MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

Transcriptie

1 8897 VLAAMSE OVERHEID N [C 2007/35248] 19 JANUARI Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 2, 1, 6, en 2, gewijzigd bij de wet van 5 februari 1999; Gelet op het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij, inzonderheid op artikel 6, 2; Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984 en 20 juli 2000; Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 19 juni 1994 en 5 september 2001; Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1997 houdende vaststelling van het tarief van de ontledingen uitgevoerd door de Rijksontledingslaboratoria, inzonderheid op bijlage I, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 1997 tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 september 2006; Gelet op het overleg tussen de gewesten en de Federale Regering op 26 juni 2006, bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie Landbouwbeleid op 5 oktober 2006; Gelet op het advies nr /3 van de Raad van State, gegeven op 28 november 2006, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. Definities en toepassingsgebied Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1 besluiten zaaizaden en aardappelpootgoed : de besluiten, vermeld in artikel 2, 2 tot en met 7 ; 2 bevoegde entiteit : het Agentschap voor Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij; 3 het laboratorium : het laboratorium voor zaadontleding van het Agentschap voor Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij; 4 nationale rassencatalogus : de rassencatalogus, vermeld in artikel 2, 1, van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen; 5 OHB : onderscheidbaarheid, homogeniteit, bestendigheid als vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen; 6 CGW : cultuur- en gebruikswaarde van een ras als vermeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen; 7 procedurebesluit rassencatalogus : het ministerieel besluit van 2 maart 1983 tot vaststelling van de procedure van indiening der aanvragen om inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi voor landbouw- of groentegewassen; 8 keuringsreglementen zaaizaden : het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keuringsen certificeringsreglement van bietenzaad van landbouwrassen, van zaaizaad van groenvoedergewassen, van zaaizaden van oliehoudende planten en vezelgewassen, van zaaigranen, van zaaizaden van groenten en van cichorei voor de industrie; 9 keuringsreglement aardappelpootgoed : het ministerieel besluit van 21 december 2001 tot vaststelling van een keurings- en certificeringsreglement voor de productie van pootaardappelen; 10 Fonds : het Fonds voor Landbouw en Visserij, opgericht bij het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij; 11 de Minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid en de zeevisserij. Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de retributies die verschuldigd zijn in het kader van : 1 het koninklijk besluit van 8 juli 2001 betreffende de nationale rassencatalogi voor landbouwgewassen en groentegewassen; 2 het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van bietenzaad van landbouwrassen; 3 het besluit van de Vlaamse Regering van 25 maart 2005 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van groenvoedergewassen; 4 het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en de keuring van zaaigranen; 5 het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 houdende reglementering van de handel in en de keuring van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen; 6 het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 houdende de reglementering van de handel in en van de keuring van groentezaad en zaad van cichorei voor de industrie; 7 het koninklijk besluit van 2 mei 2001 houdende reglementering van de handel in en van de keuring van pootaardappelen; 8 het besluit van de Vlaamse Regering van 3 oktober 2003 betreffende de procedure tot erkenning van bosbouwkundig uitgangsmateriaal en het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;

2 8898 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 9 het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt; 10 het koninklijk besluit van 21 december 1999 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen; 11 het besluit van de Vlaamse Regering van 18 maart 2005 houdende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van groentezaad; 12 het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken; 13 het besluit van de Vlaamse Regering van 19 mei 2006 betreffende de loontriage van zaden van bepaalde soorten van landbouwgewassen die bestemd zijn om te worden ingezaaid. HOOFDSTUK II. Retributies voor inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi Afdeling I. Algemeen Art De aanvrager van een inschrijving van een ras in een nationale rassencatalogus is een retributie verschuldigd aan het Fonds voor : 1 de neerlegging van de aanvraag tot inschrijving; 2 de deelname aan het OHB-onderzoek, per onderzoeksperiode; 3 de deelname aan, in voorkomend geval, één of meer CGW-onderzoeken, per onderzoeksdoeleinde en per onderzoeksperiode; 4 het jaarlijkse behoud van de inschrijving. 2. Het bedrag van de retributie, vermeld in 1, is afhankelijk van de klasse en de plantensoort waartoe het ras behoort. De plantensoorten zijn ingedeeld in vier klassen : 1 klasse A : maïs, suikerbiet; 2 klasse B : tarwe, gerst, aardappel, vlas, koolzaad voor oliewinning, niet-doorlevende grassen; 3 klasse C : doorlevende grassen en andere doorlevende landbouwsoorten; 4 klasse D : landbouwsoorten die niet vermeld worden onder klasse A, B en C en groentesoorten. 3. Het bedrag van de retributies, vermeld in 1, wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage I, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling II. De neerlegging van de aanvraag tot inschrijving Art. 4. De retributie, verschuldigd voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving, moet uiterlijk betaald worden op de uiterste datum voor de ontvangst van de aanvraag, vermeld in bijlage I bij het procedurebesluit rassencatalogus. Als er voor een ras meerdere types CGW-onderzoeken worden aangevraagd, wordt per aangevraagd CGW-onderzoek een retributie voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving betaald. In geval van een onontvankelijke aanvraag, als vermeld in artikel 2 van het procedurebesluit rassencatalogus wordt de retributie voor het neerleggen van de aanvraag tot inschrijving niet terugbetaald. Afdeling III. De deelname aan het OHB-onderzoek en het CGW-onderzoek Art De retributie, verschuldigd voor de deelname aan het OHB-onderzoek in België, uitgevoerd op verzoek van de bevoegde entiteit, is vermeld in bijlage I. De retributie wordt per onderzoeksperiode betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur. 2. Voor een OHB-onderzoek, aangevraagd in het buitenland, of voor een overname van het resultaat van een OHB-onderzoek is de verschuldigde som het bedrag dat betaald is door de bevoegde entiteit. Als voorschot op het verschuldigde bedrag wordt het retributiebedrag, vermeld in bijlage I, betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur. Als het bovengenoemde voorschot hoger blijkt te zijn dan het verschuldigde bedrag, zal het verschil terugbetaald worden. Art. 6. De retributie voor de deelname aan het CGW-onderzoek, vermeld in bijlage I, wordt per onderzoeksdoeleinde en per onderzoeksperiode betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur. Als de aanvrager een aanvullende proef wenst, wordt het bedrag, vermeld in bijlage I, vermeerderd met 20 %. Als de aanvrager een aanvullende analyse wenst, betaalt hij de reële kostprijs van de aanvullende analyse. Art Retributies voor deelname aan de OHB- en CGW-onderzoeken worden alleen terugbetaald als de aanvraag tot inschrijving is ingetrokken vóór de uiterste datum waarop een onderzoeksinstelling het teeltmateriaal ontvangen moet hebben. De uiterste datum staat vermeld in bijlage I bij het procedurebesluit rassencatalogus. 2. Als het een genetisch gemodificeerd ras betreft, betaalt de aanvrager voor de deelname aan de OHB- en CGW-onderzoeken, bovenop het bedrag van de retributie, vermeld in bijlage I, de reële aanvullende onkosten. Voorafgaandelijk wordt een bestek voorgelegd door de bevoegde entiteit. Afdeling IV. Het jaarlijkse behoud van de inschrijving Art. 8. De retributie voor het jaarlijkse behoud van de inschrijving op een nationale rassencatalogus wordt jaarlijks betaald vanaf het begin van het kalenderjaar na het jaar waarin de inschrijving van een ras in een nationale rassencatalogus werd uitgevoerd. Die jaarlijkse retributie wordt betaald binnen dertig kalenderdagen na de verzending van de factuur.

3 8899 HOOFDSTUK III. Retributies voor kwaliteitscontroles en erkenningen tot uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector Art In het kader van het kwaliteitsbeheer betaalt de aanvrager een retributie aan het Fonds voor : 1 de jaarlijkse erkenning voor de uitoefening van bepaalde beroepen, opgesomd in bijlage II, A.1.; 2 de inschrijving ter keuring van teelten van zaaizaad en aardappelpootgoed; 3 de controle van teelten van zaaizaad en aardappelpootgoed; 4 de verplichte tegemoetkomingen, bepaald in de keuringsreglementen zaaizaden; 5 de certificering van partijen aardappelpootgoed; 6 de ontledingen voor de definitieve goedkeuring van teelten van aardappelpootgoed en de certificering van zaaizaden; 7 de etiketten of certificaten, uitgereikt door de bevoegde entiteit; 8 de ontledingen inzake de kwaliteitscontrole van zaaizaden; 9 de aanvullende controle ten laste van de aanvrager, een officiële verklaring over vastgestelde feiten voor derden en de overbodige verplaatsing die te wijten is aan de aanvrager; 10 de keuringshandelingen, uitgevoerd op bosbouwkundig teeltmateriaal; 11 de keuringshandelingen, uitgevoerd op teeltmateriaal en plantgoed van fruitgewassen; 12 de keuringshandelingen, uitgevoerd op vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken. 2. De bedragen voor de retributies, vermeld in 1, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage II en III, die bij dit besluit zijn gevoegd. Art. 10. Ontledingen inzake de kwaliteitscontrole, vermeld in artikel 9, 1, 9, worden opgelegd door de keuringsreglementen zaaizaden, of kunnen uit eigen beweging aangevraagd worden door particulieren. De prijs van ontledingen die niet bepaald zijn in bijlage III, die bij dit besluit is gevoegd, wordt vastgesteld door de verantwoordelijke van het laboratorium. Voor ontledingen die als dringend worden aangevraagd, wordt het bedrag van de retributie, vermeld in bijlage III, met 50 % verhoogd als de proeven worden aangevat binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het monster. Art. 11. De retributies voorde jaarlijkse erkenningen en inschrijvingen ter keuring van de teelten van zaaizaden en aardappelpootgoed, vermeld in artikel 9, 1, 1 en 2, moeten bij de aanvraag gestort worden, de andere vergoedingen binnen dertig kalenderdagen na het verzenden van de factuur. Art. 12. De betrokkene kan een tegencontrole van de activiteiten, vermeld in artikel 9, 1, 3, 6 en 8, voor zijn rekening aanvragen. De retributie die de betrokkene voor de tegencontrole vermeld in het eerste lid, betaalt, is vastgelegd overeenkomstig bijlage II, die bij dit besluit is gevoegd, met uitzondering van de tegencontrole in het kader van de activiteit, vermeld in artikel 9, 1, 8, waarvoor de werkelijke kostprijs van de ontleding wordt aangerekend. Als de tegencontrole, vermeld in het eerste lid, een positief resultaat voor de aanvrager oplevert, hoeft hij de retributie voor de tegencontrole niet te betalen. HOOFDSTUK IV. Betalingsprocedure en controlemaatregelen Art. 13. De retributies, vermeld in dit besluit, worden gestort op de rekening van het Fonds. Art. 14. De naleving van de bepalingen van dit besluit wordt gecontroleerd en de niet-naleving ervan wordt bestraft overeenkomstig het decreet van 19 mei 2006 betreffende de oprichting en de werking van het Fonds voor Landbouw en Visserij. HOOFDSTUK V. Slotbepalingen Art. 15. Het bedrag van de retributies wordt met 5 % verhoogd op 1 juli van het jaar na het jaar waarin het indexcijfer van de consumptieprijzen 5 % gestegen is ten opzichte van het basisindexcijfer. Het basisindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli Na de eerste verhoging van de retributies, vermeld in het eerste lid, en bij iedere volgende verhoging, is het basisindexcijfer het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli van het jaar waarin de laatste verhoging werd ingevoerd. Art. 16. De volgende regelingen worden opgeheven : 1 het koninklijk besluit van 24 september 1982 tot bepaling van de rechten, te betalen inzake de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 februari 1984 en 20 juli 2000; 2 het koninklijk besluit van 25 oktober 1991 houdende vaststelling van de vergoedingen verschuldigd voor de keuring van zaaizaad en pootgoed voor land- en tuinbouw, alsmede van de vergoedingen verschuldigd voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de land-, tuin- en bosbouw, gewijzigd bij de koninklijk besluit van 19 juni 1994 en 5 september 2001; 3 bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 23 december 1997 houdende vaststelling van het tarief van de ontledingen, uitgevoerd door de Rijksontledingslaboratoria, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli het koninklijk besluit van 17 december 1997 tot bepaling van de retributies te betalen in het kader van de erkenning als loontrieerder, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000.

4 8900 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD Art. 17. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007, met uitzondering van de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 9, 1, 3 tot en met 12, en 10, die in werking treden op 1 juli 2007 en met uitzondering van artikel 9, 1, 2 dat in werking treedt op 1 september Art. 18. Voor de activiteiten, vermeld in artikel 4, 5, 6, 7, 8, 9, 1, 3 tot en met 12, en in artikel 10, worden in de periode van 1 januari 2007 tot 1 juli 2007 de retributies nog berekend op basis van de besluiten, vermeld in artikel 16. Voor de activiteiten, vermeld in artikel 9, 1, 2, worden in de periode van 1 januari 2007 tot 1 september 2007 de retributies nog berekend op basis van de besluiten, vermeld in artikel 16. Art. 19. De Minister is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 19 januari De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Bijlage I. Retributies voor de inschrijving van rassen in de nationale rassencatalogi KLASSEN TE INNEN BEDRAGEN PER RAS A B C D EUR EUR EUR EUR 1. neerlegging van de aanvraag tot inschrijving onderzoek naar OHB, per onderzoeksperiode onderzoek naar de CGW, per onderzoeksdoeleinde en per onderzoeksperiode 1ste en 2de onderzoeksperiode de en volgende onderzoeksperiode jaarlijks behoud van de inschrijving eerste jaar tweede jaar derde jaar vierde jaar en volgende jaren, per jaar Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal. Brussel, 19 januari De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Bijlage II. Retributies voor kwaliteitscontroles en voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de plantaardige sector A. ALGEMENE BEPALINGEN A.1 Jaarlijkse erkenning voor de uitoefening van het beroep of van de activiteit : Basisbedrag voor registratie als een operator actief is in het voortbrengen, verhandelen en dienst verlenen met betrekking tot plantaardig teeltmateriaal : Supplement voor de erkenning van : handelaar-bereider zaaizaden : bereider mengsels van zaaizaden (1) : uitvoerder van veldkeuringen onder officieel toezicht voor derden staalnemer van zaaizaden : laboratorium voor de ontleding van zaaizaden : handelaar-bereider pootgoed (2) : leverancier bosbouwkundig teeltmateriaal : leverancier gecertificeerd materiaal fruitgewassen : enthoutpark fruitgewassen : producent vegetatief teeltmateriaal wijnstokken : loontrieerder : 300 EUR (1) enkel als de betrokkene geen handelaar-bereider van zaaizaden is. (2) enkel als de betrokkene activiteiten uitvoert voor andere pootgoedproducenten.

5 8901 A.2 Etiketten of certificaten, uitgereikt door de bevoegde entiteit : per schijf van 10 blanco exemplaren : certificaten voor zaaizaad en aardappelpootgoed vignetten voor kleine verpakkingen etiketten voor fruitgewassen etiketten voor bosbouwkundig teeltmateriaal 0,5 EUR 0,3 EUR 0,3 EUR 0,3 EUR als de etiketten of certificaten door de bevoegde entiteit ingevuld worden : per individuele partij : 15 EUR A.3 De officiële verklaring van vastgestelde feiten tijdens een controle voor derden; overbodige verplaatsing die te wijten is aan de aanvrager : per prestatie : B. ZAAIZADEN B.1 Inschrijving van de teelten : teelten die officieel (door de bevoegde entiteit) worden gekeurd : per perceel : per laattijdig ingeschreven perceel : 15 EUR 18 EUR teelten die onder officieel toezicht worden gekeurd : per perceel : per laattijdig ingeschreven perceel : 20 EUR 23 EUR B.2 Controle van de teelten : veldkeuringen waarbij tellingen op het perceel uitgevoerd worden per bezoek en per 0,1 hectare of deel ervan : 2 EUR veldkeuringen waarbij de algemene toestand beoordeeld wordt per bezoek : tegencontrole ten laste van de aanvrager : aanvullende controle ten laste van de aanvrager : 30 EUR B.3 Verplichte tegemoetkoming voorzien in de keuringsreglementen zaaizaden (1) : 1 per verplaatsing : 2 vermeerderd per behandelde partij met : 5 EUR (1) Er wordt geen retributie aangerekend voor de tegemoetkoming bij het transport van bruto zaaizaden. C. AARDAPPELPOOTGOED C.1 Inschrijving van de teelten : per perceel : per laattijdig ingeschreven perceel : 15 EUR 18 EUR C.2 Controle van de teelten : per 0,1 hectare of deel ervan : tegencontrole ten laste van de aanvrager : aanvullende controle ten laste van de aanvrager : 3 EUR C.3 Ontledingen voor definitieve goedkeuring van teelten : het tarief dat door de bevoegde entiteit betaald is aan het door de bevoegde entiteit aangewezen laboratorium. Dat tarief geldt ook voor de tegencontrole ten laste van de aanvrager. C.4 Certificering : per 100 kg (of gedeelte ervan) gecertificeerd, gehercertificeerd of herbewerkt pootgoed : 0,15 EUR D. BOSBOUWKUNDIG TEELTMATERIAAL bijdrage per partij of lot waarvan de herkomst en de kwaliteit gecertificeerd worden, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 2 juni 2004 tot vaststelling van een technisch controlereglement betreffende het bosbouwkundig teeltmateriaal : jaarlijks per partij of lot : 10 EUR

6 8902 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD E. TEELTMATERIAAL EN PLANTGOED VAN FRUITGEWASSEN bijdrage per partij waarvan de certificering aangevat wordt, zoals bepaald in artikel 8 van het ministerieel besluit van 19 februari 2000 tot vaststelling van de schema s met de voorwaarden waaraan teeltmateriaal van fruitgewassen en fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt moeten voldoen, van de uitvoeringsbepalingen met het toezicht op en de controle van leveranciers van deze materialen, van hun bedrijven en van de laboratoria, van de erkenning van de laboratoria en van uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de door de leveranciers bij te houden lijsten van rassen van bovenvermelde gewassen : jaarlijks per partij : 10 EUR F. VEGETATIEF TEELTMATERIAAL VAN WIJNSTOKKEN bijdrage per partij waarvan de certificering aangevat wordt, zoals bepaald in artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken : jaarlijks per partij : 10 EUR Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal. Brussel, 19 januari De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Bijlage III. Retributies voor ontledingen, uitgevoerd door het laboratorium ontleding granen, maïs, erwten, wikken en veldbonen grove graszaden (raaigrassen, beemdlangbloem, rietzwenkgras) fijne graszaden (overige grassoor-ten) zaad van bieten overige zaadsoorten alle zaden EUR EUR EUR EUR EUR EUR 1. mechanische zuiverheid (1) bepaling van alle of specifieke andere zaden in de internationale voorgeschreven hoeveelheid om het aantal andere zaden te bepalen bepaling van specifieke zaden (supplement bovenop 2) (2) kiemkracht (3) vochtbepaling gezondheidsonderzoek 45 (4) 7. samenstelling mengsel 50 (5) 8. duizendkorrelgewicht bepaling zeefsortering 30 (6) 10. bepaling gekiemde granen kiemenergie (7) koude test 20 (8) 13. Administratie ISTA-certificaat of duplicaat of voorlopig certificaat 1.5 (1) : Voor brutomonsters wordt het tarief verdubbeld. (2) : één hoger dan in de internationale voorgeschreven hoeveelheid om het aantal andere zaden te bepalen. (3) : met inbegrip van éénkiemigheid. (4) : Voor ontsmette zaden wordt het tarief teruggebracht tot 20 euro bij de monsters die enkel voor certificering bestemd zijn. (5) : Als een kiemkrachtbepaling van iedere component aangevraagd wordt, wordt het tarief aangevuld met het kiemkrachttarief. (6) : voor drie fracties, met 5 euro extra per aanvullende fractie. (7) : Als een voorlopig bulletin ervan gevraagd wordt, wordt het tarief verhoogd met 5 euro.

7 8903 (8) : Het bedrag is supplementair aan de bepaling van de kiemkracht die steeds samen wordt uitgevoerd. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 19 januari 2007 houdende vaststelling van de retributies voor de inschrijving van de rassen in de nationale rassencatalogi, voor de uitoefening van bepaalde beroepen in de sector van het plantaardige teeltmateriaal en voor de keuring van dat materiaal. Brussel, 19 januari De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, TRADUCTION AUTORITE FLAMANDE F [C 2007/35248] 19 JANVIER Arrêté du Gouvernement flamand fixant les rétributions dues pour l inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, pour l exercice de certaines professions dans le secteur du matériel de multiplication végétale et pour le contrôle de ce matériel Le Gouvernement flamand, Vu la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matières premières pour l agriculture, l horticulture, la sylviculture et l élevage, notamment l article 2, 1 er,6 et 2, modifié par la loi du 5 février 1999; Vu le décret du 19 mai 2006 relatif à la création et au fonctionnement du Fonds pour l Agriculture et la Pêche, notamment les articles 6, 2; Vu l arrêté Royal du 24 septembre 1982 déterminant les redevances à payer en matière d inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, modifié par les arrêtés royaux des 14 février 1984 et 20 juillet 2000; Vu l arrêté royal du 25 octobre 1991 fixant les rétributions dues pour le contrôle des semences et des plants agricoles et horticoles, ainsi que des rétributions dues du chef de l exercice de certaines professions dans l agriculture, l horticulture et la sylviculture, modifié par les arrêtés royaux des 19 juin 1994 et 5 septembre 2001; Vu l arrêté royal du 23 septembre 1997 portant fixation du tarif des analyses effectuées par les laboratoires d analyses de l Etat, notamment l annexe Ire, modifiée par l arrêté royal du 20 juillet 2000; Vu l arrêté royal du 17 décembre 1997 déterminant les rétributions à payer dans le cadre de l agrément comme trieur à façon, modifié par l arrêté royal du 20 juillet 2000; Vu l accord du Ministre flamand chargé du budget, donné le 27 septembre 2006; Vu la concertation entre les régions et le Gouvernement fédéral du 26 juin 2006, sanctionnée par la Conférence interministérielle sur l Agriculture du 5 octobre 2006; Vu l avis n /3 du Conseil d Etat, donné le 28 novembre 2006, en application de l article 84, 1 er, alinéa 1 er, 1, des lois coordonnées sur le Conseil d Etat; Sur la proposition du Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité; Après délibération, Arrête : CHAPITRE I er. Définitions et champ d application Article 1 er. Pour l application du présent arrêté, on entend par : 1 arrêtés relatifs aux semences et aux plants de pommes de terre : les arrêtés mentionnés à l article 2, 2 à7 inclus; 2 entité compétente : l Agentschap voor Landbouw en Visserij (Agence de l Agriculture et de la Pêche) du Ministère flamand de l Agriculture et de la Pêche; 3 laboratoire : le laboratoire pour l analyse des semences de l Agentschap voor Landbouw en Visserij du Ministère flamand de l Agriculture et de la Pêche; 4 catalogue national des variétés : le catalogue des variétés, mentionné àl article 2, 1 de l arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes; 5 DHS : distinction, homogénéité et stabilité, telles que mentionnées à l article 5, de l arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes; 6 VCU : la valeur culturale et d utilisation, telle que mentionnée à l article 5 de l arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes; 7 arrêté de procédure relatif au catalogue des variétés :l arrêté ministériel du 2 mars 1983 fixant la procédure d introduction des demandes d inscription de variétés aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles ou de légumes; 8 règlements de contrôle des semences : l arrêté ministériel du 21 décembre 2001 établissant un règlement de contrôle et de certification des semences de betteraves de variétés agricoles, des semences des plantes fourragères, des semences de plantes oléagineuses et àfibres, des semences de céréales, des semences de légumes et de chicorée industrielle; 9 règlement de contrôle des plants de pommes de terre : l arrêté ministériel du 21 décembre 2001 établissant un règlement de contrôle et de certification de la production des plants de pommes de terre;

8 8904 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD 10 Fonds : le Fonds pour l Agriculture et la Pêche, créé par le décret du 19 mai 2006 relatif à la création et au fonctionnement du Fonds pour l Agriculture et la Pêche; 11 Ministre : le Ministre flamand chargé de la politique agricole et de la pêche en mer. Art. 2. Le présent arrêté s applique aux rétributions dues dans le cadre de : 1 l arrêté royal du 8 juillet 2001 relatif aux catalogues nationaux des variétés des espèces de plantes agricoles et de légumes; 2 l arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de betteraves de variétés agricoles; 3 l arrêté du Gouvernement flamand du 25 mars 2005 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences des plantes fourragères; 4 l arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de céréales; 5 l arrêté du Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de plantes oléagineuses et àfibres; 6 l arrêté du Gouvernement flamand du 16 décembre 2005 portant réglementation du commerce et du contrôle des semences de légumes et de chicorée industrielle 7 l arrêté royal du 2 mai 2001 portant réglementation du commerce et du contrôle des plants de pommes de terre; 8 l arrêté du Gouvernement flamand du 3 octobre 2003 concernant la procédure d agrément des matériels forestiers de base et la commercialisation des matériels forestiers de reproduction; 9 l arrêté du Gouvernement flamand du 18 mars 2005 concernant la commercialisation des matériels de multiplication de plantes fruitières et des plantes fruitières destinées à la production de fruits; 10 l arrêté royal du 21 décembre 1999 concernant la commercialisation des matériels de multiplication des plantes ornementales; 11 l arrêté du Gouvernement flamand du 18 mars 2005 concernant la commercialisation des matériels de multiplication et des plants de légumes, à l exception des semences de légumes; 12 l arrêté du Gouvernement flamand du 24 octobre 2003 concernant la commercialisation des matériels de multiplication végétative de la vigne; 13 l arrêté du Gouvernement flamand du 19 mai 2006 relatif au triage à façon de graines de certaines espèces agricoles destinées àêtre ensemencées. CHAPITRE II. Rétributions pour l inscription des variétés dans les catalogues nationaux des variétés Section I re. Généralités Art er. Le demandeur d une inscription d une variété dans un catalogue national des variétés est redevable d une rétribution au Fonds pour : 1 le dépôt de la demande d inscription; 2 la participation à l examen DHS, par période d examen; 3 la participation, le cas échéant, à un ou plusieurs examens VCU, par objectif d examen et par période d examen; 4 le maintien annuel de l inscription. 2. Le montant de la rétribution, viséeau 1 er, est fonction de la classe et de l espèce végétale à laquelle appartient la variété. Les espèces végétales sont divisées en quatre classes : 1 classe A : maïs, betterave sucrière; 2 classe B: blé, orge, pomme de terre, lin, colza oléagineux, graminées non vivaces; 3 classe C : graminées vivaces et autres espèces agricoles vivaces; 4 classe D:espèces agricoles non mentionnées dans les classes A, B et C et légumes. 3. Le montant des rétributions, mentionnées au 1 er, est fixé conformément à l annexe Ire qui est jointe au présent arrêté. Section II. Le dépôt de la demande d inscription Art. 4. La rétribution due pour le dépôt de la demande d inscription doit être payée au plus tard à la date limite de réception de la demande mentionnée à l annexe Ire de l arrêté de procédure relatif au catalogue des variétés. Si plusieurs types d examen DHS sont demandés pour une seule variété, une rétribution doit être payée par examen DHS demandé pour le dépôt de la demande d inscription. Si la demande est irrecevable, conformément à l article 2 de l arrêté de procédure relatif au catalogue des variétés, la rétribution pour le dépôt de la demande d inscription n est pas remboursée. Section III. La participation à l examen DHS et à l examen VCU Art er.larétribution due pour la participation à l examen DHS en Belgique, qui est effectué àla demande de l entité compétente, est mentionnée à l annexe I re.larétribution est payée par période d examen dans les trente jours calendaires après envoi de la facture.

9 Pour un examen DHS demandé àl étranger, ou pour une reprise des résultats d un examen DHS, la somme due est le montant payé par l entité compétente. En tant qu avance sur le montant dû, le montant de la rétribution, mentionné àl annexe I re, est payé dans les trente jours calendaires après envoi de la facture. Si l avance précitée s avère supérieure au montant dû, la différence sera remboursée. Art. 6. La rétribution pour la participation à l examen DHS, mentionnée à l annexe I re, est payée par objectif d examen et par période d examen, dans les trente jours calendaires après envoi de la facture. Si le demandeur réclame un examen supplémentaire, le montant, mentionné à l annexe Ire, est majoré de 20 %. Si le demandeur réclame une analyse supplémentaire, il paie le coût réel de l analyse supplémentaire. Art er. Le paiement des rétributions pour la participation aux examens DHS et VCU n est remboursé que si la demande d inscription est retirée avant la date à laquelle un établissement de recherche aura reçu le matériel de multiplication. La date limite est prévue à l annexe Ire de l arrêté de procédure relatif au catalogue des variétés. 2. Dans le cas d une variété génétiquement modifiée, le demandeur paie pour la participation aux examens DHS et VCU, en sus de la rétribution, mentionnée à l annexe Ire, les frais réels supplémentaires. L autorité compétente transmet au préalable un cahier des charges. Section IV. Le maintien annuel de l inscription. Art. 8. La rétribution pour le maintien annuel de l inscription au catalogue national des variétés, est payée annuellement à partir du début de l année calendaire qui suit l année dans laquelle une variété a été inscrite à un catalogue national des variétés. Cette rétribution annuelle est payée dans les trente jours calendaires après envoi de la facture. CHAPITRE III. Rétributions dues pour les contrôles de qualité et les agréments en vue de l exercice de certaines professions dans le secteur végétal Art er. Dans le cadre de la gestion de la qualité, le demandeur paie une rétribution au Fonds pour : 1 l agrément annuel en vue de l exercice de certaines professions, énumérées à l annexe II, A.1.; 2 l inscription en vue du contrôle des cultures de semences et des plants de pommes de terre; 3 le contrôle des cultures de semences et de plants de pommes de terre; 4 les interventions obligatoires prévues par les règlements de contrôle des semences; 5 la certification des lots de plants de pommes de terre; 6 les analyses en vue de l agrément définitif des cultures de plants de pommes de terre et de la certification des semences; 7 les étiquettes ou certificats délivrés par l entité compétente; 8 les analyses dans le cadre du contrôle de la qualité des semences; 9 le contrôle supplémentaire à charge du demandeur, une déclaration officielle concernant les faits constatés par des tiers et le déplacement superflu du fait du demandeur; 10 les opérations de contrôle effectuées sur les matériels forestiers de reproduction; 11 les opérations de contrôle effectuées sur le matériel de multiplication des plants fruitiers; 12 les opérations de contrôle effectuées sur le matériel de multiplication végétative de la vigne. 2. Les montants des rétributions, mentionnées au 1 er, sont fixés conformément aux annexes II et III qui sont jointes au présent arrêté. Art. 10. Les analyses pour le contrôle de la qualité, mentionnées à l article 9, 1 er,9, sont imposées par les règlements de contrôle des semences ou peuvent être demandées d initiative par des particuliers. Le prix des analyses qui ne sont pas prescrites à l annexe III du présent arrêté, est fixé par le responsable du laboratoire. Pour les analyses demandées d urgence, le montant de la rétribution, mentionnée à l annexe III, est majoré de 50 % si les analyses sont entamées dans les cinq jours ouvrables après la réception de l échantillon. Art. 11. Les rétributions pour les agréments et inscriptions annuels en vue du contrôle des cultures de semences et de plants de pommes de terre, mentionnés à l article 9, 1 er,1 et 2, doivent être versées lors de la demande, les autres dans les trente jours calendaires après envoi de la facture. Art. 12. L intéressé peut demander pour son compte une contre-expertise des activités mentionnées à l article 9, 1 er,3, 6 et 8. La rétribution payée par l intéressé pour la contre-expertise mentionnée à l alinéa 1 er, est fixée conformément à l annexe II du présent arrêté, à l exception de la contre-expertise effectuée dans le cadre de l activité, mentionnée à l article 9, 1 er,8 pour laquelle le coût réel de l analyse est porté en compte. Si la contre-expertise, mentionnée à l alinéa 1 er,serévèle être positive pour le demandeur, ce dernier n est pas redevable de la rétribution pour la contre-expertise.

10 8906 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE IV. Procédure de paiement et mesures de contrôle Art. 13. Les rétributions, mentionnées au présent arrêté, sont versées sur le compte du Fonds. Art. 14. Le respect des dispositions du présent arrêté est contrôlé et leur non-respect est puni conformément au décret du 19 mai 2006 relatif à la création et au fonctionnement du Fonds pour l Agriculture et la Pêche. CHAPITRE V. Dispositions finales Art. 15. Le montant des rétributions est majoré de5%le1 er juillet de l année qui suit l année dans laquelle l indice des prix à la consommation a augmenté de 5 % par rapport à l indice de base. L indice de base est l indice des prix à la consommation du 1 er juillet Après lapremière majoration des rétributions, mentionnée à l alinéa 1 er,età chaque augmentation ultérieure, l indice de base est l indice des prix à la consommation du 1 er juillet de l année dans laquelle la dernière majoration a été effectuée. Art. 16. Les règlements suivants sont abrogés : 1 l arrêté royal du 24 septembre 1982 déterminant les redevances à payer en matière d inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, modifié par les arrêtés royaux des 14 février 1984 et 20 juillet 2000; 2 l arrêté royal du 25 octobre 1991 fixant les rétributions dues pour le contrôle des semences et des plants agricoles et horticoles, ainsi que des rétributions dues du chef de l exercice de certaines professions dans l agriculture, l horticulture et la sylviculture, modifié par les arrêtés royaux des 19 juin 1994 et 5 septembre 2001; 3 l annexe 1re de l arrêté royal du 23 décembre 1997 portant fixation du tarif des analyses effectuées par les laboratoires d analyses de l Etat, modifiée par l arrêté royal du 20 juillet 2000; 4 l arrêté royal du 17 décembre 1997 déterminant les rétributions à payer dans le cadre de l agrément comme trieur à façon, modifié par l arrêté royal du 20 juillet 2000; Art. 17. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er janvier 2007, à l exception des articles 4, 5, 6, 7, 8, 9, 1 er,3 à12 inclus, et 10, qui entrent en vigueur le 1 er juillet 2007 et à l exception de l article 9, 1 er,2 qui entre en vigueur le 1 er septembre Art. 18. Pour les activités, mentionnées aux articles 4, 5, 6, 7, 8, 9, 1 er,3 à12 inclus, et à l article 10, les rétributions sont encore calculées dans la période du 1 er janvier 2007 au 1 er juillet 2007, sur la base des arrêtés, mentionnés à l article 16. Pour les activités, mentionnées à l article 9, 1 er,2, les rétributions sont encore calculées dans la période du 1 er janvier 2007 au 1 er septembre 2007, sur la base des arrêté, mentionnés à l article 16. Art. 19. Le Ministre est chargé de l exécution du présent arrêté. Bruxelles, le 19 janvier Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, Annexe I re.rétributions pour l inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés CLASSES MONTANTS A PERCEVOIR PAR VARIETE A B C D EUR EUR EUR EUR 1. Dépôt de la demande d inscription Examen DHS, par période d examen Examen VCU, par objectif d examen et par période d examen re et 2 ème période d examen ème période d examen et période suivante d examen Maintien annuel de l inscription. Première année Deuxième année Troisième année Quatrième et années suivantes, par année Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2007 fixant les rétributions dues pour l inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, pour l exercice de certaines professions dans le secteur du matériel de multiplication végétale et pour le contrôle de ce matériel Bruxelles, le 19 janvier Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité,

11 8907 Annexe II. Rétributions dues pour les contrôles de qualité et l exercice de certaines professions dans le secteur végétal A. DISPOSITIONS GENERALES A.1. Agrément annuel en vue de l exercice de la profession ou de l activité : Montant de base pour l enregistrement dans le cas où un opérateur serait actif dans la production, la commercialisation et la prestation de services pour ce qui concerne le matériel de multiplication végétale : Supplément pour l agrément de : négociant-préparateur de semences : préparateur de mélanges de semences (1) : exécutant d inspections sur pied sous contrôle officiel pour tiers échantillonneur de semences : laboratoire pour l analyse de semences : négociant-préparateur de plants (2) : fournisseur de matériels forestiers de reproduction fournisseur de matériel certifié de plantes fruitières : parc à bois pour plantes fruitières : producteur de matériel de multiplication végétative de la vigne trieur à façon : 300 EUR (1) seulement si l intéressé n est pas un négociant-préparateur de semences. (2) seulement si l intéressé exerce des activités pour d autres producteurs de plants. A.2 Etiquettes ou certificats délivrés par l entité compétente : par tranche de 10 exemplaires vierges : certificats pour semences et plants de pommes de terre vignettes pour petits emballages étiquettes pour plantes fruitières étiquettes pour matériels forestiers de reproduction 0,5 EUR 0,3 EUR 0,3 EUR 0,3 EUR si les étiquettes ou certificats sont remplis par l entité compétente : par lot individuel : 15 EUR A.3 La déclaration officielle des faits constatés lors d un contrôle destiné àdes tiers; déplacement inutile du fait du demandeur : par prestation : B. SEMENCES b.1 Inscription des cultures : cultures contrôlées à titre officiel (par l entité compétente) : par parcelle : par parcelle inscrite tardivement : 15 EUR 18 EUR cultures contrôlées sous surveillance officielle : par parcelle par parcelle inscrite tardivement : 20 EUR 23 EUR B.2 Contrôle des cultures : inspections sur pied, les comptages s effectuant sur la parcelle par visite et par 0,1 hectare ou une partie de ce dernier : 2 EUR inspections sur pied impliquant une appréciation de la situation générale par visite : contre-expertise à charge du demandeur : contrôle supplémentaire à charge du demandeur : 30 EUR

12 8908 MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD B.3 Intervention obligatoire prévue par les règlements de contrôle des semences (1) : 1 par déplacement : 2 majorée par lot traité de : 5 EUR (1) Aucune rétribution n est portée en compte pour l intervention dans le cas de transports de semences bruts. C. PLANTS DE POMMES DE TERRE C.1 Inscription des cultures : par parcelle : par parcelle inscrite tardivement : 15 EUR 18 EUR C.2 Contrôle des cultures : par 0,1 hectare ou partie de ce dernier : contre-expertise à charge du demandeur : contrôle supplémentaire à charge du demandeur : 3 EUR C.3 Analyses pour l admission définitive des cultures : le tarif qui est payé par l entité compétente au laboratoire désigné par l entité compétente. Ce tarif vaut également pour la contre-expertise à charge du demandeur. C.4 Certification : Par 100 kg (ou une partie de ceux-ci) de plants certifiés, recertifiés ou reconditionnées : 0,15 EUR D. MATERIELS FORESTIERS DE REPRODUCTION contribution par lot dont la provenance et la qualité sont certifiées, conformément à l arrêté ministériel du 2 juin 2004 établissant un règlement de contrôle technique relatif aux matériels forestiers de reproduction : Annuellement par lot : 10 EUR E. MATERIEL DE MULTIPLICATION ET PLANTS FRUITIERS contribution par lot dont la certification est entamée, conformément à l article 8 de l arrêté ministériel du 19 février 2000 établissant les fiches indiquant les conditions auxquelles les matériels de multiplication de plantes fruitières et les plantes fruitières destinées à la production de fruits doivent satisfaire, instituant les mesures d application relatives à la surveillance et au contrôle des fournisseurs desdits matériels, de leurs établissements et des laboratoires, agréant les laboratoires et fixant des mesures d application pour les listes des variétés des plantes précitées, listes tenues par les fournisseurs; annuellement par lot : 10 EUR F. MATERIEL DE MULTIPLICATION VEGETATIVE DE LA VIGNE contribution par lot dont la certification est entamée conformément à l article 19 de l arrêté du Gouvernement flamand du 24 octobre 2003 concernant la commercialisation des matériels de multiplication végétative de la vigne : annuellement par lot : 10 EUR Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2007 fixant les rétributions dues pour l inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, pour l exercice de certaines professions dans le secteur du matériel de multiplication végétale et pour le contrôle de ce matériel Bruxelles, le 19 janvier Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, Annexe III. Rétributions pour analyses effectuées par le laboratoire analyse céréales, maïs, pois, vesces et féveroles graminées à grosses graines (ray-grass, fétuque des prés, fétuque élevée) graminées à petites graines (autres graminées) semences de betteraves autres semences toutes semences EUR EUR EUR EUR EUR EUR 1. pureté mécanique (1) détermination de toutes ou autres semences spécifiques en quantité prescrite à l échelle internationale pour déterminer la quantité d autres semences

13 détermination des semences spécifiques (supplément en sus de 2) (2) pouvoir germinatif (3) détermination de l humidité examen sanitaire 45 (4) 7. composition du mélange 50 (5) 8. poids de mille graines passage à un tamis 30 (6) 10. détermination des semences germées énergie germinative (7) essai à froid 20 (8) 13. Administration certificat de l ISTA ou duplicata ou certificat provisoire 1.5 (1) : Pour les échantillons bruts, le tarif est doublé. (2) : un de plus que la quantité prescrite à l échelle internationale pour déterminer le nombre d autres semences. (3) : y compris la monogermie. (4) : Pour les semences désinfectées, le tarif est réduit à 20 euros pour les échantillons uniquement destinés à la certification. (5) : Si une détermination du pouvoir germinatif de chaque composant est demandée, le tarif est majoré par le tarif pour le pouvoir germinatif. (6) : pour trois fractions, 5 euros supplémentaires par fraction supplémentaire. (7) : Si un bulletin provisoire est demandé, le tarif est majoré de 5 euros. (8) : Le montant s ajoute à la détermination du pouvoir germinatif qui est toujours exécuté en même temps. Vu pour être annexé àl arrêté du Gouvernement flamand du 19 janvier 2007 déterminant les rétributions dues pour l inscription des variétés aux catalogues nationaux des variétés, pour l exercice de certaines professions dans le secteur du matériel de multiplication végétal et pour le contrôle de ce matériel Bruxelles, le 19 janvier Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, Ministre flamand des Réformes institutionnelles, de l Agriculture, de la Pêche en mer et de la Ruralité, * VLAAMSE OVERHEID N [C 2007/35251] 2 FEBRUARI Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2003 betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen De Vlaamse Regering, Gelet op de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie, gecoördineerd op 4 maart 2005, inzonderheid op artikel 118, 3, en op artikelen 120 en 121; Gelet op artikel 2 van het decreet van 16 december 2005 houdende de oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Regulator voor de Media en houdende wijziging van sommige bepalingen van de decreten betreffende de radio-omroep en de televisie; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2003 betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 oktober 2006; Gelet op het advies van de Vlaamse Mediaraad, gegeven op 18 december 2006; Gelet op het advies /3 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2007, met toepassing van artikel 84, 1, eerste lid, 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; Op voorstel van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme; Na beraadslaging, Besluit : Artikel 1. In artikelen 2, 3 en 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juni 2003 betreffende de toekenning van zendvergunningen aan de erkende particuliere landelijke, regionale en lokale radio-omroepen, worden de woorden «Vlaams Commissariaat voor de Media» vervangen door de woorden «Vlaamse Regulator voor de Media».