Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Milieuraad Nr Samenstelling: Leden: Hofstra (VVD), Buijs (CDA), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), Van Gent (GroenLinks), Snijder-Hazelhoff (VVD), Depla (PvdA), Van Oerle-van der Horst (CDA), Van As (LPF), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Koopmans (CDA), Gerkens (SP), Spies (CDA), Van Lith (CDA), Van der Ham (D66), Van Velzen (SP), Fierens (PvdA), ondervoorzitter, Timmer (PvdA), De Krom (VVD), Verdaas (PvdA), Kruijsen (PvdA), Samsom (PvdA), Hermans (LPF), Veenendaal (VVD), Lenards (VVD) en Krähe (PvdA). Plv. leden: Dezentjé Hamming (VVD), Mastwijk (CDA), Ormel (CDA), Halsema (GroenLinks), Örgü (VVD), Dubbelboer (PvdA), Hessels (CDA), Van den Brink (LPF), Knops (CDA), Vendrik (GroenLinks), Van der Staaij (SGP), Vietsch (CDA), Vergeer (SP), Sterk (CDA), Haverkamp (CDA), Koşer Kaya (D66), Boelhouwer (PvdA), Verbeet (PvdA), Balemans (VVD), Waalkens (PvdA), Van Heteren (PvdA), Roefs (PvdA), Varela (LPF), Oplaat (VVD), Van der Sande (VVD) en Crone (PvdA). 2 Samenstelling: Leden: Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), Koenders (PvdA), Atsma (CDA), Karimi (Groen- Links), Timmermans (PvdA), Van Bommel (SP), Albayrak (PvdA), Van der Staaij (SGP), Waalkens (PvdA), Weekers (VVD), Balemans (VVD), Van Baalen (VVD), Van Winsen (CDA), Van den Brink (LPF), Herben (LPF), Duyvendak (GroenLinks), Van Velzen (SP), De Nerée tot VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 31 juli 2006 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 1 en de vaste commissie voor Europese Zaken 2 hebben op 22 juni 2006 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Geel van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over: de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 16 maart 2006 Fiche 10 Verordening betreffende typegoedkeuring van motorvoertuigen m.b.t. emissies en reparatieinformatie (Euro 5) (22 112, nr. 426); de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 25 april 2006, Fiches (22 112, nr. 436), voorstel voor een richtlijn van de Raad betreffende toezicht en controle op overbrenging van radioactieve afvalstoffen en verbruikte splijtstof en mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over een thematische strategie voor het stadsmilieu (22 112, nr. 436); de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 28 april 2006 met toezending van het verslag EU-milieuraad 9 maart 2006 ( , nr. 219); de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 11 mei 2006; Fiche over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de bevordering van schone voertuigen voor wegvervoer (22 112, nr. 440); de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 22 mei 2006; Fiche mededeling inzake wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES) (22 112, nr. 445); de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 12 juni 2006 met conceptagenda Milieuraad van 27 juni 2006 ( nr. 220); Babberich (CDA), Van Heteren (PvdA), voorzitter, Van Dijk (CDA), Dubbelboer (PvdA), Van der Laan (D66), ondervoorzitter, Brinkel (CDA), Szabó (VVD), Jonker (CDA) en Van Schijndel (VVD). Plv. leden: Kruijsen (PvdA), Hessels (CDA), Leerdam (PvdA), Cqörüz (CDA), Halsema (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), De Wit (SP), Eijsink (PvdA), Rouvoet (ChristenUnie), Douma (PvdA), Wilders (Groep Wilders), Veenendaal (VVD), Algra (CDA), Varela (LPF), Van As (LPF), Özütok (GroenLinks), Vergeer (SP), Ormel (CDA), Nijs (VVD), Buijs (CDA), Fierens (PvdA), Dittrich (D66), Ferrier (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Spies (CDA) en Snijder-Hazelhoff (VVD). KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

2 de brief van de staatssecretaris voor Europese Zaken d.d. 24 mei 2006; Fiche over mededelingen van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement inzake extern optreden: thematisch programma voor het milieu en duurzaam beheer van de natuurlijke hulpbronnen met inbegrip van energie (22 112, nr. 443); de brief van de staatssecretaris van VROM d.d. 16 juni 2006 met geannoteerde agenda Milieuraad 27 juni 2006 ( , nr. 221). Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit. Vragen en opmerkingen uit de commissies Mevrouw Spies (CDA) merkt op dat ondanks intensieve inspanningen van vele betrokkenen bij het Europese luchtkwaliteitsdossier het resultaat ervan haar nog niet tot tevredenheid stemt. De Raad van State heeft kritische noten gekraakt op het punt van de voorlichting. De Europese Commissie is nog steeds buitengewoon voorzichtig met bronbeleid, terwijl Finland en Duitsland als eerstkomende voorzitters van de Europese Raad hebben aangegeven dit thema niet vlot te willen trekken. Daarnaast wijst mevrouw Spies op de recente, niet al te positieve ontwikkelingen in de Milieucommissie van het Europees Parlement. De voorstellen van laatstgenoemde commissie bevatten overigens wel degelijk een aantal goede en aansprekende elementen, zoals de mogelijkheid tot flexibiliteit en uitstel in het halen van de normen. Ook is het goed dat er een begin wordt gemaakt met een koppeling tussen doelen en maatregelen teneinde die doelen te kunnen halen. Zo is de Euro 6-norm een stap dichterbij gekomen, evenals de mogelijkheid tot uitstel op het moment dat de Europese Commissie in gebreke blijft om bronbeleid daadwerkelijk vorm te geven. Daartegenover staat dat naast een verscherpte PM10-norm, nu ook sprake is van een verscherpte PM2,5-norm terwijl er voor NO 2 nog steeds geen uitstel is overeengekomen. De wetenschappelijke onderbouwing hiervoor rammelt naar het oordeel van mevrouw Spies nog steeds. Het inzicht in de consequenties van deze aangescherpte normen ontbreekt en toch wordt er mooi weer gespeeld en steekt men als struisvogels de koppen in het zand. Binnen de driehoek van uitstel, bronbeleid en nieuwe normstelling is de mogelijkheid van uitstel de meest acute. Dat punt moet in ieder geval worden binnengehaald door Nederland. Hoe waardeert de staatssecretaris de meest recente voorstellen van de Milieucommissie op dit punt? Mevrouw Spies persisteert erin dat alleen sprake mag zijn van nieuwe normen indien ze hard en onderbouwd zijn en er zicht is op de consequenties. Er kan geen sprake zijn van nieuwe normen zonder bijbehorende afspraken die het mogelijk maken die normen te halen. Er zal derhalve ambitieus ingezet moeten worden op bronbeleid. Kan de staatssecretaris overigens al iets meedelen over de eerste verkenningen die hij inmiddels ongetwijfeld heeft laten uitvoeren naar de consequenties inzake PM2,5? Een ander belangrijk agendapunt voor de komende Milieuraad op 27 juni aanstaande betreft de Hoogwaterrichtlijn. Het is goed dat deze richtlijn er komt, waarin beginselen zoals solidariteit en niet afwentelen zijn vormgegeven. Wel bestaat de indruk dat de richtlijn inmiddels wat is afgezwakt en verwaterd door de term coördinatie. Moeten er niet gewoon bindende afspraken worden gemaakt tussen de lidstaten? Coördinatie om tot een hoogwaterbeleid te komen, klinkt wel erg vrijblijvend. Ook vormen de financiën nog een vraagpunt. Wie gaat uiteindelijk waarvoor betalen? Wat moet verder precies worden verstaan onder de regionalisering die gekoppeld is aan de ruimtelijke ordening? Valt heel Nederland eronder of moet voor iedere beek of geul een apart beheersplan worden opgesteld? Hoewel de voorstellen van de Europese Commissie over de Thematische Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

3 Strategie Stedelijk Milieu in de tussentijd zonder meer zijn verbeterd, geeft mevrouw Spies aan op basis van overwegingen van subsidiariteit geen behoefte te hebben aan deze strategie. Bij sommige voorstellen lijkt het er op dat de Commissie als een soort facilitator optreedt voor landen die nog niet zo lang lid zijn en nog geen eigen beleid hebben inzake bodem en leefkwaliteit in de stad. In plaats hiervan moet de Commissie zich veel meer bezighouden met zaken die een meerwaarde hebben, juist omdat die beter in gezamenlijkheid kunnen worden opgepakt. Mevrouw Spies vraagt de staatssecretaris dan ook met klem om niet in te stemmen met deze strategie. De heer Samsom (PvdA) beperkt zijn bijdrage tot het wat hem betreft belangrijkste onderwerp van de komende Milieuraad, te weten de luchtkwaliteit. In zijn ogen is het nu voorliggende luchtkwaliteitsvoorstel van de Milieucommissie van het Europees Parlement de ideale uitweg. Dorette Corbey die namens de PvdA lid is van het Europees Parlement en een grote bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van dit voorstel, zal in de loop van dit overleg een en ander toelichten. Het voorstel houdt in strengere normen voor luchtkwaliteit in de toekomst, aangezien de noodzaak daartoe is aangetoond. De huidige norm van 50 mg/m 3 staat in geen verhouding tot wat de Wereldgezondheidsorganisatie aanbeveelt en is zelfs lager dan de norm die de VS, toch niet een land dat als milieuvriendelijk bekend staat, hanteren. Het is dan ook essentieel om op dit dossier voortgang te maken. Een belangrijk onderdeel daarbij is dat Brussel over de brug moet komen als het gaat om schonere auto s. Genoemd voorstel voorziet daarin dan ook terecht. De desbetreffende normen zullen gaan gelden, maar als men er niet aan kan voldoen omdat er nog steeds vieze auto s door de straten rijden die niet door Brusselse regelgeving schoner zijn gemaakt, behoeft men dat deel niet voor zijn rekening te nemen. Er is hierbij sprake van een zeer intelligente koppeling van bronbeleid met normen, die voor Nederland wel eens een uitweg zou kunnen bieden. Daarnaast krijgt men extra uitstel als men door bijzondere omstandigheden niet aan de normen kan voldoen. Voorwaarde is wel dat men zijn uiterste best doet en alles op alles zet om de lucht alsnog schoner te krijgen. De deal die de Milieucommissie voorstelt, maakt de lucht schoner, zorgt voor schonere auto s en biedt aan Nederland een uitweg voor zijn specifieke problemen. Selectief winkelen mag daarbij overigens niet aan de orde zijn, in de zin dat Nederland de strengere normen niet accepteert maar de rest van de flexibilisering wel. Degene die dat wel voorstaat, heeft in de ogen van heer Samsom geen flauw benul van het huidige Europese krachtenveld. Van belang is verder dat parallel aan het traject van het Europees Parlement in de Europese Raad wordt aangestuurd op een gelijke uitkomst. Dat zou namelijk kunnen leiden tot de bijzonder gelukkige omstandigheid dat reeds na de eerste lezing tot effectuering van genoemd voorstel kan worden overgegaan. De Raad van State heeft zich kritisch uitgelaten over de Nederlandse houding met betrekking tot het luchtkwaliteitsdossier, in de zin dat deze vindt dat Nederland nogal selectief winkelt in de nieuw te vormen Europese regelgeving. Er zijn inderdaad bepaalde aspecten waarvan de eerlijkheid gebiedt die er alsnog bij te betrekken, zoals de nieuwe PM2,5-norm. Naar het oordeel van de heer Samsom dient het kabinet daarbij dan ook rekening te houden in het verdere nationale wetgevingstraject. Mevrouw Van Velzen (SP) complimenteert de staatssecretaris met zijn besluit om te persisteren bij zijn voorstel over de roetfilters en om de daaraan verbonden rechtszaak door te zetten. Het is ook verheugend te constateren dat het Europees Parlement hem steunt in die lijn. De Euro 6-norm heeft een duidelijke toegevoegde waarde om vervuilende vrachtwagens en bussen te weren uit de steden. In dat licht is mevrouw Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

4 Van Velzen teleurgesteld over het recente besluit van de Europese Commissie om de Euro 5-norm vast te stellen op 200 mg in plaats van 75 mg, terwijl in haar ogen een verscherping wel degelijk mogelijk is gelet op wat op basis van de huidige stand van de autotechniek mogelijk is. Wat mogelijk, haalbaar en beschikbaar is, zou de norm moeten zijn. Verder sluit mevrouw Van Velzen zich aan bij het commentaar van mevrouw Spies op het uitblijven van bronbeleid. Met betrekking tot de luchtkwaliteitsvoorstellen van het Europees Parlement betreurt zij diens suggestie om het aantal dagen van overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen op te rekken van 35 naar 55. Hoewel compromissen nu eenmaal onderdeel uitmaken van het Europees besluitvormingstraject, mag niet uit het oog verloren worden waarmee de burger uiteindelijk wordt geconfronteerd. In die zin is 35 dagen overschrijding van de luchtkwaliteitsnorm nog altijd veel gunstiger dan 55 dagen. Op basis van gezondheidsoverwegingen kan de PM2,5-norm niet scherp genoeg zijn, waarbij het kabinet het dan ook als een enorme uitdaging moet zien om te voldoen aan de voorstellen die terzake door het Europees Parlement zijn voorgelegd. De praktijk is echter een andere, aangezien het voor Nederland, zijnde een grote stadsstaat, heel erg moeilijk zal worden om aan die norm te voldoen. Om meer inzicht te krijgen in de haalbaarheid van de norm, verzoekt mevrouw Van Velzen de staatssecretaris om in navolging van het nuttige onderzoek dat is verricht over PM10, een soortgelijk onderzoek te laten verrichten naar de verscherpte PM2,5-norm waar het gaat om onder meer de effectiviteit en de kosten ervan. Daarnaast is zij benieuwd te vernemen hoe de norm gezien moet worden in relatie tot de nog veel scherpere norm die in de VS wordt gehanteerd. Verder is het verheugend dat voor het LIFE+-programma, dat ook is geagendeerd voor de komende Milieuraad, een bedrag van 100 mln. extra ter beschikking komt. Opvallend is wel dat er aan dat programma tussentijds nieuwe elementen zijn toegevoegd, zoals stadsmilieu en stadsgroen. Waar in het kader van het Eco System Assessment de noodklok geluid wordt over biodiversiteit acht mevrouw Van Velzen het onafwendbaar dat een aanzienlijk deel van het budget zal moeten gaan naar harde natuur, naar het behoud van biodiversiteit en ecosystemen. Wil de staatssecretaris er dan ook voor pleiten om de helft van het budget of een nog groter gedeelte hiervoor te oormerken? Tijdens de Milieuraad zal een beleidsdebat gevoerd worden over het EU-beleid inzake genetisch gemodificeerde organismen (GGO). Volgens de bijgevoegde brief van de staatssecretaris over de geannoteerde agenda velt Nederland een positief oordeel over de rol van de European Food Safety Authority (EFSA) bij het beoordelen van de veiligheid van GGO. Geconstateerd moet worden dat Nederland daarin binnen Europa vrijwel alleen staat, terwijl ook de Commissie haar twijfels heeft over de kwaliteit van het onderzoek van de EFSA. Er ligt verder een heel kritisch rapport van een aantal verzamelde milieuorganisaties, waarin wordt gesteld dat de EFSA onderzoeksgegevens achterhoudt. Op basis waarvan komt Nederland desalniettemin tot genoemd positief oordeel? Waarom sluit het zich niet aan bij de commentaren van de kritische massa? Waar de EFSA een duidelijke waakhondfunctie dient te vervullen, mag deze zich zeker niet aan belangenverstrengeling blootstellen. Naar het oordeel van mevrouw Van Velzen zou het Groenboek, dat ook is geagendeerd voor de komende Milieuraad, veel kritischer passages over duurzame energie moeten bevatten. Zij pleit in dit verband voor een harde en scherpe normstelling, in de zin dat wordt vastgesteld welk percentage van welke duurzame energie in welk jaar gehaald dient te worden. Waar de gangbare energievoorraden steeds verder afnemen, is het van belang te komen tot een gezamenlijke strategie inzake duurzame energie. Onlangs is er een bijzonder interessant debat geweest tussen de Kamer en de minister van Economische Zaken over biomassa en met name het importeren van palmolie, waarbij deze onder andere heeft toegezegd te Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

5 zullen werken aan criteria voor duurzaamheid. Hiervan is echter niets terug te vinden in het Groenboek. Dit roept de vraag op of Nederland in dezen een unieke positie inneemt. Is de staatssecretaris bereid om met zijn collega s in overleg te treden teneinde op dit punt tot Europees beleid te komen? De heer Duyvendak (GroenLinks) refereert aan een recent verschenen rapport dat becijfert dat in Nederland jaarlijks 4 mld. maatschappelijke schade wordt geleden vanwege de vervuilde lucht. Daarvan betreft 1 mld. directe gezondheidskosten, dus kosten die mensen moeten maken voor therapieën, medische behandelingen, opnames et cetera. Waar de transportlobby de filekosten nooit hoger heeft weten te becijferen dan jaarlijks 860 mln., kan dus geconstateerd worden dat de gezondheidskosten zelfs hoger zijn dan de filekosten. Dit maakt het maatschappelijk gezien des te noodzakelijker dat de pogingen van het kabinet om wat aan die problemen te doen, meer in balans gebracht worden. In genoemd bedrag van 4 mld. is het verlies aan mensenlevens berekend op 3 mld. De becijferingen uit dit rapport bieden naar het oordeel van de heer Duyvendak dan ook goed tegenwicht aan degenen die nogal gemakkelijk beweren dat de luchtkwaliteitsnormen te streng zijn en versoepeld dienen te worden. In de geannoteerde agenda schrijft de staatssecretaris uitgebreid over de krachtsverhoudingen waarbinnen hij in Europa opereert, waarmee hij eigenlijk lijkt te willen aangeven dat hij het in de onderhandelingen binnen de EU op het gebied van de luchtkwaliteit niet gaat redden. In feite preludeert hij op zijn nederlaag, waarbij hij beschrijft hoe eenzaam Nederland in dit dossier eigenlijk staat. Kan de staatssecretaris dit beeld al dan niet bevestigen? Verder heeft de heer Duyvendak gemengde gevoelens over de standpuntbepaling die in het Europees Parlement plaatsvindt over de luchtkwaliteit. Waar het wel vasthoudt aan de PM2,5-norm, staat het een halvering voor van het aantal dagen dat de PM10-norm moet worden gehaald, hetgeen met name voor astmapatiënten heel slecht zal uitwerken. Daarnaast is gekozen voor de diplomatieke formulering dat landen kans op uitstel hebben als aangetoond is dat ze alles op alles hebben gezet. Wat betreft de koppeling met het bronbeleid, die op zichzelf terecht gelegd wordt, moet naar het oordeel van de heer Duyvendak wel voorkomen worden dat twee onderwerpen in feite gegijzeld worden, waardoor er vervolgens ten aanzien van beide niets meer gebeurt, zodat én de norm niet scherper wordt én er geen bronbeleid is. Met betrekking tot de voorbereidingen inzake het wetsvoorstel luchtkwaliteit geeft de Raad van State in feite aan dat het kabinet zich te zeer rijk rekent met de Europese verwikkelingen ten aanzien van de richtlijn luchtkwaliteit en dat het in feite een dubbele gok neemt, namelijk op een nieuwe richtlijn die nog niet vaststaat en op een versoepeling die Nederland wil, waarvan het zelf overigens al laat doorschemeren dat die onhaalbaar is. De vraag is dan ook wat de recente Europese ontwikkelingen op dit punt betekenen voor genoemd wetsvoorstel. Voorkomen moet worden dat veel tijd verloren gaat aan allerlei zaken zonder dat het probleem van de vervuilde lucht ook maar een centimeter dichter bij de noodzakelijke oplossing komt. De heer Duyvendak steunt weliswaar het kabinetsstreven om de Euro 5-norm eerder in te voeren, maar zou ook graag zien dat deze norm verder werd verscherpt. Hij vraagt het kabinet ook zich maximaal in te zetten voor eerdere invoering van een strengere norm. In het kader van de richtlijn inzake duurzaam inkopen door de overheid, stelt de Europese Commissie voor dat 25% van de wegvoertuigen, de auto s van meer dan 3,5 ton, duurzaam moeten zijn. Tot zijn verbazing heeft de heer Duyvendak echter moeten vernemen dat het kabinet zich Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

6 hiertegen verzet. Hoe is dat te verklaren, waar het kabinet zelf aangeeft voorstander te zijn van het voeren van bronbeleid? Waar voor de heer De Krom (VVD) uitgangspunt is en blijft dat het kabinet uitvoering geeft aan de motie d.d. 16 november 2005, waarin de regering wordt opgedragen niet akkoord te gaan met de aanscherping van de luchtkwaliteitsnormen zolang niet is gegarandeerd dat de huidige problemen worden opgelost, moet hij tot zijn teleurstelling constateren dat enig tastbaar resultaat in dezen vooralsnog is uitgebleven. Zeven jaar geleden stemde Nederland in met de Europese luchtkwaliteitsnormen, met de aantekening dat Europa dan wel een scherper bronbeleid zou moeten voeren. Daar is echter niets van terechtgekomen. Van begin af aan was ook al onduidelijk hoe Nederland die normen zou halen. Vervolgens zouden de normen door Brussel worden geëvalueerd hetgeen ook niet is gebeurd. Daarna verwees de Raad van State de verschillende bouw- en infrastructuurprojecten naar de prullenbak. Toen was de boodschap dat indien Nederland zijn huiswerk zou doen, het voor uitstel in aanmerking zou komen. Inmiddels is dat huiswerk gedaan in de vorm van een ongeëvenaard pakket ten bedrage van 900 mln., zonder dat echter sprake is van uitstel. Geconstateerd moet dan ook worden dat afspraak na afspraak wordt geschonden. Sterker, de normen dreigen verder te worden aangescherpt, maar tegelijkertijd mag Nederland van Europa geen roetfilters verplicht stellen op nieuwe auto s. De boodschap is nu dat indien Nederland niet instemt met de aanscherping van de normen, het uitstel en bronbeleid wel kan vergeten. Ook de harmonisatie van meetmethoden wordt in Europa op de lange baan geschoven. Kennelijk hebben andere landen wat te verdoezelen of te verbergen. De geschiedenis van zeven jaar geleden dreigt zich dus te herhalen. Zolang er geen garantie is dat het huidige probleem wordt opgelost, dient er wat betreft de heer De Krom niet akkoord te worden gegaan met verdere aanscherping. Het verhaal dat Nederland moet instemmen omdat het zich anders onderhandelingstechnisch buitenspel zet, weigert hij dan ook te geloven. Hij ziet dan ook liever dat de staatssecretaris weerkeert met de mededeling dat hij tegen heeft gestemd omdat hij het bij gebrek aan meerderheid niet heeft gehaald in plaats van dat hij thuiskomt met aangescherpte normen zonder de garantie dat de huidige problemen zijn opgelost. Volgens zijn schrijven neigt de staatssecretaris ernaar om het compromis dat inmiddels in de Milieucommissie van het Europees Parlement is bereikt, op voorhand te omarmen. Kan hij evenwel op basis van dat pakket garanderen dat de huidige problemen kunnen worden opgelost, dat de Tweede Maasvlakte kan worden aangelegd, de minister van Verkeer en Waterstaat spitsstroken kan invoeren en de minister van VROM weer woningen kan bouwen? Garandeert hij bovendien versnelde en adequate aanscherping van het bronbeleid? Kan hij garanderen dat door het introduceren van de mogelijkheid van uitstel, dat uitstel ook daadwerkelijk wordt verkregen? Over de PM2,5-norm bestaat overigens wetenschappelijke onzekerheid, waarbij verwezen kan worden naar onder meer het rapport «Fijn stof, nader bekeken» van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) van augustus Welke garantie geeft de staatssecretaris dat de aangescherpte PM10-norm en de PM2,5-norm worden gehaald en tegen welke kosten? Kan hij beargumenteren dat de gezondheidseffecten ruimschoots opwegen tegen die kosten? Bij een recente eerdere gelegenheid terzake heeft de heer De Krom al een aantal nieuwe Brusselse initiatieven van regeldrift genoemd die vergroting van het draagvlak voor Europa niet ten goede komen. Het betreft hierbij ziens inziens allemaal zaken waarmee Europa zich ofwel op basis van het subsidiariteitsbeginsel ofwel op basis van het proportionaliteitsbeginsel niet moet bemoeien. Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

7 Antwoord van de staatssecretaris De staatssecretaris constateert dat op het gebied van verbetering van luchtkwaliteit in Europa een fase is ingetreden waarin er op heel veel borden tegelijkertijd geschaakt moet worden. Er vindt overleg plaats met de regio s en de gemeenten over de voorbereiding van het nationaal programma luchtkwaliteit. Daarnaast is er overleg met het EU-voorzitterschap, dat opteert voor een mogelijkheid tot uitstel van de PM-normen met vijf jaar, met de Europese Commissie die weinig genegen is om verder uitstel toe te staan, en met het Europees Parlement dat de uitstelperiode wat wil oprekken maar tegelijkertijd de normen wil aanscherpen. Voor Nederland geldt als centraal thema: ambitieus maar wel haalbaar. Het heeft zich bij zijn positiebepaling tot nu toe steeds laten leiden door twee elementen, te weten de wens om het beschermingsniveau te verhogen en de noodzaak om dat op een reëel maatschappelijk haalbare wijze vorm te geven. Door de demografische en ruimtelijke structuur van Nederland neemt het in Europa een bijzondere positie in. Wat in sommige lidstaten relatief eenvoudig haalbaar is, is dat in Nederland niet. Hierdoor heeft Nederland zich vooral op het tweede element, de haalbaarheid, moeten richten in de onderhandelingen. Uitgangspunt daarbij is dat afspraken alleen worden gemaakt, indien ze voor Nederland haalbaar zijn. Het zou namelijk de bijl aan de wortel van Europa zijn als lidstaten afspraken maken die ze vervolgens niet waar kunnen maken. Realisme en haalbaarheid zijn uiteindelijk veel beter voor de geloofwaardigheid van een consistent Europees milieubeleid. Daarbij blijft overigens nog wel eens onderbelicht dat Nederland meent dat uit een oogpunt van gezondheidsbescherming de PM2,5-norm in potentie beter is dan de PM10-norm en dat het als geen ander land maatregelen neemt om de luchtkwaliteit te verbeteren. Specifiek verwijst de staatssecretaris in dit kader naar zijn inspanningen ten behoeve van Europese invoering van het roetfilter op dieselauto s. Wat betreft de bepaling van de haalbaarheid van de PM-normen is het van belang de daggemiddelden en jaargemiddelden vergelijkbaar te maken. Hiervoor is het nodig om de dagnorm te vertalen naar de gemiddelde jaarnorm, hetgeen dan resulteert in een waarde van 31 mg/m 3 voor de PM10-norm en een waarde van 33 mg/m 3 voor de PM2,5-norm. Dit houdt in dat in essentie de PM10-norm sturender is wat betreft de haalbaarheid dan de PM2,5-norm. Het politieke landschap binnen de EU geeft aan dat niet meer de vraag aan de orde is óf er sprake zal zijn van enig uitstel. De discussie richt zich veeleer op de mate waarin flexibilisering mogelijk is en de voorwaarden waaronder die plaatsvindt. Het huidige voorstel van het voorzitterschap op dat punt gaat uit van een periode van vijf jaar na inwerkingtreding van de richtlijn, inhoudende volledige invoering van de PM10-norm in 2010, hetgeen Nederland niet haalbaar acht. Wat betreft Nederland wordt deze norm in 2015 voor het grootste deel haalbaar geacht. Wel zijn er te dien aanzien nog drie hot spots, te weten de Noordvleugel rondom Utrecht en Amsterdam, de Zuidvleugel rondom Rotterdam en een stukje van Gelderland en Brabant in samenhang met intensieve veehouderij. Na 2015 is nog een paar jaar meer nodig om de norm voor 100% te halen. Een en ander is ook aangegeven in een studie van vorig jaar van het MNP, waarin de consequenties van de Nederlandse strategie ten aanzien van luchtkwaliteit zijn beschreven. De staatssecretaris constateert tot zijn tevredenheid dat er binnen de lidstaten groot draagvlak is om de PM2,5-norm eerst als streefwaarde in te voeren en later pas als een bindende norm, wat hem betreft inclusief een review ertussenin. Aanscherping van de PM2,5-norm van 25 mg/m 3 naar 20 mg/m 3 resulteert volgens de eerder aangegeven omrekenmethodiek in een PM10-norm van 28 mg/m 3. Ten opzichte van de huidige concentraties kan Nederland niet Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

8 precies aangeven wanneer het die norm haalbaar echt. Aanscherping van de norm zal leiden tot een later halen ervan ofwel zal extra maatregelen moeten inhouden. Volgens de eerste indicaties zal het 900 mln. structureel per jaar kosten om deze aanscherping te realiseren aan de hand van een pakket extra maatregelen. De Nederlandse inzet in de komende Milieuraad is conform de lijn die de staatssecretaris reeds in zijn notitie over luchtkwaliteit van december vorig jaar heeft aangegeven. Mocht het eindresultaat van de onderhandelingen in de Milieuraad een voorstel inhouden dat niet haalbaar en uitvoerbaar is in de ogen van Nederland, dan zal het niet schromen tegen te stemmen. Die haalbaarheid wordt bepaald door de trits bronbeleid, uitstel en normstelling. Het kabinet wil de ruimte en de vrijheid hebben om binnen die drie assen te sturen. Specifiek ingaand op het recente voorstel van de Milieucommissie van het Europees Parlement mag uit het kabinetsstandpunt worden afgeleid dat Nederland weinig behoefte heeft aan aanscherping van de normen. Wel kan het zich vinden in het gedeelte van het voorstel dat ziet op flexibilisering en de koppeling aan bronbeleid en specifieke geografische en meteorologische omstandigheden. Daar, mede door de huidige stand van de techniek, de Euro 5-norm haalbaar is, zal deze ook zo snel mogelijk worden gerealiseerd. De NO x -norm heeft betrekking op de Euro 6-norm, die wat betreft de staatssecretaris eerder zou moeten kunnen worden ingevoerd dan Deskundigen geven ook de mogelijkheid aan om veel ambitieuzer in te zetten op die norm om de waarden drastisch omlaag te kunnen brengen. Daarvoor is evenwel nieuwe NO x -technologie nodig die er op dit moment nog niet is. Het is nu van belang een datum te prikken waarop het technisch uitvoerbaar is voor de auto-industrie om wel met nieuwe technologie op dit punt te komen. De technologie zoals die nu door Toyota wordt geïntroduceerd op dit terrein, is in de ogen van veel deskundigen niet de doorbraaktechnologie die uiteindelijk nodig is om tot het gewenste lage NOx-niveau te komen. De normstelling in de VS voor NO x is scherper, maar beseft moet wel steeds worden dat Europa een grootverbruiker is van diesel, hetgeen van grote invloed is op de normstelling en de haalbaarheid. In ieder geval dient sprake te zijn van een balans tussen wat technisch mogelijk is en het voldoende druk uitoefenen om de NO x -problematiek fors aan te pakken. Daarnaast wil de staatssecretaris er geen misverstand over laten bestaan dat hij zich wat betreft de invulling van het Nederlandse wetsvoorstel luchtkwaliteit zal houden aan wat er Europees wordt afgesproken op dit beleidsterrein. Als het perspectief geboden zou worden van een geconditioneerd voorstel in EU-kader, dan kan dat zeer wel gerelateerd worden aan de structuur en de oplossingen die in het wetsvoorstel geboden worden. Van «verwatering» van de Hoogwaterrichtlijn, waarvan mevrouw Spies sprak, is naar het oordeel van de staatssecretaris geen sprake. In het kader van deze richtlijn gelden een aantal principes waarvan voor Nederland de belangrijkste is het niet-afwentelen. De financiering is als zodanig niet Europees geregeld maar is overgelaten aan de lidstaten. Wel is aangegeven de mogelijkheid om gebruik te maken van Europese cohesiefondsen. Er behoeft niet automatisch voor elke beek of geul een apart beheerplan te worden gemaakt. Een en ander is afhankelijk van de risicoanalyse. De staatssecretaris deelt de conclusie van de Commissie, de Raad en het voorzitterschap dat op dit moment de verschillen tussen de stroomgebieden in de lidstaten te groot zijn om een en ander door Brussel te laten voorschrijven. Met betrekking tot de Thematische Strategie Stedelijk Leefmilieu is geen sprake van bindende normen. Bovendien zijn op grond van het subsidiariteitsbeginsel de planverplichtingen eruit gehaald. Wel kan deze strategie ondersteunend zijn om een EU-financiering voor bijvoorbeeld LIFE+ te Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

9 sturen of om best practices uit te wisselen. Bovendien kan de strategie een zekere afstemming van de verschillende Europese milieumaatregelen in stedelijke gebieden stimuleren. Nederland is voornemens te stemmen tegen de verdeling in het kader van LIFE+, omdat daarin de bevolkingsdichtheid en verstedelijking een onvoldoende criterium zijn. De 25%-norm van de Europese Commissie in het kader van de richtlijn inzake duurzaam inkopen van voertuigen door de overheid is naar het oordeel van de staatssecretaris niet ambitieus genoeg. De duurzaamheidsnorm zit zelfs onder het niveau van Euro 5 en Euro 6. Bovendien is de vraag of het instrument van een richtlijn op dit terrein een wettelijk verplichtende norm zou moeten inhouden. Op 6 juli aanstaande wordt in de ministerraad overigens gesproken over de notitie inzake duurzaam inkopen. Ten aanzien van het Groenboek benadrukt de staatssecretaris dat in de gehele discussie over biomassa de duurzaamheidscriteria een belangrijke rol behoren te spelen. De Nederlandse inbreng zal zowel Europees als mondiaal positief gericht zijn op ambities ten aanzien van biomassa met een directe relatie naar duurzaamheid. Nog in de maand juli komt een commissie onder leiding van mevrouw Cramer met voorstellen terzake. De staatssecretaris beschouwt het als een kwalijke ontwikkeling dat principiële discussies over GGO voortdurend in EU-verband worden uitgevochten onder de noemer van de toelatingen. Als eenmaal afgesproken is dat beoordeling op grond van wetenschappelijke criteria plaatsvindt, dan moet die afspraak ook gevolgd worden. Op grond van ervaringen, problemen en commentaren in het verleden heeft de EFSA inmiddels besloten om haar werkzaamheden nog transparanter en inzichtelijker te maken. In korte tijd heeft zij een groot aantal documenten opgesteld die van grote waarde zijn voor de gehele harmonisatie van het risicobeleid op het terrein van GGO. De staatssecretaris heeft dan ook geen reden om vooringenomenheid van de EFSA te vermoeden. De voorzitter heet welkom de inmiddels ter vergadering verschenen mevrouw Corbey, namens de PvdA lid van de socialistische fractie in het Europees Parlement, en geeft haar vervolgens het woord voor een korte toelichting op de actuele stand van zaken rond met name het luchtkwaliteitsdossier in het Europees Parlement. Mevrouw Corbey geeft aan dat gisteren in de Milieucommissie van het Europees Parlement een compromisvoorstel over de luchtkwaliteit met grote meerderheid is aangenomen. Hoewel een stevig compromis, is sprake van een precair evenwicht. De drie poten van het voorstel hangen nauw met elkaar samen. De eerste poot betreft duidelijk scherpere, strengere luchtkwaliteitsnormen, vooral voor het fijn stof. De twee poot is het bronbeleid, hetgeen in feite een heel nieuw element is in Europese richtlijnen. De derde poot heeft betrekking op allerlei uitstelmogelijkheden, overigens onder strenge voorwaarden. Binnen de socialistische fractie van het EP is er vooralsnog weinig enthousiasme voor genoemd compromis. De meerderheid ervan geeft de voorkeur aan strengere normen zonder uitstelmogelijkheden. In het Europees Parlement als zodanig leeft het idee van flexibilisering niet erg sterk. De overheersende opvatting is toch dat alle landen op hetzelfde moment dezelfde stap vooruit maken, waarbij men niet erg veel voelt voor derogatie. Wat betreft de verdere procedure van het voorstel richting besluitvorming, wordt gesproken over de mogelijkheid van accordering in eerste lezing. Het Oostenrijks voorzitterschap heeft enige tijd geleden reeds laten weten wel voor die optie te voelen. Meer specifiek ingaand op het compromisvoorstel geeft mevrouw Corbey aan de hand van een tabel aan dat voor PM10 en PM2,5 uitstel is voorzien tot 2018, waar wel tegenoverstaat dat de normen zijn aangescherpt. Het Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

10 ligt in de bedoeling om genoemde tabel ook om te vormen in een amendement voor de plenaire vergadering van het EP. In de herzieningsclausule die is opgenomen in het compromispakket van het EP, staat wel dat op grond van wetenschappelijke nieuwe inzichten, wijzigingen mogelijk zijn. Een van de achtergronden daarvan is dat het zou kunnen zijn dat PM10 en PM2,5 zich tot elkaar in een vaste verhouding voordoen, zodat slechts de ene norm behoeft te worden gemeten op grond waarvan de andere norm berekend kan worden, zodat dubbele metingen niet meer nodig zijn. Verder is gisteren in de Milieucommissie met grote meerderheid een amendement over het gebruik van roetfilters aangenomen. Daarin staat dat lidstaten die kunnen aantonen dat de bestaande harmonisatie op grond van artikel 95 niet toereikend is om de luchtkwaliteit te verbeteren, in staat worden gesteld om verdergaande maatregelen te treffen indien lidstaten daarom vragen. Waar de Commissie in het algemeen niet erg enthousiast is over dit soort amendementen en over het bronbeleid als zodanig, is het des te belangrijker om juist in de Raad voor dit amendement flinke steun te krijgen. Bovendien heeft de Milieucommissie gisteren besloten om het voorstel voor de duurzame auto s, de Enhanced Environmentally-friendly Vehicles, terug te sturen naar de Commissie, omdat het naar haar mening in feite tien jaar te laat is ingediend, waardoor het volledig overbodig is. Uitgangspunt dienen wat haar betreft te zijn Euro 5 en Euro 6. Inmiddels ligt het breed gesteunde voorstel voor om beide gelijktijdig vast te stellen. Wel is er nog discussie over het moment van invoering. Dit geldt vooral ten aanzien van Euro 6. Waar de rapporteur opteert voor 2014, heeft mevrouw Corbey zelf voorgesteld om 2011 als invoeringsdatum te hanteren. Zij meent ook dat de technologie terzake zeker voorhanden is, Een heleboel Europese autobedrijven exporteren hun schoonste auto s reeds naar de VS, zoals Mercedes. Verwacht kan wel worden dat snellere invoering van de norm zal stuiten op massieve tegenstand vanuit de autoindustrie. Met betrekking tot de Hoogwaterrichtlijn is het de inzet van mevrouw Corbey om het internationale aspect ervan te versterken en om het nationale aspect ervan te verzwakken. Wat betreft de internationale rivieren moet de samenwerking tussen lidstaten versterkt worden en zal sprake dienen te zijn van een conflictbemiddelingsprocedure. In het voorstel van het EP is het de bedoeling dat lidstaten elkaar consulteren en dat zij elkaars opvattingen betrekken in alle plannen die zij maken. Daarnaast heeft mevrouw Corbey gepoogd om het principe van niet-afwentelen positief te benaderen in de zin van goed nabuurschap. De achtergrond hierbij is dat de natuurlijke loop van de rivieren zo veel mogelijk gerespecteerd dient te worden. Waar dat niet het geval is, dienen de landen zelf compensatie te zoeken voor het water op hun eigen grondgebied. Deze gedachte is ook overgenomen door de Milieucommissie en de plenaire vergadering van het Europees Parlement. Niet overgenomen is het amendement van haar hand om de richtlijn verminderd van toepassing te laten zijn op nationale rivieren. De voorzitter dankt mevrouw Corbey voor haar komst en haar toelichting. Nadere gedachtewisseling Voor mevrouw Spies (CDA) is nog steeds leidend de motie van vorig jaar november waarin namens de Kamer in meerderheid heel helder het uitgangspunt voor de regering met betrekking tot de luchtkwaliteitsrichtlijn is verwoord. Zij heeft nog steeds grote bedenkingen bij de aangescherpte PM10-norm, bij het bindend worden van de PM2,5-norm in 2015 en bij het niet realiseren van uitstel rond NO 2. Ondanks de positieve Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

11 ontwikkelingen rond bronbeleid en flexibiliteit kan mevrouw Spies zich dan ook niet voorstellen dat de staatssecretaris op de komende Milieuraad zal instemmen met het voorliggende pakket. Voor de heer Samsom (PvdA) is essentieel dat de staatssecretaris in de Raad zijn uiterste best zal doen om wat betreft het voorliggende pakket de richting te kiezen zoals die door de Milieucommissie in het Europees Parlement wordt voorgestaan, niet in de laatste plaats omdat het tot snellere besluitvorming leidt. Naast de drie assen waarover de staatssecretaris spreekt, bronbeleid, normen en uitstel, is er naar het oordeel van de heer Samsom nog een vierde as, te weten eigen inspanningen. In dat licht zou het dienstig zijn als de staatssecretaris het prinsjesdagpakket niet als een vaststaand gegeven beschouwt en dus niet uitsluit dat er additioneel nog het een en ander mogelijk is, juist aangezien het hierbij beleid betreft dat na 2007 wordt gevoerd. Indien die vierde er alsnog bij wordt betrokken, heeft de heer Samsom er vertrouwen in dat er op niet al te lange termijn een eindvoorstel ligt dat én de lucht schoner maakt én een aantal specifieke problemen oplost. Mevrouw Van Velzen (SP) verzoekt de staatssecretaris om de luchtkwaliteitsvoorstellen van het Europees Parlement desnoods in de vorm van een quick scan aan het RIVM voor te leggen als het gaat om aspecten zoals haalbaarheid, kosten en effectiviteit. Mede gelet op wat mevrouw Corbey erover heeft gezegd, hoort mevrouw Van Velzen graag nog een nadere beschouwing van de staatssecretaris op het punt van de huidige stand van technologie in de auto-industrie in relatie tot schonere auto s. De heer Duyvendak (GroenLinks) gaat ervan uit dat over de vraag of in dezen sprake is van een kwestie van «kunnen» of van «willen» de discussie zal voortduren tot het laatste moment waarop de staatssecretaris in functie is. Wel wijst hij hem nog op de mogelijkheid om in het kader van het Belastingplan voor het komend jaar een accijnsverhoging van 0,10 op diesel in te voeren, aangezien een dergelijke maatregel de lucht in één klap aanzienlijk schoner zou maken. Zolang de staatssecretaris niet bereid is tot het nemen van dergelijke maatregelen, mag hij niet spreken van niet-haalbaarheid. In dat geval moet hij eenvoudigweg toegeven dat er in het kabinet geen meerderheid is om het te realiseren. Waar de redenering die de staatssecretaris hanteert ten aanzien van de stand der techniek ten aanzien van schonere auto s overeenkomt met die welke wordt gebezigd onder autolobbyisten, doet de heer Duyvendak op hem een dringend beroep om juist dwars tegen die stroom in te gaan en zich niet te identificeren met de Europese «vieze» auto-industrie. De heer De Krom (VVD) constateert mede naar aanleiding van de beantwoording van de staatssecretaris dat zich steeds meer het horrorscenario dreigt af te tekenen dat er geen zekerheid wordt geboden over uitstelmogelijkheden maar er wel nieuwe aangescherpte normen komen, waarvan de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en betaalbaarheid nog onduidelijk zijn en waarvan in ieder geval wat betreft de PM2,5-norm de wetenschappelijke onderbouwing flinterdun is. Hij ziet dan ook niet in hoe de staatssecretaris redelijkerwijs met een jastem terug zal kunnen keren van de Milieuraad. De staatssecretaris geeft in relatie tot de komende Mileuraad aan, feitelijk alleen te maken te hebben met het voorstel van het voorzitterschap. De eerlijkheid gebiedt dan te zeggen dat wanneer in de Milieuraad vastgehouden wordt aan de in dat voorstel vervatte normen, inclusief de daarin aangegeven beperkte uitstelperiode, dit voor Nederland niet haalbaar is Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

12 en dat hij alsdan tegen zal stemmen. Er moet perspectief zijn voor extra uitstel, waarbij de PM10-norm op korte termijn het meest cruciaal is. Nadat de Raad gesproken heeft, zal er hopelijk snel tussen Europees Parlement, Raad en Commissie overeenstemming bereikt kunnen worden over wat er daadwerkelijk mogelijk is. Die duidelijkheid is ook nodig voor de invulling van het wetsvoorstel luchtkwaliteit. In dat licht beschouwt de staatssecretaris ook de vierde as waarvan de heer Samsom sprak, te weten de eigen inspanningen. Genoemd wetsvoorstel bevat drie onderdelen die onderling samenhangen en elkaar ook onderling beïnvloeden, namelijk de termijnen waarbinnen doelstellingen moeten worden gehaald die overigens gerelateerd zijn aan de Europese richtlijn, het maatregelenpakket als zodanig en de plannen die in het nationaal programma worden opgenomen. De resultaten van de quick scan naar de effecten van de voorstellen van het Europees Parlement zijn vanaf 27 juni aanstaande beschikbaar en zullen alsdan zo snel mogelijk naar de Kamer worden gestuurd. De vraag van mevrouw Van Velzen over de schonere auto s en de huidige stand der techniek in dezen zal de staatssecretaris schriftelijk beantwoorden. De voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Buijs De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken, Van Heteren De griffier van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Van der Leeden Tweede Kamer, vergaderjaar , en , nr

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 021 Wijziging van de Wet geluidhinder, de Wet luchtvaart en de Spoorwegnet in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2002/49/EG van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 383 Meerjarenprogramma herijking van de VROM-regelgeving Nr. 16 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 4 augustus 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 111 Vreemdelingrechtelijke rechtspositie van vrouwen in het vreemdelingenbeleid Nr. 13 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 23 december

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 21 501-08 Milieuraad 30 839 Subsidiariteitstoets van het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 490 Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (planschadevergoedingsovereenkomsten) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 mei 2004 De vaste commissie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 6 april 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2006 Nr. 116 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 392 Wijziging van de Woningwet en enkele andere wetten (verbetering naleving, handhaafbaarheid en handhaving bouwregelgeving) Nr. 12 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 134 Wijzigingen en reparaties in diverse wetten op het terrein van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer Nr. 8 NADER VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-08 Milieuraad Nr. 218 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 20 maart 2006 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005 Nr. 232 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 078 Wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit (implementatie richtlijnen nr. 2001/88/EG en nr. 2001/93/EG) Nr. 2 VERSLAG VAN EEN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 27 813 EU Structuurfondsen Nr. 15 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 24 mei 2006 De vaste commissie voor Economische Zaken 1 heeft op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 631 Tweede wijziging van het Voorstel van wet van het lid M. Vos tot wijziging van de Wet milieubeheer (duurzaam geproduceerd hout) Nr. 6 VERSLAG

Nadere informatie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie

Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie Bijlage I - Conceptbrief aan de Europese Commissie CONCEPT Aan de Voorzitter van de Europese Commissie B-1049 Brussel België Onderwerp: Gemotiveerd advies (subsidiariteit) over het EU-voorstel voor een

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 624 Evaluatie Huisvestingswet Nr. 2 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 19 oktober 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 19 1 Samenstelling:

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 213 Intergouvernementele Conferentie (IGC) Nr. 6 1 Samenstelling: Leden: Terpstra (VVD), Rijpstra (VVD), Dijksma (PvdA), De Haan (CDA), voorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 439 Nadere voorschriften in verband met samenwerking tussen scholen voor voortgezet onderwijs en instellingen voor educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 21 501-08 Milieuraad 30 175 Besluit luchtkwaliteit 2005 Nr. 259 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTE- LIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning

Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Eerste Kamer der Staten-Generaal Inhoudelijke Ondersteuning Den Haag, 12 april 2006 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport OVERZICHT van stemmingen

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen. Tweede Kamer, 54e vergadering, Donderdag 14 februari 2008 Algemeen Concurrentievermogen Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 967 Wijziging van de landinrichtingswet en enige andere inrichtingswetten (positie van de Centrale Landinrichtingscommissie) Nr. 4 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 200 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 260 Visumverlening in Schengenverband Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 16 december 2003 De commissie voor de Rijksuitgaven 1

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 595 Wijziging van artikel 247 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte en enkele andere wetten als gevolg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 766 Wijziging van de Wet Milieubeheer en de Wet op de economische delicten ten behoeve van de invoering van een systeem van handel in NO x -

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 748 Wijziging Kadasterwet en de Organisatiewet Kadaster (aanpassing van doeleinden en taken van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 22 589 Betuweroute Nr. 271 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 28 juni 2006 De commissie voor Verkeer en Waterstaat 1 heeft een aantal vragen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 195 Integraal Beheerplan Noordzee 2015 Nr. 3 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 237 Wijziging van de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen en het Burgerlijk Wetboek ter uitvoering van Richtlijn 2002/73/EG Nr. 5 VERSLAG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-28 Defensieraad 28 676 NAVO Nr. 29 1 Samenstelling: Leden: Klaas de Vries (PvdA), Bakker (D66), Koenders (PvdA), Van Beek (VVD), Karimi

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 24 691 Ruimtetekort in mainport Rotterdam Nr. 66 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA),Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD),ondervoorzitter,Atsma

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 131 Nieuwe regels betreffende maatschappelijke ondersteuning (Wet maatschappelijke ondersteuning) Nr. 123 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 966 Waterketen Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 23 november 2005 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-08 Milieuraad Nr. 523 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 17 juli 2014 Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde

Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) Anneke Smilde 3 december 2014 Inhoud Het probleem. De oplossing: NSL. Totstandkoming en werking NSL. Belangrijke peilers: Maatregelen Monitoring

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 038 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 2004/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 23 645 Openbaar vervoer 24 036 Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit Nr. 94 herdruk* * Abusievelijk eerder gepubliceerd onder kamerstuknummer

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 005 006 Nr. 17 BRIEF VAN HET PRESIDIUM Aan de leden Den Haag, 10 november 005 Tijdens het debat over de Staat van de Europese Unie op 8 november jl. zijn twee moties ingediend die gericht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 325 Bouwregelgeving 2002 2006 Nr. 5 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 12 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 996 Voorstel van wet van het lid Kant houdende regels met betrekking tot de bevordering van de aanleg en het behoud van buitenspeelruimte voor

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Internationaal Beleid Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 79 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 juni 2003 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

23. Instemmen met de Agenda Duurzaamheid

23. Instemmen met de Agenda Duurzaamheid Gemeenteraad 11 februari 2015 23. Instemmen met de Agenda Duurzaamheid Voorzitter, Daar is ze dan, de langverwachte Agenda Duurzaamheid. Het CDA is enthousiast omdat we een aparte wethouder Duurzaamheid

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Nr. 594 1 Samenstelling: Leden: Van Nieuwenhoven (PvdA), Dijksma (PvdA), voorzitter, De Haan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 874 Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een herziening van het stelsel van gastouderopvang Nr. 47 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 28 447 Regeling met betrekking tot tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet kinderopvang)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 400 Voedselveiligheid en diervoerders Nr. 4 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Crone (PvdA), Bakker (D66), Ondervoorzitter, Rouvoet

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 648 Staat van de Europese Unie 2017 E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 september 2017 De Eerste Kamer heeft tijdens de plenaire

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 993 Referendum Europese Grondwet 30 800 V Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2007

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 879 Wijziging van de Wet Geluidhinder (modernisering instrumentarium geluidbeleid, eerste fase) Nr. 6 VERSLAG Vastgesteld 25 januari 2005 De

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 21 501-18 Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELE- GENHEID Aan de Voorzitter van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 170 Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs (Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken Nr. 89 1 Samenstelling: Leden: Noorman-den Uyl (PvdA),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR 27 487 Behoeftestelling Link 16 tactische datalink Nr. 43 1 Samenstelling: Leden: Klaas de Vries

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. 44 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 7 december 2005 Ter voorbereiding van een algemeen overleg

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 27 625 Waterbeleid Nr. 56 1 Samenstelling: Leden: Duivesteijn (PvdA), Dijksma (PvdA), Hofstra (VVD), ondervoorzitter, Atsma (CDA), voorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1593 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 32 317 JBZ-Raad FX VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 maart 2016 De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad 1 heeft

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 22 343 Handhaving milieuwetgeving Nr. 172 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 13 juni 2007 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 568 Wijziging van de Financiële-verhoudingswet in verband met een vereenvoudiging van het verdeelmodel van het provinciefonds Nr. 4 ADVIES AFDELING

Nadere informatie

Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s

Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s Intentieverklaring milieuzone voor lichte bedrijfsauto s In Nederlandse stedelijke gebieden bestaan problemen voor wat betreft de luchtkwaliteit. Overheden hebben de verplichting om de lokale luchtkwaliteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 29 453 Woningcorporaties Nr. 58 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 20 november 2006 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 877 Staat van de Europese Unie 2014 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie H 1 VERSLAG VAN

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2006 30 498 Beleidsvrijheid en specifieke uitkeringen Nr. 21 1

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 854 De moord op de heer Th. van Gogh Nr. 4 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 10 november 2004 De vaste commissies voor Justitie 1 en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 637 Kabinetscrisis en -formatie Nr. 17 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE INFORMATEURS Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 IXB Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2006 Nr. 25 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) voor het jaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 475 Regels over de informatie-uitwisseling betreffende ondergrondse netten (Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten) Nr. 5 VERSLAG Vastgesteld

Nadere informatie

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004

29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 29200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2004 Nr. 176 Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 2 februari 2004

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 328 Wijziging van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen en de Wet milieugevaarlijke stoffen in verband met de nieuwe voorschriften inzake taken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 471 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het vervallen van de

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 2113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt

Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Eerste Kamer der Staten-Generaal Centraal Informatiepunt Den Haag, 6 november 2006 Aan de leden en de plv. leden van de Vaste Commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening OVERZICHT van stemmingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 21 501-02 Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen Nr. 699 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 16 augustus 2006 De vaste commissie

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 604 EU-voorstellen: Pakket vennootschapsbelasting COM (2016) 683, 685, 686 en 687 1 D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 16 mei

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2006 Nr. 163 VERSLAG

Nadere informatie

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16).

Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). Vaste boekenprijs Aan de orde is de behandeling van: - het verslag van een schriftelijk overleg over de vaste boekenprijs (32641, nr. 16). De beraadslaging wordt geopend. Voorzitter. Op 20 december 2011

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 24 095 Frequentiebeleid Nr. 107 1 Samenstelling: Leden: Verbugt (VVD), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), B. M. de Vries (VVD),

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 27 926 Huurbeleid Nr. 24 VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG Vastgesteld 13 mei 2004 De vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen Nr. 40 1 Samenstelling: Leden: Crone (PvdA), Hofstra (VVD), voorzitter, Schreijer-Pierik (CDA), ondervoorzitter,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1498 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 800 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2005 Nr. 161 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 975 Wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal tot te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB)

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 827 Wijziging van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet op de economische delicten en het Wetboek van Strafvordering ter implementatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 760 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964, de Wet inkomstenbelasting 2001, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, de Wet arbeid en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-32 Landbouw- en Visserijraad 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie 28 807 Vogelpestcrisis

Nadere informatie