Wijziging Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering en regeling van 10 november 1998

Transcriptie

1 Wijziging Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering en regeling van 10 november 1998 VWS 16 december 1998/nr. VPZ/VU De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op de artikelen 5 en 16, derde lid, van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en artikel 3, eerste lid, onder e, van het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden; Besluit: Artikel I De Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering 1 wordt gewijzigd als volgt: A. Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het eerste lid, onderdeel a, onder 4, komt te luiden: 4. perifere zenuwaandoening indien sprake is van motorische uitval; 2. Het eerste lid, onderdeel a, onder 9, komt te luiden: 9. uitvalsverschijnselen als gevolg van een tumor in de hersenen of het ruggenmerg dan wel als gevolg van hersenletsel; 3. Het eerste lid, onderdeel a, onder 10, komt te luiden: 10. radiculair syndroom met motorische uitval; 4. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na onderdeel 11 een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: 12. myasthenia gravis; 5. In het eerste lid, onderdeel b, wordt na onderdeel 17 een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: 18. fracturen indien deze conservatief worden behandeld; 6. In het eerste lid, onderdeel d, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 6 door een puntkomma, de nieuwe onderdelen 7 en 8 toegevoegd, luidende: 7. weke delen tumoren; 8. diffuse interstitiële longaandoening indien sprake is van ventilatoire beperking of diffusiestoornis. 7. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid in het vierde tot en met zesde lid, wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende: 3. Indien het een aandoening betreft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, onder 18, bestaat aanspraak op behandeling gedurende een periode van maximaal 6 maanden na conservatieve behandeling. 8. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Indien het een aandoening betreft als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 7, bestaat aanspraak op behandeling gedurende een periode van maximaal 2 jaren na bestraling. B. De eerste volzin van artikel 5, derde lid, komt te luiden: Indien het een van de aandoeningen betreft, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11 en 12, onderdeel b, onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 9, 10, 11, 12, 13, en 14, en onderdeel d, onder 2 en 8, kan het ziekenfonds slechts toestemming geven indien de diagnose is gesteld door een specialist. Artikel II In artikel I van de Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 10 november 1998, VPZ/VU , tot wijziging van het Besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 en de Regeling eigen bijdrage kraamzorg ziekenfondsverzekering 2 wordt f 144,00 vervangen door: f 147,00. Artikel III 1. Artikel I treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel II treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting en de daarbij behorende bijlage in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister voornoemd, E. Borst-Eilers. 1 Stcrt. 1995, 232, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 3 juni 1998, VPZ/VU , Stcrt Stcrt. 1998, 219. Toelichting Algemeen Met ingang van 1 januari 1996 is de Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering in werking getreden. Met genoemde regeling is de aanspraak op fysiotherapie en op de oefentherapieën Cesar en Mensendieck in het kader van de ziekenfondsverzekering beperkt. In het vergoedingenpakket ingevolge de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 (Wtz) zijn dezelfde beperkingen doorgevoerd. Op mijn verzoek heeft de Ziekenfondsraad met toepassing van artikel 56 van de Ziekenfondswet een commissie ingesteld die adviseert over noodzakelijke aanpassingen van de lijst met aandoeningen waarvoor langdurige of intermitterende behandeling met fysiotherapie of oefentherapie mogelijk is. Deze Commissie lijst aandoeningen langdurige en intermitterende fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck (hierna te noemen Commissie lijst) heeft in 1996 een viertal adviezen uitgebracht. Op basis van die adviezen heb ik de hiervoorbedoelde lijst van aandoeningen met ingang van 1 januari 1998 uitgebreid. Op 30 juni 1998 heeft de Commissie lijst opnieuw geadviseerd tot een beperkt aantal wijzigingen in de lijst (advies van 30 juni 1998, CURE/ ). In het Jaaroverzicht Zorg 1999 (JOZ 1999, kamerstukken II, , 26204, nrs. 1-3) heb ik de Tweede Kamer der Staten-Generaal meegedeeld dat ik dit advies van de Commissie lijst zal volgen en dat de Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering met ingang van 1 januari 1999 zal worden aangepast. Tijdens de behandeling van het JOZ 1999 en van de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het jaar 1999 heeft de Tweede Kamer met de voorgestelde wijzigingen ingestemd. Gelet op artikel 11 van het Uitvoeringsbesluit vergoedingen particulier verzekerden hebben de met de onderhavige regeling doorgevoerde Uit: Staatscourant 1998, nr. 246 / pag. 16 1

2 wijzigingen in de Regeling paramedische hulp ziekenfondsverzekering ook betrekking op de vergoeding van fysiotherapie en oefentherapie in het kader van het standaardpakket ingevolge de Wtz. Artikelsgewijs Artikel I A In artikel 3 zijn de wijzigingen opgenomen die de Commissie lijst heeft geadviseerd. In het eerste lid, onderdeel a, onder 4, is geregeld dat alleen in gevallen waarbij de zenuwaandoening gepaard gaat met motorische uitval aanspraak bestaat op langdurige behandeling met fysiotherapie of oefentherapie. Uitsluitend indien sprake is van motorische uitval bij een perifere zenuwaandoening kan langdurige behandeling zinvol zijn. Aan het eerste lid, onderdeel a, onder 9, is als aandoening toegevoegd uitvalsverschijnselen als gevolg van hersenletsel, omdat dergelijke uitvalsverschijnselen vergelijkbaar zijn met die welke kunnen optreden als gevolg van een tumor in de hersenen of in het ruggenmerg. Bij uitvalsverschijnselen als gevolg van een tumor in de hersenen of in het ruggenmerg bestond reeds aanspraak op langdurige behandeling met fysiotherapie of oefentherapie. Hierbij zij nog aangetekend dat als zich na hersenletsel chronische uitval voordoet, dat hersenletsel waarschijnlijk gepaard zal zijn gegaan met een bloedig cerebrovasculair accident (CVA). Omdat de aandoening CVA reeds op de lijst vermeld staat, bestaat er in feite reeds aanspraak op langdurige behandeling. De aanduiding CVA voor een bloedig letsel in de schedel is echter niet gebruikelijk. Daarom acht ik het aangewezen de hierbedoelde situatie in geval van hersenletsel apart te benoemen. Omdat ook andere aandoeningen dan hernia nucleï pulposi een vergelijkbaar radiculair beeld geven, is in het eerste lid, onderdeel a, onder 10, als aandoening opgenomen radiculair syndroom met motorische uitval. Bij de hieronder vallende aandoeningen heeft langdurige fysiotherapie of oefentherapie een vergelijkbaar effect als bij hernia nucleï pulposi. In het tweede lid is de maximale behandelduur van 3 maanden geregeld; deze is niet gewijzigd. Als nieuwe aandoening is in het eerste lid, onderdeel a, onder 12, opgenomen myastenia gravis. Deze aandoening veroorzaakt motorische uitval maar valt niet onder de onder 9 opgenomen perifere zenuwaandoening waarbij sprake is van motorische uitval. Dit omdat bij myasthenia gravis het pathofysiologisch mechanisme een gestoorde neuromusculaire transmissie betreft, met waarschijnlijk vooral een blokkade van de receptoren van de spieren. Het aangrijpingspunt voor effectieve behandeling met fysiotherapie of oefentherapie is echter hetzelfde als bij motorische uitval bij perifere zenuwaandoeningen of spierziekten. In het eerste lid, onderdeel b, onder 18, is als nieuwe aandoening opgenomen fracturen indien deze conservatief worden behandeld. De overwegingen hierbij zijn de volgende. Het komt regelmatig voor dat fracturen van enig belang conservatief behandeld worden. In sommige gevallen kan dat thuis plaatsvinden. In het algemeen wordt een dergelijke thuisbehandeling uit het oogpunt van doelmatigheid gestimuleerd. De behoefte aan fysiotherapie is dan echter niet minder dan bij een conservatieve behandeling die (gedeeltelijk) in het ziekenhuis plaatsvindt. Bij deze laatste behandeling bestond wel aanspraak op langdurige behandeling na ontslag uit het ziekenhuis. Een periode van maximaal 6 maanden behandeling aansluitend op de conservatieve behandeling van de fractuur is voldoende om de beweeglijkheid in de gewrichten, de spierkracht en de bewegingscordinatie in het betreffende lichaamsdeel te herstellen en om activiteiten op het gebied van zelfverzorging, huishouden, werk en sport weer uit te voeren zoals dat voor de fractuur gebruikelijk was. In het nieuwe derde lid is deze maximum duur van de behandeling geregeld. Aan het eerste lid, onderdeel d, zijn twee nieuwe aandoeningen toegevoegd. Het betreft weke delen tumoren, opgenomen onder 7, en diffuse interstitiële longaandoeningen, opgenomen onder 8. Bij weke delen tumoren, met name van de ledematen, wordt steeds vaker sparende chirurgische behandeling toegepast in combinatie met hoog gedoseerde radiotherapie. Er bestaat een Richtlijn diagnostiek en behandeling van weke delen tumoren uit 1993, die in dergelijke gevallen 1 tot 2 jaar fysiotherapie adviseert om de pezen en spieren op lengte te houden. Het gaat hierbij om enkele honderden, goed te onderscheiden patiënten per jaar. In het nieuwe zevende lid is geregeld dat aanspraak bestaat op behandeling gedurende maximaal 2 jaar na bestraling. Bij patiënten met een diffuse interstitiële longaandoening, bijvoorbeeld Besnier Boeck, is in een aantal gevallen langdurige fysiotherapie noodzakelijk om de vicieuze cirkel van dyspnoe, inactiviteit leidend tot nog meer dyspnoe, te doorbreken. Fysiotherapie is gericht op behoud of verbetering van de conditie en op de ademhalingstechniek. De langdurige fysiotherapie is met name zinvol indien er sprake is van een ventilatoire beperking of diffusiestoornis. B In artikel 5, derde lid, is geregeld dat voor de nieuw toegevoegde aandoeningen myasthenia gravis (artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder 12 ) en diffuse interstitiële longaandoeningen (artikel 3, eerste lid, onderdeel d, onder 8 ) slechts aanspraak bestaat op langdurige behandeling indien de diagnose is gesteld door een specialist. Bij deze toelichting is tevens een bijlage opgenomen waarin per hoofdgroep en per aandoening een nietlimitatieve opsomming van voorbeelden is vermeld. Deze bijlage vervangt de bijlage bij de toelichting van de regeling van 18 december 1997, waarmee de Regeling paramedische hulp is gewijzigd. De met de onderhavige regeling in artikel 3 nieuw opgenomen aandoeningen zijn in deze bijlage vetgedrukt weergegeven. Artikel II In artikel II van de onderhavige regeling is de regeling van 10 november 1998 gewijzigd. Met laatstgenoemde regeling worden de bedragen in artikel 7 van het besluit ziekenvervoer ziekenfondsverzekering 1980 per 1 januari 1999 gewijzigd in verband met de jaarlijkse trendmatige aanpassing. Het betreft hier een correctie van een onjuist geciteerd bedrag. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers. Uit: Staatscourant 1998, nr. 246 / pag. 16 2

3 Bijlage: Lijst aandoeningen langdurige en intermitterende fysiotherapie en oefentherapie Cesar/Mensendieck Hoofdgroepen Voorbeelden (niet limitatief) Specificaties1,2 (inperking tot) Aandoeningen van het zenuwstelsel cerebrovasculair accident ruggenmergaandoeningen spinale musculaire atrofiën poliomyelitis amyotrofische lateraal sclerose (ALS) dwarslaesie post polio syndroom lateraal sclerose multipele sclerose (MS) perifere zenuwaandoening M. Guillain-Barré/chron.progr. demyeliniserende motorische uitval en diagnose neuropathie gesteld door specialist heriditary neuropathy with liability to pressure palsy (HNPP) plexus brachialis laesie (posttraumatisch, bij neonaten) heriditary motor and sensory neuropathy (HMSN) ziekte van Von Recklinghausen type 1 (neurofibromatose type 1) extrapyramidale aandoeningen parkinsonisme paralysis agitans torticollis spasmodica gegeneraliseerde dystonieën extremiteitsdystonieën motorische retardatie en ontwikkelingsstoornissen leeftijd jonger dan 17 jaar en aangeboren afwijkingen van infantiele encephalopathien het centraal zenuwstelsel spina bifida cerebellaire aandoeningen uitvalsverschijnselen t.g.v. een tumor van de hersenen of het ruggenmerg, dan wel t.g.v. hersenletsel radiculair syndroom hernia nucleï pulposi motorische uitval, maximaal 3 wervelkanaalstenose maanden en diagnose gesteld neurogene claudicatio door specialist spierziekten dystrofia myotonica (M. Steinert) M. Becker-, Duchenne- en Limb Girdle dystrofie / fascioscapulohumerale spierdystrofie (FSHD) ziekte van McArdle myasthenia gravis Uit: Staatscourant 1998, nr. 246 / pag. 16 3

4 Aandoeningen van het bewegingsapparaat aangeboren afwijkingen misvormingen, defecten, systeemziekten bewegingsapparaat progressieve scoliose juveniele osteochondrosis M. Scheuermann leeftijd jonger dan 22 jaar en reflex dystrofie Südeckse dystrofie, posttraumatische dystrofie, reflex sympathetic dystrofie osteoporose alleen na wervelfracturen botmetastasen alleen na fracturen M. Paget alleen na fracturen M. Kahler alleen na fracturen frozen shoulder (capsulitis ad haesiva) maximaal 12 maanden reumatoïde artritis/ chronisch reuma chronische artitriden psoriatica, haemophilica, e.a. of mono-, oligo- en polyarticulair spondylitis ankylopoetica (M.Bechterew) reactieve arthritis (M. Reiter) M. Reiter juveniele chronische arthritis hyperostotische spondylose (M. Forestier) status na amputatie postpartum bekkeninstabiliteit maximaal 3 maanden whiplash maximaal 3 maanden. Verlenging mogelijk met maxi-- maal 6 maanden indien na 3 maanden nog sprake is van de trias bewegingsverlies, condi-- tieverlies en cognitieve stoor-- nissen collageenziekten lupus erythemathosus disseminatus sclerodermie dermato/poly-myositis mixed connective tissue disease (MCTD) fracturen, conservatief behandeld maximaal 6 maanden, aanslui-- tend op conservatieve behandeling Uit: Staatscourant 1998, nr. 246 / pag. 16 4

5 Hartaandoeningen myocard-infarct (AMI) status na coronary artery bypass -operatie (CABG) Richtlijnen Hartrevalidatie status na percutane transluminale angioplastiek (PTCA) coronair status na hartklepoperatie status na operatief gecorrigeerde congenitale afwijkingen Overige chronic obstructive chronische bronchitis voor patienten met een pulmonary disease (COPD) emfyseem FEV1/VC < 60% aangeboren afwijkingen cystic fybrose van tractus respiratorius primaire ciliaire dyskinesie lymfoedeem littekenweefsel huid, al of niet na trauma epidermolysis bullosa brandwonden handletsels Claudicatio intermittens (vasculair) graad 2 en 3 Fontaine maximaal 12 maanden Na ziekenhuis, verpleeghuisopname Status na thoractomie Ter bespoediging van het herof revalidatie(dag)behandeling (gevolgen van) brandwonden stel na onslag of beëindiging intra-articulaire fracturen van revalidatie(dag)behandecuffruptuur ling. Maximaal 12 maanden. kruisbandletsels met instabiliteit Verwijzing door medisch specontractuur van Volkmann cialist of verpleeghuisarts. weke delen tumoren maximaal 2 jaar na bestraling diffuse interstitiële ziekte van Besnier Boeck (=sarcoïdose) bij ventilatoire beperking en/of longaandoeningen diffusiestoornis en na diagnose gesteld door specialist 1 Specifikatie wil zeggen een inperking tot: tijdslimiet, beperking behandelduur, koppeling aan intramurale opname, leeftijdslimiet, verwijzing alleen door medisch specialist. 2. Voor alle aandoeningen op de lijst geldt dat ze alleen dan een indicatie voor langdurige en intermitterende fysiotherapie of oefentherapie Cesar/Mensendieck vormen indien de aandoeningen gepaard gaan met stoornissen die leiden tot ernstige beperkingen in elementaire bewegingsvaardigheden, persoonlijk verzorging of mobiliteit. Uit: Staatscourant 1998, nr. 246 / pag. 16 5