Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1
|
|
- Koenraad Verstraeten
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Brussel september 2008 Handleiding onderwijsvisitaties aangevuld protocol ter ondersteuning an de opleidingen in academisering DEEL 1
2 VLIR Ravensteingalerij 27 B 1000 Brussel TEL +32 (0) FAX +32 (0) WEB administratie@vlir.be VLHORA Ravensteingalerij 27/3 B 1000 Brussel TEL +32 (0) FAX +32 (0) WEB info@vlhora.be Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
3 Het aangevuld protocol is bedoeld als ondersteuning van de opleidingen in academisering die een zelfevaluatierapport moeten schrijven in de overgangsperiode (tot 2013) en de opleidingen die zich voorbereiden op de voortgangstoets academisering. De elementen in de huidige tekst van het protocol die betrekking hebben op de opleidingen in academisering worden gemarkeerd met een (a). Toegevoegde of aangevulde elementen zijn zichtbaar aangebracht. Het is de bedoeling de opleidingen optimaal te ondersteunen in het academiseringsproces en de daarbij horende rapporteringen door: - bijkomende administratieve verplichtingen tot een minimum te beperken; - het huidige protocol aan te vullen met ontbrekende en aanvullende elementen teruggevonden in: o de notitie van de Ministeriële Werkgroep Academisering, o de richtlijnen van het NVAO voor academiserende hogeschoolopleidingen in de overgangsperiode, o de leidraad.bij de ontwikkeling van de methodologie en de keuze van indicatoren voor de voortgangstoets, voorstel van ondersteuningstekst opgemaakt door de voorzitters van de associaties voor hoger onderwijs Op basis van de voormelde NVAO-richtlijnen worden enkel aanvullingen aangebracht in de hoofdstukken 1, 2, 3 en 4. Daarnaast wordt gevraagd in het inleidend hoofdstuk in te gaan op het algemeen beleid inzake academisering en de verwevenheid van onderwijs en onderzoek. Voor de tabellen verwijzen we naar het boekje handleiding onderwijsvisitaties deel 2 versie septemer De Checklist is aangevuld met aandachtspunten in het kader van het academiseringsproces. Hiervoor zijn de NVAO-richtlijnen nauw gevolgd. De handleiding voor opleidingen in academisering is goedgekeurd door de bestuursvergadering van VLHORA op 14 juni 2007 en door de VLIR op 18 juni 2007; de actualisatie naar de handleiding versie september 2008 is hierin opgenomen. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
4 INHOUD Algemene inleiding 6 1 Kwaliteitszorg en kwaliteitszorgstelsels Het begrip kwaliteit in het hoger onderwijs Kwaliteitszorgstelsel en functies Externe kwaliteitszorg Kwaliteitszorgstelsels van de eerste generatie Kwaliteitszorgstelsels van de tweede generatie Visitatie en accreditatie in Vlaanderen Continuïteit of breuk met het verleden? De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) Kenmerken visitatie en accreditatie in Vlaanderen Structuur handleiding 10 2 Zelfevaluatie Inleiding Algemene aspecten Betrokken actoren Algemene richtlijnen Onderwerpen, facetten en beoordelingscriteria Verwacht analyseniveau Overgangsthematie De opleiding in vergelijkend perspectief Bereik van het rapport Taal en omvang van het rapport Actualiserende informatie met betrekking tot het zelfevaluatierapport Inhoud van het zelfevaluatierapport 16 3 Visitatiecommissie Samenstelling van de commissie Criteria en aandachtspunten voor de samenstelling van de visitatiecommissie Voordracht van de visitatiecommissie Projectbegeleider/secretaris van de visitatiecommissie Taak van de visitatiecommissie Concretisering van de taak Verwachtingen ten aanzien van de visitatiecommissie Deontologische code en gedragsregels Klachtenmelding en -behandeling 45 4 Visitatieproces Voorbereiding Installatievergadering en/of bijkomend overleg Bezoek Schriftelijke rapportering Opvolging 55 5 Accreditatieproces Aanvraag accreditatie Accreditatie Opvolging 58 Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
5 6 Bijlagen NVAO-accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen (14 februari 2005) Overzicht verplicht op te nemen bijlagen bij het zelfevaluatierapport Tabellen ten behoeve van de zelfevaluatie Onderwijskundige uitgangspunten Beoordelingsformulier Onafhankelijkheid van de visitatiecommissie Besluit van de Erkenningscommissie Hoger Onderwijs tot vaststelling van criteria voor bekrachtiging van de samenstelling van visitatiecommissies voorgesteld door de Vlaamse Interuniversitaire Raad en de Vlaamse Hogescholenraad Reglement van de interne beroepsprocedure visitatierapporten Internetlinks met nuttige informatie omtrent decreten, ministeriële besluiten, accreditatie(kader) 145 Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
6 Algemene inleiding Deze handleiding beschrijft het visitatieprotocol dat de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) hanteren voor het uitvoeren van de visitatie van opleidingen aangeboden door universiteiten, hogescholen en andere ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs. 1 De aangereikte informatie is zowel bedoeld voor de betrokken opleidingen/ instellingen als voor de visitatiecommissies. 1 In de rest van de tekst van het protocol wordt de benaming universiteiten en hogescholen generisch gebruikt en heeft ze betrekking op alle ambtshalve geregistreerde instellingen voor hoger onderwijs. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
7 Hoofdstuk 1 Kwaliteitszorg en kwaliteitszorgstelsels Sinds de jaren 80 is er een groeiende interesse voor de kwaliteit van het hoger onderwijs waar te nemen binnen Europa en ook in Vlaanderen. Voorheen was kwaliteit ook een bekommernis van hogescholen en universiteiten maar was er nauwelijks sprake van een systematische en/of geformaliseerde aanpak door overheid en instellingen. De formalisering van kwaliteitszorgstelsels heeft zich vooral ontwikkeld tijdens de laatste twee decennia en kent ook in Vlaanderen een sterkere inbedding in het hoger onderwijs. 1.1 Het begrip kwaliteit in het hoger onderwijs Kwaliteit is een complex en multidimensioneel concept waarover verschillende opvattingen bestaan. De invulling van het begrip verschilt naargelang van de doelgroep en het niveau, verschuift in de tijd, wordt bepaald door randvoorwaarden waarbinnen aan kwaliteit kan gewerkt worden en door de invalshoek van waaruit naar het onderwijs gekeken wordt. Deze complexiteit maakt het beoordelen van kwaliteit tot een ingewikkeld proces waarin met de verwachtingen van veel verschillende betrokkenen rekening moet worden gehouden (de instellingen voor hoger onderwijs, de studenten, hun ouders, de werkgevers, de beroepsorganisaties, de samenleving als geheel en de overheid). 1.2 Kwaliteitszorgstelsel en functies Kwaliteitszorgstelsels worden meestal onderverdeeld in interne en externe kwaliteitsstelsels. Bij interne kwaliteitszorgstelsels gebeurt de evaluatie door de opleiding of instelling zelf. Bij externe kwaliteitszorgstelsels wordt dit gedaan door deskundigen van buiten de opleiding of instelling. Ondanks dit voor zich sprekend onderscheid is de scheiding tussen beide niet altijd even duidelijk en is dit mede afhankelijk van de functies van de evaluatie in het kwaliteitszorgstelsel. De volgende functies van kwaliteitszorg kunnen worden onderscheiden: Verbeter- en borgingsfunctie: het gebruiken van uitkomsten van kwaliteitszorg ter verbetering en verankering van de kwaliteit van het onderwijs. Verantwoordingsfunctie: het gebruiken van uitkomsten van kwaliteitszorg als informatie voor overheden en consumenten. Enerzijds betreft dit het afleggen van verantwoording ten aanzien van de bredere samenleving over de wijze waarop publieke middelen op efficiënte en effectieve wijze worden ingezet. Instellingen worden hierdoor niet alleen aangezet om verantwoordelijk en spaarzaam te zijn maar ook om helder te communiceren over de resultaten en de maatschappelijke voordelen ervan. Anderzijds betreft dit informatie voor de studenten, hun ouders en de werkgevers, middels openbare rapporten, over de mate waarin opleidingen voldoen aan kwaliteitsstandaarden. Regulering van het hoger onderwijsbestel: het gebruiken van uitkomsten van kwaliteitszorg om er concrete gevolgen op vlak van sturing en regulering aan te koppelen. Kwaliteitsindicatoren worden zo gehanteerd als parameters om bijvoorbeeld beslissingen te nemen over de onderwijsbevoegdheid van instellingen, de toewijzing van nieuwe opleidingen, de verdeling van middelen tussen onderwijs en onderzoek, enz. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
8 1.3 Externe kwaliteitszorg In de tijd kunnen in het Europees hoger onderwijs twee stelsels van externe kwaliteitszorg worden onderscheiden: kwaliteitszorgstelsels van de eerste generatie en kwaliteitszorgstelsels van de tweede generatie Kwaliteitszorgstelsels van de eerste generatie Dit betreft de stelsels van externe kwaliteitszorg die enkele decennia geleden in Europa tot ontwikkeling zijn gekomen. Ook in Vlaanderen hebben de universiteiten en de hogescholen in de loop van de jaren 90 in ruil voor een grotere autonomie een dergelijk kwaliteitszorgsysteem opgezet. Het systeem van kwaliteitszorg het visitatiestelsel werd voornamelijk vanuit een verbeterperspectief geconcipieerd. De verantwoordelijkheid voor en het eigenaarschap van het systeem lagen volledig bij de instellingen, waarbij de visitaties werden gecoördineerd door respectievelijk VLIR en VLHORA. Dit visitatiestelsel bestond, zoals de meeste kwaliteitszorgsystemen van de eerste generatie, uit drie componenten, met name de interne kwaliteitszorg, de externe kwaliteitszorg en een vorm van metaevaluatie waarbij de overheid betrokken partij was. De interne kwaliteitszorg omvat alle activiteiten gericht op kwaliteitshandhaving en -verbetering binnen de instelling. Het intern karakter van het kwaliteitszorgsysteem komt in het bijzonder tot uiting in de zelfevaluatie die de instellingen uitvoeren. Door middel van een kritische analyse van het eigen onderwijs brengen de opleidingen hun sterke en zwakke punten in kaart. Het zelfevaluatie rapport dat hieruit volgt, vormt de schakel tussen de interne en externe kwaliteitszorg. Het externe karakter van de kwaliteitszorg krijgt vorm door de visitaties die worden gecoördineerd door respectievelijk VLIR en VLHORA. Bij deze externe beoordeling wordt vertrokken van de zelfevaluatie die wordt uitgevoerd door de betrokken opleiding/instelling. Een commissie van onafhankelijke externe deskundigen voert vervolgens een kwaliteitsonderzoek en een beoordeling uit en brengt een openbaar verslag uit van haar bevindingen. De opleiding/instelling organiseert ten slotte het gevolg dat wordt gegeven aan de aanbevelingen van de commissie. Dit alles staat onder toezicht van de overheid die de kwaliteitsbewaking van de hogescholen en universiteiten evalueert en nagaat in welke mate de instellingen de uitkomsten van de kwaliteitsbeoordeling in hun beleid verwerken. Dit systeem bestond in Vlaanderen tot eind Kwaliteitszorgstelsels van de tweede generatie De ontwikkeling van kwaliteitszorgstelsels van de tweede generatie loopt gelijk met de opkomst van accreditatie in Europa. Deze opkomst is onder meer het gevolg van de nadelen van kwaliteitszorgstelsels zoals deze tot nu toe bestonden en van een aantal maatschappelijke omgevingsfactoren zoals de ontwikkeling van de kennismaatschappij, de globalisering en de liberalisering van het hoger onderwijsbeleid. De meest generieke definitie van accreditatie is: Accreditatie is een formele publieke uitspraak, gedaan door een onafhankelijke instantie en gebaseerd op een kwaliteitsbeoordeling, dat bepaalde, vooraf overeengekomen standaarden worden gerealiseerd.. In tegenstelling tot de kwaliteitszorgstelsels van de vorige generatie komt bij accreditatie de nadruk te liggen op kwaliteit als vervulling van basisstandaarden. Meer concreet wordt van accreditatie verwacht dat: opleidingen gegarandeerd beantwoorden aan overeengekomen standaarden van basiskwaliteit (waarbij voldoende ruimte blijft voor interne referentiekaders en profilering); standaarden, criteria en procedures van kwaliteitszorg internationaal op elkaar worden afgestemd ter bevordering van de internationale mobiliteit en de internationale erkenning van diploma s; de verantwoordingsfunctie van kwaliteitszorg wordt aangescherpt (zonder de verbeterfunctie al te veel in het gedrang te brengen); de band tussen kwaliteitszorg en reguleringsmechanismen (zoals erkenning van diploma s en financiering) wordt mogelijk gemaakt. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
9 1.4 Visitatie en accreditatie in Vlaanderen In Vlaanderen werd met het decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen (hierna Structuurdecreet genoemd) van 4 april 2003 naast de bachelor-masterstructuur tevens een accreditatiesysteem ingevoerd. Accreditatie vormt een voorwaarde voor de bekostiging van de opleiding door de overheid, voor het recht om erkende diploma s af te leveren en voor de toekenning van studiefinanciering aan studenten die de opleiding volgen Continuïteit of breuk met het verleden? Het kwaliteitszorgsysteem dat door het decreet van 4 april 2003 werd geïnitieerd, bouwt verder op het bestaande stelsel van interne en externe kwaliteitszorg aan de hogescholen en universiteiten. Het proces van externe kwaliteitszorg wordt echter uitgebreid met een accreditatiebesluit als sluitstuk. De accreditatie voegt aan de externe evaluatie een finaal beslissingsmoment toe en heeft implicaties op de erkenning van en de toekenning van rechten aan opleidingen. Het Structuurdecreet (Art. 93) 1 bepaalt verder dat de hogescholen en universiteiten bij de invoering van het accreditatiesysteem verantwoordelijk blijven voor de interne en externe kwaliteitszorg van het onderwijs. Ze voorzien gezamenlijk in een regelmatige externe beoordeling van de kwaliteit van hun onderwijsactiviteiten, naar gelang van het geval per opleiding of per cluster van opleidingen. Het globale visitatiestelsel blijft behouden in die zin dat de opleidingen een zelfevaluatierapport schrijven, een visitatiecommissie vervolgens een bezoek aan de opleidingen brengt en ten slotte een openbaar rapport wordt gepubliceerd. Deze externe beoordeling, die voor bachelor- en masteropleidingen ten minste om de acht jaar plaatsvindt, blijft een taak voor een visitatiecommissie, die onder coördinatie van VLIR en/of VLHORA haar werkzaamheden uitvoert. Hierdoor blijven de visitaties in Vlaanderen een intersectorale regulering. De resultaten van visitatie en accreditatie zijn openbaar. Verschillend met voorheen is dat de beoordeling door een externe commissie de basis is voor de accreditatie van opleidingen De Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) Accreditatie gebeurt in Vlaanderen in een internationale context door een externe en onafhankelijke instantie, met name de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. Het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Vlaamse Gemeenschap van België bepaalt dat de NVAO bevoegd is zowel voor de accreditatie van bestaande opleidingen als voor de toets nieuwe opleidingen binnen het Vlaamse en Nederlandse hoger onderwijs. De opleidingen moeten, op basis van de gepubliceerde externe beoordeling door VLIR en/of VLHORA, met het oog op het verkrijgen van een machtiging tot het uitreiken van de graden bachelor/master, een accreditatie aanvragen bij de NVAO. De NVAO baseert haar oordeel over een opleiding op het visitatierapport dat zij toetst aan haar eigen accreditatiekader. Dit accreditatiekader omvat een beoordelingskader, beslisregels, criteria voor het beoordelen van VLIR/VLHORA inzake werkwijze en rapportering, een beschrijving van de werkwijze van accreditatie van bestaande opleidingen en een beschrijving van de overgangsaccreditatie (zie bijlage 6.1) 2. Het beoordelingskader van de NVAO voor bestaande opleidingen bestaat uit zes onderwerpen die op hun beurt onderverdeeld zijn in een aantal facetten en beoordelingscriteria. Aan de hand van dit beoordelingskader toetst de NVAO of aan de eisen van basiskwaliteit is voldaan. Bij de accreditatieaanvraag dient de instelling in ieder geval een gepubliceerde externe beoordeling, het visitatierapport, te voegen. Het zelfevaluatierapport maakt geen deel uit van het aanvraagdossier voor accreditatie. De beslissingsstructuur van de NVAO is binair: ofwel krijgt de opleiding een accreditatie, ofwel krijgt de opleiding geen accreditatie. Indien het accreditatiebesluit over een opleiding negatief is, kan het instellingsbestuur, bij instemming met het negatief accreditatiebesluit, een aanvraag voor een tijdelijke erkenning indienen bij de Vlaamse regering. 1 2 Zie ook Zie ook Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
10 Een positief accreditatiebesluit heeft een geldigheidsduur van acht jaar Kenmerken visitatie en accreditatie in Vlaanderen Bondig samengevat worden visitatie en accreditatie in Vlaanderen gekenmerkt door: Het voorwerp van visitatie en accreditatie is een opleiding; De accreditatie richt zich op de erkenning van de aanwezigheid van basiskwaliteit; De accreditatiebeslissing steunt op het visitatierapport als informatiebron; De accreditatie moet worden aangevraagd bij de NVAO; Het zelfevaluatierapport maakt geen deel uit van het aanvraagdossier voor accreditatie; De resultaten van visitatie en accreditatie zijn openbaar; Het accreditatiebesluit is binair (een opleiding wordt wel of niet geaccrediteerd); In geval van een negatief accreditatiebesluit kan het instellingsbestuur een tijdelijke erkenning aanvragen; Een positief accreditatiebesluit heeft een geldigheidsduur van acht jaar. 1.5 Structuur handleiding De voorliggende handleiding, als een schriftelijke weergave van het visitatieprotocol van VLIR/VLHORA en afgestemd op de accreditatievereisten, volgt in haar hoofdstructuur de vier hoofdfasen in het visitatie- en accreditatieproces. Deze fasen, met verwijzing naar de betreffende hoofdstukken, zijn: Fase 1 Het schrijven van het zelfevaluatierapport (hoofdstuk 2) en de samenstelling van de visitatiecommissie (hoofdstuk 3). De betrokkenen van de te beoordelen opleiding voeren een kritische zelfanalyse uit. De resultaten van deze zelfanalyse worden samengebracht in een zelfevaluatierapport. VLIR/VLHORA stelt in overleg met de te visiteren opleidingen een visitatiecommissie samen. Fase 2 De eigenlijke visitatie door de visitatiecommissie (hoofdstuk 4). Het zelfevaluatierapport wordt door de visitatiecommissie bestudeerd. De visitatiecommissie bereidt zich tijdens de installatievergadering verder voor op de visitatie. De visitatiecommissie bezoekt de opleidingen. Hierbij worden/wordt: - gesprekken gevoerd met betrokkenen uit de verschillende geledingen van de opleiding; - beschikbaar materiaal ter plaatse bestudeerd; - faciliteiten bezocht; - mondeling gerapporteerd over de voorlopige bevindingen, conclusies en aanbevelingen. Fase 3 Publicatie openbaar visitatierapport (hoofdstuk 4). De oordelen en aanbevelingen van de visitatiecommissie worden vastgelegd in een visitatierapport. De aanbevelingen van de visitatiecommissie worden door de opleiding opgevolgd. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
11 Fase 4 Indiening van de accreditatieaanvraag door het instellingsbestuur bij de NVAO en de beslissing van de NVAO vier maanden na ontvangst van de aanvraag (hoofdstuk 5). Ten vroegste 18 maanden en ten laatste 9 maanden voor het vervallen van de lopende accreditatie van de opleiding dient het instellingsbestuur een accreditatieaanvraag in bij de NVAO (bestaande uit aanvraag, visitatierapport en eventueel een reactie vanwege de opleiding). De NVAO beoordeelt het visitatierapport van de visitatiecommissie en het daarin vastgelegde integrale oordeel en toetst het aan het accreditatiekader bestaande opleidingen. De NVAO neemt binnen vier maanden na ontvangst van de accreditatieaanvraag een besluit over het (opnieuw) verlenen van de accreditatie. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
12 Hoofdstuk 2 Zelfevaluatie 2.1 Inleiding De visitatie gaat uit van het zelfevaluatierapport dat wordt opgesteld door de te visiteren opleidingen en dat officieel werd goedgekeurd door de betrokken instellingsbesturen. Het zelfevaluatierapport heeft volgende functies: stimulering van interne kwaliteitszorg door een sterkte/zwakte analyse; interne voorbereiding van het bezoek van de visitatiecommissie; informatieverstrekking voor de visitatiecommissie: het rapport is hun belangrijkste informatiebron voorafgaande aan de bezoeken die worden afgelegd. In het zelfevaluatierapport wordt aan de commissie een zo volledig mogelijk en duidelijk beeld van de opleiding gegeven. Het zelfevaluatierapport is in grote mate bepalend voor het verloop en de effectiviteit van een visitatie. Hoe beter het zelfevaluatierapport is, hoe beter de visitatiecommissie haar werk zal kunnen doen. Een kritische zelfevaluatie is een voorwaarde voor een goed verloop van de visitatie. 2.2 Algemene aspecten Betrokken actoren Bij het opstellen van het zelfevaluatierapport is het belangrijk dat alle geledingen die in een opleiding een actieve rol spelen, worden betrokken, met name studenten, onderwijzend/academisch personeel, administratief en technisch personeel. Het zelfevaluatierapport dient de visie van de hele opleiding weer te geven. Bestaande discussiepunten kunnen als zodanig in de tekst van het zelfevaluatierapport worden verwerkt of kunnen onder de vorm van een bijlage aan het zelfevaluatierapport worden toegevoegd. De commissie beschouwt het zelfevaluatierapport als een basisdocument dat gedragen wordt door de hele opleiding en voert vanuit deze achtergrond gesprekken met de verschillende geledingen. Het is daarom belangrijk dat iedereen op de hoogte is van de inhoud. Het schrijven van een zelfevaluatie vraagt om een gedegen aanpak. Uiteraard bestaan er verschillende manieren om het zelfevaluatierapport op te stellen, zoals het oprichten van een zelfevaluatiecommissie, een beroep doen op reeds bestaande commissies, een eventuele taakverdeling In elk geval stelt de opleiding een coördinator aan die het zelfevaluatieproces binnen de opleiding in goede banen leidt. Met instemming van het instellingsbestuur wordt op opleidingsniveau een contactpersoon aangesteld die in overleg met de cel kwaliteitszorg van VLIR en/of VLHORA de voorbereiding van de zelfevaluatie coördineert, deelneemt aan de gesprekken met betrekking tot de samenstelling van de visitatiecommissie en het visitatiebezoek in zijn/haar instelling voorbereidt. De contactpersoon verzorgt m.a.w. de communicatie tussen de cel kwaliteitszorg van VLIR en/of VLHORA en de betrokkenen van de opleiding gedurende het zelfevaluatie- en visitatieproces. Met het oog op de coördinatie van het gehele visitatiegebeuren wordt ook een contactpersoon op instellingsniveau aangesteld. Voor elke visitatie wordt een stafmedewerker van VLIR en/of VLHORA aangesteld als projectbegeleider die instaat voor de organisatie van de betreffende visitatie. Hij/zij is de contactpersoon voor de bij de visitatie betrokken opleidingen. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
13 2.2.2 Algemene richtlijnen Voor het opstellen van het zelfevaluatierapport geldt een aantal richtlijnen met betrekking tot de inhoud en de vorm. Die richtlijnen zijn niet bedoeld als keurslijf, maar om te verzekeren dat de opleiding relevante items en materiaal opneemt nodig om een accuraat beeld te geven van het onderwijsaanbod. VLIR en/of VLHORA organiseren ook een informatievergadering voor de opleidingen waarin de opzet en het verloop van een onderwijsvisitatie nader worden toegelicht. Tijdens deze workshops wordt ook uitvoerig ingegaan op de zelfevaluatie en de bijzonderheden van de opleiding(en). Aan de opleiding kan worden gevraagd een inlichtingenfiche in te vullen ter voorbereiding van de informatievergadering Onderwerpen, facetten en beoordelingscriteria Het zelfevaluatierapport geeft een beschrijving en een evaluatie van de opleiding aan de hand van onderwerpen, facetten en beoordelingscriteria die in het visitatieproces aan de orde komen en die verder in dit hoofdstuk worden behandeld. a. Onderwerpen in functie van accreditatie Om aan de eisen die in het accreditatiekader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) zijn vastgelegd te voldoen, moet in het zelfevaluatierapport in elk geval informatie over de volgende zes onderwerpen zijn opgenomen: doelstellingen van de opleiding; programma; inzet van personeel; voorzieningen; interne kwaliteitszorg; resultaten. De concretisering van voormelde onderwerpen en facetten met bijbehorende beoordelingscriteria wordt verder in dit hoofdstuk beschreven (zie 2.3). b. Bijzondere kwaliteitskenmerken Daarnaast krijgt een opleiding de gelegenheid om zich te profileren via bijzondere kwaliteitskenmerken. Ze geeft daartoe relevante informatie op grond waarvan de visitatiecommissie een oordeel kan geven. Dit kan leiden tot een aantekening in het accreditatierapport van de NVAO dat daadwerkelijk sprake is van bijzondere kenmerken. Het oordeel over bijzondere kwaliteitskenmerken heeft evenwel geen invloed op de accreditatiebeslissing van het accreditatieorgaan. Voorbeelden van bijzondere kwaliteitskenmerken zijn een sterk regionale of internationale oriëntatie, een zeer effectieve aansluiting op het beroepenveld, een bijzondere band met het wetenschappelijk onderzoek, een onderscheidend onderwijsconcept. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
14 2.2.4 Verwacht analyseniveau Verwacht wordt dat in het zelfevaluatierapport voor elk van de te behandelen onderwerpen volgende opbouw wordt gehanteerd: een feitelijke beschrijving van de huidige situatie (in een aantal gevallen en zo mogelijk onderbouwd met gegevens uit het verleden, zie ook 2.2.5) en het beleid (plannen op de korte en middellange termijn, zie ook 2.2.5), waar ten minste alle facetten aan bod komen; een kritische analyse en reflectie van de kant van de opleiding (ten minste op onderwerpniveau); een weergave van hoe men denkt de vastgestelde problemen aan te pakken en op te lossen (ten minste op onderwerpniveau) Overgangsthematiek Naargelang van het te behandelen onderwerp zal voor de beschrijving en analyse soms een beroep moeten worden gedaan op gegevens uit het verleden, zoals bijvoorbeeld bij de bespreking van de rendementsgegevens van de opleiding. In de richtlijnen over toe te voegen bijlagen wordt aangegeven hoe ver moet worden teruggegaan. In andere gevallen zal bij de beschrijving en analyse ook naar de toekomst moeten worden verwezen omdat een bepaalde ontwikkeling maar gedeeltelijk is uitgevoerd of omdat de conceptuele voorbereiding nog maar net is afgerond. In het bijzonder in het kader van de bachelor-masterhervorming is het belangrijk dat de opleidingen voldoende aandacht besteden aan hun toekomstplannen, gezien de overgangssituatie waarin zij zich bevinden. Zolang er geen gegevens voorhanden zijn over uitstromende cohorten worden de omvormingsplannen van de huidige opleiding naar de bachelor-masterstructuur met het oog op accreditatie mee betrokken in de beoordeling van de visitatiecommissie. De beoordeling slaat dus op de omgevormde opleiding zij het dat deze voor een deel is gebaseerd op kenmerken van de bestaande opleiding. Voor de accreditatie van hogeschoolopleidingen van twee cycli die worden omgevormd tot academische bachelor- en masteropleidingen geldt een overgangsregeling. Uiterlijk in het academiejaar moeten deze opleidingen aan alle criteria uit het accreditatiekader voldoen. In de periode tussen 2005 en 2013 zal ten aanzien van de onderzoeksgebondenheid van de academische opleidingen en de verwevenheid van onderwijs en onderzoek bij de accreditatie vastgesteld worden in welke mate de opleiding aan de criteria voldoet, welke stappen reeds gezet zijn en of de voornemens op het gebied van academisering het voldoende aannemelijk maken dat de opleiding in 2013 volledig aan de eisen zal voldoen. Het betreft de aspecten met betrekking tot de interactie tussen onderwijs en onderzoek in het curriculum en de corresponderende eisen aan personeel. De visitatiecommissie zal bij de beoordeling van deze aspecten rekening houden met zowel de potentialiteit als met de reeds gerealiseerde verwevenheid van het onderwijs en het onderzoek, zonder dat het volledige potentieel reeds moet zijn omgezet in aantoonbare resultaten. Aangezien academisering een ontwikkelingsproces is, zal bij deze beoordeling het gewicht progressief van het eerste naar het tweede element verschuiven naarmate de periode tot 2013 korter wordt. Vanaf 2013 worden bij de accreditatie van de omgevormde hogeschoolopleidingen van twee cycli dezelfde criteria gehanteerd als voor alle andere academische opleidingen en wordt geen rekening meer gehouden met aanwezige potentialiteit als compensatie voor nog niet voldoende opgebouwde capaciteit. Vanaf dat moment gelden de accreditatieregels die ook van toepassing zijn op de universitaire opleidingen. Hogescholen kunnen oordelen dat het academiseringsproces is voltooid vóór het einde van het academiejaar In dat geval kunnen zij de NVAO vragen geen toepassing te maken van de overgangsregeling. (zie ook bijlage 6.1: NVAO Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 14 februari 2005, onderdeel 4: Overgangsregeling voor beoordeling en accreditatie van omgevormde academische opleidingen aan de hogescholen met betrekking tot de verwevenheid onderwijs-onderzoek (periode ).) Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
15 2.2.6 De opleiding in vergelijkend perspectief Belangrijk is dat de opleidingen ook voldoen aan nationale en/of internationale maatstaven. Bij de beoordeling van de opleidingen zal nadrukkelijk gekeken worden of ze voldoen aan de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de (internationale) beroeps- of kunstpraktijk worden gesteld. Gevraagd wordt informatie aan te leveren om de opleidingen in een ruimer kader te kunnen plaatsen en in het zelfevaluatierapport bij de betreffende punten aan te geven welke (internationale) bronnen en/of opleidingen werden gebruikt om de eigen opleiding vorm te geven, welke (internationale) bench-marking werd gedaan, hoe de eigen opleiding zich profileert in het ruimer geschetste kader en welke contacten er zijn met gelijksoortige opleidingen in het binnen- en/of buitenland Bereik van het rapport Voor een bachelor en een rechtstreeks aansluitende master, voor opleidingen met meerdere afstudeerrichtingen en/of opleidingen die op meerdere locaties worden aangeboden wordt steeds één zelfevaluatierapport opgemaakt. Wanneer meerdere aansluitende en/of aanverwante opleidingen van een instelling bij eenzelfde visitatie betrokken zijn, kan qua vormgeving geopteerd worden voor één zelfevaluatierapport of voor afzonderlijke zelfevaluatierapporten per opleiding. De keuze voor één of meerdere zelfevaluatierapporten wordt in onderling overleg met de contactpersoon binnen de instelling gemaakt. Welke keuze ook wordt gemaakt, vereist is dat de informatie duidelijk is en de visitatiecommissie toelaat om over elke afzonderlijke opleiding/afstudeerrichting/locatie een oordeel uit te spreken met betrekking tot elk van de zes onderwerpen. Immers, aangezien accreditatie per opleiding plaatsvindt, moet voor iedere opleiding (bachelor, master) een afzonderlijke rapportering door de visitatiecommissie plaats kunnen vinden. In voorkomend geval moet ook voor elke afstudeerrichting en/of locatie voldoende specifieke informatie per onderwerp worden gegeven zodat ze mee kunnen worden betrokken in het oordeel van de visitatiecommissie over de opleiding als geheel. Voor gezamenlijk opleidingen georganiseerd door Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs onderling of door een Vlaamse instelling voor hoger onderwijs samen met een of meer buitenlandse instellingen voor hoger onderwijs die bij succesvolle voltooiing ervan leiden tot een gezamenlijk diploma moet in het zelfevaluatierapport ook informatie opgenomen zijn over de delen van de opleiding die in de andere Vlaamse instellingen of in het buitenland worden aangeboden. Het zelfevaluatierapport bestrijkt dus de hele opleiding in al haar aspecten met aandacht voor het aandeel van alle instellingen. Belangrijk aandachtspunt is ook dat alle partners worden betrokken bij de activiteiten die de redactie van het zelfevaluatierapport voorafgaan en bij het schrijven van het zelfevaluatierapport zelf Taal en omvang van het rapport Het zelfevaluatierapport moet in het Nederlands worden opgesteld. Indien een opleiding in een andere taal wordt aangeboden, kan van deze algemene regel worden afgeweken en kan het zelfevaluatierapport in een andere taal dan het Nederlands worden opgesteld. Dit en andere uitzonderingen worden besproken tijdens de infovergadering. Met betrekking tot de omvang van het zelfevaluatierapport wordt gevraagd deze te beperken tot ongeveer woorden wanneer één rapport wordt opgesteld (excl. de bijlagen en het hoofdstuk bijzondere kwaliteitskenmerken). Naarmate er meerdere opleidingen, afstudeerrichtingen of locaties binnen eenzelfde zelfevaluatierapport worden behandeld is het begrijpelijk dat deze grens wordt overschreden. Het hoofdstuk bijzondere kwaliteitskenmerken wordt beperkt tot woorden. De vraag om het rapport te beperken in omvang is bedoeld om het leesvoer voor de commissie binnen aanvaardbare proporties te houden. Een vuistregel die kan worden gehanteerd, is dat het rapport de essentiële informatie voor de visitatiecommissie moet bevatten. Gevraagd wordt verder om naast de gedrukte versie van het zelfevaluatierapport en indien gevraagd ook het domeinspecifiek referentiekader van de opleiding eveneens een elektronische bewerkbare versie toe te zenden aan VLIR en/of VLHORA. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
16 2.2.9 Actualiserende informatie met betrekking tot het zelfevaluatierapport Nadat de opleiding haar zelfevaluatierapport heeft ingediend, kan zij nog bijkomende, actualiserende informatie geven aan de visitatiecommissie. Deze bijkomende informatie omvat een omschrijving van belangrijke ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan, de gerealiseerde acties in opvolging van de aandachtspunten die in het zelfevaluatierapport zijn beschreven en de belangrijke voortgang bij de vooropgestelde acties. De bijkomende informatie beperkt zich tot ten hoogste twintig A4-bladzijden ( tekens) en volgt de indeling van het zelfevaluatierapport. De bijkomende informatie wordt vóór de start van het visitatiebezoek ter beschikking gesteld van de visitatiecommissie. 2.3 Inhoud van het zelfevaluatierapport Dit hoofdstuk onderdeel geeft aan hoe het zelfevaluatierapport moet worden opgebouwd. Hierbij wordt de nadruk gelegd op de zelfevaluatie in functie van de accreditatieaanvraag. Om te bewaken dat het informatiegehalte voldoende is voor een gefundeerde oordeelsvorming door de visitatiecommissie t.a.v. de NVAO opgelegde onderwerpen, facetten en criteria zijn er aanwijzingen gegeven voor de zelfevaluatie. Deze aanwijzingen zijn per facet vermeld en zijn louter te beschouwen als een hulpmiddel. De aanwijzingen zijn dus indicatief en niet voorschrijvend of verplichtend. De opleidingen mogen andere elementen gebruiken om aan te tonen dat ze aan de beoordelingscriteria van de facetten voldoen. De ordening van de NVAO-onderwerpen in dit hoofdstuk is conform de ordening van het NVAO-kader.De visitatiecommissie moet in staat zijn de beoordeling uit te voeren op een efficiënte wijze, middels toegankelijke informatie per facet. Om deze reden is het aangewezen om de ordening zoals in dit hoofdstuk is opgenomen, te respecteren. Per onderwerp is aangegeven welke bijlagen minimaal moeten worden opgenomen bij het zelfevaluatierapport (= verplichte bijlagen). Het overige aantal bijlagen wordt beperkt gehouden. Eventuele afwijkingen worden afgesproken tijdens de infovergadering. Indien andere dan de voorgeschreven bijlagen worden opgenomen, dan moet de bedoeling ervan duidelijk in de tekst worden aangegeven. Het is mogelijk een andere lay-out van de bijlagen/tabellen te hanteren. Inhoudelijke vergelijkingen tussen de verschillende opleidingen moeten wel op een efficiënte wijze kunnen worden uitgevoerd. Bij de behandeling van de NVAO-onderwerpen is telkens volgend stramien gebruikt: een korte beschrijving van het onderwerp uit het NVAO-kader; een weergave van de facetten die het onderwerp concretiseren en de beoordelingscriteria aan de hand waarvan de visitatiecommissie de onderwerpen beoordeelt; een overzicht van de elementen waaraan in het zelfevaluatierapport aandacht kan worden besteed om de beoordeling door de visitatiecommissie mogelijk te maken. Elementen die niet relevant zijn voor de betreffende opleiding hoeven uiteraard geen vermelding te krijgen in het zelfevaluatierapport. Informatie die niet wordt gevraagd maar waarvan de opleiding de opname belangrijk acht, kan uiteraard in het zelfevaluatierapport worden verwerkt. In functie van type opleiding, niveau en oriëntatie kunnen aangehaalde elementen in de zelfevaluatie al dan niet van toepassing zijn, een ander gewicht hebben of wordt een verschillende terminologie gehanteerd. Die elementen zijn in deze handleiding met een * aangeduid en dienen enkel indien van toepassing aangeleverd te worden in het zelfevaluatierapport. Uiteraard bevat het zelfevaluatierapport ook een inleiding en een besluit. De inleiding behandelt in elk geval de wijze waarop het zelfevaluatierapport tot stand is gekomen. Hierbij kan worden ingegaan op de taakverdeling en de inbreng van de betrokkenen. Tevens wordt de opleiding organisatorisch en historisch geschetst. Het besluit belicht primo de belangrijkste sterke punten van de opleiding, secundo de meest relevante opportuniteiten ter verbetering en daarbij aansluitende remediërende maatregelen (naar aanleiding van de zelfevaluatie als aandachtspunten gedetecteerd) en tertio een beknopte schets van de fundamentele Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
17 beleidsopties van de opleiding op de middellange termijn (als voortzetting van lopende ontwikkelingen). Na de behandeling van de zes onderwerpen en het besluit kan in het zelfevaluatierapport een hoofdstuk worden opgenomen over de Bijzondere kwaliteitskenmerken van de opleiding. Zoals eerder vermeld is de opname van zo n hoofdstuk optioneel. Deze mogelijkheid biedt de opleiding de kans om zich te profileren. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
18 Inleiding Totstandkoming van het zelfevaluatierapport Organisatorische context Historische context (a) Visie op academisering, verwevenheid van onderwijs en onderzoek bijlagen - Omvormingsdossier (eventueel aangevuld met de feedback ontvangen van de Erkenningscommissie op het omvormingsdossier) - Actuele versie van het voortgang/academiseringsplan waarin aannemelijk gemaakt wordt dat de academisering in 2013 voltooid zal zijn - Beschrijving van het academiseringsbeleid en van de afstemming op o Partners in de associatie (beschrijvende rapportage o.m. overeenkomsten + inhoud, onderzoeksreglement) o Andere partners (beschrijvende rapportage: o.m. opsomming overeenkomsten + inhoud) Onderwerp 1 Doelstellingen van de opleiding In de opleidingsdoelstellingen beschrijft de opleiding de eindkwalificaties die de afgestudeerden moeten bereiken aan het eind van de bachelor- of masteropleiding. De doelstellingen geven een goed beeld van de kennis, de vaardigheden en de attitudes die de studenten tijdens het opleidingstraject dienen te verwerven. De algemene opleidingsdoelstellingen die de eindkwalificaties van de afgestudeerden beschrijven, krijgen vervolgens concreet vorm in een opleidingsprogramma en meer specifieke doelstellingen op het niveau van de opleidingsonderdelen (zie hiervoor Onderwerp 2 Programma, en meer bepaald facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma). De visitatiecommissie toetst het niveau en de oriëntatie van de opleiding door na te gaan in hoeverre de algemene opleidingsdoelstellingen overeenstemmen met de eindkwalificaties voor professioneel gerichte bachelor-, academisch gerichte bachelor- en masteropleidingen zoals opgenomen in artikel 58 van het Structuurdecreet 1. Facet 1.1 Niveau en oriëntatie Beoordelingscriteria Bachelor hoger professioneel onderwijs De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken, crea tiviteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige leidinggevende taken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren; - het beheersen van algemene beroepsgerichte competenties als teamgericht kunnen werken, oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe 1 Zie ook Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
19 probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën, en het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk; - het beheersen van beroepsspecifieke competenties op het niveau van een beginnend beroeps-beoefenaar. Bachelor academisch onderwijs De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige managementtaken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis hebben van onderzoeksmethoden en technieken en deze adequaat kunnen toepassen, het vermogen om de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen, een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek; - het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, een systematische kennis van de kernelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherente en gedetailleerde kennis deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline en een begrip van de structuur van het vakgebied en de samenhang met andere vakgebieden. Master De opleidingsdoelstellingen zijn er op gericht de student te brengen tot: - het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau als het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en te handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, het kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot het communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context; - het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau als het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek, het kunnen toepassen van paradigma s in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma s, het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving; - een gevorderd begrip en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren, in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren; - hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van een beginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Zelfevaluatie (a) Algemene opleidingsdoelstellingen (beoogde eindkwalificaties van de afgestudeerden op opleidingsniveau) en de genese ervan. (a) Afstemming van de doelstellingen op de competenties van bachelor en master uit het decreet (art. 58), evolutie van de doelstellingen in fuctie van de academisering (academische competenties). Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
20 (a) Aandacht voor de internationale dimensie in de opleidingsdoelstellingen. Aandacht voor competentiegericht leren (het geïntegreerd verwerven van kennis, vaardigheden, houdingen, gericht op een deskundig en waardebewust functioneren in een maatschappelijke en beroepsmatige context) in de doelstellingen. (a) * Aandacht voor academische/beroeps/artistieke vaardigheden in de doelstellingen. Wijze van bekendmaking en bekendheid van de doelstellingen bij de studenten, de bij de opleiding betrokken personeelsleden en, in voorkomend geval, externe betrokkenen zoals directies van stagescholen en stagementoren. Financiële en juridische randvoorwaarden van het onderwijsbeleid 1. Facet 1.2 Domeinspecifieke eisen Beoordelingscriteria - De doelstellingen van de opleiding (uitgedrukt in eindkwalificaties van de student) sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en het relevante beroepenveld gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk of kunstpraktijk). Ze zijn, ingeval van gereglementeerde beroepen, in overeenstemming met de reglementering of regelgeving ter zake. - Voor professioneel gerichte bacheloropleidingen zijn de eindkwalificaties getoetst bij het relevante beroepenveld. - Voor academisch gerichte bacheloropleidingen en masteropleidingen zijn de eindkwalificaties ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke en/of artistieke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de praktijk in het relevante beroepenveld. Zelfevaluatie (a) Beschrijving en onderbouwing van het domeinspecifiek referentiekader. (a) Profilering van de opleiding ten opzichte van binnenlandse en/of buitenlandse opleidingen naar opleidingsdoelstellingen toe en (m.i.v. recente evoluties en nakende ontwikkelingen) in relatie tot de eigen visie op het beroep/de discipline. * Afstemming van de doelstellingen op beroepsreglementering/regelgeving. (a) Beschrijving van de professionele component die een wezenlijk onderdeel is van de geacademiseerde hogeschoolopleiding en afstemming van de doelstellingen op de wensen en behoeften van het beoogde beroepenveld. Afstemming van de doelstellingen op de eisen die worden gesteld door (buitenlandse) vakgenoten. Genese van de domeinspecifieke doelstellingen. Bijlage: Lijst van de doelstellingen van de opleiding inzake beoogde competenties van afgestudeerden wat betreft wetenschappelijke ondersteuning en verwevenheid tussen onderwijs en onderzoek (de doelstellingen voor de korte termijn dienen zo te evolueren dat de lange-termijn-doelstellingen uiterlijk in 2013 bereikt kunnen worden). 1 5 Financiële en juridische randvoorwaarden van het onderwijsbeleid kunnen een invloed hebben op de doelstellingen die een opleiding zich stelt. Financiële beperkingen kunnen er bijvoorbeeld verantwoordelijk voor zijn dat de doelstellingen op een aanvaardbaar niveau zijn, maar niet op een hoger niveau. Vandaar dat dit aspect is ondergebracht onder onderwerp 1. Het aspect kan, indien dit wenselijk wordt geacht, uiteraard ook nog onder andere onderwerpen worden aangehaald. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
21 Onderwerp 2 Programma De uitwerking en uitvoering van het programma moeten aansluiten bij en bijdragen tot de gemaakte keuzes ten aanzien van het didactisch concept en de algemene doelstellingen van de opleiding (= de nagestreefde eindkwalificaties van de afgestudeerde). Die algemene opleidingsdoelstellingen moeten aldus overtuigend in het programma zijn geconcretiseerd, niet in het minst door een consequente vertaling van de algemene opleidingsdoelstellingen in meer concrete doelstellingen van de opleidingsonderdelen. In haar didactisch concept expliciteert de opleiding in grote lijnen hoe zij het leren van haar studenten wil vormgeven en ondersteunen en hoe de opleidingsdoelstellingen binnen de gegeven randvoorwaarden op de best mogelijke manier kunnen worden gerealiseerd. In functie hiervan wordt gevraagd om het programma te beschrijven en kritisch te evalueren. Deze programmabeschrijving geeft aan de visitatiecommissie een beeld van het geheel, van de relatie tussen de doelstellingen en de inhoud van het programma, de samenhang van het onderwijsprogramma en de aansluiting (zowel inhoudelijk als onderwijsmethodisch) van opleidingsonderdelen op elkaar. Anderzijds geeft de inhoudelijke omschrijving van de opleidingsonderdelen de commissieleden zicht op de eigenlijke invulling van het programma. Ook andere aspecten van de inrichting van het programma, zoals de studielast en studieomvang, de aansluiting van het programma op de instroom, de afstemming tussen onderwijskundige vormgeving en onderwijsinhoud, de beoordeling en de toetsing zijn voorwerp van beoordeling door de visitatiecommissie. Voor masteropleidingen wordt ook een oordeel gegeven over de masterproef. De masterproef wordt in het visitatieproces beschouwd als één van de middelen om zicht te krijgen op het niveau dat de student bereikt aan het einde van zijn/haar studies en ook indirect op het niveau van de opleiding als dusdanig. Vanuit die optiek worden in elk geval de vakdeskundige commissieleden verzocht per te visiteren opleiding elk ten minste twee masterproeven grondig door te nemen/te bekijken/te beluisteren vóór het eigenlijke bezoek plaatsvindt. De indrukken die de commissieleden hieruit opdoen worden mee betrokken in het eindoordeel van de commissie over de kwaliteit van de opleiding. De opleidingen kunnen ervoor opteren om, indien mogelijk en waar relevant, een weergave van (een deel van) de masterpoef aan te leveren op een elektronische drager. Voor professionele bacheloropleidingen waar eindwerken zijn vereist, geldt dezelfde regeling. Voor opleidingen waarin stage(s) een centraal element is (zijn), wordt hierover een oordeel gegeven. De stage is immers ook één van de middelen om zicht te krijgen op het niveau dat de student bereikt aan het einde van zijn/haar studies en indirect op het niveau van de opleiding als dusdanig. Facet 2.1 Relatie tussen doelstellingen en inhoud van het programma Beoordelingscriteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties van de opleiding qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Aangevuld protocol voor de opleidingen in academisering versie november
Brussel september 2008. Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties
Brussel september 2008 Deel 1 Handleiding onderwijsvisitaties Brussel september 2008 Handleiding onderwijsvisitaties DEEL 1 VLIR Ravensteingalerij 27 B 1000 Brussel t e l +32 (0)2 792 55 00 f a x +32 (0)2
Nadere informatieHandleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005
Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora Brussel, februari 2005 2 Handleiding Onderwijsvisitaties vlir vlhora INHOUD Voorwoord 5 1. Kwaliteitszorg en kwaliteitszorgstelsels 9 1.1. Het begrip kwaliteit
Nadere informatieInformatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding
Informatievergadering Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding Wie zijn we? Besluit Vlaamse Regering Visitatieprotocol Planning ZER en beoordelingskader Visitatieproces Visitatiecommissie 23/04/2014 2
Nadere informatie2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO
2QWZHUS$FFUHGLWDWLHNDGHU EHVWDDQGHRSOHLGLQJHQKRJHU RQGHUZLMV9ODDQGHUHQ $SULO Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31 (0)70
Nadere informatieNieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling
Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be
Nadere informatieOntwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004
Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31
Nadere informatieHandreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland
Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van
Nadere informatieVisitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012
Visitaties in de hogescholen en universiteiten VEP 7 december 2012 1 Visitaties in de hogescholen en universiteiten 1. Situering van de visitaties in de kwaliteitsbewaking 2. Onderzoek van Belgische Rekenhof
Nadere informatieERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING
ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier
Nadere informatieKwaliteitszorg en accreditatie
Infofiche Kwaliteitszorg en accreditatie Om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen, worden opleidingen en instellingen beoordeeld. Enerzijds is er interne kwaliteitszorg die binnen de hogeschool of universiteit
Nadere informatieDoelstellingen van de opleiding Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.
nvao nederiands - viaamse accreditatieorganisatie Besluit datum 21 november 2016 onderwerp Definitief accreditatiebesluit (004107) bijlage 1 Intrekking en nieuwe vaststelling van het accreditatiebesluit
Nadere informatieDat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg
Accreditatie hoger onderwijs Onder welke voorwaarden kan accreditatie in de toekomst een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Blijvend succes
Nadere informatieDoelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.
Ontwerp van accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Master of Science in de architectuur (master) van de Universiteit Antwerpen (na tijdelijke
Nadere informatieInleiding. I. Decretaal kader en eisen vanuit het accreditatiekader
Leidraad ten behoeve van de leden van visitatiecommissies van academiserende opleidingen: Beoordeling van de potentialiteit van het academiseringsproces Inleiding Deze leidraad heeft tot doel de visitatiepanels
Nadere informatieArteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs. (professioneel gerichte bachelor)
Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: lager onderwijs (professioneel gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Ontwerp van Accreditatierapport en besluit 2 december 2008 Inhoud
Nadere informatieProtocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010
Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend
Nadere informatieSAMENWERKINGSOVEREENKOMST
SAMENWERKINGSOVEREENKOMST werving kandidaat-student-commissieleden Algemeen Het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen
Nadere informatieAccreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase
Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase 11 februari 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Accreditatiekader, toegespitst
Nadere informatieHet domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg
Uittreksel uit het visitatierapport, 7 december 2010 Het domeinspecifieke referentiekader masteropleiding Monumenten- en landschapszorg 1.1 Inleiding Voor iedere opleiding wordt een domeinspecifiek referentiekader
Nadere informatieOpleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde. Competenties en gedragsindicatoren
Opleiding Master in de industriële wetenschappen: bouwkunde Competenties en gedragsindicatoren IW&T De competenties werden uitgeschreven in een meer begrijpbare taal. Vervolgens werden daar uit een beperkt
Nadere informatieVisitatieprotocol. specifieke lerarenopleidingen november 2009
Visitatieprotocol specifieke lerarenopleidingen 9 10 12 november 2009 Programma 1. Wie zijn we? 2. Terminologie 3. De specifieke lerarenopleiding 4. Stelsel van kwaliteitszorg 5. Genese visitatieprotocol
Nadere informatieConcept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs
Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten
Nadere informatieCOMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN
COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur Dit sjabloon met richtlijnen
Nadere informatiePolitieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie
Politieonderwijs & externe kwaliteitszorg op weg naar accreditatie dr. Steven Van Luchene [VLIR Cel Kwaliteitszorg] op weg naar accreditatie 1. routebeschijving: tno visita e accredita e 2. de meet: generieke
Nadere informatieHandleiding Onderwijsvisitatie Specifieke Lerarenopleiding. Brussel oktober 2009
Handleiding Onderwijsvisitatie Specifieke Lerarenopleiding Brussel oktober 2009 VLIR Ravensteingalerij 27/1 B 1000 Brussel TEL +32 (0)2 792 55 00 FAX +32 (0)2 211 41 99 WEB www.vlir.be E-MAIL administratie@vlir.be
Nadere informatieAddendum (april 2014) bij de Handleiding onderwijsvisitatie Specifieke lerarenopleiding, Brussel, 2009
Addendum (april 2014) bij de Handleiding onderwijsvisitatie Specifieke lerarenopleiding, Brussel, 2009 Nieuwe organisatiestructuur VLUHR Sinds 1 januari 2013 zijn de Cellen kwaliteitszorg van VLIR en VLHORA
Nadere informatieDe lijst vermeldt de gegevens bedoeld in artikel 64, 2, 2 [... geschr. decr. 19 maart 2004, art. V.25,I: 1 januari 2003)].
AFDELING 3 OVERGANGSBEPALINGEN ONDERAFDELING 1 OMVORMING NAAR BACHELOR-MASTERSTRUCTUUR Art. 123. 1. De universiteiten en hogescholen vormen hun academische opleidingen c.q. hun basisopleidingen die zij
Nadere informatie[AFDELING 2 ACCREDITATIE, PROGRAMMATIE EN REGISTRATIE VAN OPLEIDINGEN ONDERAFDELING 1 ALGEMENE BEPALING (verv. decr. 19 maart 2004, art. V.
[AFDELING 2 ACCREDITATIE, PROGRAMMATIE EN REGISTRATIE VAN OPLEIDINGEN ONDERAFDELING 1 ALGEMENE BEPALING (verv. decr. 19 maart 2004, art. V. 10)] Art. 56. [ 1. De instellingen voor hoger onderwijs verlenen
Nadere informatieCOMMISSIE HOGER ONDERWIJS
COMMISSIE HOGER ONDERWIJS SJABLOON T.B.V. DE AANVRAGENDE INSTELLINGEN EN VLIR EN VLHORA VOOR AANVRAAGDOSSIER MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING /VRIJSTELLING VERPLICHTE AFBOUW Opzet
Nadere informatieBESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Reglement betreffende de vormvereisten voor aanvragen tot uitvoering van een accreditatie, een instellingsreview of een toets nieuwe opleiding ten aanzien van opleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet
Nadere informatieVISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE
VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE EEN KIJK VAN ONDERUIT Prof.dr. Rita Godyns, decaan Faculteit Toegepaste Taalkunde Hogeschool Gent Universiteit Gent Overzicht: situering van de opleiding het visitatieproces
Nadere informatieKader Opleidingsaccreditatie. - Vlaanderen 2015-2021
Kader Opleidingsaccreditatie - Vlaanderen 2015-2021 20 maart 2015 Pagina 2 van 17 Inhoud 1 Opzet 5 2 Beoordelingskader 6 3 Beoordelingsschaal en beslisregel 7 4 Samenstelling van de visitatiecommissie
Nadere informatieBESLUIT: HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN
Reglement betreffende de erkenning van evaluatieorganen die een coördinerende taak hebben ten aanzien van de externe beoordeling van hogeronderwijsopleidingen in de Vlaamse Gemeenschap Gelet op het decreet
Nadere informatieHandreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs
Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden
Nadere informatieProtocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010
Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een accreditatie voor een joint degreeopleiding
Nadere informatieConcept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA
Versie juli 2013 Concept Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders April 2012 0 Inhoud Gebruikte begrippen en afkortingen... 2 Inleiding... 5 Opbouw
Nadere informatieAccreditatie in Nederland en Vlaanderen
Vlaanderen en Nederland werken samen bij de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs. Dit komt onder meer tot uitdrukking in de oprichting van een gezamenlijke accreditatieorganisatie en afstemming
Nadere informatieArteveldehogeschool. Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs. (professioneel gerichte bachelor)
Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs (professioneel gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Accreditatierapport en besluit 2 december 2008 Inhoud 1 Samenvattende
Nadere informatieH a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125
H a n d l e i d i n g O n d e r w i j s v i s i t a t i e s v l i r v l h o r a 125 BIJLAGE 6.4. CHECKLIST Inleiding De onderwerpen en facetten waarover de commissie zich een oordeel moet vormen, zijn
Nadere informatieBesluit. Voozieningen (facet 4.1 )
n ed erl a n d s - v I a a ms e a ccr ed itati eo r ga ni sati e Besluit Accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Bachelor in de interieurvormgeving
Nadere informatieConcept Academisering Concrete vereisten Evolutie naar academisch: quid? Academisering. Anton Schuurmans. 8 oktober 2009
Concept 8 oktober 2009 Concept Wat vooraf ging... Invoering Bologna Concept Bolognaverklaring 19 juni 1999: verhoging mobiliteit binnen Europa bachelor-masterstructuur studiepunten (credits) uitwisseling
Nadere informatieGedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN
Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst
Nadere informatieBreakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie
Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen
Nadere informatieKader Toets Nieuwe Opleiding. - Vlaanderen 2015-2021
Kader Toets Nieuwe Opleiding - Vlaanderen 2015-2021 28 mei 2015 Pagina 2 van 13 Inhoud 1 Opzet 5 2 Beoordelingskader 6 3 Beoordelingsschaal en beslisregel 7 4 Samenstelling van de visitatiecommissie 8
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieOperationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen
Bijlage. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen als vermeld in artikel 1. Operationeel kader vermindering studieomvang masteropleidingen 13 april 2018 Inhoud 1 Inleiding 4 2 De
Nadere informatieProtocol TNO Educatieve Master
Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding
Nadere informatieOnderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond
PERSBERICHT Onderwijsvisitaties van de eerste academiserende opleidingen van de hogescholen afgerond maandag 7 december 2009 van 14.00 tot 17.00 uur, Brussel Paleis der Schone Kunsten Volgens het structuurdecreet
Nadere informatieInstellingstoets kwaliteitszorg (ITK)
Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg
Nadere informatieBijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.
Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende
Nadere informatieCommissie Hoger Onderwijs Vlaanderen
Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Toelichting bij de procedure voor het beoordelen van de macrodoelmatigheid van nieuwe opleidingen voor ambtshalve geregistreerde instellingen 1. Situering 1.1. De Commissie
Nadere informatieFUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)
Doel van de functiefamilie Vanuit een specialisatie professioneel advies of begeleiding geven aan externe klanten deze klanten oplossingen aan te reiken of maximaal te ondersteunen in het vinden van een
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING
MEMORIE VAN TOELICHTING Decreet houdende bekrachtiging van het reglement tot bepaling van de bestuursbeginselen die van toepassing zijn bij de besluitvorming door de Nederlands- Vlaamse Accreditatieorganisatie
Nadere informatieSjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding
Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding
Nadere informatieRichtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen
Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering
Nadere informatieToetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde
Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen 2 de ronde 25 januari 2013 Inhoud 1 Opzet 4 2 Generieke kwaliteitswaarborgen 4 2.1 Generieke kwaliteitswaarborg 1: beoogd eindniveau 4 2.2
Nadere informatieAdvies over het nieuwe NVAO-reglement
Raad Hoger Onderwijs 8 oktober 2013 RHO-RHO-ADV-002 Advies over het nieuwe NVAO-reglement Vlaamse Onderwijsraad Kunstlaan 6 bus 6 BE-1210 Brussel T +32 2 219 42 99 F +32 2 219 81 18 www.vlor.be info@vlor.be
Nadere informatieECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3 Code Ad3 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 120 studiebelasting (in uren)
Nadere informatieNVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING
NVAO NEDERLAND RICHTLIJN PANELSAMENSTELLING FEBRUARI 2019 NVAO NEDERLAND Richtlijn panelsamenstelling RICHTLIJN BEHOREND BIJ BEOORDELINGSKADER ACCREDITATIE HOGER ONDERWIJS NEDERLAND 2018 FEBRUARI 2019
Nadere informatieVoorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs
Voorontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs; Na beraadslaging, BESLUIT: De
Nadere informatieBesluit. Oordeel en samenvattend advies van de visitatiecommissie De beoordeling betreft een verkorte procedure na tijdelijke erkenning.
se a ccr ed tati eorga n t s att e Besluit Accreditatierapport en -besluit met een positieve beoordeling van de accreditatieaanvraag voor de opleiding Bachelor of Arts in de taal- en letterkunde: combinatie
Nadere informatieFormat informatiedossier accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse accreditatie
Format informatiedossier accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse accreditatie Dit format moet worden gebruikt voor het informatiedossier voor een accreditatieaanvraag steunend op een buitenlandse
Nadere informatieBrussel, 10 december _Advies_accreditatieverdrag. Advies. Accreditatieverdrag met Nederland
Brussel, 10 december 2003 111903_Advies_accreditatieverdrag Advies Accreditatieverdrag met Nederland Inhoud Inhoud... 2 1. Inleiding en situering adviesvraag... 3 2. Samenvatting... 4 3. Advies...5 2 1.
Nadere informatieEen nieuw stelsel van kwaliteitszorg en. Vlaanderen. NVAO-najaarscongres Vlaanderen, 16 november Micheline Scheys Secretaris-generaal
Een nieuw stelsel van kwaliteitszorg en accreditatie ti voor het hoger onderwijs in Vlaanderen NVAO-najaarscongres Vlaanderen, 16 november 2011 Micheline Scheys Secretaris-generaal 1 2005-2013: eerste
Nadere informatieIndustriële wetenschappen: industriële kunststofverwerking
O N D E R W I J S V I S I T A T I E Industriële wetenschappen: (industriële) kunststofverwerking Een onderzoek naar de kwaliteit van de masteropleiding Industriële wetenschappen: kunststofverwerking en
Nadere informatieBesluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe
College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool
Nadere informatieKwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017
Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van decreet houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs - Principiële goedkeuring 1. INHOUDELIJK
Nadere informatieCompetentie-invullingsmatrix
Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke
Nadere informatieAccreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde
Accreditatiestelsel hoger onderwijs Vlaanderen Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde 13 mei 2013 pagina 2 Inhoud 1 Opbouw van het stelsel 4 2 Kader voor de opleidingsaccreditatie 2 de ronde 6
Nadere informatieCommissie Hoger Onderwijs Vlaanderen
Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur
Nadere informatieToetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies
Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het
Nadere informatieVersie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie. met toelichting. [22 april RN/AR/DP] Pagina 0
Versie juli 2013, Accreditatiekader voor aanvragen steunend op een buitenlandse accreditatie met toelichting [22 april 2012- RN/AR/DP] Pagina 0 Inhoud 1 Inleiding... 2 2. Beoordelingskader equivalentie
Nadere informatieToelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland
Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige
Nadere informatieBijzondere kenmerken Nadere uitwerking
Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking NVAO Afdeling Nederland Juli 2017 Deze nadere uitwerking bevat de aanvullende eisen behorend bij een specifieke NVAO beoordelingsprocedure die staat vermeld in het
Nadere informatieReglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement
Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van
Nadere informatieKader Toets Nieuwe HBO5-Opleiding. Omvorming
Kader Toets Nieuwe HBO5-Opleiding Omvorming Versie 15 januari 2017 Inhoud 1 Opzet 3 2 Beoordelingskader 4 3 Beoordelingsschaal en beslisregel 6 4 Samenstelling van de visitatiecommissie 7 5 Beoordelingsproces
Nadere informatieAccreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs
OCW Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs 22 mei 2003/Nr. WO/BS-2003/24136- II Nederlandse Accreditatie Organisatie 1 Opbouw accreditatiekader Het accreditatiekader voor bestaande opleidingen
Nadere informatie1 Samenvattende conclusie 3. 2 Besluit 4
Karel de Grote-Hogeschool - Katholieke Hogeschool Antwerpen Bachelor in de industriële wetenschappen: elektromechanica (academisch gerichte bachelor) Accreditatie bestaande Opleiding NVAO Accreditatierapport
Nadere informatieO N D E R W I J S V I S I T A T I E
O N D E R W I J S V I S I T A T I E Handelsingenieur en Handelswetenschappen Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleidingen Handelsingenieur, de academische gerichte
Nadere informatieTeamscan op accreditatiewaardigheid
Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat
Nadere informatieToetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling
Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan
Nadere informatieRAAD VAN STATE afdeling Wetgeving
RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving advies 62.968/1 van 20 maart 2018 over een voorontwerp van decreet van de Vlaamse Gemeenschap houdende vaststelling van het kwaliteitszorgstelsel in het hoger onderwijs
Nadere informatieVoor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.
Opleidingsspecifiek deel Art.2.1 toelatingseisen opleiding 1. Toelaatbaar tot de opleiding is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over
Nadere informatieDe onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie. Ravensteingalerij 27, bus 3 1000 Brussel tel.: 02 211 41 90 info@vlhora.
ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie Een onderzoek naar de kwaliteit van de academische bachelor en master Industriële wetenschappen: verpakkingstechnologie aan de Vlaamse
Nadere informatieKWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN
Bijlage. Operationeel kader inrichting onderzoeksmaster als vermeld in artikel 1. NVAO VLAANDEREN KWALITEITSZORGSTELSEL VLAANDEREN 2019-2025 OPERATIONEEL KADER INRICHTING ONDERZOEKSMASTER OKTOBER 2018
Nadere informatiePEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014
PEER REVIEWS Managementgroep Interactum September 2014 Met peer review wordt een systeem bedoeld waarbij de betreffende opleidingen structureel gebruik maken van elkaars deskundigheid en elkaars critical
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,
Nadere informatieHandreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013
Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO en OCW 30 augustus 2013 Inhoud 1 Algemeen 3 2 Toelichting op de toetsingskaders 5 3 Werkwijze beoordelingen 6 Bijlage Aanleveren
Nadere informatieDe onderwijsvisitatie Industriële wetenschappen: informatica
ONDERWIJSVISITATIE Industriële wetenschappen: informatica Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloropleiding en masteropleiding Industriële wetenschappen: informatica aan de Vlaamse
Nadere informatieAccreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs
opleidingen hoger onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: Instellingen voor hoger onderwijs Bijlage 3: Wettelijk kader (WHW, hoofdstuk 5a: Accreditatie in het hoger onderwijs) Voorlichting Datum: 12
Nadere informatieProductdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen
O N D E R W I J S V I S I T A T I E Productdesign Een onderzoek naar de kwaliteit van de academisch gerichte bacheloren masteropleiding Productdesign aan de Vlaamse hogescholen V l a a m s e H o g e s
Nadere informatieBijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs
Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,
Nadere informatie6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.
Opleidingsspecifieke deel OER, 0-0 BA Keltische talen en cultuur Artikel Tekst. Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.9 van de wet, heeft betrekking op maximaal vier van de volgende
Nadere informatieHet domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische laboratoriumtechnologie
Uittreksel uit het visitatierapport biomedische laboratoriumtechnologie voedings- en dieetkunde, 15 december 2008 Het domeinspecifieke referentiekader professioneel gerichte bacheloropleiding Biomedische
Nadere informatieHandleiding voor de externe kwaliteitszorg in het Vlaamse hoger onderwijs
Handleiding voor de externe kwaliteitszorg in het Vlaamse hoger onderwijs AUGUSTUS 2013 Augustus 2013 1 Algemene inleiding Deze handleiding beschrijft het visitatieprotocol dat de Vlaamse Universiteiten
Nadere informatieBIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK
BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht
Nadere informatieHandleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen
Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Naar aanleiding van de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen zijn de tabellen met betrekking tot de len en de studieduur voor het onderwijsvisitatieprotocol
Nadere informatieUw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056
OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)
Nadere informatieECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot
ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen
Nadere informatie