Valida 66B 83B -NL- Ed. 07/2004

Transcriptie

1 Valida 66B 83B -NL- Ed. 07/004

2 INHOUD BIJ ONTVANGST VAN DE MACHINE... 3 INTRODUCTIE... 3 TECHNISCHE SPECIFICATIES... 3 SYMBOLEN OP DE MACHINE... 4 SYMBOLEN GEBRUIKT IN DE HANDLEIDING... 6 VOORBEREIDING VAN DE MACHINE...7. HANTEREN VAN DE INGEPAKTE MACHINE...7. DE MACHINE UITPAKKEN INSTALLATIE VAN DE BATTERIJEN BATTERIJLADER AANSLUITEN OPLADEN VAN DE BATTERIJEN AANSLUITEN VAN DE BATTERIJSTEKKER BATTERIJ INDICATOR PLAATSEN VAN DE ZUIGMOND INSTELLEN HOOGTE VAN DE ZUIGMOND INSTELLEN HOEK VAN DE ZUIGMOND...0. BORSTELS PLAATSEN.... VUILWATERTANK SCHOONWATERFILTER SCHOON WATER... ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS... 3 WERKEN...4 KLAARMAKEN VOOR HET WERK... 4 RIJDEN... 5 REM... 5 VUILWATERTANK TE VOL... 6 NA AFLOOP VAN HET WERK... 7 DAGELIJKS ONDERHOUD...8 VUILWATERTANK SCHOONMAKEN...8 SCHOONMAKEN VAN HET ZUIGFILTER... 9 SCHOONWATERFILTER SCHOONMAKEN... 9 ZUIGMOND SCHOONMAKEN... 9 VERVANGEN ACHTERSTE ZUIGMONDRUBBER... 9 VERVANGEN VOORSTE ZUIGMONDRUBBER... 0 BORSTELS WEGNEMEN... 0 WEKELIJKS ONDERHOUD... SCHOONMAKEN VAN DE ZUIGSLANG... CONTROLE VAN DE REM... VERVANGEN VAN HET SPATRUBBER... PROBLEMEN OPLOSSEN...3 TE WEINIG WATER BIJ DE BORSTELS...3 DE MACHINE MAAKT NIET GOED SCHOON...3 DE ZUIGMOND DROOGT NIET GOED...3 OVERMATIGE SCHUIMVORMING...3 KEUZE EN GEBRUIK VAN BORSTELS... 4

3 Bij ontvangst van de machine Bij ontvangst van de machine dient onmiddellijk gecontroleerd te worden of alle op de documenten genoemde materialen aanwezig zijn en onbeschadigd zijn. In geval van schade dient de vervoerder direct de aard en omvang van de schade vast te stellen en ons hiervan in kennis te stellen. Alleen indien direct gereageerd wordt kan transportschade succesvol geclaimd worden. Introductie Dit is een vloerreinigingsmachine die de vloer schoonmaakt door de gecombineerde actie van twee tegengesteld draaiende borstels en de inwerking van water met een reinigingsmiddel. Het achterblijvende vuile water wordt vervolgens al vooruitrijdend opgezogen via een zuigmond. De machine mag alleen voor deze doeleinden gebruikt worden. Wij willen benadrukken dat iedere machine uitsluitend goed en efficiënt zal werken indien deze juist gebruikt en onderhouden wordt. Wij raden daarom aan om deze handleiding zorgvuldig te lezen en te herlezen op het moment dat er problemen ontstaan met de werking van de machine. Onze service afdeling staat altijd voor u klaar voor alle noodzakelijke adviezen, onderhoud en eventuele reparaties. TECHNISCHE SPECIFICATIES Valida 66 Valida 83 Werkbreedte Mm Zuigmondbreedte Mm 05 5 Max. capaciteit m /uur Borstels diameter ( stuks) mm Toerental borstels tpm Max. borsteldruk kg Vermogen borstelmotor W Vermogen rijmotor W Soort aandrijving aut. aut. Max. rijsnelheid km/u 0 3,5 0 3,5 Max. helling 0% 0% Vermogen zuigmotor W Zuigmotor Mbar Inhoud schoonwatertank L Inhoud vuilwatertank L Machine lengte Mm Machine hoogte Mm 5 5 Machine breedte Mm Voltage en capaciteit batterijen V/Ah 4/40 4/40 Gewicht batterijen Kg Machine gewicht (leeg zonder batterijen) Kg Geluidsdruk (volgens IEC 704/) db (A) <70 <70 Trillingsniveau m/s

4 SYMBOLEN OP DE MACHINE 0 / Aan/uit schakelaar Schakelaar rijmotor Symbool waterkraan Geeft de handle van de waterkraan aan Geeft de schakelaar van het magneetventiel aan Symbool borstels op en neer Geeft de handgreep voor het heffen van de borstels aan Symbool borstel Geeft het waarschuwingslampje van de borstelmotor aan Symbool zuigmotor Geeft de schakelaar van de zuigmotor aan Symbool zuigmond op en neer Geeft de handgreep voor de zuigmond aan Symbool voor het ontladingsniveau van de batterijen Parkeerrem Staat boven de handgreep van de parkeerrem 4

5 SYMBOLEN OP DE MACHINE Geeft de afvoerslang van de vuilwatertank aan Geeft de maximum temperatuur van het schoon water aan Geeft de ankerpunten van de machine aan Open boek symbool Geeft aan dat de gebruiker de handleiding moet lezen voordat de machine gebruikt wordt 5

6 SYMBOLEN GEBRUIKT IN DE HANDLEIDING Warschuwingssymbool Lees dit deel zorgvuldig, het heeft betrekking op de veiligheid van de gebruiker en de machine Geeft het gevaar van uitstoot van gassen en corrosieve vloeistoffen aan Geeft het gevaar voor vuur aan Niet benaderen met open vuur 6

7 VOORBEREIDING VAN DE MACHINE. HANTEREN VAN DE INGEPAKTE MACHINE De machine is in een speciale palletdoos verpakt die het mogelijk maakt om een heftruck te gebruiken. Plaats niet meer dan twee verpakkingen boven op elkaar. Het totale gewicht is 60 kg voor de Valida 66 en 80 kg voor de Valida 83. De afmetingen zijn: A VALIDA 66 VALIDA 83 A: 30mm 0mm B: 70mm 960mm C: 490mm 700mm C B. DE MACHINE UITPAKKEN. Verwijder de kartonnen verpakking. De machine is op de pallet vastgezet met houten wiggen 3. Verwijder de wiggen 4. Rijdt de machine over een rijplaat achteruit van de pallet af. Vermijdt zware klappen tegen de borstelkop 5. Bewaar de pallet voor eventueel toekomstig transport 7

8 VOORBEREIDEN VAN DE MACHINE 3. INSTALLATIE VAN DE BATTERIJEN De batterijen worden in het batterijcompartiment onder de vuilwatertank geplaatst. De batterijen moeten met geschikt hefmateriaal gehanteerd worden. Daarnaast moeten zij in overeenstemming zijn met de specificaties volgens CEI -5. LET OP! Voor onderhoud aan en het opladen van de batterijen dienen de richtlijnen van de leverancier strikt opgevolgd te worden. Installatie en onderhoud van de batterijen mag alleen door gespecialiseerd personeel uitgevoerd worden Voor het installeren van de batterijen:. De kap over de vuilwatertank openen (). Het deksel van het zuigsysteem () openen door deze tegen de klok in te draaien 3. De vuilwatertank vanaf de zijkant open te klappen. 4. Let op dat het afvoergat op de bodem niet verstopt wordt 5. Plaats de batterijen 6. Als de batterijen al opgeladen zijn kan de batterijstekker aan de machine gekoppeld worden. Zo niet, dan eerst de batterijen opladen zoals hierna aangegeven 7. Sluit de machine weer door bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren 4. BATTERIJLADER AANSLUITEN De laadstekker voor de batterijlader wordt los met de machine meegeleverd in de plastic zak bij de handleiding en moet aan kabels van de batterijlader bevestigd worden volgens onderstaande instructies LET OP! Deze handelingen mogen alleen door gekwalificeerde personen uitgevoerd worden. Foutieve montage van de laadstekker kan ernstige schade aanrichten aan de lader en aan personen 8

9 VOORBEREIDEN VAN DE MACHINE 5. OPLADEN VAN DE BATTERIJEN Om onherstelbare schade aan de batterijen te voorkomen mogen deze nooit totaal ontladen worden en moet met het opladen begonnen worden binnen een paar minuten vanaf het moment dat het waarschuwingslampje op de batterij indicator gaat knipperen OPMERKING: Laat de batterijen nooit in ontladen toestand, ook niet als de machine niet gebruikt wordt. Tijdens het opladen altijd de tank open zetten. Na elke 0 ladingenmoet het vloeistofniveau in de batterijen gecontroleerd worden en zo nodig bijgevuld worden met gedemineraliseerd water (geldt niet oor onderhoudsvrije batterijen) LET OP! Bij het dagelijks opladen van de batterijen dienen de instructies van de leverancier strikt opgevolgd te worden. Installatie en onderhoud mogen alleen door gekwalificeerde personen uitgevoerd worden LET OP! Gevaar voor uitstoor van gevaarlijke gassen en corrosieve vloeistoffen LET OP! Brandgevaar. Niet met open vuur in de buurt komen 6. AANSLUITEN VAN DE BATTERIJSTEKKER De batterijstekker () moet verbonden worden met de machinestekker () 7. BATTERIJ INDICATOR De batterij indicator is digitaal en heeft 4 vaste posities en een knipperende. De cijfers op het display geven de mate van ontlading van de batterijen weer. 4 = maximaal geladen, 3 = ¾ lading, = /4 lading, = ¼ lading, 0 = (knipperend) batterijen ontladen) LET OP! Een paar seconden nadat 0 gaat knipperen stopt de borstelmotor automatisch. De machine kan nog wel het laatste water opnemen voordat de batterijen weer geladen worden. 9

10 VOORBEREIDEN VAN DE MACHINE 8. PLAATSEN VAN DE ZUIGMOND De apart bij de machine verpakte zuigmond dient geplaatst te worden zoals getoond in de figuur. Plaats de pen op de zuigmond () in het sleufgat aan de linkerkant, daarna de rechterpen () in het rechtergat waarbij er op gelet moet worden dat de veer en de ring bovenop de beugel komen. Om dit te vereenvoudigen de wartel bovenop de pen eerst losdraaien. Daarna de wartel met de hand vastdraaien. Tenslotte de zuigslang op de aansluiting (3) plaatsen INSTELLEN HOOGTE VAN DE ZUIGMOND De zuigmond moet afhankelijk van de slijtage van de rubbers afgesteld worden. Hiertoe knop () van elk wiel verdraaien. Met de klok mee tilt de zuigmond op, tegen de klok in laat de zuigmond zakken. Opmerking: Beide wielen moeten zodanig afgesteld worden dat de zuigmond parallel aan de grond staat. 0. INSTELLEN HOEK VAN DE ZUIGMOND Tijdens het werk moet het achterste rubber gelijkmatig over de volle breedte ca. 5 mm naar achteren gebogen worden. Als het nodig is om de buiging van het rubber in het midden verder te buigen dan de zuigmond iets achterover kantelen door de instelknop () tegen de klok in te draaien. Indien de buiging van het rubber aan de uiteinden minder is dan de knop met de klok meedraaien. Tenslotte de knop met de borgmoer blokkeren. 0

11 VOORBEREIDEN VAN DE MACHINE. BORSTELS PLAATSEN. Til de borstelkop met pedaal () op. Vergrendel handgreep () 3. Zet de contactschakelaar op positie 0 LET OP! Borstels plaatsen terwijl de machine ingeschakeld is kan ernstige schade aan de handen tot gevolg hebben 4. Terwijl de borstelkop opgetild is de 3 koppen op de borstel in de sleufgaten van de borstelplaat plaatsen. De borstel tegen de draairichting in draaien totdat één van de knoppen achter de borgveer valt. De figuur toont de draairichting voor de rechterborstel. De linkerborstel tegengesteld draaien. 5. Het wordt aangeraden om dagelijks de linker en rechter borstel te verwisselen. Als de borstels niet nieuw meer zijn en de haren al verbogen zijn is het beter om ze op dezelfde plaats te laten om te voorkomen dat de verschillende hoeken van de borstels overbelasting van de motor en overmatige trillingen veroorzaken.

12 VOORBEREIDEN VAN DE MACHINE. VUILWATERTANK Open kap () en controleer of, het deksel van het zuigsysteem () goed op zijn plaats zit en afsluit en of de slang naar de zuigmotor goed aangesloten is Controleer ook of de zuigslang (3) goed in de zitting op de achterzijde van de vuilwatertank zit SCHOONWATERFILTER Controleer of het schoonwaterfilter, dat zich tussen de kraan en het magneetventiel bevindt schoon is en goed geplaatst is. 4. SCHOON WATER Vul de schoonwatertank met water van maximaal 50 C en voeg in reinigingsmiddel toe in een concentratie die in overeenstemming is met de aanwijzingen van de leverancier. Overdosering kan leiden tot overmatige schuimvorming waardoor de zuigmotor ernstig beschadigd kan worden. LET OP! Gebruik altijd een laagschuimend middel. Om opbouw van schuim te voorkomen vooraf een minimale hoeveelheid schuimremmer in de vuilwatertank doen. Gebruik nooit onverdunde zuren.

13 ALGEMENE VEILIGHEIDSREGELS Onderstaande regels dienen nauwkeurig opgevolgd te worden om schade aan gebruiker en de machine te voorkomen. Lees de labels op de machine zorgvuldig. Dek ze niet af en vervang ze in geval van beschadiging De machine mag alleen gebruikt worden door personen die daartoe geïnstrueerd zijn Let tijdens het werken met de machine op andere mensen, in het bijzonder op kinderen Meng nooit reinigingsmidden. Hierbij kunnen schadelijke gassen ontstaan Plaats geen vloeistofcontainers op de machine De opslagtemperatuur moet tussen -5 C en +55 C liggen Gebruiksomstandigheden: omgevingstemperatuur tussen 0 C en 40 C met een luchtvochtigheid tussen 30 en 95% Gebruik de machine niet in een explosiegevaarlijke omgeving Gebruik de machine niet als transportmiddel Gebruik geen zuren die schade kunnen aanrichten aan de machine of aan personen Laat de borstels niet draaien als de machine stil staat om schade aan de vloer te voorkomen Zuig geen brandbare vloeistoffen op De machine is niet geschikt voor het opzuigen van gevaarlijke stoffen Bij brand een poederblusser gebruiken. Gebruik geen water Rij niet tegen stellingen of gestapelde goederen aan om gevaar van vallende objecten te voorkomen Pas de rijsnelheid aan aan de omstandigheden Gebruik de machine niet op hellingen die steiler zijn dan aangegeven op het typeplaatje van de machine Als de machine geparkeerd staat de sleutel uitnemen en de parkeerrem erop zetten De machine moet gelijktijdig schrobben en zuigen. Een andere manier van werken mag alleen toegepast worden op plaatsen waar niet geautoriseerde personen geen toegang hebben. Markeer het gebied waar de vloeren nat zijn met duidelijke borden Als de machine niet goed werkt controleer deze dan met eenvoudige onderhoudswerkzaamheden. Helpt dit niet dan is het beter om assistentie van de FIMAP servicedienst te vragen Als onderdelen nodig zijn vraag dan naar originele FIMAP onderdelen bij een geautoriseerde FIMAP dealer Gebruik alleen originele FIMAP borstels zoals aangegeven in de paragraaf KEUZE EN GEBRUIK VAN BORSTELS Bij gevaar direct de noodrem bedienen Verwijder de sleutel en maak de batterijstekker los voordat onderhoud, reiniging of vervanging van onderdelen wordt uitgevoerd Verwijder nooit onderdelen indien daarvoor gereedschap nodig is Reinig de machine niet met een direct gerichte waterstraal of met en hogedrukreiniger. Gebruik ook geen corrosief materiaal Iedere 00 werkuren moet door de FIMAP servicedienst een onderhoudsbeurt uitgevoerd te worden Controleer of de vuilwatertank leeg is voordat deze gekanteld wordt Om aanslag op het schoonwaterfilter te voorkomen het water met reinigingsmiddel niet langdurig in de machine laten Voordat de machine gebruikt wordt controleren of alle deksels, kappen en panelen op hun plaats zitten zoals omschreven in deze handleiding Voor het weggooien van versleten onderdelen de betreffende regels volgen Wanneer, na jaren van werk, uw FIMAP machine afgedankt moet worden dient deze volgens de daartoe geldende regels vernietigd te worden waarbij de aanwezigheid van giftige stoffen zoals olie, batterijen en elektronische componenten in het oog moet worden gehouden. De machine zelf is opgebouwd uit herbruikbare materialen 3

14 WERKEN KLAARMAKEN VOOR HET WERK. Sluit de batterijstekker () aan. Draai de contactsleutel () naar positie I (met de klok mee). Het controlelampje (3) gaat direct branden 0 I 3. Duw de schakelaar van de rijmotor in () 4. Duw de schakelaar van de borstelmotor in () 5. Duw de schakelaar van de zuigmotor in (3) 6. Duw de schakelaar van het magneetventiel in (4) Stel met de waterkraan ) de hoeveelheid water in. Deze moet zodanig zijn dat de vloer gelijkmatig nat wordt en het water niet onder het spatrubber doorkomt. Onthoud dat de juiste hoeveelheid altijd afhankelijk is van het soort vloer, de vervuiling en de werksnelheid. 8. Laat de borstels met pedaal () op de grond zakken terwijl handgreep (3) ontgrendeld wordt 9. Lat de zuigmond met pedaal (4) op de grond zakken terwijl handgreep (5) ontgrendeld wordt 0. Controleer of parkeerrem (5) ontgrendeld is Duw de controlehandel van de aandrijving () vooruit zodat de machine vooruit gaat rijden en de borstels gaan draaien. Controleer in de eerste meters of de hoeveelheid water voldoende is en of de zuigmond de vloer perfect droog achterlaat. De machine blijft nu volledig efficiënt werken totdat het schoon water op is. 4

15 WERKEN RIJDEN Vooruit: De aandrijving wordt verkregen via een platte riem die via handgreep () op spanning wordt gebracht. De rijsnelheid is proportioneel met de op de handgreep uitgeoefende kracht Achteruit: De machine rijdt achteruit door de handgreep () vooruit te duwen terwijl de onderkant van schakelaar () ingedrukt wordt gehouden. LET OP! Zelfs bij kleine stukjes achteruit rijden moet de zuigmond opgetild worden REM De machine is voorzien van twee remsystemen. Een bedrijfsrem die bediend wordt met handgreep () en een noodrem/parkeerrem die bedien wordt met handgreep (). Om snelheid te minderen handel () loslaten. Indien zich tijdens het werk een gevaarlijk situatie voordoet handle () naar achteren halen en de noodrem () naar beneden duwen. Hiermee wordt de aandrijving van de machine geblokkeerd. Om het werk weer te hervatten de handgreep van de rem () ontgrendelen en de snelheidscontrolehandel () weer vooruit duwen 5

16 WERKEN VUILWATERTANK TE VOL De machine is voorzien van een vlottersysteem dat de slang naar de zuigmotor afsluit als de vuilwatertank te vol is. Dit wordt opgemerkt doordat het toerental van de zuigmotor sterk toeneemt. In dat geval moet de zuigmotor onmiddellijk uitgeschakeld worden en moet de vuilwatertank geleegd worden door de stop van de afvoerslang af te draaien. LET OP! Bij het legen van de tank handschoenen dragen om contact met agressieve vloeistoffen te voorkomen. 6

17 NA AFLOOP VAN HET WERK Zodra het werk gedaan is en voordat enig onderhoud uitgevoerd wordt:. Sluit de waterkraan (). Til de borstelkop op met pedaal () en vergrendel handgreep (3) 3. Til de zuigmond op met pedaal (4) en vergrendel handgreep (5). 4. Zet de machine op de rem door handgreep (6) naar beneden te duwen Schakel het magneetventiel en de zuigmotor () uit 6. Schakel de borstelmotor () uit 7. Breng de machine naar en plaats waar het vuile water afgevoerd kan worden 8. Schakel de rijmotor (3) uit 9. Draai de sleutel (4) naar positie O (tegen de klok in) 0. Bekrachtig de parkeerrem 0 I 3 4. Neem de slang uit de klem op het achterpaneel. Draai de dop van de afvoerslang en leeg de tank LET OP! Bij het legen van de tank moeten handschoenen gedragen worden om contact met agressieve vloeistoffen te voorkomen. 3. Neem de borstels van de machine en spoel ze schoon met een waterstraal (voor het weghalen van de borstels zie onder WEGNEMEN VAN DE BORSTELS ) 7

18 DAGELIJKS ONDERHOUD VUILWATERTANK SCHOONMAKEN. Neem de slang uit de klem op het achterpaneel. Schroef de dop los en leeg de tank volledig LET OP! Hierbij moeten handschoenen gedragen worden om contact met agressieve stoffen te voorkomen. 3. Til de kap op de vuilwatertank op () 4. Maak het deksel van het zuigsysteem los door dit tegen de klok in te draaien () 5. Neem het filter en de beschermkap weg 6. Spoel alles met water; indien intensieve reiniging nodig is zie dan onder SCHOONMAKEN VAN HET ZUIGFILTER 7. Spoel de binnenzijde van de tank zorgvuldig door 8. Plaats alle onderdelen weer terug 8

19 DAGELIJKS ONDERHOUD SCHOONMAKEN VAN HET ZUIGFILTER. Til de kap op. Neem het deksel van het zuigsysteem los door dit tegen de klok in te draaien 3. Neem het filter met de antischuim beschermkap weg 4. Spoel de wanden en de bodem van het filter zorgvuldig af 5. Spoel alle onderdelen schoon Plaats alle onderdelen weer in omgekeerde volgorde terug SCHOONWATERFILTER SCHOONMAKEN. Sluit de waterkraan. Draai het filter los. Dit zit onder de linker achterzijde van de machine 3. Neem de filtercartridge uit en spoel deze met water schoon 4. Plaats alle onderdelen weer in omgekeerde volgorde terug ZUIGMOND SCHOONMAKEN Voor de beste droogresultaten is het nodig dat de zuigmond goed schoon is. Voor het schoonmaken van de zuigmond:. Neem de zuigslang () van de zuigmond. Neem de zuigmond weg 3. Reinig de binnenkant van de zuigmond zorgvuldig 4. Reinig de rubbers zorgvuldig 5. Plaats alle delen in ongekeerde volgorde weer terug VERVANGEN VAN DE ZUIGMONDRUBBERS Als het achterste rubber versleten is en niet goed meer droogt dan is het mogelijk om de andere hoeken van het rubber te benutten door dit om te draaien. Dit gaat als volgt:. Duw en draai de sluitplaten () zoals getoond in de figuur.. Neem het rubber van de nokken 3. Draai het rubber () om of vervang het indien noodzakelijk 4. Plaats alle delen in omgekeerde volgorde terug 5. Stel de hoogte van de zuigmond af op het nieuwe rubber (zie onder INSTELLEN HOOGTE VAN DE ZUIGMOND ) 3 9

20 DAGELIJKS ONDERHOUD VERVANGEN VOORSTE ZUIGMONDRUBBER Als het voorste zuigmondrubber versleten is zal geen goed vacuüm meer ontstaan en zal de machine niet goed meer drogen. In dat geval dit rubber als volgt vervangen:. Neem de zuigmond af door knop () los te draaien. Draai de moeren die de klemstrip het voorste rubber op zijn plaats houden los 3. Verwijder de klemstrip. 4. Neem het rubber weg en vervang het Plaats alle onderdelen in omgekeerde volgorde terug 3 BORSTELS WEGNEMEN De procedure voor het wegnemen van de borstels is als volgt:. Til de borstelkop met pedaal () op en vergrendel handgreep (). Zet de machine met handgreep (3) op de rem 3. Draai de sleutel naar positie 0 en neem de sleutel uit 0 I LET OP! Het uitvoeren van deze handelingen terwijl de machine ingeschakeld is kan ernstige verwonding van de handen tot gevolg hebben 4. Haak het spatrubber los van de borstelkop (voor het weghalen van het spatrubber zie VERVANGEN VAN HET SPATRUBBER ) 5. Draai de borstel tot deze loskomt van de borstelplaat zoals getoond in de figuur. De figuur toont de draairichting voor de rechterborstel. De linker wordt de andere kant op gedraaid 0

21 WEKELIJKS ONDERHOUD SCHOONMAKEN VAN DE ZUIGSLANG Wekelijks of wanneer de zuigkracht beperkt lijkt moet de zuigslang gecontroleerd worden op verstopping. Z nodig deze als volgt schoonmaken:. Neem de zuigslang van de koppeling op de zuigmond. Neem het andere einde los van de vuilwatertank 3. Spoel de slang met een waterstaal door vanaf de kant van de vuilwatertank 4. Plaats alle delen in omgekeerde volgorde terug LET OP! De slang van de vuilwatertank naar de zuigmotor nooit doorspoelen. CONTROLE VAN DE REM Eens per week moet de afstand tussen de remblokken van de noodrem en de wielen gecontroleerd worden. Duw de handgreep () tot tegen de beugel, draai de moeren los en plaats de remblokken op een afstand van mm van de wielen.

22 VERVANGEN VAN HET SPATRUBBER Controleer de conditie van het spatrubber. Deze zo nodig als volgt vervangen:. Klap de twee metalen lippen () open. Neem het spatrubber weg en vervang het Plaats alle onderdelen in omgekeerde volgorde terug

23 PROBLEMEN OPLOSSEN TE WEINIG WATER BIJ DE BORSTELS. Controleer of sleutel () op positie I staat. Controleer of de schakelaars van het magneetventiel en de borstels op aan staan 3. Controleer of schakelaar van de rijmotor op vooruit staat (3) en dat de rijregelingshandgreep naar voren geduwd wordt 4. Controleer of de waterkraan (4) open staat 5. Controleer of er water in de schoonwatertank zit 6. Controleer of het schoonwaterfilter verstopt zit 7. Controleer de werking van het magneetventiel 0 I 3 4 DE MACHINE MAAKT NIET GOED SCHOON. Controleer de conditie van de borstels en vervang ze zo nodig (de borstels moeten vervangen worden als de haren korter dan 5 mm zijn). Gebruik een ander soort borstel dan de standaard gemonteerde. Voor het schoonmaken van vloeren met hardnekkig vuil bevelen wij het gebruik van speciale borstels aan. (zie onder KEUZE EN GEBRUIK VAN BORSTELS ) 3. Controleer of het toegepaste reinigingsmiddel in de juiste dosering wordt gebruikt en of het geschikt is voor de specifieke toepassing DE ZUIGMOND DROOGT NIET GOED. Controleer of de zuigmotor aan staat. Controleer de hoogte en hoek van de zuigmond, pas deze zo nodig aan 3. Controleer de rubbers van de zuigmond en maak ze zo nodig schoon of vervang ze indien versleten 4. Controleer of de vuilwatertank niet te vol is 5. Controleer of de zuigslang goed in de behuizing op de vuilwatertank zit 6. Controleer of de slang goed op de koppeling met de zuigmotor en op de filteropening zit 7. Controleer of het zuigfilter goed schoon is 8. Controleer of de dop op de afvoerslang goed geplaatst is OVERMATIGE SCHUIMVORMING Controleer of een laagschuimend reinigingsmiddel wordt gebruikt. Zo nodig een beetje schuimremmer in de vuilwatertank doen Onthoud dat meer schuim wordt gevormd als de vloer niet erg vuil is. In dat geval een lagere concentratie gebruiken 3

24 KEUZE EN GEBRUIK VAN BORSTELS POLYPROPYLEEN BORSTEL (PPL) Wordt gebruikt op alle soorten vloeren. Is niet bestand tegen heet water (niet meer dan 60 C). De Polypropyleen borstel is niet hygroscopisch en behoudt daardoor zijn eigenschappen ook als de borstel nat is. NYLON BORSTEL Wordt gebruikt op alle soorten vloeren en heft een uitstekende weerstand tegen slijtage en heet water (meer dan 60 C). Nylon is hygroscopisch en zal daarom na verloop van tijd zijn eigenschappen verliezen als het nat is. TYNEX BORSTEL De borstelharen zijn bekleed met een zeer agressief schuurmiddel. Wordt gebruikt voor het reinigen van zeer vuile vloeren. Om beschadiging van de vloer te voorkomen mag alleen met de strikt noodzakelijke borsteldruk gewerkt worden. STAALBORSTEL De borstelharen zijn gemaakt van staaldraad of staalplaatjes of bestaan uit een mengsel van staaldraad of plaat met synthetische haren. De staaldraadborstel wordt gebruikt om zeer oneffen vloeren of vloeren met wijde voegen te ontdoen van een vuillaag. De borstel met staalplaatjes wordt gebruikt om meer hardnekkig aangekoekt vuil weg te schrapen. DIKTE VAN DE BORSTELHAREN Hoe dikker de haren hoe stijver ze zijn. Stugge borstels worden gebruikt op vlakke vloeren of vloeren met smalle voegen. Op oneffen vloeren met diepe voegen worden zachtere borstels gebruikt die meer in de oneffenheden en voegen doordringen. Onthoud dat naarmate de borstelharen afslijten en korter worden ze ook stugger worden en minder kunnen doordringen. Bij stugge borstels leidt slijtage uiteindelijk tot het op en neer springen van de borstel. PAD HOUDER De padhouder met verwisselbare pad wordt gebruikt om vlakke vloeren schoon te maken. Er zijn twee soorten padhouders:. De traditionele padhouder is voorzien van klittenband waardoor de pad op zijn plaats wordt gehouden.. De padhouder met CENTER LOCK, die naast de ankerpunten voorzien is van een plastic klemsysteem. Dit zorgt ervoor dat de pad perfect onder de padhouder gepositioneerd wordt en dat de pad er niet af kan vallen.. Dit type padhouder wordt vooral geadviseerd voor machines met meerdere borstels waarbij het goed centreren van de pads moeilijk is LIJST VOOR DE KEUZE VAN DE BORSTELS Machine Aantal Code Soort borstel dikte Borstels Opmerking Valida 66 PPL PPL PPL TYNEX Padhouder CenterLock Valida 83 PPL PPL PPL TYNEX Padhouder CenterLock