening. Biedt hulp bij de sanering van problematische schulden. Daarnaast budgetvoorlichting en budgetteringscursussen. Formulierenbrigade. Vult formulieren voor burgers in en geeft hen uitleg over ambtelijke brieven. Mentorproject. Verschillende plaatsen in Nederland kennen mentorprojecten. Deze projecten richten zich veelal op ouderen, ex-psychiatriepatiënten, verstandelijk gehandicapten. Vrijwilligers en/of professionals helpen mensen in een-op-eencontacten bij de meest voorkomende administratieve werkzaamheden (huur- en energiebetaling, belastingen, verzekeringen). Steunpunt studiefinanciering, bureau studentenzaken, decanaat.
4 26 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Instelling voor jeugdwelzijnswerk. Voorbeeld: Jongeren Informatie Punten. Organisaties op het gebied van belangenbehartiging Vakbond. Biedt juridische hulp bij arbeidsconflicten, CAO-kwesties, vragen van ondernemingsraden en socialezekerheidskwesties. De meeste bonden helpen alleen leden. Daarnaast breiden de bonden hun aanbod steeds meer uit op het gebied van verzekeringen, hypotheken, leningen en consumentenzaken. Huurdersvereniging, huurteam, woonbond. Helpt huurders bij vragen rond woningwaardering, woningtoewijzing, huurprijzen en renovatie. Gehandicaptenorganisatie (zie zorginstelling en MEE). Organisatie van uitkeringsgerechtigden. Dit is een zelforganisatie die lotgenoten van raad en daad voorzien (bijv. WAO-groepen, Vrouwen in de Bijstand). Migrantenorganisatie. Belangenorganisatie voor ouderen (bijv. ANBO/Cosbo). Consumentenvereniging (bijv. Consumentenbond, Vereniging Eigen Huis). Patiëntenvereniging. Zorgt voor contacten met lotgenoten, helpt bij rechtspositionele kwesties, informeert en adviseert over de financiering van voorzieningen, behandelingen, medicijnen, klachten. Ideële bewegingen Ideële bewegingen zijn veelal verenigingen of stichtingen. Vaak zijn het vrijwilligers en/of een beperkt aantal betaalde medewerkers die de werkzaamheden verrichten. Er is een hoge betrokkenheid bij de doelstellingen van de organisatie (bijv. rechtswinkel, antidiscriminatiebeweging). Commerciële bedrijven voor individuele dienstverlening Het gaat hierbij om een reïntegratiebedrijf, rechtsbijstandkantoor en advocatenkantoor. Organisaties die op grote schaal diensten verlenen De werkzaamheden zijn van korte duur, weinig ingrijpend en sterk gestandaardiseerd. Rationalisering en commercialisering, doelmatigheid en rendement zijn de centrale waarden. Voorbeelden: verzekeraar (ziektekosten, arbeidsrisico s); bureau burgerzaken van gemeenten. Organisaties die werken binnen een justitieel kader bureau taakstraffen/bureau Halt; IND (immigratie- en naturalisatiedienst); bureau jeugdzorg. Organisaties met een hoge professionele dienstverlening Het gaat om de diensten van hoog opgeleide professionals. De centrale waarde is de professionele kwaliteit van de geleverde diensten. Voorbeelden: stichting ombudsman/vrouw; bureau rechtshulp/advocatuur; bureaus voor mediation en arbitrage. De beroepen en functies die professionals in deze organisaties uitoefenen, worden aangeduid als: consulent (bijstandsconsulent, reïntegratieconsulent, woonconsulent, budgetconsulent); adviseur (ouderenadviseur, juridisch adviseur bij de vakbond); medewerker (helpdesk-medewerker); vertrouwenspersoon; klachtenfunctionaris; sociaal raadsman/-vrouw; maatschappelijk werker; bewindvoerder. 1.3 Type problemen Sociaaljuridische vragen en problemen zijn verschillend te typeren. Wanneer iemand en/ of zijn omgeving niet weet of en op welke rechten hij aanspraak kan maken, hoe en waar deze aan te vragen, dan spreken we van een kennisprobleem. Bij deze problemen raad-
5 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 27 plegen burgers professionals in de verwachting ter zake advies of informatie te krijgen. Vaak verwoorden zij hun vragen als: Waar heb ik recht op? Hoe moet ik een kwestie aanpakken? Voor welke uitkering kom ik in aanmerking? Wat moet ik doen bij ontslag? Heb ik recht op een voorziening? Waar moet ik zijn voor...? Kennisproblemen ontstaan door de hoeveelheid, complexiteit en ondoorzichtigheid van wetten, regelingen en uitvoerende organisaties. Niet alleen voor burgers maar ook voor professionals neemt de bureaucratie soms onneembare en Kafka-achtige dimensies aan. Het leidt ertoe dat mensen ertegen opzien een aanvraag te doen, zich ervoor schamen of zich laten afschepen, waardoor rechten en voorzieningen onderbenut en niet gebruikt worden. Kennisproblemen doen zich met name voor bij de laagste inkomensgroepen, bij mensen met de slechtste rechtsposities. Zij zijn afhankelijk van voorzieningen, uitkeringen en inkomensondersteunende regelingen. Bij kennisproblemen informeren en adviseren professionals over rechten en plichten, bemiddelen zij bij het verkrijgen van voorzieningen, tekenen zij bezwaar en beroep aan tegen beslissingen en verwijzen mensen naar de geëigende organisaties. Hoe lastig dit is blijkt uit de casus van Alexander van Wayenburg. Alexander van Wayenburg Alexander van Wayenburg (30) is gehandicapt. Hij kan zijn armen en benen niet of nauwelijks gebruiken. De afgelopen acht jaar verbleef hij in Amstelrade, een instelling voor mensen met een lichamelijke of meervoudige handicap. In de nieuwe woonwijk Park De Meer, het voormalige Ajax-terrein, wonen 26 mensen met een lichamelijke handicap. Ze delen de zorgvoorzieningen met 23 mensen met een verstandelijke beperking en met andere bewoners van de wijk. Vanuit het zorgsteunpunt kunnen de gehandicapte wijkbewoners zorg op afroep en persoonlijke begeleiding krijgen. Ook Alexander woont daar nu zelfstandig. Hij laat zien hoe hij zijn gordijnen elektrisch kan openen en sluiten. De deuren naar het balkon gaan met een druk op de knop open en dicht. Het interieur is aangepast zodat hij met zijn rolstoel overal kan komen. Het was en is echter een gevecht om dit alles voor elkaar te krijgen. Zo kan Alexander niet zelf de deuren van de flat en van zijn appartement openen. Met een afstandsbediening is dit een fluitje van een cent, maar de bureaucratie ligt dwars. Wil een gehandicapte een voorziening hebben om vanuit zijn rolstoel elektrisch en op afstand de deur te openen, dan krijgt hij te maken met tal van regels, bepalingen en organisaties. De Stedelijke Woningdienst (SWD) wijst een MIVA-woning (minder-validewoning) toe op basis van de indicatie van het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO). Om een deur op afstand te openen moet de zorgverzekeraar een omgevingsbesturingsunit toewijzen en moet de thuiszorg die aanschaffen. Een elektrisch motortje, dat onder de aarden nagelvaste voorzieningen valt, wordt bekostigd uit de Wet voorzieningen gehandicapten na een indicatie van het Regionaal Indicatie Orgaan (RIO). Vervolgens wijst de Stedelijke Woningdienst het motortje toe. Na deze wegen bewandeld te hebben, kan de gehandicapte in het bezit zijn van de besturingsunit en het motortje. Dan kan de deur nog niet open, omdat daarvoor een bedieningsknopje op de rolstoel nodig is. Daar gaan vier organisaties over. Het knopje valt onder de vervoershulpmiddelen. Daarvoor indiceert het RIO na een advies bij de adviesdienst Argonaut/ZVN. De sociale dienst
6 28 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening betaalt dit knopje en Welzorg, een leverancier van hulpmiddelen voor ouderen en gehandicapten, levert het. (bewerkt naar: Kluis, 2002) Een volgend type probleem ontstaat waar organisaties de burger overspoelen met folders, brochures en posters. Er is dan een teveel aan informatie, waardoor burgers voor het probleem staan hoe te bepalen welke informatie voor wie en op welk moment van belang is. We noemen dit een keuzeprobleem. Bij keuzeproblemen gaat het professionals erom eerst zicht te krijgen op de individuele omstandigheden, wensen en behoeften van de cliënt, om vervolgens die adviezen en die informatie te geven die daarop zijn toegesneden. Het gaat om vragen als: Welke informatie is voor de cliënt belangrijk? Welke informatie slaat op zijn situatie? Schieten sociale vaardigheden tekort om rechten, goederen en voorzieningen te verwerven en/of te behouden, dan spreken we van een vaardighedenprobleem. Wie nooit geleerd heeft met geld om te gaan, loopt eerder het risico problematische schulden te krijgen dan mensen die wel kunnen budgetteren. Diegenen die niet over bureaucratische vaardigheden beschikken, kunnen huizenhoog opzien tegen de 23 formulieren die zij bij het CWI in Amsterdam moeten invullen voor een uitkeringsaanvraag. Voor allochtonen, laagopgeleiden, analfabeten is dit een onneembare hindernis. Veel klachten komen niet bij een klachtencommissie terecht, omdat veel mensen niet weten hoe een klacht in te dienen of ertegen opzien voor een commissie te verschijnen. Sociaaljuridische professionals hebben de taak mensen aan en tot hun rechten te laten komen. Aan zijn rechten komen houdt in, dat professionals burgers behulpzaam zijn bij het verkrijgen van hun rechten en/of voorzieningen. Het kan ook betekenen, dat zij hen wijzen op (het nakomen van) hun verplichtingen, waardoor onnodige problemen voorkomen worden. Tot zijn rechten komen betekent, dat professionals hun cliënten terzijde staan bij het zelfstandig verwerven van hun rechten en het zelfstandig nakomen van hun verplichtingen. Zij ondersteunen cliënten bij het vormen van een oordeel, het nemen van beslissingen en bij het leren van de daarvoor benodigde vaardigheden. Sociale vaardigheden zijn ook een kwestie van normen, waarden en houding. De afwezigheid ervan kan leiden tot maatschappelijk onaanvaardbaar gedrag, zoals onverantwoord bestedingsgedrag, gokken, te laat op het werk komen, storend woongedrag. Hulp bij sociaaljuridische problemen wordt pas zinvol op het moment dat iemand bereid is te werken aan gedragsverandering. Veel sociaaljuridische problemen zijn te herleiden tot de kwaliteit en kwantiteit van iemands sociale omgeving. We spreken dan van omgevingsproblemen. Iemands sociale omgeving kan qua kwaliteit tekortschieten (bijv. doordat niemand de benodigde kennis heeft). In kwantitatief opzicht kan iemands sociale omgeving te beperkt zijn. Dan heeft iemand weinig sociale contacten. Ook komt het voor dat iemand zijn omgeving niet wil belasten met zijn vuile was of dat iemand uit schaamte schroomt zijn problemen bekend te maken. Problematische schulden worden soms de privatisering van de armoede genoemd. Schuldenaren hebben vaak een klein sociaal netwerk en vallen noodgedwongen terug op familie en hulpverleners. De waarde van iemands sociale omgeving ligt niet zozeer in de aanwezige kennis, maar in de stimulans die ervan uit kan gaan. Het gaat dan om de aandacht én de vragen die iemand krijgt (bijv. Heb je al huurtoeslag aangevraagd?, Wanneer ga je naar het CWI?, Hoe is je aanvraag afgelopen?, Heb je al gesolliciteerd? ). Bij mensen die een beperkte sociale
7 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 29 omgeving hebben, zal de sociaaljuridische hulp vaak gepaard moeten gaan met het vergroten en mobiliseren van sociale contacten. Ook professionals belemmeren de toegang tot rechten. Vaak kennen zij (delen van) weten regelgeving niet of passen deze verkeerd toe. Er is het gegeven van disfunctionerende bureaucratieën. De klachten van burgers en professionals betreffen de dienstverlening en de wijze waarop contacten verlopen. Het gaat over: (telefonische) onbereikbaarheid van uitvoeringsinstellingen en helpdesks (bijv. Er zijn... wachtenden voor u, Toets eerst een 1 ); niet beantwoorden van brieven en faxen; (telefonische) onbereikbaarheid van dienstverleners (bijv. Ik ben er niet, als de telefoon gaat op een afdeling); niet teruggebeld worden; omslachtigheid van procedures; bureaucratische opstelling van uitvoeringsinstellingen (een afspraak voor de WAO op maandag en voor de WW op dinsdag in hetzelfde gebouw); eigenmachtig en klantonvriendelijk optreden van dienstverleners. Er zijn ook mensen die door de bejegening van dienstverleners afzien van aanvragen of genoegen nemen met een voor hen nadelige beslissing. Bekend zijn de studies over de street-level bureaucracy, waarin het gedrag van professionals in de dienstverlening onder de loep is genomen. Daarin schetsen onderzoekers een negatief beeld van dienstverleners die de wet niet kennen of verkeerd toepassen, gedrag vertonen dat ongeïnteresseerd, intimiderend, onbeschoft, kleinerend, en autoritair is. Het gebrek aan kennis wordt verbloemd door bluf, onheuse behandelingen en overrulen. Hoewel deze typeringen de consciëntieuze professionals tekortdoen, is het ook in Nederland geen vanzelfsprekendheid dat beroepsbeoefenaren de wet te allen tijde correct toepassen. Verkeerde voorlichting, afschepen en verkeerde toepassing van rechten zijn ook hier mogelijk. Al deze en andere redenen leiden ertoe dat mensen geen aanspraak maken op datgene waarvoor zij, op grond van omstandigheden en/of rechtspositie, wel in aanmerking komen. We spreken in deze situaties van onderbenutting of niet-gebruik. 1.4 Waarom sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? Er is een grote behoefte aan sociaaljuridische hulp en diensten. Deze behoefte hangt samen met een aantal maatschappelijke verschijnselen die bekend staan als: juridisering; sociale participatie; burgerschap en grondrechten; onderbenutting/niet-gebruik van rechten; mondigheid juridisering Het begrip juridisering kent meerdere betekenissen. Als kwantitatief, getalsmatig begrip vestigt het de aandacht op de hoeveelheid wetten, regels en pseudowetgeving. Pseudowetgeving duidt op de hoeveelheid beleidsregels en niet wettelijk verankerde regels die burgers worden opgelegd. Tegenover juridisering staat deregulering.dit staat voor de intentie de hoeveelheid wet- en regelgeving te verminderen, te vereenvoudigen of de mogelijkheden van bezwaar- en beroepsprocedures te beperken. Als kwantitatief begrip krijgt juridisering vaak een negatief oordeel, omdat het gelijkgesteld wordt met bureaucratisering, complexe weten regelgeving, grote aantallen beroepszaken en een dichtslibbend rechterlijk apparaat. In kwalitatieve zin duidt juridisering op de toenemende invloed van het recht op de verhouding tussen bestuur en burgers. Naarmate burgers afhankelijker worden van de overheid, neemt deze invloed toe. Een bijstandsgerechtigde is voor zijn inkomen, inkomensaanvullende rechten en voorzieningen aangewezen op de dienstverlening van de overheid.
8 30 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Die eist dat de burger zijn plichten nakomt (bijv. informatieplicht, verplichte deelname aan reïntegratieprojecten, sollicitatieplicht). Ook op andere levensterreinen legt de overheid de burger verplichtingen op. Wie een kind krijgt moet dit bij de burgerlijke stand melden, wie een paspoort nodig heeft vraagt dit op het gemeentehuis aan. In kwalitatieve zin duidt juridisering ook op de veranderde functie van het recht. Rechtssociologen wijzen erop dat de overheid de wetgeving inzet om het maatschappelijk leven te beheersen en te reguleren (bijv. wetgeving die bedrijven voorschrijft hoe zich te houden aan milieuregels). Zij noemen dit een modificerende (d.w.z. veranderende of wijzigende) functie van het recht. Dit staat tegenover de codificerende functie die het recht van oudsher kent. Codificeren wil zeggen: regels, voorschriften of maatschappelijke regels in wetten vastleggen. Juridisering is ook een verzelfstandiging van het werkwoord juridiseren, wat juridisch maken betekent. In die zin is het een methodisch begrip en duidt het op het omzetten van een vraag of probleem in een juridisch hanteerbare vraagstelling. De negatieve betekenis van juridiseren komt naar voren als het tegenover de dialoog wordt geplaatst. Een voorbeeld hiervan vormt de afhandeling van klachten. Die gaan meestal over bejegening. Veel organisaties kiezen er daarom voor om bij een klacht eerst contact op te nemen met de klager en hem uit te nodigen voor een gesprek om zijn klacht naar voren te brengen. Heeft de klager gelijk en erkent de organisatie dit, dan neemt hij veelal genoegen met een excuus, zijn gelijk, en mogelijk met maatregelen. Op het moment dat een klachtencommissie een klacht formeel behandelt, wordt het recht van de klager weliswaar erkend, maar zit hij tegelijkertijd in een vaak langdurige procedure. Waar een dialoog gevoerd had kunnen worden, zitten partijen nu als tegenstanders tegenover elkaar. Met name in situaties waarbij partijen nog vaak met elkaar te maken krijgen is een uitkomst met een verliezer en een winnaar ongewenst. De methode mediation biedt beide partijen de mogelijkheid van een winwinuitkomst. Ten slotte duidt juridisering op de ontwikkeling, waarbij economische belangen, rechten en plichten juridisch verankerd worden. Wie een huis koopt krijgt een voorlopig en definitief koopcontract en een hypotheekakte, sluit verzekeringen en schrijft zich in bij het kadaster. Er is geen mens die erover peinst een dergelijke koop contant en handjeklap te sluiten. Mensen die gaan samenwonen, sluiten een samenlevingscontract om hun erfrecht, pensioenrechten en woonrecht te beschermen. De voogdij over kinderen is bij testament te regelen. Sociale en/of emotionele relaties tussen mensen zijn daardoor ook juridische relaties geworden. Juridisering als kwalitatief begrip krijgt vaak een positieve beoordeling. Het staat dan voor de rechtsbescherming, die burgers een sterke positie geeft ten opzichte van de overheid of voor de bescherming van belangen. Jaap en Marjan hebben een vaste relatie en wonen samen. Hun vrienden, John en Joke, woonden ook samen totdat John een herseninfarct kreeg en aan de gevolgen ervan stierf. Zij hadden niets geregeld, waardoor Joke de woning moest verlaten en niets van de bezittingen erfde. Jaap en Marjan realiseren zich dat zij ook niets geregeld hebben en vragen zich af wat het beste bij hen past. Geregistreerd partnerschap komt het meest overeen met hun huidige situatie. Maar is dit gunstig voor kinderen? Hoe gunstig is het in gemeenschap van goederen te trouwen of op huwelijkse voorwaarden? Marjan vindt de huwelijkse voorwaarden maar niks, een uiting van calculerend gedrag. Als je trouwt, dan deel je alles. Jaap wijst haar op het waardevolle antiek dat zij ooit zal erven. Een deel daarvan sieraden heeft ook
9 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 31 een hoge emotionele waarde. Marjan vindt dit maar vreemd. Zo redeneer je niet als je gaat trouwen. Tien jaar later is de roze wolk van Jaap en Marjan uit elkaar gespat. Jaap is er met een vriendin vandoor en Marjan heeft zo de pest aan hem gekregen, dat ze het onderste uit de kan wil. Ze neemt een goede advocaat in de arm, die ze inzet voor een hoge alimentatie, de voogdij over hun twee kinderen en het behoud van haar erfenis. Jaap neemt ook een advocaat. Hij wil een bezoekregeling, een zo laag mogelijke alimentatie en om haar dwars te zitten eist hij een deel van het antiek. Ze zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. De ontbinding van een relatie is niet alleen een emotionele maar ook een juridische daad. Een scheiding is een emotioneel probleem van verwerking en een juridisch probleem (bijv. bezoekregeling, voogdij, alimentatie, verdeling van geld en goederen) sociale participatie In de registratiecijfers van de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening zijn de mensen met een minimuminkomen oververtegenwoordigd. Het gaat om mensen met een uitkering of een minimumloon. Vaak beschikken deze mensen over weinig cultureel kapitaal (De Waal, 2001). Dat wil zeggen dat zij laag zijn opgeleid en vaak de omgangsvormen, het zelfvertrouwen en de netwerken missen die nodig zijn om zich in de maatschappij staande te houden of sociaal te klimmen. Zij worden soms openlijk en soms bedekt gediscrimineerd vanwege huidskleur, kleding, sekse of een combinatie ervan. Voor zichzelf beantwoorden zij niet aan de normen van wat als een behoorlijk leven wordt gezien. De beelden van een normale succesvolle identiteit is niet van toepassing, wat vaak tot een negatief zelfbeeld leidt. Er is een verband tussen de hoogte van het inkomen en de mate waarin mensen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer. Bij deelname spreken we van sociale participatie en bij niet-deelname van sociale non-participatie. Beide begrippen hangen weer samen met verschijnselen als marginalisering, sociaal isolement en demoralisering (Andel, Den Heeten & Bommeljé, 1997). Het lijkt erop dat naarmate het inkomen lager wordt, de mogelijkheden om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer aan kwantiteit en kwaliteit inboeten. Voorbeelden zijn kosten van familiebezoek (cadeaus, reisgeld), lidmaatschap van verenigingen, kinderpartijtjes (met cadeautjes), krantabonnement, lidmaatschap van vakbond, politieke partij of kerkgenootschap. Veel definities gaan eraan voorbij, dat sociale participatie alleen onder bepaalde materiële en immateriële voorwaarden mogelijk is. Volgens een van die definities is sociale participatie de individuele of collectieve deelname aan en betrokkenheid bij activiteiten op het gebied van samenleven, werk, religie, politiek en cultuur (Lamme, Linneman, Deeg & Schuyt, 1998). Hoe de deelname aan het maatschappelijk verkeer het sociaal welzijn van mensen beïnvloedt, wordt in beeld gebracht aan de hand van de participatiemonitor in figuur 1.1 (Edzes, 1997). Eindpunt in het schema in figuur 1.1 is iemands subjectieve welbevinden. Dit uit zich in tevredenheid over buurt, voorzieningen, sportfaciliteiten, vervoer, gemeente en het ontvangen van sociale waardering. De kwaliteit van iemands sociale en fysieke bestaan bepaalt iemands subjectieve welbevinden. Wie een goede gezondheid heeft, kan beter aan maatschappelijke activiteiten deelnemen dan iemand met fysieke en psychische klachten. Zo is de gezondheidstoestand van onbemiddelbare bijstandscliënten zorgwekkend. Van hen heeft 31 procent lichamelijke of psychische klachten en 28 procent is overspannen geweest; gevoelens van eenzaamheid komen bij hen meer dan gewoonlijk voor
10 32 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening (Edzes, 1997). Ook cognitieve factoren beïnvloeden het subjectief welbevinden. Wie inzicht heeft in zijn eigen mogelijkheden heeft meestal een positieve instelling en een optimistisch wereldbeeld. Randvoorwaarden (bijv. financiële middelen, gezondheid, voorzieningen, mobiliteit, huisvesting, persoonlijke kenmerken, sociaal netwerk van vrienden en familie) beïnvloeden direct en indirect iemands sociale en fysieke welzijn en de mogelijkheden tot sociale participatie. In de participatiemonitor kan sociale participatie bestaan uit betaald of onbetaald werk, deelname aan formele verbanden (kerken, politieke partijen, vakbond, welzijnswerkactiviteiten, educatie) en het behoren tot informele verbanden (familie, vrienden, buren). Dat de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening zich moet richten op de verbetering van de randvoorwaarden voor sociale participatie, ofwel de materiële bestaansvoorwaarden van mensen (Edzes & Weggemans, 1997), is daarom een voor de hand liggende conclusie. Financiële tegemoetkomingen vullen niet alleen het gezinsinkomen aan, maar maken ook de deelname aan het sociaal verkeer financieel mogelijk. Lidmaatschappen van verenigingen komen binnen bereik, sociale contacten worden erdoor mogelijk. Goede vervoersfaciliteiten voor ouderen betekenen sociale contacten en vermindering van eenzaamheidsproblemen burgerschap en grondrechten Door sociale participatie te verbinden met de thema s burgerschap en sociale grondrechten komen de randvoorwaarden voor sociale participatie in het perspectief van volwaardig burgerschap te staan. In alle visies op burgerschap is burgerzin het uitgangspunt. Burgerzin betekent dat burgers verantwoordelijkheid nemen voor zichzelf en voor de samenleving, zich gedragen volgens gangbare codes en onderlinge solidair zijn. Wil een samenleving als samenleving functioneren, dan is het essentieel dat burgers van burgerzin blijk geven. Betrokkenheid van burgers bij de samenleving is daarom belangrijk. Niet betrokken burgers dreigen ervan te vervreemden en de waarden en normen te verliezen die tot de kern van de burgerzin gerekend worden. Om volwaardig te kunnen deelnemen aan het maatschappelijk verkeer moet aan een aantal voorwaarden zijn voldaan. Het liberalisme legt hierbij de nadruk op klassieke grondrechten. In deze visie staan het respect voor individuele vrijheden en het respect voor democratische politieke rechten hoog in het vaandel (bijv. vrije verkiezingen, vrijheid van organisatie en meningsuiting, vrijheid van godsdienst). De sociale visie op burgerschap benadrukt naast de klassieke ook de sociale grondrechten. Die rechten moeten mensen de middelen geven om te voorzien in hun sociaaleconomische en sociaal-culturele behoeften. Voeding, kleding, huisvesting, werk, inkomsten en onderwijs dienen daarom gegarandeerd te zijn. Het volledig gebruik van rechten en sociale participatie gaan in deze visie hand in hand. De sociale visie op burgerschap vindt de laagte van de uitkeringen een van de obstakels voor volwaardig burgerschap. Zo dekt een bijstandsuitkering hooguit de noodzakelijke kosten van bestaan, waardoor de overheid de uitkeringsgerechtigden vooral de sociale kant van het burgerschap onthoudt. Het is voor hen moeilijk een goede woning te vinden en toegang te krijgen tot onderwijs, gezondheidszorg en arbeidsmarkt. De zin van de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening ligt dan ook in het kader van sociale participatie, burgerschap en burgerzin. In 1983 is de Nederlandse Grondwet met tal van sociale grondrechten uitgebreid (Meij- Van Bruggen, 1989). De betekenis hiervan is verstrekkend. Ten eerste moet de overheid dusdanige bestaansvoorwaarden garanderen dat iedere burger in materieel opzicht gelijke kansen heeft op individuele ontplooiing. Het bestaan van inkomensvangende en inkomensaanvullende rechten past in dit kader en
11 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 33 Randvoorwaarden financiële middelen gezondheid voorzieningen mobiliteit huisvesting persoonlijke kwaliteiten sociaal netwerk: familie, vrienden Sociale participatie betaald werk vrijwilligerswerk formele participatie informele participatie Figuur 1.1 Participatiemonitor. Subjectief welbevinden algemeen welbevinden tevredenheid t.a.v. buurt, voorzieningen, sport, gemeente, vervoer, sociale waardering Fysiek welzijn Sociaal welzijn Eigen inschattingen Cognitieve factoren moet de extremen in inkomensongelijkheid rechttrekken om een maatschappelijke tweedeling te voorkomen. Critici stellen dat de overheid deze verantwoordelijkheid verre van waarmaakt. Zij vinden dat de overheid onvoldoende maatregelen neemt om de ongewenste maatschappelijke tweedeling tegen te gaan. Uitbreiding van de sociale grondrechten betekent vervolgens, dat de overheid moet zorgen voor de voorzieningen die het gebruik van deze rechten mogelijk maakt en garandeert. Omdat de Grondwet uitgaat van de formele (rechts)gelijkheid van burgers, dienen deze voorzieningen voor iedere burger toegankelijk, bereikbaar en beschikbaar te zijn. De kritiek op dit punt komt tot uiting in de discussie over het hebben en krijgen van rechten. Critici wijzen op de vele discrepanties. Bijvoorbeeld tussen het recht op rechtsbijstand en de invoering van eigen bijdragen of tussen het recht op huisvesting en de onbetaalbaarheid van kwalitatief goede huurwoningen voor de laagste inkomensgroepen. Tot de taak van de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening behoort het signaleren van de werking van wet- en regelgeving en de tekortkomingen ervan. De betekenis van de sociale grondrechten ligt ten slotte in het principe van rechtsgelijkheid. De overheid moet ervoor zorgen, dat de toewijzingscriteria voor voorzieningen consistent, inzichtelijk en controleerbaar zijn. Ook hier is de kritiek, dat de ontoegankelijkheid van voorzieningen en rechten in de hand wordt gewerkt door moeilijk taalgebruik, de dichtheid en verfijning van regels, en de diversiteit van toekenningscriteria. Het is mogelijk dat sociale en klassieke grondrechten op gespannen voet met elkaar staan. Ter illustratie de Wet werk en bijstand. Om een uitkering te kunnen toekennen, vraagt de sociale dienst veel informatie van de aanvrager. De aard en hoeveelheid daarvan staan op gespannen voet met klassieke grondrechten (bijv. recht op privacybescherming, recht van bewijslast). Aanvragers van een uitkering worden niet alleen verplicht vergaand inzicht te geven in hun privéleven, maar worden ook geacht te bewijzen dat zij recht op deze uitkering hebben. Er was ook een tijd dat de sociale dienst moest bewijzen dat iemand geen recht op een uitkering had onderbenutting/nietgebruik van rechten Voor mensen die op of rond de armoedegrens leven, bestaan inkomensondersteunende voorzieningen. Diegenen die deze voorzieningen het hardst nodig hebben, blijken deze onvoldoende te benutten. We noemen dit ondersubsidiëring, onderbenutting of niet-gebruik van rechten. Het is het niet, ten dele (partieel) of tijdelijk ontvangen van uitkeringen of voorzieningen waar men recht op heeft (Vrooman, 1996). Het niet-gebruik verslechtert de inkomenspositie van de laagste inkomensgroepen en leidt tot onnodig verlies van koopkracht. Niet-gebruik van rechten is omvangrijk. Zo maakt procent van de rechthebbenden geen gebruik van individuele huurtoeslag, is de onderbenutting van de bijzondere bijstand
12 34 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening procent, en maakt procent van de gerechtigden geen gebruik van de kwijtschelding van lokale lasten (Piepers & De Jong, 1997). De oorzaken voor het niet-gebruik van rechten liggen zowel bij vragers en cliënten als aanbieders, professionals en organisaties. De volgende redenen worden genoemd waarom burgers (de vragers) hun rechten niet benutten (Smolenaars & Van Oorschot, 1993). Onbekendheid met rechten Veel burgers zijn niet op de hoogte van hun rechten. Ze zoeken niet actief naar informatie, wachten vaak af, weten niets van veranderingen van regels en beseffen niet dat gewijzigde persoonlijke omstandigheden hen alsnog rechten kunnen geven. De moraliserende opvatting van de overheid, dat burgers zelf het initiatief moeten nemen om hun rechten aan te vragen, is niet alleen rampzalig voor diegenen die geen weet van rechten hebben maar het is ook in strijd van wat redelijkerwijs van burgers kan worden verwacht. Zo maakt de nota Armoedebestrijding: de financiële ondersteuning (Tweede Kamer, 2003) melding van maar liefst 79 regelingen. Leescultuur en taalvaardigheid Hoewel folders en brochures de meest gebruikte voorlichtingsmiddelen zijn, bereiken deze middelen vrijwel nooit de mensen die geen leescultuur hebben. Bij mensen die nooit lezen sluimert analfabetisme. De taalvaardigheid die mensen door lezen ontwikkelen, schiet bij hen tekort om zich de informatie uit brochures eigen te maken. Voor vreemdelingen is de Nederlandstalige geschreven informatie eveneens ontoegankelijk. Kinderen vertalen wel, maar ook hun leesvaardigheid is onvoldoende om het niveau van de informatie te kunnen begrijpen. Het juridisch jargon in brochures en folders maakt de informatie ontoegankelijk. Naast professionele organisaties doen mensen een beroep op informanten in hun informele circuit (bijv. familieleden, zelforganisaties, buren, moskeeën, belangenorganisaties, gebedshuizen, ontmoetingscentra). Aan deze goedbedoelde hulp wil nog wel eens het een en ander schorten, waardoor het ook een bron van niet-gebruik wordt. Trots Er zijn ook mensen die bewust weigeren. Zij beroepen zich op het principe van individualiteit, wat inhoudt, dat het hen vrij staat van rechten geen gebruik te maken. Zo staan de voorzieningen die de sociale dienst verstrekt, in de belevingswereld van veel ouderen gelijk aan liefdadigheid en je hand ophouden. Dit druist fundamenteel in tegen hun gevoel van eigenwaarde. Zij vinden dit vernederend en niet in overeenstemming met hun vroegere status of zelfstandigheid. Niet zij maar anderen zijn de zwaksten in de samenleving. Ook bestaat het verschijnsel dat arme mensen zich niet arm voelen en niet als zodanig aangesproken willen worden. Volgens hen zijn dit de dak- en thuislozen, de illegalen en bepaalde bijstandsgerechtigden, maar zij niet. Perceptie van de overheid Voor vreemdelingen die niet bekend zijn met de verzorgingsstaat, is het onbekend dat de staat voor burgers financiële vangnetvoorzieningen heeft (Van de Wetering, 2003). Omstandigheden Een reden van niet-gebruik kan liggen in een combinatie van omstandigheden (Braam, 2004). Er is bijvoorbeeld een kloof tussen hetgeen de landelijke overheid bedenkt en de uitvoering van alledag. Dat leidt dan tot onkunde bij politici over de problemen van bijvoorbeeld chronisch zieken en minima. Mevrouw De Bruin is 80 jaar en alleenstaand. Zij heeft een AOW en leeft door haar onkosten onder het minimum. Zij is gehandicapt en beweegt moeilijk. Haar gehoor is slecht en ze heeft wisselende gezondheidsklachten. Ze heeft daarom extra geld nodig. Om dat te krijgen moet zij:
13 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 35 weten dat ze recht heeft op bijzondere bijstand; zich niet schamen om het aan te vragen; de weg weten naar sociale dienst; als ze slecht ter been is, vervoer hebben en dat kunnen betalen; geen bezwaar hebben tegen een inkomenstoets, waarbij zij haar hele financiële hebben en houden moet laten zien. Economische factoren Er zijn bevolkingsgroepen met hechte familieverbanden. Voor hen is het gebruikelijk dat familieleden renteloos van elkaar lenen. Aflossingen lijken geen probleem te zijn. Familieleden verkiezen deze onderlinge hulp boven de hulp van de overheid (Van de Wetering, 2003). Zwart werken Uit angst ontdekt te worden geven uitkeringsgerechtigden er de voorkeur aan zo min mogelijk contact te hebben met overheidsorganisaties. Sociale omgeving In paragraaf 1.3 is gewezen op het belang van iemands sociale omgeving. De stimuli daarvan zijn te typeren als iemand achter de broek zitten. Een familielid of kennis kan vragen: Ben je al bij de sociale dienst geweest? Heb je je al ingeschreven? In de hulpverlening is het bekend dat de meest geïsoleerde mensen vaak de ernstigste problemen hebben. Mensen met een klein sociaal netwerk komen te weinig in aanraking met de mond-totmondreclame. Het gaat met name om alleenstaanden, alleenstaande vrouwen met kinderen, allochtone oudere vrouwen die door hun man verlaten zijn, 50-plusvrouwen, vluchtelingen en asielzoekers. Ook mensen met verslavingsproblemen of psychische klachten kennen een kleine sociale omgeving. Anderen, bij wie het probleem van een tekortschietende sociale omgeving speelt, zijn mensen met een verlieservaring (echtscheiding, overlijden) en dak- en thuislozen. Misverstanden over regelingen Er is veel foutieve kennis. Dat geldt voor minder bekende regelingen of voor die regelingen of instanties waarvoor mensen een zekere angst hebben, zoals de belastingen ( Daar moet je niets mee te maken hebben ), waardoor kwijtscheldingen of belastingteruggaven buiten beeld blijven. Ook toewijzende organisaties of toekenningscriteria zijn vaak onbekend. Er kan de misvatting leven dat één organisatie alle regelingen verstrekt of dat voor elke regeling dezelfde criteria gelden. Dus: wie geen aanspraak kan maken op het een zal ook wel niet voor het ander in aanmerking komen. Ik val toch overal buiten, heet het dan. Eigen beoordeling Mensen die er financieel slecht voor staan, kunnen een beroep doen op een aanvullend inkomen. Maar het criterium er slecht voor staan blijkt zowel een objectief als subjectief gegeven dat per huishouden verschilt. Er financieel slecht voor staan lijkt objectief te meten naar de hoogte van het inkomen, of de hoogte van de reserves. Toch is deze beoordeling tamelijk subjectief. Mensen blijken hun financiële pijngrens te kunnen verleggen of uit principe van onafhankelijkheid weigeren toe te geven dat ze arm zijn. Ook het van horen zeggen vertroebelt beoordelingen. Een hardnekkige veronderstelling is bijvoorbeeld dat alleen bijstandsgerechtigden inkomensondersteunende rechten hebben. In het verleden afgewezen Als mensen in het verleden zijn afgewezen, trekken zij de conclusie dat ze nergens meer voor in aanmerking komen. Deze conclusie blijkt soms nog jaren na te werken. Wie negatieve ervaringen van anderen hoort kan van mening zijn, dat hij niet in aanmerking komt voor een regeling.
14 36 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Rietje en Cor de Jonge wonen in een Amsterdamse negentiende-eeuwse wijk. Cor is ernstig hartpatiënt en is opgenomen in een verpleeghuis. Elk jaar deed Rietje een beroep op de belastingwinkel in haar buurt. Op hun aangifteformulier gaf de consulent hun medische kosten op als buitengewone lasten, waardoor zij elk jaar geld terugkregen. Nadat Cor was opgenomen in het verpleeghuis, werden de bijkomende kosten zoals gebruikelijk als buitengewone last opgegeven. Op een dag kreeg zij een brief van de Belastingdienst, waarin stond dat deze de kosten niet als buitengewone last accepteerde. Het bedrag van de aanslag werd daardoor nihil, dat wil zeggen, geen teruggave. Omdat de ziekte van Cor haar in die periode danig van slag bracht, kwam het niet bij haar op de consulent van de belastingwinkel advies te vragen. Ook in de daaropvolgende jaren kwam ze niet meer in de belastingwinkel. Toen de consulent haar een keer op straat tegenkwam en gekscherend zei dat hij haar miste, deed ze haar verhaal en kon de consulent haar vertellen dat de Belastingdienst een fout maakte. De laatste twee jaar van zijn leven kon ze alsnog de kosten van Cors verblijf in het verpleeghuis als buitengewone last opvoeren. Sociale vaardigheden Wie over genoeg sociale vaardigheden beschikt, lijkt aan zijn rechten te kunnen komen. Beleefde mensen lijken in de ene situatie meer gedaan te krijgen dan onbeleefde mensen en onbeleefde mensen weer in andere. Sociale vaardigheden zijn cruciaal in situaties waarbij de dienstverlening niet cliëntgericht en niet cliëntvriendelijk is. Cliënten moeten dan door een muur van onwil breken om hun rechten te realiseren. Regeling loont niet Bepaalde regelingen blijken nauwelijks te lonen. Om niet in de ambtelijke molens terecht te komen, zien mensen ervan af om een beroep op regelingen te doen. Bureaucratie Tal van regelingen kennen ingewikkelde aanvraagprocedures, stellen vele voorwaarden en kennen allerlei toetsingsvormen. Er zijn mensen die bewust weigeren om de bureaucratische procedures te ontlopen. Daarbij speelt een rol dat mensen er geen zin in hebben hun hele hebben en houden op tafel te leggen. Professionals en organisaties, de aanbieders, kunnen het gebruik van rechten op de volgende manieren belemmeren (Smolenaars & Van Oorschot, 1993). Ontmoediging Potentiële gebruikers krijgen geen of gebrekkige informatie of informatie wordt achtergehouden (Van der Werff, 1985). Bij stadsvernieuwingsoperaties zijn voorbeelden bekend van eenmalige en onvertaalde berichtgevingen (Rebattu, 1988). Bestaan van voorzieningen ontkennen Professionals kunnen bewust of onbewust ontkennen dat burgers rechten hebben op bepaalde voorzieningen: De bijzondere bijstand geldt niet voor deze aanvraag, In uw situatie heeft u hier geen recht op, Deze voorziening is voor andere gevallen. Onbekendheid Dienstverleners kunnen door de vele en snelle wisselingen slecht geïnformeerd zijn over de regelingen die ze uitvoeren. De complexiteit van formele criteria kan professionals doen besluiten eigen beslissingsbevoegdheden te nemen. Socialedienstmedewerkers geven aan dat hun werkdruk ontstaat als gevolg van de voortdurend veranderende regelingen.
15 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 37 Bejegening Een oorzaak van niet-gebruik ligt in de bejegening van cliënten. Dienstverleners weigeren cliënten goed te helpen, blaffen mensen af, bluffen hun onkunde weg. Arbeidsomstandigheden Andere factoren die hierbij een rol spelen zijn slecht geoutilleerde voorzieningen, incourante openingstijden, irritante en onoverzichtelijke regels en lange wachttijden. Gebrek aan voorlichting Van een actief voorlichtingsbeleid wordt een drastische vermindering van het niet-gebruik van rechten verwacht (Piepers & Van Putten, 2000). Een van de voorlichtingsmethoden is het huisbezoek. In tegenstelling tot onpersoonlijk voorlichtingsmateriaal (folders, kranten) is deze methode persoonsgericht. Voorlichters bezoeken de doelgroep (bijv. ouderen) thuis om uitleg te geven over bepaalde voorzieningen (bijv. over WVG-voorzieningen). Met deze methode zijn inmiddels positieve ervaringen opgedaan. De doelgroep kan in beeld komen door de bestanden van sociale dienst, woningcorporaties en Belastingdienst te koppelen. Er is uitgerekend dat slechts 50 procent van de rechthebbenden gebruikmaakt van het Amsterdamse woonlastenfonds (Van de Wetering, 2003). Automatische koppelingen kunnen het niet-gebruik drastisch terugdringen. Omdat de minima vaak recht hebben op meerdere voorzieningen, zou de voorlichting hierover uitgebreid kunnen worden tot meer regelingen (onroerendezaakbelasting, restitutie van schoolgeld, pasconcepten, reductiefondsen, individuele huurtoeslag, bijzondere bijstand). Ook blijkt het voorlichtingsmateriaal vaak verouderd en blijken de schappen bij tal van organisaties nooit uitgeruimd te worden. Beleidsruimte Gemeenten kennen een vrij grote ruimte om op tal van terreinen eigen beleid te maken. Dit geldt ook voor de bijzondere bijstand en de Wet voorzieningen gehandicapten. Zo staat de ene gemeente toe dat uit de bijzondere bijstand een computer wordt toegekend aan een aanvrager, terwijl dit in de buurgemeente onmogelijk is. Elke gemeente moet burgers erop wijzen, dat het hun recht is een aanvraag te doen en dat bij een mogelijke negatieve beschikking het recht bestaat er beroep of bezwaar tegen aan te tekenen. Mensen kunnen op grond van hun omstandigheden motiveren waarom zij, al dan niet afwijkend van het gemeentelijk beleid, toch menen aanspraak te kunnen maken op regelingen. Krijgen zij deze informatie niet, dan lopen zij het risico geld mis te lopen. Informele selecties Er is sprake van selectieve optimalisering (Engbersen, 1990) als dienstverleners het formele beleid doorkruisen door informele selecties toe te passen. Het gaat om impliciet gehanteerde maatstaven die cliënten bevoorrechten en die geënt zijn op positief gewaardeerde sociale waarden. Een alleenstaande moeder met kinderen of een werkloze met een langdurig arbeidsverleden kan op meer inzet van professionals rekenen dan iemand die nog nooit gewerkt heeft. Er zijn ook categoriserende beoordelingen. Er zijn cliënten die goed hun best doen, in een hopeloze toestand verkeren, of een schrijnend geval zijn. Negatieve beoordelingen zijn de hopeloos verslaafden, de categorie hopeloos, en diegenen bij wie er geen directe en wel een directe noodzaak tot handelen is. Professionals grijpen de houding van cliënten aan om een tweedeling tussen deserving en undeserving (Van der Veen, 1991) cliënten aan te brengen. Wie van enig verantwoordelijkheidsgevoel blijkt geeft, krijgt voorrang. Eisende, zeurende en apathische cliënten komen daarna. Maatstaven als urgentie en noodzaak komen erdoor op het tweede plan te staan. Ter illustratie een GG&GD-arts over de toekenning van bijzondere bijstand (Zwart, 1990).
16 38 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Als ik zie dat zo n jongen zijn gebit altijd keurig verzorgt, vind ik het echt geen geld over de balk smijten om kronen te financieren. Maar bij mensen die nooit naar de tandarts zijn geweest en hun tanden nog niet eens gepoetst hebben als ze hier komen, heb ik mijn twijfels. En helemaal als zo n man dan zegt dat hij op al zijn tanden en kiezen kronen wil hebben. Van goud, dat spreekt vanzelf. Dan weiger ik een positief advies te geven. Selecties vallen meestal in het voordeel uit van de maatschappelijk sterkste (Engbersen, 1990). Onbenoemde variabelen als motivatie, zelfvertrouwen en aanwezige sociale vaardigheden blijken indicaties gunstig te beïnvloeden. Informele selecties werken in het nadeel van de maatschappelijk zwakste mondigheid en burgerschap Vanaf de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is een nieuwe mentaliteit in gang gezet. Wat zich destijds aankondigde als antiautoritaire protestbeweging, breidde zich in de daaropvolgende decennia als een olievlek uit. Naast jongeren en studenten dienden zich steeds meer groepen aan die hun belangen op allerlei levensterreinen naar voren brachten. Zonder uitzondering was en is de inzet de uitbreiding van democratische rechten. Mensen willen betrokken en gehoord worden bij beslissingen die hun leven aangaan. Zij eisen inspraak en zeggenschap bij kwesties met betrekking tot wonen, werken, onderwijs, uitkeringen en medische behandelingen. Men is kritischer geworden. Waar mensen vroeger blindelings vertrouwden op het oordeel van een professional, vragen zij hem nu adviezen of besluiten toe te lichten en te verantwoorden. Patiënten vragen inzage in hun dossiers. Bij twijfel vragen zij een second opinion aan. Wie een besluit van een overheidsorgaan betwist, onderzoekt nu de mogelijkheden van bezwaar en beroep. We spreken hier van de mondigheid van de burger. In de afgelopen decennia leidde deze ontwikkeling tot de installatie van meerdere medezeggenschapsorganen en tot de erkenning van belangengroepen als gesprekspartner. In tal van instellingen voor onderwijs, zorg en sociale zekerheid functioneren nu medezeggenschapsraden. Mondigheid gaat gepaard met een toegenomen zelfbewustzijn. Criteria als menselijkheid, menswaardigheid en respect wil de burger terugzien in de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening. Organisaties worden beoordeeld op bejegening, aanspreekbaarheid en cliëntvriendelijkheid. Wie ontevreden is, kan een klacht indienen. Vaak is dit bij wet geregeld (bijv. in de Wet klachtrecht cliënten zorgsector) en vaak hebben organisaties zelf interne (branche)commissies in het leven geroepen. Mondigheid komt ook tot uiting in de wijze waarop mensen hun belangen naar buiten brengen. Van oudsher zijn de vakbonden bekend. Nieuw zijn de patiëntenplatforms, de belangengroepen van migranten, de organisaties van uitkeringsgerechtigden, van ouders in het onderwijs. In het afdwingen van erkenning en het geaccepteerd worden als gesprekspartner kent iedere organisatie zijn eigen geschiedenis. Bij sommige is dit gevecht nog gaande. Wordt mondigheid in verband gebracht met begrippen als zelfwerkzaamheid en zelfredzaamheid, dan ligt een normatieve lading voor de hand. De overheid verwacht van burgers dat zij hun leven zelf kunnen en vooral moeten regelen. Zij moeten hun pensioenopbouw kunnen overzien, een ziektekostenverzekeraar kunnen kiezen, een verzekering nemen voor ziekte en arbeidsongeschiktheid. Of mensen in staat zijn deze keuzes te maken, is voor de overheid geen vraag. Studies over sociale (non-)participatie leggen een relatie tussen de kwantiteit en kwaliteit ervan en de hoogte van het inkomen. Hoe lager het inkomen, des te afhankelijker mensen worden van aanvullende inkomensvoor-
17 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 39 zieningen, van diensten van overheidsinstanties en des te belangrijker de vaardigheden worden om zich te handhaven. Diegenen die deze vaardigheden ontberen, dreigen gemarginaliseerd en in sociaal opzicht geïsoleerd te worden. Diegenen die deze vaardigheden wel hebben stuiten op de onwil gehoord en betrokken te worden bij het beleid dat de vormgeving van hun leven aangaat. Over uitkeringsgerechtigden en arbeidsongeschikten wordt beslist; een verschijnsel dat Oude Engberink aanduidt als een proces van ontburgerlijking. Belangengroepen van uitkeringsgerechtigden eisen al jarenlang, dat zij betrokken willen worden bij de beslissingen die hun bestaan aangaan. Zij stellen dat de cliëntenraden weliswaar als gesprekspartner erkend worden, maar dat deze nog onvoldoende zeggenschap hebben over de essenties van hun bestaan. Mondigheid geeft de sociaaljuridische professionals de taak burgers tot hun rechten te doen komen. Uitgangspunt is dat burgers zelf verantwoordelijkheid willen nemen. Professionals krijgen daardoor een ondersteunende taak door informatie te geven, door als klankbord te fungeren voor groepen en individuen. Mondigheid vraagt ook een andere beroepshouding. Het is niet alleen aan de orde hoe mondigheid te stimuleren, maar ook hoe om te gaan met het gedrag van de mondige burger. Het stelt eisen aan de professional op het gebied van bejegening, aanspreekbaarheid, verantwoording en het omgaan met kritiek. Nieuwe uitgangspunten leiden ook tot andere dilemma s. Wordt bijvoorbeeld iedere klacht of aanvraag in behandeling genomen? Hoe zwaar weegt de beoordeling van de professional ten aanzien van haalbaarheid en onhaalbaarheid? Zijn er grenzen bij het verschaffen van informatie? Hoe dienen criteria als cliëntvriendelijkheid en aanspreekbaarheid vormgegeven te worden? Leiden de verruimde klachtmogelijkheden niet tot een defensieve manier van werken? 1.5 Beroepsrollen en competenties Een beroepsrol is een cluster van beroepstaken. Doordat het cluster beroepstaken in verschillende organisaties anders van samenstelling is, onderscheiden de beroepsrollen zich van elkaar. Denk aan de beroepsrol juridisch beoordelaar van een professional die bij de sociale dienst werkt, en daar wetten en regelgeving toepast bij de toekenning van WWBuitkeringen. Die beroepstaak komt niet voor bij de sociaal raadslieden. Zij hebben als belangrijkste taken het informeren en adviseren van burgers. Het is ook mogelijk dat sociaaljuridische professionals verschillende beroepsrollen in één en dezelfde organisatie hebben. Een consulent bij een sociale dienst verstrekt niet alleen uitkeringen, maar kan ook als coach en adviseur optreden voor cliënten. Bij een sociaal raadsman komen de beroepsrollen informant, voorlichter en belangenbehartiger samen. Sociaaljuridische professionals treden op in verschillende beroepsrollen. Intermediair De professional treedt als intermediair op als hij als schakel fungeert tussen de aanvraag van de cliënt en de te vergeven diensten door de organisatie. Coach, consulent, adviseur De professional treedt op als adviseur als cliënten hem om raad vragen bij te nemen beslissingen; als coach, als hij groepen of individuen terzijde staat bij het bereiken van doelen; als consulent, als hij vraagbaak, raadgever is voor collega s en andere organisaties. Juridisch informant en voorlichter In deze beroepsrol neemt de professional een onafhankelijke positie in. Het is zijn doel de cliënt zo goed mogelijk van informatie te voorzien om hem daarmee in staat te stellen beslissingen te nemen. Hij laat zich hierbij leiden door professionele standaarden, dat wil zeggen, de normen en waarden die gelden voor een zorgvuldige beroepsuitoefening. Zijn informatie betreft a de rechten op uitke-
18 40 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening ringen, voorzieningen, goederen, gelden en procedures, en b organisaties: waar rechten te verkrijgen, waar aanvragen te doen. Bemiddelaar bij conflicten De professional is een bemiddelaar bij conflicten op het moment dat hij op verzoek van een of beide belanghebbende partijen gevraagd wordt te bemiddelen in zijn of hun conflict. Hij kiest noch partij voor de cliënt noch voor de organisatie. Hij laat zich leiden door professionele standaarden, dat wil zeggen, de normen en waarden van een zorgvuldige beroepsuitoefening. De professional treedt op als onafhankelijk bemiddelaar tussen a burgers onderling (bij conflicten, burenoverlast, arbeidsconflict), en b tussen burgers en organisaties. De beroepsbeoefenaar toont aan in staat te zijn in de prejuridische fase te bemiddelen in conflicten tussen partijen, waarbij een oplossing totstandkomt die recht doet aan het belang van alle partijen. Juridisch belangenbehartiger/zaakwaarnemer De professional is een belangenbehartiger op het moment dat een of meer partijen hem vragen namens hem/hen hun belangen te behartigen. In deze beroepsrol treedt de professional op namens de cliënt. Het is primair zijn doel de belangen van de cliënt zo goed mogelijk te behartigen. In deze beroepsrol treedt hij op a bij conflicten (waarborgen van belangen van de cliënt), en b bij het verkrijgen van rechten/aanspraken (beroep, bezwaarprocedures). De professional toont aan in staat te zijn juridische of juridisch verwoorde vragen en problemen van cliënten te behandelen. Hij betrekt daarbij sociale, maatschappelijke, culturele en persoonlijke omstandigheden en hulpbronnen. Juridisch beoordelaar In deze rol treedt de professional op namens een organisatie als hij een aanvraag van een cliënt en/of een beschikking van een overheidsinstelling toetst aan de wet- en regelgeving. Hij heeft te maken met burgers en overheden. De professional toont aan dat hij in staat is om zich op basis van kennis van relevante wet- en regelgeving een oordeel te vormen. Hij weet de discretionaire ruimte en bevoegdheden te benutten en kan een oplossing op maat realiseren. Om deze beroepsrollen te kunnen uitoefenen dienen professionals competent te zijn. De Van Dale (Groot Woordenboek der Nederlandse Taal) definieert het begrip competent als: geschikt, tot handelen of oordelen bevoegd, gerechtigd. Een competentie is de bevoegdheid tot handelen, tot oordelen. Een competentievraag wordt gedefinieerd als: Wie is bevoegd van een zaak kennis te nemen? Bij welke rechter of college hoort een kwestie?. Deze definities benadrukken de geschiktheid van de professional voor het beroep. Iemand wordt voor een beroep geschikt op grond van zijn deskundigheid of de kennis en vaardigheden die hem ter beschikking staan. In het HBO-onderwijs worden competenties gedefinieerd als het geheel van kennis, inzicht, houding en vaardigheden, die de professional integraal toepast in situaties die voor het beroep kenmerkend zijn. Die kennis komt uit de wetenschap, werkvelden en beroepsgroepen. 1.6 Kerntaken In de beroepsrollen voeren professionals werkzaamheden uit die typerend zijn voor de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening. We noemen deze werkzaamheden beroepstaken. Wanneer we deze beroepstaken vervolgens op gemeenschappelijke kenmerken clusteren, dan wordt het mogelijk ze te benoemen als kerntaken, ofwel: als de belangrijkste beroepstaken van een sociaaljuridische beroepspraktijk. Deze kerntaken zijn: 1 informatie en voorlichting; 2 bemiddeling naar voorzieningen en/of rechten; 3 bemiddeling bij conflicten (mediation); 4 indicatiestelling;
19 1 Wat is sociaaljuridische hulp- en dienstverlening? 41 5 onderzoek; 6 rapportage; 7 signalering; 8 preventie; 9 belangenbehartiging; 10 begeleiding, coaching; 11 uitvoering beleid, wet- en regelgeving; 12 regievoering informatie en voorlichting De behoefte aan informatie en voorlichting is enorm. Burgers bestoken hulpverlenende organisaties jaarlijks met duizenden eenvoudige en moeilijke vragen. Het gaat om kortdurende praktische hulp (bijv. formulier invullen, schrijven van een brief, vertalen van brieven van overheidsinstanties, woningbouwvereniging, deurwaarder, de weg wijzen in de bureaucratie, schrijven van verweer-, beroep- en bezwaarschriften). Professionals bieden cliënten zowel kortdurende als langdurende hulp. Veel hulp is eenmalig en kortdurend. Hoewel dat op zich niet zo veel tijd vergt, zijn het de aantallen hulpvragers die de hulpverlening doen dichtslibben. Het gaat veelal om vaste klanten die regelmatig komen, om mensen die angst voor formulieren hebben of onvoldoende leesvaardig of analfabeet zijn. Bij langer durende contacten gaat het om: vragen over arbeid (bijv. ontslagzaken, loon, CAO); socialezekerheidskwesties (bijv. vragen over uitkeringen en relevante regelingen); woonvragen (bijv. huur, overlast); financiële tegemoetkomingen (bijv. beurzen, tegemoetkoming studiekosten, huurtoeslag, kinderbijslag); financiële problemen (bijv. schulden); inkomensondersteunende regelingen; opheldering van besluiten/beschikkingen van organisaties; informatie over toekenningscriteria. Bij deze kerntaak is de overdracht van informatie gericht op het vergroten van kennis en het inzicht van cliënten (Holstvoogd, 1995), vergroten van keuzemogelijkheden en het kunnen verrichten van handelingen. Burgers moeten zowel aan als tot hun rechten kunnen komen. Bij deze kerntaak is de eerste vraag, welke informatie of welk advies een cliënt nodig heeft. Ieders persoonlijke omstandigheden vergen daarop toegesneden informatie. Hiermee onderscheidt advies en informatie zich van voorlichting, wat algemene informatie is. Naar aanleiding van de aantallen hulpvragers ontstond de discussie hoe het advies en informatiewerk te organiseren. Veel hulpvragen zijn eenvoudig van aard en hoeven niet per se door HBO-opgeleiden gedaan te worden. Er zijn meerdere voorbeelden waar vrijwilligers deze hulp verlenen en begeleid worden door professionals. Meerdere organisaties veranderden in de afgelopen jaren hun werkprocessen. Cliënten moeten zich daar aan het loket melden, waar professionals hen ter plekke helpen bij kortdurende of eenvoudige vragen. Bij kwesties die meer tijd en deskundigheid vergen, verwijzen zij cliënten intern of maken zij vervolgafspraken. Er zijn ook organisaties die voor cliënten die weinig zelfredzaam zijn, vaak met eenvoudige vragen langskomen en relatief veel tijd vragen, vrijwilligers aantrekken om hen in één-op-éénconstructies te koppelen aan deze cliënten (Witte, 2000). Deze vrijwilligers helpen deze cliënt met eenvoudige diensten. Ze nemen samen de post door, verzorgen betalingen en voorkomen dat mensen wegglijden in schulden of vereenzaming. Vervolgens doen zich bij deze kerntaak methodische problemen voor op het moment dat te veel informatie voorhanden is en de professional voor selectieproblemen staat. Dan moet hij bepalen welke informatie relevant en begrijpelijk is en welke waarden en normen voor de cliënt van belang zijn. Omdat iedere cliënt uniek is, is het een illusie te denken dat algemene informatie naadloos op die uniciteit past. De professional geeft in zijn advies aan wat de beste optie is voor de cliënt. Het is aan hem hoe hij hiervan gebruikmaakt.
20 42 Methodisch werken in de sociaaljuridische hulp- en dienstverlening Om een beeld te krijgen van de competenties die passen bij een consulent in het advies en informatiewerk, zie de personeelsadvertentie (Stichting Jeugdhulpverlening Delft, 2001) van een Jongeren Informatie Punt. Personeelsadvertentie SJD Taken Informeren, adviseren en verwijzen van jongeren en intermediairen (bijv. ouders en beroepskrachten) op het gebied van onderwijs, wonen, werken, vrije tijd, gezondheid, seksualiteit, rechten hulpverlening. Het leggen van contacten met relevante instellingen om informatiehoeken in te richten op plaatsen waar veel jongeren komen. Een bijdrage leveren aan activiteiten op het gebied van voorlichting, preventie, signalering en belangenbehartiging. Informeren over regelingen, wetten, voorzieningen. Uitleg van rechten en plichten aan cliënten. Wegwijsfunctie in regelingen, wetten, organisaties. Adviseren over te nemen stappen/te volgen procedures. Verzorgen van spreekuren over specifieke thema s. Functie-eisen Kennis van leefwereld van jongeren, wet- en regelgeving, sociale kaart. Flexibel, cliëntvriendelijk, enthousiast, stressbestendig. De vaardigheden waarover professionals in het informatiewerk moeten beschikken zijn op microniveau (d.w.z. de relatie tussen cliënt en hulpverlener): mondelinge communicatieve vaardigheden: intakegesprekken, informatiegesprekken, adviesgesprek, voorlichting geven aan groepen; schriftelijke redactionele vaardigheden: informerende/voorlichtende brieven kunnen opstellen, bezwaar en beroep kunnen aantekenen; kennis: wet- en regelgeving, beleid, doelgroepkennis (uitkeringsgerechtigden, migranten, minima, ouderen, risicogroepen); verlenen juridische bijstand (verkeersslachtoffers, slachtoffers misdrijven); regelen van voorzieningen, uitkeringen, goederen; hulp bieden bij het opstellen en indienen van klachten; voorlichting kunnen geven over wetten, regelingen, procedures. Op mesoniveau (d.w.z. organisatieniveau): begeleiden van vrijwilligers, cliënten en medewerkers; bieden van consult aan collega s, aan andere organisaties; opbouwen en onderhouden van netwerken; opzetten en draaiend houden van spreekuren; samenstellen van voorlichtingsmateriaal; opzetten van telefonische spreekuren; klachtregistratie, aanname klachten, uitleg procedures aan klagers; signaleren van structurele leemten in voorzieningen; indicaties beoordelen; beoordeling sociaal-medische situatie. Communicatieplan opstellen Voorlichting is het verstrekken van algemene informatie aan grote aantallen mensen. Soms is het gericht op specifieke groepen en in andere gevallen is er geen onderscheid en richt het zich op iedere burger. Is het nodig burgers voor te lichten over bepaalde maatregelen, dan is hiervoor vaak een marktstrategie of campagne nodig. Er wordt dan een communicatieplan ontworpen. Een dergelijk plan richt zich op formele en informele hulpverleners (mantelzorg, vrijwilligers in de hulp- en dienstverlening) en het
Als ouders uit elkaar gaan
Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter
Nadere informatieNieuwe regels voor de bijstandsuitkering. De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een
De regels rond de bijstandsuitkering veranderen. Dat is een direct gevolg van de Participatiewet, die vanaf 1 januari 2015 van kracht is. Deze wet vervangt (onder meer) de Wet werk en bijstand. Het doel
Nadere informatieRegelgeving & Geldzaken
MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Regelgeving & Geldzaken Regelgeving & Geldzaken Hoe regel ik mijn geldzaken? Ik vind het moeilijk om overzicht te houden en wil geen schulden maken. Wie zorgt
Nadere informatieHoofdstuk 20. Financiële dienstverlening
Hoofdstuk 20. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het gebruik van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen
Nadere informatieVoorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen
Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Onderzoeksteam: Marieke Holl, Dorieke Wewerinke, Sara Al Shamma, Linda van den Dries en Judith Wolf 29 oktober 2013 Studie naar huisuitzetting (Omz ZonMw)
Nadere informatieBijzondere bijstand kunt u aanvragen binnen 12 maanden nadat u deze kosten hebt gemaakt. U moet wel alle rekeningen en nota s bewaren.
Weet u hoe u een bijdrage kunt krijgen voor de kosten die u maakt? Verschillende vergoedingen van de gemeente zijn mogelijk als de kosten voor u te hoog oplopen. Dat is mooi, maar tegelijkertijd lastig.
Nadere informatieDe Bibliotheek; óók partner in het sociale domein
De Bibliotheek; óók partner in het sociale domein Laaggeletterden hebben vaker te maken met armoede, Schuldhulp en gezondheidsproblemen. Gemeenten, wijkteams en consulenten Werk en Inkomen zijn zich hier
Nadere informatieKenmerken BedrijfsMaatschappelijk Werk:
De bedrijfsmaatschappelijk werker helpt bij het tot stand laten komen van gezondere arbeidsverhoudingen en meer welzijn binnen het bedrijf of de instelling. Op die manier ontstaat bij werknemers een grotere
Nadere informatieOnkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement
Onderwerpen Onkundig en onaangepast: eenzaamheid en sociaal isolement Wat is sociaal isolement? Oorzaken en gevolgen De leefsituatie van sociaal geïsoleerden Wat kunnen we doen aan sociaal isolement? Conclusies
Nadere informatieAls ouders uit elkaar gaan
Als ouders uit elkaar gaan Inhoud 3 > Als ouders uit elkaar gaan 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het ouderschap blijft bestaan 7 > Informatie en consultatie 9 > De rol van de Raad 11 > De rechter
Nadere informatieArbeidsrecht en Hyperemesis Gravidarum
Arbeidsrecht en Hyperemesis Gravidarum Regelmatig lopen vrouwen die last hebben van Hyperemesis Gravidarum (HG) tegen arbeidsrechtelijke problemen aan. Contracten worden niet verlengd, er wordt gedreigd
Nadere informatieRegeling melding misstand woningcorporaties
Regeling melding misstand woningcorporaties Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon integriteit.
Nadere informatieNieuwe armoede. Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw)
Nieuwe Armoede 2018 Nieuwe armoede Waarom we er zijn Armoede verandert Werkloosheid neemt af -langdurige armoede neemt toe Definitie Cijfers (Cbs, scp, ombudsvrouw) Regeerakkoord Denken over armoede Nieuwe
Nadere informatieUitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010
Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De
Nadere informatieRegelgeving & Geldzaken
MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Regelgeving & Geldzaken Regelgeving & Geldzaken Hoe regel ik mijn geldzaken? Ik vind het moeilijk om overzicht te houden en wil geen schulden maken. Wie zorgt
Nadere informatieZorgen over het keukentafelgesprek De bedoeling en werkwijze van het keukentafelgesprek in de Wmo AVI / VNG / 19 april 2015
Zorgen over het keukentafelgesprek De bedoeling en werkwijze van het keukentafelgesprek in de Wmo AVI / VNG / 19 april 2015 De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) is er op gericht dat gemeenten
Nadere informatieHoofdstuk 24. Financiële dienstverlening
Hoofdstuk 24. Financiële dienstverlening Samenvatting De gemeente voert diverse inkomensondersteunende maatregelen uit die bedoeld zijn voor huishoudens met een lager inkomen. Ruim zeven op de tien Leidenaren
Nadere informatieVerordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015
Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 21, 24 december 2014 Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015 De raad van de gemeente De Wolden;
Nadere informatieIk heb een vraag over. zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk...
Ik heb een vraag over zorg... ondersteuning... opvoeding... jeugdhulp... mijn arbeidsbeperking... mijn uitkering... werk... 1 Ik heb een laag inkomen en vind het moeilijk om werk te vinden... Ik wil me
Nadere informatieAlgemene informatie MEE Friesland
Algemene informatie MEE Friesland Ondersteuning bij leven met een beperking Wie is MEE Friesland? MEE is een unieke organisatie waar mensen met een beperking en hun omgeving met vragen terecht kunnen
Nadere informatieRegelgeving & Geldzaken
MEE Gelderse Poort MEE maakt meedoen mogelijk Regelgeving & Geldzaken Regelgeving & Geldzaken Hoe regel ik mijn geldzaken? Ik vind het moeilijk om overzicht te houden en wil geen schulden maken. Wie zorgt
Nadere informatieNotitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten
Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Categoriale bijzondere bijstand 3. Doelgroep 4. Meerkosten chronisch zieken en gehandicapten
Nadere informatieDeskundigenoordeel van UWV
uwv.nl werk.nl Deskundigenoordeel van UWV Informatie voor werkgever en werknemer Wilt u meer weten? Kijk voor meer informatie op uwv.nl. Als u daarna nog vragen heeft, bel dan met: UWV Telefoon Werknemers
Nadere informatieHoofdstuk 8. Financiële dienstverlening
Hoofdstuk 8. Financiële dienstverlening Samenvatting Dit hoofdstuk behandelt de bekendheid en het van zeven Leidse inkomensondersteunende regelingen onder respondenten met een netto huishoudinkomen van
Nadere informatieWanneer moet de sociale dienst een belastingaanslag betalen?
Ministerie van Financiën De heer J.C. de Jager Postbus 20201 2500 EE S GRAVENHAGE Referentie: 09/01066 Contactpersoon: Ernst Radius Betreft: bijstand voor te betalen belastingaanslagbijstand voor te betalen
Nadere informatieNee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Klik hier als u een datum wilt invoeren. Klik hier als u tekst wilt invoeren.
Algemene Gegevens Gegevens klant Naam Geboortedatum BSN Klantnummer Zijn er kinderen aanwezig? Gegevens aanbieder Nee Ja, hoeveel? Klik hier als u tekst wilt invoeren. Naam ondersteuner Contactgegevens
Nadere informatieKennismaking. Bewindvoering
Kennismaking Bewindvoering Zes Rivieren Bewindvoeringskantoor Zes Rivieren is een eenmanszaak van Henk-Jan Tromp. De missie van mijn kantoor is het ondersteunen van mensen die niet in staat zijn om hun
Nadere informatieFinanciële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag
Agendanr. : Doc.nr : B2003 14372 Afdeling: : Sociale Zaken en Werkgelegenheid B&W-VOORSTEL Onderwerp : Langdurigheidstoeslag 2003 Financiële regeling voor langdurige minima: langdurigheidstoeslag Algemeen:
Nadere informatieBalanceren tussen hoop en wanhoop
i n e vo or h a m Balanceren tussen hoop en wanhoop vo or a f In deze bijdrage staat het Leger des Heils centraal. Het Leger des Heils doet veel voor mensen, die te kampen hebben met chronische verslaving
Nadere informatieUit elkaar. Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen
Uit elkaar Wat nu? deskundig advies bij echtscheidingen Eén echtscheidingsnotaris of twee advocaten De Echtscheidingsnotaris is gespecialiseerd in het adviseren bij echtscheiding en het beëindigen van
Nadere informatieWERK EN KANKER: JE HOEFT ER NIET ALLEEN VOOR TE STAAN
WERK EN KANKER: JE HOEFT ER NIET ALLEEN VOOR TE STAAN Ieder jaar krijgen in Nederland 30.000 werknemers dat is 1 op de 250 - te horen dat zij kanker hebben. Een nog groter aantal, 1 op de 79 mannelijke
Nadere informatieEigen bijdrage Zorg met Verblijf 2013
Regelingen en voorzieningen CODE 1.4.3.528 Eigen bijdrage Zorg met Verblijf 2013 brochure bronnen de brochure Eigen bijdrage Zorg met Verblijf 2013 van het CAK (uitgave november 2012). De brochure is ook
Nadere informatieDe Raad van de gemeente Ede,
De Raad van de gemeente Ede, gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Ede d.d. 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; overwegende
Nadere informatie1 Wat is materiële hulp- en dienstverlening?
1 Wat is materiële hulp- en dienstverlening? 11 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we in op de kenmerken van de materiële hulp- en dienstverlening Wat houdt dit begrip in voor maatschappelijk werkers en sociaaljuridische
Nadere informatiePostbus 948 4600 AX Bergen op Zoom. Stichting Sociaal Fonds Essent
Postbus 948 4600 AX Bergen op Zoom Stichting Sociaal Fonds Essent Reglement 2014 Algemeen Artikel 1 1. De Stichting Sociaal Fonds Essent heeft blijkens artikel 3 van de statuten ten doel financiële steun
Nadere informatieDeskundigenoordeel van UWV. Informatie voor werkgever en werknemer
Deskundigenoordeel van UWV Informatie voor werkgever en werknemer Werken aan perspectief Werken is belangrijk, voor uzelf en voor de maatschappij. UWV helpt u om werk te vinden en te houden. Is werken
Nadere informatiegelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;
Verordening individuele studietoeslag Westerveld 2015 De raad van de gemeente Westerveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel
Nadere informatieEigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo 2013. Zorg thuis
Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo 2013 Zorg thuis Ontvangt u zorg thuis zoals verpleging of begeleiding? Dit heet Zorg zonder Verblijf. Heeft u hulp bij het huishouden of een voorziening of hulpmiddel,
Nadere informatieB E R A A D S G R O E P
Deze Beraadsgroep kent 21 deelnemers. John van der Pauw zal duidelijk maken waarom het nuttig is om veranderingen in het inkomen tijdig aan de Belastingdienst Toeslagen te melden. Dat voorkomt schulden
Nadere informatieINFORMATIE 2011. Eigen bijdrage Zorg met Verblijf
INFORMATIE 2011 Eigen bijdrage Zorg met Verblijf Voor wie is deze folder? Woont u in een zorginstelling? Bijvoorbeeld in een verzorgingshuis, een psychiatrische inrichting of een andere instelling waar
Nadere informatieInformatie over de algemene tegemoetkoming Wtcg 2012
Informatie over de algemene tegemoetkoming Wtcg 2012 Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) Leven met een chronische ziekte of handicap brengt vaak extra kosten met zich mee. Door
Nadere informatieHulp voor achterblijvers van vermiste personen
Pauzemonument in Utrecht Hulp voor achterblijvers van vermiste personen In deze folder vindt u praktische tips en leest u wat u kunt regelen als achterblijver van een vermiste. Slachtofferhulp Nederland
Nadere informatieWet werk en bijstand. Zo snel mogelijk weer aan het werk
Wet werk en bijstand Zo snel mogelijk weer aan het werk Wet werk en bijstand Iedere Nederlander moet zelf in zijn levensonderhoud voorzien. Lukt u dat niet én zijn er geen andere voorzieningen, dan helpt
Nadere informatie7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.
Boekverslag door S. 1058 woorden 18 januari 2015 7.6 3 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1 Maatschappijleer Werk Paragraaf Werk: als je iets doet, omdat andere mensen daar behoefte aan hebben. Goed
Nadere informatieWerk en kanker: je hoeft er niet alleen voor te staan.
Kanker, waarbij het verleden, het heden en de toekomst niet langer met elkaar verbonden lijken. Kanker... je hebt het niet alleen en je hoeft er niet alleen voor te staan Werk en kanker: je hoeft er niet
Nadere informatieVerordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015
Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015 De raad van de gemeente Zaanstad, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van.. 2014; nr. gelet op de artikel
Nadere informatieRegeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling)
Regeling melding misstand woningcorporaties (klokkenluidersregeling) Regeling van de procedure voor het melden van een vermoeden van een misstand en van de (rechts)bescherming van de melder en de vertrouwenspersoon
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015. Gemeente.
De raad van de gemeente.; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders..; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, van de Participatiewet; overwegende dat het van
Nadere informatiePRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE. Cor Spreeuwenberg
PRAKTISCHE VRAGEN OVER BESLISSINGEN ROND HET LEVENSEINDE Cor Spreeuwenberg HOE KOMT HET DAT OVER DIT SOORT BESLISSINGEN MEER WORDT GESPROKEN DAN VROEGER? vroeger dood door infectieziekten en ongevallen
Nadere informatie12 Belangrijke adressen, telefoonnummers en spreekuren
Dak- en thuislozen In deze brochure 3 Dak- en thuisloos 4 Dakloos 6 Thuisloos 7 Het locatiebezoek 9 Klachten en bezwaar 10 Schema: locatiebezoek 10 Beheer van uw uitkering 12 Belangrijke adressen, telefoonnummers
Nadere informatieVeel gestelde vragen over erven
Veel gestelde vragen over erven Vraag aan de notaris: gespaarde vakantiedagen en erfenis Na de vakantie vond ik het tijd de balans op te maken: hoeveel vakantiedagen heb ik nog? Ik ben tot de conclusie
Nadere informatieWIJZIGINGEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2015 (VERSIE 10 JULI 2015)
WIJZIGINGEN BELEIDSREGELS BIJZONDERE BIJSTAND 2015 (VERSIE 10 JULI 2015) Wijziging bijzondere bijstand aanvulling levensonderhoud jongeren Artikel 25, tweede lid, luidt momenteel als volgt: De aanvullende
Nadere informatieNetwerk Ouderenzorg Regio Noord
Netwerk Ouderenzorg Regio Noord Vragenlijst Behoefte als kompas, de oudere aan het roer Deze vragenlijst bestaat vragen naar uw algemene situatie, lichamelijke en geestelijke gezondheid, omgang met gezondheid
Nadere informatieOVERZICHT WIJZIGINGEN WET INKOMENSVOORZIENIGING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKELOZE WERKNEMERS (IOAW) EN GEWEZEN ZELFSTANDIGEN (IOAZ)
OVERZICHT WIJZIGINGEN WET INKOMENSVOORZIENIGING OUDERE EN GEDEELTELIJK ARBEIDSONGESCHIKTE WERKELOZE WERKNEMERS (IOAW) EN GEWEZEN ZELFSTANDIGEN (IOAZ) Met ingang van 1 januari 2015 wordt een aantal wijzigingen
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag Participatiewet Urk 2015
Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Urk 2015 Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Besloten door Deze versie is geldig
Nadere informatieIedereen kan meedoen. Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen
Iedereen kan meedoen Financieel steuntje in de rug voor inwoners met een minimaal inkomen Voor mensen met een laag inkomen en weinig vermogen is het niet altijd gemakkelijk om rond te komen. Een keer een
Nadere informatieHoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Verordening tegenprestatie Participatiewet 2015 Kenmerk: 183277 De raad van de gemeente Oldebroek; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014; gelet op artikel 8a, eerste lid,
Nadere informatie"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten.
"Verordening voor de bevordering van jeugdparticipatie aan sportieve activiteiten Aalten. Artikel 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het jeugd participatiefonds: -een door de raad ingesteld
Nadere informatieAanvraag om kwijtschelding gemeentelijke belastingen
Aanvraag om kwijtschelding gemeentelijke belastingen Toelichting Met dit formulier kunt u kwijtschelding vragen van aanslagen GEMEENTELIJKE BELASTINGEN. Kwijtschelding is mogelijk voor (een deel van):
Nadere informatieAls u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)
2008 Als u gaat scheiden Als u gaat scheiden, heeft dit gevolgen voor de belasting van u en uw echtgenoot. Voor de belastingheffing wordt u als gescheiden beschouwd, als u niet meer bij elkaar woont. Om
Nadere informatieToelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten
Toelichting Algemeen De invoeringswet Participatiewet introduceert een studieregeling in de Participatiewet: de individuele studietoeslag. Hiermee krijgt het college de mogelijkheid mensen, van wie is
Nadere informatieIk ga scheiden. Wat nu? Informatie over: procedure kosten financiën woning kinderen
Ik ga scheiden Wat nu? U bent getrouwd of u heeft een geregistreerd partnerschap, maar wilt niet langer bij uw partner blijven. In dit geval kunt u gaan scheiden. Een echtscheiding is vaak verdrietig en
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015. Dienst SoZaWe Nw. Fryslân
Het algemeen bestuur van de Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslân; gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, van de Participatiewet; overwegende dat het van belang
Nadere informatieAanvulling reglement urgentiecommissie
Aanvulling reglement urgentiecommissie Onafhankelijke urgentiecommissie Het bestuur van Woning in Zicht benoemt elke drie jaar de nieuwe leden van een onafhankelijke urgentiecommissie. De leden hebben
Nadere informatieParticipatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?
Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u? Vanaf 2015 is er veel veranderd rondom werk en inkomen. Zo is de Participatiewet ingevoerd, zijn
Nadere informatieEen eigen inkomen met de Wajong
uwv.nl werk.nl Een eigen inkomen met de Wajong Als u zelf geen geld kunt verdienen Meer informatie Deze brochure geeft algemene informatie. Heeft u na het lezen nog vragen? Kijk dan op uwv.nl. U kunt ook
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag 2015 GR Ferm Werk
Verordening individuele studietoeslag 2015 GR Ferm Werk Het algemeen bestuur van Ferm Werk - gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur van 11 december 2014; - gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel
Nadere informatieGesprekspuntenlijst huisbezoeken ouderen te Best
Gesprekspuntenlijst huisbezoeken ouderen te Best Datum huisbezoek : Naam ouderenbezoeker tel.: Persoonsgegevens: Naam : Straatnaam : Postcode/plaats : Geboortedatum : Geslacht : Telefoonnummer : Inleiding
Nadere informatieAls ouders niet meer samen zijn
Als ouders niet meer samen zijn Informatiefolder over de rechten en plichten van gescheiden ouders bij hulpverlening aan kinderen ALS OUDERS NIET MEER SAMEN ZIJN INFORMATIEFOLDER OVER DE RECHTEN EN PLICHTEN
Nadere informatieEffectiever minimabeleid in Amersfoort
Effectiever minimabeleid in Amersfoort Trudi Nederland Marieke Wentink Marian van der Klein M.m.v. Marie-Christine van Dongen en Monique Stavenuiter Oktober 2007 Verwey- Jonker Instituut Samenvatting
Nadere informatieGedragscode Informatieverstrekking Dienstverlening Intermediair
GIDI Gedragscode Informatieverstrekking Dienstverlening Intermediair CVS Hypotheken Kerkewijk 8 3901 EG VEENENDAAL Website: www.cvshypotheken.nl Telefoon: 0318 515555 Fax: 0318 555484 E mailadres: cvs@cvshypotheken.nl
Nadere informatieFAMILIE- & ERFRECHT ADVOCATUUR NOTARIAAT ESTATE PLANNING
& FAMILIE- & ERFRECHT ADVOCATUUR NOTARIAAT ESTATE PLANNING Familie- & Erfrecht - Advocatuur Onze advocaten zijn zeer ervaren en de meeste zijn ook scheidingsmediator. Wij treden veel op voor ondernemers
Nadere informatiegelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;
De raad van de gemeente Ooststellingwerf; nr. 12 gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014; gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede
Nadere informatie5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011
5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.
Nadere informatieAlgemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol
Algemene info over de vakbond en haar maatschappelijke rol Waarom zijn er vakbonden?... 1 CNV... 1 Afsluiten van CAO s... 2 Leden van een vakbond... 2 Verschillen tussen vakbonden... 2 Beroepsverenigingen...
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015
Verordening individuele studietoeslag gemeente Stein 2015 De raad van de gemeente Stein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Stein; gelet op artikel 8, eerste lid onderdeel c, van de
Nadere informatieVoorwoord. Inhoudsopgave. Werk Informatie voor werkgevers 2
Mei 2014 Voorwoord In deze tweede digitale nieuwsbrief weer volop nieuws. Zo kunt u lezen over WeHelpen.nl; een nieuwe, laagdrempelige manier om hulp aan te bieden en te ontvangen. Zo kan iedereen een
Nadere informatiegelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015
De raad van de gemeente Heerenveen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van (datum); gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, gelet op artikel 8,
Nadere informatieIk zoek een woning. Woonwensen staan voorop
Ik zoek een woning Woonwensen staan voorop Wij verhuren zo n 2.200 woningen in alle kernen van de gemeente Laarbeek. In soorten en maten, goed, gevarieerd en betaalbaar. Voor gezinnen, stelletjes en alleenstaanden.
Nadere informatieWerkloos? Weener XL helpt u op weg naar werk
Werkloos? Weener XL helpt u op weg naar werk Hulp op weg naar inkomen Soms gebeuren er dingen in het leven die u liever anders had gezien. U wordt werkloos of mag minder uren werken, uw relatie strandt.
Nadere informatieAANVRAAG INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PW-UITKERINGSGERECHTIGDEN
AANVRAAG INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PW-UITKERINGSGERECHTIGDEN In te vullen door medewerker Werk, Inkomen en Zorg Aanvraagnummer: Klantnummer : Consulent : Ingekomen d.d.: 1. Persoonsgegevens Burger Service
Nadere informatieBijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties
Bijlage 1 Opties voor gemeentelijke ondersteuning van chronisch zieken en gehandicapten en advies voor keuze uit opties In deze bijlage behandelen we kort vijf opties die de gemeente kan inzetten bij de
Nadere informatieVerordening individuele studietoeslag Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015
Verordening individuele studietoeslag Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015 Het algemeen bestuur van de Regionale Sociale Dienst Hoeksche Waard 2015; gelezen het voorstel van het dagelijks bestuur
Nadere informatieUWV EN VOORZIENINGEN
UWV EN VOORZIENINGEN KERNTAAK Het snel, duidelijk en betrouwbaar uitvoeren van sociale verzekeringen waaronder de WAO, WIA, WW en Wajong voor werknemers, zelfstandigen en werkgevers. En het zoveel mogelijk
Nadere informatieGEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Ede Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede, gelet op artikel 36 van de Participatiewet en de Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente
Nadere informatieEigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo 2013. Zorg thuis
Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo 2013 Zorg thuis Ontvangt u zorg thuis zoals verpleging of begeleiding? Dit heet Zorg zonder Verblijf. Heeft u hulp bij het huishouden, of een voorziening of hulpmiddel,
Nadere informatieDe aanvullingen van de gemeente. Rondkomen met AOW?
De aanvullingen van de gemeente 2 U kunt rondkomen van uw AOW, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De ene maand lukt het beter dan de andere. Geld om eens iets leuks te doen, is er niet. Als uw koelkast
Nadere informatieBBBrief.nl. Nummer 3 februari 2006 BBBrief.nl is een nieuwsbrief van Belangenbehartiger.nl. 1 Afgezien van uw eigen telefoonkosten
BBBrief.nl Nummer 3 februari 2006 BBBrief.nl is een nieuwsbrief van Belangenbehartiger.nl Hierbij de nieuwste uitgave van BBBrief.nl. BBBrief.nl is een nieuwsbrief van Belangenbehartiger.nl, met daarin
Nadere informatieVoorlichting, advies en instructie Niveau 3
Antwoorden stellingen Voorlichting, advies en instructie Niveau 3 NU ZORG Editie 2014 Pagina 1 Hoofdstuk 1. Preventief werken 1. Preventie is: gezondheidsproblemen voorkomen en gezond gedrag stimuleren.
Nadere informatieDe 7 belangrijkste vragen:
De Participatiewet en Wsw ers: Mensen die bij een Sociale Werkvoorziening werken hebben te maken met de Participatiewet. Misschien heeft u vragen over de wet. Hier kunt u de antwoorden vinden op vragen
Nadere informatiehet college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo
Aan: Namens: Onderwerp: Wmo adviesraad het college van Burgemeester en Wethouders van Winsum. Drie scenario s voor het invoeren van een eigen bijdrage in de Wmo Geachte Leden van de Wmo Adviesraad, De
Nadere informatieGemeentelijk armoedebeleid. Martijn Schut Adviseur Stimulansz
Gemeentelijk armoedebeleid Martijn Schut Adviseur Stimulansz Armoede Armoede is een complex verschijnsel met veelal samenhangende dimensies zoals inkomen, maatschappelijke participatie, opleidingsniveau,
Nadere informatieBeleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven.
Beleidsregels individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2016 IGSD Steenwijkerland/Westerveld integraal weergegeven. Algemeen De individuele inkomenstoeslag is niet gerelateerd aan bepaalde kosten. Het
Nadere informatieWmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl
Wmo-raad gemeente Oss - Postbus 5-5340 BA Oss - telefoon 06-25274240 - email: wmoraad@oss.nl Datum 23 november 2014 Kenmerk WMOR14016 /AvO/DvL/BN/JG Aan het college van B en W van de Gemeente Oss Betreft
Nadere informatieArmoede en parochie. Opzet 1. Mijn moeder (tekst 1) 2. Wat is armoede? o Iedere deelnemer geeft een woord of definitie o Bespreking tekst 2
Armoede en parochie Situering Met dit materiaal kunt u leren wat armoede eigenlijk is en welk plan je als parochies kunt maken om met armoede aan de slag te gaan. Als u het in groepsverband doet, is het
Nadere informatiePARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??
PARTICIPATIEWET Inleiding Iedereen die kan werken, maar het op de arbeidsmarkt zonder steuntje in de rug niet redt, valt vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De Participatiewet is er namelijk
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Haarlemmerliede en Spaarnwoude (II) De raad van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van
Nadere informatieAls werkgever en werknemer hulp nodig hebben bij de reïntegratie Een deskundigenoordeel van UWV
Als werkgever en werknemer hulp nodig hebben bij de reïntegratie Een deskundigenoordeel van UWV Werk boven uitkering UWV verstrekt tijdelijk inkomen in het kader van wettelijke regelingen als de WW en
Nadere informatie3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen
Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24
Nadere informatie*350* invullen iinvullen. Aanvraag Subsidie chronisch zieken en ouderen 2014
invullen iinvullen Aanvraag Subsidie chronisch zieken en ouderen 2014 In te vullen door SoZaWe: Datum ontvangst Cliëntnummer Werkprocesnummer Consulent Sociale Zaken en Werkgelegenheid Uitkeringsadministratie
Nadere informatie