Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Transcriptie

1 Leerlijnen groep Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot : 5 = - 2 x 69 = - van digitaal naar analoog - tijdsduur - lengtematen (herhaling) cm, dm, m en km - vermenigvuldigen en delen - optellen en aftrekken Boek 6a: Blok 1 - week 2 - getallen samenstellen - plaatswaarde - verkenning getallen - bewerkingsteken kiezen - herhaling x 15 / x 150 / 6 x 75 Geld - geld teruggeven van 5,- - begrip oppervlakte (herhaling) - introductie van de cm2 - optellen van geldbedragen - toepassingssituaties 1. DE BEZEM ERDOOR a. informeren elkaar in een klassengesprek b. bedenken samen een bijdrage om een probleem op te lossen bij het schoonmaken van de school Aan de orde komen: a. begrippen die betrekking hebben schoonmaken b. samenstellingen als uitvegen, aanvegen, afvegen, opvergen, c. diverse benamingen van soorten borstels a. leren de begrippen gidswoord, opzoekwoord bij het gebruik van een woordenboek b. leren de betekenis, despelling en de uitspraak van een woord opzoeken in een woordenboek a. schrijven zinnen in een verhaaltje met neologismen BLOK 1: les 1 en 2 De leerlingen herhalen enkele in groep 5 aangeboden categorieën, met name de open lettergreep (Cat. 14) en de stamvorming (stam), en schrijven de woorden uit deze categorieën correct. REGEL 14: Lange klanken aan het eind van een klankgroep: Hoor je aan het eind van een klankgroep een lange klank (aa, ee, oo, uu) dan schrijf je maar één a, e, o, u. REGEL Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ikvorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen. BLOK 1: les 3 en 4 De leerlingen herhalen enkele in groep 5 aangeboden categorieën, met name de gesloten lettergreep (Cat. 16) en de stamvorming (stam), en schrijven de woorden uit deze categorieën correct. REGEL 16: Korte klanken aan het eind van een klankgroep: Hoor je aan het eind van een klankgroep een korte klank (a,e, o, u) dan volgen er altijd twee medeklinkers REGEL Stam: Ik-vorm van een werkwoord in de t.t.: Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat je kunt doen. De stam van een werkwoord is de ikvorm. Behalve en eraf halen, moet je vaak nog meer regels toepassen.

2 3 4 Boek 6a: Blok 1 - week 3 - uitspreken van de getallen - noteren van de getallen Optellen - introductie kolomsgewijs optellen - ook met rest : 6 = Wegen - kilogram en gram (herhaling) - verschillende kalenders - vermenigvuldigstrategieën - geldbedragen optellen Boek 6a: Blok 1 - week 4 - tellen met sprongen Optellen - kolomsgewijs optellen - optellen en aftrekken - optellen aftrekken, delen en vermenigvuldigen - cm, dm, m en km (herhaling) c 2. MAG IK HET ZOUT EVEN a. luisteren naar een voorgelezen tekst over voedsel bewaren b. noemen het onderwerp van de tekst en enkele manieren van voedsel bewaren a. begrippen rond smaakmakers (kruiden): zout, peper, paprika, nootmuskaat, scherp, flauw, heet, b. de betekenis van dubbelwoorden met koel-, zoals koelelement, koetvak, a. leren een vaste volgorde bij het opzoeken in het woordenboek b. herhalen de functie van gidswoorden. a. maken aantekeningen van een ingewikkeld voorwerp b. ordenen deze aantekeningen c. maken een beschrijving van het voorwerp BLOK 1: les 5 en 6 De leerlingen kunnen woorden met open en gesloten lettergrepen (cat. 14 en 16) door elkaar gebruiken en de stam correct schrijven BLOK 1: les 7 en Boek 6a: Blok 1 Boek 6a: Blok 2 - week 1 - alle bewerkingen - optellen in geldcontext - halveren en verdubbelen Orientatie tot jaartallen - buurgetallen - waar ligt het getal het dichtst bij - de jaarkalender - begrippen omtrek en oppervlakte (herhaling) - introductie m2 3. WAT EEN FAMILIE a. beschrijven twee opvallende familieleden in een monoloog a. begrippen rond familierelaties: opa, moeder, zoon, dochter, neef, achternicht, schoonzoon, grootouders, kleinkind, b. de verschillende familierollen die iemand kan hebben a. leren dat de context bepaalt welke betekenis van een opzoekwoord gekozen moet worden b. leren verkleinwoorden en meervoudsvormen opzoeken a. leren de functie van bepaalde tekst in een stripverhaal b. maken een stripverhaal met tekst en tekeningen BLOK 2: les 1 en 2 De leerlingen leren hoe de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd gevormd worden en leren dit toe te passen (cat. w1). Het gaat om werkwoorden waarvan de stam niet op d of t eindigt. BLOK 2: les 3 en 4 De leerlingen herkennen twee stomme e s in woorden die eindigen op elen, -eren, -enen (cat. 11d) en leren deze correct te schrijven. REGEL 11d: Woorden met twee stomme e s: In sommige woorden hoor je achteraan twee keer een u, maar je schrijft een e.

3 7 8 9 Boek 6a: Blok 2 - week 2 - optellen tot afronden Optellen - kolomsgewijs optellen - optellen van vier getallen - alle bewerkingen en vermenigvuldigen - met factor 10 - digitale tijden Grafieken - het interpreteren en samenstellen van staafdiagrammen Boek 6a: Blok 2 - week 3 - plaats op de getallenlijn - erkennen van de telrij Tafels - oefenen tempotoets tafels t/m 10 Aftrekken tot kleine verschillen - liter, deciliter en milliliter (herhaling) Meetkunde - ruimtelijke oriëntatie - herkennen van afbeeldingen op een plattegrond in vogelvluchtperspectief - vermenigvuldigstrategieën Optellen - kolomsgewijs optellen Boek 6a: Blok 2 4. IK HEB EEN DOKTER NODIG a. luisteren naar een voorgelezen interview b. benoemen standpunten en argumenten van de geïnterviewde c. geven hun eigen mening a. begrippen rond ziek zijn en ongelukken: misselijk, beroerd, wonden, verband, breuk, breken, b. de letterlijke en figuurlijke betekenis van woorden a. leren de term werkwoord (voorheen doewoord) b. leren de persoonsvorm vinden d.m.v. de vraagproef c. maken kennis met verschillende vormen van een werkwoord a. bedenken originele dubbelwoorden, bijv. tuinreus b. geven een betekenis aan die dubbelwoorden c. omschrijven de nieuwe dubbelwoorden in zinnen PROJECT: Griezelen in Villa Vondegraai ens deze projectweek verblijven.de leerlingen in Villa Vondegraai. Ze zijn te gast bij de heer Van Vondegraai, de geest die rondwaart in de villa. Om de villa aan het eind van de week te kunne verlaten, moeten de leerlingen in groepjes van vier een aantal opdrachten uitvoeren. Het eindproduct van deze projectweek is een griezelig hoorspel schrijven en uitvoeren. Vaardigheidsdoelen De leerlingen integreren eerder aangeleerde vaardigheden door: persoonsbeschrijvingen te maken een web te maken gebruik te maken van extra woorden om preciezer te zeggen wat er wordt bedoeld BLOK 2: les 5 en 6 De leerlingen leren de spelling van de woorden met als uitgang erd / aard (cat. 12b) en kunnen deze woorden correct schrijven. REGEL 12b: Woorden op erd en woorden op aard.: Woorden op erd / aard krijgen achteraan een d. BLOK 2: les 7 en 8 BLOK 3: les 1 en 2 De leerlingen leren het schema en de redenering bij de tegenwoordige tijd te hanteren en oefenen met persoonsvormen tegenwoordige tijd (cat. w1). Het gaat om werkwoorden waarvan de stam niet op d of t eindigt.

4 10 11 Boek 6a: Blok 3 - week 1 - optellen tot 1000 ( =) - aftrekken tot 1000 Oriëntatie to getallen maten van x 4 / 30 x : 3 / 1200 : 3 - optellen van meerdere getallen waarbij de positie van de getallen een belangrijke rol speelt ( ) - digitale klok - reeksen ( ) - inhoud - introductie centiliter - samenhang tussen inhoudsmaten en lengtematen Kommagetallen - bij meters 132 cm = m 3,28 m = cm Boek 6a: Blok 3 - week 2 Optellen en aftrekken tot hoofdrekenen ( / ) Afronden - getallen tot afronden op een honderdtal / duizendtal in context Hoe vaak moet de taxi rijden? - verdubbelen en halveren 5 x 8 = 10 x - lengtematen mm, cm, dm, m - bereken de tijdsduur - koppelen digitale tijden en analoge tijden - buurgetallen ( ) - omrekenen recepr voor verschillend aantal personen 5. PAK JE BOEK a. houden een monoloog waarin zij een standpunt onderbouwen met argumenten a. begrippen rond schoolvakken, lesrooster, specifieke schoolvakken, b. de betekenis en het gebruik van samenstellingen met rooster a. leren de termen tt en vt b. leren de toen-proef om vast te stellen of iets in de tt of vt staat c. leren dat de persoonsvorm verandert als de zin van tijd verandert a. schrijven een recept voor iets lekkers BLOK 3: les 3 en 4 De leerlingen herkennen de niet beklemtoonde a in woorden van het type papegaai (cat. 23) en leren omgaan met de onregelmatigheden van deze woorden en de woorden correct te schrijven. REGEL 23: Een korte klank en toch maar één medeklinker: Bij deze woorden hoor je wel een korte klinker, maar schrijf je toch maar één medeklinker. Deze woorden moet je onthouden. BLOK 3: les 5 en 6 De leerlingen weten wanneer een c als s klinkt en leren woorden met een c als s correct te schrijven (cat. 24a) REGEL 24a: Woorden met een c, die klinkt als een s,: In deze woorden hoor je een s, maar je schrijft een c.

5 Boek 6a: Blok 3 - week 3 Oriëntatie Tellen met sprongen van Aftrekken - introductie kolomsgewijs aftrekken : 12 = Optellen en vermenigvuldigen - geldbedragen Geld - teruggeven van bedragen tot 100 euro - lezen van een kaart - introductie veldcoördinaten en schaal -òptellen en aftrekken = / = - schatten met behulp van referentiematen - vermenigvuldigen (6 x 96 ) Boek 6a: Blok 3 - week 4-2 sommen maken bij het antwoord 36 Aftrekken - kolomsgewijs aftrekken Hoofdrekenen -optellen en aftrekken (eenvoudige getallen rond het duizendtal) / / lengtematen - gewichten - introductie windroos en windrichting - vermenigvuldigen (3 x 98 ) - toepassingen Boek 6a: Blok 3 Boek 6a: Blok 4 - week 1 Optellen en aftrekken tot = / = - positiewaarde van de cijfers in getallen tot x80 / 6x800 / 60x80 Handig rekene tot / Inhoudsmaten: ml, cl, dl, l (herhaling) 20cl +. = 1 liter Wegen - Gewichten (herhaling) - vermenigvuldigen (5 x 203 ) Kommagetallen - bij inhoud en gewicht 6. SMEREN MAAR! OP JE HUID EN IN JE HAAR a. houden een monoloog waarin zij een standpunt opbouwen met argumenten en mogelijke tegenargumenten weerleggen a. begrippen rond uiterlijke verzorging: haardracht, opmaak, figuur, houding, knap, verzorgd, b. de betekenis van de woorden afleiden uit de context a. maken kennis met homoniemen b. leren dat de context bepalend is voor de betekenis van woorden c. leren de tijdproef om de persoonsvorm te vinden in zinnen met een vraagwoord a. maken een lijst met open en gesloten vragen voor een intyerview b. leren open vragen te stellen voor een interview 7. HOBBY S a. bedenken discussieregels b. discussiëren over een stelling c. evalueren het spreekgedrag a. begrippen rond vrije tijd: hobby, liefhebberij, fotograferen, verzamelen, collectie, b, het onderscheid tussen werk en hobby c. de betekenis van sparen a. leren het onderwerp (wie. wat + pv?) te vinden in een zin b. leren de getalsproef voor het vinden van de persoonsvorm. a. maken een persoonsbeschrijving op basis van uiterlijk, kleding en gedrag BLOK 3: les 7 en 8 BLOK 4: les 1 en 2 De leerlingen oefenen met het vormen van persoonsvormen in de tegenwoordige tijd van werkwoorden waarvan de stam met een t eindigt (cat. w1). BLOK 4: les 3 en 4 De leerlingen weten wanneer een c als k klinkt en schrijven de woorden correct (cat. 24b). REGEL 24b: Woorden met een c, die klinkt als een k.: BLOK 4: les 5 en 6 De leerlingen oefenen met het vormen van persoonsvormen in de tegenwoordige tijd van werkwoorden waarvan de stam met een d eindigt (cat. w1).

6 Boek 6a: Blok 4 - week 2 Oriëntatie - positioberen; Welk duizendtal ligt het dichtstbij? verdubbelen / halveren 52. / x 50 = / 18 x 50 = - lengte- en inhoudsmaten 5 dm = cm / 3 l = cl - herleiden lengte 2,11 m =. Cm / 138 cm =. M - lengtes schatten met behulp van referentiematen Grafieken - lezen en interpreteren van cirkeldiagrammen Boek 6a: Blok 4 - week 3 Oriëntatie - tellen met sprongen van 1000 en Optellen - introductie cijferend optellen tot : 3 / 160 : 8 / 810 : 9 - optellen van geldbedragen (eerst schatten) - vermenigvuldigen en delen x 10 / x 100 / : 10 - tijdsduur - afstand berekenen op plattegrond - schaal - toepassingen Boek 6a: Blok 4 8. HOE LAAT IS HET? a. beschrijven een voorwerp zonder naam en functie te geven b. luisteren naar de beschrijving en raden wat het is a. begrippen rond tijd en tijdmeting: record breken, aankomsttijd, vertraging, kookwekker, stopwatch, enz a. leren het gebruik van hoofdletter, komma, punt, vraagteken en uitroepteken (herhaling) b. leren aanhalingstekens en sluittekens bij directe reden a. leren hoe je een verhaal levendiger en spannender kunt maken bivoorbeeld m.b.v. korte, expressieve zinnen PROJECT: Ruimtemissie leven op aarde ens deze projectweek verzamelen de leerlingen op verschillende manierenmateriaal over het leven op aarde. Het is de bedoeling dat deze informatie in een door terecht komt die mee zal gaan op een ruimtereis. Deze doos moet levende wezens op andere een planeet een beeld geven van het leven op aarde Vaardigheidsdoelen De leerlingen integreren eerder aangeleerde vaardigheden door: lijstjes maken een brief schrijven personen en voorwerpen beschrijven aantekeningen te maken tijdens een bespreking aantekeningen tuit te werken een web te maken BLOK 4: les 7 en 8 BLOK 5: les 1 en 2 (herhaling) De leerlingen oefenen met het vormen van persoonsvormen in de tegenwoordige tijd van werkwoorden waarvan de stam met een d eindigt (cat. w1). BLOK 5: les 3 en 4 (herhaling De leerlingen kunnen van alle soorten werkwoorden de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd maken en oefenen het het spellen van deze vormen (cat. w1).

7 19 20 Boek 6b: Blok 1 - week 1 - optellen en aftrekken tot Welke getallen zijn samen Oriëntatie - Getallen tot en met in contextsituaties - positieschema: TD D H T E - (5x16 = 10x.) - Eerste verkenning van breuken in context stokbrood / taart verdelen - windroos - Windrichting - Introductie hectometer met toepassing in kommagetallen tot Optellen en aftrekken = = Kommagetallen - bij meters en kilometers Boek 6b: Blok 1 - week 2 Oriëntatie - oefenen van telrij tot welk getal komt voor / na Optellen en aftrekken tot = tot x70= / 5x700= / 50x70= - benoemen en noteren van breuken met teller 1 - Herhalen lengte- en inhoudsmaten 98cm 1m: het verschil is.. - tijd - tijdsduur - optellen en aftrekken tot = Tabellen - toepassingen - lijstjes lezen 9. KIES EEN BOEK a. luisteren naar een gedicht b. leren hun waardering voor gedichten onder woorden te brengen a. begrippen rond (soorten) boeken: naslagwerk, kookboek, woordenboek, encycpopedie, auteur, omslag, rug, illustratie, b. onderscheiden van soorten boeken a. leren wat werkwoorden, naamwoorden en naamwoordgroepen zijn (herhaling) b. leren de term lidwoord c. herkennen lange onderwerp in een zin a. herhalen technische aspecten van een dialoog (o.a. interpunctie) b. leren een dialoog schrijven BLOK 5: les 5 en 6 De leerlingen maken kennis met woorden op tie en schrijven deze correct (cat. 25). REGEL 25: woorden op tie: Als je in een woord tsie of sie hoort schrijf je tie. BLOK 5: les 7 en 8

8 21 22 Boek 6b: Blok 1 - week 3 Aftrekken tot kleine verschillen ( =) Aftrekken tot kolomsgewijs ( =) - optellen en aftrekken tot 1000 (377-98= / =.) - vermenigvuldigen tot 1000 (5x98=.) - deel van een geheel met teller 1 - uren, minuten en seconden 125 minuter =. uur en. min. - uitrekenen van oppervlakten - vermenigvuldigen 38 x 41.. Boek 6b: Blok 1 - week 4 Oriëntatie tot op volgorde zetten van klein naar groot Aanvullend optellen tot = 5000 Aftrekken tot =. en delen 6x15= / 60x15= 150:6= / 300:6= met rest - in contextsituaties - Herhalen inhoudsmaten Hoeveel zit er in de fles? Meetkunde - ruimtelijke oriëntatie herkennen van diverse afbeeldingen in vogelvluchtperspectief op een plattegrond - tijd - kalender Toepassingen - opgaven in context 10. ZO NU EN DAN OPKLARINGEN a. luisteren gericht naar een weerbericht om hoofdpunten eruit te halen a. begrippen rond het weer: neerslag, droog, nat, wind, ijzel, donder, zonnig, b. termen uit weerberichten ordenen naar intensiteit c.uitdrukkingen met weer woorden a. leren wat aanwijswoorden en telwoorden zijn b. vinden van de persoonsvorm (herhaling) a. leren een brief te schrijven en letten daarbij op de aanhef, afsluiting en de indeling BLOK 6: les 1 en 2 De leerlingen maken kennis met persoonsvormen in de verleden tijd van zwakke werkwoorden, waarvan de stam niet eindigt op d of t. Ze oefenen in het schrijven van daarbij behorende persoonsvormen (cat. w2). REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam BLOK 6: les 3 en 4 De leerlingen herkennen woorden met het achtervoegsel heid en schrijven de woorden correct(cat. 26) REGEL 26: woorden op -heid: Woorden op heid krijgen achteraan een d. Die hoor je aks je het woord langer maakt.

9 23 24 Boek 6b: Blok 1 Boek 6b: Blok 2 - week 1 Cijferend optellen = Oriëntatie to positieschema = = Geld - in context uitrekenen halve prijs breuken met teller 1 1/3 deel van 60 bekertjes Wegen - handig combineren van getallen in context gewicht - inhoudsmaten: liter, deciliter, centiliter (herhaleen) - introductie 0,2 en 0,5 liter Aftrekken in context - 50 cent minder - 4,45 3,95 - rekenen met verhoudingstabel 11. DE KOST VERDIENEN a. luisteren naar een tekst om antwoord te vinden op vragen b. noteren de antwoorden in trefwoorden a. pegrippen rond werken, beroepen: handel, productie, dienstverlening, werkplek, werkkleding, werkgever, b. de verschillende betekenissen van werken a. herhalen het vinden van onderwerp en persoonsvorm in een zin b. herhalen het benoemen van onderdelen van een naamwoordgroep a. leeren kenmerken van goede bijschriften bij foto s of tekeningen b. maken zelf bijschriften BLOK 6: les 5 en 6 De leerlingen maken kennis met persoonsvormen in de verleden tijd van zwakke werkwoorden, waarvan de stam eindigt op een t. en oefenen daarmee (cat. w2). REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam BLOK 6: les 7 en 8

10 Boek 6b: Blok 2 - week 2 Optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen tot introductie van de tekens < en > Aftrekken - introductie vanhet cijferend aftrekken - met rest in toepassingssituaties - introductie van breuken met teller groter dan 1 - lengtematen (herhaling) Grafieken - lezen en interpreteren van verschillende grafieken - optellen en aftrekken tot 1000 met drie getallen - toepassingen in geldcontext Boek 6b: Blok 2 - week 3 - toepassingen - introductie kolomsgewijs vemenigvuldigen 8 x 57 = / 6 x 34 = - optellen en aftrekken tot = / = - aanbiedingen vergelijken - gewichten: kilogram en gram - kalender - Optellen, aftrekken, delen en vermenigvuldigen tot toepassingen Boek 6b: Blok WIL JE MIJN VRIENDJE ZIJN a. houden een groepsgesprek over een probleem bij omgangsvormen b. houden zich daarbij aan gespreksregels (herhaling) a. begrippen rond relatie en vriendschap: familie, collega, buur, klasgenoot, kennis, partner, b. uitdrukkingen en zegswijzen over relaties a. benoemen echte woordenen onzinwoorden b. leren welke lettercombonaties wel of niet kunnen in het Nerdelands c. bedenken zelf woorden en betekenissen (neologismen) a. leren synoniemen en tegenstellingen te hanteren b. schrijven daarmee op twee manieren een verhaal PROJECT: Strict geheim ens deze projectweek verplaatsen de leerlingen zich in de rol van detective. De opdrachten worden uitgevoerd in een handboek voor privé-detectives (samengesteld uit werkbladen) dat Strict gheim heet. Vaardigheidsdoelen: De kinderen bereiden hun woordenschat uit en oefenen de volgende vaardigheden in een uitdagende context: scherp waarnemen en notities maken; verslag schrijven (schaduwrapport); persoonsbeschrijving maken (signalement). BLOK 7: les 1 en 2 De leerlingen maken kennis met persoonsvormen in de verleden tijd van zwakke werkwoorden, waarvan de stam eindigt op een d. en oefenen met het schrijven daarvan (cat. w2). REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam BLOK 7: les 3 en 4 De leerlingen maken kennis met woorden die eindigen op teit, kunnen die woorden onderscheiden van woorden die met tijd te maken hebben en schrijven die woorden correct(cat. 27) REGEL 27: woorden op teit: Deze woorden hebben niets met tijd te maken. Daarom schrijf je teit. BLOK 7: les 5 en 6 De leerlingen oefenen met persoonsvormen verleden tijd van alle zwakke werkwoorden (cat. w2). REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam

11 28 29 Boek 6b: Blok 3 - week 1 Cijferend optellen Oriëntatie to / / / breuken met teller groter dan 1 1/8 deel kost.. 5/8 deel kost.. - Inhoudsmaten: l. dl, cl (herhalen 5 x 20cl =.l - introductie cm3 - delen 60:6= / 120:6= / 1200:6= Gemiddelde - introductie uitrekenen gemiddelde Boek 6b: Blok 3 - week 2 Combinatoriek - hoeveel getallen zijn er mogelijk met 3 cijfers Cijferend aftrekken = / = en optellen - van geldbedragen Hoeveel kost 40l diesel? - met teller groter dan 1 Hoeveel is 2/3 deel van een olievat met 600 liter? - optellen van geldbedragen - schaal (berekenen van afstanden) - optellen en aftrekken = = - 4 halen, 3 betalen 13. VERS VAN DE PERS a. houden een werkoverleg b. volgen gespreksregels bij dat overleg a. begrippen rond kranteninhouden: artikel recentie, ingezonden brief, a. maken en omschrijven samenstellingen b. herhalen woordenboekvaardigheden c. rafelen langere onderwerp uit elkaar a. bedenken creatieve, grappige bijschriften bij illustraties BLOK 7: les 7 en 8 BLOK 8: les 1 en 2 De leerlingen kunnen de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd en van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct schrijven. REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam

12 30 31 Boek 6b: Blok 3 - week 3 Oriëntatie - welk duizendtal ligt het dichtste bij? kolomsgewijs vermenigvuldigen 482 x 6 = - herhaling Vol is 80 liter Hoeveel is ½, ¼ deel - vergelijken van breuken Wat is het meest: 2/3 of 5/6 deel? - verschillende instrumenten om tijd te meten - hoogte (frequentiematen en verhoudingen) - optellen of 550 Tabellen - werken met de verhoudingstabel afstand-tijd Boek 6b: Blok 3 - week 4 Cijferend aftrekken Grafieken - lezen en interpreteren van staafgrafieken Optellen, vermenigvuldigen en delen - in context Wat kost het? Wat is de helft van de prijs? met rest - grotere getallen 1000 : 50 - aflezen lijstjes met openingstijden (digitaal) Wegen - verschillende weeginstrumenten - kommagetallen bij kilogram en gram Oriëntatie - kies bij elke context het passende getal - toepassingen binnen het thema 14. STAP MAAR IN a. houden een werkoverleg b. volgen gespreksregels bij dat overleg (herhaling) a. het begrip openbaar b. woorden rondom reizen met de trein: coupé, perron, b. samenstellingen met station a. herkennen en maken zelf samenstellingen b. werken met achtervoegsels heid en loos. a. schrijven een sfeervol verhaar met gebruikmaking van extra woorden BLOK 8: les 3 en 4 De leerlingen maken kennis met woorden met het achtervoegsel isch, kennen een strategie om die woorden goed te spellen en schrijven die woorden correct (cat. 28) REGEL 28: woorden op isch: Sommige woorden schrijf je met -isch. Je schrijft isch als je er een e achter kunt zetten. BLOK 8: les 5 en 6 De leerlingen kunnen de persoonsvormen in de tegenwoordige tijd en van de zwakke werkwoorden in de verleden tijd correct schrijven. REGEL w2: Zwakke werkwoorden in de v.t. stam. Bij ik en een ander komt er -te of de achter de stam. Bij wij / anderen komt er ten of den achter de stam

13 32 33 Boek 6b: Blok 3 Boek 6b: Blok 4 - week 1 en - Toepassingen waar / niet waar? - verkenning Aftrekken tot Kleine verschillen = - toepassingen ¼ deel van 80 cm - tijd en tijdsduur - oppervlakte en omtrek (omvormen en uitrekenen) - toepassingen - in geldcontext 15. ZEG EENS A a. oefenen in het stellen can vragen in een rollenspel (een dialoog met de dokter) a. begrippen rond ziek zijn: chronisch, hooikoorts, eczeen, griep, astma, b. verschillende betekenissen van samenstellingen met ziek (wagenziek praatziek) c. benamingen van medicijnen: capsule, poeder, d. uitdrukkingen rondom ziek zijn a. leren het betekenisaspect van de achtervoegselr heid en loos kennen b. leren de persoonsvorm en het onderwerp in een zin te vinden (herhaling) a. schijven met door associatie verzameld materiaal een gedicht BLOK 8: les 7 en 8 Herhaling Verdieping Toegepaste spelling Boek 6b: Blok 4 - week 2 Optellen en aftrekken tot = = 895 Cijferend optellen - van meerdere getakken ook geldbedragen : 5 / 450 : 50 / :8 - breuken met tellen groter dan 1 op de getallenlijn - koppeling breuken en kommagetallen - gewichten (herhalen) - kommagetallen bij gewichten Diagrammen - introductie beelddiagram (pictogram) - staafdiagram (herhaling) Optellen - geldbedragel (<, > of =) Kommagetallen - lengte, inhoud, gewicht en geld Boek 6b: Blok 4 - week 3 Optellen en aftrekken - grotere getallen / Cijferend aftrekken - ook geldbedragen - invullen van een verhoudingstabel Optellen en vermenigvuldigen - geldbedragen (prijslijst) - lengtematen (herhaling) Meetkunde - ruintelijke figuren - tekenen van uitslagen - optellen van geldbedragen Heb je genoeg aan 20,-? - toepassingen binnen het thema 16. EEN KIJKJE ACHTER DE SCHERMEN a. houden een interview met speciale aandacht voor het doorvragen a. benamingen van soorten tv-programma s: journaal soap, clip, b. beroepen bij de tv: regiseur, nieuwslezer, opnameleider, a. leren het verschijnsel palindromen (kok kok) en spiegelwoorden (tor rot) kennen b. leren uitdrukkingen die iets dubbelop zeggen, bijv. gratis en voor niks a. geven een beschrijving van een schilderij om een ander zich een beeld te laten vormen Herhaling Verdieping Toegepaste spelling Herhaling Verdieping Toegepaste spelling

14 36 Boek 6b: Blok 4 PROJECT: Een zomervakantiegids ens deze projectweek stellen de leerlingen een zomervakantiegids samen. De leerlingen werken soms in tweetallen, soms in groepjes van vier en soms individueel. Ze maken een eigen gids. De leerlinge hebben bij de opdrachten tijdschriften, reisgidsen, folders en kranten (eventueel op internet) nodig Vaardigheidsdoelen: De leerlingen integreren eerder aangeleerde vaardigheden door: een onderschrift bij een foto te bedenken informatie te verzamelen aantekeningen te maken aantekeningen te verwerken informatieve tekst te schrijven lijsten te maken vragen met vraagwoorden te formuleren Herhaling Verdieping Toegepaste spelling