WOORDKOMPAS W pagina 1
|
|
- Nora Verbeke
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 WOORDKOMPAS W pagina 1 de W(ee) van Willem, d e23e letter van ons alfabet, de WA verzekering (zie ook >>verzekering ) De auto van je buurman total loss door je loslopende hond? ± Ja natuurlijk, als je een hond hebt, moet je wel voor wettelijke Je hebt toch wel een WA verzekering? aansprakelijkheid verzekerd zijn; vóór je het weet richt zo'n beest een enorme schade aan! <> Stel je voor dat je onverzekerd bent en de schade zelf moet betalen! waaien/waaide/gewaaid I het waait hard Aan zee waait het harder dan in het binnenland. ± Aan de kust staat er meer wind dan landinwaarts. In Nederland waait het altijd! <> Ik zou het fijn vinden als het ook eens windstil was! In de herfst waaien de bladeren van de bomen. ± Ze laten van de takken los door de wind. ~ Bij de de hoek van dat hoge gebouw waai je gewoonweg ± 't Waait daar altijd zó hard dat het net voelt of je in je blootje loopt. uit je hemd! <> En als je dan de hoek omgaat, is 't daar ineens windstil! waar/ware Ik ken de ware toedracht niet. ± Ik weet niet hoe het in werkelijkheid gebeurd is! Is die tekening op ware grootte? ± Ik bedoel, is alles net zo groot als in het echt? <> Nee joh, die tekening is op schaal 1:100, in 't echt is alles 100 x zo groot. Je hebt je een ware vriend getoond. ± Je hebt laten zien dat je een echte vriend bent. <> Soms dénk je dat iemand je vriend is maar dan laat hij je keihard vallen! ~ Het is me een waar genoegen u eindelijk te ontmoeten. ± Ik ben heel blij met u kennis te maken! ~ Eindelijk heeft ze de ware Jacob gevonden. ± Met deze nieuwe vriend wil ze haar leven delen. <> Ze is al drie keer met de verkeerde man getrouwd en dus ook al drie maal gescheiden! Eerst deed hij heel aardig tegen me maar toen hij merkte dat ik ± Toen liet hij zien hoe hij werkelijk over me dacht. arm was, toonde hij z'n ware gezicht. Als zij je iets vertelt, weet je nooit of het waar is../ <>..\ of onwaar. Ze kan erg fantaseren! O ja, dat is waar ook: ik ga morgen naar Leiden. «Goed, dat ik er aan denk! ± Voor ik het vergeet: ik ben er morgen niet. Is het waar, dat jij gaat trouwen? <> Welnee, niks van waar, hoe kom je daar nou bij? ~ Ga jij trouwen??? 't Is niet waar! ± Niet te geloven!!!/nee toch??? ~ Jongens, Jan en ik gaan samenwonen, waar of niet, Jan? ± Ja toch, Jan? Ik kan niet geloven dat dat waar gebeurd is! ± Geloof het maar gerust, het is echt gebeurd!! de waar/- In dat soort winkels verkopen ze nogal eens gestolen waar. ± Meestal zijn dat goederen/spullen, die die winkeliers goedkoop van dieven kopen en dan doorverkopen. Alle waar is naar zijn geld! ± Meestal zijn goedkope spullen van mindere kwaliteit dan dure. waar Waar woon jij tegenwoordig? «In Nederland, aan de kust, in Scheveningen, op de Badhuisweg. Weet jij soms waar ik de krant gelaten heb? «Ik kan hem nergens meer vinden. Amsterdam is de stad waar ik geboren ben. ± Ben jij in Amsterdam geboren? Echt waar? En je spreekt zo Haags!
2 WOORDKOMPAS W pagina 2 waard zijn >> zijn Die diamant is ,- waard! ± Dat zal best, maar wie betaalt me dat ervoor? Die fiets van jou is niet veel meer waard. ± Daar krijg je niet veel geld meer voor! ~ Ze is wel uit het ziekenhuis, maar ze is nog niet veel waard. <> 't Zal nog wel even duren voor ze weer helemaal fit is/ alles aankan. Op de markt is uw euro een daalder waard! ± Op de markt kun je met een euro net zo veel kopen als met een daalder (61,50!) in de winkel. Het zou me veel waard zijn als we een ander huis kregen. ± Daar zou ik echt heel erg blij mee zijn. ~ Je hoeft me niet zo uitbundig te bedanken, het is de moeite ± Het is maar een kleinigheid! niet waard! ~ Maak er toch geen woorden meer aan vuil, het sop is de kool ± 't Is zonde om er nog langer tijd aan te besteden! niet waard! de waarde/ -n De waarde van zijn huis is verdubbeld. ± Hij heeft er drie jaar geleden drie ton voor betaald en nu is het getaxeerd op ! Uw steun is voor ons van grote waarde. ± Die hulp van uw kant betekent veel voor ons. Ze hecht veel waarde aan mooie kleren. ± Ze vindt haar uiterlijk erg belangrijk. We geven u de raad voorwerpen van waarde bij de balie «..\ zodat wij die in onze kluis kunnen bewaren. af te geven../ ± Kostbare zaken zijn op uw kamer niet veilig! <> O, maar deze juwelen zijn namaak, dus waardeloos. Je moet zijn advies wel op de juiste waarde schatten. ± Je moet nagaan hoe belangrijk zijn raadgevingen voor je zijn. Bij die inbraak zijn juwelen ter waarde van twee ton buitgemaakt. ± De gestolen sieraden zijn ongeveer ,- waard! waardeloos/- loze Na de grote beurskrach in 1929 waren veel effecten plotseling ± Die aandelen waren geen cent meer waard! waardeloze papieren. <> Een jaar geleden stonden ze nog hoog genoteerd. <> Maar heel weinig aandelen behielden hun waarde. ~ Hadden jullie ook zulk waardeloos weer in je vakantie? <> Hoe kom je erbij? We hadden prachtig weer! ± Nou, bij ons was het héél slecht! (.) Heb ik wéér een onvoldoende voor een tentamen../ >>..\ waardeloos!! Zo kom ik nooit verder! Wat een ellende! waarderen/waardeerde/gewaardeerd II dat gebaar waardeert ze niet We waarderen uw belangstelling in hoge mate. ± We stellen het zeer op prijs dat u bent gekomen. Kun jij dat nieuwe boek waarderen? <> Ik heb er zelf geen goed woord voor over. ± Nou, ik vind het wel goed../..\ ik heb ervan genoten, prachtig! de waardering/ - Ze heeft veel waardering gekregen voor de manier waarop ze ±..\ ze kreeg er van iedereen complimenten voor. die zaak heeft aangepakt../ Nou hebben we zó hard gewerkt maar denk je dat iemand er ± Dacht je dat de mensen laten merken het op prijs te stellen? Vergeet waardering voor toont? het maar! Niemand kan waardering opbrengen voor zijn gedrag. <> Integendeel, iedereen keurt het af. ± Niemand accepteert dat hij zich zó gedraagt.
3 WOORDKOMPAS W pagina 3 de waarheid/ -heden Als zij me iets vertelt, vraag ik me altijd af of het wel de <>..\ of een of ander verzinsel. waarheid is../ ± Zou het wel echt zo gebeurd zijn? In die situatie kun je maar beter de waarheid zeggen. ± Vertel maar eerlijk hoe het werkelijk gebeurd is../ <>..\ en er niet om heen draaien. Om je eerlijk de waarheid te zeggen: ik heb er nog niets aan <> Ik kan natuurlijk wel een smoes verzinnen maar../ gedaan! ±..\ om heel eerlijk te zijn: ik moet er nog aan beginnen. Zo af en toe moet je hem eens flink de waarheid zeggen. ± Nu en dan moet je hem streng toespreken zodat hij weet waar het op staat. <> Het is niet goed om hem altijd met zachte handschoentjes aan te pakken. Sommige mensen hebben de neiging om de waarheid geweld ± Ze stellen de zaken graag enigszins anders voor dan ze in aan te doen. werkelijkheid zijn. waarnemen >> nemen II ze nemen het (goed ) waar De zonsverduistering is door miljoenen mensen waargenomen. ± Over de hele wereld hebben de mensen dat zeldzame verschijnsel gadegeslagen. <> Ik zat te vergaderen en heb er niks van gezien. Hij is wel als arts afgestudeerd maar hij neemt nog waar. <> Hij wil zo gauw mogelijk een eigen praktijk hebben. Sinds een jaar neemt hij het ambt van burgemeester waar. ± Daarvóór bekleedde hij een minder hoge post. ~ Ik neem de kans waar om bij je langs te komen. ± Even van de gelegenheid gebruik maken om je te zien! waarom Waarom ga je naar de dokter? ± Wat is de reden daarvoor? «Omdat ik al een paar dagen pijn in mijn arm heb. Waarom wil je dat weten? ± Daar heb ik maar één motief voor: 't interesseert me gewoon. Weet jíj waarom we morgen vrij hebben? «Dat is omdat de docenten moeten vergaderen. Waarom? «Nou, dáárom! waarschijnlijk/-e Het lijkt me waarschijnlijk dat dit de laatste keer is dat we ± Ja, daar ga ik ook van uit. elkaar zien. (.) Denk je dat de patiënt 't nog haalt, met deze complicatie? >> Dat lijkt me niet waarschijnlijk!! Waarschijnlijk heeft de man een lichte hersenschudding. ± Vermoedelijk moet hij een paar dagen plat liggen. Direct scheiden lijkt nu de de meest waarschijnlijke oplossing../ «..\ voor hun dagelijks toenemende conflicten en aanvaringen. waarschuwen/waarschuwde/gewaarschuwd II & III de politie waarschuwt je voor zakkenrollers Wil je waarschuwen als het journaal begint? ± Geef je dan een seintje? Goed hoor, ik zal je waarschuwen! ± Ik geef wel een gil! Pas op hoor, ik waarschuw je../ «..\ als je niet ophoudt, word ik heel boos op je. De politie waarschuwt hier voor zakkenrollers. ± Ze maakt de mensen attent op het gevaar van zakkenrollers. Een gewaarschuwd mens telt voor twee. ± Iemand die opmerkzaam is gemaakt op dreigend gevaar, wordt niet zo gauw benadeeld. ± Nou ik dat weet, zal ik extra goed opletten! de waarschuwing/ -en Denk erom, dit is mijn laatste waarschuwing! ± Ik zeg nu voor de laatste keer dat het niet mag! Deze keer is ze er nog met een waarschuwing afgekomen. <> Als ze nóg eens te hard rijdt, krijgt ze een bekeuring. Zijn waarschuwing was voor jou bedoeld. ± Hij gaf jou het dringend advies om van de aankoop van dat huis af te zien. Jan zit overspannen thuis, ik beschouw dat als een ± Ik zal goed opletten dat 't mij niet gebeurt! waarschuwing.
4 WOORDKOMPAS W pagina 4 wachten/wachtte/gewacht I, II & III ik wacht al een uur op je Haast u zich maar niet, ik wacht wel../ «..\ ik heb geduld! Het toestel is in gesprek; wilt u wachten? <> Nee, ik hang op en dan probeer ik het later nog eens. We staan nu al een kwartier te wachten../ «..\ maar de bus is er nog steeds niet! Er staat die mensen veel ellende te wachten. ± Er ligt een moeilijke tijd vóór hen. De patiënt is angstig: hem wacht een zware operatie../ ±..\ volgende week moet hij geopereerd worden en daar ziet hij erg tegen op. ~ Die boodschappen kunnen wel wachten../ «..\ die doen we morgen wel. ~ Wacht maar, ik krijg jou nog wel! ± Pas maar op, je ontloopt je straf heus niet! Op het postkantoor kun je wachten tot je ons weegt! ± Je moet daar af en toe eindeloos in de rij staan voor je aan de beurt bent. Er staan drie mensen op de bus te wachten. ± Ze staan bij de halte in de tot de bus komt. Moeten we op je wachten../ <>..\ of zullen we vast weggaan? ± Als je wilt, blijven we hier tot jij er ook bent. Wacht u voor de hond! ± Pas op voor onze waakhond! Wacht u voor namaak! ± Let goed op dat ze u geen imitatie verkopen! 't Aantal wachtenden vóór u is... zeven../ «..\ klonk de computerstem door de telefoon. Dat ging dus wel even duren! de wachtkamer/ -s Bij dat station hebben ze de oude wachtkamer prachtig «..\ het is gewoon een feest om daar op je trein te zitten wachten. gerestaureerd../ Er zitten twee mensen in de wachtkamer van de dokter. ± Ze zitten te wachten tot ze aan de beurt zijn. «Er is één mevrouw in de spreekkamer. Zo'n wachtkamer ziet er vaak ongezellig uit:../..\ een kale ruimte met een paar rechte stoelen en een klein tafeltje met een paar tijdschriften. wagen/waagde/gewaagd II je waagt het niet! Zullen we het wagen om met de fiets te gaan? ± Ik durf best, we kunnen hoogstens nat worden! Hij heeft zijn leven gewaagd om zijn zoontje uit het water ± Met gevaar voor eigen leven is hij in het diepe kanaal gesprongen. te redden. Waag jij wel eens een gokje? ± Nou, ik ben twee keer naar het casino geweest. Al heb ik niet veel kans om die baan te krijgen wil ik toch ± Ik ga het proberen! Wie weet heb ik geluk! een poging wagen. Wie niet waagt, die niet wint! ± Als je het niet probeert, slaag je zéker niet! Ze droeg een prachtige jurk maar hij was wel een beetje ± Dat lage décolleté en die korte rok! De oudere dames vonden het gewaagd. maar gedurfd, sommigen vonden het zelfs onzedelijk! De twee boksers bleken aan elkaar gewaagd. ± Ze waren even sterk, ze gaven elkaar niets toe. Als het glad is buiten, wagen veel mensen zich niet op straat. ± Ik trek me daar niets van aan, ik durf best op straat te lopen. (.) Wat loop jij er op eens gewaagd bij! >> Je, gewaagd hè! Ik dacht, ik ga me eens heel anders, alternatief, kleden (.) Zal ik je eens lekker natspatten? >> Waag het eens! / Je waagt het niet! ± Haal het niet in je hoofd! de wagen/ -s Vroeger waren paard en wagen en de trekschuit de meest ± In de stad hoorde je de karren over de keien ratelen. gebruikte transportmiddelen.... het paard achter de wagen spannen >> het paard Ga je met de trein of neem je de wagen? ± Ik ga met de trein, die auto kun je tóch nergens kwijt! Heb je veel boodschappen nodig? Neem je een wagentje? <> Nee, ik neem een mandje, ik neem maar een paar dingen mee. ± Daarvoor heb ik geen karretje nodig. >> winkelwagen Kom schat, ben je moe? Wil je in je wagentje? <> Nee mamma, ik wil lopen!
5 WOORDKOMPAS W pagina 5 wakker/ -e Ben je nu al wakker? 't Is pas 6 uur! ± Dat weet ik wel, maar ik ben uitgeslapen! Moet je om 7 uur wakker worden en opstaan? <> Zou je niet liever nog een poosje blijven slapen? ± Ik móet er om 7 uur uit, anders réd ik 't niet! Iedereen schrikt wakker van die harde knal. ± Van schrik zit iedereen rechtop in bed. <> Alleen Piet slaapt door alle lawaai heen. Ik heb de hele nacht wakker gelegen! ± Ik heb al een paar nachten niet kunnen slapen. Wil je me om 8 uur wakker maken? <> Als je me laat slapen, kom ik te laat op school. ~ Hé, word eens wakker! Waar ben je met je gedachten? ± Je zit te dromen, let eens op! Zeg maar niets, je kunt beter geen slapende honden wakker ± Als je de mensen daarop attent maakt, heeft dat misschien allerlei maken. vervelende gevolgen. Je buurjongen is bepaald geen wakker type! ± Inderdaad, 't is een beetje een sufferd. de wal/ -len In vroeger tijden legde men aarden wallen om een stad. ± Zo'n verhoging diende om vijanden buiten de stad te houden. ~ Hoe kom je aan die wallen onder je ogen? ± Ik heb een paar nachten heel slecht geslapen, dan krijg ik altijd van die kringen om mijn ogen. De passagiers waren blij dat ze na een week <> 't Was heerlijk aan boord maar nu wilden ze weer../ op zee een paar uur aan wal konden gaan. ±..\ even vaste grond onder de voeten voelen. Omdat de matroos ziek was, bleef hij aan wal../ <>..\ toen zijn collega's weer de zee opgingen. ~ Nou, we luisteren, steek maar van wal! ± Begin maar te vertellen wat je allemaal beleefd hebt. De beste stuurlui staan aan wal. >> stuurman Die opmerking van jou raakt kant noch wal! ± Wat een onzin, dat slaat nergens op! Zo help je dat arme kind van de wal in de sloot. ± Je brengt haar alleen maar in grotere problemen! Bij de fusie van die twee bedrijven zijn veel werknemers ± In de nieuwe organisatie was er geen geschikte positie voor hen tussen de wal en het schip terecht gekomen. te vinden. Alleen goede zeilers lukt het om aan de lage wal aan te meren. ± Het is moeilijk om de boot zonder schade naar de oever waar de wind naar toe gaat toe te varen en daar aan te leggen. Met is makkelijker je schip aan de hoge wal aan te leggen.../ ±..\ je moet het dus gewoon hogerop zoeken! Door overmatig drankgebruik is die man aan lager wal geraakt. Hij is zijn baan kwijt, zijn vrouw heeft hem 't huis uitgezet en nu zwerft hij maar zo'n beetje op straat. Jij wilt van twee walletjes eten! Jij praat beide partijen naar de mond om er zelf beter van te worden! de wand/ -en Aan welke wand wil je dit schilderij hebben? ± Hang het maar aan de muur tegenover het raam. Deze huizen hebben zulke dunne wanden../ «..\ dat je de buren kunt horen praten. Ik denk dat ik hier een wandje ga zetten. ± Met zo'n dun muurtje van gipsplaat maak ik van die grote zolderkamer twee kleine kamertjes. Spiegeltje, spiegeltje aan de wand../ «..\ wie is de mooiste/schoonste in 't hele land? Ik vind het een teken aan de wand dat er nog steeds niet gestart ± Ik vermoed dat er iets mis is: vervuilde grond of zo. is met de bouw. ± Ja inderdaad, dat is een veeg teken.
6 WOORDKOMPAS W pagina 6 wandelen/wandelde/gewandeld I (& II & III) ze wandelen van hot naar her Het is leuk om langs de grachten te wandelen. ± Als je zo rustig loopt, kun je op je gemak naar de mooie, oude huizen kijken. Ik doe niet veel meer aan sport; alleen nog 's zomers wandelen ± Als je zo'n paar uur gelopen hebt met klimmen en afdalen, ben je in de bergen. best moe! Verleden jaar hebben we nog vijf uur achter elkaar gewandeld. ± Toen zijn we naar een groot meer gelopen. Aan de vierdaagse meedoen? Man, dat is geen wandelen meer../ «..\ dat is een slijtageslag. Heb je die mensen wel eens op de vierde dag Nijmegen zien binnenstrompelen? Is snelwandelen hetzelfde als snel wandelen? Helemaal niet, het is een vorm van hardlopen waarbij je nooit helemaal los van de grond mag komen. de wandeling/ -en Voor vandaag staat er een wandeling op het programma. ± Fijn een eind lopen in het bos. Van Den Haag naar Delft? Dat is een forse wandeling! ± Dat is zeker een hele afstand om te lopen. Heb je zin in een wandelingetje? ± Ja, ik wil wel een stukje lopen. Die jongen heeft een heel ingewikkelde naam maar in de <> Officieel heeft hij wel vier voornamen../ wandeling noemen ze hem Jan. ±..\ maar in het dagelijks verkeer is dat te moeilijk. de wandelsport/- Als je de wandelsport serieus wil beoefenen../ «..\ moet je ieder weekeinde wel een wandeling van zo'n 30 à 40 km maken. Maar gewoon een grote hond nemen schiet ook op. de wang/ -en Langzaam gleed er een traan over haar wang../ ±..\ uit haar ooghoek over de zijkant van haar gezicht. Gelukkig, je hebt weer wat kleur op je wangen! <> De vorige keer had je zo'n akelig wit gezichtje! wanhopig/ -e Met een wanhopig gezicht kwam hij bij de dokter vandaan:../..\ het was duidelijk dat de arts hem heel slecht nieuws had moeten brengen. ± Het slechte nieuws was van z'n gezicht af te lezen. Er was een ongeluk gebeurd. Overal liepen wanhopige mensen. ± Je zag tientallen mensen die in paniek waren en niet wisten wat ze moesten doen. Wanhopig keek hij om zich heen:../ «..\ wat moest hij nu beginnen? ± Hij wist zich geen raad. Ik heb mijn toets wanhopig slecht gemaakt. ± Alle hoop op een goed cijfer is nu wel verkeken! wanneer? Wanneer kom je nu eens bij me op bezoek? «Laten we maar voor volgende week afspreken! Wanneer begint de film die je wil zien? «Om half negen, geloof ik. Wanneer ben jij geboren? «In Wanneer komt de Panorama bij jullie in de bus? ± Hoe bedoel je? Op welke dag? Of op welk tijdstip? «Hij komt altijd op donderdag, met de post, dus om een uur of twaalf. wanneer Wanneer er gebeld wordt, gaat hij opendoen. ± Op het moment dat de bel gaat, gaat hij naar de deur. Wanneer morgen de zon schijnt, gaan we naar het strand. ± In het geval dat het regent, blijven we thuis. ± Als 't alleen maar hard waait, gaan we naar het bos. want We hebben vandaag vrij want de docenten hebben een studiedag. ± Aangezien/omdat de leraren er de hele dag niet zijn, hebben wij geen les. Ik ga even naar het ziekenhuis want mijn vriendin is net ± Daar ze vandaag pas geholpen is, blijf ik maar een kwartiertje. Ze zal geopereerd. nog wel veel pijn hebben.
7 WOORDKOMPAS W pagina 7 de want/ -en Als het erg koud is, trek ik wanten aan. <> Omdat die geen aparte vingers hebben, en dus een dikke voering kunnen hebben, zitten ze warmer dan handschoenen. het wapen/ de -s of -en Een wapen is in eerste instantie een middel «..\ maar wordt misschien wel vaker misbruikt om aan te vallen. om je te verdedigen../ Pijl en boog was het wapen van de Indianen. ± De blanken gebruikten geweren als middel om oorlog mee te voeren. De agent richtte zijn wapen op de overvaller. ± Hij hield de gemaskerde man onder schot. De tong en de pen zijn scherpe wapens../ «..\ waarmee veel schade kan worden aangericht. ~ Haar optimisme is haar sterkste wapen om er weer bovenop ± Als ze weer gezond wordt, is dat vooral aan haar optimisme te danken. te komen. Hij is "onder de wapenen" is een ouderwetse manier om te ±..\ dat iemand in militaire dienst is. zeggen../ Hij zal alle wapens in de strijd gooien om zijn doel te bereiken. ± Hij zal al het mogelijke doen om te krijgen wat hij hebben wil. Het wapen van Amsterdam heeft drie kruisen../ ±..\ en in het schild van Den Haag staat een ooievaar. warm/ -e Gisteren was het een warme dag,../ ±..\ de temperatuur was hoog. <>..\ maar vandaag hebben we weer een koude dag. Oef, wat is het hier warm! ± 't Is hier zeker 25! Om te stikken/puffen! Zet de verwarming wat lager, wil je? Pas op hoor, die soep is warm!../ «..\ Goed blazen, anders brand je je mond! Om 6 uur staat het warme eten hier op tafel. ± In Frankrijk is het avondeten veel later. Op het platteland eet men vaak warm tussen de middag. ± In de stad gebruikt men de warme maaltijd meestal 's avonds. Logisch dat je het warm hebt../ «..\ je hebt een veel te dikke trui aan. <> Als je het nu nog koud zou hebben, was je ziek! Wat krijg je het toch warm van dat joggen../ «..\ ik transpireer me gek en ik heb een hoofd als een biet van de hitte! Komt dit brood van de warme bakker../ <>..\ of uit de fabriek? ± Van de bakker hier in de straat, die bakt nog zelf! ~ De aandelen van World Online gingen als warme broodjes over ± Die aandelen werden grif verkocht, er werd om gevochten! de toonbank. <> Helaas, een maand later konden ze ze aan de straatstenen niet kwijt! Kleed je warm aan, het is koud buiten. ± Doe je dikke jas aan en zet een muts op! ~ Die mensen zitten er warm(pjes) bij! ± Ze hebben aardig wat geld op de bank staan! Die docent heeft een warme belangstelling voor ± Hij toont daar een intense interesse voor. het leven van zijn studenten. <> Er zijn ook docenten die het volkomen koud laat! Toen ze na haar ziekte op haar werk kwam, ± Ze was heel blij met die hartelijke verwelkoming. kreeg ze een warm onthaal van haar collega's. <> Ze was bang geweest voor een kille ontvangst. De minister toonde zich een warm voorstander van het ± Hij heeft ijverig gestreden om het door het parlement aanvaard wetsvoorstel. te krijgen. De violiste heeft een heel warme toon. ± Het is gewoon heerlijk om naar haar spel te luisteren. Dat ene doek is in warme kleuren geschilderd../ <>..\ terwijl het andere alleen maar schelle kleuren heeft. de warmte/ - De zomerzon geeft veel warmte. ± Als die schijnt kun je hoge temperaturen verwachten. Door de warmte zijn de rails uitgezet. ± Ja, in de hitte worden die langer. Ik kan niet zo goed tegen de warmte. ± Ik ga dan ook niet graag naar een land met een warm klimaat. <> Ik ga liever naar de kou.
8 WOORDKOMPAS W pagina 8 de was/ - De bijen geven ons, behalve honing, ook was. ± Die vettige stof gebruiken we o.a. om houten meubels te wrijven en tegen vocht te beschermen. Ik moet die antieke tafel weer eens goed in de was zetten en «..\ dan glanst hij je weer tegemoet! dan boenen en uitwrijven../ Die man moet goed in zijn slappe was zitten. ± Hij moet veel geld hebben want hij is zó royaal! <> En vroeger had hij geen nagel om z'n kont te krabben! de was/ - Als ik de was buiten ophang../ ±..\ is het schone goed over een uurtje droog want de zon schijnt en er staat een lekker windje. Doe dat overhemd maar in de was. ± Doe het maar bij de vuile kleren in de wasmand. Wij laten de wasmachine de was doen. ± Vroeger waren de vrouwen de hele maandag in de weer met wastobbe en wringer. Dat is een eenvoudig klusje, een kind kan de was doen! ± 'Een makkie!', zou mijn kleindochter zeggen. Hoe kan iemand zó z'n vuile was buiten hangen? ± Je gaat toch niet zulke pijnlijke situaties binnen je eigen familie/kring openbaar maken? wassen/waste/gewassen II ze wast haar haar Ik moet vandaag wassen! «Er ligt me toch een berg vuil goed! Was je die trui in de wasmachine../ <>..\ of op de hand? Heb je je handen gewassen? «Ja mam, kijk maar, ze zijn schoon! ± Ik heb ze eerst ingezeept en toen weer afgespoeld. Meneer Smit wast zich aan de wastafel../ «..\ en mevrouw Smit gaat onder de douche. Ga je wassen, Smeerpoets! ± Ga naar boven en zorg dat je schoon bent als je weer beneden komt! Iemand moet die jongelui eens goed de oren wassen! ± Ik ben 't helemaal met je eens maar wie durft 't aan om ze streng toe te spreken? Als het er op aankomt, wast hij zijn handen in onschuld. ± Dan zegt hij dat hij niet verantwoordelijk is voor de nare situatie: hij kan er niets aan doen! Als de ene hand de andere wast, worden ze beide schoon. ± Als we elkaar helpen, hebben we daar allebei voordeel bij. wat Wat ligt daar op de grond? ± Welk voorwerp is daar gevallen? Wat staat er vandaag op het menu? ± Welke dingen krijgen we straks te eten? Wat ga je vanavond doen? ± Welke plannen heb je? Ik weet niet wat dat woord betekent. ± Ik ken (de betekenis van) dat woord niet. Hij begrijpt wat de consequenties van zijn daden zijn. ± Hij beseft heel goed welke gevolgen zijn daden zullen hebben. Ik ben benieuwd wat hij gaat zeggen. ± Welke woorden zal hij tot de jubilaris richten? Wat is de prijs van deze auto? ± Welke prijs moet ik ervoor betalen? Wat zijn de kleuren van de Nederlandse vlag? ± Welke kleuren heeft die vlag? Ik weet wat de kleuren van die vlag zijn. «Dat zijn rood, wit en blauw. Wat voor (een) hoed zal ik opzetten../ «..\ een grote, zwarte of een kleine, rode? Het kan mij niet schelen wat voor schoenen je aandoet../ «..\ hoog of laag, zwart of bruin, dat maakt mij niet uit! Wat? Ik kan je niet verstaan! «De muziek is zo hard! Wat??? Gaan die twee trouwen?../ «..\ Dat kan ik niet geloven! Weet je wàt? Ik heb een plan../ «..\ we gaan samen op vakantie! 't Is me toch wat! Gaan die twee hier, en plein public, met ± Dat houd je toch niet voor mogelijk! Ik vind 't een schandaal! elkaar zitten vrijen!
9 WOORDKOMPAS W pagina 9 wat Dat is het lekkerste wat ik ooit gegeten heb! ± Iets heerlijkers heb ik nog nooit geproefd. Hij zegt dat hij zijn uiterste best doet, wat grote onzin is. ± Hij beweert dat hij alles geprobeerd heeft, hetgeen gewoon niet waar is. Alles wat die jongen probeert, loopt op een fiasco uit. ± Al zijn pogingen schijnen te moeten mislukken. Ik wil u bedanken voor wat u voor me gedaan hebt. ± U hebt me reusachtig geholpen; daarvoor ben ik u zeer dankbaar. wat Hoor je wat? ± Ja, ik hoor iets in de keuken. Zei je wat? <> Nee hoor, ik zeg niets/niks. Wàt er ook gebeurt, zondag ga ik wandelen! ± Weer of geen weer, ik ga hoe dan ook een eind lopen. Wat mij betreft kun je gerust gaan../ ±..\ ìk vind 't best! wat Heb je een nieuw schilderij? Wat mooi! ± Echt heel mooi! Wat een pech dat die trein al weg is! <> Gelukkig dat er over tien minuten wéér een komt. Ben jij hier ook? Wat een verrassing! «Ja leuk hè, hoeveel jaar is dát niet geleden? Heb jij nog wat kleingeld? ± Ja, ik heb nog wel een beetje. Ik heb ook wat appels bij me. ± Lekker! En ìk heb een paar mandarijntjes. Hij heeft al heel wat keren op het punt gestaan terug te keren ± Maar net zo vaak is hij toch weer van gedachten veranderd. naar zijn vaderland. >> tal Voel je je niet goed? Je ziet wat bleek. ± Verleden week zag je er ook al een beetje pips uit. In die winkel verkopen ze van alles en nog wat. ± Je kunt daar allerlei dingen krijgen. Zullen we wat anders gaan doen../ <>..\ of gaan we door met hetzelfde spelletje?
10 WOORDKOMPAS W pagina 10 het water/ de -en Het leven op aarde is mogelijk door de aanwezigheid van water. ± Planten, dieren en mensen zijn afhankelijk van die kleurloze, smaakloze en reukloze vloeistof. Iedereen heeft recht op water dat geschikt is om te drinken, «..\ z'n vee te drenken, z'n omgeving schoon te houden en het land zich te baden, z'n kleding te wassen,../ te bevloeien. Tijdens het Wereldwatercongres verzetten actievoerders zich «..\ maar waar politici en multinationals een bron van inkomsten van tegen de aanleg van enorme dammen voor de opslag van water, maken waar de 'gewone man' niet meer bij kan. dat toch algemeen bezit is./ Een glas koel, helder water is het beste middel tegen de dorst. «Daar kan geen andere drank tegenop! ± Zo'n glaasje gemeentepils is nog lekker goedkoop ook! Er is vannacht weer heel wat water gevallen. ± Heb je de regen niet tegen de ramen horen tikken? Heb je misschien wat water voor me? Een glaasje? O, is het voor de plantjes? Dan geef ik je een gietertje vol. Na de zware regenval stond een deel van de ± Heel wat straten en pleinen stonden blank. De mensen stad onder water. moesten laarzen aantrekken als ze naar buiten wilden. We hadden nog het water op willen gaan maar er stond te ± Het was te gevaarlijk om uit te varen. veel wind. Die kleine kinderen zijn zo vlug als water. ± Ze rennen zó hard, dat je ze niet te pakken kan krijgen. Je hoeft haar echt niet te helpen: dat is water naar de zee dragen ± Ze krijgt al van alle kanten hulp en heeft die van jou niet nodig! Die mensen móeten geholpen worden: het water staat hun ± Ze kunnen geen kant meer op en weten zich geen raad meer. tot aan de lippen. Die mensen zitten in grote financiële problemen;het water ± Als er niet heel gauw een oplossing komt, gaan ze failliet. komt ze aan de lippen. Als jullie nu allebei wat water in je wijn doet, worden jullie het ± Als je alle twee een beetje toegeeft, komt het best voor elkaar. nog wel eens met elkaar. Ze voelt zich in haar nieuwe baan als een vis in het water ± Ze is daar echt in haar element en heeft het enorm naar haar zin. <> Ze was eerst bang dat ze zich een kat in een vreemd pakhuis zou voelen. Die twee kinderen lijken als twee druppels water op elkaar. ± Ze lijken zo sprekend op elkaar dat je ze niet uit elkaar kunt houden. Toen hij dat nieuws hoorde, keek hij of hij water zag branden. ± Hij kon het gewoon niet geloven. Tot nu toe hebben ze het hoofd boven water kunnen <>..\ maar nu ziet het er naar uit dat ze aan hun schulden ten onder houden../ gaan. Jarenlang heeft ze niets van zich laten horen maar nu is ze ± Plotseling stond ze weer voor onze neus. weer boven water gekomen. Het schoolfeest is dit jaar in het water gevallen. ± Door verschillende oorzaken is het echt op niets uitgelopen: een flop van jewelste! Spijkers op laag water zoeken >> de spijker Dat is een diamant van het zuiverste water. ± Die diamant heeft de grootst mogelijke helderheid. ~ Ze is een kunstenares van het zuiverste water. ± Ze is kunstenares tot in haar vingertoppen. <> Je hebt ook van die artiesten van de koude grond, die wel doen alsof, maar niet echt talent hebben. watertanden/- II ik moet er van watertanden Wat ruikt die soep heerlijk, ik ga er gewoon van watertanden! ± Ik krijg er zo'n trek in dat het water me in de mond loopt! de w.c./ -s In de badkamer is een w.c.../ ±..\ en er is een apart toilet op de gang. Waar is hier de w.c.? ± Waar kan ik hier 'mijn handen wassen'? Mama, ik moet naar de w.c.../ «..\ ik moet plassen! En ook poepen, geloof ik. ^ het bad, de douche, de w.c./het toilet, de wastafel behoren tot het sanitair. de w.c.-pot/ -ten In de badkamer is alles blauw: het bad, de wastafel en de w.c.-pot. ± Mooi hoor, zo'n gekleurde toiletpot.
11 WOORDKOMPAS W pagina 11 we/wij Mijn man gaan uit. We gaan naar de film. <> Naar welke film gaan jullie? Wij vormen een goed koppel../ ±..\ jij en ik. Zullen we nu gaan? «Gaan jullie maar vast, wij komen wat later! Hier hebben wij het voor het zeggen, begrijp je dat? <> Jullie kunnen luisteren of hier ""oprotten'"! wedden/wedde/gewed II ik wed om een Bij de paardenraces wordt veel gewed. ± Enorme bedragen worden daar ingezet/op het spel gezet. ~ Wédden dat ik gelijk heb? ± Je zult zien dat ik gelijk heb! Ik wed om honderd euro dat PSV kampioen wordt. ± Daar durft iedereen wel op in te zetten, ze zijn niet meer in te halen! weder >> weer IJs en weder dienende gaan we morgen lekker schaatsen. <> En als het weer tegenzit/niet mee zit, wordt het gewoon wandelen. de wedstrijd/ -en Er was gisteren een spannende wedstrijd op TV. ± Tot vlak voor het eind was niet duidelijk wie de slag zou winnen. Het werd 3-2 voor de thuisclub. Wie floot de wedstrijd? ± Ik weet niet wie de leiding had. ^ Je kunt een wedstrijd spelen, winnen, verliezen, leiden, fluiten, weggeven. de weduwe/ -en Toen de eigenaar van de zaak was overleden, zette zijn weduwe ± De werknemers waren blij dat ze nu voor de vrouw van hun overleden het bedrijf voort. baas konden weken. Die vrouw is al drie jaar weduwe. Haar man is drie jaar geleden overleden. de weduwnaar/ -s Toen de man weduwnaar was geworden had hij geen plezier ± Sinds de dood van zijn vrouw verloor hij alle belangstelling voor meer in het leven. zijn omgeving. de week/ -weken Een week telt../ ±..\ zeven dagen. Ik ga twee weken met vakantie. ± Heerlijk hoor, veertien dagen er tussenuit! Ga je volgende week dinsdag al? ± Ja, ik vertrek a.s. dinsdag over zeven dagen. De Libelle komt eens per week/één keer in de week../ «..\ dat is dus een weekblad../ <>..\ en geen krant, want die komt elke dag. Door de week rijden er meer treinen../ <>..\ dan 's zondags. het weekeinde/ -n of het weekend/ de / -s Vrijdags doe ik boodschappen voor het weekend. ± Dan hoef ik zaterdag en zondag tenminste niet! Heerlijk hoor, zo'n vrij weekeinde. <> Vooral na zo'n zware werkweek! de weelde/ - In West-Europa leven we in weelde../ ±..\ en grote luxe../ <>..\ vergeleken bij de armoede van de derde wereld. Ook wij Nederlanders baden in weelde. ± We leiden een luxe leven waar onze ouders alleen maar van konden dromen!
12 WOORDKOMPAS W pagina 12 weer (weder) Na een pauze van een kwartier begint de les weer. ± De cursisten gaan opnieuw naar het leslokaal. De politieagent ziet wéér een brand. ± En dus waarschuwt hij nog een keer de brandweer. Bén je daar al weer? ± Je bent óók snel terug! Hemel, daar is die man al wéér aan de deur../ «..\ dat is nu al de vierde keer deze week! Wat is je telefoonnummer ook (al) weer? «Je hebt 't me wel gezegd maar ik weet 't niet meer. Moet je op één dag heen en weer naar Arnhem? ± Gelukkig niet, ik ga vandaag heen en hoef overmorgen pas terug. We krijgen het heen en weer van onze buren. ± Ze worden hoorndol van hun harde muziek. het weer/- Wat voor weer heeft Saba? ± Dat eiland heeft een heerlijk klimaat, tropisch met een verkoelende zeewind. 't Is mooi weer: de zon schijnt en er is bijna geen wind. ± Vandaag is de luchtgesteldheid zowaar gunstig. We krijgen zwaar weer!../ «..\ Er is een enorme depressie op komst! ±..\ Reken maar op veel regen en harde wind! ± Een paar weken geleden was het ook zulk boos/onheilspellend weer. Er is zwaar weer op til../ ±..\ 't is afgelopen met de rust, er dreigt een crisis. Als het weer meewerkt, gaan we zeilen. ± Bij gunstige weersomstandigheden gaan we de zee op. ~ 't Is vandaag géén weer! ± 't Giet van de regen en 't stormt ook nog, vreselijk! Ze spelen mooi weer met de erfenis van hun ouders. ± Wat hun ouders moeizaam bij elkaar gespaard hebben, jagen zij er in korte tijd doorheen! Als hij erbij is, speelt ze mooi weer tegen haar baas../ ±..\ dan doet ze poeslief tegen hem. <>..\ maar achter zijn rug vertelt ze niets dan lelijks over hem/ maakt ze hem zwart. het weerbericht/ de -en Zet je de radio aan? Ik wil het weerbericht horen../ «..\ ik wil weten wat het morgen voor weer wordt. Ik wil morgen naar het strand maar het weerbericht is niet «..\ het KNMI verwacht slecht weer. al te best.../ Volgens het weerbericht../ «..\ hadden we nu in de zon moeten zitten. ± Die weersverwachting klopt ook nooit! weerkundig/ -e Onze krant heeft ook een weerkundige rubriek. ± Een meteorologisch medewerker bespreekt daarin het weer van de komende dagen. de weerstand/ -en Het voorstel om die spoorlijn aan te leggen heeft veel ± Verschillende groeperingen zijn in verzet gekomen. weerstand opgeroepen. ~ Hij kon geen weerstand bieden aan de verleiding dat prachtige ± Eigenlijk was het veel te duur maar hij liet zich toch verleiden. boek te kopen. de weersverwachting/ -en En nu de weersverwachting van het KNMI:../ «..\ voor de komende twee dagen veel buien en koud daarna een lichte verbetering: meer zon en warmer.
13 WOORDKOMPAS W pagina 13 de weg/ -en Er wordt een nieuwe weg aangelegd van ons dorp naar de stad. ± Het wordt een veel snellere verbinding dan de oude straatweg. Op de weg naar het strand staat een lange file. ± Dat is bij mooi weer altijd een drukke route. Het kind liep zonder uit te kijken de weg op. <> Het liep zomaar de stoep af../ ±..\ en de straat op. Kunt u mij de weg wijzen naar het station? ± Kunt u zeggen hoe ik daar moet komen? ~ Je bent nu op de goede weg, ga zo door! ± Je bent nu goed begonnen, volhouden maar! Nu vraag je heus naar de bekende weg! ± Je weet het antwoord op die vraag al lang! Hij timmert graag aan de weg../ ± Hij vertelt graag aan iedereen wat hij allemaal voor grootse plannen heeft../ <>..\ maar zijn broer houdt zich altijd bescheiden op de achtergrond. Op weg naar het station wil ik bloemen kopen. ± Terwijl ik naar het station ga, zie ik wel een bloemenstal. ~ Er is altijd wel iemand die je een eind op weg kan helpen. ± In dit geval wil ik je best wat aanwijzigingen geven hoe je het probleem aan moet pakken. Tot Utrecht reizen we samen, daarna gaat ieder zijns weegs. De één reist verder naar Arnhem en de ander moet naar Groningen. Om dichtbij het podium te komen moest ik me een weg banen ± Ik had grote moeite er doorheen te komen. door een massa fans. Die grote tafel staat een beetje in de weg../ «..\ je kunt er bijna niet langs. Wees maar niet bang dat ik je iets in de weg zal leggen als je ± Ik zal je niet tegenhouden! naar de universiteit wil. <> Integendeel, ik zal je alle medewerking geven. Zo, dat probleem is ook uit de weg geruimd! ± Daar zullen we geen last meer van hebben! weg Hijgend kwam ze het perron oprennen maar helaas, de trein ± Een minuut geleden was hij vertrokken. was weg! Na een uur waren alle koopjes al weg. ± Allemaal verkocht/verdwenen. Mijn pen is weg! ± Berg hem toch eens goed op, hij is altijd zoek! Moskou is heel ver weg. <> Brussel is heel dichtbij. Weg jij, ik wil je voorlopig niet zien! ± Verdwijn uit mijn ogen! 'Weg met de trainer!', riepen de supporters ± 'Ontsla de trainer maar, dan gaat het weer beter!' toen hun club wéér verloren had. <> Er was één spandoek met: Blijven moet die man, hij is de beste! ~ Ik ben weg van die kleur rozen! ± Helemaal verrukt ben ik ervan, prachtig vind ik ze! wegbergen >> II ze bergt 't weg Ik berg deze schoenen maar weg, ik trek ze voorlopig toch ± Ik doe ze in de doos en zet ze in de kast. niet aan. <> Na de zomer haal ik ze weer tevoorschijn. wegbrengen >> brengen II (& III) ze brengt hem weg (naar huis) Ik heb mijn grijze broek weggebracht naar de stomerij. <> Overmorgen kan ik hem weer ophalen. Wil je naar huis? Zal ik je even wegbrengen? ± Welnee, je hoeft niet met me mee te gaan. <> Je hebt me ook al gehaald! wegdoen >> doen II hij doet z'n oude scooter weg Doe die kapotte schoenen toch weg! ± Gooi ze maar in de vuilnisbak! Als het gevaar geweken is, doet de agent zijn pistool weg. ± Hij bergt het wapen op, hij voelt zich weer veilig. Die modezaak doet de hele collectie voor spotprijzen weg. ± Ze hebben alles in de uitverkoop gedaan.
14 WOORDKOMPAS W pagina 14 wegen/woog/gewogen I & II Hoeveel weeg jij? Hoeveel weeg jij? ± Hoe zwaar ben je? Denk er om, je moet die appels hier wegen. ± Op die weegschaal kun je kijken wat het gewicht is. ~ Bij zo'n toespraak moet je je woorden wegen. ± Je moet heel goed opletten wat je zegt: vóór je 't weet heb je iemand op z'n tenen getrapt. <> Als je zomaar wat zegt, sta je al gauw onzin te kletsen. ~ De rechten van de werknemers wegen zwaar bij de directeur. ± Die rechten zijn voor hem van grote betekenis. Na lang wikken en wegen heeft ze besloten ontslag te nemen. ± Ze heeft er lang over nagedacht. <> Dat is beter dan op stel en sprong weg te gaan. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. ± De belangrijkste zaken gaan nu eenmaal vóór. wegens Die winkel is wegens vakantie gesloten. ± In verband met de vakantie (van het personeel) is die zaak dicht. Wegens familieomstandigheden moet ik mijn bezoek afzeggen. ± Door familieomstandigheden ben ik gedwongen thuis te blijven. weggaan >> gaan (+ zijn) I ze is weggegaan! Ik heb hem zelf zien weggaan. ± Ik zag dat hij om 8 uur z'n huis verliet. <> Heb je hem ook zien thuiskomen? Hij is om 8 uur weggegaan../ ± Hij heeft om 8 uur het huis verlaten. <>..\ en om 12 uur thuisgekomen. Opschieten! De trein gaat zó weg! ± Hij vertrekt over een minuut! Als 't morgen mooi weer is, gaan we een dagje weg. ± Gaan jullie váák zo'n dag (de stad) uit? <> Ikzelf blijf veel liever rustig thuis. ~ Ben je pas getrouwd? Ga weg! ± Wat vertel je me nou? Daar wist ik niets van! ~ Of ik jou 6 100,- kan lenen? Ga nou gauw weg! ± Hoe haal je 't in je hoofd? Ik denk er niet aan! weggooien >> gooien II we gooien die oude kleren weg Zou je die oude kleren niet eens weggooien? Je draagt ze nooit ± Ja, geef maar hier, dan doe ik ze nu meteen in de container. meer! Kan ik deze flessen weggooien../ <>..\ of moet je ze inleveren? Zit er statiegeld op? Gooi die troep toch weg, man! ± Geef het toch met de vuilnisman mee! <> Niks ervan, ik breng 't allemaal naar de kringloop, er zijn vast mensen die 't graag willen hebben. weglopen >> lopen (+ zijn) I de hond loopt weg De jongen liep hard weg. ± Hij ging er snel vandoor. Al vóór het einde van de wedstrijd liepen de supporters weg. ± De wedstrijd was zó saai, dat ze al vroeg het stadion verlieten. <> Bij een spannende wedstrijd zijn de supporters niet weg te slaan, dan blijven ze zitten juichen en schreeuwen. Bij dat bedrijf lopen de werknemers bij bosjes weg. ± Ze nemen ontslag want de arbeidsomstandigheden zijn heel slecht. Meestal loopt het water in de gootsteen weg../ <>..\ maar af en toe blijft het staan. Dan is de afvoer verstopt. Dat meisje is van huis weggelopen../ «..\ en woont nu in een opvanghuis. Een jaar geleden was ze weggelopen met haar vriend. ± Toen was ze ook al gevlucht. ~ Ze loopt wég met haar nieuwe schoonzoon. ± Ze vindt hem heel erg aardig. <> Met de vorige vriend van haar dochter kon ze absoluut niet overweg. wegnemen >> nemen II 't kind neemt de snoepjes weg Je mag die snoepjes niet zo maar wegnemen! <> Je moet eerst vragen of je er één hebben mag! ± Als je dat in een winkel doet, is het stelen. Deze medicijnen zullen de pijn wegnemen. ± Deze tabletten helpen tegen de pijn. Ik kan je ongerustheid helaas niet wegnemen../..\ ik weet óók niet waar Jan is. Ik wil best geloven dat je hoofdpijn had maar dat neemt niet ± Het blijft een feit dat je me voor niets op je heb laten wachten! weg dat je me had moeten laten weten dat je niet kwam!
15 WOORDKOMPAS W pagina 15 wegstemmen >> stemmen II de vergadering stemt het voorstel weg De ledenvergadering heeft het hele bestuur weggestemd. ± Bij het tellen van de stemmen bleek dat de meeste mensen vonden dat het bestuur moest aftreden. Het parlement heeft de motie van de oppositie weggestemd. ± De meerderheid van de kamer heeft zich tegen de motie uitgesproken. wegsterven >> sterven (+ zijn) II het geluid sterft nu weg De klanken van de ene band stierven weg. ± Steeds zachter klonken de tonen van hun muziek. <> Maar daar kwamen de volgende muzikanten al weer dichterbij, steeds luider klonk hun marsmuziek. wegteren/teerde weg/weggeteerd (+ zijn) I de bootvluchtelingen teren weg De zieke vluchtelingen in de kampen teren langzaam weg. ± Als er niet snel massaal hulp geboden wordt, gaan er duizenden de dood tegemoet. wegtrekken >> trekken (+ zijn) I het onweer trekt weg Gelukkig, de bewolking is weggetrokken. ± De lucht is weer blauw, de wolken zijn weggedreven. Steeds meer mensen trekken weg uit die onvruchtbare streken. <> Ze gaan zich vestigen in gebieden die meer kansen op een goed bestaan bieden. ± Ze verlaten het land waar ze alleen maar armoede gekend hebben. wit wegtrekken I & II ze trekt wit weg van angst Toen ze een dief in haar huis aantrof, trok ze wit weg. ± Ze werd lijkbleek, zó schrok ze. <> De dief kreeg echter een kleur als vuur, hij was op heterdaad betrapt! wegwijs/- Ze woont pas een paar weken in deze stad maar ze is al aardig ± Na zo'n korte tijd kent ze de weg al vrij goed. wegwijs. De docent probeert zijn nieuwe leerlingen een beetje wegwijs ± Hij geeft ze aanwijzingen hoe ze het beste met al die nieuwe dingen te maken in de leerstof. kunnen omgaan. weigeren/weigerde/geweigerd II hij weigert dienst Vanmorgen moest ik de wegenwacht bellen, mijn motor <> Toen de accu opgeladen was, sloeg de motor aan. weigerde. De laatste tijd weigert hij wel vaker te starten. ± Op de gekste momenten vertikt hij het. <> Neem dan ook de fiets, die doet het altijd! De hongerstakers weigeren alle voedsel. ± Ze willen absoluut niet eten. Een paar weigeren ook (om) iets te drinken../ <>..\ maar de meesten gebruiken nog wel wat vocht. Als iemand je om hulp smeekt, kun je hem die toch niet <> In zo'n geval zal ík tenminste wel hulp geven. weigeren? weinig/ -e Die plant mag maar weinig water hebben. <> Als je hem veel water geeft, verdrinkt hij. Er liepen weinig mensen op straat. ± We zijn er maar een paar tegengekomen. <> Maar in het café was het een drukte van belang. Helaas kan ik je er maar weinig over vertellen. ± Zelf heb ik er ook nauwelijks iets over gehoord. Ik kan daar weinig aan veranderen. 't Is nu eenmaal zo! ± Er is niets aan te doen, helaas! Slechts weinigen kunnen zich zo'n dure auto veroorloven../ <>..\ maar velen zouden er graag één bezitten! Die ouders hebben weinig of geen aandacht voor de prestaties ± Ze hebben nauwelijks/bijna geen tijd om naar hun verhalen te van hun kinderen. luisteren. Alsjeblieft, 't is weinig maar uit een goed hart! ± 't Is geen groot cadeau maar 't is je van harte gegund.
16 WOORDKOMPAS W pagina 16 weinig Ik kom nog maar weinig in Amsterdam. <> Vroeger ging ik er vaak naar toe. ± Nu kom ik er nog maar heel af en toe. Wat zeg je weinig, ben je moe? ± Je doet zowat geen mond open! ~ Als díe docent ontevreden is, zegt dat weinig../ «..\ hij heeft altijd wel wat aan te merken../ ±..\ dus dat betekent niet zoveel. Ze was weinig mededeelzaam over haar belevenissen in het <> Haar moeder wilde graag dat ze er honderduit over zou vertellen../ verre land. ±..\ maar ze liet bijna niets los. wekelijks/ -e En nu het wekelijkse gesprek met de minister-president. ± Nu het interview dat de pers iedere week met premier Kok heeft. Dat blad komt wekelijks in de bus. ± Eens per week wordt het bij ons bezorgd. weken/weekte/geweekt (+ zijn+ I de krenteen moeten 5 minuten weken De gedroogde pruimen moeten een nacht in ruim water weken. ± Ze worden zo lekker zacht en zijn dan vlug gaar. weken (+ hebben) II de moet de was weken Vroeger moest je de was eerst weken. ± Je liet hem dan een nacht in sodawater staan om de vlekken er uit te laten trekken. ± Tegenwoordig gebruik je daar een voorwasmiddel voor, gewoon in de wasmachine. wekken/wekte/gewekt II & III mama wekt de kinderen om 7 uur Hoe laat moet ik je morgenochtend wekken? ± Maak me maar om 9 uur wakker. <> Laat je me alsjeblieft zo lang (uit)slapen? Die maatregel heeft veel verontwaardiging gewekt. ± Hij heeft bij veel mensen ook ongerustheid veroorzaakt. Dat artikel in de krant heeft mijn interesse voor dat boek gewekt. ± Het heeft bij veel mensen belangstelling doen ontstaan. Je woorden wekken de indruk dat je haar erg aardig vindt. ± Mij geven ze althans dat idee! de wekker/ -s De wekker loopt af,../ «..\ we moeten opstaan! Ik moet morgen vroeg op, ik zal de wekker op half 7 zetten. ± Ik stel de bel zó in, dat hij me dan wakker rinkelt. Ik ben door de wekker heen geslapen. ± Ik heb hem helemaal niet gehoord! wel Wel te rusten, jongens../ ±..\ slaap lekker! Wat een mooi cadeau! Dank u wel! «Niet te danken, hoor. U bent de moeder van Leny, als ik 't wel heb. ± Inderdaad, u hebt het goed! Toen we goed en wel thuis waren, kregen we bezoek. ± We waren nog maar net binnen of er stond iemand op de stoep. De broek van dat kostuum zit wèl goed../ <>..\ maar het jasje zit niet goed. Je kunt daar wèl bier../ <>..\ maar géén jenever kopen. Hij tekent wel aardig../ <>..\ maar een groot artiest, nee, dat is hij niet. Afwassen? Dat doen we mórgen wel. <> Vanavond doen we dat niet. Of Jan ook komt? Ik zie wel! ± Ik wacht maar af. Ik zie nog wel wat ik morgen ga doen! ± Ik weet 't nog niet, 't hangt van het weer af. Gisteren heb ik Jan gezien. Je weet wel../ «..\ de broer van mijn vriendin. Ze heeft wel degelijk haar best gedaan. ± Daar hoef je niet aan te twijfelen! Of mijn broer ook komt? Ik denk het wel. ± Ik heb het idee dat hij komt. En zelf zegt hij ook van wel. ± Gisteren zei hij nog dat hij zou komen. Zijn vriendin zal wel thuisblijven. ± Waarschijnlijk is zij te moe. Hij is zeker wel twee maanden ziek geweest. ± Hij is minstens 8 weken thuis gebleven.../ Loopt moeder nog zo moeizaam met haar rollator?..\ Neen, het gáát nu wel, hoor.../ Kan moeder nog steeds niet omgaan met zo'n rollator?..\ Neen, het gaat nu wèl, dankzij zo'n training, je weet wel.
17 WOORDKOMPAS W pagina 17 welk In welk hotel logeren jullie? «In het Parkhotel? In welke straat is dat? «O ja, in de Vondelstraat! Welke boeken moet je terugbrengen? «De boeken die op tafel liggen. Ik weet niet op welk nummer je woont. ± Wat is je huisnummer ook alweer? Hier heb ik twee snoepjes; welk wil jij? «Het gele of het rode? Bij de garage staan een heleboel auto's te koop; welke zou «Als ik genoeg geld had zou ik de sportauto kopen. jij kiezen? De vrouw staat appels uit te zoeken; welke zal ze nemen? «Ik denk de groene appels, die zijn lekker zuur. welkom Die leuke jongen is overal een welkome gast. ± Iedereen is blij als hij komt. <> Maar zijn vriend zien ze liever gaan dan komen. De voorzitter heet alle aanwezigen welkom. ± Bij het begin van de vergadering begroet hij iedereen. ~ Een lekker kopje koffie zou me welkom zijn. ± Ik zou blij zijn met een kop koffie. het welkom/- Na onze lange vakantie wachtte ons een heel hartelijk welkom ± Dat was echt een warme begroeting! Ze waren heel blij ons weer van al onze vrienden. te zien. wellicht Kunt u me wellicht zeggen hoe laat het is? ± Weet u misschien de tijd? Wellicht is er vanavond meer nieuws. ± Wie weet krijgen we dan nadere berichten. de welvaart/- In West-Europa is de welvaart nog nooit zó groot geweest ± Die gunstige economische situatie van die landen schijnt geen als nu. grenzen te kennen. Al geniet de bevolking van die landen nu een ongekende <>..\ in andere delen van de wereld leven de mensen nog steeds in welvaart../ bittere armoede. het welzijn/- Voor veel mensen is welzijn belangrijker../ <>..\ dan welvaart: ze verlangen niet naar rijkdom. ± Ze willen zich liever prettig voelen in een schoon milieu en met een goede gezondheid. Bij leven en welzijn zie je me morgen. ± Als er niets tussenkomt, ben ik er morgen wenden/wendde/gewend II de stuurman wendt de steven De hevige storm dwong de kapitein van het schip de steven ± Hij moest een andere koers gaan varen. te wenden. Hoe je het ook wendt of keert, hij heeft gelijk! ± Van welke kant je het ook bekijkt, het is waar wat hij zegt. Wil je je nu naar de camera wenden? ± Ja, goed zo, keer je maar naar de camera toe. Voor inlichtingen kunt u zich wenden tot onze informatiebalie. ± Met alle vragen kunt u zich ook richten tot onze website/ U kunt ook onze homepage raadplegen.
18 WOORDKOMPAS W pagina 18 de wenkbrauw/ -en Lippenstift, mascara voor m'n oogharen, een potlood om m'n «..\ en dan nog wat rouge en een blusher, ziezo../ wenkbrauwen bij te tekenen../ ^..\ mijn make-upspullen heb ik bij me. Vader fronst zijn wenkbrauwen als hij Jantjes kapotte broek ziet. ± Hij trekt zijn wenkbrauwen samen en zegt boos: 'Foei, dat is nu de derde keer deze week!' Met opgetrokken wenkbrauwen hoorde ik het verhaal aan. ± Stomverbaasd was ik. Na die wandeling van vier uur liepen we op onze wenkbrauwen. ± We kónden haast niet meer, zó moe waren we. wennen/wende/gewend I & II je went nooit aan dit klimaat! In het begin vond ik het wel koud in Nederland maar ach, ± Na een poosje merk je het niet eens meer, dan is het gewoon alles went. geworden. Kunnen ze wennen in die nieuwe buurt? ± Ja hoor, ze beginnen zich al aardig thuis te voelen. Ik moet erg wennen aan 't drukke stadsverkeer. ± Ik hoop dat ik er snel mee vertrouwd raak. Je moet die jongen wennen aan regelmatig studeren. ± Als je hem daar niet vertrouwd mee maakt, haalt hij nooit zijn diploma. de wens/ -en Haar grootste wens is om haar dochter nog een keer te zien. ± Dat is wat ze het allerliefste wil. Helaas zal het wel een vrome wens blijken. ± Dat is een verlangen dat waarschijnlijk nooit vervuld zal worden. De allerbeste wensen voor het nieuwe jaar! ± Ik hoop dat het u volgend jaar goed zal gaan! Als je een vallende ster ziet, mag je een wens doen. ± Ze zeggen dat dat verzoek dan ook in vervulling zal gaan. Al zijn wensen zijn vervuld. ± Hij heeft alles gekregen wat hij hebben wilde. Helaas kan ik niet aan uw wens voldoen. ± Ik kan niet op uw verzoek ingaan. Ik sluit af met de wens dat u allen veilig thuis zult komen:../ «..\ Wel thuis allemaal! Gelukkig is het feest naar wens verlopen. ± Alles is gegaan zo als iedereen het graag wilde. Tegen de wens van de minister is de motie van de ± Hoewel de minister het niet wilde, heeft de kamer met die motie oppositiepartijen aangenomen. ingestemd. (.) Kort na zijn dood hoorde zij het duidelijk: hij stak de sleutel >> Tja, de wens is nu eenmaal de vader van de gedachte! in het slot, daar was hij weer! wensen/wenste/gewenst II wat wenst mevrouw? Wenst u een kamer met bad? ± Nou, we willen eigenlijk liever een douche. Mag ik u geluk wensen met uw huwelijk? ± Natuurlijk mag u mij feliciteren! Met dit kaartje wil ik je succes wensen../ «..\ met je examen. ± Ik hoop dat je slaagt! Iedereen wilde hem goede reis wensen. ± Ze spraken allemaal de hoop uit dat hij een heerlijke vakantie zou hebben. ~ Ik heb niets meer te wensen. ± Ik heb alles wat mijn hartje begeert. De regering wenst dat de economie voorlopig op dit gunstige peil ± Misschien hoopt men wel dat hij nog zal doorgroeien. zal blijven staan. ~ Denken ze dat ze snel een ander huis krijgen? Ik help het ± Natuurlijk hoop ik dat ook voor ze maar ik heb er wèl mijn twijfels ze wensen/hopen! over! De gezondheidszorg laat veel te wensen over. ± Vooral de zorg voor de bejaarden schiet ernstig tekort/vertoont gebreken.
19 WOORDKOMPAS W pagina 19 de wereld/ -en In de bijbel staat dat God de wereld heeft geschapen. ± Wetenschappers zeggen dat het heelal ontstaan is door natuurkundige processen. Hoeveel mensen zijn er nu op de wereld? ± Dat kan ik niet bijhouden! Er leven steeds meer mensen op de aarde. Waarom vertel je dat nu aan de hele wereld? ± Waarom moet iedereen dat nu al weten? De landen van de derde wereld delen niet in de welvaart van ± De ontwikkelingslanden leven nog steeds in grote armoede. het rijke westen. Den Haag is de stad waar ik ter wereld kwam. ± Hé, ben jij in Den Haag geboren? ~ Wat is de wereld toch klein! ± Overal kom je wel een bekende tegen! ~ Toen hij na twintig jaar plotseling ontslagen werd, stortte zijn ± Al zijn zekerheden vielen weg, hij wist niet meer wat hij met zijn leven wereld ineen. aan moest. ~ Ze weet al goed wat er in de wereld te koop is. ± Ze heeft al veel levenservaring. ~ Die vriend van jou is een man van de wereld. Hij voelt zich in ieder gezelschap op zijn gemak. <> Daarbij vergeleken ben ik maar een onhandige schutter, ik weet nooit wat ik zeggen of doen moet. ~ De één trekt de wijde wereld in../ <>..\ de ander blijft z'n leven lang in z'n geboortedorp wonen../ ±..\ die heeft geen behoefte om 't avontuur te zoeken. ~ Je bent de liefste mamma van de hele wereld! ± Zo lief als jij is er niet één. ~ Geen mens ter wereld begrijpt waarom hij dat gedaan heeft. ± Niemand kan het verklaren. <> Iedereen denkt dat hij in een vlaag van waanzin heeft gehandeld. ~ Voor geen goud van de wereld zou ik met haar willen ruilen. ± Ik zou absoluut niet in haar schoenen willen staan, al kreeg ik er een miljoen voor. In de wereld van de kunst is hij een belangrijk man. ± In dat milieu/ in die kringen heeft hij veel invloed. Ik voel me niet thuis in dat wereldje. ± Ik voel me niet op mijn gemak in dat milieu. wereldberoemd/ -e In Nederland zijn enkele wereldberoemde schilders geboren. ± Rembrandt en Van Gogh zijn immers over de hele wereld beroemd? de wereldbol/ -len Jan kan Nederland en België op de wereldbol aanwijzen. ± Hij loopt naar de globe en laat zien waar die landen liggen. het werelddeel/ -delen Er zijn zes werelddelen: Europa, Azië, Afrika, Amerika, Australië ± In welk continent wonen de Indianen? en Antarctica. wereldkundig Waarom zou je dat nieuws nu al wereldkundig maken? <> Ik zou het voorlopig geheim houden../ ±..\ en pas over een poosje algemeen bekend maken. wereldschokkend/ -e Zijn er wereldschokkende dingen gebeurd../ ±..\ die de hele wereld in opschudding zullen brengen? wereldwijs/ - Zo jong nog en dan al zo wereldwijs! ± Hoe kan iemand van die leeftijd al zo veel levenservaring en mensenkennis hebben opgedaan/zo goed weten wat er in de wereld te koop is? de wereldwinkel/ -s In de wereldwinkel verkopen ze allerlei producten uit «..\ die in de "normale", louter commerciële handel niet aangeboden de derde wereld../ zouden worden. ± Zo'n winkel heet ook wel derdewereldwinkel.
20 WOORDKOMPAS W pagina 20 het werk/ de -en Hij is lang werkloos geweest maar nu heeft hij weer werk. ± Hij heeft gelukkig weer een baan. Wat voor werk doet hij eigenlijk../..\ zit hij in de automatisering? Hoe lang zijn jullie al aan het werk? ± We zijn sinds half 9 aan de arbeid, we zijn dus al 4 uur bezig. De werknemers leggen het werk neer. ± Ze gaan in staking omdat ze geen loonsverhoging krijgen. <> Een paar mensen staken niet mee en werken door. Kom mensen, er is werk aan de winkel! ± Er moet gewerkt worden! Om iets te bereiken moet je met overleg te werk gaan. ± Alleen als je verstandig handelt, krijg je iets voor elkaar. Heb je al werk gemaakt van een ander huis? ± Je zult toch zelf actief moeten worden. Als er gasten komen, maak ik veel werk van de maaltijd. ± Dan besteed ik veel zorg aan het eten. Heb jij enig idee hoe zoiets in zijn werk gaat? ± Weet jij hoe je zoiets aanpakt: hoe begin je, waar moet je op letten, kortom hoe doe je dat nou? De advocaat stelt alles in het werk om zijn cliënt vrij te krijgen. ± Hij doet alles wat mogelijk is om te bewijzen dat hij onschuldig is. Ik wil wel pogingen in het werk stellen om dat boek nog voor u te ± Als u dat voor me wilt proberen, graag! pakken te krijgen. Afwassen, bedden opmaken, koken: het dagelijkse werk van ± Wat is dat toch eigenlijk een eentonige taak. de huisvrouw/huisman. Ben je klaar met je werk? ± Ja hoor, ik heb mijn plicht gedaan. Denk je dat je lang werk hebt in de bibliotheek? ± Ja, ik ben wel een tijdje bezig. <> Nee hoor, ik ben gauw klaar. Een goed begin is het halve werk. ± Als je een karwei op de juiste manier aanpakt, gaat de rest ook vlot/op rolletjes. Kijk uit, die aannemer levert half werk! ± Niks wordt goed afgewerkt en het risico op storingen is niet gering! Probeer dat maar niet, dat is onbegonnen werk! ± Je kunt er zeker van zijn dat het toch niet lukt! Iemand een uur voor niets laten wachten? Dat is geen werk! ± Dat kun je niet maken! Schiet op, anders kom je te laat op je werk! ± Ach kom, ik zit heus wel op tijd op mijn plaats/plek. Op de veiling werden werken van allerlei kunstenaars tegen ± Beeldhouwwerken, schilderijen, boeken, noem maar op. hoge prijzen verkocht. Op het concert van zondag a.s. wordt een nieuw werk van ± Ik vind die moderne muziekstukken vaak erg moeilijk te begrijpen. Louis Andriessen uitgevoerd. Dichters lezen vóór uit eigen werk. ± O.a. Gerrit Komrij leest een paar eigen gedichten. de werkdag/ -en Voor de meeste kantoormensen heeft een week vijf <>..\ en twee rustdagen: zaterdag en zondag. werkdagen../ ± Voor winkelpersoneel zijn zaterdag en soms ook zondag óók dagen waarop gewerkt moet worden. Zijn werkdag duurt van 's morgens 8 tot 's middags half 5, ± Hij werkt dus acht uur per dag. met een pauze van een half uur. Ik was zó vroeg op, om 1 uur had ik er al een hele werkdag ± Ik was al om 6 uur begonnen, dus toen was ik al zeven uur aan 't werk. opzitten. werkelijk/ -e Is er iemand die de werkelijke naam van die auteur weet? <> Hij schrijft onder een pseudoniem../ ±..\ maar bijna niemand kent zijn echte naam. Geloof je dat nu werkelijk? ± Ja, dat geloof ik inderdaad. Is dat werkelijk waar? ± Nou en of, het is echt waar. ~ Ik moet ook werkelijk overál aan denken! ± Je moet letterlijk álles in de gaten houden. de werkelijkheid/ -heden De werkelijkheid is meestal anders../ <>..\ dan onze dromen en fantasieën. We moeten de werkelijkheid onder ogen zien: het gaat niet goed ± Dat is de harde realiteit! met haar. Zij stuurden ons opgewekte brieven maar in werkelijkheid ± Eigenlijk zaten ze in grote problemen, maar dat wilde ze niet toegeven. hadden ze geen enkele reden tot vrolijkheid.
de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.
Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieO, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.
Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan
Nadere informatieVeertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel
Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl
Nadere informatieU leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Nadere informatieDe wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het
De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld
Nadere informatieBijbellezing: Johannes 2 vers 1-12. Bruiloftsfeest
Bijbellezing: Johannes 2 vers 1-12 Bruiloftsfeest Sara en Johannes hebben een kaart gekregen In een hele mooie enveloppe Met de post kregen ze die kaart Weet je wat op die kaart stond? Nou? Wij gaan trouwen!
Nadere informatie1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.
1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.
Nadere informatieSoms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.
Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.
Nadere informatieHelp, mijn papa en mama gaan scheiden!
Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken
Nadere informatieWat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.
103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar
Nadere informatiesarie, mijn vriend kaspar en ik
sarie, mijn vriend kaspar en ik Leen Verheyen sarie, mijn vriend kaspar en ik is een theatertekst voor kinderen vanaf 4 jaar en ging in première op 12 september 2009 bij HETPALEIS in Antwerpen 1 ik: het
Nadere informatie3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.
1 Het portiek Jacco ruikt het al. Zonder dat hij de voordeur opendoet, ruikt hij al dat er tegen de deur is gepist. Dat gebeurt nou altijd. Zijn buurjongen Junior staat elke avond in het portiek te plassen.
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieOp weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon
Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn
Nadere informatieHet is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.
De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.
Nadere informatieafgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten
Nadere informatieH E T V E R L O R E N G E L D
H E T V E R L O R E N G E L D Personen Evangelieschrijver Vrouw (ze heet Marie) Haar buurvrouwen en vriendinnen; o Willemien o Janny o Sjaan o Sophie (Als het stuk begint, zit de evangelieschrijver op
Nadere informatie2c nr. 1 zinnen met want en omdat
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Nadere informatieWerkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Nadere informatieAuteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieWe spelen in het huis van mijn mama deze keer,
Jip en Janneke. Ik ben Jip. Ik ben Janneke en we wonen naast elkaar. Hij heet Jip, zij heet Janneke. en we spelen soms bij hem en soms bij haar. We spelen in het huis van mijn mama deze keer, we kunnen
Nadere informatieDe twee zaken waarover je in dit boek kunt lezen, zijn de meest vreemde zaken die Sherlock Holmes ooit heeft opgelost.
Sherlock Holmes was een beroemde Engelse privédetective. Hij heeft niet echt bestaan. Maar de schrijver Arthur Conan Doyle kon zo goed schrijven, dat veel mensen dachten dat hij wél echt bestond. Sherlock
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieTik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.
Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het
Nadere informatiefuturum (vs) conditionalis perfectum
futurum (vs) conditionalis perfectum Perfectum Zou hij zich nu al beter voelen? Zou hij zich daar beter gevoeld hebben, denk je? Perfectum Je zou wat meer moeten studeren = Je moet wat meer studeren. Het
Nadere informatieVoor jou. Verhalen van mantelzorgers. Anne-Rose Hermer
Voor jou Verhalen van mantelzorgers Anne-Rose Hermer 6 Inleiding In dit boek maak je kennis met Martine, Koos en Sara. Ze zijn alledrie in een andere fase van hun leven. Maar één ding is hetzelfde voor
Nadere informatieRia Massy. De taart van Tamid
DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in
Nadere informatieHANDIG ALS EEN HOND DREIGT
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT
Nadere informatieTuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5
Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5 5 Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 6 Zacheüs (1) Het is erg druk in de stad vandaag. Iedereen loopt op straat. Zacheüs wurmt zich
Nadere informatieWe hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.
Woensdag Ik denk dat ik gek word! Dat moet wel, want ik heb net gehoord dat mijn moeder kanker heeft. Niet zomaar een kankertje dat met een chemo of bestraling overgaat. Nee. Het zit door haar hele lijf.
Nadere informatieThema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag
Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt
Nadere informatieWat kan ik voor u doen?
139 139 HOOFDSTUK 9 Wat kan ik voor u doen? WOORDEN 1 1 Peter is op vakantie. Hij stuurde mij een... uit Parijs. a brievenbus b kaart 2 Ik heb die kaart gisteren.... a ontvangen b herhaald 3 Bij welke...
Nadere informatieJezus geeft zijn leven voor de mensen
Eerste Communieproject 38 Jezus geeft zijn leven voor de mensen Niet iedereen gelooft in Jezus In les 5 hebben we gezien dat Jezus vertelt over de Vader. God houdt van de mensen. Hij vergeeft je zonden.
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieDe ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.
Over dit boek De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over een man die vlucht naar Europa.
Nadere informatieGeelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.
Geelzucht Toen ik 15 was, kreeg ik geelzucht. De ziekte begon in de herfst en duurde tot het voorjaar. Ik voelde me eerst steeds ellendiger worden. Maar in januari ging het beter. Mijn moeder zette een
Nadere informatieDeel het leven Johannes 4:1-30 & 39-42 7 december 2014 Thema 4: Gebroken relaties
Preek Gemeente van Christus, Het staat er een beetje verdwaald in dit hoofdstuk De opmerking dat ook Jezus doopte en leerlingen maakte. Het is een soort zwerfkei, je leest er ook snel overheen. Want daarna
Nadere informatieR O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl
R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt
Nadere informatieA) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of.
A) Gebruik de volgende voegwoorden: maar, want, en, of. 1. Trek je schoenen uit moeder heeft pas schoongemaakt. 2. Ik wilde gaan tennissen mijn vrienden vonden het te warm. 3. Drink je koffie drink je
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
Nadere informatieVerhaal: Jozef en Maria
Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele
Nadere informatieJezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24
Jezus kreeg de straf voor onze zonden, wij ontvangen vergeving en vrede. Jesaja 53:4-6 en 1 Petrus 2:24 Als je iets verkeerd doet, verdien je straf. Ja toch? Dat is eerlijk. Er is niemand die nooit iets
Nadere informatieU leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.
UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven
Nadere informatieTeksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.
Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl
Nadere informatieDie nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.
Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard
Nadere informatieKijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.
Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,
Nadere informatiePasen met peuters en kleuters. Jojo is weg
Pasen met peuters en kleuters Beertje Jojo is weg Thema Maria is verdrietig, haar beste Vriend is er niet meer. Wat is Maria blij als ze Jezus weer ziet. Hij is opgestaan uit de dood! Wat heb je nodig?
Nadere informatie"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"
"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5" Voor het eerst alleen Ik werd wakker in een kamer. Een witte kamer. Ik wist niet waar ik was, het was in ieder geval niet de Isolatieruimte. Ik keek om me
Nadere informatieALFA A ANTWOORDEN STER IN LEZEN
STER IN LEZEN ALFA A LES 1: NAAR SCHOOL 1 Ziek 1 b 2 3 b 4 a a B maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag C Dit is een vraag Hoe gaat het? Het gaat wel. En met jou? Waarom kom je niet?
Nadere informatieEen van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.
Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 4 Wonen
Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in
Nadere informatieJezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
Nadere informatieOp reis naar Bethlehem
Op reis naar Bethlehem Rollen: Verteller Jozef Maria Engel Twee omroepers Kind 1 Kind 2 Kind 3 Receptionist 1 Receptionist 2 Receptionist 3 Kind 4 Kind 5 Herder 1 Herder 2 Herder 3 Herder 4 Drie wijzen
Nadere informatie1 Kussen over mijn hoofd
1 Kussen over mijn hoofd De woonkamerdeur valt met een klap achter mij dicht. Ik ren de trap op, sla hier en daar een tree over. Niet vallen, denk ik nog, of misschien wel vallen. Mijn been breken en dan
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieVertel de kinderen, of praat met hen over het verschil tussen film, tv kijken of naar het theater gaan.
LESBRIEF Binnenkort gaan jullie met jullie groep naar de voorstelling Biggels en Tuiten Hieronder een aantal tips over hoe je de groep goed kan voorbereiden op de voorstelling. VOOR DE VOORSTELLING Vertel
Nadere informatieDe MS van Tess Als elke dag onzeker is
Morgen gaan we naar de huisarts, zegt haar moeder s middags. Ik weet niet wat er met je is. Je bent zo moe de laatste tijd. En nu heb je ook nog last van je oog. De juf zegt dat ik misschien een bril moet,
Nadere informatieCharles den Tex VERDWIJNING
Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken
Nadere informatieVlucht AVI AVI. Ineke Kraijo Veerle Hildebrandt. Kraijo - Hildebrandt Vlucht De Vier Windstreken. De Vier Windstreken AVI
AVI E4* Alcoholisme, ruzie, bang zijn Midden in de nacht rinkelt de telefoon. Anna weet wat dat betekent. Ze moet vluchten, alweer. Ze rent de donkere nacht in. De volgende dag valt Anna in de klas in
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieEen gelukkige huisvrouw
Een gelukkige huisvrouw Voordat ik zwanger was, was ik een gelukkige huisvrouw, ik had alles wat ik wilde. En daarvoor hoefde ik geen dag te werken. Want werken, dat deed mijn man Harry al. Harry zat in
Nadere informatieLiefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander.
Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander. HHKalender DEF_2 ct.indd 1 Romantiek in een liefdesbrief 01-06-15 21:37 ROMANTIEK in een liefdesbrief Schrijf een liefdesbrief aan je geliefde. Verwerk
Nadere informatieROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam - www.amterdamexcursies.nl
ROSANNE Rosanne, ik weet dat er heel veel mannen zijn Elke keer weer een ander en mij doet 't pijn Want jou liefde waarmee jij mij soms verblijdt Wil ik liever, liever, liever, liever voor altijd Als ik
Nadere informatieLES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1
12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.
Nadere informatieMaatschappelijk werk (alweer)
Maatschappelijk werk (alweer) Na mijn tweede miskraam heb ik toch weer besloten om het er op te wagen naar maatschappelijk werk te gaan. Ik vond de stap echt wel heel zwaar, want ik hou er niet zo van.
Nadere informatieSoms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,
Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze
Nadere informatieSpekkoek. Op de terugweg praat zijn oma de hele tijd. Ze is blij omdat Igor maandag mag komen werken.
Spekkoek Oma heeft de post gehaald. Er is een brief van de Sociale Werkplaats. Snel scheurt ze hem open. Haar ogen gaan over de regels. Ze kan het niet geloven, maar het staat er echt. Igor mag naar de
Nadere informatieInleiding. Veel plezier!
Inleiding In dit boek lees je over Danny. Danny is een jongen van 14 jaar. Er zijn veel dingen die Danny verkeerd doet. Hij rent door de school. Hij scheldt zomaar een klasgenoot uit. Of hij spuugt op
Nadere informatieIris marrink Klas 3A.
Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15
Nadere informatieIk heb geen zin om op te staan
Liedteksten De avonturen van mijnheer Kommer en mijnheer Kwel Voorbereiding in de klas: meezingen refrein Het Dorp Het is weer tijd om op te staan Maar ik heb geen zin Hij heeft geen zin Om naar m n school
Nadere informatieAntwoordenmodel. Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1. Oefening 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/2009. 255 euro per maand 272 euro per maand
Antwoordenmodel Herhalingsoefeningen De Sprong, Thema 1 Oefening 1 1. studiejaar 2007/2008 studiejaar 2008/2009 255 euro per maand 272 euro per maand 182.000 studenten 200.000 studenten 5.800 Nederlandse
Nadere informatieBIJLAGEN LESPAKKET 1.2
BIJLAGEN LESPAKKET 1.2 BIJLAGE 1 A4 BLADEN THEMA S BIJLAGE 2 DOMINO EMOTIES BIJLAGE 3 MATCHING OEFENING GEVOELENS BIJLAGE 4 VRAGENLIJST FILM BIJLAGE 5 VRAGENSTROOKJES HOEKENWERK BIJLAGE 6 ANTWOORDENBLAD
Nadere informatieWEEK 1. we zetten de deur open voor onze vrienden. sleutel van. gastvrijheid. Godsdienst OV 1 - advent 2008 - LC
WEEK 1 we zetten de deur open voor onze vrienden sleutel van gastvrijheid WEEK 1 Het verhaal van de oude poortwachter laat de sleutel blinken zoals die van Simeon zo kan je de deur openen om Jezus welkom
Nadere informatieDe Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal!
De Bloem (van plastic) is een meid van nu! Tikkeltje brutaal! Hé hoi, hallo! Ik zal me even voorstellen. Ik ben Bloem. Bloem van Plastic. Maar je mag gewoon Bloem zeggen. Wow! Wat goed dat jullie even
Nadere informatieA) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum
A) Schrijf het verbum in de best passende tijd en vorm, eventueel met een hulpverbum 1. Wat voor rare mensen waren dat daarstraks? (zijn) 2. Zodra we de film, zullen we je vertellen wat we ervan vonden.
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieBijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12. Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo?
Bijbellezing: Johannes 14 vers 1 tot 12 Tom, Tom is altijd goed Kom, kom nou zeg, is dat zo? Heb een Tom, Tom gekocht Bij de ANWB winkel in Drachten Nou ja ik heb hem eigenlijk gekregen Voor mijn verjaardag
Nadere informatieU in het middelpunt Die migraine hè Levenservaring verzilveren
Welzijn op recept Welkom bij SWOA. Uw huisarts heeft u met ons in contact gebracht. De dokter kan u op dit moment geen passende behandeling (meer) bieden. Toch voelt u zich niet lekker, of heeft u pijn.
Nadere informatieKinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT
Kinderfolder ALS JE EEN GELEIDEHOND TEGENKOMT ROOS Roos (27) is zeer slechtziend. Ze heeft een geleidehond, Noah, een leuke, zwarte labrador. Roos legt uit hoe je het beste met geleidehond en zijn baas
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieEr was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig
Nadere informatieToets Geletterdheid en Begrijpend Lezen
1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets
Nadere informatieLotte is er erg blij mee. Ik wilde altijd al een huisdier voor mezelf, zegt ze tegen opa. En nu heb ik er opeens een heleboel.
Lotte heeft Luizen Buiten is het koud. Er vallen dikke druppels uit de bomen en de wind blaast hard door de straat. Lotte loopt hand in hand met opa Generaal over het schoolplein. Ze moest eerder van school
Nadere informatieVoorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.
Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik
Nadere informatie1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.
1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu
Nadere informatieVoor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02
Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste
Nadere informatieSchrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: 9 789402 123678 <Katelyne>
Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: 9 789402 123678 Inleiding Timo is een ander mens geworden door zijn grote vriend Tommy. Toch was het niet altijd zo geweest, Timo had Tommy gekregen voor
Nadere informatieInhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51
Inhoud Een nacht 7 Voetstappen 27 Strijder in de schaduw 51 5 Een nacht 6 Een plek om te slapen Ik ben gevlucht uit mijn land. Daardoor heb ik geen thuis meer. De wind neemt me mee. Soms hierheen, soms
Nadere informatieAANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?
A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? Ja, heb ik gedaan. 2. Komt Willem dit weekend? Nee, moet helaas werken. 3. Ga je met het vliegtuig naar Hamburg? Nee,
Nadere informatieDe woonkamer. Er staan veel dozen in de woonkamer, er staat een bank en een kast die half in elkaar gezet is.
SAMENWONEN 1. EXT. ROND HET HUIS - DAG Rond het huis. Judith en Peter zijn aan het verhuizen, er staat een verhuiswagen voor het huis. Judith en Peter lopen vaak heen en weer met dozen. Ze lachen naar
Nadere informatieElke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij
Rijk Phileas Fogg is een vreemde man. Hij is erg rijk. Maar niemand weet hoe hij aan zijn geld komt. Een baan heeft hij namelijk niet. Toch woont hij in een groot huis, midden in Londen. In zijn eentje.
Nadere informatieNAAM. Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever.
Vos en Waar is Haas het ijs? NAAM Uil kijkt in een boek. Het is een boek over dieren. Er staan plaatjes in. Van elk dier één. Uil ziet een leeuw. En een pauw. En een bever. Wat een raar beest! lacht Uil.
Nadere informatieHeer, U kent mij als geen ander U weet of ik zit of sta en U kent ook mijn gedachten voordat ik iets zeggen ga
Hieronder staan de teksten van nieuwe liedjes, zodat jullie ze thuis ook kunnen oefenen: 'k Heb Jezus nodig heel mijn leven 'k Heb Jezus nodig, heel mijn leven. 'k Heb Jezus nodig, dag aan dag, in m'n
Nadere informatieVraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2
Bladzijde negen, Bladzijde tien, Krijg ik het wel ooit te zien? Ander hoofdstuk, Nieuw begin.. Maar niets, Weer dicht, Het heeft geen zin. Dan probeer ik achterin dat dikke boek. Dat ik daar niet vaker
Nadere informatieLuisteren: muziek (A2 nr. 7)
OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. Kijk
Nadere informatieOPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Nadere informatieDE RIJKE MAN, DE ARME MAN
Bijbel voor Kinderen presenteert DE RIJKE MAN, DE ARME MAN Geschreven door: Edward Hughes Illustraties door: M. Maillot en Lazarus Aangepast door: M. Maillot en Sarah S. Vertaald door: Arnold Krul Geproduceerd
Nadere informatieDe tijd die ik nooit meer
De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.
Nadere informatie