Kwaliteitszorg van onderzoek in het HBO: Het Sci-Quest/Lect project aan de Hogeschool Utrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteitszorg van onderzoek in het HBO: Het Sci-Quest/Lect project aan de Hogeschool Utrecht"

Transcriptie

1 Kwaliteitszorg van onderzoek in het HBO: Het Sci-Quest/Lect project aan de Hogeschool Utrecht Marijk van der Wende, Frank Wamelink en Paul van Deursen (2007). In: Thema Vol 14, 2007 no 1. pp Inleiding Sinds enkele jaren functioneren de lectoren in het HBO, waarmee invulling wordt gegeven aan het onderzoek als nieuwe functie van deze sector. In de eerste periode werden evaluaties van de lectoraten op sectorniveau geïnitieerd. Deze hadden een formatief en beschrijvend karakter en werden voornamelijk uitgevoerd in het kader van de beleidsverantwoording op landelijk niveau. Kwaliteitszorg van de onderzoeksfunctie van het HBO zal volgens het wetsontwerp WHOO echter ook tot de verantwoordelijkheid (als onderdeel van de zorgplicht) van de individuele instellingen gaan behoren. In dit kader heeft de Hogeschool Utrecht in 2005 het initiatief genomen een systeem voor de evaluatie en kwaliteitszorg van het onderzoek te (laten) ontwikkelen. De ontwikkeling vond plaats door externe adviseurs in samenwerking met de medewerkers beleid en kwaliteitszorg en de lectoren van de Hogeschool Utrecht. Inmiddels wordt het systeem in pilots uitgetest en is disseminatie naar andere hogescholen en breder overleg binnen het hoger onderwijs tot stand gekomen. Hierbij wordt aangesloten bij de KNAW-discussie over een bredere beoordeling van onderzoek, d.w.z. niet alleen op basis van de bijdrage aan ontwikkeling van de discipline, maar inclusief een waardering van toepassing en valorisatie als kwaliteit van onderzoek en door middel van het betrekken van een bredere groep van stakeholders bij beoordeling (extended peer review). Uitgangspunten en doelstellingen De HU ziet de kwaliteitszorg van lectoraten als het aangewezen instrument om de basis te leggen voor een hoogwaardige onderzoekstraditie die werkelijk bijdraagt aan vernieuwing van de professies. Bij de vormgeving staat de visie op sturing in een professionele organisatie centraal. Daarbij dienen de doelen van de organisatie en de doelen, normen en standaarden van de professionals nauw met elkaar verbonden te zijn. Daarnaast is, ook vanwege de vroegtijdigheid, gekozen voor een ontwikkelingsgerichte aanpak, waarbij de resultaten van de evaluaties richting kunnen geven aan de ontwikkeling van de kwaliteit van onderzoek. Tenslotte wordt aangesloten op de visie van de hogeschool op de functie van onderzoek in het HBO, de relatie onderzoek onderwijs en de positie, rol en kerntaken lectoren. De visie van het HU op onderzoek sluit aan bij het advies van de AWT (2005) dat stelt dat onderzoek in het HBO gericht dient te zijn op de versterking van de kwaliteit van het onderwijs, de instandhouding en ontwikkeling van de beroepspraktijk, een bijdrage levert aan innovatie en aansluit op kennisvragen vanuit het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Ook wordt erkend dat alle opleidingen in het HBO verbonden behoren te zijn met onderzoeksactiviteiten (AWT, 2006). Kerntaken van lectoren zijn: onderwijs, professionalisering, kenniscirculatie en onderzoek (SKO, 2005). En volgens het nieuwe convenant: externe oriëntatie, curriculumvernieuwing, professionalisering docenten, en versterking kenniscirculatie en kennisontwikkeling binnen HBO instellingen. Voor de HU staat binnen de lectoraten de onderzoeksfunctie centraal met veel aandacht voor de bijdrage ervan aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs (inclusief professionalisering van docenten) en van de beroepspraktijk, d.m.v. toepassing en innovatie ten behoeve van de beroepsgroep, het bedrijfsleven of de maatschappelijke sector (in de regio). Op basis van deze uitgangspunten zijn de doelstellingen voor het ontwikkelen van het systeem voor kwaliteitzorg onderzoek als volgt samen te vatten: Richting geven aan strategische doelen van de organisatie inzake kenniscirculatie en onderzoek Bijdragen aan de ontwikkeling van de professionele identiteit (standards, practice & ethics) van de lector Het aanreiken van een kader en instrumentarium voor het middle-management

2 Parameters voor beoordeling van onderzoek in het HBO De huidige ontwikkelingsfase van het onderzoek in het HBO was een belangrijk gegeven bij de ontwikkeling van het project. In een recente SKO evaluatie werd gesteld dat lectoren weliswaar veel activiteiten hebben ontplooid, maar dat de onderzoeksfunctie nog nauwelijks uit de verf is gekomen (SKO, 2005). Het internationale rapport van de Commissie Abrahamsen (2005) merkte bovendien op dat: The need for applied research in relation to professional education was not widely felt in the Netherlands [...] SMEs did not seem aware of the potential benefit that can be achieved by co-operation with universities of professional education in applied research. In de internationale literatuur wordt meer in het algemeen erkend dat HBO-type instellingen voor aanzienlijke uitdagingen staan bij het ontwikkelen van een onderzoeksfunctie (zie o.a. Kettunen, 2004 en Kyvik & Skodvin, 2003). Hazelkorn (2004; 2005) omschrijft de belangrijkste barriers-to-entry for late-developers and newcomers in research als volgt: zwakke institutionele infrastructuur en ontoereikende financiering; personeel dat de vereiste vaardigheden en kwalificaties (PhD niveau) op het terrein van onderzoek ontbeert; en een sterke orientatie op beroepsopleidingen waarvan de meeste geen onderzoekstraditie kenden. Als belangrijkste elementen voor het ontwikkelen van een onderzoeksstrategie geeft zij aan: interne structurering d.m.v. het bepalen van prioriteiten en het vormen van thematische onderzoeksclusters of - centra; het ontwikkelen van prestatie-indicatoren en HRM en het versterken van externe samenwerking en de financieringsbasis. Tegenover deze uitdagingen staat de toenemende maatschappelijke en economische behoefte aan toegepaste kennis en de toename van kennisvragen uit specifieke beroepsgroepen en specifieke (regionale) contexten. Dit hangt samen met de erkenning dat steeds meer onderzoek interdisciplinair is, dat de toepassingscontex belangrijk is, dat onderzoek steeds meer buiten universiteiten en in interactie met andere actoren plaatsvindt (ook wel aangeduid als Mode 2 research, Gibbons et al, 1994) en dat er verschillende gelijkwaardige vormen van scholarship bestaan: discovery, integration, application and teaching (Boyer, 1990). Dit rechtvaardigt een grotere varieteit in academische functies en activiteiten, waarin ook het HBO een rol te spelen heeft op het gebied van ontwerp en ontwikkeling. Inmiddels beginnen deze inzichten door te werken in de beoordeling van onderzoek (KNAW, 2005). Uit recent internationaal vergelijkend onderzoek naar onderzoeksbeoordeling (Jongbloed et al, 2005) blijkt dat er ook bij de beoordeling van het universitaire onderzoek in toenemende mate aandacht is voor andere dan de traditionele met fundamenteel onderzoek verbonden indicatoren. Maar ook blijkt dat er bij onderzoeksbeoordeling nog veel te verbeteren valt aan de keuze en samenhang van input proces en output indicatoren en aan de objectiviteit en vergelijkbaarheid van uitkomsten. Zo wordt er aan de outputkant veelal (te) veel nadruk gelegd op publicaties (en m.n. de tijdschriften waarin gepubliceerd wordt) en is er veel minder aandacht voor bijvoorbeeld de relatie met c.q. effect op onderwijs(kwaliteit). Ook wordt er in toenemende mate gepleit voor een beter evenwicht in de waardering van fundamenteel en van toegepast en praktijkgerelateerd onderzoek, voor meer aandacht voor interdisciplinariteit en voor, naast de wetenschappelijke, ook de economische en maatschappelijke impact van onderzoek. Tenslotte wordt er voor gepleit meer aandacht aan de missie van de instelling te besteden. Er zijn recent verschillende nieuwe methoden ontwikkeld die trachten hier meer aan tegemoet te komen. De Sci-Quest methode (zie hieronder) is hier een belangrijk voorbeeld van.

3 Op basis van bovenstaande uitgangspunten, doelstellingen, en uitdagingen zijn de volgende parameters geformuleerd voor het systeem van kwaliteitszorg onderzoek. Er zal bij de beoordeling van de kwaliteit aandacht moeten zijn voor: de totstandkoming van de onderzoeksvraag, de toegankelijkheid van de onderzoeksresultaten, het oordeel van de kennispartners van de betreffende hogeschool en de mate waarin nieuwe kennis wordt geïncorporeerd in het onderwijs. Dit houdt een evaluatiemethode in die zich goed verhoudt met de Mode 2 benadering van onderzoek en dus de kwaliteit van onderzoek beoordeelt op een breed scala van aspecten (netwerkvorming, professionele praktijk, onderwijs en scholing, wetenschap en bestuur en beleid) en op basis van self-assessment en external review (waarbij zowel peers als stakeholders zijn betrokken). De Sci-Quest methode bleek hiervoor de beste basis te bieden en is in het kader van het HU project vervolgens toegesneden op de toepassing in lectoraten (Sci-Quest/Lect). Dit wordt hieronder nader beschreven. Achtergrond van de Sci-Quest methode De Sci-Quest aanpak vindt zijn oorsprong in de wens om in de beoordelingen van onderzoek eveneens recht te doen aan de maatschappelijke kwaliteit. In het wetenschapsbeleid van de jaren tachtig werden verschillende beleidsinstrumenten geïntroduceerd om de maatschappelijke relevantie van onderzoek te versterken, zoals verkenningen, sectorraden en stimulerings- en nationale onderzoeksprogramma's, die beogen de programmering van het onderzoek zo te beïnvloeden dat wordt bijgedragen aan maatschappelijke doelen. Tegelijk werden evaluatieprocessen van het onderzoek geïntroduceerd waarin in de eerste plaats de wetenschappelijke kwaliteit centraal wordt gesteld. Kenmerkend voor deze beoordelingen is de landelijke disciplinaire vergelijking en de internationale peer review door gezaghebbende wetenschappers. De beoordeling berust daardoor in de eerste plaats op academische disciplinaire standaarden waarbij de maatschappelijke relevantie van het onderzoek buiten beeld blijft. Het is onder andere de Commissie Overleg Sectorraden (COS) geweest die in het afgelopen decennium verschillende projecten heeft geïnitieerd de kans boden om een breder evaluatiemethodiek te ontwikkelen die het mogelijk maakte om de maatschappelijke kwaliteit van onderzoek te incorporeren in de beoordelingen van onderzoek. Een bespreking van de eerste ontwikkeling is te vinden in het proefschrift The Evaluation of Research for Society (Spaapen,1995). Daarin wordt een nieuwe methodiek voor evaluatie voorgesteld die gebaseerd is op nieuwe inzichten van de ontwikkeling van wetenschap in relatie tot de maatschappelijke context die voortkomen uit wetenschapssociologisch onderzoek. De meeste aandacht kreeg het hierboven al besproken concept van Mode 2 kennisproductie, naast het academisch disciplinair Mode 1 onderzoek. Kenmerken van deze Mode 2 vorm van kennisproductie zijn: 1) onderzoek vindt plaats in een context van toepassing; 2) verschillende actoren zijn betrokken bij de problem solving die in deze context plaatsvindt en 3) het is een transdisciplinaire activiteit waarbij de intellectuele activiteit in de sociale en economische contexten van toepassing plaatsvindt. Mode 2 onderzoek ontwikkelt zich in wederzijdse interactie met een relevante sociale omgeving. Een belangrijke consequentie van deze interacties is dat verwachtingen, normen en waarden in die omgeving de activiteiten van de onderzoekers en daarmee de onderzoeksproducten beïnvloeden. Deze inbedding van het onderzoek in de maatschappij is een voorwaarde voor het realiseren van maatschappelijke kwaliteit. Pilots bij de beoordeling van het universitaire onderzoek De Commissie van Overleg Sectorraden, de Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek (NRLO) en Wageningen Universiteit (toen nog LUW) vroegen in 1998 aan Sci-Quest om als voorbereiding op een VSNU beoordeling van de Landbouwwetenschappen een methode uit te werken waarmee de maatschappelijke kwaliteit van onderzoeksgroepen in beeld gebracht zou kunnen worden. In 2003 vond een tweede pilot plaats bij de VSNU visitatie Farmacie. Ook hier is door Sci- Quest een achtergrondstudie uitgevoerd om de kennisproductie door de betrokken programma s in de volle breedte in kaart te brengen. Niet alleen de wetenschappelijke artikelen, maar eveneens de bijdragen aan de beroepspraktijk, het beleid en de industrie.

4 De commissies maar ook de onderzoeksgroepen aanvaarden de bevindingen als overzichtelijk en overtuigend en een goed uitgangspunt voor de beoordeling. Aandachtspunt in het wetenschapsbeleid De pilots worden besproken en in een theoretisch kader geplaatst in Evaluating Research in Context dat in 2005 door de COS is gepubliceerd. Hiervoor is recent belangstelling ontstaan in de landelijke discussie over de valorisatie van kennis. De minister heeft bijvoorbeeld naar de Sci-Quest experimenten verwezen in haar reactie op het recente AWT rapport De waarde van weten, de economische betekenis van universitair onderzoek. Daarbij wordt gesteld dat de methodiek inzicht kan bieden in de maatschappelijke positie van onderzoeksgroepen en in die zin een instrument kan zijn voor het zichtbaar maken van valorisatie. Om een impuls te geven aan de ontwikkeling en het gebruik van een bredere evaluatiemethodiek is het actieprogramma van de Contextgroep opgesteld. Voor dat programma is inmiddels bestuurlijke steun gekregen van NWO, KNAW, VSNU en QANU. OCW neemt als waarnemer deel en heeft recent toegezegd om het programma substantieel mede te financieren. Na de start van het experiment met Sci-Quest/lect bij de Hogeschool Utrecht neemt een vertegenwoordiger uit het HBO deel aan de bijeenkomsten. De verbinding die zo wordt gelegd met de onderzoeksactiviteiten in het HBO wordt door OCW gewaardeerd. De contextgroep onderzoekt de mogelijkheden om tot verbetering van de evaluatiepraktijk in het publieke wetenschappelijk onderzoek te komen door: bewustwording van de noodzaak om de maatschappelijke waarde van onderzoek voor zichzelf en anderen te expliciteren, het aanbrengen van aanvullende evaluatievaardigheden op dit terrein, het aanleveren van een goed instrumentarium en de ontwikkeling van een steunpunt om instellingen te adviseren op dit gebied. De vier stappen van de Sci-Quest methodiek Om recht te doen aan de volle breedte van de kennisactiviteiten van een onderzoeksprogramma worden een aantal relevante wetenschappelijke en maatschappelijke domeinen onderscheiden waarin onderzoeksactiviteiten plaatsvinden. In de pilots zijn de domeinen beredeneerd afgebakend, bijvoorbeeld: Wetenschap; Onderwijs; Professionele praktijk en Beleid en maatschappelijke vraagstukken. De methode bestaat uit vier stappen: Stap 1: zelfbeeld en missie In de missies van onderzoeksgroepen kunnen verschillen voorkomen in de mate waarop zij zich richten op de onderscheiden domeinen. Het expliciteren van het zelfbeeld van de groep in dit opzicht geeft een achtergrond voor de evaluatie van de activiteiten van de onderzoeksgroep. Dat zelfbeeld wordt schematisch in beeld gebracht aan de hand van een schatting van 1) de onderzoekstijd in ieder van de domeinen, 2) de invloed van stakeholders uit ieder van de domeinen op het onderzoek en 3) een waardering van het belang van de stakeholders in ieder van de domeinen. Stap 2: het profiel van de onderzoeksgroep/ Research embedment and performance profile (REPP) Het profiel wordt gebaseerd op indicatoren voor enerzijds communicaties en inbedding in het domeinen anderzijds impact en gebruik. De concrete indicatoren en indicaties die werden gebruikt zijn afgeleid van meetbare data over onder anderen: - output (publicaties en andere kennisproducten) - impact (citatie, gebruik) - mobiliteit van afgestudeerden en medewerkers - financiering en fondsen - samenwerking, gebruikers van onderzoeksresultaten, adviseurschappen, etc. - kennisproducten, patenten, etc. - bijdrage aan onderwijs en training

5 Deze data zijn samengebracht in een schematische grafische weergave van de onderzoeksgroep in relatie tot zijn context. In de pilot Landbouwwetenschappen werden de resultaten geprojecteerd in een radargrafiek (zie figuur 1). Deze grafische representatie is een hulpmiddel in het zelfevaluatie proces waarin empirische evidenties worden verzameld met betrekking tot het profiel van de groep. Doel is om een stevige basis te verschaffen voor een interne discussie over de onderzoeksstrategie en de daaraan verbonden performance. involvement NGO's (scored in %) KCW coop/fin proj % mobility to KCW Crop and Grassland Science % co-publ. Neth. (not KCW) KCW citing % Neth. citing (not KCW) KCW co-pub % co-pub. Internat. KCW Collaboration & Visibility % Internat. citing % cited journ. art. 2 cit. / journ. art. % mobility to gov./policy arena 1,5 members gov. or spec. prog./wp % coop/fin proj gov/spec. prog. Public Policy Science & Certified Knowledge 2 journ. art. / fte total 2,9 journ art / fte tot 2,1 memb / fte senior 1,5 member sci journal/ fte WP orientation on science ( in %) 1,5 member advisory board/wp second fte (20 % of fte total) 2 prof art/ fte total Innovation & Professional Education % coop/fin proj ->res. grps (incl.kcw) 1 patent / 3 WP % mobility to research (incl. KCW) & Trainingextra 15,25 dissertations (cat 1) coop/fin proj innovating inst diss. (cat 1)/ 4 fte AIO/OIO Research Embeddement & Junior, AIO,OIO students (1 Jun. / 2 Sen. - orientation on professionals ( in %) Performance Profile 0,54 f te junior / 1 fte 1997)) senior third budget fte (45% of fte total) # diss (cat 1) / # junior staff % mobility to company Stap 3: Stakeholder- en gebruikersanalyse Naast de reconstructie van het profiel van de groepen wordt een stakeholders- en gebruikersonderzoek uitgevoerd. In de eerste plaats wordt de gebruikersomgeving geïdentificeerd en in de tweede plaats wordt nagegaan of stakeholders en gebruikers worden betrokken bij de probleemdefinitie, het zoeken naar de probleemoplossing en het testen van de oplossingen. Concreet wordt een selectie van de gebruikers en stakeholders van een onderzoeksgroep ondervraagd over de: aard van de interactie (productontwikkeling, gezamenlijke publicatie, patent, gebruik van apparatuur, uitwisselen van personeel, etc.); reden van de interactie (stimuleren van innovatief onderzoek, profiteren van expertise, kennisoverdracht naar anderen bevorderen, deelname in experimenten, etc.); rol van de stakeholder (collega, klant, intermediair, etc.); soort invloed op het onderzoek (informeel contact, stuurgroep, conferentie, kennistransfer bureau, etc.) en de waardering van het onderzoek. De resultaten van dit gebruikersonderzoek geven een kwalitatieve beschrijving van de mate waarin de gebruikers betrokken worden bij het onderzoek. Het geeft inzicht in de vragen of het onderzoek aansluit bij probleemdefinities van stakeholders, wat dit onderzoek betekend heeft voor de stakeholders en gebruikers en, wanneer relevant, in welke mate de kennisproducten worden gewaardeerd door de gebruikers. Stap 4: De terugkoppeling Het REPP van de onderzoeksgroep en de stakeholderanalyse maken het mogelijk voor de onderzoeksgroep om te reflecteren op de mate waarin het zelfbeeld van de groep overeenkomt met het profiel en de kwalitatieve beschrijving van de gebruikersomgeving. De terugkoppeling geeft de ruimte voor de onderzoeksgroep om (zoals in een sterkte zwakte analyse) de belangrijkste issues te formuleren die aan de orde moeten komen in de beoordeling door de commissie door commentaar te geven op het profiel en de stakeholderanalyse

6 Beoordeling door de commissie Aan de commissie wordt gevraagd om in de beoordeling de volledige context van de onderzoeksgroep en niet alleen de wetenschappelijke achtergrond mee te wegen. Het is belangrijk om hiermee bij de samenstelling van de commissie rekening te houden. De commissies zagen de Sci-Quest rapporten als bruikbaar en informatief achtergrondmateriaal. De analyses en profielen hebben diepte gegeven aan het datamateriaal dat in het kader van de beoordeling moet worden aangeleverd. De twee pilots werden in het algemeen als veelbelovend beoordeeld door de betrokken onderzoekers, commissieleden en bestuurders. De operationalisering en de routinematige inpassing in de kwaliteitszorg voor het onderzoek vergt nog wel nadere uitwerking van diverse aspecten van de methodiek. De verdere ontwikkeling zou zich kunnen richten op de vereenvoudiging van het profiel en een meer consequente uitwerking van de relatie tussen de vier stappen. De HU heeft dit opgepakt in de toepassing bij de evaluatie van de lectoraten. Van Sci-Quest naar Sci-Quest/lec Bovenstaande, op de universiteit uitgeteste Sci-Questmethodiek hebben wij vertaald naar de specifieke situatie van de HU. Opvallendste verschillen tussen de universitaire en de HU situatie zijn: - De massa van een lectoraat. Een lectoraat bestaat uit een parttime lector en circa 5 parttime docenten, doorgaans zonder onderzoekservaring. - De historische traditie van het onderzoeksprogramma. Op de HU zijn de lectoraten 5 jaar geleden als pioniers begonnen en is nog niet helemaal uitgekristalliseerd wat onder toegepast onderzoek verstaan wordt en hoe dat onderzoek georganiseerd en gestuurd moet worden. Ook de vanzelfsprekendheid dat de strategische HU visie moet sporen met die van de lectoraten ontbreekt nog te vaak. - De historische band van de HU met het (regionale) bedrijfsleven waarbij het voor de HU als vanzelfsprekend is met stakeholders samenwerkingsverbanden aan te gaan en een praktische, toepasbare bijdrage aan de verschillende sectoren te willen leveren. - De breedte van de opdracht. Lectoren hebben een diversiteit aan opdrachten meegekregen. Zij moeten een kennisinfrastructuur/ kennisnetwerk opbouwen, de onderzoekscomponent in het HBO verstevigen, een bijdrage aan het onderwijs leveren, de beroepspraktijk innoveren, wetenschappelijk onderzoek doen en een bijdragen leveren aan relevante maatschappelijke debatten op hun terrein. Gegeven deze situatie en de HU antwoorden hierop (de HU-visie op onderzoek) hebben wij met alle lectoren van de hogeschool in enkele workshops de Sci-Quest domeinen en criteria vertaald (Tabel 1). Tabel 1. Voor de HU relevante Domeinen en criteria DOMEIN I. NETWERKVORMING 1. aantal samenwerkingsrelaties 2. kwaliteit van die relaties 3. betrokkenheid van gebruikers bij het formuleren van het onderzoeksprogramma DOMEIN II. PROFESSIONELE PRAKTIJK 4. Professionele publicaties 5. Kennisproducten voor professionele praktijk of bedrijven (bijdrage aan bedrijfsvoering en onderzoek van bedrijven en instellingen) 6. Formele bestuurs- of adviesfuncties professionele organisaties/ bedrijfsleven 7. Deskundigheidsbevordering beroepspraktijk & bedrijven DOMEIN III. ONDERWIJS EN SCHOLING 8. Bijdrage aan de kwaliteitsverhoging van opleidingen: - door een bijdrage aan de visie op het beroepsprofiel - de actualiteit van de opleiding; het inbrengen van internationale standaarden

7 - bijdrage aan de ontwikkeling van geaccrediteerde masteropleidingen - het verzorgen van de onderzoekscomponent in opleidingen - bevorderen van (internationale) mobiliteit van docenten - deskundigheidsbevordering docenten - ontwikkelen van excellente leerroutes - en het bijdrage aan door de NVAO erkende bijzondere kwaliteitskenmerken van opleidingen. DOMEIN IV. WETENSCHAP 9. Publicaties in refereed journals 10. Onderzoekscompetenties leden (promotiegraad) 11. Samenwerking in onderzoek met wetenschappelijke instellingen 12. Onderzoeksfinanciering na wetenschappelijke toetsing 13. Bijdragen aan wetenschappelijke opleidingen en congressen (ontwikkeling, gastdocentschap, invited lecture) DOMEIN V. BESTUUR EN BELEID 14. Een bijdrage aan overheidsbeleid, beleid van maatschappelijke organisaties en de maatschappelijke discussie 15. Formele bestuurs- en of adviesfuncties in beleidsorganen of maatschappelijke organisaties Meest opvallende aan deze domeinen is het apart en bovenaanzetten van de netwerkfunctie. Men kan zich afvragen of dit een apart domein is of een middel om in alle overige domeinen te opereren. Zonder twijfel is dat laatste het geval, maar gezien de pioniersfase zien wij het ontwikkelen, verstevigen en uitbreiden van een kennisinfrastructuur als een noodzakelijke voorwaarde voor het leveren van een bijdrage aan de andere domeinen. Ook valt op dat het domein wetenschap zwaar is aangezet. Hoewel binnen het HBO en dus ook binnen de HU het domein wetenschap (nog) niet overal vanzelfsprekend is, maar we ons als nieuwkomer wel op dat terrein willen manifesteren, hebben wij ervoor gekozen de kwaliteitseisen zoals die in de academische wereld gelden, over te nemen. Aan de hand van deze HU domeinen en criteria hebben wij vervolgens de verschillende Sci- Quest fasen vertaald naar de HU situatie en de methode omgedoopt van Sci Quest naar Sci Quest/lect. Fase 1: Formuleren van een missie. Om het probleem van de geringe massa van lectoraten te verminderen en de inhoudelijke thematische onderzoekslijnen meer op elkaar af te stemmen, hebben wij ervoor gekozen te gaan werken met kenniscentra. Een kenniscentrum is een inhoudelijke en organisatorische samenvoeging van meerdere lectoraten binnen een sector. Naast het creëren van meer massa, vermindert dit ook de inhoudelijke versnippering van onderzoeksprogramma s (focus). Omdat de kenniscentra zowel qua inhoud als aggregatieniveau anders zijn dan de oorspronkelijke lectoraten, moeten we in deze missiefase zowel terugblikken (wat was 4 jaar geleden de oorspronkelijke opdracht van dit lectoraat?) als vooruitkijken (wat is voor de komende 4 jaar de missie van dit kenniscentrum?). Hoewel ook de oorspronkelijke lectorenopdracht wordt meegenomen, ligt de nadruk duidelijk op de toekomstvisie van de kenniscentra. In deze zin is het doel van Sci-Quest/lec op dit moment meer ontwikkelingsgericht dan beoordelend. In de missie komt de relatie tussen HU-missie, facultaire missie en missie van het kenniscentrum tot uiting. De missie wordt uitgesplitst naar de verschillende domeinen (tabel 1). Per domein wordt in een percentage aangegeven hoeveel tijd (en daarmee belang) er aan is/zal worden besteed. Fase 2. REPP. [=Research embedment en performance profile]

8 Dit is een fase waarin aan de hand van domeinen en criteria uit Tabel 1 wordt gescoord in hoeverre de kenniskringleden zelf van mening zijn dat de oorspronkelijke doelen (som van oorspronkelijke lectorenopdrachten) en de geformuleerde missie (waar staat het kenniscentrum over enkele jaren) zijn bereikt. De criteria uit Tabel 1 zijn hiertoe uitgewerkt tot meetbare indicatoren. In deze indicatoren is de HU visie op kennisontwikkeling (waaronder onderzoek) en kenniscirculatie verweven. De indicatoren richten zich op het aantal gerealiseerde resultaten (bijvoorbeeld aantal publicaties, aantal ontwikkelde minoren), het belang van deze resultaten (kunt u aangeven wat het belang van uw ontwikkelde product is voor de beroepspraktijk? Het onderwijs? Het maatschappelijke debat?) en de mate waarin stakeholders invloed hebben op deze resultaten (comakership? Opdrachtgever-opdrachtnemersrelatie? Enz). Het invullen van de indicatoren gebeurt zoveel mogelijk op basis van bestaand evaluatiemateriaal (met name SKO-rapportages). Die indicatoren waarvoor geen bestaand materiaal bestaat, worden door de lectoren ingevuld. Fase 3. Stakeholdersonderzoek In deze fase wordt bij stakeholders gemeten wat de aard, reden en intensiteit van de samenwerking van de stakeholder met het kenniscentrum is en hoe tevreden hij daarover is. Aan de, in de ogen van de lectoren, belangrijkste stakeholders per domein wordt hiertoe een vragenlijst toegestuurd. Fase 4. Reflectie Het kenniscentrum reflecteert op de verschillen tussen de eigen perceptie (REPP) en het oordeel van de omgeving / stakeholders. Dat alles gerelateerd aan de oorspronkelijke opdrachten en de missie. Het is in dit stadium van de ontwikkeling van Sci Quest/lect helaas nog niet mogelijk de resultaten af te zetten tegen relevante sectorale benchmarks. Hiertoe zullen in de loop der jaren landelijke databases moeten worden opgebouwd. Fase 5. Externe commissie Een team van peers en auditoren bezoekt het kenniscentrum, stelt op grond van het gesprek en de data van de vorige fasen vast waar het kenniscentrum zich op de verschillende domeinen bevindt en hoe het zich van daaruit de komende jaren zou kunnen gaan ontwikkelen om de missie te volbrengen. Bij de samenstelling van het team zijn de volgende criteria van belang: - Gerenommeerde peer, liefst internationaal aanzien. - Auditteam past qua samenstelling in het onderzoeksparadigma van het kenniscentrum/ de faculteit. - Auditteam onderschrijft het ontwikkelingsdoel van de evaluatie: niet afrekenen maar op een inspirerende manier helpen de lijnen voor de toekomst uit te zetten (voldoende inspirerend om het kenniscentrum te kunnen uitdagen en voldoende herkenbaar om zich mee te kunnen identificeren). De conclusies van deze externe commissie kunnen als hefboom dienen in de verdere ontwikkeling van individuele lectoraten naar professionele kenniscentra. Voorlopig wordt nog gesproken over een externe commissie i.p.v. een auditcommissie omdat dat het ontwikkelgerichte karakter van deze fase beter beschrijft. Wanneer zowel het systeem als de kenniscentra verder zijn uitgewerkt, zal deze externe commissie zich steeds meer kunnen opstellen als auditoren. Pilot De Sci-Questmethodiek wordt dit jaar eerst uitgetest bij de kenniscentra van de Faculteit Gezondheidszorg en de Faculteit Educatie. De pilotvragen luiden: - Is de methode werkbaar voor de HU (betrouwbaar, valide, efficiënt, effectief)?

9 - Kan het op termijn de basis vormen voor een kwaliteitssysteem voor kennisontwikkeling en kenniscirculatie? - Levert Sci-Quest/lec voldoende bijdrage aan: - de ontwikkeling van lectoraten naar kenniscentra? - de ontwikkeling van professional standards? - de discussie en concretisering van de HBO visie op kennisontwikkeling en kenniscirculatie? De pilot eindigt met een evaluatie en een ronde bijstellingen van instrumenten en methoden. Wanneer de pilot slaagt, zal zij worden geïntegreerd in de P&C-cyclus van de HU. Met name de relatie met HRM en kwaliteitszorg van het onderwijs (accreditatie) is hierbij belangrijk. In de pilot wordt inhoudelijk samengewerkt met Fontys Hogescholen en Haagse Hogeschool, waarbij elke hogeschool een andere inhoudelijke insteek kiest. Het samenvoegen van de ervaringen met deze varianten kan op termijn mogelijk een landelijk systeem dichterbij brengen. Ook wordt er samengewerkt met de landelijke Sci-Quest-contextgroep (NWO, KNAW, QANU, OCW, VSNU en COS) waardoor uitwisseling van ervaring tussen HBO en universiteit ontstaat. Literatuur AWT (2005). Ontwerp en ontwikkeling. De functie en plaats van onderzoeksactiviteiten in hogescholen (concept). Den Haag. AWT (2006). Ontwerp en ontwikkeling De functie en plaats van onderzoeksactiviteiten in hogescholen. Briefadvies no 65. Boyer 1990, E.L. (1990). Scholarship reconsidered. Priorities of the Professorate. New York: Carnegie Foundation for the Advancement of Teaching. Commissie Abrahamsen (2005). Bridging the gap between theory and practice. Possible degrees for a binary system. Report Committee Review Degrees. Gibbons, M., C. Limoges, H. Nowotny, S, Schwartzman, P. Scott & M. Trow (1994). The New Production of Knowledge. London: Sage. Hazelkorn, E. (2004). Growing research Challenges for Late-developers and Newcomers. In: Higher Education Management and Policy. Vol. 16 no. 1. Hazelkorn, E. (2005). U n i v e r s i t y R e - s e a r c h M a n a g e m e n t D e v e l o p i n g R e s e a r c h i n N e w I n s t i t u t i o n s. P a r i s : O E C D / I M H E. Jongbloed, B, C. Salerno, J. Huisman & H. Vossensteyn (2005). Research prestatiemeting: een internationale vergelijking. Beleidsgerichte studies hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, nr 113. Den Haag: Ministerie van OC&W. Kettunen, J. (2004). Bridge building for the future of the Finnish polytechnics. In: Journal of Higher Education Outreach and Engagement. Vol. 9, No. 2, pp KNAW, Judging research on its merits. An advisory report by the Council for the Humanities and the Social Sciences Council. Amsterdam. Kyvik, S. & O. Skodvin (2003). Research in the non-university higher education sector tensions and dilemmas. In: Higher Education. No. 45, pp SKO (2005). Succesfactoren voor lectoraten in het HBO. Commissie tussentijdse evaluatie lectoren en kenniskringen Den Haag; SKO Spaapen, J.B (1995). The Evaluation of Research for Society, dissertation, University of Amsterdam. Klep,L. (2000). De maatschappelijke oriëntatie van onderzoeksgroepen. Hoe sta je in de werled?, Nationale Raad voor Landbouwkundig Onderzoek en Commissie van Overleg Sectorraden onderzoek en ontwikkeling (COS) Spaapen, J.B. en Dijstelbloem, H. (2005) Evaluating Research in Context, A method for comprehensive assessment, Consultative Committee of Sector Counsils for Research and Development (COS)

10 Over de auteurs Prof. dr. Marijk van der Wende is hoogleraar hoger onderwijs bij CHEPS (UT) en de VU en was als extern adviseur bij dit project betrokken. Drs Frank Wamelink is coördinator onderwijsvisitaties bij QANU en was als onderzoeker betrokken bij de ontwikkeling van de Sci-Quest methode Dr. Paul van Deursen is hoofd van de stafdienst kwaliteit van de HU.

Meet! de maatschappelijke kwaliteit van onderzoek

Meet! de maatschappelijke kwaliteit van onderzoek Meet! de maatschappelijke kwaliteit van onderzoek sci_quest methode ontwikkeld en in praktijk gebracht Een introductie tot: Evaluating Research in Context A method for comprehensive assessment (2 nd edition)

Nadere informatie

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101

Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Functieprofiel: Lector Functiecode: 0101 Doel Zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van praktijkgericht onderzoek, uitgaande van de strategische speerpunten van de HU en de maatschappelijke relevantie,

Nadere informatie

Kwaliteitszorg onderzoek

Kwaliteitszorg onderzoek Kwaliteitszorg onderzoek met de methode sci_quest/eric 1 Opzet workshop Ervaringen Hogeschool Utrecht met validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek (vko) Uitgangspunten methodiek sci_quest/eric Vragen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 9

Samenvatting. Samenvatting 9 Samenvatting Sinds de introductie in 2001 van lectoraten in het Nederlandse hoger beroepsonderwijs wordt aan hogescholen steeds meer gezondheidsonderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat dit niet alleen

Nadere informatie

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA)

Societal Impact: achtergrond & doel. SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Societal Impact: achtergrond & doel SURFacademy Societal Impact Lieke van Fastenhout (UvA) Een korte geschiedenis: SEP 1/2 Hoe lang hebben we dit systeem al? Sinds 1993 Waarom hebben we het eigenlijk?

Nadere informatie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie

Verbinden van wetenschap en samenleving. NWO-strategie Verbinden van wetenschap en samenleving NWO-strategie 2019-2022 Verbinden van wetenschap en samenleving Dit strategisch plan beschrijft de koers van NWO voor de jaren 2019 tot en met 2022. NWO legt hierin

Nadere informatie

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers

Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers Certified Public Manager Program (CPM) voor Senior Public Controllers The European professional practice qualification for public service leaders Inschrijving vóór 1 juli 2016 = 10% korting op inschrijvingskosten

Nadere informatie

Ondersteuning van impact door Hogescholen

Ondersteuning van impact door Hogescholen Ondersteuning van impact door Hogescholen Ronald Mooijer 27 juni 2017 Agenda IXA Impact Het belang van netwerken Directe ondersteuning aan onderzoekers driehoek Probleem Stakeholders Product Financiering

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa Vastgesteld door het college van bestuur op 4 januari 2016 Positief advies beleidsoverleg 13 oktober 2015 Goedgekeurd door de raad van toezicht 18 december 2015

Nadere informatie

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals

Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals Citeren als: Bergh, Linda van den; Diemel, Karin & Zon, Anja van ). Bevorderende factoren voor samenwerking door onderwijsprofessionals.

Nadere informatie

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Okt2015 Uitgangspunten Het kwaliteitsbeleid van de (A)OSR is gebaseerd op de ontwikkeling van keurmerk naar alliantie die het ICLON aan de met hem samenwerkende scholen

Nadere informatie

Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode nader bekeken

Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode nader bekeken Het Interuniversitair Centrum voor Onderwijswetenschappen De periode 2006-2011 nader bekeken Jos Beishuizen Diana Dolmans Jan van Driel Iwan Wopereis Jeroen van Merriënboer Onderwijs Research Dagen 2012,

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen Tilburg University 2015-2021 In het voorjaar van 2014 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol

Nadere informatie

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015

Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Een academische omgeving voor het basisonderwijs NRO-Congres 4 november 2015 Bernard Teunis & Nienke van der Steeg b.teunis@poraad.nl n.vandersteeg@poraad.nl Opzet workshop 1. Voorstellen 2. Answergarden

Nadere informatie

DE IMPACT VAN SAMENWERKING

DE IMPACT VAN SAMENWERKING DE IMPACT VAN SAMENWERKING Ir. Marcel Kloosterman 16 mei 2017 Programma Ontwikkelingen Voorbeelden van samenwerking IXA Polifysiek Amsterdam Data Science Playgrounds Projectaanvraag Smart Culture Leerpunten

Nadere informatie

HU GERICHT IN BEWEGING

HU GERICHT IN BEWEGING HU GERICHT IN BEWEGING Organisatieontwikkeling HU het verhaal - versie maart 2016 - Agenda Waar komen we vandaan? Waarom gaan we veranderen? Wie willen we zijn? Hoe gaan we dit bereiken? Wat verandert

Nadere informatie

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting)

Titel in het Engels: Administrative Law Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting) Structuurrapport Leerstoel Bestuursrecht 1 Algemene informatie Titel: Bestuursrecht Titel in het Engels: Administrative Law Afdeling: Publiekrecht, sectie Bestuursrecht (in oprichting) Omvang: 1.0 fte

Nadere informatie

Accreditatiestelsel 3.0

Accreditatiestelsel 3.0 Accreditatiestelsel 3.0 Paul Zevenbergen Bestuurslid NVAO NNK, 14 april 2016 Vandaag Uitgangspunten Korte toelichting Geest accreditatiestelsel Opzet instellingsbeoordeling Opzet opleidingsbeoordeling

Nadere informatie

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool

PROFIEL. Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool PROFIEL Adviseur Onderwijs HAS Hogeschool 1. De organisatie Dit profiel wordt gebruikt om potentiële kandidaten in het kort te informeren over de functie Adviseur Onderwijs, HAS Hogeschool en haar context.

Nadere informatie

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo

Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo Ontwikkeling van wetenschap en technologie in de pabo Plenaire terugkoppeling MASTERCLASSES WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE ALS GRONDHOUDING EN VAKOVERSTIJGENDE BENADERING Lou Slangen 12-11-2014 WETENSCHAP EN

Nadere informatie

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer

Deze dag wordt tweerichtingsverkeer 1 2 Deze dag wordt tweerichtingsverkeer Comeniusprogramma 2018: voor het eerst dat we alle beurzen kunnen toekennen. U bent allemaal pioniers! Met elkaar gedachten uitwisselen om uw (en onze!) gedachten

Nadere informatie

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan

Meten van impact van het hbo. Frank van der Zwan Meten van impact van het hbo Frank van der Zwan Inhoud van de presentatie Opvallende uitkomsten congresonderzoek Valorisatie en het hbo Meten van impact in het hbo Project Valorisatie in het hbo Vormgeving

Nadere informatie

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats

Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Innovatief beroepsonderwijs in de regio: bindmiddel en broedplaats Studiedag De toekomst van het platteland Nijmegen, 21 november 2018 Loek FM Nieuwenhuis Lectoraat beroepspedagogiek Lectoraat Beroepspedagogiek

Nadere informatie

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews

Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews Dutch Interview Protocols Vraagstellingen voor interviews PLATO - Centre for Research and Development in Education and Lifelong Learning Leiden University Content Vraagstellingen voor case studies m.b.t.

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge

Prestatie-indicatoren voor Valorisatie. Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Prestatie-indicatoren voor Valorisatie Landelijke Commissie Valorisatie Delft, 12 mei 2011 Eppo Bruins Rens Vandeberg Leonie van Drooge Valorisatie Kennisvalorisatie is het proces van waardecreatie uit

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik

Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik Congres Logistiek Slim verbinden! Tien jaar Lectoraat Logistiek: terug- en vooruitblik Stef Weijers, Lector Logistiek en Allianties, HAN 31 januari 2013 Anno 2012 In Logistiek is 15% van de bedrijven wel

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel

Instellingsbeleid doelstellingen en profiel Instellingsbeleid doelstellingen en profiel 1 Inleiding 2 Beleid 3 Onderwijs 4 Onderzoek 5 Beroepspraktijk en regio 6 Kwaliteit is mensenwerk 7 Operational Excellence 8 Bestuur 9 Raad van Toezicht 10 Financiën

Nadere informatie

Certificering HR Professional

Certificering HR Professional Certificering HR Professional Certificering HR Professional Het personeelsmanagement kenmerkt zich door een grote mate van diversiteit, in de diepte en de breedte. De inhoud van het personeelsmanagement

Nadere informatie

EFQM model theoretisch kader

EFQM model theoretisch kader EFQM model theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. EFQM model EFQM staat voor European Foundation for Quality Management. Deze instelling is in 1988 door een aantal

Nadere informatie

Kennis voor de samenleving

Kennis voor de samenleving Kennis voor de samenleving Acht opties voor verbreding van het wetenschapsbeleid Bericht aan het Parlement Nederland is een kennissamenleving. Wetenschappelijke kennis, expertise en opleiding zijn cruciaal

Nadere informatie

Advies Universiteit van Tilburg

Advies Universiteit van Tilburg Advies Universiteit van Tilburg De Reviewcommissie (hierna commissie) heeft kennisgenomen van het voorstel van de Universiteit van Tilburg (hierna UvT) dat het College van Bestuur met zijn brieven van

Nadere informatie

Special interest group Blended learning KICK-OFF BIJEENKOMST

Special interest group Blended learning KICK-OFF BIJEENKOMST Special interest group Blended learning KICK-OFF BIJEENKOMST 18 april 2016 Welkom en inleiding Wat is een SIG? Special interest groups (SIG's) van SURF zijn kennisgemeenschappen (communities) rondom specifieke

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage, 14 januari 2000 Onderwerp: Beleidsvisie landelijk kennis/behandelcentrum eetstoornissen Hierbij doe ik u een mijn «beleidsvisie voor

Nadere informatie

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8

Samenvatting aanvraag. Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Bijlage 8 Samenvatting aanvraag Algemeen Soort aanvraag (kruis aan wat van toepassing is): X Nieuwe opleiding Nieuw Ad programma Nieuwe hbo master Nieuwe joint degree 1 Verplaatsing

Nadere informatie

Van Kennisbrug naar KennisDC

Van Kennisbrug naar KennisDC Van Kennisbrug naar KennisDC Laat kennis stromen Dick van Damme Lector Logistiek Hogeschool van Amsterdam HAN, Arnhem, 31 januari 2013 Kennis DC Breda Kennis DC Nijmegen Kennis DC Rotterdam Kennis DC Venlo

Nadere informatie

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH Roadmap Institute for Positive Health April 2016 Stichting IPH INTRODUCTIE VAN DE IPH ROADMAP De IPH roadmap schetst de resultaten die IPH de komende jaren wil realiseren. De weg naar de resultaten toe

Nadere informatie

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR

HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR EEN EUROPESE SECTORRAAD ARBEIDSMARKT EN KWALIFICATIES IN DE SPORT EN BEWEEGSECTOR essc-sport project www.eose.org 1 De uitdagingen van de Sport- en Beweeg sector De Sport en

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Optimaliseren van Impact door

Optimaliseren van Impact door Optimaliseren van Impact door Alfa- en Gammawetenschappen Aantonen en stimuleren van Societal Impact in synergie met andere wetenschappen Wifi: CongresAlfaGamma Wachtwoord: Impact2016 Optimaliseren van

Nadere informatie

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5

OSR-regeling peer review-light Pagina 1 van 5 Kwaliteit en keurmerk Regeling Peer review-light Versie 4, vastgesteld 19 december 2012 Schooljaar 2012-2013 Inleiding De scholen voor voortgezet onderwijs die vertegenwoordigd zijn in de Stuurgroep OSR

Nadere informatie

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA

ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA ONZE AGENDA OPLEIDEN IN ROTTERDAM VOOR DE WERELD VAN MORGEN STRATEGISCHE AGENDA VOORWOORD Hoe leiden we elke student op tot de professional voor de wereld van morgen? Met de blik op 2025 daagt die vraag

Nadere informatie

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING

Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING Samenwerking hogescholen en MKB in de topsectoren ZWAARTEPUNTVORMING PROFILERING SAMENWERKING KWALITEIT DUURZAME VERANKERING 14 december Bedrijfslevenbrief Het kabinet heeft samenleving en bedrijfsleven

Nadere informatie

ICLON Powerpoint sjabloon

ICLON Powerpoint sjabloon ICLON Powerpoint sjabloon Een voorbeeld van een ICLON presentatie Piet Presentator & Co Copresentator (ICLON) Coby Collega (Leiden University) Max Medewerker (Instituut voor Cooperatie) [Congresnaam, Plaats,

Nadere informatie

(Samen)werken aan christelijk leraarschap

(Samen)werken aan christelijk leraarschap (Samen)werken aan christelijk leraarschap Laura Boele de Bruin MSc Dit materiaal is onderdeel van het compendium over christelijk leraarschap, van het lectoraat Christelijk leraarschap van Driestar hogeschool.

Nadere informatie

Case Development Centre

Case Development Centre Case Development Centre Toepassing van cases in het onderwijs Kenniscentrum Innovatief Ondernemerschap Hoe kan Rotterdam bestaande kennis op nieuwe wijze inzetten om de innovatiegraad van de industrie

Nadere informatie

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE

KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE KENNISCENTRUM CREATE-IT, FACULTEIT DIGITALE MEDIA EN CREATIEVE INDUSTRIE ONDERZOEK: JAARVERSLAG 2015 CREATE-IT/FDMCI April 2016 1 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Onderzoeksinput... 5 2. Producten van onderzoek...

Nadere informatie

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag

Samenvatting. Aanleiding en adviesvraag Samenvatting Aanleiding en adviesvraag In de afgelopen jaren is een begin gemaakt met de overheveling van overheidstaken in het sociale domein van het rijk naar de gemeenten. Met ingang van 2015 zullen

Nadere informatie

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013

Conferentie Promoveren en promotietrajecten. VU Amsterdam, 15 mei 2013 Conferentie Promoveren en promotietrajecten VU Amsterdam, 15 mei 2013 Heden en toekomst van promoveren Prof. Martin Kropff, rector Wageningen University Promoveren: wat is onveranderd? Kern: het (leren)

Nadere informatie

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK

4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK 4. PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK Resultaten praktijkgericht onderzoek Kennisvalorisatie Jaarverslag 2010 Hanzehogeschool Groningen, University of Applied Sciences 66 4 Praktijkgericht onderzoek De Hanzehogeschool

Nadere informatie

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland

Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland Profiel Lid Raad van Toezicht Met een achtergrond in het agrarisch bedrijfsleven en afkomstig uit Noord-Nederland 9 november 2016 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht. onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open

Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht. onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open Hogescholen en Open Science: Naar meer impact van praktijkgericht onderzoek, speech Thom de Graaf bij Seminar Verder bouwen aan open science op donderdag 26 oktober 2017 Dames en Heren, Ik ben verheugd

Nadere informatie

Programma FACILITEREN VAN (ONDERZOEK NAAR) ONDERWIJSINNOVATIE. Twijfelnietteveelendoe gewoon, studenten staan er positief tegenover

Programma FACILITEREN VAN (ONDERZOEK NAAR) ONDERWIJSINNOVATIE. Twijfelnietteveelendoe gewoon, studenten staan er positief tegenover Twijfelnietteveelendoe gewoon, studenten staan er positief tegenover FACILITEREN VAN (ONDERZOEK NAAR) ONDERWIJSINNOVATIE JAN VELGHE UNIVERSITEIT GENT 31 mei2016 LNO2 2016 -Hasselt Programma Vóór 2008 2008

Nadere informatie

TOETSINGSREGELING LECTORATEN

TOETSINGSREGELING LECTORATEN TOETSINGSREGELING LECTORATEN Den Haag, oktober 2007 2 Algemene voorwaarden Artikel 1 1. De toetsing van aanvragen voor lectoraten geschiedt voor zover het betreft bekostigde instellingen als bedoeld in

Nadere informatie

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences

Wervingsprofiel. Lid Raad van Toezicht. 19 juli Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Wervingsprofiel Lid Raad van Toezicht 19 juli 2019 Opdrachtgever Van Hall Larenstein University of Applied Sciences Voor meer informatie over de functie Marcel ten Berge, senior adviseur Leeuwendaal Telefoon

Nadere informatie

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes

Betekenis voor praktijk en onderwijs. Theo Roes Betekenis voor praktijk en onderwijs Theo Roes Voorgeschiedenis 2005-2009 Lectoraten op stoom met praktijkonderzoek Beroepsgroepen (NVMW): meer onderzoek voor evidence/practisebased werken Onderwijs: meer

Nadere informatie

Lectoraten in het hbo: een nieuw fenomeen

Lectoraten in het hbo: een nieuw fenomeen 12 Onderzoek Lectoraten in het hbo: een nieuw fenomeen Kitty Kwakman 1 Inleiding Per 1 april 2002 ben ik werkzaam als lector bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Inmiddels zijn op vele Hogescholen

Nadere informatie

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Op weg naar de (academische) opleidingsschool Discussienota Nationalgeographic.nl Adviescommissie ADEF OidS Mei 2014 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Uitgangspunten Samen Opleiden 2. Ambities van (academische) opleidingsscholen 3. Concept Samen Opleiden

Nadere informatie

Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent

Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent Onderwijs Criteria Junior Universitair Docent Binnen een universiteit vervult een Junior UD veelal de basistaken: hij/zij draagt bij aan het wetenschappelijk onderwijs en de ondersteuning van de organisatie.

Nadere informatie

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool m a o v nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool datum 31

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie

Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie Onderzoeksvoorstel voor wetenschappelijk onderzoek in het kader van de Onderzoeksagenda Veteranenzorg Defensie Dit formulier moet in het Nederlands worden ingevuld 1. Registratiegegevens 1a. Gegevens hoofdaanvrager

Nadere informatie

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn

1. De opbrengsten van de aanbevelingen van de commissie Bruijn Bestuurlijke afspraken tussen de HBO-raad en de Minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, naar aanleiding van het advies Vreemde ogen dwingen van de Commissie externe validering examenkwaliteit hoger

Nadere informatie

Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst. Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs

Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst. Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs Onderwijsonderzoek: Vlaamse beleidsontwikkelingen voor de toekomst Dirk Van Damme Kabinetschef onderwijs Aanzetten tot debat VIWTA-onderzoek over onderwijsonderzoek in Vlaanderen VLOR-advies OESO en Europese

Nadere informatie

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

Profiel. Opleidingsmanager Bestuurskunde. 21 maart Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Profiel Opleidingsmanager Bestuurskunde 21 maart 2017 Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht Voor meer informatie over de functie Jeannette van der Vorm, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010)

Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 2010) Werkbladen Workshop zelfonderzoek project Hybride Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs (14 Oktober 010) Ilya Zitter & Aimée Hoeve Versie 5 oktober 010 Vooraf Vertrekpunt voor de monitor & audit van de

Nadere informatie

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl

Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties. Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Japans-Nederlandse wetenschappelijke publicaties Paul op den Brouw, 3 juli 2014, meer informatie: www.ianetwerk.nl Samenvatting Elf Japanse top-onderzoeksuniversiteiten spraken tijdens zijn bezoek aan

Nadere informatie

Nota Universiteitsraad UR Aan : Universiteitsraad. Van : College van Bestuur. Opsteller : Leon van de Zande

Nota Universiteitsraad UR Aan : Universiteitsraad. Van : College van Bestuur. Opsteller : Leon van de Zande Nota Universiteitsraad UR nummer Corsanummer UR 14.115 14.30053 Aan : Universiteitsraad Van : College van Bestuur Opsteller : Leon van de Zande Onderwerp : Uitgangspunten valorisatie Status : ter bespreking

Nadere informatie

Criteria voor Junior Docent Beroepspraktijk

Criteria voor Junior Docent Beroepspraktijk Criteria voor Junior Docent Beroepspraktijk Binnen een universiteit vervult een Junior Docent Beroepspraktijk veelal de basistaken: hij/zij draagt bij aan het wetenschappelijk onderwijs. Hij/zij voert

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015

Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 Bestuurlijke hantering onderzoeksbeoordelingen aan de UvT 2009-2015 In het najaar van 2007 hebben de besturen van VSNU, NWO en KNAW besloten tot aanpassing van het Standard Evaluation Protocol (SEP) 1.

Nadere informatie

De veranderende rol van Managementondersteuning

De veranderende rol van Managementondersteuning De veranderende rol van Managementondersteuning Inhoud 1. Inleiding 1 2. Onderbouwing van het onderzoek 2 3. Uitkomsten van het onderzoek 2 3.1 Initiatie van het verandertraject 3 3.2 Doelstellingen van

Nadere informatie

PILOT. TOETSINGSKADER NIET-WMO-PLICHTIG (nwmo) ONDERZOEK

PILOT. TOETSINGSKADER NIET-WMO-PLICHTIG (nwmo) ONDERZOEK PILOT TOETSINGSKADER NIET-WMO-PLICHTIG (nwmo) ONDERZOEK Stuurgroep nwmo Prof. Dr. Herman Pieterse (Voorzitter) Profess Medical Consultancy B.V. Dhr. Drs. Pieter Kievit Dhr. Dr. Eric Hoedemaker Mevr. Tanja

Nadere informatie

Samenwerking met buitenlandse universiteiten

Samenwerking met buitenlandse universiteiten Samenwerking met buitenlandse universiteiten INSPIRATIE- EN KENNISDAG PLANT & FOOD, 25 november 2014 Rik Eweg Lector Duurzame Agribusiness in Metropolitane Gebieden Opzet workshop 1. Ervaringen binnen

Nadere informatie

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal:

Mede naar aanleiding van mijn brief zijn flinke stappen gezet, zowel internationaal als nationaal: >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Onderzoek en Wetenschapsbeleid IPC 4100 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Terugblikkend Vooruitzien. Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018

Terugblikkend Vooruitzien. Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018 Terugblikkend Vooruitzien Vereniging Oud Goud woensdag 21 februari 2018 Agenda Onze context Onze organisatie in 2017 Onze resultaten in 2017 Onze programma s in 2017 Onze toekomst in 2018 (en verder) Hans

Nadere informatie

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016

Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg. Radboud Universiteit Nijmegen. Nijmegen 11 oktober 2016 nuao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit tot het verlenen van een instellingstoets kwaliteitszorg datum 24 oktober 2017 onderwerp Besluit instellingstoets kwaliteitszorg van de Radboud

Nadere informatie

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering)

Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek (BKO) 2009 2015 (Versie oktober 2007, algemene ledenvergadering) Voorwoord 1. Omschrijving praktijkgericht onderzoek 2. Doelstelling en uitgangspunten 3. Gezamenlijk

Nadere informatie

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum vergadering: 7 november Agendapunt: 8. Portefeuillehouder: De heer Bolsius VOORSTEL VOOR HET AB Datum vergadering: 7 november 2011 Agendapunt: 8 Datum: 21 oktober 2011 Contactpersoon:GJAM Krijnen Telefoon: 2404505 E-mail: g.krijnen@vru.nl Portefeuillehouder: De heer Bolsius Onderwerp:

Nadere informatie

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Telefoonnummer : Datum :

PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut :   Telefoonnummer : Datum : PORTFOLIO Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO) Naam : Functie : Faculteit : Instituut : Email : Telefoonnummer : Datum : 1 Inhoud Onderwijscv... 3 1. Onderwijsvisie... 7 2. Didactisch ontwerp en uitwerking

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional.

Partnerschap. en scholen werken op basis van een gezamenlijke verantwoordelijkheid samen met studenten aan hun ontwikkeling tot professional. Sinds een tiental jaren hebben we opleidingsvormen ontwikkeld die recht doen aan zowel vakbekwaamheid als praktijkkennis van aanstaande leraren. In toenemende mate doen we dat op basis van opleiden in

Nadere informatie

Eigenaarschap voor kwaliteit. Frans de Vijlder - Lector goed bestuur en innovatiedynamiek Myrte Legemaate - Senior beleidsmedewerker & promovendus

Eigenaarschap voor kwaliteit. Frans de Vijlder - Lector goed bestuur en innovatiedynamiek Myrte Legemaate - Senior beleidsmedewerker & promovendus Eigenaarschap voor kwaliteit Frans de Vijlder - Lector goed bestuur en innovatiedynamiek Myrte Legemaate - Senior beleidsmedewerker & promovendus Programma workshop 0 10 Korte aftrap 10 30 Aan de slag

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid. Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief

De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid. Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief De ontwikkeling en toepassing van games voor gezondheid Een verkenning van de Nederlandse situatie in internationaal perspectief HKU, Applied Games R&D programma Lector Jeroen van Mastrigt In opdracht

Nadere informatie

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends

De voorzitter van de commissie Wolbert. Adjunct-griffier van de commissie Arends 24 724 Studiefinanciering Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen

Nadere informatie

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort

Professionalisering van docenten. Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Professionalisering van docenten Gerda Geerdink Studiedag Facta 24 maart 2015 Amersfoort Opbouw presentatie Welke docenten hebben we nodig? Professionalisering binnen de HAN Resultaten onderzoek naar vier

Nadere informatie

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon

Instrument. Avans-audit op onderwijskwaliteit. Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon 1 Instrument Avans-audit op onderwijskwaliteit Versie: februari 2018 (concept) Auteur: LIC - team Kwaliteit - Lianne Huijssoon 2 Inhoud 1 De context... 4 2 De inhoud... 5 3 De uitvoering... 6 3.1 De voorbereiding...

Nadere informatie

Anders kijken, anders leren, anders doen

Anders kijken, anders leren, anders doen Anders kijken, anders leren, anders doen Grensoverstijgend leren en opleiden in zorg en welzijn in het digitale tijdperk HOOFDLIJN 8 Hoofdlijn 8. Onderzoek, onderwijs, praktijk en beleid verbinden Kernboodschap

Nadere informatie

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel

Veloncongres Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Over het programma Promotiebeurs - doel Promotiebeurs voor Leraren Een basis voor de wetenschapper van de toekomst. Veloncongres 2015 & Over het programma Promotiebeurs - doel Initiator Ministerie van OCW Loopt sinds 2011, inmiddels structureel

Nadere informatie

Codesign als adviesstrategie bij curriculumontwikkeling: Fasen, hoofdvragen, belangrijkste activiteiten, beoogde resultaten en succesfactoren

Codesign als adviesstrategie bij curriculumontwikkeling: Fasen, hoofdvragen, belangrijkste activiteiten, beoogde resultaten en succesfactoren Codesign als adviesstrategie bij curriculumontwikkeling: Fasen, hoofdvragen, belangrijkste activiteiten, beoogde resultaten en succesfactoren Ineke van den Berg, Magda Ritzen & Albert Pilot Universiteit

Nadere informatie

Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen

Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen Samen aan de slag met theorie en praktijkervaringen om uw implementatie een stap verder te krijgen Disclosure slide (potentiële) belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie