Richtlijn Vena Cava Superior Syndroom

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn Vena Cava Superior Syndroom"

Transcriptie

1 Colofon Richtlijn Vena Cava Superior Syndroom De richtlijn vena cava superior-syndroom werd in 2005 geschreven door A. de Graeff en R.J.A. Krol en opgenomen in de eerste druk van het VIKC-richtlijnenboek. De richtlijn werd in 2010 gereviseerd door: A. de Graeff, internist-oncoloog, UMC Utrecht en hospice-arts Academisch Hospice Demeter, de Bilt R.J.A. Krol, oncologieverpleegkundige, Integraal Kankercentrum Oost, Nijmegen. Commentaar werd geleverd door: Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 1

2 Vena Cava Superior Syndroom Inleiding Het vena cava superior syndroom (VCSS) wordt gekenmerkt door een gedeeltelijke of gehele afsluiting van de vena cava superior het bloed afvoert uit het hoofd-hals gebied en de armen naar het hart. De vena cava superior is gelegen in het mediastinum, het gebied tussen de longen en boven het hart, waarin zich de trachea, de oesofagus, de grote vaten, de thymus en een aantal lymfeklieren bevinden. Deze afsluiting wordt meestal veroorzaakt door druk van buitenaf (vrijwel altijd als gevolg van tumor of metastasen in het mediastinum), maar kan ook het gevolg zijn van een aandoening van de vaatwand (bijv. een aneurysma) of van trombose (meestal in aanwezigheid van een centraal veneuze katheter). Indien er sprake is van een trombose, kan een longembolie als gevolg hiervan optreden; dit gebeurt echter slechts zelden. In het algemeen wordt de prognose ten aanzien van de levensverwachting niet bepaald door het VCSS, maar door de aard van de onderliggende aandoening en de mogelijkheden tot behandeling daarvan. De gemiddelde overlevingsduur van een patiënt met een VCSS ten gevolge van een maligniteit bedraagt 6 maanden. Epidemiologie Een VCSS treedt op bij 2-4% van de patiënten met een bronchuscarcinoom (bij 10% van de patiënten met een kleincellig bronchuscarcinoom en bij 2% van de patiënten met een niet-kleincellig bronchuscarcinoom) en bij 3% van de patiënten met een maligne lymfoom. Een VCSS kan ook het eerste teken van de ziekte zijn. Pathofysiologie Het gevolg van een afsluiting van de vena cava superior is dat het bloed uit het hoofd-halsgebied en soms ook uit de armen niet kan worden afgevoerd, waardoor de veneuze druk stijgt en er stuwing in deze lichaamsdelen optreedt. Dyspnoe treedt vaak op als gevolg van oedeemvorming in de larynx en soms ook ten gevolge van compressie van de luchtwegen door tumor. In zeldzame gevallen kan hersenoedeem optreden. Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 2

3 Meestal is er sprake van een geleidelijk proces dat zich over weken tot maanden voltrekt. Als reactie hierop treedt collateraalvorming (o.a. op de thoraxwand) op, dat wil zeggen dat het bloed uit bovengenoemde lichaamsdelen via andere bloedvaten naar het hart wordt afgevoerd. De mogelijkheden hiervoor zijn afhankelijk van de precieze plaats van de afsluiting. Indien deze zich bevindt beneden het niveau van de vena azygos (d.w.z. dicht bij de inmonding van de vena cava superior in het hart) is er minder mogelijkheid tot collateraalvorming en treden meer stuwingsverschijnselen op. Bij een snel progressief VCSS moet aan een veneuze trombose als oorzaak gedacht worden. Etiologie Het VCSS is in ca. 65% van de gevallen het gevolg van groei van tumor c.q. metastasen in het mediastinum: bronchuscarcinoom (72%) (50% niet-kleincellig, 22% kleincellig), vooral rechtszijdig, meestal als gevolg van lymfekliermetastasen in het mediastinum, soms door directe compressie door de primaire tumor maligne lymfomen (12%), hoofdzakelijk het non-hodgkinlymfoom andere maligniteiten (16%): metastasen, met name van het mammacarcinoom (9%), mediastinaal teratoom (3%), thymoom (2%), mesothelioom (1%) of andere tumoren (1%) In ca. 35% van de gevallen is er sprake van een benigne oorzaak. De meest voorkomende benigne oorzaak bij kankerpatiënten is trombose van de vena cava superior, meestal veroorzaakt door een centraal veneuze katheter (subclaviakatheter, volledig implanteerbaar toedieningssysteem, Hickman-katheter) of van een pacemaker. Andere oorzaken van een VCSS zijn infecties (bijv. tuberculose, syfilis, nocardiosis), fibroserende mediastinitis, sarcoidose, eerdere bestraling van het mediastinum, aneurysma of trauma. Diagnostiek Anamnese en lichamelijk onderzoek De meest voorkomende symptomen zijn oedeem van het gelaat (82%) of van de arm (63%), gestuwde aders in de hals (63%) of op de thoraxwand (53%), kortademigheidkortademigheid (54%) en Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 3

4 hoesten (54%). In de beginfase is s ochtends een gezwollen hals als eerste teken waar te nemen, ook wel de kraag van Stokes genoemd. De stuwing van het hoofd en het oedeem van het gelaat nemen toe bij bukken en liggen. Andere symptomen kunnen zijn: heesheid (17%), dysfagie, flauwvallen (syncope, 10%), hoofdpijn (9%), duizeligheid (6%), verwardheid (4%), stridor (4%) en visusstoornissen (2%). Meestal ontstaan de klachten geleidelijk (in de loop van weken tot maanden); de gemiddelde symptoomduur voorafgaande aan het stellen van de diagnose bedraagt 45 dagen. In zeldzame gevallen ontstaat het beeld sneller (binnen dagen tot enkele weken). In sommige gevallen zijn er (als uiting van de onderliggende maligniteit) palpabele lymfeklierzwellingen, met name supraclaviculair. Op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek wordt de volgende gradering gehanteerd: Graad Categorie Frequentie Definitie 0 Asymptomatisch 10% Geen symptomen 1 Mild 25% Oedeem c.q. veneuze stuwing van hoofd en/of hals, cyanose 2 Matig 50% Dysfagie, hoesten, bewegingsbeperking van hoofd, kaak of oogleden, visusstoornissen 3 Ernstig 10% Milde tekenen van hersenoedeem (hoofdpijn, duizeligheid) of larynxoedeem, neiging tot syncope (flauwvallen) bij bukken 4 Levensbedreigend 5% Ernstige tekenen van hersenoedeem (verwardheid, sufheid) of larynxoedeem (stridor), spontane syncope, lage bloeddruk, nierfunctiestoornissen 5 Fataal <1% Overlijden Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 4

5 Aanvullend onderzoek Indien er op grond van klachten en verschijnselen gedacht wordt aan een VCSS en behandeling wordt overwogen, kan in eerste instantie een X-thorax worden gemaakt. In 84% van de gevallen worden hierbij afwijkingen gezien, met name een verbreed mediastinum. Meestal wordt aanvullend een CT-scan (met toediening van contrast) gemaakt, waarop vrijwel altijd de obstructie van de vena cava superior kan worden gevisualiseerd. Indien er verdenking bestaat op een trombose bij een centraal veneuze katheter, kan een contrastonderzoek van de vena cava superior worden verricht. Indien het VCSS de eerste uiting is van een tot dan toe onbekende maligniteit, is een histologische diagnose van het grootste belang. Vaak kan deze door middel van cytologisch onderzoek van sputum of pleuravocht of door middel van een bronchoscopie of echoendoscopie van de oesofagus met biopten worden gesteld. In geselecteerde gevallen wordt een lymfeklier- of beenmergbiopsie, een transthoracale puntie of een mediastinoscopie verricht. Er is geen vergrote kans op complicaties bij een broncho- of mediastinoscopie in aanwezigheid van een VCSS. Beleid Vroeger werd het VCSS beschouwd als een ernstig verschijnsel met een kans op levensbedreigende complicaties, dat snel behandeling behoefde. Uit onderzoek is echter gebleken dat ernstige complicaties hoogst zelden optreden. Alleen als er sprake is van een obstructie van de larynx of trachea of van hersenoedeem, moet er met spoed behandeld worden. In de acute fase kan naast algemene maatregelen en leefregels (zie verder) behandeling met corticosteroïden worden gestart. Daarnaast moet een beslissing worden genomen over het verdere beleid. Dit is afhankelijk van de oorzaak, de voorgaande behandeling en de levensverwachting. Indien er sprake is van beperkte, niet progressieve klachten en/of een korte levensverwachting kan een expectatief beleid gerechtvaardigd zijn. Integrale benadering Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 5

6 De klachten die door het VCSS worden veroorzaakt kunnen voor de patiënt beangstigend zijn. Goede uitleg over de aard en oorzaak van het probleem en de mogelijkheden voor behandeling is van groot belang. Indien kortademigheid op de voorgrond staat is het belangrijk om er op te wijzen dat er geen risico bestaat op verstikking. De zichtbare veranderingen in het uiterlijk kunnen de patiënt en zijn omgeving confronteren met zijn ziekte. Het is belangrijk dat deze aspecten de nodige aandacht krijgen in het gesprek met de patiënt en de naasten. Algemene maatregelen en leefregels Plat liggen en bukken kunnen het beste worden vermeden. Het hoofdeinde van het bed kan omhoog worden gezet. Knellende kleding dient vermeden te worden en ook is het aan te raden om tijdig ringen af te doen omdat het risico van opzwellen van de vingers aanwezig is. Bij oedeem van de ogen kunnen de ogen meerdere malen per dag worden uitgewassen met kraanwater. Ook kan de patiënt er op gewezen worden dat er door de verhoogde druk mogelijk bloedneuzen op kunnen treden, zodat men hierop voorbereid is. Indien kortademigheid op de voorgrond staat, kan zuurstof (2-3 l/minuut) worden toegediend. Bij persisterende kortademigheid kan behandeling met lage doseringen morfine worden overwogen (zie Richtlijn Dyspnoe). Behandeling Corticosteroïden Corticosteroïden (dexamethason 1 dd 8-16 mg p.o.) worden soms toegepast in de acute fase en tijdens radiotherapie. Het doel hiervan is om eventueel oedeem van de larynx te doen verminderen. De waarde hiervan is niet bewezen. Na behandeling (radiotherapie, chemotherapie of stentplaatsing) kan de dexamethason in enkele dagen gestaakt worden. Onderhoudsbehandeling met steroïden (d.w.z. langer dan enkele weken) is niet geïndiceerd. Bij maligne lymfomen kunnen corticosteroïden ook een anti-tumor effect hebben. Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 6

7 Antistolling en trombolyse Indien er sprake is van een trombose van de vena cava superior is behandeling met heparine en orale anticoagulantia aangewezen. Hiermee wordt de trombus in de vena cava superior echter niet opgelost. Daarom kan in de acute fase gebruik gemaakt worden van trombolyse met behulp van intraveneuze toediening van urokinase om het stolsel op te lossen. Trombose van de vena cava superior treedt meestal op in aanwezigheid van een centraal veneuze katheter. Als de centraal veneuze katheter doorgankelijk is, kan deze na een geslaagde trombolyse en antistolling in situ blijven. Chemotherapie en hormonale therapie Chemotherapie is de behandeling van keuze indien er sprake is van een kleincellig bronchuscarcinoom, een maligne lymfoom of een mediastinaal teratoom en er geen eerdere chemotherapie is toegepast. In de meeste gevallen kan hiermee een snelle tumorregressie en een verbetering van de symptomen van het VCSS worden bereikt. De combinatie van chemotherapie en radiotherapie bij het kleincellig bronchuscarcinoom lijkt niet effectiever dan chemotherapie alleen. Ook bij het niet-kleincellig bronchuscarcinoom kan chemotherapie worden overwogen. Bij het mammacarcinoom kan hormonale therapie of chemotherapie worden overwogen. Radiotherapie Uitwendige bestraling is vaak de behandeling van keuze bij een kleincellig bronchuscarcinoom of maligne lymfomen na eerdere chemotherapie, of bij een niet-kleincellig bronchuscarcinoom. Ook bij andere maligniteiten (bijv. een thymoom of mediastinale metastasen) kan bestraling worden toegepast. Er worden hierbij verschillende doseringsschema s gebruikt, mede afhankelijk van de aard van de onderliggende maligniteit en de levensverwachting. Afhankelijk van de aard van de maligniteit kan effect binnen enkele dagen tot weken verwacht worden. Stentplaatsing Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 7

8 In de afgelopen jaren is veel vooruitgang geboekt bij het gebruik van stents: endoprothesen die door een (ervaren) interventie-radioloog door middel van een katheterisatie in de vena cava superior worden geplaatst ter plaatse van de afsluiting. Hiermee kan vaak een snelle verbetering (binnen 72 uur) worden bereikt. Na stentplaatsing wordt meestal behandeling met anticoagulantia of acetylsalicylzuur 1 dd 100 mg gestart; de waarde hiervan is niet bewezen. Stentplaatsing is de behandeling van keuze indien een snel effect gewenst is, bij een korte levensverwachting (weken tot enkele maanden) en/of indien er geen mogelijkheden (meer) zijn voor chemotherapie of radiotherapie. Complicaties (reocclusie, infectie, longembolie, stentmigratie, hematoom bij de punctieplaats, bloeding en perforatie) treden op in 3-7% van de gevallen. Resultaten van behandeling Afhankelijk van de oorzaak en de situatie kan verbetering van de verschijnselen van het VCSS binnen 14 dagen in 50-95% van de gevallen bereikt worden. In onderstaande tabel worden de resultaten van chemotherapie, radiotherapie en stentplaatsing bij het bronchuscarcinoom naast elkaar gezet. Er zijn echter geen studies verricht, waarbij deze behandelingen direct met elkaar vergeleken werden. Kleincellig bronchuscarcinoom Niet-kleincellig bronchuscarcinoom Chemotherapie 77% 59% Radiotherapie 78% 63% Stentplaatsing 95% Tabel. Percentage verbetering van het VCSS na chemotherapie, radiotherapie en stentplaatsing bij het bronchuscarcinoom Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 8

9 Na radiotherapie of chemotherapie treedt in 15-20% van de gevallen een recidief op van het VCSS; bij stentplaatsing bedraagt dit percentage 11%. Bij recidieven na stentplaatsing kan in 78% van de gevallen met succes een nieuwe stent worden geplaatst. Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 9

10 Stappenplan Diagnostiek 1. Anamnese en lichamelijk onderzoek 2. Bij klinische verdenking op VCSS aanvullend onderzoek: X-thorax, CT-scan thorax bij aanwezigheid van centrale lijn: contrastonderzoek bij onbekende primaire tumor: cytologische of histologische diagnostiek 3. Na stellen diagnose: besluit om al dan niet te behandelen, afhankelijk van ernst en beloop van de symptomen en de levensverwachting Beleid 1. Algemene maatregelen: vermijden van bukken en plat liggen, hoofdeinde bed omhoog, vermijden van knellende kleding, bij dyspnoeklachten evt. zuurstof of morfine 2. In het acute stadium: bij dyspnoe evt. dexamethason 1 dd 8-16 mg 3. Bij trombose bij centraal veneuze katheter: heparine, evt. trombolyse indien centraal veneuze katheter niet doorgankelijk is: katheter verwijderen 4. Bij chemotherapie gevoelige tumoren: chemotherapie 5. Bij niet-chemotherapie gevoelige tumoren of na eerdere chemotherapie: radiotherapie 6. Indien een snel effect gewenst is, bij een recidief na radiotherapie of bij een levensverwachting van 1-2 maanden: stentplaatsing, gevolgd door acetylsalicylzuur of orale antistolling Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 10

11 Niveaus van bewijsvoering Behandeling Niveau van bewijsvoering Referentie(s) Steroïden 4 Rowell 2001 Chemotherapie 3 Perez-Soler 1984, Rowell 2001, Sculier 1986, Spiro 1983, Urban 1993 Radiotherapie 3 Lonardi 2002, Pereira 1999, Perez- Soler 1984, Rowell 2003 Antistolling en trombolyse 3 Gray 1991, Morales 2000 Stentplaatsing 3 Bierdrager 2005, Courtheoux 2003, Ganeshan 2009, Garcia Monaco 2003, Gregorio Ariza 2003, Greiller 2004, Lanciego 2009, Marcy 2001, Nicholson 1997, NICE 2004, Nguyen 2009, Rowell 2003, Smayara 2001, Urruticoechia 2004, Watkinson 2008, Wilson Niveau 1 = gebaseerd op systematische review of tenminste twee gerandomiseerde onderzoeken van goede kwaliteit. Niveau 2 = gebaseerd op tenminste twee vergelijkende klinische onderzoeken van matige kwaliteit of onvoldoende omvang of andere vergelijkende onderzoeken. Niveau 3 = gebaseerd op 1 vergelijkend onderzoek of op nietvergelijkend onderzoek. Niveau 4 = gebaseerd op mening van deskundigen. Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 11

12 Literatuur Bierdrager E, Lampmann LEH, Lohle PNM et al. Endovascular stenting in neoplastic vena cava superior syndrome prior to chemotherapy or radiotherapy. Netherlands Journal of Medicine 2005; 63: Courtheoux P, Alkofer B, Al Refai M et al. Stent placement in superior vena cava syndrome. Annals of Thoracic Surgery 2003; 75: Drews RE, Rabkin DW. Superior vena cava syndrome. UpToDate, Ganeshan A, Hon LQ, Warakaulle DR, Morgan R, Uberoi R. Superior vena caval stenting for SVC obstruction: current status. European Journal of Radiology 2009; 71: Garcia Monaco R, Bertoni H, Pallota G. Use of self-expanding vasculal endoprostheses in superior vena cava syndrome. European Journal of Cardiothoracic Surgery 2003; 24: Gray BH, Olin JW, Graor RA et al. Safety and efficacy of thrombolytic therapy for superior vena cava syndrome. Chest 1991; 99: Greenberg S, Kosinski R, Daniels J. Treatment of superior vena cava thrombosis with recombinant tissue type plasminogen activator. Chest 1991; 99: Gregorio Aziza MA, Gamboa P, Gimeno MJ et al. Percutaneous treatment of superior vena cava syndrome using metallic stents. European Radiology 2003; 13: Greiller L, Barlesi F, Doddoli C et al. Vascular stenting for palliation of superior vena cava obstruction in non-small cell lung cancer: a future standard procedure? Respiration 2004; 71: Lanciego C, Pangua C, Chacón JI, Velasco J, Boy RC, Viana A, Cerezo S, García LG. Endovascular stenting as the first step in the overall management of malignant superior vena cava syndrome. American Journal of Roentgenoly 2009; 193: Lonardi F, Gioga G, Agus G et al. Double-flash, large-fraction radiation therapy as palliative treatment of malignant superior vena cava syndrome in the elderly. Supportive Care in Cancer 2002; 10: Marcy PY, Magne N, Bentotila F. Superior vena cava obstruction: is Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 12

13 stenting necessary? Supportive Care in Cancer 2001; 9: Morales M, Comas V, Trujillo M, Dorta J. Treatment of thrombotic superior vena cava syndrome: a single institutions experience. Supportive Care in Cancer 2000; 8: NICE (National Institute for health and Clinical Excellence). Stent placement for vena cava obstruction. IPG79, Nguyen NP, Borok TL, Welsh J, Vinh-Hung V. Safety and effectiveness of vascular endoprosthesis for malignant superior vena cava syndrome. Thorax 2009 ; 64: Nicholson AA, Ettles DF, Arnold A et al. Treatment of malignant superior vena cava obstruction: metal stents or radiation therapy. Journal of Vascular and Intervention Radiology 1997; 8: Pereira JR, Martins SJ, Ikari FK et al. Neoadjuvant chemotherapy versus radiotherapy alone for superior vena cava syndrome due to non-small cell lung cancer: preliminary results of randomized phase II trial. European Journal of Cancer 1999; 35 (Suppl 4): 260. Perez-Soler R, McLaughlin P, Velasquez WS et al. Clinical features and results of superior vena cava syndrome secondary to lymphoma. Journal of Clinical Oncology 1984; 2: Van Putten JW, Schlösser NJ, Vujakovic Z et al. Superior vena cava obstruction caused by radiation induced venous fibrosis. Thorax 2000; 55: Rice TW, Rodriguez RM, Light RW. The superior vena cava syndrome: clinical characteristics and evolving etiology. Medicine (Baltimore) 2006; 85: Rowell NP, Gleeson FV. Steroids, radiotherapy, chemotherapy and stents for superior vena caval obstruction in carcinoma of the bronchus. Cochrane Database of Systematic Reviews 2001; (4): CD Sculier JP, Evans WK, Field R et al. Superior vena caval obstruction in small-cell lung cancer. Cancer 1986; 57: Smayara T, Otal P, Chabbert V et al. Long-term results of endovascular stent placing in the superior caval venous system. Cardiovascular and Intervention Radiology 2001; 24: Spiro SG, Shah S, Harper PG et al. Treatment of obstruction of the superior vena cava by combination chemotherapy with and without irradiation in small-cell carcinoma of the bronchus. Thorax 1983; Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 13

14 : Urban T, Lebeau B, Chastang C et al. Superior vena cava syndrome in small-cell lung cancer. Archives of Internal Medicine 1993; 153: Urruticoechea A, Mesia R, Dominguez J et al. Treatment of malignant superior vena cava syndrome by endovascular stent insertion. Experience on 52 patients with lung cancer. Lung Cancer 2004; 43: Watkinson AF, Yeow TN, Fraser C. Endovascular stenting to treat obstruction of the superior vena cava. BMJ 2008; 336: Wilson E, Lyn E, Lynn A et al. Radiological stenting provides effective palliation in malignant central venous obstruction. Clinical Oncology 2002; 14: Wilson LD, Detterbeck FC, Yahalom J. Superior Vena Cava Syndrome with malignant causes. New England Journal of Medicine 2007; 356: Yahalom J. Superior Vena Cava Syndrome. In: DeVita VT, Hellman S, Rosenberg SA, eds.(6th edition). Cancer. Principles & Practice of Oncology. Philadelphia: Lippincott Williams & Wilkins, 2001, pp Yu JB, Wilson LD, Detterbeck FC. Superior vena cava syndrome a proposed classification system and algorithm for management. Journal of Thoracic Oncology 2008; 3: Conceptrichtlijn Vena Cava Superior Syndroom/Versie 2/ Pagina 14

Patiënten met het vena-cava-superiorsyndroom

Patiënten met het vena-cava-superiorsyndroom Klinische les Patiënten met het vena-cava-superiorsyndroom Valkuilen bij de herkenning Jacob W. Bosma, Jan Veenstra en Wies L.E. Vasmel Dames en Heren, Het vena-cava-superiorsyndroom (VCSS) kan de eerste

Nadere informatie

Palliatieve radiotherapie

Palliatieve radiotherapie Palliatieve radiotherapie Gemetastaseerd (mamma- en long)carcinoom C.G.M. Gadellaa-van Hooijdonk, AIOS Radiotherapie 20-03-2018 Gemetastaseerde ziekte - palliatie Palliatieve zorg is een benadering die

Nadere informatie

Palliatieve radiotherapie

Palliatieve radiotherapie Palliatieve radiotherapie Gemetastaseerd (mamma- en long)carcinoom C.G.M. Gadellaa-van Hooijdonk, AIOS Radiotherapie 12-04-2015 Palliatie - definitie Palliatieve zorg is een benadering die de kwaliteit

Nadere informatie

Reeks 13: Vergeten organen Avond

Reeks 13: Vergeten organen Avond Reeks 13: Vergeten organen Avond Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum / Thymoom Dr. Monique Hochstenbag Longarts MUMC kalfszwezerik No Disclosures Mediastinum Voorste mediastinum Thymus

Nadere informatie

Palliatieve radiotherapie

Palliatieve radiotherapie Palliatieve radiotherapie Gemetastaseerd (mamma- en long)carcinoom C.G.M. Gadellaa-van Hooijdonk, AIOS Radiotherapie 02-04-2019 Radiotherapie Radiotherapie bij +/- 50% van alle kankerpatiënten Radiotherapie

Nadere informatie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie

Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig

Nadere informatie

Hilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12

Hilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12 1 Hilaire pathologie.1 Inleiding 2.2 Radiologische kenmerken 2.2.1 Hilaire lymfeklierzwellingen 2.2.2 Endobronchiale afwijkingen.3 Oefencasus 12 2 Hoofdstuk Hilaire pathologie. 1 Inleiding De hilus is

Nadere informatie

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid

Marlies Peters. Workshop Vermoeidheid Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Uitgangsvraag (consensus based, mei 2015) Welke diagnostiek is zinvol om te verrichten bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase?

Uitgangsvraag (consensus based, mei 2015) Welke diagnostiek is zinvol om te verrichten bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase? 563 564 565 566 567 568 5. DIAGNOSTIEK Uitgangsvraag (consensus based, mei 2015) Welke diagnostiek is zinvol om te verrichten bij patiënten met dyspneu in de palliatieve fase? Aanbevelingen Voor de diagnostiek

Nadere informatie

Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen

Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen Dr. M.E. Hamaker Klinisch geriater mhamaker@diakhuis.nl Analyse en behandeling bij verdenking op maligniteit bij de oudste ouderen Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

KIEZEN VOOR MEER OF MINDER STRALING BIJ DE BEHANDELING VAN PROSTAATKANKER

KIEZEN VOOR MEER OF MINDER STRALING BIJ DE BEHANDELING VAN PROSTAATKANKER KIEZEN VOOR MEER OF MINDER STRALING BIJ DE BEHANDELING VAN PROSTAATKANKER Informatie voor patiënten die betrokken willen worden bij de keuze tussen twee behandelplannen Afweging Bij het bestralen moet

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

Thoraxchirurgie. In Tergooiziekenhuizen

Thoraxchirurgie. In Tergooiziekenhuizen Thoraxchirurgie In Tergooiziekenhuizen Waarvoor? Trauma Benigne afwijkingen Maligne afwijkingen Thorax trauma Benigne afwijkingen Pneumothorax Goedaardige tumoren Infekties Maligne afwijkingen Longcarcinoom

Nadere informatie

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014

Tumoren van centrale zenuwstelsel. Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Tumoren van centrale zenuwstelsel Asia Ropela, internist-oncoloog St.Jansdal ziekenhuis 22 maart 2014 Indeling Metastasen van tumoren van elders In de parenchym van de hersenen In hersenvliezen: leptomeningeale

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd: 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Deze richtlijn werd in 2010 geschreven op basis van de richtlijn 'Hoesten' van pallialine.nl door

Deze richtlijn werd in 2010 geschreven op basis van de richtlijn 'Hoesten' van pallialine.nl door Hoesten Colofon Deze richtlijn werd in 2010 geschreven op basis van de richtlijn 'Hoesten' van pallialine.nl door Dr. Peter Bogaerts, Longarts A.Z. KLINA Brasschaat Dr. Gert Huysmans, huisarts, Equipearts

Nadere informatie

Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek

Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek M. Lacko KNO-arts/Hoofd-hals oncoloog Oncologie symposium, Maastricht 21 mei 2015 Indeling presentatie 1. Incidentie en epidemiologie

Nadere informatie

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg

Hersenmetastasen. Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen Jeroen van Eijk Neuroloog JBZ 2 oktober 2014 Symposium Palliatieve Zorg Hersenmetastasen (HM) + Introductie + Enkele cijfers. + Wanneer denken we aan HM? + Behandeling van HM (Landelijke

Nadere informatie

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN

ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN NEDERLANDSE VERENIGING voor ONCOLOGIE ONCOLOGIE- en MILESTONEDAGEN De Oncologiedagen worden georganiseerd door: NVvO, NKI-AVL en ERASMUS MC 1. Larynx- en hypofarynxafwijkingen 09-05-1970 2. Hormonen en

Nadere informatie

MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst

MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst MRI in de diagnostiek van acute trombose Techniek van de toekomst Dr. Frederikus. Klok fd. Trombose en Hemostase, LUMC Erik - de jonge onderzoeker V Trombose Erik - de (nog steeds) jonge onderzoeker V

Nadere informatie

Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC

Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma. Fanny Vuik Keuze Coassistent IC Dissectie van de A. carotis door een stomp trauma Fanny Vuik Keuze Coassistent IC 17-09-2014 Inhoud. Casus Epidemiologie Indeling Pathofysiologie Kliniek Diagnostiek Therapie Conclusie Casus Man, 32 jaar.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is Auteur Soort studie Aantal patiënten Lee 2013 Qurashi Systematic review 1999-2011 Systematic review 1999-2011 Radiotherapie / Chirurgie (meestal gevolgd door ) 377 Conservatief waaronder Inclusiecriteria

Nadere informatie

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-

Nadere informatie

Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum

Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum Monique Hochstenbag OncoZon Januari 2018 No Disclosures Proces voorste mediastinum Man 41-jaar Drukkend gevoel op de borst, moeheid, verminderde inspanningstolerantie

Nadere informatie

Casus 1 (3) Komt op poli, laat bloedbeeld prikken Uitslag: Normaalwaarden? T.a.v. Trombopenie: waar let je op? Wat nu? Hb 3.8 L 2.

Casus 1 (3) Komt op poli, laat bloedbeeld prikken Uitslag: Normaalwaarden? T.a.v. Trombopenie: waar let je op? Wat nu? Hb 3.8 L 2. Casus 1 Man, 67 jaar, NSCLC, stadium IIIA (tumor re-long+ positieve lymfklieren mediastinum) Bezig met radiotherapie (5 weken), met wekelijks korte kuur chemotherapie Nu in 3e week, afgelopen week geen

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen

Nadere informatie

Behandeling van het acute herseninfarct

Behandeling van het acute herseninfarct Behandeling van het acute herseninfarct VPL symposium 14-03-2014 Puck Fransen, onderzoeker neurologie, Erasmus MC Inhoud Achtergrond (epidemiologie/etiologie) Behandeling endovasculaire behandeling Huidige

Nadere informatie

Een gezwollen hoofd allergie?

Een gezwollen hoofd allergie? 1108 Tijdschr. voor Geneeskunde, 63, nr. 22, 2007 doi: 10.2143/TVG.63.22.2000197 CASUS VAN DE MAAND 1 Een gezwollen hoofd allergie? W. Van Moerkercke 2, 4, K. Van Eygen 3 Casus Een 17-jarig meisje komt

Nadere informatie

Trastuzumab (Herceptin )

Trastuzumab (Herceptin ) Trastuzumab (Herceptin ) Borstkanker (mammacarcinoom) De diagnose borstkanker is bij u vastgesteld. Dit wordt ook wel een mammacarcinoom genoemd. De behandeling van een mammacarcinoom bestaat uit een operatieve

Nadere informatie

Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen

Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen Adalimumab (Humira ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel adalimumab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC

Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) subcutaan bij reumatische aandoeningen

Abatacept (Orencia ) subcutaan bij reumatische aandoeningen Abatacept (Orencia ) subcutaan bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel abatacept te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Muziektherapie in de oncologie

Muziektherapie in de oncologie Muziektherapie in de oncologie Wetenschap en praktijk combineren Tom Abrahams 26 mei 2015 Wat is muziektherapie? Een vorm van vaktherapie Ervaringsgericht Interventies binnen muzikale context Waar wordt

Nadere informatie

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling

Klinische Dag. 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker. (potentiële) belangenverstrengeling Klinische Dag 3 oktober 2013 Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Papiloedeem als eerste presentatie van het POEMS syndroom Dieneke Breukink, ANIOS Interne Geneeskunde R.

Nadere informatie

Multidisciplinaire behandeling van dyspnoe

Multidisciplinaire behandeling van dyspnoe Multidisciplinaire behandeling van dyspnoe Jeroen Hiltermann, longarts UMCG Karel Schuit, huisarts-consulent palliatieve zorg Definitie Een bewuste ervaring van een verstoring van de ademhaling oftewel

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

Infliximab (Remicade ) bij reumatische aandoeningen

Infliximab (Remicade ) bij reumatische aandoeningen Infliximab (Remicade ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel infliximab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd

Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Casusbespreking Sinustrombose of Trombosehoofd Lotte Sondag, AIOIS neurologie Ewoud van Dijk, neuroloog Inhoud Casusbeschrijving Cerebraal veneuze sinustrombose Anatomie Pathofysiologie Epidemiologie en

Nadere informatie

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn

Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn Behandeling DVT/PE hoort NIET thuis in de eerste lijn F.A. (Erik) Klok, MD PhD Department of Thrombosis and Hemostasis Leiden University Medical Center The Netherlands F.A.Klok@LUMC.nl Belang van tweede

Nadere informatie

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister

Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister 6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting

Nadere informatie

18 juni 2008 Jaarbeurs Utrecht

18 juni 2008 Jaarbeurs Utrecht 18 juni 2008 Jaarbeurs Utrecht Help, call 911 Structural Oncology Emergencies Oncologische spoedgevallen Henk Mallo MANP nurse practitioner medische oncologie Nederlands Kanker Instituut- Antoni van Leeuwenhoek

Nadere informatie

Behandeling Diep Veneuze Trombose

Behandeling Diep Veneuze Trombose Behandeling Diep Veneuze Trombose Danick Werner MSc Verpleegkundig specialist intensieve zorg Vasculaire geneeskunde & endocrinologie Amphia Ziekenhuis, Breda Continuing Nursing Education, 20 september

Nadere informatie

Trombolyse behandeling Vascular care unit op locatie Alkmaar.

Trombolyse behandeling Vascular care unit op locatie Alkmaar. Trombolyse behandeling Vascular care unit op locatie Alkmaar Inhoud Waarom deze behandeling? 3 Voorbereiding 3 De behandeling 4 Gedurende de behandeling 4 Andere bijwerkingen 5 Afronden van de trombolyse

Nadere informatie

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma

Larynxcarcinoma 10/03/2013. Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma 1 Heesheid en vroegdiagnostiek bij middel van narrow band imaging (NBI) en orgaansparende heelkunde bij larynxcarcinoma Prof. Dr. Olivier Vanderveken Dienst NKO, Hoofd en Halsheelkunde UZA Faculteit Geneeskunde

Nadere informatie

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012

Palliatieve zorg bij copd. Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg bij copd Minisymposium 22 maart 2012 Palliatieve zorg Hans Timmer, longarts ZGT Caroline Braam, huisarts Hengelo PALLIATIEVE ZORG CASUS 75-jarige terminale COPD-patient Mantelzorger valt

Nadere informatie

Ellen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville

Ellen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville Ellen Rijckmans & Sebastian Scherer Tutor: Jella De Ville Inhoudstafel 1. Casusvoorstelling 2. Differentiaaldiagnoses 3. Diagnostiek en klinische benadering 4. Behandeling 5. Bronnen Casus XXIV Een 32

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij

Nadere informatie

Trombose en Longembolie

Trombose en Longembolie Trombose en Longembolie 2 De arts heeft bij u trombose en/of een longembolie geconstateerd. Deze folder geeft algemene informatie over trombose, longembolie en de behandeling. Het is goed u te realiseren

Nadere informatie

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje

Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom MDO-praatje Casus Patient CutaanT-cel lymfoom, type mycosis fungoides met aanwijzingen voor lymfeklierbetrokkenheid (niet PA-bewezen). Buikproblemen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET

Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh

Nadere informatie

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013

Symptomatische behandeling hersenmetastasen. Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Symptomatische behandeling hersenmetastasen Jeroen van Eijk, neuroloog JBZ 3 e Regionale Symposium Palliatieve Zorg 07-11-2013 Zo maar een paar vragen: -Moeten patiënten met HM standaard met dexamethason

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC

Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten. Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC Tromboseprofylaxe bij niet-chirurgische gehospitaliseerde patiënten Dr. Marieke J.H.A. Kruip Internist-hematoloog Erasmus MC achtergrond veneuze trombose komt frequent voor Medisch jaarverslag FNT 2014

Nadere informatie

RADIOTHERAPIE IN DE PALLIATIEVE FASE. 29 september e Regionale symposium palliatieve Zorg s-hertogenbosch

RADIOTHERAPIE IN DE PALLIATIEVE FASE. 29 september e Regionale symposium palliatieve Zorg s-hertogenbosch RADIOTHERAPIE IN DE PALLIATIEVE FASE 29 september 2011 2e Regionale symposium palliatieve Zorg s-hertogenbosch DOE MEER MET MINDER., mogelijkheden met kortdurende radiotherapie in de palliatieve fase introduceren

Nadere informatie

Diep veneuze trombose

Diep veneuze trombose Diep veneuze trombose Inhoudsopgave Wat is trombose... 1 Wat is diep veneuze trombose... 1 Oorzaken van diep veneuze trombose... 2 Verschijnselen van diep veneuze trombose... 2 Diagnose stellen bij diep

Nadere informatie

Chemotherapie en stolling

Chemotherapie en stolling Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,

Nadere informatie

Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens

Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving. Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens Ouderen en kanker: epidemiologie en factoren van invloed op behandeling en overleving Maryska Janssen-Heijnen Valery Lemmens Levensverwachting in jaren Nederlandse bevolking 2007 Leeftijd Mannen Vrouwen

Nadere informatie

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds

Nadere informatie

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis

Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis Beeldvorming bij gemetastaseerd mamma- en longcarcinoom Sebastiaan Franken, Fellow mammaradiologie Jeroen Bosch Ziekenhuis Casper van Everdingen, radioloog in het Diakonessenhuis Utrecht Disclosure belangen

Nadere informatie

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen

Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Rituximab (Mab Thera ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel rituximab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

Pepijn Brocken, longarts, HAGAziekenhuis, Den Haag oncologiedagen 2014

Pepijn Brocken, longarts, HAGAziekenhuis, Den Haag oncologiedagen 2014 Pepijn Brocken, longarts, HAGAziekenhuis, Den Haag oncologiedagen 2014 De zorg is veranderd Patient centraal Kwaliteit van zorg Normen en criteria Registratie en transparantie Concurrentie in de zorg

Nadere informatie

Tocilizumab (RoActemra ) bij reumatische aandoeningen

Tocilizumab (RoActemra ) bij reumatische aandoeningen Tocilizumab (RoActemra ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel tocilizumab te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.

Nadere informatie

OLIJFdag 3 oktober 2015

OLIJFdag 3 oktober 2015 OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening

Nadere informatie

Remicade. Interne geneeskunde

Remicade. Interne geneeskunde Remicade Interne geneeskunde Uw behandelend arts of verpleegkundige heeft met u gesproken over het gebruik van Infliximab (Remicade ). In deze folder krijgt u informatie over de werking en het gebruik

Nadere informatie

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary

Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE

TRANSMURAAL PROTOCOL DIEPE VENEUZE TROMBOSE TRANSMURAAL PROTOCOL Inleiding De incidentie van diepe veneuze trombose () is ongeveer 2 per 1.000 patiënten per jaar. Voor longembolie gelden vergelijkbare getallen. De huisarts wordt dan ook niet vaak

Nadere informatie

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts

Thrombo-embolie. Wouter Jacobs, longarts. John van Putten, longarts Thrombo-embolie Wouter Jacobs, longarts John van Putten, longarts Patiënt 1 53 jarige man Voorgeschiedenis 1968 appendectomie Dec 2011 pijnlijke rechter voet waarvoor strassburger sok Anamnese 3 weken

Nadere informatie

c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG

c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG c-met amplificatie/ exon14 skippingpatiënt L. Hijmering/Harry J M Groen Longarts UMCG Voorgeschiedenis 2000 Femoralis stent. 2016 ct2bn3m1b adenocarcinoom van de long uitgaande van de LBK met o.a. hersenmetastasen

Nadere informatie

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen

Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Abatacept (Orencia ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel abatacept te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel. Heeft

Nadere informatie

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017

PORTEC 4a studie. Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 PORTEC 4a studie Landelijke brachy laboranten dag 17 november 2017 L Opzet presentatie Studie design In- en exclusie criteria Randomisatie Moleculair profiel bepaling Logistiek 2 Randomized phase III trial

Nadere informatie

longembolie patiënteninformatie

longembolie patiënteninformatie patiënteninformatie longembolie Bij u is het vermoeden van en longembolie, of is de diagnose longembolie gesteld. Wat is een longembolie eigenlijk? Hoe ontstaat een longembolie en hoe kan het worden behandeld?

Nadere informatie

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven

Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Klinische Dag NVvH 2 oktober 2014 Disclosure belangen M. Roeven Geen (potentiële) belangenverstrengeling Azacitidine, een gekke oorzaak van crazy paving M. Roeven; M. Cruijsen; W. van der Velden, Casus

Nadere informatie

1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering. - onvolledigheden / aanvullingen. 3. De N factor: hoe in kaart brengen.

1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering. - onvolledigheden / aanvullingen. 3. De N factor: hoe in kaart brengen. Mediastinum 1. Inleiding: De nieuwe TNM classifikatie stadiering 2. De N factor: impact op prognose: -vlgtnm - onvolledigheden / aanvullingen 3. De N factor: hoe in kaart brengen. 4. De N factor: impact

Nadere informatie

Net de diagnose gekregen

Net de diagnose gekregen Net de diagnose gekregen Vragen die u kunt stellen Hieronder vindt u een lijst met vragen die in verschillende stadia van het onderzoek, de behandeling en de verzorging van patiënten van pas komen. Deze

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens

Overbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie

Nadere informatie

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele

Nadere informatie

Diep veneuze trombose

Diep veneuze trombose Diep veneuze trombose Wat is trombose? Trombose is een bloedstolsel (bloedprop) in een bloedvat. Door groei van het stolsel kan het bloedvat verstoppen en uiteindelijk volledig afgesloten raken. Van dit

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde

Antitrombotisch beleid. Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde Antitrombotisch beleid Karina Meijer ochtendrapport Interne Geneeskunde 300616 Achtergrond Initiatief door NIV, geschreven door multidisciplinaire werkgroep internisten, huisartsen, orthopeden, longartsen,

Nadere informatie

Infliximab (Remicade )

Infliximab (Remicade ) MDL Infliximab (Remicade ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Inhoudsopgave Algemeen...4 Werking...4 Voorzorgsmaatregelen...5 Gebruik...6 Bijwerkingen...7 Interactie met andere geneesmiddelen...8

Nadere informatie

Infliximab. (Inflectra /Remicade /Remsima ) Informatiefolder. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. N-ICC folder IFX uitgave november 2014

Infliximab. (Inflectra /Remicade /Remsima ) Informatiefolder. bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. N-ICC folder IFX uitgave november 2014 Infliximab (Inflectra /Remicade /Remsima ) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Informatiefolder N-ICC folder IFX uitgave november 2014 Deze folder is tot stand gekomen door samenwerkende IBD verpleegkundigen

Nadere informatie

Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format

Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format Richtlijn voor richtlijnen in het ONCOLINE format Tumorwerkgroep: Datum vaststellen: Datum revisie: ALGEMEEN Twee tot drie korte zinnen over epidemiologie en behandeling. Voor de landelijke richtlijnen

Nadere informatie

Patiënten informatie poli HVC

Patiënten informatie poli HVC Patiënten informatie poli HVC Wat is diep veneuze trombose? Diep veneuze trombose (ongewenste stolselvorming in de aderen van een been), ook wel trombosebeen genoemd, is een aandoening die bij ongeveer

Nadere informatie

Herseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren

Herseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren Herseninfarct Snelle behandeling in de eerste uren Een snelle behandeling in de eerste uren kan voorkomen dat een herseninfarct ernstige gevolgen heeft. In deze folder leest u meer over deze behandeling.

Nadere informatie

workshop besluitvorming in de palliatieve fase

workshop besluitvorming in de palliatieve fase workshop besluitvorming in de palliatieve fase Alexander de Graeff, internist-oncoloog UMC Utrecht, hospice-arts Demeter Marjolein van Meggelen, oncologieverpleegkundige Aveant Consulenten PalliatieTeam

Nadere informatie

Het bronchuscarcinoma Incidentie, symptomen en diagnose. Dr. M. Delanote Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel

Het bronchuscarcinoma Incidentie, symptomen en diagnose. Dr. M. Delanote Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel 1 Het bronchuscarcinoma Incidentie, symptomen en diagnose Dr. M. Delanote Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel 2 1. Incidentie 2. Etiologie 3. Types 4. Symptomen 5. Diagnose 1. Incidentie 3 Vlaamse liga tegen

Nadere informatie

Richtlijn Diepveneuze trombose en longembolie

Richtlijn Diepveneuze trombose en longembolie 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Richtlijn Diepveneuze trombose en longembolie Colofon De eerste versie van de richtlijn diepveneuze trombose en longembolie werd in 2005 geschreven

Nadere informatie

Certolizumab pegol (Cimzia ) bij reumatische aandoeningen

Certolizumab pegol (Cimzia ) bij reumatische aandoeningen Certolizumab pegol (Cimzia ) bij reumatische aandoeningen Uw behandelend arts heeft aangegeven u met het geneesmiddel certolizumab pegol te willen gaan behandelen. Deze folder geeft informatie over dit

Nadere informatie