UMC fj St Radboud. 2 keuze-vraag punten 3 keuze-vraag punten 4 keuze-vraag punten 5 keuze-vraag punten
|
|
- Henriette Janne Sanders
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 UMC fj St Radboud Universitair Medisch Centrum Bloktoets Datum Aanvang Psychoproblematlek 4 maart uur Deze tentamenset kunt u na afloop meeneme(l Ook de doordruk van het antwoordformulier voor de meerkeuzevragen mag u behouden. ALGEMENE AANWIJZINGEN EN INSTRUCTIE: Dit tentamen bestaat uit 90 meerkeuzevragen. Oe beschikbare bj d voor het gehele tentamen Is 2 uur. Controleer of uw tentamenset compleet is. Vermeld op het aniwoordformulier duidelijk uw naam en studantnummer. Bij ledere vraag is sledlls één alternatief het juiste of het beste. U geelt het naar uw mening juiste antwoord aan door het CIJFER lfo()( het betreffende alternatlef te omcirkelen. Vragen waar u door tijdnood niet aan toekomt, laat u onbeantwoord. Acht u alle alternatieven, na zorgvuldige bestudering, even juist, dan moet u de vraag niet beantwoorden. Kunt u één of meerdere alternatieven elimineren, dan moet u de vraag wel beantwoorden. Wanneer u het tentamen beêlndigd hebt. dient u uw antwoorden (dus de omcirkekle CUFERS) zorgvuklig over te brengen op het anlwoordformuli9r. het gebruil< van een ootlood Is ongewenst Open gelaten vragen laat u blanco. Oe op het antwoordformulier ingevulde aniwoorden worden beschouwd als uw definitieve antwoorden, ongeacht uw omcirkelingen in uw toetsboekje. Onleesbare etj fers of meer dan één cijfer per hokje zullen als blanco worden getnterpreteerd. Het gebruik van alle audiovisuele en technische hulpmiddelen Is niet toegestaan, tenzij expliciet vermeld elders op dit voorblad. Mocht u dergelijke apparatuur toch gebruiken. dan zal dit als fraude worden aangemerkt Op uw tafel mogen uw studenten- en registratiekaart en los schrijfmateriaal liggen. Etui's moeten van tafel. Oe vragen worden als volgt gescoord: antwoorden: Goed fout open 2 keuze-vraag punten 3 keuze-vraag punten 4 keuze-vraag punten 5 keuze-vraag punten Indien u commentaar heelt op de vragen, noteert u dat op het commentaarformufier (taaiste blz.) en levert u dat na afloop van het tentamen in, tezamen met uw antwoordformulier. Voor het overige mag u de volledig ter hand gestekle tentamenset. incl. het kopie-antwoordformutîer behouden. LET OP!! ZET EERST UW NAAM EN STUDENTNUMMER OP HET ANTWOORDFORMUUER! VEEl SUCCES! T~-~~~... "'111
2 Vraag 1 Hoe komt bij het purgerende type van anorexia nervosa het gewichtsverlies vooral tot stand? 1. door het volgen van een dieet, vasten of overmatig bewegen 2. door slecht te drinken en een caloriearm dieet 3. door zelfopgewekt braken of laxeren Vraag 2 Welke behandeling is NIET geïndiceerd bij boulimia nervosa? 1. cognitieve therapie 2. een eetlustremmer 3. een SSRI Vraag 3 Welke symptomen zijn obligaat voor de diagnose Gilles de la Tourette? 1. Aanwezigheid van coprolalie 2. Choreatiforme bewegingsenrust en woord uitstotingen 3. Motorische tics, voornamelijk in het aangezicht 4. Multipele motorische tics en een of meer vocale tics Vraag 4 Welke stelling over ADHD is ONJUIST? 1. Bij volumetrisch MRI onderzoek is sprake van een verkleind volume van de grijze stof 2. De diagnose mag pas na het 7 levensjaar worden gesteld 3. DRD4-polymorfisme lijkt een rol te spelen in de pathogenese 4. Er zijn functionele beperkingen op diverse terreinen Vraag 5 In vergelijking tot normale controles worden in groepsvergelijkingen bij mensen met ADHD op de fmri de volgende afwijkingen gezien; 1. Activatie van de temporaal kyjabben bij interferentie taken (Stroop-taak) in plaats van de gyrus cinguli 2. Een afwezigheid van activatie van de fusiforme gyri bij het bekijken van gezichtsuitdrukkingen 3. Een hypoactivatie van de occipitaal k\vab wijzend op tekortschietende visuele informatieverwerking 4. Gebrekkige activatie van de taalgebieden bij auditieve informatie input Vraag 6 Welke van de volgende kenmerken behoren NIET tot de definitie van een autistische stoornis? 1. Beperkte en eenzijdige patronen van gedrag en interesse 2. Stoornissen in de ontwikkeling van sociale wederkerigheid 3. Stoornissen in de ont.vikkeling van de verbale en non-verbale communicatie 4. Stoornissen in de regulatie van de stemming en impulsen Vraag 7 Welke uitspraak over ADHD bij volwassenen is JUIST? 1. De motorische hyperactiviteit staat op de voorgrond 2. Er is geen verhoogd risico op middelenmisbruik 3. I nattentie en problemen met organiseren staan op de voorgrond 4. Medicamenteuze behandeling is noodzakelijk omdat gedragstherapie op volwassen leeftijd ineffectief is gebleken
3 Vraag 8 Welk aanvullend psychiatrisch onderzoek is het meest zinvol wanneer bij een 70-jarige een cognitieve functiestoornis wordt overwogen? 1. De mini-mental state examinatien (MMSE) 2. De vraag:"welke dag is het vandaag"? 3. Een bladzijde uit een boek laten voorlezen 4. Een zorgvuldige biografische anamnese met exacte tijdstippen Vraag 9 Welke kenmerken typeren een corticale dementie het MEEST? 1. Besluiteloosheid, geheugenstoornissen, prikkelbaarheid, agnosie 2. Geheugenstoornissen, taalstoornis, apraxie, agnosie 3. Intellectueel verval, dwangmatige patronen, persoonlijkheidsverandering 4. Overzichtsstoomissen, taalstoornis, stemmingsstoornissen Vraag 10 Welke van onderstaande factoren zijn risicofactoren voor het optreden van de ziekte van Alzheimer? 1. Hogere leeflijd en Stress 2. Positieve 1 graads familiaire belasting en stress 3. Positieve 1" graads familiaire belasting.hogere leeftijd, hoofdtrauma, stress 4. Positieve 1 graads familiaire belasting. hogere leeftijd, hoofdtrauma Vraag 11 Welk percentage patiênten met de ziekte van Alzheimer heeft enige baat bij de huidige dementieremmende geneesmiddelen? 1. Circa 15% 2. Cir~40% 3. Circa 65% Vraag 12 Op welke wijze kan een acute dystonie farmacologisch het best worden behandeld? 1. Met een anticholinergicum 2. Met een benzodiazepine 3. Met een bètablokker Vraag 13 Welke afwijking in het bloedbeeld kan er bij gebruik van clozapine ontstaan? 1. Agranulocytase 2. Hemolytische anemie 3. Lymfocytase 4. Trombopenie Vraag 14 Het maligne neurolepticasyndroom is een zeldzame maar gevaarlijke bijwerking van antipsychotica. Welke van de volgende stellingen is JUIST? Dit syndroom komt: 1. alleen voor bij gebruik van atypische antipsychotica (inclusief clozapine) 2. alleen voor bij gebruik van klassieke antipsychotica 3. zowel voor bij de klassieke als de atypische antipsychotica
4 Vraag 15 De ziekte van Huntington is een voorbeeld van een: 1. CQrticale dementie 2. subcorticale dementie 3. frontotemporale dementie 4. een combinatie van 1. en 3. Vraag 16 Waarop berust de pathogenese van frontotemporale dementie bij de meerderheid van de patiênten? eiwit in de liquor 2. Bilaterale frontotemporale degeneratie 3. Prion-pathologie frontotemporaal 4. Tau-ophopingen in de cortex Vraag 17 Welke geheugenproblemen komen het MEEST voor bij patiênten met het syndroom van Korsakov en wat is van deze geheugenproblemen meestal het beloop na stoppen met drinken? 1. anterograde geheugenstoornissen; meestal geleidelijk verergerend 2. anterograde geheugenstoornissen; deels reversibel 3. retrograde geheugenstoornissen; meestal geleidelijk verergerend 4. retrograde geheugenstoornissen; deels reversibel Vraag 18 Voor een frontotemporale dementie zijn het MEEST typisch: 1. Afwezigheid van gedragsstoornissen 2. Geheugenproblemen 3. Stoornissen in de executieve functies 4. Traagheid Vraag 19 Een 70-jarige man heen hedenochtend eon kortdurende operalieve ingreep onder algehele narcose gehad. Postoperatief blijkt hij zeer delirant te zijn. De psychiater ziet rond uur de pa/ient en deze bfijkt inmiddels in slaap te zijn gevallen. Snelle diagnostiek en bohandelmg van ztjn delier is bij deze pat/ent noodzaketijk om verschh/ende redenen. A. Het kan gaan om een levensbedreigende ziekte B. Door de gedragsstoornis kan patiént zichzelf en anderen verwonden C. De gedragsstoornissen kunnen normaal postoperatief herstel hinderen D. Overdag slapen kan het delirium verergeren Welke redenen z.ijn juist? 1. Alleen A en C 2. Allen A en D 3. Alleen A. 8 en C 4. Alleen 8, C en D Vraag 20 Welke van de onderstaande stellingen betreffende depressie bij ouderen is JUIST? 1. Het natuurlijk beloop van depressie bij ouderen is beter dan bij jongvolwassenen 2. Hc::t risico op relaps is bij ouderen minder dan bij jongvolwassenen 3. Somberheid of depressieve stemming staat niet op de voorgrond
5 Vraag 21 Welke van de onderstaande stellingen betreffende depressie bij ouderen is~? 1. Antidepressiva zijn bij ouderen met comorbide lichamelijke aandoeningen net zo werkzaam als bij ouderen zonder lichamelijke comorbiditeit. 2. Benzodiazepinen zijn geïndiceerd bij de behandeling van angstige depressies bij ouderen. 3. Ouderen reageren minder goed op antidepressiva dan jongvolwassenen wat betreft respons en remissie. Vraag 22 Bij welke van de onderstaande psychiatrische stoornissen past het symptoom van een wisselend gedaald bewustzijn het beste? 1. borderline persoonlijkheidsstoornis 2. delirium 3. dissociatieve identiteitsstoorms Vraag 23 Een 22-jarige vrouwls sinds haar 1 ft jaar bekend met moellijk te behandelen eenvallen die 15 minuten tot een uur kunnen duren en weerbij ze dan niet adequaat op haar omgeving reageert Ze herhaalt dan steeds dezelfde hendenwnngende bewegingen terwij1 ze elsmaar rondjes loopt en vreemd in zichzelf lacht. Op vragen reageert ze niet. Bekend is dat ze buiten deze eenvallen geheel normeel functioneert. Haar naasten weten fnmiddels te melden dal zij voorafgaende aan de aanvallen toch wal enders is in haar psychisch functioneren en kunnen hierrfoor voorspellen del ze binnen een of twee dagen de aanvallen zal krijgen. De boven beschreven motorische verschijnselen bij deze vrouw, zijn het best te duiden als: 1. automatische handelingen 2. dranghandelingen 3. dwanghandelingen 4. dyskinesieên Vraag dienstdoende arts worrit in de nacht gevraagd om Ie komen kijken b1j een 70-jarige man op de afdeling huidziekten die sinds enkele uren erg in de war is en die bif navraag sinds vanmiddag uur niet meer heen geplast HIJ is die ochtend opgenomen wagens een emslig ulcus cruris. De arts treft een motorisch onrustige doch licht versufte man aan. wiens aandacht moeilijk is vast te houden, die niet vreet waar hij is en die de naam ven de arts niet kan onthouden. De meest waarschijnlijke diagnose bij deze man is: 1. delirium 2. dreigend herseninfarct 3. frontaal syndroom 4. vasculaire dementie Vraag 25 Welke van de volgende opties. voor het verdere beleid in het komende uur, zou u de arts adviseren als het meest juiste om bij deze patiênt te doen? 1. De urine laten onderzoeken op een infectie en in afwachting van de uitslag alvast haldol en een antibioticum geven. 2. Eerst haldol geven; vervolgens een urinecatheter inbrengen en de neuroloog met spoed in consult vragen. 3. Urinecatheter inbrengen; glucose bepalen en even afwachten.
6 Vraag 26 Een huisarts wordt voor een huisbezoek bij een 24-jarige pa tien te geroepen en treft een snel ademende vrouw aan die vertelt een aanval van hartkloppingen met pijn op de borst en benauwdheid te hebben gehad. Op een gegeven moment was patiente ervan overtuigd een hartinfarct te hebben en heeft de dokter gebeld. Pa tien te heeft in het a~qelopen half jaar 2x eerder de hulsarts voor vergelijkbare klachten geconsulteerd. De hulsarts heeft patlente toen geprobeerd gerust te stellen dal er somatisch niets aan de hand was. De huisarts concludeert ook nu na onderzoek dat somatisch alles in orde is. De huisarts stelt dat er sprake is van een psychiatrische stoornis. Deze stoornis behoort meest waarschijnlijk tot de: 1. angststoornissen 2. nagebootste stoornissen 3. psychotische stoornissen Vraag 27 Een genetisch model van psychiatrische aandoeningen is het "common gene-common disease model. Welke uitspraak over dit model is ONJUIST? 1. Een risicogen heeft een klein effect 2. De risicogenen komen veel voor in de algemene bevolking 3. De stoornis komt veel voor in de algemene bevolking 4. Omgevingsinvloeden hebben grote effecten Vraag 28 Een manier waarop omgevingsinvloeden kunnen interacteren met genetische invloeden is epigenetica. Hiermee wordt bedoeld dat omgevingsfactoren: 1. Direct ingrijpen op de promotorregio's van genen 2. De methylering van DNA beinvloeden 3. Tegelijk hoofdeffecten en interactie-effecten laten zien 4. Tot irreversibele veranderingen in de structuur van het ONA leiden Vraag 29 Een 24-jarige man klaagt dat de buren hem door de telefoon afluisteren en bespioneren. Bij het psychiatrisch onderzoek valt op dat hij alleen hele korte en concrete ant.voorden geeft op vragen, en verder nauwelijks spreekt. U noteert dat sprake is van: 1. Bradyfrenie 2. Remming 3. Spraakarmoede 4. Stupor Vraag 30 (vervolg) Bij verder onderzoek blij kt dat deze man soms in een zin plotseling ophoudt met spreken en vervolgens staart naar het plafond. U noteert dat waarschijnlijk sprake is van: 1. Gedachtestop 2. Hypervigiliteit 3. Incoherentie 4. Visuele preoccupaties Vraag 31 Bij het stellen van een psychiatrische hoofddiagnose zijn richtinggevend: 1. Ernst van symptomen, snelheid van ontstaan, beloop, uitsluiting van andere stoomisscn 2. Samenhang en ernst van symptomen, beloop, uitsluiting van andere stoornissen 3. Samenhang en ernst van symptomen, snelheid van ontstaan, beloop 4. Samenhang van symptomen, snelheid van ontstaan, uitsluiting van andere stoornissen
7 Vraag 32 Welke vormen van psychotherapie kunnen gerekend worden tot evidence based behandelmethode bij depressie? 1 Cliëntgerichte psychotherapie en cognitieve gedragstherapie 2 Cliëntgerichte psychotherapie en interpersoonlijke psychotherapie 3 Cognitieve gedragstherapie en interpersoonlijke psychotherapie 4 Psychoanalytische psychotherapie en cognitieve gedragstherapie Vraag 33 Cognitieve gedragstherapie richt zich in eerste instantie op verandering van: 1. de subjectieve beleving 2. interpersoonlijke processen 3. maladaptieve gedachten 4. onbewuste motieven Vraag 34 Psychoanalytische psychotherapie richt zich op onbewuste motieven die het voelen, denken en doen betnvloeden. Kenmerkend voor de psychoanalytische psychotherapie is het gebruik van: 1. duidingen 2. exposure oefeningen 3. psyche-educatie 4. self and wortd construct systems Vraag 35 Mevrouw K heeft 4 jaar geleden op de sneiy;eg een auto-ongeluk gehad. Ze rijdt nog wel auto, maar vermijdt snelwegen. Op het moment dat ze langere afstanden af moet leggen gaat ze met de trein. Hiermee voorkomt ze dat ze angstig wordt. In een cognitief gedragstherapeutische functieanalyse is het moment dat ze langere afstanden af moet leggen, zoals in dit voorbeeld beschreven, een 1. consequent (Sr) 2. discriminatieve stimulus (Sd) 3. operant (0 ) 4. respons (R) Vraag 36 In de cognitieve gedragstherapie zijn de holistische theorie en de functieanalyse belangrijke elementen. In de holistische theorie gaat het om: 1. een analyse van de interacties met belangrijke anderen 2. een samenhangende visie op de patiënt, zijn ontwikkeling en de problematiek 3. hypothesen over factoren die het probleemgedrag uitlokken en in stand houden 4. inzicht in de afweermechanismen van emoties Vraag 37 Cognitieve gedragstherapie onderscheidt gedragsinterventies en cognitieve interventies. Een belangrijke interventie in de gedragstherapie is: 1. confrontatie 2. niet..<firectieve gespreksvoering 3. responspreventie 4. systeemgesprek
8 Vraag 38 Bij cliëntgerichte psychotherapie is het doel dat de patiënt zich bewust wordt van zijn eigen emoties, hoe pijnlijk soms ook. Het doel is dat deze emoties: 1. beter kunnen worden geuit naar de eigen omgeving 2. geleidelijk aan zullen uitdoven 3. hun signaalfunctie weer terugkrijgen 4. onvoorwaardelijk positief worden aanvaard Vraag 39 Een automatische gedachte van iemand met faalangst zou kunnen zijn: 'Het feit dat ik hartkloppingen krijg en heel nerveus was tijdens het sollicitatiegesprek, is een teken dat ik het niet goed heb gedaan'. Hoe heet deze vorm van disfunctioneel redeneren? 1. emotioneel redeneren 2. gedachten lezen 3. overgeneraliseren 4. projecteren Vraag 40 Welke van de volgende aspecten is WSI kenmerkend voor morfodysforie? 1. aantasting van belangrijke levensgebieden 2. angst voor een ernstige ziekte 3. controlehandelingen 4. vermijdingsgedrag Vraag 41 Een 63-jarige patiënt heeft sinds 1\vee jaar dagelijks rugpijn waarvoor geen medische verklaring gevonden kan worden. Deze patiënt is erg bang voor botkanker en wil, ondanks herhaalde uitleg en geruststelling in de afgelopen twee jaar. opnieuw een MRI. Patiênt maakt een onrustige indruk, heeft slaapproblemen en piekert veel over de oorzaak van zijn pijn. U leest in het medisch dossier dat patiênt zes jaar geleden uitgebreid gezien is in verband met slikklachten waarvoor toen geen somatische oorzaak gevonden kon worden. Welke van de volgende diagnoses is bij deze patiênt het MEEST waarschijnlijk? 1. hypochondrie 2. pijnstoornis 3. somatisatiestoornis 4. specifieke fobie Vraag 42 Van een persoonlijkheidsstoornis wordt gesproken als de kenmerkende manier van reageren leidt tot klachten van de betrokkene of diens omgeving. Mensen met persoonlijkheidsstoornissen komen vaak pas in behandeling wanneer: 1. hun omgeving als steunpilaar wegvalt 2. hun omgeving dit aan de arts adviseert 3. hun omgeving hen hiertoe dwingt 4. hun omgeving te zwaar belast wordt
9 Vraag 43 Een 2~jarige man komt bij de psychiater nadat hij vastgelopen is In zijn studie sterrenkunde. HIJ ziet er vreemd gekleed uit en draegt kettingen met heidense tekens. Hij geeft aan dat hij zich erg ongemakkelijk voelt in contact met leeftijdsgenoten. Hij kreeg voorafgaand aan het stoppen met zijn studie vaak opmerkingen van medestudenten dat hij rare ideeen had, terwijl hij dat zelf absoluut niet zo enoer. Hij wordt er achterdochtig van en heeft het gevoel dat hij In de gaten wordt gehouden. Nadat zijn scriptie over magnetische invloeden van astrotden op de wereldpolitiek was afgewezen, is hij niet meer naar conege gegaan. Met welke van de onderstaande persoonlijkheidsstoornissen komen de kenmerken van deze man het MEEST overeen? 1. paranoïde persoonlijkheidsstoornis 2. schizoïde persoonlijkheidsstoornis 3. schizotypische persoonlijkheidsstoornis 4. theatrale persoonlijkheidsstoornis Vraag 44 In het Big Five model worden vijf temperamentsdimensies van persoonlijkheid beschreven, waaronder neuroticisme, openheid, extraversie en altruïsme. Welke is de vijfde dimensie? 1. consciêntieusheid 2. flexibiliteit 3. integriteit 4. labiliteit Vraag 45 De prevalentie van persoonlijkhe_idsstoornissen bij psychiatrische patiênten is: 1. 20% 2. 40% 3. 60% 4. 80% Vraag 46 Als direct gevolg van een somatische aandoening kunnen persisterende persoonlijkheidsveranderingen optreden. Welke van de volgende aandoeningen wordt daar NIET mee in verband gebracht? 1. Cerebro Vasculair Accident 2. Hyperthyreoïdie 3. Langerhans Cel Histiocytose 4. Loodvergiftiging Vraag 47 Farmacotherapie staat bij de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen niet voorop, maar kan wel een belangrijke ondersteunende rol spelen. Welke van de onderstaande middelen zijn geïndiceerd bij de neiging tot impulsief reageren? 1. Antipsychotica 2. Benzodiazepinen 3. SSRI's 4. Tricyclische antidepressiva
10 Vraag 48 Meneer Y. woont sinds 3 jaar op kamers. Sinds de laatste 2 jaar gaat hij iedere vrijdag en zaterdag met zijn vrienden naar de kroeg, hij drinkt dan per avond zo'n 30 biertjes en komt na afloop CXJmpleet laveloos thuis. Door de week gebruikt hij geen a/cxjhof. Het afgelopen j aar is hij drie keer opgepakt door de politie vanwege rijden onder invloed. Hier is sprake van: 1. Afhankelijkheid van een middel 2. Misbruik van een middel 3. Sociaal gebruik van een middel 4. Geen van bovenstaande Vraag 49 Patient X komt op de eerste hulp binnen met de volgende verschijnselen: Hij is druk pratend, heeft een droge mond en grote pupillen. Zijn pols is 140, zijn bloeddruk en zijn temperatuur 39 c. Hij begrijpt niet waarom hij hier gebracht I'IOrdt 1'18nl hij is helemaal niet ziek en ook niet moe. Hij spreekt verward en vertelt dat hij builenaardse wezens heeft gezien en dat hij die absoluut verder moet bestuderen in opdracht van... (hier doet hij zeer geheimzinnig over). Welk middel zou de.ze patiênt teveel kunnen hebben gebruikt? 1. Alcohol 2. Cocaïne 3. HeroTne Vraag 50 Bij de afhankelijkheid van welke van de hieronder genoemde middelen zijn er effectieve farmacologische interventies beschikbaar? 1. alcohol, heroïne, cocaïne 2. alcohol, nicotine, cannabis 3. alcohol, nicotine, heroïne 4. cocatne, heroïne, nicotine Vraag 51 Een psychiater behandelt een patiênt met een paniekstoornis met medicatie ten einde het ontregelde seratonerge systeem te corrigeren. De denkwijze en methode die deze psychiater volgt noemt men volgens de Duitse filosoof en psychiater Jaspers: 1. eridären 2. korrigieren 3. verstehen Vraag 52 Welke van de onderstaande symptomen valt NIET onder de formele denkstoomissen: 1. coneretisme 2. neologisme 3. ontsporing 4. preoccupatie Vraag 53 Welke van onderstaande symptomen valt NIET onder de negatieve symptomen van schizofrenie? 1. Apathie 2. emotionele labiliteit 3. initiatiefverlies 4. sociaal terugtrekgedrag
11 Vraag 54 Een patiênte heeft gedurende 2 weken last van paranoïde wanen en akoestische hallucinaties, waarna de klachten volledig herstellen. Op grond van het tijdsbestek van de symptomen stelt u de volgende diagnose: 1. kortdurende psychotische stoornis 2. schizofrenie, paranoïde type 3. schizofreniforme stoornis Vraag 55 Bij mannen ontstaan psychotische symptomen in het kader van schizofrenie meestal: 1. op dezelfde leeftijd als bij vrouwen 2. op jongere leeftijd dan bij vrouwen 3. op oudere leeftijd dan bij vrouwen Vraag 56 Welke van onderstaande factoren is geassocieerd met een gunstiger beloop van schizofrenie? 1. begin op jonge leeftijd 2. depressieve symptomen 3. positieve familieanamnese voor schizofrenie 4. sluipend begin Vraag 57 Anticholinergica zijn effectief in het tegengaan van extrapyramidale bijwerkingen van antipsychotica en dienen: 1. direct gegeven te worden indien er extrapyramidale bijwerkingen optreden 2. gegeven te worden indien verlaging van de dosis antipsychotica niet mogelijk is 3. preventief gp.geven te worden bij na!ölart van klassieke antipsychotica Vraag 58 De pathofysiologie van schizofrenie lijkt met name samen te hangen met afwijkingen in: 1. de pariêtale cortex en het limbische systeem 2. de pariëtale cortex en het ventrikelsysteem 3. de prefrontale cortex en het limbische systeem 4. de prefrontale cortex en het ventrikelsysteem Vraag 59 De waanstoornis kenmerkt zich door: 1. Formele denkstoornissen 2. Het optreden van bizarre wanen 3. Het optreden van negatieve symptomen 4. Relatief ongestoord functioneren Vraag 60 Onder affectieve symptomen bij unipolaire depressieve stoornissen worden gerangschikt: 1. Aandacht en concentratie 2. Gedachten aan de dood 3. Psychomotorische remming of agitatie 4. Somberheid en interesseverlies
12 Vraag 61 Bij een depressie met melancholische kenmerken past: 1. Een verdrietige stemming 2. Hypersomnis 3. Het verslechteren van de stemming in de loop van de dag 4. Ontbrekende stemmingsverbetering na positieve gebeurtenissen Vraag 62 Depressieve episoden bij een bipolaire stoornis verschillen niet wezenlijk van unipolaire depressies. Een aanwijzing voor een bipolaire stoornis bij een patà"t die zich meldt met een depressie is de aanwezigheid van: 1. Een dagschommeling 2. Eetlustvermindering 3. Hypersomnis 4. libidoverlies Vraag 63 Bij welke van de onderstaande somatische ziekten is de kans het hoogst om een manie te ontwikkelen? 1. Diabetes Mellitus 2. Hypoparathyreciäie 3. M. Pfeiffer 4. Uremie Vraag 64 Waarmee wordt een bipolaire depressie in geval van een matig ernstig beeld in eerste instantie medicamenteus behandeld? 1. Antipsychoticum 2.SSRI 3.Stemmingsstabilisator 4.TCA Vraag 65 Ongeveer 10% van de bevolking maakt in zijn leven wel eens een paniekaanval door. Men spreekt pas van een paniekstoornis als de paniekaanvallen zich blijven herhalen en als: 1. Er tevens een aanhoudende, onredelijke vrees is voor situaties waar men niet snel weg kan. 2. Er tevens sprake is van hyperventilatie of dyspnoe 3. Er tevens ongerustheid optreedt voor het krijgen van nieuwe paniekaanvallen Vraag 66 Welke van de onderstaande antwoordmogelijkheden benadert de lifetime prevalentie van angststoornissen het MEEST? 1. 10% 2. 20% 3. 30% 4. 40%
13 Vraag 67 Mevrouw B. heefleen obsessieve compulsieve stoornis. Zij heeft obsessies waarbij zij bang is dat zij iemand met een mes zal steken. Haar therapeut probeert haar hieromtrent gemstie stellen, maar mevrouw B redeneert dat het feit dat ze dergelijke gedachtes heeft, betekent dat ze kennelijk 'iets agressiefs' in haar meedraagt VeNolgens concludeert ze dat ze daardoor zomaar iemand neer zou kunnen steken. Hoe wordt deze redenatie genoemd? 1. acting out 2. impulsive supression 3. thought action fusion 4. verdringing Vraag 68 Welke klachten passen fi!iet bij één van de subtypen van de obsessieve compulsieve stoornis? 1. De deur van een winkel opendoen met de mouw van de jas over de hand getrokken. 2. Het niet kunnen verdragen als er in de bestekla niet van zowel de messen, vorken en de lepels er precies 6 liggen. 3. leder uur in de spiegel kijken of er haren op de kin gegroeid zijn die iemand anders zou kunnen zien. 4. Tien maal de lichten van de auto controleren alvorens weg te kunnen rijden. Vraag 69 De heers. is op vakantie naar Spanje geweest. Bij zijn temgkeer naar Nederland moest het vliegtuig in zeer slecht weer een noodlanding maken, hetgeen maar net goed ging. Hij heeft 3 weken na dit voonel nog steeds nachtmerries hierover en schrikt van harde geluiden. Het joumaal kijkt hij liever niet uit angst iets over vliegrampen te zien. Het meest waarschijnlijk is er bij de heers. sprake van een 1. Aanpassingstoornis 2. Acute stresstoernis 3. Posttraumatische stresstoernis Vraag 70 Bij de opvang van calamiteitenslachtoffers kan debriefing als interventie worden ingezet. Ten aanzien van de therapeutische effecten van debriefing kan men stellen dat het een op preventie gerichte interventie is die posttraumatische stresstoomis: 1. kan voorkomen 2. minder emstig doet verlopen 3. minder lang doet verlopen 4. niet kan voorkomen Vraag 71 Het familiebedrij f van de heer K is twee maanden geleden onverwachts fainiet gegaan nadat boven water kwam dal een van de werknemers gefraudeerd had. De heer K en zijn gezin hebben het er erg moeilijk mee, zeker omdat ze hun huis moeten verkopen en de komende jaren zeer zuinig moeten gaan leven. De heer K. is erg gespannen, somber en prikkelbaar. Hij functioneert duidelijk minder dan voorheen. De huisarts heeft geen angst- of depressieve stoornis kunnen vastslallan. Er is bij de heer K. sprake van een aanpassingsstoornis als: 1. De klachten erger zijn dan men op grond van zijn sociale situatie mag verwachten. 2. De klachten m inimooi een holf joor oonwezig zijn. 3. Er sprake is van een verhoogde controlebehoefte.
14 Vraag 72 Welk percentage van de mensen die zich sulcideren heeft in de hieraan voorafgaande week contact met de huisarts gehad? 1. 30% 2. 50% 3. 70% Vraag 73 Een patltt heeft de hardnekkige overtuiging dat sommige auto's speciaal voor hem door zijn straat. Wat is de naam voor dit psychiatrische symptoom? 1. betrekkingswaan 2. grootheidswaan 3. illusionaire vervalsing 4. paranäde preoccupatie Vraag 74 Tricyclische antidepressiva vormen een groep van klassieke antidepressiva. Zij verhogen uiteindelijk de in de synapsspleet aanwezige hoeveelheid monoamine. Via welk mechanisme vindt deze verhoging voomarnelijk plaats? 1. Antagonisme van presynaptlsche receptoren. 2. Remming van heropname in pre-synaptisch neuron 3. Remming van monoamine oxidase (MAO) 4. Stimulering van de monoaminerge synthese Vraag 75 Wat is een bijwerking van klassieke antipsychotica die in verband wordt gebracht met antagonisme van dopamine 02 receptoren? 1. misselijkheid 2. orthostatische hypotensie 3. spierslapte 4. tepelvloed Vraag 76 Methylfenidaat is geregistreerd voor de behandeling van AOHO bij kinderen van 6 jaar en ouder en adolescenten indien alleen orthopedagogie onvoldoende blijkt te z1jn. Wat is het farmacologische effect van methylfenidaat? 1. anticholinerg 2. parasympathicolytisch 3. parasympathicomimetisch 4. sympathicomimetisch Vraag 77 Oe drie kemproblemen bij autisme spectrumstoornissen zijn: 1 contactstoornis; communicatieproblemen; stereotiepe bezigheden 2. contactstoornis; spraakstoornis; gedragstoornis 3. communicatieproblemen; stereotypische spraak; intellectuele beperking 4. gedragsstoornis; contactproblemen; intellectuele beperking
15 Vraag 78 Welke van de onderstaande symptomen komt voor als anticholinerge bijweri(ing van antipsychotica en antidepressiva? 1. gewichtstoename 2. mictiestoornissen 3. m isselijkheid 4. orthostatische hypotensie Vraag 79 Om problematisch alcoholgebruik te detecteren bestaat de zogenaamde CAGE-test. Waar staat de 'G' -vraag voor? 1. Of de patltt wel eens zoveel heeft gedronken dat anderen zich aan hem/haar irriteerden. 2. Of de patltt wel eens hulp heeft gevraagd om te stoppen/verminderen met drinken. 3. Of de patltt wel eens in de ochtend drinkt om zich weer fit te voelen. 4. Geen van bovenstaande antwoorden is juist Vraag 80 Het beoordelen van het algehele functioneren is een belangrijk onderdeel van het psychiatrisch onderzoek. In het OSM-IV systeem is hiervoor de Global Assessment of Functioning schaal opgenomen. Een patltt die 70 op deze schaal scoort: 1. heeft enkele lichte symptomen. 2. heeft ernstige symptomen. 3. is een gevaar voor zichzelf of anderen. Vraag 81 Bij een depressieve stoornis worden de volgende somatische afwijkingen gezien: 1. een verkleinde hypofyse en vorgroto bijnieren 2. een vergrote hypofyse en vet1(1einde bijnieren 3. hyperactiviteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsas 4. hypoactiviteit van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschorsas Vraag 82 Men deelt de persoonlijkheidsstoornissen in naar drie clusters, te weten cluster A, B en C. Het gedrag dat typerend is voor cluster B kan men het beste typeren als: 1. bizar en excentriek 2. dramatisch, impulsief en extravert 3. gekleurd door gevoelens van minderwaardigheid 4. voortdurend leven op de grens van een psychose Vraag 83 De rechter kan een voorlopige machtiging tot onvrijwillig verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis verlenen als naar zijn oordeel sprake is van gevaar en van een stoornis van de geestvermogens. Voor de relatie tussen het gevaar en de stoornis moet het volgende gelden: 1. Er is geen verdere relatie tussen de stoornis en het gevaar nodig. 2. Het gevaar moet al eerder in het beloop van de stoornis tot uiting zijn gekomen. 3. Hel gevaar moet voortkomen uit een stoornis waarbij de realiteitstaetsing is aangetast. 4. Het gevaar vloeit rechtstreeks voort uit de stoornis.
16 Vraag 84 Welke van de onderstaande situaties valt NIET onder één van de gevaarscriteria voor een rechterlijke machtiging? Een patiënt met een manie die: 1. al weken de buurt wakker houdt door schreeuwen en harde muziek 2. failliet gaat door impulsieve aankopen 3. in oen 'diervriendelijke actie' leren jassen van voorbijgangers besmeurt met ketchup 4. ondanks advies van een psychiater medicatie weigert Vraag 85 Oe vertegenwoordiging van wilsonbekwame patiënt is geregeld in de: 1. Wet BOPZ 2. WGBO 3. WetBIG Vraag 86 Welke uitspraak over boulimia nervosa is JUIST? Boulimia nervosa: 1. gaat gepaard met een risico op hyperkaliëmie 2. gaat gepaard met forse adipositas 3. kan effectief behandeld worden met eetlustremmers 4. wordt gekenmerkt door controleverlies tijdens de eetbuien Vraag 87 Welke uitspraak over patiënten met een nagebootste stoornis is JUIST? 1. Zij hebben een extern motief, zoals bijvoorbeeld het verkrijgen van een uitkering 2. Zij kunnen vaak met succes behandeld worden met hypnose 3. Zij produceren hun ziekteverschijnselen opzettelijk 4. Zij verzetten zich meestal tegen lichamelijk onderzoek Vraag 88 Welke uitspraak over de "diagnostische hiêrarchie" in de psychiatrie is JUIST? 1. Hierin worden cognitieve stoornissen boven psychotische stoornissen geplaatst. 2. Hierin worden psychotische stoornissen boven cognitieve stoornissen geplaatst. 3. Hierin wordt de volgorde van as I tot en met as V van de DSM-IV beschreven. Vraag 89 Een patiënt met schizofrenie denkt dat hij vrede in de wereld kan brengen. Hij doet de uitspraak "ik kan de wereld vervredigen. Dit is een kenmerl<end voorbeeld van: 1. Een coneretisme 2. Een neologisme 3. Incoherentie Vraag 90 Welk middel wordt als anti-eraving middel toegepast? 1. diazepam 2. disulfiram 3. haloperidol 4. naltrexon
Cluster A Cluster B Cluster C Excentriek(zonderling) Paranoïde
PAK Psychisch functioneren en cognitie 1. Bipolaire stoornissen [Bron: Leerboek Psychiatrie. Hengeveld MW, van Balkom AJLM. 3e geheel herziene druk, de Tijdstroom 2016 - Hfdst 9 Bipolaire-stemmingsstoornissen
Nadere informatie1. Als een jongen van 15 jaar weigert informatie over zichzelf te verstrekken moet de psychiater: 2. Bij autisme spectrumstoornissen bestaan er:
Welkom bij het oefententamen voor het blok 'Psychisch functioneren'. WAARSCHUWING Het hier volgende oefententamen voor de cursus psychisch functioneren is geen evenwichtige afspiegeling van de leerstof.
Nadere informatieSCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE
SCHEMA S STOORNISSEN KINDERPSYCHIATRIE Dyslexie Moeite met de techniek van het lezen en spellen, door problemen om het woordniveau en met als belangrijk kenmerk dat geen echte automatisering van het lezen
Nadere informatieCorrecties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria
Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,
Nadere informatieSTAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN
STAPPENPLAN ANGST IN DE EERSTE LIJN Doel Vroegtijdige opsporing en behandeling van angst bij zelfstandig wonende ouderen. STAP 1: Screenen op angst in de eerste lijn (kruis aan). Voelde u zich de afgelopen
Nadere informatieDepressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,
Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie, 21-6-2017 Jan Spijker, psychiater, hoogleraar Chronische Depressie, Radboud Universiteit Nijmegen hoofd programma depressie Pro Persona, Nijmegen Indeling
Nadere informatieReeks 11. Psychiatrie op volwassen leeftijd
Reeks 11 Psychiatrie op volwassen leeftijd Psychiatrische aandoeningen Wanneer ben je ziek en wat is normaal? Hoe wordt een diagnose gesteld? Symptomen van de meest voorkomende ziektebeelden Angst Depressie
Nadere informatieCorrecties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria
Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria Vierde oplage, juni 2016 In deze lijst zijn de belangrijkste wijzigingen opgenomen t.o.v. de derde oplage (juni 2015). Pagina Stoornis Derde oplage,
Nadere informatieVroegsignalering bij dementie
Vroegsignalering bij dementie Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Docentenhandleiding voor mbo-zorg onderwijs en bijscholing Contact: Connie Klingeman, Hogeschool Rotterdam c.a.klingeman@hr.nl
Nadere informatieParkinsonismen Vereniging. Parkinson en Psychose
Parkinsonismen Vereniging Parkinson en Psychose Inhoudsopgave Inleiding 4 Psychose 4 Oorzaak 5 Door de ziekte van Parkinson 5 Door het gebruik van anti-parkinsonmedicatie 5 Door een lichamelijke aandoening
Nadere informatieBijlage van DSM V naar ICPC 1
Bijlage van DSM V naar ICPC 1 Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen 319 Verstandelijke beperking P85 Mentale retardatie/intellectuele achterstand 307.9 Communicatiestoornissen P29 Andere psychische
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatie1 Geheugenstoornissen
1 Geheugenstoornissen Prof. dr. M. Vermeulen 1.1 Zijn er geheugenstoornissen? Over het geheugen wordt veel geklaagd. Bij mensen onder de 65 jaar berusten deze klachten zelden op een hersenziekte. Veelal
Nadere informatieInFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatieAngststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol
Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%
Nadere informatieAntipsychotica en monitoren van bijwerkingen
Antipsychotica en monitoren van bijwerkingen Symptomatische behandeling bij psychosen Effectiviteit: 70 a 90% Indicaties Schizofrenie Manie Depressie met psychot. kenm. Waanstoornis Psychose NAO Psycho-org.
Nadere informatieCAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013
CAT VRAGEN OEFENEN Week 1 Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013 1.Psychiatrisch onderzoek: De cognitieve functies bestaan o.a. uit: a. geheugen,
Nadere informatiePsychotische stoornissen & Schizofrenie. Rob Lutterman Verpleegkundig consulent psychiatrie Psychiatrie en Medische Psychologie, OLVG
Psychotische stoornissen & Schizofrenie Rob Lutterman Verpleegkundig consulent psychiatrie Psychiatrie en Medische Psychologie, OLVG filmpje niels is psychotisch Inhoud Inleiding Psychose Schizofrenie
Nadere informatieDelier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM
Delier in de palliatieve fase DR. KARIN SCHOTTE MEDISCHE ONCOLOGIE- PALLIATIEF SUPPORTTEAM 1. Definitie en voorkomen 2. Pathofysiologie 3. Oorzaken 4. Diagnose 5. Behandeling Definitie en voorkomen: 1.
Nadere informatieTo sleep or not to Sleep. over slaap bij psychiatrische ziektebeelden door B.M. Klop- de Vries, psychiater
To sleep or not to Sleep over slaap bij psychiatrische ziektebeelden door B.M. Klop- de Vries, psychiater To sleep or not to sleep Een goede slaapkwaliteit is belangrijk voor ons psychisch welbevinden,
Nadere informatieJe bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014
Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014 Comorbiditeit: Voorkomen van verschillende stoornissen bij 1 persoon. Dubbele diagnose: Verslaving (afhankelijkheid en misbruik
Nadere informatieGrensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie
Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie
Nadere informatieStemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson
Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Maastricht, 9 mei 2017 Dr. A.F.G. Leentjens, psychiater Afdeling Psychiatrie MUMC 1951-2014 1926-2002 Inhoud Depressieve klachten -wat is een depressie?
Nadere informatieHerkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Is er vaker sprake van angst en depressie in de palliatieve fase?
Herkennen van en omgaan met Angst en Depressie bij (oudere) mensen met een verstandelijke beperking Is er vaker sprake van angst en depressie in de palliatieve fase? Kennis over angst en depressie Risicofactoren
Nadere informatiePsychosen en Schizofrenie. Lieuwe de Haan en Arjen Sutterland, Zorglijn Vroege Psychose
Psychosen en Schizofrenie Lieuwe de Haan en Arjen Sutterland, Zorglijn Vroege Psychose Inhoud 1. Wat is psychose? 2. Wat is schizofrenie? 3. Welke symptomen komen voor bij psychosen? 4. Wat is het beloop?
Nadere informatiep a t i ë n t e n i n f o r m a t i e 2
Delier In deze brochure leest u meer over acute verwardheid, ook wel delier genoemd. Verder krijgt u informatie over de behandeling en wat u kunt doen. Acuut optredende verwardheid Delier is een vorm van
Nadere informatiePatiënteninformatie. Acuut optredende verwardheid. (delier) Acuut optredende verwardheid (delier)
Patiënteninformatie Acuut optredende verwardheid (delier) Acuut optredende verwardheid (delier) 1 Acuut optredende verwardheid (delier) Intensive Care, route 3.3 Telefoon (050) 524 6540 Inleiding Uw familielid
Nadere informatieDelirium of delier (acuut optredende verwardheid)
Delirium of delier (acuut optredende verwardheid) In deze folder leest u wat een delirium is, wat de verschijnselen van een delirium zijn en leest u informatie over de behandeling en tips voor patiënten
Nadere informatieParkinson en Psychoses
Parkinson en Psychoses Inleiding Mensen met de ziekte van Parkinson kunnen last krijgen van ongewone belevingen die niet overeenkomen met de werkelijkheid. Dit zijn psychotische belevingen die de vorm
Nadere informatieCAT VRAGEN OEFENEN Week 2. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 15 maart 2013
CAT VRAGEN OEFENEN Week 2 Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 15 maart 2013 1. Stelling: Om de diagnose obsessieve-compulsieve stoornis te stellen moet
Nadere informatieVERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht
VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht GEDRAG: De wijze waarop iemand zich gedraagt, zijn wijze van doen, optreden
Nadere informatieDelirium op de Intensive Care (IC)
Deze folder is bedoeld voor de partners, familieleden, naasten of bekenden van op de Intensive Care (IC) afdeling opgenomen patiënten. Door middel van deze folder willen wij u als familie* uitleg geven
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen
Persoonlijkheidsstoornissen en Angst Ellen Willemsen Overzicht Relevantie Persoonlijkheidsstoornissen Comorbiditeit in getallen PG cijfers comorbiditeit Relatie tussen angststoornissen en PS Aanbevelingen
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornis Cluster C
Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende
Nadere informatieWegwijzer psychische stoornissen 1
Wegwijzer psychische stoornissen 1 Met behulp van de hiernavolgende vragen kun je nagaan of klachten/problemen mogelijk wijzen op een psychische stoornis. Wees er wel voorzichtig mee. Het gebruik van deze
Nadere informatieSomatische comorbiditeit bij affectieve stoornissen
Somatische comorbiditeit bij affectieve stoornissen Monica Pop, Marleen van Beek & Aart Schene Afdeling Psychiatrie, Radboudumc NijCare Symposium, Nijmegen, 14 juni 2018 Hippocratische geschriften - vijfde
Nadere informatieRichtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017
Richtlijn Antipsychotica Richtlijnenmiddag 2017 Voor wie Daarvoor is de indeling volgens de DSM 5: 297.1 Waanstoornis 298.8 Kortdurende psychotische stoornis 295.40 Schizofreniforme stoornis 295.90 Schizofrenie
Nadere informatieBipolaire stoornissen
Bipolaire stoornissen PuntP kan u helpen volwassenen Sommige mensen hebben last van stemmingsschommelingen die niet in verhouding staan tot wat er in hun persoonlijke omgeving gebeurt. De stemming lijkt
Nadere informatieOpbouw praatje. Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie
DEMENTIE Opbouw praatje Wat is dementie? Vormen van dementie Diagnose dementie Behandeling van dementie De verloop van dementie Conclusie Definitie dementie Dementie is een syndromale diagnose, een ziekte
Nadere informatieOver mensen met psychische of psychiatrische problematiek. Bijeenkomst voor kerken, raden en verenigingen in de gemeente Aalburg 19 november 2009
Over mensen met psychische of psychiatrische problematiek Bijeenkomst voor kerken, raden en verenigingen in de gemeente Aalburg 19 november 2009 Programma 19.30 uur Opening 19.35 uur Inleiding door Gertie
Nadere informatie07-04-15. Herkennen van en omgaan met. Angst en Depressie. Na vanmiddag. bij ouderen met een verstandelijke beperking
Na vanmiddag Herkennen van en omgaan met Angst en Depressie bij ouderen met e Weet u hoe vaak angst en depressie voorkomen, Weet u wie er meer risico heeft om een angststoornis of depressie te ontwikkelen,
Nadere informatieStemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut
Stemmingsstoornissen Van DSM-IV-TR naar DSM-5 Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut Inhoud Veranderingen in de DSM-5 Nieuwe classificaties
Nadere informatieDepressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart. Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen
Depressies en angststoornissen - Net zo vaak samen als apart Prof.dr. W.A. Nolen UMC Groningen NESDA - Verschillende cohorten Vanuit NEMESIS (303) Vanuit ARIADNE (261) 1 e lijn (1611) Met huidige depressie/angststoornis
Nadere informatieDSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014
DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools 28-11-2014 Inhoud DSM IV -> DSM 5 DSM IV: Schizofrenie als kernsyndroom Even stilstaan bij SCHIZOFRENIE Kritiek op DSM IV Overzicht DSM 5 Schizofrenie (1) Epidemiologie:
Nadere informatieDepressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist
Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist Dopamine Ziekte van Parkinson: minder dopamine Dopamine is een signaalstof die de communicatie tussen hersencellen
Nadere informatieVraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag.
Feedbackvragen Casus Martijn Vraag 1 Lees de tekst Internaliserend gedrag en co-morbiditeit en beantwoord daarna de vraag. Bij Martijn is sprake van sociaal isolement, somberheid, niet eten. Dat duidt
Nadere informatieInformatiefolder delier
Informatiefolder delier Informatiefolder delier Het gedrag en de reactie van uw partner, familielid, vriend(in) of kennis zijn anders dan u gewend bent. Hij of zij is onrustig, begrijpt u niet, geeft vreemde
Nadere informatieWerkstuk Biologie Dementie
Werkstuk Biologie Dementie Werkstuk door een scholier 1045 woorden 22 december 2003 5,3 40 keer beoordeeld Vak Biologie Wat is dementie: Vanuit het Latijn vertaald betekent dementie letterlijk ontgeestelijk-zijn.
Nadere informatieACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015
ACUTE VERWARDHEID NIET ALTIJD DEMENTIE 10 en 12/11/2015 Niet steeds dementie Vraagstelling: 1) Kan elke verwardheid voorkomen worden? 2) Wat kunnen we doen om te voorkomen? 3) Wat kunnen we doen bij acute
Nadere informatieDepressie. hoe, wat & hulp. Stef Linsen, psychiater. 12 oktober 2017 Amsterdam. Icarus Blender #2, Vitamine Z
Depressie hoe, wat & hulp 12 oktober 2017 Amsterdam Icarus Blender #2, Vitamine Z Stef Linsen, psychiater www.steflinsen-psychiatrie-partnerhulp.nl Hoe méer vitale kenmerken, hoe ernstiger: - wakker tussen
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik
Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik Informatie voor mensen die hun probleem willen aanpakken 2 Kortdurende motiverende interventie en cognitieve gedragstherapie Een effectieve behandeling
Nadere informatieAls je dip een depressie wordt. Dokter op dinsdag 11 december 2012 L.Breuning, psychiater
Als je dip een depressie wordt. Dokter op dinsdag 11 december 2012 L.Breuning, psychiater Wanneer is een dip een depressie Dip hoort bij het leven Depressie is een ziekte Ziekte die (nog) niet aan te tonen
Nadere informatieReeks 14: Ik ben toch niet gek?! Dr. Maarten Bak, psychiater
Reeks 14: Ik ben toch niet gek?! Dr. Maarten Bak, psychiater Ziekte Gezondheid Gek Normaal Wat is een psychose? Waarnemen Denken Betekenis geven Wat is een psychose? Hallucinatie Waan Hallucinaties
Nadere informatieGT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag Analyse van operant geconditioneerd gedrag DSM-IV Evidence based behandelingen
Samenvatting *('5$*67+(5$3,(LQ92*(/9/8&+7 Wegbereiders Gedragstherapie Pavlov Watson Skinner Belangrijke Gedragstherapeuten Wolpe Emmelkamp Beck GT diagnostiek Analyse van klassiek geconditioneerd gedrag
Nadere informatieDe patiënt met acuut optredende verwardheid (delier)
De patiënt met acuut optredende verwardheid (delier) De patiënt met acuut optredende verwardheid/delier Uw familielid, vriend(in) of kennis is opgenomen vanwege een ziekte, een ongeval en/of een operatie.
Nadere informatieInformatieavond Bipolaire stoornis. Bart van den Bergh, verpleegkundig specialist GGz Ronald Vonk, psychiater
Informatieavond Bart van den Bergh, verpleegkundig specialist GGz Ronald Vonk, psychiater Bipolaire Stoornis Bipolaire Stoornis = Manisch Depressieve Stoornis (MDS) Algemeen Ziekteverschijnselen Beloop
Nadere informatieDelier voor de patiënt. Workshop Delier in de palliatieve fase. n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt. angstdroom.
Workshop Delier in de palliatieve fase 11 oktober 2012 Hedi ter Braak Monique van den Broek 1 Delier voor de patiënt n droom woar ge geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie 1 Inhoud workshop
Nadere informatieMedicatie bij Probleemgedrag
Medicatie bij Probleemgedrag Reehorst 10-6-2016 Dr. Martin Kat psychiater M.C.Alkmaar afd. Klin. Geriatrie/ Amsterdam/ CCE psykat@hetnet.nl inhoud Probleemgedrag en de ouderenpsychiatrie Wat doet medicatie
Nadere informatieAGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie 16-3-2014
Basis emoties AGRESSIE en psychiatrische stoornissen Angst Verdriet Boosheid Verbazing Plezier Walging Paul Ekman Basis emoties Psychofysiologische reactie op een prikkel Stereotype patroon van motoriek,
Nadere informatieEdwin Beld, psychiater. Werkzaam in Den Helder GGZ NHN
P S Y C H O S E Edwin Beld, psychiater Werkzaam in Den Helder GGZ NHN PSYCHOSE Psychose Krankzinnigheid Manie Schizofreen Schizoaffectief Borderline? Waanstoornis Maniak Psycho Geestesziek Bezeten Gek
Nadere informatieZorgen voor cliënten met gedragsproblemen
Zorgen voor cliënten met gedragsproblemen CineMec Ede 29-5-2015 Dr. Martin Kat (ouderen)psychiater Amsterdam/Alkmaar psykat@hetnet.nl Med. Centrum Alkmaar Afd. Klin. Geriatrie Praktijk Amsterdam Experiment!
Nadere informatieBehandelgroepen. Tarief behandelgroep. Geen behandeling bij 24 - uurs verblijf. 001 Geen behandeling bij 24-uurs verblijf 0 Indirecte tijd
Behandelgroepen Bijzondere productgroepen Geen behandeling bij 24 - uurs verblijf 001 Geen behandeling bij 24-uurs verblijf 0 Indirecte tijd 002 Indirect - vanaf 0 tot en met 49 minuten 45 003 Indirect
Nadere informatieDoor dwang gegijzeld. (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen. Roos C. van der Mast
Door dwang gegijzeld (Laat-begin) obsessieve-compulsieve stoornis bij Ouderen Roos C. van der Mast OCS bij ouderen De obsessieve-compulsieve stoornis is een persisterende en stabiele diagnose die zelden
Nadere informatieMeer informatie MRS 0610-2
Meer informatie Bij de VGCt zijn meer brochures verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over depressie en angststoornissen. Speciaal voor kinderen zijn er brochures over veel piekeren, verlatingsangst,
Nadere informatieDepressie bij ouderen
Depressie bij ouderen Bij u, uw partner of familielid is een depressie vastgesteld. In deze folder kunt u lezen wat een depressie is en waar u voor verdere vragen en informatie terecht kunt. Vanwege de
Nadere informatieDiagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders
Diagnostiek volgens het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders Inleiding Bij de diagnostiek van psychische klachten in de huisartsenpraktijk worden niet altijd dezelfde diagnostische criteria
Nadere informatieHand-out bij de
Hand-out bij de bijeenkomsten @Opgenomenindemaatschappij! Psychische klachten en aandoeningen - Oorzaakgebieden - Globale indeling in ziektebeelden - Symptomen versus diagnose - Herkennen van signalen
Nadere informatieVerschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen
Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie Alzheimercentrum VUMC Herkenning preseniele dementie Vroege verschijnselen:
Nadere informatieDepressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons.
NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING Nederlandstalige samenvatting Depressie op latere leeftijd, kenmerken van de hersenen en ECT respons. Inleiding Wereldwijd neemt het aantal mensen met een leeftijd ouder dan
Nadere informatieDementie in de palliatieve fase
Dementie in de palliatieve fase Wie zijn wij? Marielle Rooijakkers Karin van Mersbergen Dementie Verzamelnaam voor een combinatie van symptomen waarbij de hersenen, informatie niet meer goed kunnen verwerken.
Nadere informatiePsychotische stoornissen in DSM V. Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden
Psychotische stoornissen in DSM V Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden Kritiek op DSM IV Nauwelijks goede definitie van Schneideriaanse symptomen Subtyperingen niet betrouwbaar
Nadere informatieElektroconvulsie therapie. Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen. Informatie voor verwijzers
Elektroconvulsie therapie Een behandeling bij ernstige psychiatrische aandoeningen Informatie voor verwijzers Effectieve behandelmethode Elektroconvulsie therapie (ECT) passen we toe bij mensen met specifieke
Nadere informatie6 e mini symposium Ouderenzorg
6 e mini symposium Ouderenzorg Aanvullende diagnostiek bij dementie in de 1 e lijn Suzanne Boot, specialist ouderengeneeskunde, kaderarts psychogeriatrie i.o. 28-09-2015 Pagina 1 6 e Mini symposium ouderenzorg
Nadere informatieIn de war? Op de Intensive Care
In de war? Op de Intensive Care Albert Schweitzer ziekenhuis juni 2015 pavo 1168 Inleiding Uw partner of familielid is in het Albert Schweitzer ziekenhuis opgenomen op de Intensive Care. Waarschijnlijk
Nadere informatieSomatoforme stoornissen
Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) Somatoforme stoornissen Somatoforme stoornissen Somatoforme stoornissen Lichamelijke klachten Ziektegedrag Geen lichamelijke ziekte Er is een verschil
Nadere informatieDiagnose en classificatie in de psychiatrie
Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de
Nadere informatieEven voorstellen. komt een autist bij de dokter. Medische aspecten aan autisme. Is autisme een ziekte?
Even voorstellen komt een autist bij de dokter Inservice Autisme2016 Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Lunet zorg in Eindhoven Autisme Roemenië Medische aspecten aan autisme Hersenontwikkeling en hersenfunctie
Nadere informatieDelier voor de patiënt. Inhoud presentatie delier. Delier. Symptomen. Diagnose delier 21-6-2012. n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt
Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie Inhoud presentatie delier Wat is een delier Wat zijn de gevolgen van een delier Wat zijn risicoverhogende en
Nadere informatieSomatoforme stoornissen. Bert van Hemert, psychiater
Somatoforme stoornissen Bert van Hemert, psychiater Somatoforme stoornissen Algemene typering Classificatie DSM-IV + DSM-5 1. Lichamelijke klachten stoornis 2. Ziekte-angst stoornis 3. Conversie stoornis
Nadere informatieOnderwijsmateriaal voor toetsgroepen
Videofragment 1 de anamnese bij een delirante patiënt 1. Toelichting op de module Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard M77, herziene versie april 2014. Om te kunnen begrijpen hoe de huisarts het
Nadere informatieBipolaire stoornissen PUNTP KAN U HELPEN
Bipolaire stoornissen PUNTP KAN U HELPEN Er zijn altijd situaties die ons erg boos, blij of verdrietig maken: emotionele pieken en dalen horen bij het leven. Maar het kan voorkomen dat u last heeft van
Nadere informatie, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis
2015041635, v26; FK Achtergrondinformatie Bipolaire Stoornis 5 Consultatiedocument Farmacotherapeutisch Kompas voor registratiehouders Graag reactie voor 30 november 2017 van de registratiehouders die
Nadere informatieDe geriatrische patiënt op de SEH. SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie
De geriatrische patiënt op de SEH SEH onderwijsdag Sigrid Wittenberg, aios klinische geriatrie Relevante onderwerpen Delier Symptoomverarming Medicatie op de SEH Duur aanwezigheid patiënt op de SEH Delier
Nadere informatieHoorcollege 4: Psychotische stoornissen
Hoorcollege 4: Psychotische stoornissen Hoofdstuk 5, 7. Dit is het medische gebied. Een psychose is een psychiatrisch toestandsbeeld waarbij de patiënt gedurende een zekere periode het contact met de werkelijkheid
Nadere informatieOmgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening. Sjaak Boon www.bureauboon.nl
Omgaan met onaangepast gedrag in het Sociaal Raadsliedenwerk en Schuldhulpverlening Sjaak Boon www.bureauboon.nl Sombere stemming Verminderde interesse in activiteiten Duidelijke gewichtsvermindering Slecht
Nadere informatieDementie per leeftijdscategorie 6-1-2010. Dementie Dementiesyndroom. = ontgeesting. Omvang dementie in Nederland. Matthieu Berenbroek
Dementie Dementiesyndroom de-mens = ontgeesting Matthieu Berenbroek Fontys Hogeschool Verpleegkunde Omvang dementie in Nederland 2005 180.000 / 190.000 dementerenden 2050 400.000 dementerenden Bron CBO
Nadere informatieMeer licht op stemming en slaap bij de ziekte van Parkinson. Chris Vriend, neurowetenschapper Sonja Rutten, psychiater in opleiding
Meer licht op stemming en slaap bij de ziekte van Parkinson Chris Vriend, neurowetenschapper Sonja Rutten, psychiater in opleiding Inhoud Verschijnselen van de ziekte van Parkinson Slaapproblemen Stemmingsproblemen
Nadere informatieACUUT OPTREDENDE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIENT, FAMILIE EN BETROKKENEN
ACUUT OPTREDENDE VERWARDHEID (DELIER) INFORMATIE VOOR PATIENT, FAMILIE EN BETROKKENEN Inleiding Uw familielid, partner of kennis is in Franciscus Gasthuis & Vlietland opgenomen. Hij of zij is opgenomen
Nadere informatieSlachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg
Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt
Nadere informatieDelier in de palliatieve fase. Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ
Delier in de palliatieve fase Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie
Nadere informatieDelier in de palliatieve fase
Delier in de palliatieve fase Marlie Spijkers Specialist ouderengeneeskunde Consulent Palliatieve zorg IKZ Delier voor de patiënt n droom woar de geen sodemieter van op aan kunt angstdroom nachtmerrie
Nadere informatieMedicatie als instrument om onrust en agressie te beheersen? Niet agressief, maar duf? dr. Martin Smalbrugge. Wie ben ik??
Medicatie als instrument om onrust en agressie te beheersen? Niet agressief, maar duf? dr. Martin Smalbrugge Wie ben ik?? Specialist ouderengeneeskunde Hoofd opleidingsinstituut specialisme ouderengeneeskunde
Nadere informatiePostpartum psychiatrie op de moeder-baby unit
Oprichtingssymposium LKPZ 9 september 2010, Corpus, Oegstgeest Postpartum psychiatrie op de moeder-baby unit Kathelijne Koorengevel, psychiater Monica Ouwens, dans- en bewegingstherapeut Afdeling Psychiatrie
Nadere informatieZiektebeelden op stage
Ziektebeelden op stage Naam: Saskia Glorie Opleiding: HBO verpleegkunde, HvA tafelbergweg Instelling; Sinaï Centrum te Amstelveen Afdeling; Opname ouderen Inhoudsopgave Inhoudsopgave + inleiding pagina
Nadere informatieHet is niet altijd wat het lijkt dat het is!! Rens Evers Psychiater MFCG Limburg Koraalgroep
Het is niet altijd wat het lijkt dat het is!! Rens Evers Psychiater MFCG Limburg Koraalgroep Inhoud Inleiding Casusistiek Met uitleg over verschillende beelden Veel voorkomende diagnoses Oplossingen Conclusie
Nadere informatieTineke Vos, psychiater MCH-Bronovo Den Haag 21 september 2015
Tineke Vos, psychiater MCH-Bronovo Den Haag 21 september 2015 Vijf symptomen > 2 weken Ten minste één van de eerste twee Verandering in functioneren Angst kan symptoom zijn van depressie Verschil rouw
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie
Nadere informatieMiddelenmisbruik en crisis
Middelenmisbruik en crisis Een lastige combinatie Mike Veereschild Tom Buysse Middelengebonden spoedeisende situaties Intoxicatie van een verslavend middel Onthouding van een verslavend middel Kernsymptomen
Nadere informatiePsychofarmacologie bij kinderen en jongeren voor niet-kinder- & jeugdpsychiaters: Is dit wel een goed idee? Dr. Daniel Neves Ramos ZNA UKJA
Psychofarmacologie bij kinderen en jongeren voor niet-kinder- & jeugdpsychiaters: Is dit wel een goed idee? Dr. Daniel Neves Ramos ZNA UKJA Casus 4 Op de wachtpost komt een oproep binnen van wanhopige
Nadere informatieEenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis
Eenzaamheid bij ouderen Brede conferentie Transformatie 6 maart 2018 Rianne van der Meer, klinisch geriater Groene Hart Ziekenhuis Eenzaamheid bij ouderen Casus Ouderen en eenzaamheid Eenzaamheid herkennen
Nadere informatie