Gesjoemel met het verschoningsrecht Het medisch beroepsgeheim in strafzaken toegespitst op de medisch hulpverlener als verdachte

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gesjoemel met het verschoningsrecht Het medisch beroepsgeheim in strafzaken toegespitst op de medisch hulpverlener als verdachte"

Transcriptie

1 Gesjoemel met het verschoningsrecht Het medisch beroepsgeheim in strafzaken toegespitst op de medisch hulpverlener als verdachte Anouk Beerts Februari 2012

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Het wettelijk kader van de geheimhoudingsplicht Inleiding De belangen van het medisch beroepsgeheim Artikel 7:457 BW Artikel 88 Wet BIG Schending van het beroepsgeheim Conclusie 12 3 Doorbreking van het beroepsgeheim Inleiding Een wettelijke plicht tot spreken Toestemming van de patiënt Conflict van plichten Zwaarwegende belangen Conclusie 17 4 Het medisch verschoningsrecht Inleiding Artikel 218 Sv Beslag en doorzoeking, artikel 98 Sv Conclusie 22 5 Het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg Inleiding De Inspectie voor de gezondheidszorg Handhaving Conclusie 27 6 De medisch hulpverlener als verdachte Inleiding HR 30 november HR 30 oktober HR 21 oktober HR 5 juli HR 27 mei HR 26 mei EHRM 17 januari 2002, Calvelli and Ciglio v. Italy Conclusie 36 3

3 7 Opsporingsonderzoek Marque Inleiding De vermoedelijke werkwijze Het opsporingsonderzoek Problemen in de praktijk Conclusie 41 8 Discussie 43 9 Conclusie 50 Literatuurlijst 54 4

4 1. Inleiding Op 21 januari 2011 verscheen het volgende bericht op nu.nl: Vier aanhoudingen wegens uitkeringsfraude. Rotterdam- De politie heeft dinsdagmorgen vier mannen aangehouden, onder wie twee psychiaters, die ervan worden verdacht op grote schaal te hebben gesjoemeld met uitkeringen. De verdachten, in leeftijd variërend van 37 tot 57 jaar, werden aangehouden tijdens een grootschalige actie op diverse plaatsen in het land. De psychiaters zouden hun medewerking hebben verleend aan bepaalde medische beoordelingen waardoor mensen ten onrechte uitkeringen of persoonsgebonden budget ontvingen. De andere twee verdachten zouden als bemiddelaar zijn opgetreden. De fraude kan volgens het Openbaar Ministerie in de tientallen miljoenen euro s lopen. 1 In de literatuur is al uitgebreid besproken hoe de medisch hulpverlener en de zorginstelling moeten handelen indien zij in aanraking komen met patiënten die verdacht worden van een strafbaar feit of dat er in de zorginstelling een strafbaar feit wordt gepleegd. Er zijn richtlijnen opgesteld in samenwerking met justitie zodat iedereen weet wat er wel en niet mag. Met name met betrekking tot het beroepsgeheim waren deze regelingen noodzakelijk. Het medisch beroepsgeheim dient een groot maatschappelijk belang, namelijk dat iedereen toegang heeft tot zorg zonder dat zij de angst hoeven te ondervinden dat hun gegevens voor andere doeleinden worden gebruikt. Dit belang moet beschermd worden. Het belang gaat voor het belang van waarheidsvinding in strafzaken. Echter, er is nog niet veel geschreven over het geval dat een medisch hulpverlener zélf verdacht wordt van een strafbaar feit. Vandaar dat in deze scriptie de volgende vraagstelling centraal staat: In hoeverre mag het medisch beroepsgeheim doorbroken worden in het belang van waarheidsvinding in strafzaken indien een medisch hulpverlener wordt verdacht van een strafbaar feit? 1 5

5 Om deze vraagstelling te beantwoorden zal ik in de eerste drie hoofdstukken ingaan op het wettelijk kader van de geheimhoudingsplicht, wanneer het beroepsgeheim doorbroken mag worden en het verschoningsrecht. Vervolgens zal ik in hoofdstuk 4 ingaan op de samenwerking tussen het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In hoofdstuk 5 zal ik de relevante rechtspraak bespreken in het geval de medisch hulpverlener wordt verdacht van een strafbaar feit, waarna ik in hoofdstuk 6 zal ingaan op het lopende onderzoek van bovenstaand krantenartikel. Tot slot zal ik in de discussie de meningen van verschillende rechtsgeleerden bespreken en mijn eigen conclusie geven op bovenstaande vraagstelling. 6

6 2. Het wettelijk kader van de geheimhoudingsplicht. 2.1 Inleiding Het medisch beroepsgeheim houdt een geheimhoudingsplicht in voor medisch hulpverleners. Dit betreft alles wat hij tijdens de medische hulpverlening te weten is gekomen. Dit zijn dus niet enkel de gegevens die voortvloeien uit het medisch onderzoek, maar ook de persoonsgegevens en al hetgeen dat de patiënt aan de hulpverlener vertelt. 2 De geheimhoudingsplicht staat in de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet BIG) en de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (hierna: WGBO) die is opgenomen in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Schending van het medisch beroepsgeheim is strafbaar op grond van artikel 272 Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr). 3 De geheimhoudingsplicht is niet absoluut in bepaalde gevallen mag het doorbroken worden. 2.2 De belangen van het medisch beroepsgeheim Het medisch beroepsgeheim is ingesteld om twee belangen te waarborgen, een individueel en een maatschappelijk belang. Het maatschappelijk belang is dat iedereen toegang heeft tot zorg en daarbij niet de angst hoeft te ondervinden dat zijn gegevens voor andere doeleinden worden gebruikt 4 en daardoor geen medisch hulp zoekt terwijl hij deze wel behoeft. 5 Dit belang is afgeleid uit het sociale grondrecht het recht op zorg genoemd in artikel 22 van de Grondwet (hierna: Gw). 6 De Hoge Raad ziet dit ook als grondslag van het verschoningsrecht. In haar uitspraak op 29 juni 2004 formuleert zij de grondslag van het verschoningsrecht volgt: Aan het verschoningsrecht ligt ten grondslag dat het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. 7 Het individuele belang houdt in dat de patiënt het recht heeft dat zijn gegevens geheim blijven, dit kan worden afgeleid uit het recht op privacy. 8 Het recht op privacy is opgenomen in artikel 8 2 Duijst 2009, p Duijst 2009, p Duijst 2009, p T&C art. 7:457 BW. 6 Bannier e.a. 2008, p HR 29 juni 2004, LJN AO5070, NJ 2005/273 met noot Knigge 8 Duijst 2009, p

7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de mens en fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), artikel 17 van het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (hierna: IVBPR) en in artikel 10 Gw. Onder privacy wordt verstaan dat ieder individu vrij is om te bepalen hoe hij zijn leven wil inrichten met zo min mogelijk inmenging van buitenaf. Het recht op privacy is niet absoluut, volgens lid 2 van artikel 8 EVRM kan er inbreuk gemaakt worden op dit recht indien het bij wet is voorzien, het een legitiem doel dient en noodzakelijk is in een democratische samenleving. Een legitiem doel kan zijn het voorkomen van strafbare feiten. Een inbreuk op artikel 10 Gw is enkel mogelijk bij wet. Het Europese Hof voor de rechten van de mens (hierna: EHRM) heeft uitspraken gedaan wanneer er sprake is van schending van artikel 8 EVRM als er medische informatie wordt vrijgegeven. Het EHRM acht het toelaatbaar om medische gegevens te verschaffen aan de kinderbescherming 9 en de verzekeraar 10, maar ook dat medische gegevens in beslag genomen mogen worden van een verdachte in een strafzaak. In dit laatste geval was er wel sprake van een gesloten zitting. Echter, het openbaar maken van (gedeeltes van) de uitspraak was niet toegestaan. 11 Hieruit zouden we kunnen concluderen dat het EHRM het een taak voor de lidstaten vindt om te bepalen wanneer medische gegevens vrijgegeven mogen worden, mits het wettelijk geregeld is (dit was in bovenstaande uitspraken ook het geval). 12 Het EHRM noemt in zijn uitspraken het belang van toegang tot de zorg naast het individuele belang van het recht op privacy. Echter weegt het hof dit belang niet af tegen andere maatschappelijke belangen, dit is een taak voor de lidstaten zelf. 13 De belangen die het medisch beroepsgeheim waarborgt staan vaak op gespannen voet met het belang van waarheidsvinding in strafzaken. Steeds vaker wordt er een beroep gedaan op de medisch hulpverlener om informatie te verstrekken. Praktische problemen die hierbij rijzen zijn dat de medische hulpverleners vaak niet geheel op de hoogte zijn van hun rechten en plichten jegens politie en justitie. Tevens weten opsporingsambtenaren vaak niet wat de mogelijkheden, of onmogelijkheden, zijn van opsporing bij medische hulpverleners. De laatste jaren zijn er 9 EHRM Andersson vs. Zweden 10 EHRM M.S. vs Zweden 11 EHRM Z. vs Zweden 12 Duijst 2005, p Duijst 2005, p

8 meerdere convenanten gesloten tussen de politie en de ziekenhuizen, hierin staat hoe omgegaan moet worden met de problemen die de tegenstrijdige belangen kunnen oproepen. 14 De vraag die gesteld kan worden is of de beide belangen even zwaar wegen. Zoals gezegd betrekt de Hoge Raad in zijn overwegingen enkel het belang dat ieder zich vrij tot zorg kan wenden zonder vrees voor openbaarmaking van zijn gegevens. Aben wijst het recht op privacy als grondslag voor het medisch beroepsgeheim zelfs af. Aben merkt op dat, indien het recht op privacy wel een grondslag zou zijn voor het medisch beroepsgeheim, het verschoningsrecht opzij gezet kan worden in het belang van de waarheidsvinding in strafzaken. Dit is namelijk een van de legitieme doelen die genoemd worden in artikel 8 EVRM. Aben concludeert bij de uitspraak van de Hoge Raad op 5 juli 2011 dat de wetgever ten behoeve van de bescherming van gegevens van gevoelige aard op zichzelf geen verschoningsrecht in het leven heeft willen roepen. Het recht ligt verankerd als grondrecht in verdragen en de grondwet en er mag in bepaalde situaties inbreuk op worden gemaakt. Daarnaast brengt het recht mee dat de arts een geheimhoudingsplicht heeft die door de betreffende patiënt opgeheven kan worden. Het belang dat ieder zich vrij tot zorg kan wenden zonder vrees voor openbaarming van zijn gegevens is dan ook de enige grondslag voor het verschoningsrecht volgens Aben. 15 Mijns inziens zijn beide belangen, het recht op privacy en de toegang tot de zorg, grondslagen voor het medisch beroepsgeheim. Het belang van de toegang tot de zorg weegt naar mijn mening wel zwaarder en kan als hoofdbelang worden gezien. Ook de Hoge Raad formuleert de toegang tot zorg als grondslag. Maar het recht op privacy kan hier niet geheel los van gekoppeld worden, nu door geheimhouding van de gegevens, en dus het waarborgen van de privacy, de vrije toegang tot de zorg zonder vrees voor openbaarmaking van zijn gegevens mogelijk gemaakt wordt. Het gaat immers om persoonlijke gegevens die niet zomaar vrijgegeven mogen worden. 2.3 Artikel 7:457 BW In de WGBO is de geheimhoudingsplicht opgenomen in artikel 457. In lid 1 van dit artikel staat dat de hulpverlener de zorg draagt dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de bescheiden worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. De WGBO is enkel van toepassing als er sprake is van een geneeskundige behandelingsovereenkomst in de zin van artikel 7:446 BW. Dit is het geval indien een medisch hulpverlener handelingen op het gebied van de geneeskunst uitoefent die rechtstreeks betrekking 14 Duijst 2009, p Conclusie HR 5 juli 2011, LJN: BP6141 9

9 hebben op een persoon. 16 De geheimhoudingsplicht geldt ten opzichte van iedereen, dus ook ten opzichte van de partner van de patiënt. Indien de patiënt echter een ander meeneemt naar de behandelkamer mag de hulpverlener er vanuit gaan dat de patiënt impliciet toestemming geeft om de informatie ook aan deze persoon te verstrekken. Deze toestemming wordt opgeheven indien de patiënt het expliciet intrekt. Als een patiënt wilsonbekwaam is moet de hulpverlener de informatie aan zijn wettelijke vertegenwoordiger verschaffen. Deze moet de belangen van de patiënt behartigen aangezien de patiënt daar zelf niet toe in staat is. 17 De medisch hulpverlener mag wel informatie verschaffen aan personen die rechtstreeks bij de uitvoering van de behandelingsoverkeenkomst betrokken zijn. Dit is opgenomen in lid 2 van het artikel. Daarnaast betreft de geheimhoudingsplicht al datgene wat de patiënt toevertrouwd, dit zijn dus niet enkel medische gegevens als uitslagen van onderzoeken, maar ook persoonsgegevens en persoonlijke gesprekken. 2.4 Artikel 88 Wet BIG Ook in artikel 88 van de Wet BIG is de geheimhoudingsplicht opgenomen. Het artikel zegt dat een ieder verplicht is geheimhouding in acht te nemen ten opzichte van al datgene wat hem bij het uitoefenen van zijn beroep op het gebied van de individuele gezondheidszorg als geheim is toevertrouwd, of wat daarbij als geheim te zijner kennis is gekomen of wat daarbij te zijner kennis is gekomen en waarvan hij het vertrouwelijke karakter moest begrijpen. Het artikel is van toepassing indien er sprake is van een handeling in de individuele gezondheidszorg. In de WGBO wordt enkel gesproken van handelingen op het gebied van de geneeskunde. Aangezien handelingen op het gebied van de gezondheidszorg ook tevens verzorgend en verpleegkundig handelen omvatten, en dus niet enkel geneeskundig handelen, is de reikwijdte van dit artikel ruimer dan artikel 457 van de WGBO. 18 Een aantal medische hulpverleners heeft een zelfstandig beroepsgeheim, dezen zijn expliciet genoemd in de Wet BIG. Aan overige medische hulpverleners komt een afgeleid beroepsgeheim en tevens afgeleid verschoningsrecht toe. 19 Niet enkel de medisch hulpverleners die daadwerkelijk geregistreerd staan in het BIG-register hebben een geheimhoudingsplicht op grond van artikel 88. De geheimhoudingsplicht strekt zich ook uit tot anderen die werkzaam zijn in de individuele gezondheidszorg zoals bijvoorbeeld 16 Bannier e.a. 2008, p Duijst 2009, p Bannier e.a. 2008, p Bannier e.a. 2008, p

10 alternatieve genezers. 20 Naast de geheimhoudingsplicht die voortvloeit uit artikel 7:457 BW en 88 Wet Big zijn er anderen die ook een beroepsgeheim hebben, dit vanwege het feit dat ze werkzaam zijn in de ondersteunende dienst van een gezondheidsinstelling en daardoor in aanraking komen met medische- en persoonsgegevens van de patiënt, bijvoorbeeld een medisch secretaresse Artikel 272 Sr Schending van het beroepsgeheim is als strafbepaling opgenomen in het Wetboek van Strafrecht. In artikel 272 staat dat hij die enig geheim waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie. Voor schending is opzet noodzakelijk, de hulpverlener wist of had redelijkerwijs kunnen vermoeden dat hij het geheim had moeten bewaren. Voorwaardelijk opzet is dus voldoende. Of er daadwerkelijk sprake is van een geheim hangt af van de aard van de informatie, het moment dat de geheimhoudingsplichtige kennis kreeg van het geheim en de hoedanigheid waarin hij verkeerde toen hij kennis kreeg van het geheim. 22 De patiënt heeft de mogelijkheid om bij het tuchtcollege te klagen over de schending van het beroepsgeheim, maar hij kan hier tevens klagen over de beslissing van de hulpverlener om het beroepsgeheim niet te doorbreken. Indien een hulpverlener zijn beroepsgeheim herhaaldelijk zonder reden schendt en na waarschuwing van het tuchtcollege hiermee doorgaat is ook strafrechtelijke vervolging mogelijk. Ook indien de hulpverlener besluit het beroepsgeheim niet te doorbreken en dit ernstige schade veroorzaakt kan dit strafrechtelijke vervolging opleveren. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in het geval van kindermishandeling. Omwille van deze reden kan de hulpverlener worden vervolgd op grond van het achterlaten in hulpbehoevende toestand (artikel 255 Sr.) of zelfs dood door schuld (artikel 307 Sr.). 23 Strafrechtelijke vervolging kan echter enkel plaatsvinden indien er aangifte wordt gedaan, maar ook moet er voldoende bewijs zijn en het openbaar ministerie van mening zijn dat vervolging opportuun is Duijst 2005, p Duijst 2005, p T&C art. 272 Sr. 23 Duijst 2009, p KNMG 2005, paragraaf 1. 11

11 2.6 Conclusie Het medisch beroepsgeheim bestaat uit een geheimhoudingsplicht en een verschoningsrecht voor medische hulpverleners. Het medisch beroepsgeheim is ingesteld vanwege twee belangen, een individueel en een maatschappelijk belang. Het maatschappelijk belang is dat iedereen toegang heeft tot zorg en daarbij niet de angst hoeft te ondervinden dat zijn gegevens voor andere doeleinden worden gebruikt en daardoor geen medisch hulp zoekt terwijl hij deze wel behoeft. Dit belang is afgeleid uit het recht op zorg genoemd in artikel 22 van de Grondwet. Het individuele belang houdt in dat de patiënt het recht heeft dat zijn gegevens geheim blijven, dit kan worden afgeleid uit het recht op privacy. Mijns inziens kan het het belang van vrije toegang tot de zorg als hoofdbelang worden beschouwd, nu de Hoge Raad dit ook formuleert als grondslag voor het verschoningsrecht. Het recht op privacy is ook van belang, gezien het om de bescherming van persoonsgegevens gaat, maar in mindere mate. De geheimhoudingsplicht betreft alles wat de hulpverlener tijdens de medische hulpverlening te weten is gekomen. Deze geheimhoudingsplicht is vastgelegd in artikel 7:457 BW en artikel 88 Wet BIG. Artikel 7:457 BW verbiedt de hulpverlener om inlichtingen over de patiënt te verstrekken aan derden. Deze inlichtingen bevatten zowel de medische als de persoonsgegevens van de patiënt, maar ook alle informatie die de patiënt aan de hulpverlener verschaft met betrekking tot zijn levensopvattingen, gezin en andere sociale omstandigheden. Met andere woorden alles wat de medisch hulpverlener tijdens contact met de patiënt te weten is gekomen. De reikwijdte van artikel 88 Wet BIG is ruimer dan die van artikel 7:457 BW en daarnaast is hierin de geheimhoudingsplicht explicieter omschreven. In dit artikel wordt immers gesteld dat al hetgeen de hulpverlener in geheim is toevertrouwd of als geheim ter kennis van hem is gekomen geheim moet houden. Hieruit kan een geheimhoudingsplicht afgeleid worden voor al hetgeen de medisch hulpverlener te weten is gekomen tijdens het contact met de patiënt, niet enkel die informatie die de patiënt hem als vertrouwenspersoon heeft toevertrouwd. Schending van de geheimhoudingsplicht is vastgelegd in artikel 272 Sr. Indien de hulpverlener wist of redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat hij het geheim had moeten bewaren en hij heeft dit toch niet voor zich gehouden is hij strafbaar op grond van dit artikel. Hiervoor moet voorwaardelijke opzet worden bewezen. Of er daadwerkelijk sprake is van een geheim hangt af van de aard van de informatie, het moment dat de geheimhoudingsplichtige kennis kreeg van het 12

12 geheim en de hoedanigheid waarin hij verkeerde toen hij kennis kreeg van het geheim. Om een veroordeling te bewerkstelligen zal de patiënt zelf een klacht moeten indienen. Concluderend kan ik stellen dat de geheimhoudingsplicht duidelijk in de wet is opgenomen. In de artikelen staat duidelijk dat al hetgeen de medisch hulpverlener te weten is gekomen tijdens het contact met de patiënt vertrouwelijk is en dat hij deze informatie geheim moet houden. Deze geheimhoudingsplicht is niet absoluut. In het volgende hoofdstuk zal ik bespreken in welke gevallen het beroepsgeheim doorbroken mag worden. 13

13 3. Doorbreking van het beroepsgeheim. 3.1 Inleiding Het medisch beroepsgeheim is niet absoluut. In sommige situaties mag of moet het medisch beroepsgeheim doorbroken worden. In dit hoofdstuk worden met name de gevallen besproken waarin een patiënt zich schuldig maakt aan een strafbaar feit. In sommige situaties mag of zelfs moet de hulpverlener informatie verschaffen over zijn patiënt. De medisch hulpverlener moet zelf een oordeel vellen of van zodanige situatie sprake is. Enkel indien er redelijkerwijs geen twijfel over mogelijk is dat het oordeel van de hulpverlener onjuist is mag dit oordeel opzij worden gezet. 25 Indien de hulpverlener voor de keuze staat om het beroepsgeheim al dan niet te doorbreken zal hij altijd in oog moeten houden dat het om een zware zwijgplicht gaat en dat hij de keuze daarom goed moet doordenken en onderbouwen. Hij doet er goed aan om de keuze en de redenen omtrent deze keuze op te nemen in het medisch dossier van de patiënt. Tevens moet hij, indien hij besluit het beroepsgeheim te doorbreken, dit melden aan de patiënt. Doorbreking van het medisch beroepsgeheim kan op vier mogelijke gronden. De eerste grond betreft een wettelijke plicht tot spreken. Ten tweede kan het beroepsgeheim doorbroken worden met toestemming van de patiënt. Daarnaast kan het medisch beroepsgeheim opzij gezet worden indien er sprake is van een conflict van plichten en tenslotte kunnen er zwaarwegende belangen aanwezig zijn waardoor doorbreking geoorloofd is Een wettelijke plicht tot spreken In een aantal wetten is een verplichting opgenomen voor de hulpverlener om te spreken. In deze gevallen mag hij dus niet zelf een oordeel vellen over de vraag of hij zijn medisch beroepsgeheim opzij kan zetten, hij moet de informatie verstrekken. 27 De wetgever heeft deze artikelen in het leven geroepen omdat hij van mening is dat de artikelen een zwaardere plicht bevatten, vanwege een groter belang, dan de geheimhoudingsplicht. 28 In artikel 42 Sr is opgenomen dat een hulpverlener straffeloos is bij het begaan van een strafbaar feit ter uitvoering van een wettelijk 25 Eken- de Vos 2006, paragraaf Duijst 2009, p Eken- de Vos 2006, paragraaf Duijst 2005, p

14 voorschrift. 29 Een voorbeeld van een wet waarin een plicht tot spreken is opgenomen is de Wet op de lijkbezorging Toestemming van de patiënt Een andere grond waarop het beroepsgeheim kan worden doorbroken is toestemming van de patiënt. Volgens artikel 7:457 lid 1 BW mag er namelijk met toestemming van de patiënt inlichtingen over hem worden verstrekt aan derden. 31 Als de patiënt toestemming geeft aan de medisch hulpverlener om informatie te verschaffen aan een derde wil dit nog niet zeggen dat de hulpverlener verplicht is om dit ook daadwerkelijk te doen. Hij moet zich er eerst van vergewissen dat de patiënt weet wat de gevolgen hiervan zijn en of het doorbreken van zijn zwijgplicht in het belang van de patiënt is. 32 Maar zelfs als dit het geval is, heeft de medisch hulpverlener alsnog geen plicht tot spreken, hij moet uiteraard wel goede redenen hebben om de informatie geheim te houden Conflict van plichten Het doorbreken van het beroepsgeheim op grond van een conflict van plichten levert in de praktijk de meeste problemen op. De medisch hulpverlener is vaak zeer terughoudend in het doorbreken van zijn beroepsgeheim, terwijl politie en justitie deze grond sneller accepteren. 34 Bij een conflict van plichten zijn er twee belangen die met elkaar in strijd zijn. De hulpverlener kan uiteraard niet aan beide plichten, die uit deze belangen voortvloeien, gehoor geven. Een belangenafweging is in dit geval dan ook noodzakelijk. 35 Er is sprake van een conflict van plichten indien er aan een aantal voorwaarden is voldaan. Ten eerste moet er getracht worden om toestemming van de patiënt te verkrijgen, dit zal in de praktijk makkelijker zijn indien de patiënt slachtoffer is dan als hij een verdachte is. Tevens moet het niet doorbreken van het beroepsgeheim ernstige schade opleveren voor een ander. Ten derde verkeert de hulpverlener in gewetensnood. Daarnaast zorgt doorbreking ervoor dat de schade voor een ander wordt voorkomen of beperkt. Tenslotte dient er te zijn voldaan aan het subsidiariteitsbeginsel, het probleem kan niet op een andere manier worden opgelost, en het proportionaliteitsbeginsel, er 29 Leenen, Gevers & Legemaate 2007, p KNMG 2005, paragraaf Leenen, Gevers & Legemaate 2007, p Duijst 2009, p KNMG 2005, paragraaf Eken- de Vos 2006, paragraaf Duijst 2009, p

15 moet voor gezorgd worden dat het beroepsgeheim zo min mogelijk geschonden wordt, 36 met ander woorden het nadeel mag niet onevenredig groot zijn. 37 Doorbreking van het beroepsgeheim wordt in dit geval gerechtvaardigd met het beroep op overmacht (artikel 40 Sr) de hulpverlener is immers in een noodsituatie terechtgekomen waarin hij een ander belang voorrang moet geven boven zijn geheimhoudingsplicht. 38 De hulpverlener moet in het geval van conflict van plichten een keuze maken of hij het beroepsgeheim al dan niet doorbreekt. Of deze keuze terecht is wordt pas achteraf getoetst door de rechter. Volgens Duijst impliceert dit enerzijds een risico voor de hulpverlener, maar laat het tevens professionele vrijheid. Volgens haar ligt dit voor de hand omdat niet valt te verwachten dat er voor elke situatie een pasklaar antwoord klaar ligt. 39 Een aantal gevallen waarin de Hoge Raad doorbreking van het beroepsgeheim heeft aanvaard op grond van een conflict van plichten zijn kindermishandeling, een dronken motorrijder die na de behandeling weer wil gaan rijden en een patiënt die aan een hulpverlener vertelt dat hij een ander van het leven gaat beroven. 40 Een zaak waarin een beroep op een conflict van plichten is afgewezen is de Balpenmoord. In deze zaak vertelde een jongeman aan zijn psychotherapeut dat hij zijn moeder had vermoord. De psychotherapeut deed hiervan aangifte bij de politie en beriep zich op een conflict van plichten. Echter werd dit niet gehonoreerd, er was namelijk niet voldaan aan het criterium dat het gevaar voor anderen kon worden voorkomen Zwaarwegende belangen Tenslotte kan het medisch beroepsgeheim doorbroken worden als er sprake is van zwaarwegende belangen. Dit is het geval indien er door handhaving van de geheimhoudingsplicht een zwaarwegend belang geschaad wordt. 42 Het verschil tussen deze grond en de grond van een conflict van plichten is dat het criterium of ernstig nadeel kan worden voorkomen niet nodig is bij zwaarwegende belangen. 43 Uit de civielrechtelijke jurisprudentie zijn een aantal zwaarwegende belangen erkend die het medisch beroepsgeheim kunnen doorbreken. Hiervan is in de eerste 36 Duijst 2009, p KNMG 2005, paragraaf Leenen, Gevers & Legemaate 2007, p Duijst 2005, p Duijst 2009, p Duijst 2007, p Leenen, Gevers & Legemaate 2007, p Duijst 2007, p

16 plaats sprake wanneer de geestesvermogens moet worden vastgesteld vanwege het aangaan van een huwelijk op hoge leeftijd, dit vanwege de rol die een erfenis zou kunnen spelen. Een tweede zwaarwegend belang is het recht van het individu om te weten van wie men een afstammeling is. Een derde belang is het gezondheidsbelang. Ten slotte wordt de verdediging van de arts in rechte als zwaarwegend belang gezien. Een zuiver emotioneel belang wordt echter niet gehonoreerd Conclusie Zoals ik in bovenstaande uiteengezet heb is het medisch beroepsgeheim niet absoluut, er zijn een aantal gronden waarop het doorbroken kan worden. Dit zijn een wettelijke plicht, toestemming van de patiënt, een conflict van plichten of een zwaarwegend belang. Met name de grond van een conflict van plichten levert in de praktijk de meeste problemen op. De medisch hulpverlener moet hier namelijk een keuze maken tussen twee zwaarwegende belangen. Daarnaast kan het zo zijn dat de situatie waarin de hulpverlener zich bevindt nog niet eerder is voorgekomen voor een rechter en weet hij dus ook niet zeker of doorbreking van zijn geheimhoudingsplicht gehonoreerd zal worden. Artsen zullen dus ook niet snel besluiten om hun beroepsgeheim te doorbreken. Welllicht is er hier een taak voor de wetgever weggelegd om te bepalen in welke gevallen doorbreking van het beroepsgeheim mogelijk is. De Hoge Raad hanteert strenge jurisprudentie en honoreert niet snel de mogelijkheid om het medisch beroepsgeheim te doorbreken. In de conclusie zal ik erop terugkomen of dit anders zou moeten zijn indien een medisch hulpverlener verdacht wordt van een strafbaar feit. 44 Duijst 2005, p

17 4. Het medisch verschoningsrecht 4.1 Inleiding Om te waarborgen dat al datgene wat de patiënt aan de medisch hulpverlener toevertrouwd ook daadwerkelijk geheim blijft is in de wet het verschoningsrecht vastgelegd. Dit recht van de medisch hulpverlener houdt in dat hij het afleggen van een verklaring of het geven van antwoorden op vragen voor een rechter met betrekking tot informatie over zijn patiënt kan weigeren. 45 De Hoge Raad formuleert in haar uitspraak op 29 juni 2004 de grondslag van het verschoningsrecht als volgt: Aan het verschoningsrecht ligt ten grondslag dat het maatschappelijk belang dat de waarheid in rechte aan het licht komt moet wijken voor het maatschappelijk belang dat een ieder zich vrijelijk en zonder vrees voor openbaarmaking van het toevertrouwde om bijstand en advies tot de verschoningsgerechtigde moet kunnen wenden. 46 Alle medische hulpverleners die een medisch beroepsgeheim hebben komen dus ook een verschoningsrecht toe. 47 Hij heeft dus geen wettelijk getuigenplicht in tegenstelling tot overige burgers. Wel is hij verplicht om aan een oproep om voor de rechter te verschijnen gehoor te geven Artikel 218 Sv Het verschoningsrecht is wettelijk opgenomen in het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). In artikel 218 staat dat van het geven van getuigenis of van het beantwoorden van bepaalde vragen zich ook kunnen verschonen zij die uit hoofde van hun stand, hun beroep of hun ambt tot geheimhouding verplicht zijn, doch alleen omtrent hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd. Het gaat dus enkel om informatie die de hulpverlener in de uitoefening van zijn beroep is toevertrouwd. Hieronder valt ook het maken van een afspraak, informatie over de persoonlijke levenssfeer en de informatie die familieleden in het kader van de hulpverlening over de patiënt geven. 49 De medisch hulpverlener bepaalt zelf wanneer hij een beroep doet op zijn verschoningsrecht, hij zal hiervoor zelf de belangen tegenover elkaar moeten afwegen. Hierbij is niet van belang dat de patiënt toestemming heeft gegeven om de informatie te 45 T&C artikel 218 Sv. 46 HR 29 juni 2004, NJ 2005/ Duijst&Schalken 2005, p Duijst 2009, p Lintz & Verloop 2009, paragraaf 2. 18

18 verschaffen. 50 Maakt hij geen gebruik van zijn recht om zich op het verschoningsrecht te beroepen mag de rechter alle informatie gebruiken die hij geeft, ook al blijkt later dat hij ten onrechte het beroepsgeheim heeft geschonden. 51 Indien een medisch hulpverlener zich beroept op zijn verschoningsrecht is het mogelijk dat marginaal door de rechter wordt getoetst of dit geoorloofd is. In beginsel wordt de keuze van de hulpverlener om zich op dit recht te beroepen geaccepteerd, echter indien er redelijke twijfel bestaat dat hij dit heeft gebaseerd op oneigenlijke gronden kan worden besloten om het beroep op zijn verschoningsrecht ongegrond te verklaren. 52 Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de hulpverlener zelf verdacht wordt van een ernstig strafbaar feit, het is immers niet de bedoeling dat de hulpverlener misbruik maakt van zijn verschoningsrecht. 53 Hoewel formeel gezien er enkel een beroep op het verschoningsrecht gedaan kan worden tegenover de rechter en de rechter-commissaris, geldt deze ook jegens de politie. Dit vanwege het feit dat al datgene de hulpverlener verklaart aan de politie gebruikt kan worden tijdens de rechtszaak. Indien het verschoningsrecht niet tegen agenten ingeroepen zou kunnen worden, zou het in de praktijk geen effect hebben. 54 In zeer uitzonderlijke omstandigheden moet het verschoningsrecht wijken voor de waarheidsvinding in strafzaken. Hiervoor is niet voldoende enkel het gegeven dat de medisch hulpverlener zelf verdacht wordt van een strafbaar feit. Wel de verdenking van een ernstig strafbaar feit kan het verschoningsrecht doorbreken. Of doorbreking in dit geval geoorloofd is moet per geval bekeken worden volgens de Hoge Raad. De omstandigheden die bij deze afweging een rol spelen zijn de aard en de ernst van het strafbare feit, de aard en de inhoud van het materiaal waarover het verschoningsrecht zich uitstrekt en de mate waarin de betrokken patiënten in hun belangen zouden worden geschaad. Tevens moet in het oog worden gehouden dat slechts het verschoningsrecht kan worden ingeroepen voor informatie die de hulpverlener in de uitoefening van zijn beroep heeft gekregen T&C artikel 218 Sv. 51 Duijst 2009, p Duijst & Schalken 2005, p Duijst 2009, p KNMG 2005, paragraaf Vellinga-Schootstra 2009, p

19 4.3 Beslag en doorzoeking artikel 98 Sv De wetgever heeft bepaald dat het belang van het medisch beroepsgeheim zwaarder weegt dan het belang van opsporing. Dit heeft gevolgen voor het inzetten van bepaalde dwangmiddelen, namelijk inbeslagname en doorzoeking, die ik nu zal toelichten. In artikel 94 Sv is vastgelegd dat voorwerpen die dienen tot waarheidsvinding in strafzaken of die wederrechtelijk verkregen voordeel kunnen aantonen in beslag kunnen worden genomen. Dit zou betekenen dat indien er een strafbaar feit wordt gepleegd in een ziekenhuis of door een verdachte in een ziekenhuis of door een medisch hulpverlener zelf alle medische gegevens ook in beslag genomen kunnen worden, zoals medische dossiers, bloedmonsters en röntgenfoto s. Echter is er in artikel 98 Sv opgenomen dat brieven en geschriften die onder het verschoningsrecht vallen niet in beslag mogen worden genomen en dat tevens doorzoeking bij een verschoningsgerechtigde niet zonder meer mogelijk is. 56 Er zal met extra zorgvuldigheid tewerk moeten worden gegaan. Dit vloeit voort uit de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Hier kan bijvoorbeeld voor worden gezorgd door iemand van de KNMG of de Inspectie aanwezig te laten zijn bij de doorzoeking. 57 In artikel 98 lid 1 Sv is wettelijk vastgelegd dat brieven en geschriften die onder het verschoningsrecht vallen niet in beslag mogen worden genomen. 58 Op het verbod van inbeslagname zijn drie uitzonderingen gemaakt, namelijk - toestemming van de verschoningsgerechtigde - geschriften als bedoeld in 98 lid 2 Sv - (in het uiterste geval) de waarheidsvinding. Indien de medisch hulpverlener toestemming geeft, moet deze uitdrukkelijk en ondubbelzinnig zijn. Het tweede lid van artikel 98 Sv impliceert dat brieven en geschriften die voorwerp zijn van een strafbaar feit of voor het begaan daarvan hebben gediend in beslag mogen worden genomen. Naar deze stukken mag dus wel worden gezocht. Tevens kan in zeer uitzonderlijke omstandigheden het verschoningsrecht worden doorbroken. 59 In lid twee van artikel 98 Sv is vastgelegd dat doorzoeking niet zonder meer mogelijk is bij de verschoningsgerechtigde. Doorzoeking mag geen schending van het medisch beroepsgeheim 56 Duijst 2005, p Duijst 2005, p Duijst & Schalken 2005, p T&C artikel 98 Sv, paragraaf 6 en 8. 20

20 opleveren en strekt zich ook enkel uit tot brieven of geschriften welke het voorwerp van het strafbare feit uitmaken of tot het begaan daarvan gediend hebben. Zonder deze beperking zou het verschoningsrecht niet veel nut hebben, aangezien justitie dan alsnog via doorzoeking kan beschikken over de geheime informatie. 60 Indien de medisch hulpverlener te kennen geeft dat bepaalde brieven of geschriften geen voorwerp zijn van een strafbaar feit of tot het begaan van een strafbaar feit hebben gediend en het schending van het beroepsgeheim oplevert indien politie en justitie er toch kennis van nemen, moet dit oordeel van de hulpverlener worden geaccepteerd. Enkel wanneer er redelijkerwijs mag worden aangenomen dat dit onjuist is mag het oordeel opzij gezet worden. 61 Stukken die de verschoningsgerechtigde onder zich heeft in een andere hoedanigheid dan medisch hulpverlener vallen dus niet onder bescherming van artikel 98 Sv. 62 De beperking op de doorzoeking is echter niet absoluut, onder zeer uitzonderlijke omstandigheden mag het verschoningsrecht bij doorzoeking worden doorbroken. 63 De Hoge Raad heeft vastgesteld dat er voor inbeslagname van brieven en geschriften bij een verschoningsgerechtigde er sprake moet zijn van een ernstig strafbaar feit, dit is bijvoorbeeld het geval bij het vormen van een criminele organisatie met cliënten en het manipuleren van getuigen. 64 In een uitspraak op 29 juni 2004 geeft de Hoge Raad uitleg wanneer er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden. Het ging in deze zaak om een beklag tegen inbeslagname van patiënten- en personeelsbestanden in een psychiatrische inrichting. Er heerste namelijk het vermoeden dat in deze inrichting seksuele delicten zou zijn gepleegd door een bewoner tegen een medebewoner. De ouders van het slachtoffer hadden aangifte gedaan. Door inbeslagname van de gegevens werd getracht de naam van de verdachte te achterhalen. De Hoge Raad overweegt het volgende: Het verschoningsrecht van onder meer de arts is echter in zoverre niet absoluut, dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap hem als zodanig is toevertrouwd moet prevaleren boven het verschoningsrecht. De beantwoording van de vraag welke omstandigheden als zeer uitzonderlijk moeten worden aangemerkt is niet in een algemene regel samen te vatten. Daarbij geldt voorts dat indien moet worden geoordeeld dat het belang van de waarheidsvinding dient te prevaleren, die inbreuk op het verschoningsrecht niet verder mag 60 Vellinga-Schootstra 2006, paragraaf Vellinga-Schootstra 2006, paragraaf T&C artikel 98 Sv, paragraaf Vellinga-Schootstra 2006, paragraaf Duijst 2005, p

21 gaan dan strikt nodig is voor het aan het licht brengen van de waarheid van het desbetreffende feit. 65 Argumenten die volgens de rechtbanken kunnen worden aangedragen om in bepaalde gevallen het opsporingsbelang te laten prevaleren boven het verschoningsrecht zijn het ontbreken van ander bewijs, de ernst van het delict, een maatschappelijk belang, de weerloosheid van het slachtoffer en de geschokte rechtsorde. In de uitspraak op 29 juni 2004 geeft de Hoge Raad aan dat bij de belangafweging gekeken moet worden naar de aard van de gevraagde gegevens, of de gegevens niet op een andere manier te verkrijgen zijn en de ernst van het feit Conclusie Het verschoningsrecht heeft als doel te waarborgen dat al datgene wat de patiënt aan de medisch hulpverlener toevertrouwd ook daadwerkelijk geheim blijft. In artikel 218 Sv is het recht vastgelegd. De medisch hulpverlener kan op grond van dit artikel weigeren om informatie te verschaffen over zijn patiënten tegenover een rechter. De medisch hulpverlener bepaalt zelf wanneer hij een beroep doet op zijn verschoningsrecht, hij zal hiervoor zelf de belangen tegenover elkaar moeten afwegen. In beginsel wordt de keuze van de hulpverlener om zich op dit recht te beroepen geaccepteerd, echter indien er redelijke twijfel bestaat dat hij dit heeft gebaseerd op oneigenlijke gronden kan worden besloten om het beroep op zijn verschoningsrecht ongegrond te verklaren. Het verschoningsrecht speelt ook een rol bij doorzoeking en inbeslagname. Brieven en geschriften die onder het verschoningsrecht vallen mogen niet in beslag worden genomen. Slechts onder zeer bijzondere omstandigheden kan dit worden doorbroken. Wanneer van dergelijke omstandigheden sprake is is niet expliciet in de jurisprudentie opgenomen. Wel kunnen we hieruit afleiden dat het per geval beoordeeld moet worden. De ernst van het strafbare feit, de aard en inhoud van het materiaal en de mate waarin de betrokkene in hun belangen worden geschaad zijn hierbij leidinggevend. Wellicht is het aan te raden om deze uitzonderingsgrond in de wet op te nemen. 65 HR 24 juni 2004, JOL 2004, Duijst&Schalken 2005, p

22 5. Het openbaar ministerie en de inspectie voor de gezondheidszorg 5.1 Inleiding Bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten in de gezondheidszorg spelen de Inspectie voor de gezondheidszorg en het Openbaar Ministerie beiden een rol. Als uitgangspunt geldt dat er eerst wordt gekeken of een geval kan worden opgelost via het bestuursrecht of het tuchtrecht voordat er strafrechtelijk wordt ingegrepen. In dit hoofdstuk zal ik stilstaan bij de taken van de Inspectie en de rolverdeling tussen de Inspectie en het Openbaar Ministerie bij de handhaving van de gezondheidswetgeving. 5.2 De inspectie voor de gezondheidszorg Het is van belang dat de kwaliteit van de gezondheidszorg bewaakt wordt. Deze taak ligt bij de inspectie voor de gezondheidszorg. 67 In artikel 36 van de Gezondheidswet worden de taken van de Inspectie omschreven. De Inspectie heeft ten eerste als taak om onderzoek te verrichten naar de staat van de volksgezondheid en indien nodig het aangeven en bevorderen van middelen tot verbetering. Tevens houdt de inspectie toezicht op de naleving en opsporing van overtredingen op het gebied van de volksgezondheid indien dit is bepaald bij wettelijk voorschrift. Tenslotte geeft de inspectie inlichtingen en advies. Onder toezicht wordt verstaan het adviseren, stimuleren en opleggen van bestuursrechtelijke maatregelen alsmede het verifiëren van de uitvoering daarvan en het in gang zetten van een tuchtrechtelijke procedure. Zoals gezegd is de inspectie tevens belast met de opsporing van overtredingen op het gebied van de volksgezondheid, hiervoor hebben zij een aantal opsporingsbevoegdheden. Deze opsporingsbevoegdheden worden gezien als een aanvulling op de toezichtstaak en tevens als een manier voor directe handhaving. 68 Om deze taken goed uit te voeren heeft de Inspectie informatie van de zorginstellingen nodig. Deze informatie wordt verzameld door meldingen van natuurlijke personen of rechtspersonen, die dan gaat over de patiëntenzorg, kwaliteitsborging, het professioneel functioneren van de hulpverlener of een product of apparaat dat gebruikt wordt in de gezondheidszorg. 69 Indien de Inspectie van oordeel is dat er voor haar geen aanleiding bestaat de melding verder te 67 Duijst 2005, p Samenwerkingsprotocol IGZ en OM 2009, p Duijst 2005, p

23 onderzoeken, maar dat dit wel het geval is voor het Openbaar Ministerie, kan zij de melder mededelen een klacht in te dienen bij het Openbaar Ministerie Handhaving Bij handhaving van de gezondheidszorgwetgeving is het uitgangspunt dat er slechts strafrechtelijk wordt opgetreden indien dit strikt noodzakelijk is. Er wordt eerst gezocht of de kwestie kan worden opgelost via het bestuursrecht of het tuchtrecht. Dit sluit ook aan bij het ultimum remedium beginsel van het strafrecht, wat inhoudt dat het strafrecht enkel in het uiterste geval mag worden ingezet. 71 Het strafrecht zal ingezet worden indien hier aanleiding voor bestaat vanwege de aard van het strafbare feit, de ernst van de overtreding, de samenhang met andere strafbare feiten of de behoefte aan gebruik van dwangmiddelen en opsporingsbevoegdheden. Vaak zal er in deze gevallen sprake zijn van strafbare feiten met opzet of schuld in de zin van grove nalatigheid. 72 Er kan sprake zijn van een medische strafzaak, maar dit hoeft niet. Binnen het Openbaar Ministerie wordt onder een medische strafzaak verstaan: een zaak waarin het medische handelen of nalaten van een persoon die werkzaam is in de (geestelijke) gezondheidszorg of de alternatieve gezondheidssector een redelijk vermoeden oplevert van schuld aan enig strafbaar feit zoals bedoeld in artikel 27 Sr. 73 De situaties die onder definitie vallen zijn in ieder geval: - de situatie waarin de verdachte heeft gehandeld binnen het kader van zijn normale beroepsuitoefening en/of taakopvatting - de situatie waarin de verdachte heeft gehandeld terwijl hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat hij hiervoor niet (voldoende) deskundig en/of bevoegd was - de situatie waarin verdachte heeft nagelaten te handelen, terwijl hij, gelet op zijn deskundigheid redelijkerwijs wel had moeten handelen. Onder de definitie van een medische strafzaak vallen geen zeden- en vermogensdelicten die door een medisch hulpverlener worden gepleegd in het kader van zijn beroepsuitoefening. 74 Een medische strafzaak kan worden gestart doordat de gemeentelijk lijkschouwer melding maakt bij de officier van justitie vanwege een niet-natuurlijke dood, ook kunnen patiënten of nabestaanden aangifte doen. Tenslotte kan de Inspectie de officier van justitie informeren na 70 Leidraad meldingen IGZ, artikel Informatieprotocol OM-IGZ, p Aanwijzing feitenonderzoek/strafrechtelijk onderzoek en vervolging medische zaken (2010A022) 73 Samenwerkingsprotocol IGZ en OM 2009, p Aanwijzing feitenonderzoek/strafrechtelijk onderzoek en vervolging in medische zaken (2010A022), 24

24 onderzoek of na een melding van een zorginstelling. 75 De inspectie is namelijk verplicht een redelijk vermoeden van een strafbaar feit te melden aan het Openbaar Ministerie, tenzij een wettelijk voorschrift haar dit verbiedt. 76 In de praktijk gaat het bij medische strafzaken meestal om dood door schuld (art. 307 Sr) zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 308 Sr) en verlating van hulpbehoevenden (art. 255 Sr). Van belang is met name dat er causaal verband kan worden vastgesteld tussen het handelen of nalaten van de verdachte en de dood of het letsel van de patiënt. Onder schuld wordt grove nalatigheid verstaan. 77 Indien de Inspectie op een zaak stuit dat onder de definitie van een medisch strafzaak valt wordt er melding gedaan bij het Expertisecentrum Medische Zaken van het Openbaar Ministerie. Deze draagt het over aan de officier van justitie van het arrondissementsparket. Ook kan het het geval zijn dat het Openbaar Ministerie melding doet aan de Inspectie over (mogelijke) medische strafzaken. De Inspectie neemt deze melding dan in behandeling. Na deze melding spreken de Inspectie en Openbaar Ministerie onderling af of er al dan niet een onderzoek zal moeten plaatsvinden en of dit op grond van een toezichtsbevoegdheid of opsporingsbevoegdheid moet gebeuren. De Inspectie is bevoegd om alle informatie te verstrekken, behalve de medische gegevens en gegevens omtrent het seksuele leven van de patiënt, hiervoor is namelijk toestemming van de patiënt vereist. Voor vordering van het medische dossier zal het openbaar ministerie een beroep moeten doen op artikel 105 Sv. Voor de Inspectie bestaat er een plicht om aangifte te doen indien zij bij de uitoefening van hun taken stuiten op feiten en omstandigheden waaruit het vermoeden ontstaat dat er sprake is van een strafbaar feit. 78 Het is niet toegestaan dat de Inspectie zijn toezichtsbevoegdheden gebruikt om aan opsporing te doen, dit zou in strijd zijn met het beginsel détournement de pouvoir, de bevoegdheid zou dan voor een ander doeleinde gebruikt worden dan waarvoor het is ingesteld. Als de Inspectie stuit op een strafbaar feit zal zij aangifte moeten doen bij het Openbaar Ministerie danwel het Openbaar Ministerie omtrent deze feiten en omstandigheden moeten informeren. Tevens mag de inspectie geen bestuurlijke boete opleggen als het Openbaar Ministerie al met strafvervolging is gestart. Straf-, tucht- en bestuurlijke bevoegdheden mogen wel naast elkaar worden gebruikt, maar slecht één mag een punitief karakter hebben. Het is dus van belang dat het Openbaar 75 Samenwerkingsprotocol IGZ en OM 2009, p Leidraad Meldingen IGZ, artikel Samenwerkingsprotocol IGZ en OM 2009, p Informatieprotocol OM-IGZ, p

25 Ministerie en de Inspectie goed samenwerken en in een vroeg stadium met elkaar overleggen hoe het onderzoek verder zal verlopen. 79 In mei 2010 is de Wet Uitbreiding bestuurlijke handhaving volksgezondheidswetgeving in werking getreden. Door deze wet heeft de Inspectie meer bevoegdheden gekregen. Zij kunnen vanaf nu in het geval er sprake is van een concrete overtreding een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen zonder dat tussenkomst van het Openbaar Ministerie noodzakelijk is. Ook heeft de inspectie in bepaalde gevallen inzagerecht in medische dossiers zonder dat toestemming van de patiënt vereist is. Ten slotte is vastgesteld dat de Inspectie een afgeleid medisch beroepsgeheim en verschoningsrecht heeft. 80 Van het inzagerecht kan de Inspectie gebruik maken in die gevallen dat met het oog op het proportionaliteitsvereiste redelijkerwijs niet gevergd kan worden om vooraf toestemming te vragen of waar toestemming vragen überhaupt niet mogelijk is. Dit kan het geval zijn bij grootschalige thematische onderzoeken, calimiteiten en ernstige gevallen zoals kindermishandeling. 81 Aan het einde van een onderzoek van een melding geeft de Inspectie een eindoordeel dat zij opneemt in een eindrapport. Dit eindoordeel kan medische gegevens bevatten. Omdat de Inspectie een afgeleid medisch beroepsgeheim bezit is het van belang dat er eerst wordt gekeken of het Openbaar Ministerie over het medisch dossier beschikt. Is dit het geval kan de Inspectie het gehele rapport naar het Openbaar Ministerie sturen, zoniet zal het Openbaar Ministerie het medisch dossier eerst moeten vorderen bij de medisch hulpverlener of de zorginstelling. De Inspectie mag immers vanwege zijn beroepsgeheim deze gegevens niet zomaar verschaffen. 82 Er zijn informele en formele contacten opgericht tussen de Inspectie en het openbaar ministerie. Dit zijn in de eerste plaatse de BOA s, inspecteurs van de volksgezondheid buitengewone opsporingsambtenaren, die belast zijn met de opsporing van overtredingen op het gebied van de volksgezondheid. In de eerste plaats is de taak van de Inspectie controle, maar dit kan overgaan in opsporing. Ten tweede wordt er door de Inspectie melding gedaan van een strafbaar feit indien 79 Hubben 2011, p Staatsblad 2010, 191, en 81 Kamerstukken I 2009/10, Aanvulling informatieprotocol IGZ-OM. 26

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

Strafrecht in de zorg / Preventie

Strafrecht in de zorg / Preventie Strafrecht in de zorg / Preventie 7 oktober 2013 Mr. Marcel Smit en mr. Tina Sandrk Onderwerpen Inleiding Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) Openbaar Ministerie (OM) Gegevensuitwisseling IGZ en OM

Nadere informatie

Arts vs. OM: Wanneer moet het beroepsgeheim wijken voor opsporing?

Arts vs. OM: Wanneer moet het beroepsgeheim wijken voor opsporing? Arts vs. OM: Wanneer moet het beroepsgeheim wijken voor opsporing? Masterscriptie Gezondheidsrecht Julie-Anne Prick 5978491 Juni 2013 Arts vs. OM: Wanneer moet het beroepsgeheim wijken voor opsporing?

Nadere informatie

Het medisch beroepsgeheim

Het medisch beroepsgeheim Het medisch beroepsgeheim mr.dr. Sjaak Nouwt Adviseur Gezondheidsrecht KNMG s.nouwt@fed.knmg.nl Agenda Inhoud medisch beroepsgeheim Belang Uitzonderingen Maatschappelijke druk Vragen? 2 Medisch Beroepsgeheim

Nadere informatie

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek.

Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek. Handleiding voor de deken ter waarborging van de geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht van advocaten bij extern onderzoek Maart 2013 Vastgesteld door de algemene raad op 4 maart 2013 1 Voorwoord

Nadere informatie

Jelgersma lezing 11 oktober 2016

Jelgersma lezing 11 oktober 2016 Jelgersma lezing 11 oktober 2016 het medisch beroepsgeheim R. H. Zuijderhoudt, gezondheidsjurist en psychiater/ psychotherapeut niet praktizerend Belangen? Niets in het kader van CGR maar: Centraal Tuchtcollege

Nadere informatie

Uitspraak Hoge Raad. met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis

Uitspraak Hoge Raad. met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis Uitspraak Hoge Raad met betrekking tot camerabeelden in en bij een ziekenhuis Hoge Raad In het voorjaar van 2018 heeft de Hoge Raad, het hoogste rechtscollege in Nederland, zich bezig gehouden met de vraag

Nadere informatie

Beroepsgeheim: waar liggen de grenzen? Mr. Yvonne Drewes, arts M&G KNMG. 23 april

Beroepsgeheim: waar liggen de grenzen? Mr. Yvonne Drewes, arts M&G KNMG. 23 april Beroepsgeheim: waar liggen de grenzen? Mr. Yvonne Drewes, arts M&G KNMG 23 april 2013 1 23 april 2013 2 Eed van Hippocrates Wat ik ook bij de behandeling, of ook buiten de praktijk, over het leven van

Nadere informatie

Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg

Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg Convenant inzet onafhankelijk deskundige arts bij signalen en verdenkingen van fraude in de zorg Sjaak Nouwt Beleidsadviseur gezondheidsrecht KNMG Bram Verwoert Senior adviseur opsporingsdeskundigheid

Nadere informatie

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp

Privacyreglement. ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp Privacyreglement ALTRA Jeugd- en Opvoedhulp 1 Vastgesteld MT Altra 11 november 2016 INHOUDSOPGAVE Algemene bepalingen 1. Begripsbepalingen 2. Reikwijdte Rechtmatige verwerking persoonsgegevens 3. Doel

Nadere informatie

6. BEROEPSGEHEIM EN VERSCHONINGSRECHT.

6. BEROEPSGEHEIM EN VERSCHONINGSRECHT. 6. BEROEPSGEHEIM EN VERSCHONINGSRECHT. In dit hoofdstuk zal aandacht besteed worden aan de vraag in welk opzicht het beroepsgeheim een rol kan spelen bij de aanpak van ernstige (seksuele) mishandeling.

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

Beroepsheim: de praktijk is weerbarstig

Beroepsheim: de praktijk is weerbarstig Beroepsheim: de praktijk is weerbarstig Florien van Woerden Juridisch Adviseur VvAA 28 oktober 2016 1 Vandaag bespreek ik: Beroepsgeheim in het nieuws Beroepsgeheim: Waarom? Wettelijk kader: hoofdregel

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni Rapportnummer: 2012/101 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 13 juni 2012 Rapportnummer: 2012/101 2 Feiten Verzoekster was werkzaam bij het gerechtshof te Den Haag. Op

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2012 Nr. 170 BRIEF

Nadere informatie

Informatieprotocol OM-IGZ

Informatieprotocol OM-IGZ Informatieprotocol OM-IGZ 1. Bestuursrechtelijk handhavingsbeleid De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is verantwoordelijk voor de bestuursrechtelijke handhaving van wetgeving op het gebied van zorgverlening

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120

ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 ECLI:NL:GHSHE:2005:AV1120 Instantie Datum uitspraak 27-09-2005 Datum publicatie 06-02-2006 Zaaknummer K05/0167 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn.

LET OP: dit is een onbeheerde kopie; de inhoud kan gewijzigd zijn. Doel Achtergrondinformatie over het beroepsgeheim, de meldcode en zwijgplicht behorende bij de documenten over kindermishandeling, huiselijk geweld en. Reikwijdte MGG Functionaris medisch specialist verpleegkundige

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 31 122 Uitbreiding van de bestuurlijke handhavingsinstrumenten in de wetgeving op het gebied van de volksgezondheid I BRIEF VAN DE MINISTER VAN

Nadere informatie

Het medisch beroepsgeheim: groot goed of sta-inde-weg?

Het medisch beroepsgeheim: groot goed of sta-inde-weg? Het medisch beroepsgeheim: groot goed of sta-inde-weg? Spanning tussen recht en praktijk September 2015 Zware kritiek op inperking medisch beroepsgeheim, kopte Trouw afgelopen zomer. 1 De ministeries van

Nadere informatie

Privacyreglement Groenhuysen

Privacyreglement Groenhuysen Privacyreglement Groenhuysen Voorwoord Dit privacyreglement heeft als doel een praktische uitwerking te geven van de relevante bepalingen van Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), de Wet bijzondere opneming

Nadere informatie

VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT

VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT MR. M.M. (MAÏTE) OTTES, 28 MAART 2013 INHOUD Algemene beginselen Uitspraken HvJ EG, Akzo Nobel/Commissie, C-550/07 P Rechtbank Groningen, LJN: BV7149 Hoge Raad, LJN: BY6101

Nadere informatie

Zorgseminar Medisch beroepsgeheim

Zorgseminar Medisch beroepsgeheim Zorgseminar Medisch beroepsgeheim [Roermond 28 februari 2013] Een korte inleiding op het spanningsveld tussen het belang van waarheidsvinding en het medisch beroepsgeheim. Dave Mattheijs Officier van Justitie

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus Rapportnummer: 2011/226 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het arrondissementsparket te Rotterdam. Datum: 3 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/226 2 Feiten Verzoekers hebben bij de politie aangifte gedaan jegens

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26863 24 december 2012 Aanwijzing feitenonderzoek / strafrechtelijk onderzoek en vervolging in medische zaken Categorie

Nadere informatie

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 33 509 Wijziging van de Wet cliëntenrechten zorg, de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Zorgverzekeringswet (cliëntenrechten bij elektronische verwerking

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een ambtenaar van het regionale politiekorps Limburg-Noord op 14 juli 2008 heeft geweigerd de aangifte van diefstal van haar kat op te nemen. Beoordeling

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Privacy en letselschaderegeling

Privacy en letselschaderegeling Privacy en letselschaderegeling (workshop 1) 1 e ronde: 13.30 14.15 uur 2 e ronde: 14.30 15.15 uur 12 e PIV Jaarconferentie, vrijdag 30 maart 2012 mr. ir. Jørgen Simons Twee thema s 1. Inzage slachtoffer

Nadere informatie

Rol van de forensisch arts bij een slachtoffer van een schietincident.

Rol van de forensisch arts bij een slachtoffer van een schietincident. Rol van de forensisch arts bij een slachtoffer van een schietincident. GGD-arts versus arts bij de GGD In plaats van GGD-arts wordt ook wel gezegd: de dienstdoende arts van de GGD de piketarts GGD de politie-arts

Nadere informatie

H E T BEROEPSGEHEIM REVISITED

H E T BEROEPSGEHEIM REVISITED H E T BEROEPSGEHEIM REVISITED 86 juni 2016 the Een ziekenhuis maakt bezwaar tegen het bevel van de RC tot inbeslagneming van medische gegevens. Het beklag wordt gehonoreerd. Toestemming van de patiënt

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris, Postbus EH Den Haag

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris, Postbus EH Den Haag POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R.

Datum 23 februari 2012 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over de voorlopige hechtenis van dhr. R. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat (de sociale recherche van) de gemeente Delft de in en om haar woning gemaakte foto's tezamen met een rapport heeft gestuurd naar woningbouwvereniging Vestia.

Nadere informatie

Handreiking. Openbaar Ministerie /

Handreiking. Openbaar Ministerie / Handreiking CONVENANT Stichting Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen / Openbaar Ministerie / LANDELIJKE POLITIE EENHEID ROTTERDAM Wie Zelfstandig en afgeleid verschoningsgerechtigden I Medisch beroepsgeheim

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011. Integriteitscode ICT

Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011. Integriteitscode ICT Versie: 1.0 Datum: 1 oktober 2011 Integriteitscode ICT Toelichting Voor u ligt de 'Integriteitscode ICT van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR). De integriteitscode bevat een overzicht van de huidige

Nadere informatie

Juridische Valkuilen m.b.t. het medisch beroepsgeheim

Juridische Valkuilen m.b.t. het medisch beroepsgeheim Juridische Valkuilen m.b.t. het medisch beroepsgeheim Een korte verkenning van het recht ende praktijk Indeling: Privacy en Geheimhouding Medisch beroepsgeheim Klantrelatie met de werkgever en de werknemer

Nadere informatie

1 van :55

1 van :55 1 van 5 4-9-2012 23:55 LJN: BX6278, Rechtbank Utrecht, SBR 11/2417 Datum uitspraak: Datum publicatie: 30-08-2012 31-08-2012 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU

OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU OMGAAN MET OPSPORINGSVERZOEKEN ARNOUD ENGELFRIET, M.SC., M.A. PARTNER, ICTRECHT ADVIESBUREAU VRIJWILLIG VRAGEN? Schending van grondrechten die een meer dan geringe inbreuk op de rechten van personen vormen,

Nadere informatie

Informatieprotocol OM-IGZ

Informatieprotocol OM-IGZ Informatieprotocol OM-IGZ 1. Bestuursrechtelijk handhavingsbeleid De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is verantwoordelijk voor de bestuursrechtelijke handhaving van wetgeving op het gebied van zorgverlening

Nadere informatie

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl Zoek regelingen op overheid.nl Koninkrijksdeel Curaçao Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27 ste juli 1998 houdende regels, ter uitvoering

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april Rapportnummer: 2012/062 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Utrecht. Datum: 16 april 2012 Rapportnummer: 2012/062 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde politieambtenaar van het

Nadere informatie

Uw rechten als patiënt

Uw rechten als patiënt Dit informatieblad is bestemd voor de betrokkene, dat is degene wie persoonsgegevens worden gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP DE VOLGENDE VRAGEN: Heb ik recht op inzage? Heb ik recht op inzage in

Nadere informatie

Verwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens.

Verwerking van de verstrekte gegevens door de Politie vindt plaats overeenkomstig de Wet Politie Gegevens. Bijlage 5: GEGEVENSVERWERKING IN HET KADER VAN DEZE HANDREIKING Gegevens die worden verwerkt Onder "signaal" Mensenhandel wordt in deze handreiking verstaan hetgeen daarmee in bijlage 3 van de Aanwijzing

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN TOEZICHT BESTUURSRECHTELIJK Toezicht op de naleving van de wet Opsporing van strafbare feiten HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders.

Nadere informatie

Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen.

Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen. Juridische informatie bij de Meldcode HG & KM Dit document geeft juridische informatie bij de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling om de beroepskracht te ondersteunen. In het eerste deel wordt

Nadere informatie

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)

Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) Hieronder vindt u een samenvatting van de inhoud van de WGBO. Voor verdere informatie verwijzen wij u naar het Burgerlijk Wetboek Boek 7: Bijzondere

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XI 1 INLEIDING 1 1.1 Probleemstelling 1 1.1.1 De zorgplicht van de arts en doorbreking van het medisch beroepsgeheim 4 1.1.2 Onderzoeksvragen 7 1.2 Opzet en afbakening 7 1.3 Methode

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297 2 Klacht Verzoeker is op 8 november 2006 door de politie aangehouden wegens stalking van zijn ex-echtgenote. In dit verband klaagt verzoeker erover

Nadere informatie

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst

ARTIKEL 3 Totstandkoming van de behandelingsovereenkomst Algemene voorwaarden ARTIKEL 1 Definities en begrippen In deze voorwaarden wordt verstaan onder: Opdrachtgever: degene die voor zichzelf of voor een bepaalde derde een behandelingsovereenkomst sluit met

Nadere informatie

Wie gelooft in privacy, gelooft in sprookjes!

Wie gelooft in privacy, gelooft in sprookjes! Wie gelooft in privacy, gelooft in sprookjes! Er was eens. Een kort verhaal door R.P. Wijne, 28 maart 2014 1 een patiënt 2 Medisch beroepsgeheim Hulpverleners hebben een beroepsgeheim: Art. 7:457 BW Art.

Nadere informatie

Geheimhouding van medische gegevens

Geheimhouding van medische gegevens Geheimhouding van medische gegevens Dit informatieblad is bestemd voor de verantwoordelijke, dat is degene die voor eigen doeleinden persoonsgegevens van anderen gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP

Nadere informatie

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt:

Bevindingen De bevindingen van het CBP luiden als volgt: POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Prins Clauslaan 20 TEL 070-381 13 00 FAX 070-381 13 01 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraar DATUM 27 februari 2003 CONTACTPERSOON

Nadere informatie

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017

Toetsmatrijs BOA OV Module 4 Rechtskennis 24 mei 2017 walificatiedossier: BOA OV Module 4 Meer strafrecht Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68% Onderwerp Begrip/Artikel Toetsterm I. Het functioneren binnen en als onderdeel van de

Nadere informatie

Protocol huisbezoeken 2015

Protocol huisbezoeken 2015 Protocol huisbezoeken 2015 Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Pagina 1 van 8 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1. Wet Huisbezoeken 3 2. Het huisbezoek 4 2.1. Huisbezoek in het kader van dienstverlening

Nadere informatie

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1

INHOUD. 103 Fiscale fraude / Ten geleide / 1 INHOUD 103 Fiscale fraude /1 103.0 Ten geleide / 1 103.1 Inleiding / 17 103.1.1 Wat is belastingfraude? / 17 103.1.2 Hoe treedt belastingfraude aan het licht? / 17 103.1.3 Wettelijk kader / 17 103.1.3.a

Nadere informatie

In de Gemeentewet zijn mogelijkheden opgenomen om besloten bijeenkomsten te houden en om geheimhouding op te leggen ten behoeve van stukken.

In de Gemeentewet zijn mogelijkheden opgenomen om besloten bijeenkomsten te houden en om geheimhouding op te leggen ten behoeve van stukken. Nota Geheimhouding Inleiding In een democratie is transparantie van bestuur erg belangrijk. Dit betekent dat zoveel mogelijk in het openbaar besproken moet worden en dat achterliggende stukken openbaar

Nadere informatie

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten?

Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak maart 2013 Kern: verstrekken van informatie aan behandelend specialist na beëindiging behandelrelatie. Conflict van plichten? Klaagster verwijt

Nadere informatie

Rechten van uw patiënt

Rechten van uw patiënt Dit informatieblad is bestemd voor de verantwoordelijke, dat is degene die voor eigen doeleinden persoonsgegevens anderen gebruikt. DIT INFORMATIEBLAD GAAT IN OP DE VOLGENDE VRAGEN: Heeft een recht op

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 9 januari 2012 ADVIES 2012-1 met betrekking tot de openbaarheid van auditverslagen (CTB/2011/337)

Nadere informatie

Verkorte inhoudsopgave

Verkorte inhoudsopgave Verkorte inhoudsopgave 1 GEZONDHEIDSSTRAFRECHT, DEFINITIE EN AFBAKENING 1 1.1 Definitie en afbakening 1 1.2 Indeling 1 2 ALGEMENEGEZONDHEIDSRECHTELIJKEREGELINGENEN STRAFRECHT 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Geneesmiddelen

Nadere informatie

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten

Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten JU Aanwijzing toepassing opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen tegen advocaten Categorie: Opsporing Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureursgeneraal

Nadere informatie

Privacyreglement Huisartsenpraktijk Ussen

Privacyreglement Huisartsenpraktijk Ussen Privacyreglement Huisartsenpraktijk Ussen Doel en reikwijdte van het privacyreglement Doel van het reglement is een vastlegging van de maatregelen die huisartsenpraktijk Ussen heeft genomen om zeker te

Nadere informatie

Volledige inhoudsopgave

Volledige inhoudsopgave Volledige inhoudsopgave AFKORTINGENLIJST xi 1 GEZONDHEIDSSTRAFRECHT, DEFINITIE EN AFBAKENING 1 1.1 Definitie en afbakening 1 1.2 Indeling 1 2 ALGEMENE GEZONDHEIDSRECHTELIJKE REGELINGEN EN STRAFRECHT 5

Nadere informatie

Notitie geheimhouding

Notitie geheimhouding Notitie geheimhouding Gemeente Harlingen.. Augustus 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 3 2. GEHEIMHOUDING... 3 3. GEVOLGEN GEHEIMHOUDING... 4 4. GEHEIM EN VERTROUWELIJK... 4 5. OPENBAAR EN NIET-OPENBAAR... 4

Nadere informatie

Rapport. Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585

Rapport. Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585 Rapport Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585 2 Klacht Op 30 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Venlo, met een klacht over een gedraging van het

Nadere informatie

LJN: BB9778,Voorzieningenrechter Rechtbank Dordrecht, AWB 07/963. Datum uitspraak: Datum publicatie:

LJN: BB9778,Voorzieningenrechter Rechtbank Dordrecht, AWB 07/963. Datum uitspraak: Datum publicatie: LJN: BB9778,Voorzieningenrechter Rechtbank Dordrecht, AWB 07/963 Datum uitspraak: 04-12-2007 Datum publicatie: 11-12-2007 Rechtsgebied: Soort procedure: Inhoudsindicatie: Bestuursrecht overig Voorlopige

Nadere informatie

KNMG Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie

KNMG Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie KNMG Handreiking Beroepsgeheim en politie/justitie Mr.dr. Sjaak Nouwt Adviseur Gezondheidsrecht KNMG s.nouwt@fed.knmg.nl KNMG Handreiking Artsen Beroepsgeheim en Social en Media politie/justitie Inhoud

Nadere informatie

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders. Toezichthouders kunnen echter ook opsporingsbevoegdheden hebben; vraag daarom altijd naar

Nadere informatie

Protocol Huisbezoek 2015

Protocol Huisbezoek 2015 Protocol Huisbezoek 2015 Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz-2004 Boxmeer, oktober 2015 I-SZ/2015/2584 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 1.1. Wet Huisbezoeken 3 2. Het huisbezoek 4 2.1. Huisbezoek in het kader

Nadere informatie

In dit reglement zullen we vastleggen hoe bij SPEL de privacy van persoonsgegevens is vastgesteld.

In dit reglement zullen we vastleggen hoe bij SPEL de privacy van persoonsgegevens is vastgesteld. Privacyreglement Inleiding: Ouders en kinderen van SPEL moeten er van op aan kunnen dat er zorgvuldig wordt omgegaan met wat hij/zij aan een professional vertelt en dat er niets buiten hem/haar om gebeurt.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-509 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 16 juni 2016 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) regelt rechten en plichten van de individuele patiënt en de zorgverlener in hun onderlinge

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente

Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente Universitair Informatiemanagement Kenmerk: SB/UIM/12/1107/khv Datum: 13 december 2012 Gedragscode ICT-functionarissen Universiteit Twente Vanuit hun functie hebben ICT-functionarissen vaak verregaande

Nadere informatie

Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ;

Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ; Besluit 2013/D007 Onderwerp: Uitvoeringsregeling informatieverstrekking 2014. De directeur van de gemeenschappelijke regeling Cocensus ; gericht op de uitvoering van de werkzaamheden welke op grond van

Nadere informatie

Privacyreglement Cliënten Ons Tweede Thuis. Vastgesteld September 2015 (met tekstuele wijzigingen AVG 25 mei 2018)

Privacyreglement Cliënten Ons Tweede Thuis. Vastgesteld September 2015 (met tekstuele wijzigingen AVG 25 mei 2018) Privacyreglement Cliënten Ons Tweede Thuis Vastgesteld September 2015 (met tekstuele wijzigingen AVG 25 mei 2018) Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Doel van het reglement... 3 2. Algemene bepalingen... 3 2.1

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69445 1 december 2017 Aanwijzing vervolgingsbeslissing inzake late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van

Begripsomschrijvingen Persoonsgegevens Persoonsregistratie Patiënt Verantwoordelijke Hulpverlener Personeel Bewerker Derde Verstrekken van Privacyreglement B.V. Vicino Noord-Holland Noord (hierna: Vicino) en de aan haar verbonden hulpverleners zijn wettelijk verplicht om een medisch dossier met betrekking tot de behandeling van de patiënt

Nadere informatie

8.50 Privacyreglement

8.50 Privacyreglement 1.0 Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; 2. Zorggegevens: persoonsgegevens die direct of indirect betrekking hebben

Nadere informatie

VICTAS Klachten BOPZ

VICTAS Klachten BOPZ VICTAS Klachten BOPZ Utrecht, September 2013 Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een klacht? 2.1. Klachten over het verblijf op de afdeling B3 van Victas 2.2. BOPZ-klachten 3. De klachtencommissie 3.1. Hoe dien

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2012 ADVIES 2012-8 met betrekking tot de openbaarheid van voorbereidende documenten

Nadere informatie

Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkene en van Stichting De Paarse Pelikaan, gevestigd te Hilversum.

Dit reglement is van toepassing op iedere verwerking van persoonsgegevens van betrokkene en van Stichting De Paarse Pelikaan, gevestigd te Hilversum. Privacy Reglement Reglement ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met de verwerking van persoonsgegevens van cliënten van Stichting De Paarse Pelikaan. Paragraaf 1 - INLEIDENDE BEPALINGEN

Nadere informatie

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.)

Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) Privacy reglement kinderopvang Opgesteld volgens de Wet Bescherming Persoonsgegevens (W.B.P.) 1. Begripsbepalingen 1. Persoonsgegevens: elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2002 Nr. 29 VERORDENING over het recht van onderzoek. (raadsbesluit van 28 november 2002) De raad der gemeente Utrecht gelet op het voorstel van b. en w. d.d. 14 november 2002

Nadere informatie

Opleiding FG. De belangrijkste wettelijke kaders. Luuk Arends (advocaat)

Opleiding FG. De belangrijkste wettelijke kaders. Luuk Arends (advocaat) Opleiding FG De belangrijkste wettelijke kaders Luuk Arends (advocaat) Wat staat er op het program? We hebben al 1-7-2017 1-1-2018 En wat nog meer? artikel 8 EVRM artikel 10 Grondwet 1. Ieder heeft, behoudens

Nadere informatie

HANDREIKING CONVENANT STICHTING SAMENWERKENDE RIJNMOND ZIEKENHUIZEN / OPENBAAR MINISTERIE / REGIOPOLITIE ROTTERDAM RIJNMOND EN ZUID-HOLLAND-ZUID

HANDREIKING CONVENANT STICHTING SAMENWERKENDE RIJNMOND ZIEKENHUIZEN / OPENBAAR MINISTERIE / REGIOPOLITIE ROTTERDAM RIJNMOND EN ZUID-HOLLAND-ZUID HANDREKNG CONVENANT STCHTNG SAMENWERKENDE RJNMOND ZEKENHUZEN / OPENBAAR MNSTERE / REGOPOLTE ROTTERDAM RJNMOND EN ZUD-HOLLAND-ZUD nhoud 3 Voorwoord 05. Medisch beroepsgeheim (schema) binnenzijde kaft. Medisch

Nadere informatie

Rechten en plichten. Als patiënt van MC Groep

Rechten en plichten. Als patiënt van MC Groep Rechten en plichten Als patiënt van MC Groep Patiënteninformatie Deze folder is een uitgave van de Klachtenbemiddeling_versie februari 2018 1172998PR/2-2018-Rechten en plichten patiënten MC Groep U vertrouwt

Nadere informatie

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet

Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet Juridisch kader Toezicht Wmo 2015 en Jeugdwet Door: Paul Norp Kennisbijeenkomst Utrecht 12 april 2018 Wat is toezicht? Awb geeft geen definitie, Wmo 2015 en Jw evenmin 100 ideeën voor gemeentelijke regelgever

Nadere informatie

Waar loopt de zorgaanbieder tegen aan?

Waar loopt de zorgaanbieder tegen aan? Waar loopt de zorgaanbieder tegen aan? Dilemma s rond het beroepsgeheim 28 februari 2013 Mw. Mr. Dr. Nicole de Bijl Stafjurist Laurentius Ziekenhuis Roermond Te bespreken 1. Juridische uitgangspunten beroepsgeheim

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013 Rapport Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Gelderland-midden, thans regionale eenheid Oost-Nederland. Datum: 17 oktober 2013 Rapportnummer: 2013/148 2 Klacht Verzoeker klaagt erover

Nadere informatie