CONCEPT-KWALITEITSHANDBOEK BERSÉBA REGIO MIDDEN O.B.V. TOEZICHTKADER INSPECTIE 2013

Transcriptie

1 CONCEPT-KWALITEITSHANDBOEK BERSÉBA REGIO MIDDEN O.B.V. TOEZICHTKADER INSPECTIE 2013 TOEZICHTKADER SWV INSPECTIE 2013 RESULTATEN PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Kwaliteitsaspect 1 - Resultaten Het samenwerkingsverb and voert de aan hem opgedragen taken uit en realiseert een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorz ieningen binnen en tussen de scholen, zodanig dat alle leerlingen die extra ondersteuning behoeven een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs krijgen. 1.1 Het samenwerkingsverband realiseert passende ondersteuningsvoorzieningen voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben Het samenwerkingsverband doet aantoonbaar al het mogelijke om voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben passende ondersteuningsvoorzieningen te organiseren Dit leidt er toe dat geen leerlingen van passende ondersteuning verstoken blijven, verwijtbaar aan het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband kan verantwoorden dat het zijn bevoegdheden en invloed heeft aangewend om deze ondersteuningsvoorzieningen in en/of tussen de scholen te realiseren. 1. Berséba streeft naar een samenhangend en zoveel mogelijk dekkend netwerk van ondersteuningsvoorzieningen, zodat ze vrijwel al haar leerlingen een passende plek kan bieden in de eigen, identiteitgebonden onderwijsinstellingen. De scholen van Berséba zijn in gezamenlijkheid verantwoordelijk voor dit netwerk. 2. In elke regio zijn de meeste onderwijsvormen aanwezig: bao, sbo, so (cluster 4, cluster 3). Dat geldt ook voor de ondersteuningsmogelijkheden vanuit deze expertise, inclusief de brede ambulante dienst. Berséba bezint zich op het verwerven van expertise voor cluster 3-LG, MG en LZ (psychisch en lichamelijk). Ontbrekende expertise wordt ingezet via afspraken met externe instanties.; 1. arap, Jaarverslag, gsplan, H.4.6 en Regiooverzicht profielen 2. dem en gsplan, H.4.6 worden o.a. de gerapporteerd. g 1.2 Het samenwerkingsverband realiseert de toewijzing van de extra ondersteuning en de plaatsing van de leerling tijdig en effectief Toewijzing en plaatsing zijn aan termijnen gebonden. Het 1. Berséba geeft de wettelijk verplichte loketfunctie gestalte in een werkonderdeel of loket per regio. Het loket werkt binnen landelijke kaders en valt onder de landelijke kwaliteitszorg. De 1. Marap, Jaarverslag, en gsplan, H Handboek worden o.a. de

2 RESULTATEN PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ samenwerkingsverband kan voor iedere leerling voor wie extra ondersteuning is aangevraagd, desgevraagd aantonen dat - wanneer van toepassing - ten minste de wettelijk voorgeschreven termijnen gehaald zijn en dat de leerling geplaatst is in een bij zijn ondersteuningsbehoefte passend arrangement in of buiten het regulier onderwijs periode augustus 2014 t/m juli 2016 her-indiceert het samenwerkingsverband de zittende so- /vso- leerlingen. 1.3 Het samenwerkingsverband zet zijn middelen doelmatig in. onafhankelijkheid van het loket is een van de kwaliteitscriteria. Het loket is zodanig ingericht dat het adequaat de volgende taken kan vervullen: handelingsgericht adviseren en informeren van scholen en ouders; handelingsgericht toekennen van ondersteuningsarrangementen in het reguliere onderwijs; handelingsgericht indiceren van speciale onderwijszorg; handelingsgerichte trajectbegeleiding. 2. De procedures van het loket zijn beschreven in een algemeen reglement, een huishoudelijk reglement en een privacyreglement. Procedures van beroep en bezwaar, en een reglement omgaan met persoonlijke gegevens maken hiervan onderdeel uit. 3. Bij het arrangeren wordt gebruik gemaakt van de landelijke indicatiecriteria. 1. Het samenwerkingsverband werkt met een meerjarenbegroting waarin het beleid uit het ondersteuningsplan duidelijk herkenbaar is vertaald in gekwantificeerde doelstellingen. De meerjarenbegroting op zijn beurt is vertaald in een gedetailleerde begroting op jaarbasis. 2. Minstens een keer per jaar toetst het samenwerkingsverband de realisatiecijfers aan de begroting, analyseert de verschillen en past zo Loket 3. Handboek Loket 1. Marap, Jaarverslag, gsplan, H.7 en bijlage 2 2. Marap, Jaarverslag, gsplan H.7 en bijlage 2 gerapporteerd. g 1. worden o.a. de gerapporteerd.

3 RESULTATEN PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ 1.4 Het samenwerkingsverband realiseert de beoogde kwalitatieve en kwantitatieve resultaten die het voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften heeft opgesteld. Het samenwerkingsverband toont aan dat het de geplande kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (incl. bekostigingsaspecten) behaalt. nodig de meerjarenbegroting en/of de jaarbegroting aan. 1. De extra ondersteuning bestaat uit de specifieke arrangementen van individuele scholen, die de afgesproken basisondersteuning overstijgen. Deze arrangementen kunnen licht en kortdurend zijn, of zwaar en langdurig. De school realiseert ze al dan niet met behulp van middelen, menskracht of expertise van buiten de school. Berséba heeft de arrangementen concreet omschreven, vanuit de vijf aspecten die zijn aangegeven in het instrumentarium: de deskundigheid binnen het team; de aandacht en tijd die het team kan vrijmaken voor een leerling; protocollen, aanpakken, programma s, methodieken en materialen in de school; de mogelijkheden van het schoolgebouw; de samenwerkingsrelaties met ouders en onderwijs- en ketenpartners. 2. Voor leerlingen die (structureel) extra ondersteuning ontvangen ontwikkelingsperspectief opgesteld. De school voert hierover op overeenstemming gericht overleg met de ouders. Het ontwikkelingsperspectief beschrijft 1. Jaarverslag en Managementrapportage 2. Managementr apportage en Handboek Loket (OPP) 3. Managementr apportage en Handboek Loket PS: formuleren van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten voor volgende versie van het gs plan (landelijk en regionaal)! g 1. worden o.a. de gerapporteerd. g

4 RESULTATEN PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ het eindperspectief van de leerling op cognitief en sociaal-emotioneel gebied, en de bijdrage van de extra ondersteuning om dit perspectief te realiseren. Het document biedt school, ouders en inspectie houvast bij het reflecteren op de behaalde opbrengsten. Indien aan de orde worden ook ketenpartners hierbij betrokken. 3. Alle extra ondersteuning die door Het Loket als arrangement wordt toegekend, wordt door Het Loket geëvalueerd met behulp van het Ontwikkelperspectief. 1.5 Binnen het samenwerkingsverband is geen schoolverzuim door leerlingen die (mogelijk) extra ondersteuning nodig hebben. 1. Het samenwerkingsverband bevordert in voldoende mate dat alle leerplichtige of kwalificatie plichtige leerlingen die mogelijk extra ondersteuning nodig hebben, ingeschreven staan bij een school en daadwerkelijk onderwijs volgen. 2. Het samenwerkingsverband toont aan dat het alsnog bestaande schoolverzuim door deze leerlingen buiten zijn invloedsfeer ligt en niet voorzienbaar was. Dit kan aan de hand van kengetallen, analyses en planningen van activiteiten om schoolverzuim te voorkomen. 3. Het samenwerkingsverband kan bovendien aantonen dat het ten behoeve van het bereiken van dit doel functionele contacten onderhoudt met relevante ketenpartners (leerplicht, jeugdzorg, politie, pcl, rmc, et cetera). 1. Marap, Jaarverslag, Ondersteungi nsplan, H.9.5: Protocol Thuiszitters 2. Kengetallen nader te bepalen m.b.v. gemeenten en scholen 3. Notitie gsteam per school en OOGO 1. worden o.a. de gerapporteerd. g

5 RESULTATEN PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ 1.6 Het samenwerkingsverband stemt goed af met jeugdzorg en WMO-zorg. 1. Het samenwerkingsverband toont aan dat mede door zijn inspanningen de afstemming met zorg-aanbieders in de regio leidt tot een geïntegreerde aanpak van zorg en onderwijs, met als doel de verbetering van het onderwijsaanbod. 2. Het samenwerkingsverband heeft een actueel beeld van de zorgvoorzieningen/aanbieders in de regio en heeft zicht op het zorgaanbod en de tekortkomingen in het zorgaanbod in de regio. 3. Het samenwerkingsverband maakt hiertoe onder meer in het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) - werkbare afspraken met de gemeenten over de afstemming met jeugdzorgaanbieders, jeugdgezondheidszorg en WMO- zorg gericht op jeugdigen. 1. Marap, Jaarverslag, gsplan, H.4.2, OOGO 2. Beeld nader te bepalen 3. gsplan, H worden o.a. de gerapporteerd. g MANAGEMENT EN ORGANISATIE

6 PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Kwaliteitsaspect 2 Management en organisatie Het samenwerkingsverb and weet zijn missie en doelstellingen binnen het kader van de Wet passend onderwijs te realiseren door een slagvaardige aansturing en effectieve interne communicatie en een doelmatige, inzichtelijke organisatie. 2.1 Het samenwerkingsverband heeft een missie bepaald, waaruit consequenties zijn getrokken voor de inrichting van de organisatie en de te bereiken doelstellingen (visie). 2.2 Verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de deelnemers aan het samenwerkingsverband en van degenen die voor het samenwerkingsverband taken (al dan niet in mandaat) uitvoeren, zijn helder vastgelegd. 1. Het samenwerkingsverband heeft zijn missie en visie geformuleerd. De missie is uitgewerkt in een strategisch beleid en bevat een karakteristiek van het samenwerkingsverband, een visie op de toekomst en daarop aansluitende strategische. 2. Missie en visie zijn gekoppeld aan de wetgeving; en beoogde resultaten zijn eenduidig vastgelegd. Het besturingsmodel van het samenwerkingsverband past bij de missie en de beleidsvoornemens. 3. Er is een kader vastgesteld waarbinnen de organisatie haar taken uitvoert en waarmee zij aangeeft hoe de activiteiten die daarbij horen, passen binnen het grotere geheel. 1. Het samenwerkingsverband heeft een organisatieschema waaruit eenduidig blijkt waarop elk orgaan formeel aanspreekbaar is. 2. De taken en de operationele bevoegdheden van de verschillende organen binnen het samenwerkingsverband zijn eenduidig belegd, vastgesteld en bekendgemaakt. 1. Ondersteun ingsplan, H.2.1 en Ondersteun ingsplan, H. 2 en 3 3. Ondersteun ingsplan, H. 2 en 3 1. gsplan, H Idem Het samenwerkingsverband heeft een doelmatige overlegstructuur. 1. Het samenwerkingsverband kan aantonen dat het georganiseerd 1. Jaarverslag, 1. management-

7 MANAGEMENT EN ORGANISATIE PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ 2.4 Het samenwerkingsverband heeft eenduidige procedures en termijnen voor het plaatsen van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en het toewijzen van extra ondersteuning. 2.5 Het samenwerkingsverband voert een actief voorlichtingsbeleid over taken en functies van het samenwerkingsverband. overleg binnen de organen van het samenwerkingsverband voldoende gericht is op realisatie van het beleid en op de samenhang tussen de taken van het samenwerkingsverband. Het functioneel overleg richt zich zowel op de inhoud als op de planning, uitvoering en evaluatie van taken. 2. Het samenwerkingsverband heeft een procedure vastgesteld met de gemeente(n) die in het samenwerkingsverband liggen om te komen tot een op overeenstemming gericht overleg. 1. Er is een toewijzingsprotocol vastgesteld. Dit protocol bevat ten minste de criteria voor toewijzing van middelen voor extra ondersteuning, de inhoudelijke plaatsingscriteria voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, de termijnen voor de toelaatbaarheidsbepaling en termijnen voor de stappen in de plaatsingsprocedure. 2. Voor de periode augustus 2014 t/m juli 2016 heeft het samenwerkingsverband een procedure vastgesteld voor de herindicatie van zittende so- /vsoleerlingen. 1. Het samenwerkingsverband profileert zich in de regio actief als dienstverlener voor passend onderwijs. Daartoe beschikt het in elk geval over adequate informatievoorzieningen ten behoeve van belanghebbenden bij het gsplan, H.3.7. en Marap. 2. Per OOGO wordt er een procedure vastgesteld. 1. Handboek Loket 2. Handboek Loket 1. gsplan, website, folder, netwerkbijee nkomsten, projectgroep rapportage 1.

8 MANAGEMENT EN ORGANISATIE PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ samenwerkingsverband en overige voorzieningen zoals cluster 1 en cluster 2, over voorzieningen in de sfeer van de jeugdhulpverlening en over de overstapmogelijkheden naar vervolgvoorzieningen. Waar het waarderingskader spreekt over belanghebbenden behoren daartoe ten minste: ouders, deelnemende schoolbesturen, medezeggenschapsorganen, leraren, gemeente(n), jeugdzorg-instellingen. en en commissies, nieuwsbrieve n, 2.6 Het samenwerkingsverband heeft het interne toezicht op het bestuur georganiseerd, vastgesteld waarop dit toezicht betrekking heeft en zorggedragen voor middelen om dit toezicht te kunnen uitoefenen. 1. Het interne toezicht is onafhankelijk van het bestuur van het samenwerkingsverband en wordt op systematische en planmatige wijze uitgevoerd. Het interne toezichtsorgaan beschikt over voldoende middelen om taken, bevoegdheden te kunnen uitvoeren en zijn verantwoordelijkheid te nemen en beschikt over een toezichtkader. Het interne toezicht rapporteert jaarlijks schriftelijk over zijn, conclusies en beleidsaanbevelingen. 1. gsplan, Statuten en reglement RvT

9 KWALITEITSZORG PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Kwaliteitsaspect 3 - Kwaliteitszorg Het samenwerkingsverb and heeft zorg voor kwaliteit door systematische zelfevaluatie, planmatige kwaliteitsverbeterin g, jaarlijkse verantwoording van gerealiseerde kwaliteit en borging van gerealiseerde verbeteringen. 3.1 Het samenwerkingsverband plant en normeert zijn resultaten in een vierjarencyclus. 3.2 Het samenwerkingsverband voert zelfevaluaties uit. 1. Het samenwerkingsverband vertaalt tenminste eens per vier jaar de beleidsdoelstellingen naar kwalitatieve en kwantitatieve resultaten (incl. bekostigingsaspecten). 2. Onderdeel daarvan is het in overleg met belanghebbenden vaststellen van acceptabele normen voor die resultaten. 1. Intern: Ten behoeve van de evaluatie van het gevoerde beleid verzamelt het samenwerkingsverband jaarlijks, aan de hand van vastgestelde procedures en instrumenten, ten minste gegevens over de toewijzing van de extra ondersteuning die leerlingen nodig hebben en de plaatsing van deze leerlingen. De ondersteuningsprofielen van de deelnemende scholen aan het samenwerkingsverband zijn beschikbaar. Het samenwerkingsverband toetst de verzamelde informatie aan de vastgestelde en normen en trekt daaruit conclusies voor de kwaliteitsverbetering op korte en langere termijn. 2. Extern: Het samenwerkingsverband 1. Ondersteu ningsplan en Marap. 2. Directie- en IBnetwerkbij eenkomste n Voor een volgende versie van het gsplan normen formuleren 1. Ondersteu ningsplan, 4.3 en H.5 2. Ondersteu ningsplan, H. 5, Marageme ntrapporta ges en evaluaties Het Loket 1. 1.

10 KWALITEITSZORG PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ stelt zich jaarlijks op systematische wijze op de hoogte van de ervaringen van de belanghebbenden met de gerealiseerde dienstverlening, toetst deze aan de vastgestelde en trekt daaruit conclusies voor de kwaliteitsverbetering op korte en langere termijn. 3.3 Het samenwerkingsverband werkt planmatig aan kwaliteitsverbetering. 1. Op basis van de conclusies uit de zelfevaluatie werkt het samenwerkingsverband jaarlijks beargumenteerd, doelgericht en aan de hand van een plan aan verbeteractiviteiten. 1. Ondersteun ingsplan, H. 5, manageme ntrapporta ges en Verbeterpla nnen 3.4 Het samenwerkingsverband legt jaarlijks verantwoording af van gerealiseerde kwaliteit. 1. Het samenwerkingsverband verantwoordt zich jaarlijks schriftelijk aan belanghebbenden over de gerealiseerde kwaliteit, de kwaliteitsverbetering en daarmee samenhangend de inzet van middelen. 1. Jaarverslag en Jaarrekenin g

11 KWALITEITSZORG PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ 3.5 Het samenwerkingsverband borgt gerealiseerde verbeteringen. 1. Het samenwerkingsverband legt nieuwe afspraken op een concrete en controleerbare manier vast en gaat systematisch na of betrokkenen volgens die afspraken handelen. 1. Ondersteu ningsplan, Jaarplan regio i.r.t. Ondersteu ningsprofie l per school 3.6 Het samenwerkingsverband onderzoekt bij de belanghebbenden de tevredenheid over het samenwerkingsverband. 1. Uit een tenminste vierjaarlijkse, betrouwbare en valide (zelf)evaluatie blijkt de mate van tevredenheid met de realisatie van het beleid van het samenwerkingsverband. Ook evalueert het samenwerkingsverband haar klachtbehandeling. De resultaten van de evaluaties leiden tot afstemming van beleid. 1. Ondersteu ningsplan, H. 5. Vierjaarlijkse (zelf)evaluatie uitvoeren!

12 WET- EN REGELGEVING PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ gsplan gsprofielen De inspectie is tijdig in het bezit gesteld van het geldende gsplan In het gsplan is informatie opgenomen over standaard gecontroleerde onderdelen Het SWV is in het bezit gesteld van de geldende School- gsprofielen In het gsprofiel is informatie opgenomen over een of meer standaard gecontroleerde onderdelen. 1. Na vaststelling van het gsplan, wordt deze op de site van de onderwijsinspectie geplaatst. 1. WPO staan de verplichte onderdelen voor het gsplan. 1. Na vaststelling van het gsprofiel, wordt deze op de site van de school geplaatst / ter inzage gelegd en beschikt het SWV over deze profielen. 1. WPO staan de verplichte onderdelen. Deze zijn in het gsprofiel rwijsinpect ie.nl 1. Ondersteu ningsplan en WPO 1. rwijsinpect ie.nl 1. Ondersteu ningsprofi el en WPO

13 ZES PARAMETERS VOOR RISICO PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Parameters Indicatoren Praktijken Verwijzingen Hoe Wanneer Door wie Bij wie Borging Thuiszitters Spreiding en doorstroom leerlingen die niet deelnemen aan het onderwijs aan welke onderwijsinstelling volgen de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben onderwijs Inspectieoordelen aantal scholen met aangepast toezicht binnen het samenwerkingsverband en in hoeverre dit afwijkt van het landelijk gemiddelde 1. De school hanteert protocollen voor ziekmeldingen en thuiszitters. 2. Deze protocollen zijn in samenwerking met gemeenten tot stand gekomen. 3. Gegevens die worden gegenereerd door gebruik van genoemde protocollen worden uitgewisseld met gemeenten (CJG), GGD en Samenwerkingsverband. 1. De school registreert in het eigen voedingsgebied de toegekende arrangementen voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben 2. De school waarborgt voor al haar leerlingen een effectieve overdracht van en naar een andere school of sector (ref.7). De school geeft arrangement van toezicht weer in het gsprofiel. Protocol voor ziekmeldingen en thuiszitters 1. Weergave in het Ondersteu ningsprofi el 2. Via OSO (voorheen DOD) Zie het g sprofiel van de school s plan zijn de s plan zijn de

14 ZES PARAMETERS VOOR RISICO PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Parameters Indicatoren Praktijken Verwijzingen Hoe Wanneer Door wie Bij wie Borging Signalen gsplan, Jaarverslagen en verdeling ondersteuningsmidd elen Deskundigheid signalen die wijzen op tekortkomingen in de uitvoering van passend onderwijs in een regio. wijze waarop de schoolbesturen in het samenwerkingsverband aan elkaar verbonden zijn. Er is sprake van een structuur waarin ze kunnen komen tot een verdeling van inzet van personele en financiële middelen op het gebied van ondersteuning. in de scholen is voldoende deskundigheid aanwezig en de leraren zijn voldoende vakbekwaam op het gebied van pedagogische en didactische ondersteuning van de leerling die extra De school hanteert in voorkomende gevallen transparante procedures voor bezwaar en geschillen (ref.9). 1. De school heeft een ondersteuningsprofiel dat deel uitmaakt van een dekkend regionaal aanbod van onderwijsondersteuning. Het profiel voldoet tenminste aan het overeengekomen niveau van basisondersteuning (ref.1). 2. De school krijgt ondersteuningsmiddelen op basis van een transparante toewijzingssystematiek (ref.2). 3. De school heeft de medezeggenschap over het ondersteuningsprofiel en de ondersteuningsmiddelen conform WMS/WOR geregeld (ref.8). 4. De school legt (achteraf) verantwoording af over de besteding van de toegekende ondersteuningsmiddelen en de behaalde resultaten (ref.10). 1. De school betrekt ouders bij beslissingen die hun kind betreffen en biedt ouders toegang tot informatie en tot begeleiding bij de toewijzing van extra 1. Ondersteu ningsprofi el van de school en het Regiooverzicht. 2. Ondersteu ningsplan en het Handboek Loket 3. Schoolgids van de school. 4. Ondersteu ningsprofi el van de school 1. Document Ondersteu ningsteam van de school s plan zijn de s plan zijn de

15 ZES PARAMETERS VOOR RISICO PLAN () DO (praktijken en afspraken) CHECK (audits en rapportage op indicatoren) ACT (borging/ Parameters Indicatoren Praktijken Verwijzingen Hoe Wanneer Door wie Bij wie Borging ondersteuning nodig heeft (De inspectie ontwikkelt op dit moment een werkwijze om uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van de leraar) onderwijsondersteuning (ref.3). 2. De school bewaakt de kwaliteit van het ondersteuningsprofiel en betrekt ouders/leerlingen/studenten bij de beoordeling daarvan (ref.4). 3. De school bewaakt dat medewerkers (Teamfoto) voldoen aan de professionele functie-eisen behorend bij het ondersteuningsprofiel (ref.5). 4. De school heeft binnen de onderwijs ondersteuningsstructuur toegang tot ondersteuning voor leraren en leerlingen bij specialistische (ortho)pedagogische, (ortho)didactische en psychosociale problemen (ref.6). 2. Schoolgids 3. Teamfoto 4. Ondersteu ningsplan, Handboek Loket en Document Ondersteu ningsteam van de school s plan zijn de