Rapport. Benchmark Voorschrijven 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport. Benchmark Voorschrijven 2010"

Transcriptie

1 Rapport Benchmark Voorschrijven 2010

2 Colofon Auteurs ir. Mariëtta Eimers drs. Marianne Nijpels Met medewerking van Edgar Buijs, SFK drs. Fabiënne Griens, SFK Henriette Giesbers, RIVM november 2010 Wij hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan deze uitgave. Aan de inhoud hiervan kunnen echter geen rechten worden ontleend. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie die door middel van deze uitgave is verkregen. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder vooraf verkregen toestemming. Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Postbus 3089, 3502 GB Utrecht Churchilllaan 11, 3527 GV Utrecht tel fax

3 Inhoud Benchmark Voorschrijven Samenvatting Engelse samenvatting - Summary 1 Inleiding 2 Conclusies en aanbevelingen 3 Scores op de indicatoren 4 Ontwikkelingen in het voorschrijven sinds Therapiekeuze 4.2 Cardiovasculair risicomanagement en diabetes 4.3 Medicatieaanpassing, overbehandeling en therapietrouw 5 Ontwikkelingen in therapiekeuze statines, protonpompremmers en RAS-remmers 5.1 Voorkeursmiddelen statines 5.2 Generieke protonpompremmers 5.3 Voorkeursmiddelen RAS-remmers 6 Regionale verschillen 7 Verschillen tussen zorgverzekeraars 8 Clusterindeling en definities van de indicatoren 8.1 Clusterindeling 8.2 Definities 9 Methode 9.1 Ontwikkeling en validatie 9.2 Gebruikte gegevens 9.3 Analyse Bijlagen 1 Landkaart met de regio-indeling op basis van de 2-cijferige postcode-indeling 2 Landkaarten met scores op de afzonderlijke indicatoren 3 Overzicht rangorde en somscores postcodegebieden op vijf clusters Benchmark Voorschrijven

4 Samenvatting Dit rapport toont de resultaten van de Benchmark Voorschrijven die zichtbaar maken in welke mate huisartsen in Nederland in 2009 volgens de eigen richtlijnen voorschrijven. De 24 indicatoren in dit rapport zijn berekend op aflevergegevens van openbare apothekers zoals verzameld door de Stichting Farmaceutische Kengetallen (SFK). Wij presenteren hier de landelijke gemiddeldes per indicator, de regionale spreiding en de verschillen tussen zorgverzekeraars. Verder besteden we in dit rapport aandacht aan de trends in het voorschrijven in de afgelopen jaren. De kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven door huisartsen zijn in de periode duidelijk verbeterd. Op negen indicatoren van de Benchmark Voorschrijven zien we een grote verbetering (bijvoorbeeld voorkeursmiddelen statines en behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen). Op zes indicatoren zien we een lichte verbetering en zeven indicatoren zijn ongeveer gelijk gebleven. Twee indicatoren zijn verslechterd: voorkeursmiddelen bij maagklachten en volume protonpompremmers. De verbetering wordt veroorzaakt door verschillende factoren: vergoedingsmaatregelen voor statines en benzodiazepines, landelijke implementatieproject CVRM van het IVM en het NHG, actief FTO-beleid door zorgverzekeraars, het uit patent gaan van bepaalde geneesmiddelen en de implementatie van het HARM-rapport door de apothekers. Toch is er gezien de grote verschillen tussen maar ook binnen regio's nog ruimte voor verbetering op de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. De indicatoren generieke protonpompremmers, voorkeursmiddelen RAS-remmers, dosering statines en overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen zouden met gemiddeld 25% verbeterd kunnen worden. Op bijna alle andere indicatoren is nog een verbetering mogelijk van gemiddeld zo'n 6%. De scores op de indicatoren in gebieden van Zorg en Zekerheid en De Friesland laten in de periode een grotere stijging zien dan die in gebieden van andere zorgverzekeraars. Om de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven verder te verbeteren doet het IVM de volgende aanbevelingen: Voor het Ministerie van VWS: Handhaaf het vergoedingenbeleid rond statines en benzodiazepines. Voer een vergoedingenbeleid voor protonpompremmers en RAS-remmers in. Start een landelijk implementatietraject met regionale aanpak rond doelmatig voorschrijven maagmiddelen met als speciale aandachtspunten therapiekeuze en maagprotectie. Laat onderzoek doen naar de oorzaken van de gevonden regionale verschillen en verschillen binnen regio's om aanknopingspunten te vinden voor regionaal beleid. 4 Benchmark Voorschrijven 2010

5 Voor de zorgverzekeraars: Investeer in de kwaliteit van het FTO en het voorschrijven door huisartsen door FTO-professionaliseringstrajecten gevolgd door belonen van goed FTO en goed en doelmatig voorschrijven. Identificeer huisartsen die achterblijven in goed en doelmatig voorschrijven en laat hen bezoeken door een onafhankelijk deskundige (bijvoorbeeld een onafhankelijke artsenbezoeker van het IVM). Mocht dit niet succesvol zijn, dan zullen er contractuele afspraken moeten worden gemaakt met betrokken huisartsen. Laat onderzoek doen naar de oorzaken van de verschillen tussen huisartsen binnen het werkgebied om aanknopingspunten te vinden voor regionaal beleid. Benchmark Voorschrijven

6 Engelse samenvatting - Summary This report shows the results of the Prescription Benchmark. The Prescription Benchmark reflects the extent to which GPs in the Netherlands in 2009 prescribe according to their own guidelines. The 24 indicators in this report are calculated on delivery data of pharmacists as collected by the 'Dutch Foundation for Pharmaceutical Statistics' (SFK). We present the national averages for each indicator, the regional divergences and the differences between health care insurers. We also pay attention to trends in prescribing in recent years. The quality and efficiency of prescribing by general practitioners in the period clearly improved. Nine indicators of the benchmark show great improvement. On six indicators, we see a slight improvement, and seven indicators remained practically unchanged. Two indicators declined. The improvement is due to several factors: reimbursement policy on statins and benzodiazepines, a nationwide implementation project on cardiovascular risk management, professionalization of pharmacotherapy audit meetings (PTAM), the report on Hospital Admissions Related to Medication and quality projects of pharmacists. Yet, given the large differences between regions but also within regions, there is still room for improvement in the quality and efficiency of prescribing. On four indicators an average of 25% improvement is possible. Almost all other indicators can improve on an average of 6%. Compared to other health care insurers scores on indicators in areas of 'Zorg en Zekerheid' and 'De Friesland' increased more in the period To ensure further improvement in the quality and effectiveness of prescribing the IVM recommends: For the Ministry of Health: The reimbursement policy on statins and benzodiazepines should be maintained. A reimbursement policy for proton pump inhibitors and RAS inhibitors should be introduced. A national implementation program on stomach disorders with special attention to choice of therapy and gastric protection. Research on the causes of the observed regional differences to find starting points for regional policy. For insurers: Improving the quality of the PTAM and prescribing by GPs by means of professionalization of PTAM followed by monitoring and rewarding good PTAM and the quality and efficiency of prescribing. Identify GPs who have low quality and efficiency of prescribing and organize visitation by an independent expert. When this is not successful, contract arrangements must be made with the involved GPs. Research on the causes of the differences between GPs to find starting points for regional policy. 6 Benchmark Voorschrijven 2010

7 1 Inleiding Dit rapport van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) toont de resultaten van de Benchmark Voorschrijven die zichtbaar maken in welke mate huisartsen in Nederland volgens de eigen richtlijnen voorschrijven. De voorschrijfcijfers hebben betrekking op Wij presenteren de landelijke gemiddeldes per indicator, de regionale spreiding en de verschillen tussen zorgverzekeraars. Omdat we voor het vijfde achtereenvolgende jaar een Benchmark Voorschrijven uitbrengen, besteden we dit keer extra aandacht aan de ontwikkelingen in het voorschrijven over de afgelopen jaren. De Benchmark Voorschrijven bestaat op dit moment uit een set van 24 indicatoren die betrekking hebben op veel voorgeschreven geneesmiddelgroepen. De indicatoren omvatten in hun definitie de essentie van de aanbevolen medicamenteuze behandeling in de NHG-standaarden. Inmiddels gebruiken zorgverzekeraars de Benchmark Voorschrijven voor verschillende projecten. Achmea gebruikt de indicatoren voor het derde achtereenvolgende jaar voor het belonen van huisartsen. Sinds 2009 gebruiken ook Zorg en Zekerheid en Agis de benchmarkindicatoren voor het belonen of contracteren van huisartsen. Daarnaast toont een aantal andere zorgverzekeraars interesse. Het IVM adviseert zorgverzekeraars hoe zij de indicatoren het beste kunnen inzetten voor het belonen van huisartsen. In hoofdstuk 2 van dit rapport leest u de conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 3 bevat de scores op de indicatoren. In hoofdstuk 4 worden de trends in het voorschrijven sinds 2005 beschreven en in hoofdstuk 5 bespreken we drie indicatoren in detail. De regionale verschillen vindt u in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 worden de uitkomsten uitgesplitst naar de verschillende zorgverzekeraars. Hoofdstuk 8 bevat de definities en de clusterindeling van de indicatoren. De methode is in hoofdstuk 9 beschreven. Benchmark Voorschrijven

8 2 Conclusies en aanbevelingen Algemene conclusie De richtlijnadherentie van huisartsen is in de periode aanzienlijk verbeterd. Dat blijkt uit het feit dat de scores op de indicatoren uit de Benchmark Voorschrijven in die periode zijn gestegen. Verklaringen voor deze verbeteringen zijn de aanpassing van de vergoedingsregeling voor statines en benzodiazepines, een actief FTO-beleid door enkele zorgverzekeraars, het landelijke implementatieproject CVRM, het uit patent gaan van een aantal geneesmiddelen en de implementatie van de aanbevelingen van het HARMrapport door apothekers. De grote verschillen tussen huisartsen onderling en tussen regio's laten zien dat op vrijwel alle indicatoren verdere verbetering mogelijk is. Verbetering op 15 van de 24 indicatoren De kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven door huisartsen is in de periode duidelijk verbeterd. Op negen indicatoren van de Benchmark Voorschrijven zien we een grote verbetering (voorkeursmiddelen statines, generieke protonpompremmers, generieke SSRI's, dosering statines, behandeling diabetespatiënten met statines, behandeling diabetespatiënten met metformine, terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen, behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen en volume benzodiazepinen). Op zes indicatoren zien we een lichte verbetering in die periode. Zeven indicatoren zijn ongeveer gelijk gebleven en twee indicatoren zijn verslechterd. Dit zijn de indicatoren voorkeursmiddelen bij maagklachten en volume protonpompremmers. Verbetering bij twee zorgverzekeraars De scores van voorschrijvers in gebieden van Zorg en Zekerheid en De Friesland zijn in de periode meer gestegen dan die van voorschrijvers in gebieden van andere zorgverzekeraars. Zorg en Zekerheid en De Friesland hebben beide ingezet op een actief FTO-beleid, bestaande uit een professionaliseringstraject voor FTO-groepen gevolgd door het monitoren en belonen van de kwaliteit van het FTO en/of de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. Mogelijke oorzaken voor verbetering We kunnen verschillende redenen aanwijzen die het verbeteren van de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven kunnen verklaren: Vergoedingsmaatregelen voor statines en benzodiazepines hebben een positief effect op de indicatoren voorkeursmiddelen statines en volume benzodiazepinen. Het landelijk implementatieproject cardiovasculair risicomanagement (CVRM-project) met regionale speerpunten heeft een positief effect op indicatoren rond cardiovasculair risicomanagement; eerdere regionale verschillen zijn afgenomen. 8 Benchmark Voorschrijven 2010

9 Investeren in het FTO en het monitoren en belonen van de kwaliteit van het FTO en het voorschrijven heeft over de hele linie een positief effect op de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. Het uit patent gaan van bepaalde geneesmiddelen doet het percentage generiek toenemen. Het HARM-rapport en de activiteiten van apothekers hebben een positief effect op maagprotectie bij NSAID-gebruik. Het vanaf 1 juli 2008 gevoerde preferentiebeleid van nagenoeg alle zorgverzekeraars heeft de kosten van de geneesmiddelen flink doen dalen. Het lijkt echter geen invloed te hebben op de keuze van een geneesmiddel door de huisarts; die kiest niet vaker voor geneesmiddelen die het goedkoopst zijn. Ruimte voor verbetering op bijna alle indicatoren Gezien de grote verschillen tussen maar ook binnen regio's concluderen we dat er nog flink wat ruimte is voor verbetering op de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. Vier indicatoren springen er wat dat betreft uit: generieke protonpompremmers, voorkeursmiddelen RASremmers, dosering statines en overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen. Zij kunnen nog met gemiddeld 25% verbeteren. Op de andere indicatoren is een verbetering mogelijk van gemiddeld 6%. Gezien de spreiding op de score van de indicatoren, zal ook de ruimte voor verbetering variëren tussen huisartsen. Benchmark Voorschrijven

10 Aanbevelingen Het IVM doet op basis van dit rapport de volgende aanbevelingen voor het verbeteren van de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. Aanbevelingen aan het ministerie van VWS Vergoedingenbeleid Handhaaf het vergoedingenbeleid rond statines en benzodiazepines. Voer een vergoedingenbeleid voor protonpompremmers en RAS-remmers in waarbij net als bij statines een artsenverklaring nodig is voor de minder doelmatige middelen. Dit bevordert het doelmatig voorschrijven van statines, protonpompremmers en RAS-remmers en ontmoedigt de overbehandeling met benzodiazepines. Landelijke implementatie maagmiddelen Start een landelijk implementatietraject met regionale aanpak rond doelmatig voorschrijven van maagmiddelen met als speciale aandachtspunten therapiekeuze en maagprotectie. Dit bevordert het doelmatig voorschrijven van protonpompremmers, zowel in therapiekeuze als volume en vermindert de regionale verschillen op dit gebied. Onderzoek naar oorzaken regionale verschillen en verschillen binnen regio s Laat onderzoek doen naar de oorzaken van de gevonden regionale verschillen en verschillen binnen regio s om aanknopingspunten te vinden voor regionaal beleid. Aanbevelingen aan de zorgverzekeraars FTO-professionalisering en monitoring Investeer in de kwaliteit van het FTO en het voorschrijven door huisartsen. Effectief zijn professionaliseringstrajecten voor het FTO, gevolgd door het monitoren en belonen van goed FTO (FTO-niveau 4) en de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven. Achterblijvers identificeren en aanspreken Identificeer op basis van declaratiegegevens de huisartsen die achterblijven in de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven en laat deze bezoeken door een onafhankelijke deskundige (bijvoorbeeld een onafhankelijke artsenbezoeker van het IVM) om het voorschrijfgedrag te bespreken. Mocht de huisarts hier geen medewerking aan verlenen of verbetert het voorschrijfgedrag niet, dan zullen er contractuele afspraken moeten worden gemaakt met deze huisarts. Onderzoek naar oorzaken verschillen tussen huisartsen Laat onderzoek doen naar de oorzaken van verschillen tussen huisartsen binnen het werkgebied om aanknopingspunten te vinden voor regionaal beleid. 10 Benchmark Voorschrijven 2010

11 3 Scores op de indicatoren Tabel 3.1 geeft een overzicht van de scores op 21 indicatoren uit de Benchmark Voorschrijven. De drie volume-indicatoren zijn niet uitgedrukt in een percentage en staan daarom apart weergegeven in tabel 3.2. De definities van de indicatoren staan in hoofdstuk 8. In de tabellen staan de landelijk gemiddeldes en de spreiding. De spreiding is de 10-percentielscore en de 90-percentielscore. De 10-percentielscore is de score waar 10 procent van (de huisartsen van) apotheken onder zit en de 90- percentielscore is de score waar 10 procent van (de huisartsen van) apotheken boven zit. De indicatoren staan gesorteerd op landelijk gemiddelde. Het hoogste landelijk gemiddelde staat bovenaan. Elke indicator is ingedeeld in een cluster. De naam van het cluster vindt u in de eerste kolom. De eerste twaalf indicatoren uit tabel 3.1 hebben een score van 75% of hoger (gemiddeld 85%). Ondanks deze hoge score blijkt er op deze indicatoren nog een verbetering mogelijk te zijn, de 90-percentielscore is namelijk gemiddeld 91%. Er is dus nog een verbetering van gemiddeld 6% mogelijk. De overige negen indicatoren hebben een 90-percentielscore onder de 80% en een gemiddelde onder de 70%. Deze groep indicatoren is in te delen in drie subgroepen. De eerste subgroep betreft de indicatoren Behandeling diabetespatiënten met statines, Behandeling HVZ-patiënten met statines en Therapietrouw antidepressiva. Bij deze indicatoren verwachten we een optimale score van rond de 75%: niet alle diabetespatiënten en HVZ-patiënten hebben namelijk een statine nodig en in de praktijk kan vroegtijdig stoppen met antidepressiva bij een groep patiënten legitiem zijn. De gemiddelde score op deze indicatoren ligt echter ongeveer 10% lager dan de 90-percentielscore. Voor grote groepen huisartsen is hier dus nog een verbetering mogelijk. De tweede subgroep betreft de indicatoren Generieke protonpompremmers, Voorkeursmiddelen RAS-remmers, Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen en Dosering statines. Bij deze indicatoren verwachten we een optimale score van rond de 90%. Er is bij deze indicatoren weinig reden om van de richtlijnen af te wijken. De gemiddeldes liggen hier echter tussen de 51-65% en de 90-percentielscores tussen de 64-80%. Bij deze indicatoren is nog een grote verbeterslag mogelijk. De derde subgroep betreft de indicatoren Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen en Voorkeursmiddelen maagklachten. Zowel de gemiddeldes als de 90-percentielscore zijn hier laag. In beide gevallen heeft dit onder andere te maken met OTC beschikbaar zijn van bepaalde middelen, in dit geval indifferente crèmes en H2-antagonisten. Dit maakt deze indicatoren minder betrouwbaar. De drie volume-indicatoren uit tabel 2 zijn niet in een percentage uitgedrukt. Opvallend is hier de grote spreiding: de 90-percentielscore is ongeveer tweemaal zo hoog als de 10-percentielscore. Dat betekent dat ook bij volumeindicatoren een verbeterslag mogelijk is. Benchmark Voorschrijven

12 Tabel 3.1 Overzicht scores 21 indicatoren Cluster Indicator Gemiddelde Spreiding 1 Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen 96,0% 92,0-98,9% Therapiekeuze Voorkeursmiddelen NSAID 94,1% 85,7-98,0% Therapiekeuze Generieke SSRI's 91,7% 83,6-96,2% Medicatieaanpassing Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen 88,1% 77,2-95,2% Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Behandeling diabetespatiënten met metformine 86,8% 80,9-91,3% Therapietrouw Therapietrouw bisfosfonaten 85,0% 77,4-90,3% Overbehandeling Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden 82,7% 78,0-87,7% Medicatieaanpassing Behandeling astmapatiënten met ICS 82,7% 75,4-88,9% Therapiekeuze Voorkeursmiddelen statines 81,6% 68,6-90,0% Therapiekeuze Voorkeursmiddelen antibiotica 80,5% 75,0-84,9% Overbehandeling Overbehandeling triptanen 79,3% 72,3-86,8% Medicatieaanpassing Dosering temazepam bij ouderen 76,3% 61,6-88,2% Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Behandeling diabetespatiënten met statines 68,6% 59,0-77,3% Therapiekeuze Generieke protonpompremmers 65,1% 49,3-77,2% Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Behandeling HVZ-patiënten met statines 63,7% 54,4-71,4% Therapiekeuze Voorkeursmiddelen RAS-remmers 63,6% 43,4-79,8% Therapietrouw Therapietrouw antidepressiva 60,8% 44,2-74,0% Overbehandeling Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen 53,5% 37,4-71,0% Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Dosering statines 50,6% 38,2-64,1% Medicatieaanpassing Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen 25,0% 16,7-33,2% Therapiekeuze Voorkeursmiddelen bij maagklachten 14,4% 7,7-25,5% 1 De spreiding is de afstand tussen de 10-percentielscore en de 90-percentielscore. Tabel 3.2 Overzicht scores op 3 volume-indicatoren Cluster Indicator Gemiddelde Spreiding 1 Overbehandeling Volume antibiotica 442, ,5-620,8 2 Overbehandeling Volume protonpompremmers 114,8 3 81,8-152,1 3 Overbehandeling Volume benzodiazepinen 24,9 4 14,7-36,0 4 1 De spreiding is de afstand tussen de 10-percentielscore en de 90-percentielscore. 2 Gemiddeld aantal voorschriften per 1000 patiënten van 65 tot 80 jaar. 3 Gemiddeld aantal gebruikers per 1000 patiënten 65 tot 80 jaar. 4 Gemiddeld aantal dagdoseringen per persoon van 65 tot 80 jaar. 12 Benchmark Voorschrijven 2010

13 4 Ontwikkelingen in het voorschrijven sinds 2005 In tabel 4.1 staan de gemiddelde scores op de benchmarkindicatoren op basis van prescriptiegegevens van 2005 tot en met Een aantal indicatoren is gemeten sinds 2005, de rest sinds 2006 of Per indicator zijn alleen de jaren meegenomen waarin de indicator op dezelfde manier is gemeten. Tabel 4.1 Overzicht gemiddelde scores Indicator Therapiekeuze Voorkeursmiddelen statines 71,6% 71,6% 72,0% 81,6% Voorkeursmiddelen antibiotica 80,6% 80,3% 80,2% 80,6% 80,5% Voorkeursmiddelen RAS-remmers 62,0% 62,8% 62,3% 63,6% Voorkeursmiddelen bij maagklachten 28,2% 22,6% 18,8% 15,6% 14,4% Voorkeursmiddelen NSAID 93,6% 94,1% Generieke protonpompremmers 48,0% 49,0% 49,8% 65,1% Generieke SSRI's 82,6% 91,6% 91,2% 91,7% Cardiovasculair risicomanagement en diabetes Dosering statines 40,3% 43,0% 45,3% 50,6% Behandeling HVZ-patiënten met statines 61,1% 61,8% 63,7% Behandeling diabetespatiënten met statines 61,5% 66,1% 66,1% 68,6% Behandeling diabetespatiënten met metformine 82,1% 84,8% 86,8% Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen 91,2% 95,4% 96,0% Medicatieaanpassing Dosering temazepam bij ouderen 76,0% 76,3% 76,3% Behandeling astmapatiënten met ICS 81,8% 82,8% 81,8% 82,4% 82,7% Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen 80,0% 84,9% 88,1% Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen 21,0% 22,0% 23,2% 25,0% Overbehandeling Volume antibiotica 428, , ,0 1 Volume benzodiazepinen 27,9 2 30,1 2 24,9 2 Volume protonpompremmers 94,0 3 99, ,8 3 Overbehandeling triptanen 77,9% 80,2% 79,3% Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen 50,0% 50,4% 53,5% Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden 82,5% 81,9% 82,9% 82,7% Therapietrouw Therapietrouw bisfosfonaten 83,5% 84,6% 84,3% 85,0% Therapietrouw antidepressiva 56,9% 62,7% 63,0% 59,5% 60,8% 1 Gemiddeld aantal voorschriften per 1000 patiënten van jaar. 2 Gemiddeld aantal dagdoseringen per persoon van jaar. 3 Gemiddeld aantal gebruikers per 1000 patiënten van jaar. Benchmark Voorschrijven

14 In de periode zijn 8 indicatoren duidelijk gestegen, 6 indicatoren licht gestegen, 6 indicatoren gelijk gebleven en 1 indicator gedaald. Daarnaast constateren we een lichte toename in het volume antibiotica, een sterke toename in het volume protonpompremmers en een daling in het volume benzodiazepinen. 4.1 Therapiekeuze In het cluster therapiekeuze (voorkeursmiddelen en generiek voorschrijven) vertonen drie indicatoren een duidelijke stijging in scores. Het percentage generiek SSRI stijgt sterk in In dat jaar kwam ook sertraline generiek beschikbaar. De toename van generiek PPI in 2009 valt samen met het generiek beschikbaar komen van pantoprazol. In 2009 is er tevens een toename van voorkeursmiddelen statines. In die periode vond het landelijke CVRM-project van het IVM en het NHG plaats, is het vergoedingenbeleid rond statines aangepast en hebben de zorgverzekeraars hierin actief beleid gevoerd. De indicator voorkeursmiddelen maagklachten daalt al jaren. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het OTC beschikbaar zijn van H2- antagonisten en de sterk verlaagde prijs voor de PPI s. Hierdoor is het draagvlak bij huisartsen om te starten met een H2-antagonist afgenomen. Figuur 4.1 Trends in cluster therapiekeuze 100% 90% 80% 70% uitkomst indicator 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Generieke protonpompremmers Generieke SSRI Voorkeursmiddelen antibiotica Voorkeursmiddelen bij maagklachten Voorkeursmiddelen NSAID Voorkeursmiddelen RAS-remmers Voorkeursmiddelen statines 4.2 Cardiovasculair risicomanagement en diabetes De scores op alle indicatoren in het cluster cardiovasculair risicomanagement en diabetes zijn gestegen, zie figuur 4.2. Het landelijk CVRM-project van het IVM en het NHG heeft daar de afgelopen jaren toe bijgedragen. 14 Benchmark Voorschrijven 2010

15 Figuur 4.2 Trends in cluster cardiovasculair risicomanagement en diabetes 100% 90% 80% 70% Uitkomst indicator 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Behandeling diabetespatiënten met metformine Behandeling diabetespatiënten met statines Behandeling HVZ-patiënten met statines Dosering statines Terughoudend voorschrijven thiazolidinedionen 4.3 Medicatieaanpassing, overbehandeling en therapietrouw De sterkste stijger in de overige clusters is de behandeling van NSAIDgebruikers met maagmiddelen. Het Harm-rapport en projecten vanuit de apothekers hebben waarschijnlijk bijgedragen aan deze stijging. Figuur 4.3 Trends in clusters medicatieaanpassing, overbehandeling en therapietrouw 100% 90% 80% 70% Uitkomst indicator 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Behandeling astmapatiënten met ICS Behandeling eczeempatiënten met indifferente middelen Behandeling NSAID-gebruikers met maagmiddelen Dosering temazepam bij ouderen Overbehandeling bij startende gebruikers slaapmiddelen Overbehandeling sterk werkende dermatocorticosteroïden Overbehandeling triptanen Therapietrouw antidepressiva Therapietrouw bisfosfonaten Uit tabel 4.1 blijkt tevens een sterke stijging van het volume protonpompremmers. Dit heeft mogelijk verschillende oorzaken. Zoals uit de indicator voorkeursmiddelen maagklachten blijkt signaleren we al een verschuiving naar PPI als voorkeursmiddelen. Daarnaast worden PPI's niet alleen voorgeschreven als maagprotectie bij NSAID-gebruik maar ook steeds meer bij andere geneesmiddelen, zoals ook het Harm-rapport aanbeveelt. Het is de vraag hoe noodzakelijk maagprotectie bij andere geneesmiddelen is. Ten slotte is de prijs van PPI s steeds meer gedaald. Het volume benzodiazepines is gedaald. De verwijdering van de benzodiazepines uit de basisverzekering heeft daar zeker toe bijgedragen. Benchmark Voorschrijven

16 5 Ontwikkelingen in therapiekeuze statines, protonpompremmers en RAS-remmers In dit hoofdstuk zoomen we in op drie indicatoren uit het cluster therapiekeuze: voorkeursmiddelen statines, voorkeursmiddelen RAS-remmers en generieke protonpompremmers. Het betreft drie indicatoren waar (deels) al grote doelmatigheidswinst is behaald, maar waar ruimte is voor verdere verbetering. We onderzoeken bij deze indicatoren in detail de verschillende middelen binnen de geneesmiddelengroep, verschillen tussen huisartsen en specialisten, kosten, regionale verschillen, ontwikkelingen in vergoedingenbeleid en beschikbaarheid van generieke vormen. Hierdoor kunnen we een advies geven hoe het voorschrijfbeleid van therapiekeuze-indicatoren verder te verbeteren is. 5.1 Voorkeursmiddelen statines De indicator voorkeursmiddelen statines is gedefinieerd als het aantal nieuwe gebruikers van simvastatine of pravastatine ten opzichte van alle nieuwe gebruikers van statines. De indicator is gebaseerd op de NHG-standaard Cardiovasculair risicomanagement (2007). Deze noemt simvastatine en pravastatine als voorkeursmiddelen bij statines. De scores vertonen een stijgende lijn, van 72% in de periode 2006 tot en met 2008 naar 82% in Huisartsen kiezen vaker voor simvastatine en pravastatine dan specialisten: in 2009 was gemiddeld 82% van de recepten van huisartsen een voorkeursstatine tegen 75% van de recepten van specialisten. De 90-percentielscore is voor huisartsen en specialisten ongeveer gelijk: 90% voor huisartsen en 89% voor specialisten. Een streefwaarde van 90% voor deze indicator lijkt ook inhoudelijk heel reëel. Bij nieuwe gebruikers kan men in de meeste gevallen uitkomen met simvastatine en pravastatine, maar er is een kleine groep patiënten waar het te overwegen is om daarvan af te wijken. In figuur 5.1 is weergegeven welke middelen de huisarts kiest bij nieuwe gebruikers. In de jaren is de verhouding tussen de middelen vrijwel constant. Simvastatine is veruit het meest voorgeschreven middel. Op de tweede plaats staat atorvastatine, gevolgd door rosuvastine en pravastatine. Fluvastatine en het combinatiepreparaat simvastatine/ezetimibe worden nauwelijks voorgeschreven bij nieuwe statinegebruikers. In 2009 zien we een forse toename van simvastatine ten koste van atorvastatine en rosuvastatine. Pravastatine blijft in 2009 vrijwel gelijk. 16 Benchmark Voorschrijven 2010

17 Figuur 5.1 Therapiekeuze statines bij nieuwe gebruikers 100% 80% 60% 40% 20% 0% Simvastatine/ezetimibe Rosuvastatine Atorvastatine Fluvastatine Pravastatine Simvastatine Uit doelmatigheidsoogpunt is het goed wanneer huisartsen de voorkeursmiddelen simvastatine en pravastatine voorschrijven. De kosten per DDD bedroegen in 2009 volgens de GIP-databank van CVZ voor simvastatine 0,14 euro, voor pravastatine 0,17 euro, voor atorvastatine 1,04 euro en voor rosuvastatine 0,78 euro. De verwachting is dat atorvastatine ook in de loop van 2011 generiek beschikbaar komt en dat de prijs van dit middel dan zal dalen. Dat zal extra doelmatigheidswinst opleveren voor deze geneesmiddelengroep. Op basis van de NHG-standaard is atorvastatine geen voorkeursmiddel. Het is mogelijk dat er een verschuiving van het voorschrijven van atorvastatine naar rosuvastatine gaat optreden, maar daar zijn op dit moment nog geen aanwijzingen voor. Op basis van de huidige prijzen (medicijnkosten.nl) kost simvastatine 40 mg 0,60 euro per maand en pravastatine 40 mg 1,40 euro per maand. Vanuit doelmatigheidsoogpunt verdient simvastine daarom de voorkeur boven pravastatine en zou alleen pravastatine moeten worden voorgeschreven als er interacties te verwachten zijn van simvastatine met andere geneesmiddelen. Er zijn grote regionale verschillen in de scores op de indicator. Tussen de postcodegebieden meten we een spreiding van 68% tot 88% in de voorkeursmiddelen statines bij huisartsen. Daarmee is de regionale spreiding ten opzicht van 2008 flink afgenomen. Toen zagen we een spreiding van 42% tot 81%. Onderstaande landkaart toont deze regionale verschillen in Nederland. Benchmark Voorschrijven

18 Figuur 5.2 Landkaart voorkeursmiddelen statines Ook binnen de laag scorende postcodegebieden nemen we nog een grote spreiding waar. Zoals in tabel 5.1 staat, variëren uitkomsten op apotheekniveau binnen de 10 laagst scorende regio's tussen de 33% en 93%. We kunnen concluderen dat er binnen de laag scorende postcodegebieden nog veel ruimte is voor verbetering. We verwachten namelijk binnen postcodegebieden geen grote variatie in bevolkingskenmerken. Tabel 5.1 Voorkeursmiddelen statines in tien laagst scorende postcodegebieden Postcode Naam gebied Gemiddelde Spreiding in postcode gebied 61 Sittard, Geleen 68,4% 55,1-80,4% 59 Venlo 69,3% 33,3-85,3% 63 Valkenburg 69,4% 59,4-83,2% 84 Gorredijk, Heerenveen 69,6% 57,6-85,9% 64 Heerlen, Brunssum, Kerkrade 70,9% 45,1-82,4% 41 Culemborg, Leerdam 70,9% 61,2-86,9% 32 Spijkenisse, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oud Beijerland 71,1% 51,6-93,5% 46 Bergen op Zoom 71,3% 60,1-86,8% 60 Weert, Roermond 71,8% 57,8-85,7% 62 Maastricht 72,9% 43,8-87,0% 18 Benchmark Voorschrijven 2010

19 Beschouwing De stijging van de indicator voorkeursmiddelen statines valt samen met drie maatregelen en/of projecten: de wijziging van de vergoeding voor statines (de zogenaamde bijlage 2 maatregel), de daling van de kosten voor generieke simvastatine en pravastatine als gevolg van het preferentiebeleid, en de uitvoering van het landelijk CVRM-project van het IVM en het NHG. Hieronder gaan we op elk van deze mogelijke verklaringen nader in. Per 1 januari 2009 is de zogenoemde bijlage 2 maatregel van toepassing op statines. Dit betekent dat bij het afleveren van andere statines dan simvastatine en pravastatine een artsenformulier ingevuld moet worden. Dit geldt voor zowel bekende als nieuwe gebruikers. In het kader van het preferentiebeleid heeft een groot aantal zorgverzekeraars per 1 juli 2008 voor simvastatine en pravastatine een aanbesteding gedaan. De fabrikant met de laagste prijs kreeg voor een bepaalde periode de levering toegewezen. Hierdoor zijn de prijzen van de generieke medicijnen fors gedaald. Het preferentiebeleid heeft waarschijnlijk geen invloed op de therapiekeuze van de huisarts. Bij RAS-remmers en protonpompremmers (zie paragraaf 5.2 en 5.3) zien we namelijk geen verschuivingen in de afgelopen jaren, terwijl ook daar het preferentiebeleid werd uitgevoerd. Het landelijke CVRM-project van het IVM en het NHG (van 2008 tot begin 2010) behelsde een brede implementatie van de richtlijn Cardiovasculair risicomanagement, waarin de medicamenteuze behandeling volgens de richtlijn centraal stond. Hierbij was het primaire doel het bevorderen van het voorschrijven van simvastatine aan mensen die voor het eerst een statine krijgen voorgeschreven. Naar schatting tweederde van alle huisartsen heeft op enigerlei wijze gebruik gemaakt van de verschillende instrumenten binnen het project. Het project focuste op regio's die laag scoorden op voorkeursmiddelen statines. In de evaluatie van het project bleek dat de laag scorende regio's een flinke inhaalslag hebben gemaakt. Ook bleken door het IVM begeleide FTO-groepen zich te verbeteren in het voorschrijven van de juiste dosering. Het effect op de therapiekeuze kon niet worden onderzocht omdat gelijktijdig met het project de bijlage 2 maatregel door het ministerie van VWS werd ingevoerd. Het was niet mogelijk de afzonderlijke effecten te kwantificeren. Er is nog ruimte voor verbetering in de keuze voor voorkeursmiddelen van statines. De grote spreiding tussen en binnen regio's onderbouwt dit. Om die verbetering te bereiken is ons advies om het huidige vergoedingenbeleid (bijlage 2 maatregel) te continueren en ook met het preferentiebeleid de kosten voor de generieke variant van simvastatine en pravastatine laag te houden. Toch blijft een aantal regio's nog flink achter en is er binnen deze regio's nog grote variatie in het percentage simvastatine en pravastatine. Er bestaat derhalve een groep huisartsen waarbij nog een aanzienlijke doelmatigheidswinst te behalen is. We geven zorgverzekeraars het advies om door analyse van declaratiegegevens deze groep huisartsen te identificeren en hen te laten bezoeken door een onafhankelijke deskundige (bijvoorbeeld een onafhankelijke artsenbezoeker van het IVM) om het voorschrijfgedrag te bespreken. Mocht de huisarts hier geen medewerking aan verlenen of verbetert het voorschrijfgedrag niet, dan zullen er contractuele afspraken moeten worden gemaakt met deze huisarts. Benchmark Voorschrijven

20 5.2 Generieke protonpompremmers De indicator generieke protonpompremmers is gedefinieerd als het aantal generieke voorschriften protonpompremmers ten opzichte van alle voorschriften protonpompremmers. In deze indicator tellen we de in de apotheek afgeleverde generieke protonpompremmers. Volgens het Farmacotherapeutisch Kompas (2010) zijn er nauwelijks of geen relevante verschillen tussen de verschillende protonpompremmers. Bij de keuze voor een protonpompremmer hoort de prijs dan ook een belangrijke rol te spelen. Uit doelmatigheidsoogpunt verdienen de middelen met goedkope generieke varianten de voorkeur. In 2009 waren omeprazol, pantoprazol en lanzoprazol generiek beschikbaar. De scores vertonen een stijgende lijn, van 48%-50% in de periode 2006 tot en met 2008 naar 65% in Huisartsen kiezen vaker voor generieke protonpompremmers (gemiddeld 65% in 2009) dan specialisten (gemiddeld 49% in 2009). De 90-percentielscore verschilt minder: 77% voor huisartsen en 68 % voor specialisten. Een streefwaarde van 77% voor deze indicator lijkt inhoudelijk gezien aan de lage kant. Men zou in de meeste gevallen uit moeten komen met generieke middelen. Een streefwaarde van 90%, net als bij statines lijkt heel reëel. In figuur 5.3 staat vermeld welke protonpompremmers de huisarts kiest. In de jaren is de verhouding tussen de middelen vrijwel constant. Omeprazol is veruit het meest voorgeschreven middel. Op de tweede plaats staat pantoprazol, gevolgd door esomeprazol. Rabeprazol en lansoprazol worden nauwelijks voorgeschreven. De stijging in de indicator generieke protonpompremmers in 2009 is veroorzaakt door het uit patent gaan van pantoprazol in de loop van In 2009 werd ruim 40% van alle pantoprazolvoorschriften generiek afgeleverd. Van omeprazol werd ruim 95% generiek afgeleverd. Voor 2010 verwachten we dat de score op de indicator nog verder zal stijgen, omdat pantoprazol dan het hele jaar generiek beschikbaar is. Gezien de verhoudingen tussen de middelen kan de verwachte score op deze indicator dan stijgen tot boven de 80%. Figuur 5.3 Therapiekeuze protonpompremmers 100% 80% 60% 40% 20% 0% Esomeprazol Rabeprazol Lansoprazol Pantoprazol Omeprazol 20 Benchmark Voorschrijven 2010

21 Uit doelmatigheidsoogpunt is het goed wanneer huisartsen generieke protonpompremmers voorschrijven. De kosten per DDD over 2009 op basis van de GIP-databank van CVZ bedroegen voor omeprazol generiek 0,14 euro, voor pantoprazol generiek 0,43 euro en voor esomeprazol 0,96 euro. Het is mogelijk dat er een verschuiving in het voorschrijven naar esomeprazol gaat optreden nu pantoprazol generiek beschikbaar is, maar daar zijn op dit moment nog geen aanwijzingen voor. Op basis van de huidige prijzen (medicijnkosten.nl) kost omeprazol 20 mg 0,80 euro per maand en pantoprazol 40 mg 1,11 euro per maand. Vanuit doelmatigheidsoogpunt verdient omeprazol daarom de voorkeur boven pantoprazol. De huidige indicator maakt geen onderscheid in duurdere en goedkopere generieke protonpompremmers. Er zijn grote regionale verschillen in de scores op de indicator. Tussen de postcodegebieden meten we een spreiding van 47% tot 83% in de generieke protonpompremmers bij huisartsen. De regionale spreiding is daarmee bijna tweemaal zo groot als bij de statines. Onderstaande landkaart toont de regionale verschillen in Nederland. Figuur 5.4 Landkaart generieke protonpompremmers Ook binnen de laag scorende postcodegebieden nemen we nog een grote spreiding waar. Zoals in tabel 5.2 staat, variëren uitkomsten op apotheekniveau binnen de 10 laagst scorende regio's tussen de 10% en 83%. We kunnen concluderen dat er binnen de laag scorende postcodegebieden nog veel ruimte is voor verbetering. We verwachten namelijk binnen postcodegebieden geen grote variatie in bevolkingskenmerken. Benchmark Voorschrijven

22 Tabel 5.2 Generieke protonpompremmers in tien laagst scorende postcodegebieden Postcode Naam gebied Gemiddelde Spreiding in postcode gebied 63 Valkenburg 47,3% 35,0-60,6% 64 Heerlen, Brunssum, Kerkrade 49,7% 30,9-73,4% 60 Weert, Roermond 50,4% 37,0-69,4% 61 Sittard, Geleen 50,6% 33,2-63,5% 75 Enschede, Hengelo, Oldenzaal 50,7% 32,0-71,6% 30 Rotterdam 52,5% 37,1-79,6% 25 Den Haag 52,6% 31,8-73,2% 21 Heemstede, Hoofddorp, Lisse 55,7% 41,4-76,5% 78 Emmen 55,8% 10,1-82,6% 85 Joure 56,3% 54,8-63,6% Beschouwing De stijging van de indicator generieke protonpompremmers valt samen met het generiek beschikbaar komen van pantoprazol en met de daling van de kosten voor generieke omeprazol als gevolg van het preferentiebeleid. Hieronder worden deze twee ontwikkelingen besproken. Pantoprazol is in de loop van 2009 generiek beschikbaar gekomen. In 2009 werd al ruim 40% van de pantoprazolvoorschriften generiek afgeleverd. Van omeprazol werd ruim 95% generiek afgeleverd. Voor 2010 verwachten we dat de score op de indicator nog verder zal stijgen, omdat pantoprazol dan het hele jaar generiek beschikbaar is. Gezien de verhoudingen tussen de middelen kan het precentage dan stijgen tot boven de 80%. In het kader van het preferentiebeleid heeft een groot aantal zorgverzekeraars per 1 juli 2008 voor omeprazol een aanbesteding gedaan. De fabrikant met de laagste prijs kreeg de levering voor een bepaalde periode toegewezen. Hierdoor zijn de prijzen van deze generieke medicijnen fors gedaald. Het preferentiebeleid heeft waarschijnlijk geen invloed op de therapiekeuze van de huisarts. We constateren namelijk dat de verhoudingen tussen de verschillende middelen tussen vrijwel ongewijzigd is gebleven. Er is nog ruimte voor verbetering in het voorschrijven van generieke protonpompremmers. De grote spreiding tussen en binnen regio's onderbouwen dit. Ons advies is om net als bij statines een vergoedingenbeleid (bijlage 2 maatregel) in te stellen, bijvoorbeeld om bij het voorschrijven van middelen die niet generiek beschikbaar zijn (zoals esomeprazol) een artsenverklaring te eisen. Verder adviseren we een landelijk implementatieproject analoog aan dat van CVRM (zie paragraaf 5.1) om de kwaliteit en doelmatigheid van het voorschrijven te verbeteren door aandacht voor therapiekeuze en maagprotectie. 22 Benchmark Voorschrijven 2010 Een aantal regio's blijft nog flink achter en er is binnen deze regio's nog grote variatie in het percentage generieke protonpompremmers. Er bestaat derhalve een groep huisartsen waar nog een aanzienlijke doelmatigheidswinst te behalen is. We geven zorgverzekeraars het advies om door analyse van declaratiegegevens deze huisartsen te identificeren en hen te laten bezoeken door een onafhankelijke deskundige (bijvoorbeeld onafhankelijke artsenbezoeker van het IVM) om het voorschrijfgedrag te bespreken. Mocht de huisarts hier geen medewerking aan verlenen of verbetert het voorschrijfgedrag niet, dan zullen er contractuele afspraken moeten worden gemaakt met deze huisarts.

23 5.3 Voorkeursmiddelen RAS-remmers De indicator voorkeursmiddelen RAS-remmers is gedefinieerd als het aantal nieuwe gebruikers van RAS-remmers bij wie gekozen is voor een ACEremmer ten opzichte van alle nieuwe gebruikers van RAS-remmers (ACEremmers en ATII-antagonisten). Wanneer wordt gekozen voor een RAS-remmer gaat volgens de NHG-standaard Hartfalen (2005), de NHGstandaard Cardiovasculair risicomanagement (2007) en het Farmacotherapeutisch Kompas 2010 de voorkeur uit naar een ACE-remmer. Bij het niet goed verdragen van ACE-remmers kan uitgeweken worden naar een angiotensine-ii-receptorantagonist. De scores op deze indicator blijven in de periode vrijwel constant tussen de 62%-64%. Huisartsen kiezen in 2009 minder vaker voor ACEremmers dan specialisten (64% respectievelijk 67%). De 90-percentielscore is voor huisartsen en specialisten gelijk: 80% voor beide groepen. Een streefwaarde van 80% lijkt inhoudelijk gezien aan de lage kant. Men zou bij nieuwe gebruikers in de meeste gevallen uit moeten komen met ACEremmers. Een streefwaarde van 90%, net als bij statines, lijkt heel reëel. In figuur 5.1 is weergegeven welke middelen de huisarts kiest bij nieuwe gebruikers. In de jaren is de verhouding tussen de middelen vrijwel constant. Enalapril is het meest voorgeschreven middel. Op de tweede en derde plaats staan lisinopril en perindopril. Van de AT-II-antagonisten is losartan het meest voorgeschreven middel. Opvallend is de verscheidenheid aan voorgeschreven middelen, terwijl hier inhoudelijk geen reden voor is. De NHG-standaarden bevelen geen specifieke voorkeursmiddelen aan bij specifieke indicaties. Figuur 5.5 Therapiekeuze RAS-remmers bij nieuwe gebruikers 100% 80% 60% 40% 20% 0% Combinaties AT-II Overige AT-II Aprovel Valsartan Losartan Combinaties ACE Overige ACE Perindopril Lisinopril Enalapril Uit doelmatigheidsoogpunt is het goed wanneer huisartsen ACE-remmers voorschrijven. De kosten per DDD in 2009 bedroegen volgens de GIPdatabank van CVZ voor ACE-remmers 0,13 euro en voor AT-II-antagonisten 0,57 euro. Ook bij combinatiepreparaten zijn de prijsverschillen fors. Benchmark Voorschrijven

24 Er zijn grote regionale verschillen in de uitkomst van de indicator. Tussen de postcodegebieden meten we een spreiding van 39% tot 77% in de voorkeursmiddelen RAS-remmers bij huisartsen. De regionale spreiding is daarmee bij RAS-remmers bijna tweemaal zo groot als bij de regionale spreiding bij de statines. Onderstaande landkaart toont deze regionale verschillen in Nederland. Figuur 5.6 Landkaart voorkeursmiddelen RAS-remmers Ook binnen de laag scorende postcodegebieden nemen we nog een grote spreiding waar. Zoals in tabel 5.3 staat, variëren uitkomsten op apotheekniveau binnen de 10 laagst scorende regio's tussen de 17% en 90%. We kunnen concluderen dat er binnen de laag scorende postcodegebieden nog veel ruimte is voor verbetering. We verwachten namelijk binnen postcodegebieden geen grote variatie in bevolkingskenmerken. 24 Benchmark Voorschrijven 2010

25 Tabel 5.3 Voorkeursmiddelen RAS-remmers in tien laagst scorende postcodegebieden Postcode Naam gebied Gemiddelde Spreiding in postcode gebied 63 Valkenburg 39,2% 25,4-72,6% 64 Heerlen, Brunssum, Kerkrade 42,5% 23,6-75,0% 62 Maastricht 46,3% 23,4-61,8% 21 Heemstede, Hoofddorp, Lisse 46,4% 17,4-64,7% 59 Venlo 47,0% 21,8-70,8% 61 Sittard, Geleen 48,2% 29,7-83,3% 32 Spijkenisse, Hellevoetsluis, Middelharnis, Oud Beijerland 49,8% 29,5-89,7% 75 Enschede, Hengelo, Oldenzaal 49,9% 28,2-80,2% 60 Weert, Roermond 50,0% 40,8-64,9% 46 Bergen op Zoom 51,0% 35,1-80,5% Beschouwing De score op de indicator voorkeursmiddelen RAS-remmers is in de periode nauwelijks gewijzigd. In deze periode daalden de kosten voor ACE-remmers als gevolg van het preferentiebeleid aanzienlijk in vergelijking met een kleinere daling in kosten bij de AT-II-antagonisten. In het kader van dit preferentiebeleid heeft een groot aantal zorgverzekeraars per 1 juli 2008 voor een aantal RAS-remmers een aanbesteding gedaan. De fabrikant met de laagste prijs kreeg voor een bepaalde periode de levering toegewezen. Hierdoor zijn de prijzen van deze generieke medicijnen fors gedaald. Het preferentiebeleid heeft waarschijnlijk geen invloed op de therapiekeuze van de huisarts. We constateren namelijk dat de verhoudingen tussen de verschillende middelen tussen vrijwel ongewijzigd is gebleven. Er is nog ruimte voor verbetering in het voorschrijven van voorkeursmiddelen RAS-remmers. De grote spreiding tussen en binnen regio's onderbouwen dit. We adviseren om net als bij statines een vergoedingenbeleid (bijlage 2 maatregel) in te stellen, bijvoorbeeld om bij het voorschrijven van AT-IIantagonisten een artsenverklaring te eisen. Een aantal regio's blijft nog flink achter en er is binnen deze regio's nog grote variatie in het percentage ACE-remmers. Er bestaat derhalve een groep huisartsen waarbij nog een aanzienlijke doelmatigheidswinst te behalen is. We geven zorgverzekeraars het advies om door analyse van declaratiegegevens deze groep huisartsen te identificeren en hen te laten bezoeken door een onafhankelijke deskundige (bijvoorbeeld onafhankelijke artsenbezoeker van het IVM) om het voorschrijfgedrag te bespreken. Mocht de huisarts hier geen medewerking aan verlenen of verbetert het voorschrijfgedrag niet, dan zullen er contractuele afspraken moeten worden gemaakt met deze huisarts. Benchmark Voorschrijven

26 6 Regionale verschillen In dit hoofdstuk worden regionale verschillen beschreven. Daartoe zijn de scores op de indicatoren per postcodegebied berekend. De score van de laagst en de hoogst scorende regio vindt u in tabel 6.1. Daarnaast is voor elk postcodegebied een clusterscore berekend. Deze is weergegeven in de landkaarten in dit hoofdstuk. De berekeningen worden uitgelegd in hoofdstuk 9. In bijlage 1 vindt u een overzicht van de postcodegebieden en bijlage 2 toont de landkaarten voor alle individuele indicatoren. De overall scores per postcodegebied vindt u in bijlage 3. Tabel 6.1 toont een overzicht van de regionale verschillen in scores op 21 indicatoren. De indicatoren staan gerangschikt naar de grootte van het verschil tussen de laagst en de hoogst scorende regio. Bovenaan staat de indicator met het grootste verschil. Tabel 6.2 laat de regionale verschillen zien in scores op de volume-indicatoren. Het grootste regionale verschil vinden we bij de indicator 'dosering statines'. De huisartsen in de hoogst scorende regio halen een percentage van 70,5. De huisartsen in de laagst scorende regio komen niet hoger dan 31,4 procent. Tussen deze scores zit een verschil van bijna 40 procentpunt. Bij driekwart van de indicatoren, 15 van de 21, liggen de regionale verschillen tussen de 10 en 30 procent. Bij drie indicatoren vinden we kleine (kleiner dan 10 procent) regionale verschillen. De regionale verschillen variëren per cluster. De rangorde per cluster is weergegeven in de landkaarten 6.1 tot en met 6.5. Beschouwing De grote regionale verschillen kunnen verschillende oorzaken hebben. Hierbij denken we aan: bevolkingskenmerken, huisartskenmerken, regionale kwaliteitsprojecten, beleid zorgverzekeraars, kwaliteit FTO, transmurale afspraken en de marketingactiviteiten van de farmaceutische industrie. Van al deze afzonderlijke factoren heeft onderzoek 1 laten zien dat zij invloed hebben op het voorschrijfgedrag van huisarts. We kunnen echter geen uitspraak doen welke van deze factoren een doorslaggevende rol heeft voor het verklaren van de regionale verschillen. Het zou bovendien goed kunnen dat bij iedere indicator weer een andere factor of combinatie van factoren deze verschillen verklaren. Inzicht in de verklarende factoren biedt aanknopingspunten voor regionaal beleid en gerichte interventie. Een probleemanalyse om verklaringen te vinden voor laagscorende regio's is wenselijk. 1 Haaijer-Ruskamp, F.M. Denig, P. Invloeden bij het kiezen van geneesmiddelen. Geneesmiddelenbull 2001, 35(4): Benchmark Voorschrijven 2010

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010

Rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering 2009-2010 Colofon Auteur Daniëlla Theunissen, apotheker Met medewerking van Marianne Nijpels, apotheker Illustratie Len Munnik september

Nadere informatie

Rapport. Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen

Rapport. Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen Rapport Het effect van onafhankelijk artsenbezoek op het voorschrijven door huisartsen februari 2010 Wij hebben de grootst mogelijke zorg besteed aan deze uitgave. Aan de inhoud hiervan kunnen echter geen

Nadere informatie

DGV rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK

DGV rapport. Cardiovasculair risicomanagement. Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK DGV rapport Cardiovasculair risicomanagement Simvastatine: keuze en dosering in 2007 DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK Colofon Auteur drs. Geert Westerhuis DTP Ellen Wiggemansen

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2012

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2012 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2012 Colofon Auteurs Zamire Damen, huisarts niet praktiserend, IVM Marianne Nijpels, apotheker, IVM Met medewerking van Rob Essink, MPH apotheker, IVM Henriette

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2014

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2014 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2014 Colofon Auteurs Anke Lambooij, apotheker, IVM Rob Essink, apotheker MPH, IVM Marianne Nijpels, apotheker, IVM dr. Joost de Metz, IVM Met medewerking van

Nadere informatie

DGV Rapport. Benchmark Voorschrijven 2009

DGV Rapport. Benchmark Voorschrijven 2009 DGV Rapport Benchmark Voorschrijven 2009 Colofon Auteurs drs. Marianne Nijpels dr. Marianne Meulepas ir. Mariëtta Eimers Met medewerking van Edgar Buijs, SFK Henriette Giesbers, RIVM drs. Fabiënne Griens,

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2013

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2013 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2013 Colofon Auteurs Anke Lambooij, apotheker, IVM Marianne Nijpels, apotheker, IVM Met medewerking van Rob Essink, apotheker MPH, IVM Henriette Giesbers, RIVM

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2011

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2011 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2011 Colofon Auteurs ir. Mariëtta Eimers drs. Marianne Nijpels Met medewerking van Guus de Ruiter, Vektis Paul Sterkenburg, Vektis Henriette Giesbers, RIVM

Nadere informatie

Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix

Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix Benchmark Voorschrijven in vergelijking met MVH en KISS-matrix Overeenkomsten en verschillen De Benchmark Voorschrijven is ontwikkeld door de Stichting Farmaceutische Kengetallen in samenwerking met de

Nadere informatie

Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen. Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013

Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen. Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013 Kwaliteit en doelmatigheid van voorschrijven van medicijnen Rob Essink, apotheker MPH, 28 maart 2013 Inhoud presentatie 1. Het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik 2. Monitoren voorschrijfgedrag,

Nadere informatie

DGV rapport. Relatie tussen FTO-niveau en score op voorschrijfindicatoren

DGV rapport. Relatie tussen FTO-niveau en score op voorschrijfindicatoren DGV rapport Relatie tussen FTO-niveau en score op voorschrijfindicatoren DGV NEDERLANDS INSTITUUT VOOR VERANTWOORD MEDICIJNGEBRUIK Colofon Auteur dr. Marianne Meulepas DTP Ellen Wiggemansen december 2008

Nadere informatie

Benchmark Voorschrijven 2007

Benchmark Voorschrijven 2007 Benchmark Voorschrijven 07 DGV, Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik Colofon A u t e u r s drs. Geert Westerhuis ir. Mariëtta Eimers M e t m e d e w e r k i n g v a n S F K Edgar Buijs

Nadere informatie

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 De toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2015 is een aanvulling op bijlage 6 Resultaatbeloning

Nadere informatie

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten? Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten? DGV_08_DEF1.indd 1 01-09-2008 10:19:43 NHG DGV Hoge sterfte door hart-

Nadere informatie

Voorschrijven door internisten en cardiologen

Voorschrijven door internisten en cardiologen Cardiologie_Cardiologie 29-10-12 15:18 Pagina 1 Voorschrijven door internisten en cardiologen Beknopte weergave van de verkenning naar oorzaken van verschillen in voorschrijven van cholesterolverlagers

Nadere informatie

Indicatoren voor de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen

Indicatoren voor de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen I-11-2173 Indicatoren voor de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen Indicatorenset Datum : januari 2011 Auteur(s) : ir. Mariëtta Eimers drs. Marianne Nijpels Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Indicatoren... 4 2.1

Nadere informatie

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines

Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits 1 Het voorschrijven van generieke statines & GEZONDHEID Achmea divisie Zorg & Gezondheid, Postbus 19, 3800 HA Amersfoort Storkstraat 12 3833 LB Leusden www.achmeazorg.nl Aan: Raad van Bestuur Datum: Juli 2014 : Onderwerp: Achmea Voorschrijf Flits

Nadere informatie

Handleiding prescriptiemodule 2014

Handleiding prescriptiemodule 2014 Handleiding prescriptiemodule 2014 Datum : 12 februari 2014 1. Module in grote lijnen...3 2. Inleiding...4 3. Toelichting per indicator...5 4. Praktische zaken... 18 5. Wijze van meten... 27 Handleiding

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen

Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen Bl-16-10424 1.1.1.1 Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen Versie 3 mei 2016 In dit document vindt u het antwoord op veelgestelde vragen over de indicatoren van de Monitor Voorschrijfgedrag

Nadere informatie

Evolutie statinegebruik in België

Evolutie statinegebruik in België Cholesterolverlagers: besparing van 50 miljoen euro mogelijk Bijlage Evolutie statinegebruik in België 2005-2015 Samenvatting Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen en zijn al jaren de meest

Nadere informatie

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2015 Zorg en Zekerheid

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2015 Zorg en Zekerheid Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2015 Zorg en Zekerheid 1 Inhoud 1. De prescriptiemodule 2015 in grote lijnen... 5 2. Deelname aan de prescriptiemodule: de praktische kanten... 8 2.1. Verantwoording...

Nadere informatie

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016

Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 Toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 De toelichting Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen 2016 is een aanvulling op bijlage 6 Resultaatbeloning

Nadere informatie

Evolutie statinegebruik in België 2003-2013

Evolutie statinegebruik in België 2003-2013 Evolutie statinegebruik in België 23-213 Koen Cornelis, stafmedewerker, R&D Met dank aan de medische directie en de cel geneesmiddelen, LCM Samenvatting Statines zijn cholesterolverlagende geneesmiddelen

Nadere informatie

FTO Oldenzaal

FTO Oldenzaal FTO Oldenzaal 11-06-2015 Inhoud Inleiding Ontwikkeling zorgbekostiging Speerpunten marktpartijen MFB Medisch Farmaceutische Beslisregels Kwaliteitsindicatoren Transparantie / meetbare zorg Gevolgen voor

Nadere informatie

Analyse IDEA contract Apotheek XX

Analyse IDEA contract Apotheek XX Analyse IDEA contract Apotheek XX Copyright Veneficus v.o.f. 0. Inhoudsopgave 0. Inhoudsopgave...2 1. Introductie...3 1.1. Berekenwijze...3 1.2. Benchmarking...3 1.3. Substitutie...3 1.4. Relatie met voorschrijvers...4

Nadere informatie

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015. (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd)

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015. (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd) CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2015 (ook van toepassing op OHRA en Delta Lloyd) Inhoud 1 Kwaliteit openbare farmacie 2 2 Visie CZ ten aanzien van openbare farmacie 3 3 Doelen in de openbare farmacie 4

Nadere informatie

Vergelijking van de ontwikkeling van het voorschrijven van de nieuwere bloedglucoseverlagende middelen in Nederland met Duitsland

Vergelijking van de ontwikkeling van het voorschrijven van de nieuwere bloedglucoseverlagende middelen in Nederland met Duitsland Vergelijking van de ontwikkeling van het voorschrijven van de nieuwere bloedglucoseverlagende middelen in met Samenvatting De hiernavolgende berekeningen laten zien dat wanneer een gelijksoortig voorschrijfpatroon

Nadere informatie

Inleiding. Methode. Resultaten. Vergelijkbaarheid Nederland en Duitsland

Inleiding. Methode. Resultaten. Vergelijkbaarheid Nederland en Duitsland Inleiding Vanaf 2007 is een aantal nieuwe bloedglucoseverlagende middelen geïntroduceerd op de se markt voor de behandeling van diabetes mellitus type 2 (DM2). Het betreft onder andere de dipeptidylpeptidase-4-remmers

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2015

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2015 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2015 Colofon Auteurs Anke Lambooij, apotheker, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik dr. Joost de Metz, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Rob

Nadere informatie

Toolkit Farmacie voor professionals Gericht op cholesterol, maagzuurremmers en bloeddrukverlagers

Toolkit Farmacie voor professionals Gericht op cholesterol, maagzuurremmers en bloeddrukverlagers CZ, MCC OMNES, MEDITTA, ORBIS MC, HUIS VOOR DE ZORG, VAL EN SERVICEAPOTHEKEN Toolkit Farmacie voor professionals Gericht op cholesterol, maagzuurremmers en bloeddrukverlagers Simone Schoffeleers 26-9-2014

Nadere informatie

Individuele Huisartsenovereenkomst CZ Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3

Individuele Huisartsenovereenkomst CZ Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3 Individuele Huisartsenovereenkomst CZ 2015 Toelichting prestatie doelmatig voorschrijven S3 Inhousdopgave Inleiding: p.3 Leeswijzer: p.4 Uitgangspunten zorgverzekeraars: p.5 Definitie van de indicatoren:

Nadere informatie

Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ toelichting prestatie doelmatig voorschrijven

Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ toelichting prestatie doelmatig voorschrijven Overeenkomst vrijgevestigd huisarts CZ 2015 toelichting prestatie doelmatig voorschrijven Uitgangspunten De grenswaarden voor resultaatbeloning voor de prestatie Doelmatig voorschrijven in 2015 worden

Nadere informatie

3-10-2014. Inhoud. Samenvatting uitkomstbekostiging segment 3 voor domeinen doelmatig voorschrijven, M&I uitkomst en service en bereikbaarheid

3-10-2014. Inhoud. Samenvatting uitkomstbekostiging segment 3 voor domeinen doelmatig voorschrijven, M&I uitkomst en service en bereikbaarheid Inhoud Samenvatting uitkomstbekostiging segment 3 voor domeinen doelmatig voorschrijven, M&I uitkomst en service en bereikbaarheid Inleiding Leeswijzer Uitgangspunten zorgverzekeraars Begrippenkader betaalschema

Nadere informatie

Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016

Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016 Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2016 In 2016 continueert Menzis resultaatbeloning voor de huisartsenzorg zonder grote wijzigingen. De beloning vindt plaats op indicatoren die landelijk

Nadere informatie

Bijlage 5 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg

Bijlage 5 zorginkoopbeleid Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg Bijlage 5 zorginkoopbeleid 2018-2019 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg Bijlage 5 Resultaatbeloning doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen Vanaf 2018 heeft Menzis in samenspraak met een vertegenwoordiging

Nadere informatie

Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg. Vastgesteld op 13 december 2012.

Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg. Vastgesteld op 13 december 2012. Het streven naar gezonde burgers met een goede kwaliteit van leven, met minder maar betere zorg Vastgesteld op 13 december 2012. » Betaalbaarheid: drukken van zorgkosten» Kwaliteit: verbeteren van onder

Nadere informatie

Inhoudsopgave. bijlage 11

Inhoudsopgave. bijlage 11 CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2016 1 Inhoudsopgave 1 Kwaliteit openbare farmacie 4 2 Visie CZ ten aanzien van openbare farmacie 5 3 Doelen in de openbare farmacie 6 4 Waardemeting, toetsbare inkoop van

Nadere informatie

EEN AANGEPAST PREFERENTIEBELEID: LAGE PRIJZEN ÉN EEN BETERE BESCHIKBAARHEID VAN GENEESMIDDELEN

EEN AANGEPAST PREFERENTIEBELEID: LAGE PRIJZEN ÉN EEN BETERE BESCHIKBAARHEID VAN GENEESMIDDELEN KNMP VOOR- S T E L EEN AANGEPAST PREFERENTIEBELEID: LAGE PRIJZEN ÉN EEN BETERE BESCHIKBAARHEID VAN GENEESMIDDELEN KONINKLIJKE NEDERLANDSE MAATSCHAPPIJ TER BEVORDERING DER PHARMACIE I EEN AANGEPAST PREFERENTIEBELEID:

Nadere informatie

Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen

Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen Veelgestelde vragen Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen Versie 13 juli 2016 In dit document vindt u het antwoord op veelgestelde vragen over de indicatoren van de Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid (Arno) Rutte (VVD) 2016Z03888).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid (Arno) Rutte (VVD) 2016Z03888). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Input AstraZeneca op consultatiedocument Advies langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid

Input AstraZeneca op consultatiedocument Advies langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid Input AstraZeneca op consultatiedocument Advies langetermijnvisie geneesmiddelenbeleid Het consultatie document geeft een uitgebreide beschrijving van de markt voor farmacotherapeutische zorg. De consultatievragen

Nadere informatie

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2017 Zorg en Zekerheid

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2017 Zorg en Zekerheid Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2017 Zorg en Zekerheid 1 Inhoud 1. De prescriptiemodule 2017 in grote lijnen... 4 2. Deelname aan de prescriptiemodule: de praktische kanten... 7 2.1. Verantwoording...

Nadere informatie

Rationeel voorschrijven 3.0

Rationeel voorschrijven 3.0 Symposium Kennismanagement. Op weg naar medicatieveiligheid 3.0 Rationeel voorschrijven 3.0 Over EVS, FTO en Formularium Nieuwegein, 17 juni 2014 Gertjan Hooijman, FTO Asten Er was eens (20 jaar geleden)

Nadere informatie

Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015

Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015 Bijlage 6 Resultaatbeloning individuele huisartsen 2015 In 2015 zet Menzis weer een stap in de resultaatbeloning voor de huisartsenzorg. De beloning vindt deels plaats op indicatoren die landelijk zijn

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 6 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 6 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2016 Zorg en Zekerheid

Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2016 Zorg en Zekerheid Handleiding module Doelmatig Voorschrijven 2016 Zorg en Zekerheid 1 Inhoud 1. De prescriptiemodule 2016 in grote lijnen... 4 2. Deelname aan de prescriptiemodule: de praktische kanten... 7 2.1. Verantwoording...

Nadere informatie

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108

Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Maagbescherming bij salicylaat-/coxibgebruik 108 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 04-03-2014 Doel Verlagen

Nadere informatie

Benchmark Voorschrijven 2006

Benchmark Voorschrijven 2006 Benchmark Voorschrijven 2006 De ontwikkeling en toepassing van prestatie-indicatoren DGV, Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik Colofon BENCHMARK VOORSCHRIJVEN 2006 DE ONTWIKKELING EN TOEPASSING

Nadere informatie

Rationeel voorschrijven 3.0

Rationeel voorschrijven 3.0 Rationeel voorschrijven 3.0 De basis van het proces 08-11-2017 Na 25 jaar farmaco-therapie overleg Gemaakte afspraken verwaterden Methode zoeken om afspraken vast te leggen Voorschrijfgemak voor huisartsen

Nadere informatie

Ander merk, zelfde werkzame stof! Preferentiebeleid Geneesmiddelen

Ander merk, zelfde werkzame stof! Preferentiebeleid Geneesmiddelen Ander merk, zelfde werkzame stof! Preferentiebeleid Geneesmiddelen De zorgverzekeraars van Achmea (Zilveren Kruis Achmea, OZF Achmea, Interpolis, Avéro Achmea, FBTO, Agis Zorgverzekeringen, Pro Life Zorgverzekeringen

Nadere informatie

Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3)

Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3) Bijlage 3 Geïntegreerde KwaliteitZZorg Farmacie 3 (GKF3) Zorg en Zekerheid benadrukt de geïntegreerde samenwerking tussen de huisarts en de apotheker. In 2012 zijn wij daarom gestart met het inkopen van

Nadere informatie

Gedetailleerde beschrijving doelmatigheidsanalyses

Gedetailleerde beschrijving doelmatigheidsanalyses Gedetailleerde beschrijving doelmatigheidsanalyses Algemene aandachtspunten Voordat nader wordt ingegaan op de afzonderlijke doelmatigheidsanalyses, willen we eerst een aantal belangrijke punten onder

Nadere informatie

Leidraad doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen. door medisch specialisten

Leidraad doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen. door medisch specialisten Leidraad doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen door medisch specialisten Leidraad doelmatig voorschrijven van geneesmiddelen door medisch specialisten Deze leidraad is opgesteld door de Orde van Medisch

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kant en Van Gerven over het gebruik van cholesterolverlagers (2070810190)

Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kant en Van Gerven over het gebruik van cholesterolverlagers (2070810190) Antwoorden op kamervragen van de Kamerleden Kant en Van Gerven over het gebruik van cholesterolverlagers (2070810190) 1 Gaat u in op het verzoek van de patiëntenorganisatie Hartpatiënten Nederland om een

Nadere informatie

Een derde van de geneesmiddelengebruikers houdt geneesmiddelen over

Een derde van de geneesmiddelengebruikers houdt geneesmiddelen over Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma, Anne Brabers, Joke Korevaar, Judith de Jong, Marloes van Dijk en Liset van Dijk. Een derde van de geneesmiddelengebruikers

Nadere informatie

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008

GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden. Augustus 2008 GENEESMIDDELEN Veel gestelde vragen en antwoorden Augustus 2008 Toelichting: De vragen zijn ingedeeld in drie onderdelen: -1- vergoedingen voor geneesmiddelen, -2- preferentiebeleid van zorgverzekeraars,

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. 'Zuinig met maagprotectie bij NSAIDgebruik is zuur voor de maag Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. 'Zuinig met maagprotectie bij NSAIDgebruik is zuur voor de maag Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen 'Zuinig met maagprotectie bij NSAIDgebruik is zuur voor de maag Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Onderzoeken van PHARMO en Vonkeman Presentatie van regionale

Nadere informatie

Generiek versus merkgeneesmiddelen

Generiek versus merkgeneesmiddelen Generiek versus merkgeneesmiddelen casus Proeftuin Farmacie Groningen casus Menzis E. de Jongh, huisarts en bureaumedewerker PFG J.G. van Dam, ziekenhuisapotheker en adviserend apotheker Menzis 7 juni

Nadere informatie

Openbare apotheken en apotheekhoudend huisartsen. Meetperiode voor profiel Onderdeel Indicator

Openbare apotheken en apotheekhoudend huisartsen. Meetperiode voor profiel Onderdeel Indicator Toelichting Apotheekprofielen 00 streeft naar een goede kwaliteit van zorg tegen betaalbare zorgkosten. Om dit te bevorderen maakt gebruik van de profielsystematiek. We maken een selectie van indicatoren

Nadere informatie

Ook met mìnder medicijnen minder zuur

Ook met mìnder medicijnen minder zuur Maagzuurremmers Ook met mìnder medicijnen minder zuur Brandend maagzuur, zure oprispingen, een opgeblazen gevoel. Vaak nemen deze klachten al af als u uw voeding en leefgewoonten aanpast. Zijn de klachten

Nadere informatie

Praktijkvoorbeelden Shared Savings. 4 december 2014

Praktijkvoorbeelden Shared Savings. 4 december 2014 Praktijkvoorbeelden Shared Savings 4 december 2014 Agenda Regio regie als context voor shared savings afspraken Substitutie van geneesmiddelen Eerstelijns Ouderenzorgteams Oefening: Wie investeert en hoe

Nadere informatie

Met medicijnen alléén bent u er niet

Met medicijnen alléén bent u er niet Cholesterolverlagers Met medicijnen alléén bent u er niet Steeds meer mensen gebruiken medicijnen tegen een te hoog cholesterol. Maar wie niet tegelijkertijd zijn leefstijl aanpast (stoppen met roken,

Nadere informatie

Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent

Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent 1 Samenvatting PAM-peiling Het gesprek tussen patiënt en apothekersassistent Onderzoeker en auteur: drs. Martine Kruijtbosch Begeleiders: dr. Annemieke Floor-Schreudering, drs. Linda Mulder-Wildemors In

Nadere informatie

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2017

Rapport. Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2017 Rapport Monitor Voorschrijfgedrag Huisartsen 2017 Colofon Auteurs Anke Lambooij, apotheker, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Rob Essink, MPH, apotheker, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik

Nadere informatie

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2017

CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2017 CZ-Kwaliteitsmonitor Apotheken 2017 CZ-Kwaliteitsmonitor Openbare Apotheken 2017 Kwaliteit openbare farmacie Visie CZ ten aanzien van openbare farmacie CZ hanteert een generiek en toetsbaar model om zorg

Nadere informatie

DGV Brochure. Werken met indicatoren cardiovasculair risicomanagement

DGV Brochure. Werken met indicatoren cardiovasculair risicomanagement DGV Brochure Werken met indicatoren cardiovasculair risicomanagement Colofon Auteurs Aynur Taspinar, apotheker dr. Marjorie Nelissen-Vrancken, apotheker Met medewerking van ir. Marietta Eimers DTP Ellen

Nadere informatie

Evaluatie van het Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM)

Evaluatie van het Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM) Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Evaluatie van het Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement (CVRM) M. Vervloet A.E.M. Brabers

Nadere informatie

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Voorschrijven door internisten en cardiologen Een verkenning naar oorzaken van verschillen in voorschrijven

Nadere informatie

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon

Geachte Voorzitter, Voorzitter van de Tweede Kamer. der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus EA Den Haag Telefoon Directoraat-Generaal Wonen Directie Strategie Kennisontwikkeling Rijnstraat 8 Postbus 30941 Voorzitter van de Tweede Kamer 2500 GX Den Haag der Staten Generaal Interne postcode 270 Postbus 20018 2500 EA

Nadere informatie

Onderzoek preferentiebeleid

Onderzoek preferentiebeleid Onderzoek preferentiebeleid Effecten van het preferentiebeleid op beschikbaarheid van geneesmiddelen Openbaar 1 Even voorstellen.. Annette de Boer Adriaan Kraal Piet de Bekker Liesbeth Denée Merel Carp

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1098 Vragen van de leden

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107

Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Maagbescherming bij NSAID-gebruik 107 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 29-05-2013 Doel Verlagen van

Nadere informatie

Leidt een goed FTO tot beter voorschrijven?

Leidt een goed FTO tot beter voorschrijven? Onderzoek Leidt een goed FTO tot beter voorschrijven? Mariëtta Eimers, Angelie van der Aalst, Ben Pelzer, Martina Teichert, Hans de Wit Inleiding Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft als missie

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Rapport. FTO-peiling Kwaliteit van farmacotherapieoverleg in beeld

Rapport. FTO-peiling Kwaliteit van farmacotherapieoverleg in beeld Rapport FTO-peiling 2011 Kwaliteit van farmacotherapieoverleg in beeld Colofon Auteurs dr. Walter Cambach, IVM Rob Essink, apotheker MPH, IVM Met medewerking van drs. ing. Henriette Giesbers, RIVM dr.

Nadere informatie

Bepaling multi/single source op PRK-niveau IR V-0-1-1 (1e concept)

Bepaling multi/single source op PRK-niveau IR V-0-1-1 (1e concept) 1/8 Z-Index Alexanderstraat 11 2514 JL Den Haag Postbus 16090 2500 BB Den Haag T 070-37 37 400 F 070-37 37 401 info@z-index.nl www.z-index.nl KvK: Haaglanden 27177027 Auteur(s) Drs. B. van der Meer Bepaling

Nadere informatie

Rapport. Maagzuurremmergebruik als protectie bij NSAID en ASA

Rapport. Maagzuurremmergebruik als protectie bij NSAID en ASA Rapport Maagzuurremmergebruik als protectie bij NSAID en ASA Colofon Auteurs M. Meulepas, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik A. Lambooij, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik Onderzoek is

Nadere informatie

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag GMT-CB-U okt. 08

Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag GMT-CB-U okt. 08 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag 31 okt. 08 Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Schriftelijk overleg motie

Nadere informatie

Vragen en antwoorden geneesmiddelenprijzen

Vragen en antwoorden geneesmiddelenprijzen Vragen en antwoorden geneesmiddelenprijzen Wie bepaalt precies de prijs van een geneesmiddel? De geneesmiddelenfabrikant bepaalt in eerste instantie de prijs van een geneesmiddel. Hij doet dit binnen de

Nadere informatie

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd

Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinantenonderzoek naar Factoren waarmee een Actief Stoppen-met-Roken Beleid op Cardiologieverpleegafdelingen kan worden bevorderd Determinant Study in to Factors that Facilitate a Active Smoking-cessation

Nadere informatie

Ontwikkeling leerlingaantallen

Ontwikkeling leerlingaantallen Ontwikkeling leerlingaantallen Elk jaar wordt op 1 oktober het leerlingaantal van elke basisschool geregistreerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (). Op basis van deze leerlingtelling wordt de bekostiging

Nadere informatie

Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings

Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY OF PRODUCT CHARACTERISTICS. New Class Warnings HMG-CoA Reductase Inhibitors and safety the risk of new onset diabetes/impaired glucose metabolism Final SmPC and PL wording agreed by PhVWP December 2011 Doc.Ref.: CMDh/PhVWP/042/2012 January 2012 SUMMARY

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Workshop voor apothekers en huisartsen (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij Diabetes Mellitus type 2 Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen l

Nadere informatie

Resultaten vervolgmeting stopberichten en medicatieoverzichten onder openbare apothekers uitgevoerd door SIGRA en 1 ste Lijn Amsterdam

Resultaten vervolgmeting stopberichten en medicatieoverzichten onder openbare apothekers uitgevoerd door SIGRA en 1 ste Lijn Amsterdam Resultaten vervolgmeting stopberichten en medicatieoverzichten onder openbare apothekers uitgevoerd door SIGRA en 1 ste Lijn Amsterdam Amsterdam, februari 2017 Doelstelling De vervolgmeting Stopberichten

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting op het onderwijsmateriaal 1 Dit onderwijsmateriaal is gebaseerd op de NHGStandaard M71 van mei 2012 Van geen enkel medicament is aangetoond dat dit effectief zou zijn bij de behandeling

Nadere informatie

Het voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen in de huisartspraktijk: voorschrijfvolume en off-label voorschrijven

Het voorschrijven van nieuwe geneesmiddelen in de huisartspraktijk: voorschrijfvolume en off-label voorschrijven Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in samenwerking met het RIVM en de Universiteit van Utrecht in 2003. De gegevens mogen met bronvermelding worden gebruikt. Het rapport is te bestellen via receptie@nivel.nl.

Nadere informatie

Nierfunctie: perindopril 174

Nierfunctie: perindopril 174 Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Samen voor een goed en betaalbaar geneesmiddelenbeleid!

Samen voor een goed en betaalbaar geneesmiddelenbeleid! Samen voor een goed en betaalbaar geneesmiddelenbeleid! Afspraken tussen uw apotheek en Achmea Achmea heeft met uw apotheek afspraken gemaakt over het gebruik van geneesmiddelen. Deze afspraken dragen

Nadere informatie

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland? First part of the Inburgering examination - the KNS-test Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page 1. In welk

Nadere informatie

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015 Feiten en cijfers HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo April 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding In deze factsheet staan de arbeidsmarktresultaten van hbo-afgestudeerden

Nadere informatie

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX

Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX Gemeenterapportage 2016 Gemeente XXXXX Pagina 0 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 A. Gezin en leefomstandigheden 4 A1. Kinderen in armoede 4 A2. Kinderen in eenoudergezin 5 A3. Kindermishandeling

Nadere informatie