Klassieke sharia en vernieuwing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Klassieke sharia en vernieuwing"

Transcriptie

1 Klassieke sharia en vernieuwing Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:57

2 De serie Webpublicaties omvat studies die in het kader van de werkzaamheden van de WRR tot stand zijn gekomen. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en de ingenomen standpunten berust bij de auteurs. Een overzicht van alle webpublicaties is te vinden op de website van de WRR ( Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid Lange Vijverberg 4-5 Postbus EA s-gravenhage Telefoon Telefax Website Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:57

3 WETENSCHAPPELIJKE RAAD VOOR HET REGERINGSBELEID Klassieke sharia en vernieuwing dr.mr. M.S. Berger Amsterdam University Press, Amsterdam, april 2006 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:58

4 Vormgeving: Studio Daniëls BV, Den Haag ISBN NUR 741 WRR/Amsterdam University Press, Den Haag/Amsterdam 2006 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:58

5 T E N G E L E I D E TEN GELEIDE De wereldwijde opleving van politieke uitingen van de islam staat de laatste decennia volop in de belangstelling. Een van de opvallendste manifestaties hiervan is het streven naar islamisering van staat en maatschappij door het invoeren van de islamitische wet, de sharia. Velen, niet-moslims maar ook moslims, volgen dit streven met grote achterdocht. Voor hen wordt de sharia dan als vanzelfsprekend het symbool bij uitstek voor alle negatieve handelen in naam van de islam : extreem geweld, draconische straffen en herstel van archaïsche verhoudingen tussen mannen en vrouwen. De ervaringen met de toepassing van islamitisch recht in bijvoorbeeld Afghanistan ten tijde van de Taliban geven hier ook alle aanleiding toe. Door dit soort beelden en ontwikkelingen wordt de sharia een uiterst beladen begrip dat veel onrust en angst losmaakt. Het is daarom des te opmerkelijker dat de stroom van publicaties over de politieke manifestaties van de islam veel minder empirische studies bevat over de feitelijke verhouding tussen sharia en nationaal recht in de moslimwereld. Wat de sharia in theorie maar vooral ook in de praktijk behelst, hoe theorie en praktijk zich verhouden tot het nationale, niet-religieuze recht en de universele mensenrechten is nog maar weinig aan systematisch onderzoek onderworpen. Het komt de kwaliteit van beeldvorming en het politieke debat ten goede om dergelijk onderzoek wel beschikbaar te hebben. De WRR is dan ook uiterst verheugd met de hier voorliggende studie van Maurits Berger. Deze studie maakte onderdeel uit van het onderzoeksproject over sharia en nationaal recht dat het Van Vollenhoven Instituut voor Recht, Bestuur en Ontwikkeling van de Universiteit Leiden op verzoek van de raad heeft verricht. Bergers studie heeft een belangrijke inbreng geleverd aan het WRR-rapport over islamitisch activisme, dat in april 2006 aan de regering is aangeboden. Voorts wijs ik nog op de volgende studies die eveneens gelijktijdig met dit rapport zijn verschenen: J.M. Otto (2006) Sharia en nationaal recht. Rechtssystemen in moslimlanden tussen traditie, politiek en rechtsstaat, WRR-Verkenning nr. 11, Amsterdam: Amsterdam University Press. J.M. Otto, A.J. Dekker en L.J. van Soest-Zuurdeeg (red.) (2006) Sharia en nationaal recht in twaalf moslimlanden, WRR-webpublicatie nr. 13, Amsterdam: Amsterdam University Press. N. Abu Zayd (2006) Reformation of Islamic Thought. A Critical Historical Analysis, WRR-Verkenning nr. 10, Amsterdam: Amsterdam University Press. De raad is alle auteurs zeer erkentelijk voor de belangwekkende analyses en inzichten die zij presenteren. Prof. dr. W.B.H.J. van de Donk Voorzitter WRR 5 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:58

6 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING VOORWOORD Dit boek van Maurits Berger komt voort uit het onderzoeksproject Sharia en nationaal recht, dat vanaf het najaar van 2003 tot de zomer van 2005 in opdracht van de WRR is uitgevoerd door het Van Vollenhoven Instituut van de Leidse rechtenfaculteit. Het project Sharia en nationaal recht richt zich in de eerste plaats op de historische veranderingen in de verhouding tussen sharia en nationaal recht in twaalf moslimlanden. Daarnaast belicht het onderzoeksproject hoe deze verhouding in die landen tot uiting komt in het huidige staatsrecht, familierecht, strafrecht en economisch recht. Ten slotte wordt die verhouding bekeken vanuit het perspectief van politieke en maatschappelijke ontwikkeling en van rechtsstaat en mensenrechten. De twaalf landenstudies, die elk een interessant overzicht bieden van de positie en rol van de sharia in het nationale rechtssysteem van het desbetreffende land, zijn gezamenlijk in boekvorm gepubliceerd. 1 De onderhavige studie van Berger vormt een belangrijk complement van de landenstudies. Omdat in de landenstudies dikwijls dezelfde termen en aspecten van de sharia aan de orde komen, maar de ruimte ontbreekt daarop dieper in te gaan, was het voor dit project noodzakelijk een afzonderlijke publicatie te maken waarin de sharia zelf centraal staat. Terwijl in de landenstudies historische, politieke en juridische benaderingen van het onderzochte land domineren, heeft Berger de geschiedenis van de sharia, haar positie op de vier rechtsgebieden en het perspectief van de mensenrechten in de eerste plaats belicht vanuit de studie van het islamitisch recht zelf. Het werk behandelt eerst de klassieke sharia en vervolgens ontwikkelingen in de moderne tijd. Berger, die zijn kennis niet alleen haalde uit de Arabische en westerse boeken, maar ook woonde in verschillende moslimlanden en enige tijd leerling was van een islamitisch schriftgeleerde, stelt niet alleen het onderscheid tussen vroeger en nu centraal, maar ook tussen theorie en praktijk, en tussen de verschillende betekenisniveaus van het begrip sharia. Door zijn uitgebreide literatuurverwijzingen heeft Berger de studie bovendien ingebed in de hedendaagse internationale studie van de sharia en het recht in de moslimwereld. Ook in dat opzicht biedt zijn werk een belangrijke aanvulling op de andere publicaties van het onderzoeksproject, waarin de rechtsvergelijking en maatschappijwetenschappen een belangrijker plaats innemen. Dankzij de landenstudies én de onderhavige studie van Berger was het mogelijk een brede vergelijkende studie te schrijven waarin de belangrijkste conclusies van het project Sharia en nationaal recht zijn neergelegd. 2 6 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:59

7 V O O R W O O R D Het is niet eenvoudig om over een complexe materie als de sharia een heldere verhandeling te schrijven. Berger heeft dit gedaan en verdient daarvoor veel waardering. Bij de ordening en analyse van de verschillende visies in en op de sharia heeft hij uiteraard eigen keuzen gemaakt. Dat geldt overigens ook voor de andere onderzoekers van het project. De onderzoeksvragen die aan de verschillende auteurs van de landenrapporten werden voorgelegd waren weliswaar gelijk, maar van een centrale sturing en precieze afstemming van de beantwoording is geen sprake geweest. Om in fiqh-termen te spreken, het motto is geweest ikhtilafuhum rahma, hun meningsverschillen zijn een genade. Nu kan men de sharia ten minste op twee manieren bestuderen: vanuit extern en intern perspectief. Externe perspectieven worden meestal gehanteerd door historici, godsdienstwetenschappers, sociologen, juristen en anderen die als buitenstaanders de ontwikkeling, inhoud, kenmerken en betekenis van de sharia onderzoeken en beschrijven. Interne perspectieven zijn die van de schriftgeleerden die zelf de sharia hebben ontwikkeld en werkzaam zijn binnen de kaders van de fiqh-wetenschap (de islamitische rechtsgeleerdheid). Intellectuele hervormers en radicale puriteinen claimen eveneens vanuit intern-godsdienstwettig perspectief te werken. Overigens wordt ook in de westerse rechtssociologie het interne perspectief van de jurist vaak vergeleken met het externe perspectief van de sociaal-wetenschapper die veelal kritisch commentaar geeft op het werk van de eerste. Grote westerse kenners van het islamitische recht, zowel in de koloniale als postkoloniale tijd hebben zich altijd uitvoerig verdiept in de gedachten en geschriften van de fiqhwetenschappers, in het interne perspectief dus. Dit vergt kennisname van de Arabische bronnen, zowel van de Koran en de belangrijkste verzamelingen van Tradities als van de boeken van vooraanstaande fiqh-leraren, met name van de grondleggers van de voornaamste rechtsscholen of maddhab s. De beoefening van de fiqh-wetenschap staat in de moslimwereld vanouds hoog aangeschreven en heeft velen met scherp intellect aangetrokken, die het vakgebied verder hebben uitgebreid en verrijkt. De analyse van hun werk vormt ook daarom voor westerse wetenschappers een uitdaging. In Nederland is evenals in Engeland en Frankrijk de bestudering van het islamitisch recht opgekomen in de koloniale tijd. Dat was goed te begrijpen vanuit de praktijkbehoeften van destijds: de koloniale wetgever, bestuurder en rechter hadden tot taak het maatschappelijk leven van een islamitische miljoenenbevolking te reguleren. In Nederlands-Indië moesten zij zich enerzijds houden aan de beginselen van de Nederlandse grondwet en andere wetgeving, en anderzijds hadden zij sterk rekening te houden met de opinies van de traditionele leiders en religieuze schriftgeleerden. Deze laatsten stonden immers in hoog aanzien bij de bevolking. Tussen 1880 en 1940 is er door Nederlandse en Indonesische juristen en islamologen dan ook veel en scherpzinnig geschreven over positie en rol van het islamitisch recht in het overzeese deel van de Nederlandse staat. 7 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:59

8 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING Als het voornaamste Nederlandse standaardwerk uit de koloniale tijd geldt de Handleiding tot de kennis van de Mohammedaansche wet volgens de leer der Sjafi itische school door Th.W. Juynboll, dat in 1903 verscheen. De schrijver droeg zijn werk op aan zijn vereerde leermeester Chr. Snouck Hurgronje, die vanaf de jaren tachtig van de negentiende eeuw een groot aantal gezaghebbende artikelen had geschreven over de islam in Nederlands-Indië. Beiden hanteerden een extern perspectief, maar daarbij toonden zij diepgaande kennis van het interne perspectief der fiqh-geleerden. In de postkoloniale tijd zette een klein aantal Europese wetenschappers de studie van het islamitisch recht voort. Aanvankelijk leek het erop dat hun werk, hoe degelijk ook, zijn directe belang voor de Nederlandse samenleving had verloren. Het kreeg echter een nieuwe betekenis toen door migratie nieuwe groepen moslims zich in Europa vestigden. In Nederland werd in 1982 de Vereniging tot bestudering van het recht van de Islam en het Midden-Oosten (RIMO) opgericht. J. Brugman, hoogleraar Arabisch, tevens jurist en gespecialiseerd in het islamitische recht, was de eerste voorzitter van deze RIMO. Sinds 1982 houdt de vereniging ieder jaar een symposium, waar doorgaans vier deskundigen aspecten van de sharia belichten. Het accent ligt daarbij op hedendaagse, toegepaste onderwerpen. Door de inspanningen van de RIMO is zo een corpus ontstaan van tientallen belangwekkende artikelen. Na Brugman heeft een jongere generatie de fakkel overgenomen. In Brugmans school van arabist-juristen hebben zich onder anderen gevoegd R. Peters, de huidige RIMO-voorzitter, en M. Berger, de auteur van het onderhavige werk. Ook L. Buskens, begonnen als antropoloog, heeft zich hierbij aangesloten. L. al-zwaini en N. Sonneveld werken thans aan de voltooiing van hun promotieonderzoek op dit terrein. Zowel in Europa als in de moslimlanden is de sharia een veelbesproken onderwerp. De grootste aanhangers en critici bedienen zich vooral van one-liners: voor of tegen. Vruchtbaarder is het echter om te kijken wat de sharia inhoudt, welke betekenissen dit begrip heeft, en hoe het in de praktijk vaak op uiteenlopende wijze inhoud krijgt in het praktische doen en denken van mensen in de gehele moslimwereld. Ik hoop daarom dat dit werk van Maurits Berger veel zal worden gelezen en zal bijdragen tot een verbreding en verdieping van de kennis over sharia en nationaal recht in de moslimwereld. Leiden, oktober 2005 Jan Michiel Otto 8 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :53:59

9 V O O R W O O R D NOTEN 1 J.M. Otto, A.J. Dekker en L.J. van Soest-Zuurdeeg (2006) (red.) Sharia en nationaal recht in twaalf moslimlanden, WRR Webpublicatie nr. 13, Amsterdam: Amsterdam University Press. 2 J.M. Otto (2006) Sharia en nationaal recht. Rechtssystemen in moslimlanden tussen traditie, politiek en rechtsstaat, WRR-Verkenning nr. 11, Amsterdam: Amsterdam University Press. 9 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:00

10 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING In deze studie is gekozen voor een vereenvoudigde transliteratie van Arabische termen, zonder diakratische tekens (tazir in plaats van ta zir, khul in plaats van khul ). Voor de transliteratie is voorts aansluiting gezocht bij de internationale fonetische schrijfwijze (ulama in plaats van oelama, jihad in plaats van djihad). Zie voor de betekenis van de Arabische termen de verklarende woordenlijst achterin het boek. 10 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:00

11 I N H O U D S O P G A V E INHOUDSOPGAVE Ten geleide Voorwoord 1 Sharia: enige begripsbepalingen Inleiding De bronnen van de klassieke sharia Drie sharia-begrippen 16 2 Interpretatie en toepassing van de klassieke sharia Rechtsvinding volgens de fiqh De actoren van de klassieke sharia: overheid, juristen en theologen 23 3 Staat en bestuur volgens de klassieke sharia Inleiding Historisch overzicht van staatsvormen in de moslimwereld Theorievorming over de islamitische staat Islamitische staat: leiderschap en bestuur Bij de sunnieten Bij de shiieten Islamitische staat: toepassing van de sharia Onderdanen van de islamitische staat 33 4 Familie- en erfrecht volgens de klassieke sharia Inleiding Huwelijks-, echtscheidings- en erfrecht Huwelijk Echtscheiding Erfrecht 41 5 Strafrecht volgens de klassieke sharia Inleiding Strafrecht volgens de klassieke sharia Hadd-misdrijven Vergelding (jinayat) Beleidsvrijheid (siyasa) 49 6 Economische regelingen volgens de klassieke sharia Inleiding Waqf Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:00

12 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING 6.3 Riba en gharar Zakat 54 7 Rechtsvinding en actoren in de moderne tijd Inleiding Nationale wetgevers: modernisering (na ca. 1850) Nationale wetgevers: islamisering (vanaf ca. 1970) Rechters Ijtihad-leken 60 8 Moderne theorieën over islamitische staatsvormen Staatsvormen in de negentiende en twintigste eeuw Moderne theorieën over de islamitische staat Conclusie 69 9 Moderne ontwikkelingen in het familie-, straf- en economische recht Moderne ontwikkelingen in het familie- en erfrecht Moderne ontwikkelingen in het strafrecht Moderne ontwikkelingen in het economische recht Sharia en mensenrechten Inleiding Sharia en strijdigheid met mensenrechten Gelijkheid en non-discriminatie op grond van geslacht Gelijkheid en non-discriminatie op grond van religie: status van niet-moslims Vrijheid van religie en vrijheid van meningsuiting (op het gebied van religie) Recht op persoonlijke integriteit Islamitische mensenrechten Internationale islamitische documenten en verdragen Kernpunten van islamitische mensenrechten 88 Literatuur 93 Verklarende woordenlijst Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:00

13 S H A R I A: E N I G E B E G R I P S B E P A L I N G E N 1 SHARIA: ENIGE BEGRIPSBEPALINGEN 1.1 INLEIDING Betekenissen van sharia De term sharia, die vaak wordt vertaald met islamitisch recht, is geen eenduidig begrip. Juridisch gezien vormt de sharia geen alomvattend rechtssysteem, omdat het is beperkt tot enkele rechtsgebieden. Bovendien bestaat binnen dat beperkte terrein ruimte voor zeer uiteenlopende interpretaties. Daarnaast is de sharia vaak niet alleen onderwerp van juridische discussies, maar tegenwoordig vooral ook van politiek-religieuze, waarbinnen de meningen over de juiste interpretatie van de sharia vaak uiteenlopen. Waar de één sharia opvat als de klassieke sharia zoals die in de eerste eeuwen na Mohammed werd vastgelegd, houdt de ander er een modernere opvatting op na. Deze verschillen in definiëring en interpretatie zijn niet typisch voor het hedendaagse discours. Zij hebben gedurende de gehele 1400-jarige geschiedenis van de islam een rol gespeeld. Voor de meeste hedendaagse moslimlanden (dat wil zeggen landen waarin een ruime meerderheid van de bevolking moslim is) geldt dat onverkorte toepassing van de klassieke sharia weinig voorkomt. Slechts enkele landen hebben een volledig op de klassieke sharia gebaseerd rechtssysteem, of pretenderen dat zulks het geval zou zijn; maar zelfs in die landen, zoals Saoedi-Arabië, Iran en Pakistan, blijkt dat de sharia verschillende invullingen krijgt. In het merendeel van de moslimlanden is het nationale familierecht weliswaar min of meer gebaseerd op de klassieke sharia, maar ook dan verschilt het nog van land tot land. We worden derhalve geconfronteerd met verschillende betekenissen die aan het begrip sharia worden gegeven, waarbij ideaalbeeld, recht, symboliek, theorie en praktijk regelmatig door elkaar lopen. Sommige moslims zullen beweren dat er geen sprake is van de sharia omdat rechtvaardigheid in deze landen ver te zoeken is, anderen menen dat er sprake is van een verkeerde of gecorrumpeerde toepassing van de sharia, en weer anderen beweren dat het juist de verdienste is van de hedendaagse toepassingen van de sharia dat zij de ruimte biedt voor allerlei keuzes en interpretaties van het recht, zodat moslimlanden er ieder op eigen wijze gestalte aan kunnen geven. Studie van de sharia Het is om de hiervoor genoemde redenen dat onderzoekers de sharia op verschillende wijzen benaderen. Binnen de islam is de sharia immers een wetenschapsgebied dat vanouds niet alleen in de handen van rechtsgeleerden (fuqaha) lag, maar ook in die van theologen (ulama). Kennis over de positie van de sharia in de religie van de islam is uitermate belangrijk (Rahman 1979), maar ook bekendheid met de wetenschappe- 13 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:00

14 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING lijke methoden die zowel de moslimse theologen als de rechtsgeleerden binnen de religieuze doctrine toepasten (Hallaq 1984; 1994; 1997; Kamali 1991; Makdisi 1985; Weiss 1978) is van belang om te weten hóe de sharia zich historisch heeft ontwikkeld. Ook de westerse wetenschap heeft zich vanuit verschillende invalshoeken over de sharia gebogen. Het primaat van de juristen (Coulson 1964; Millot 1957; Schacht 1964) bestaat nog steeds (Badr 1978; Hill 1978; Zweigert and Kötz 1996), ofschoon men zou kunnen betogen dat er meer sprake is van historische verhandelingen dan van juridische (Brown 1997; Mayer 1987). Een nieuwe ontwikkeling in het onderzoek naar de sharia is die van de rechtsantropologie, die met name sinds de koloniale tijd opgang doet. Hierin wordt het recht niet alleen beschouwd als het complex van door de centrale wetgever afgekondigde regels, maar als het geheel van normen waar mensen in de praktijk zich naar richten (Botiveau 1990; Dupret 1996; 1999; Masud 2001). Door deze wetenschap wordt tegenwoordig ook aandacht besteed aan bijvoorbeeld gewoonterecht (Ben Nefissa 1999) en informele normatieve praktijken (Bahaa-Eldin 1999). In het navolgende deel zal worden getracht al deze invalshoeken te benutten. Hiertoe dient eerst kort te worden ingegaan op de bronnen en het corpus van de klassieke sharia. 1.2 DE BRONNEN VAN DE KLASSIEKE SHARIA Koran en Sunna De sharia (letterlijk: weg ) is in beginsel geen wetboek of corpus van regels. De sharia is volgens de islamitische orthodoxie het goddelijke plan voor een rechtvaardige maatschappij. Dit plan is door God geopenbaard in Zijn Woord (Koran) en in de handelingen van Zijn Profeet Mohammed (Sunna). 1 Deze twee bronnen bevatten vanuit juridische optiek echter weinig regels. De regels die er wel in staan zijn beperkt tot enkele rechtsgebieden, met name het familie- en erfrecht. Staats- en bestuursrecht, straf-, fiscaal, burgerlijk, handels- en bovenal procesrecht komen nauwelijks tot niet aan de orde. Ook allerlei juridische instituties, zoals de staat, rechtspraak, bestuur en regelgeving vinden geen concrete uitleg, of worden zelfs niet vermeld. Fiqh: de rechtswetenschap van de sharia Voorzover regels, instituten en begrippen niet zijn uitgelegd in de Koran en de Sunna, werden ze in de eerste eeuwen van de islam ontwikkeld door rechtsgeleerden en theologen (op deze benamingen wordt in het volgende hoofdstuk nader ingegaan). Hun uitgangspunt was dat het goddelijke plan en al zijn voorschriften weliswaar niet manifest waren, maar wel besloten lagen in de heilige teksten van Koran en Sunna. Er ontwikkelde zich een wetenschap waarmee de goddelijke bedoeling voor de maatschappij kon worden achterhaald door de mens. Zowel de rechtsgeleerde wetenschap als het corpus van regels dat daaruit voortkwam wordt aangeduid met de term fiqh. De fiqh heeft zowel een religieuze als een juridische dimensie, die echter als afzonderlijke elementen werden beschouwd. Zo ruimt de fiqh-literatuur aparte hoofdstukken in 14 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:01

15 S H A R I A: E N I G E B E G R I P S B E P A L I N G E N voor handelingen tussen mensen (mu amalat) en handelingen tussen mens en God (mu abadat). Deze juridische en religieuze tweedeling kan voorkomen in één enkele handeling. De verstoting is bijvoorbeeld juridisch geldig, maar religieus verwerpelijk, met als gevolg dat een man weliswaar rechtsgeldig zijn vrouw kan verstoten, maar dat hij in het hiernamaals zal worden afgerekend op deze verwerpelijke handeling. Kenmerkend voor de fiqh is dat deze niet is ontwikkeld door praktijkjuristen zoals rechters of wetgevers, maar door juridische en theologische schriftgeleerden. De opdracht die deze geleerden vóór zich zagen was niet zozeer het ontwikkelen van een praktisch model voor conflictbeslechting en het inrichten van een samenleving, als wel het achterhalen en uitwerken van Gods plan voor een sociaal-rechtvaardige samenleving. Niettemin heeft de fiqh-literatuur vanwege haar casuïstische karakter altijd gefungeerd als referentiebron voor de rechtspraktijk. Zij wordt hierin wel vergeleken met de Angelsaksische jurisprudence, met dit verschil dat die zelf ook is gebaseerd op de rechtspraktijk, terwijl de fiqh het product is van rechtstheorie. Gedurende de eerste twee eeuwen van de islam (de achtste en negende eeuw AD) werd op deze wijze een juridisch corpus ontwikkeld. Dit corpus is zeer omvangrijk en is niet eenduidig: het bevat verschillende interpretaties van dezelfde rechtsregels en soms zelfs onderling tegenstrijdige regels. Dit werd echter en wordt nog steeds door moslimse schriftgeleerden niet als een probleem ervaren. Integendeel: het geheel wordt beschouwd als uitwerking van de religieuze bronnen, waarbij het menselijke tekort van de rechtsgeleerden wordt erkend. Siyasa: de beleidsvrijheid van de overheid Overigens was ook de fiqh in navolging van de Koran niet alomvattend in de rechtsgebieden die zij bestreek. Op het gebied van procesrecht, strafrecht en staatsen bestuursrecht bevatte de fiqh weinig bepalingen. Dit braakliggende terrein viel derhalve onder de regelgevende bevoegdheid van de overheid. Deze bevoegdheid wordt aangeduid met de term siyasa (wat in het moderne Arabisch het woord is voor politiek ). De bevoegdheid die de overheid op grond van siyasa geniet wordt beschouwd als een vrijheid die door de sharia is toegekend. De siyasa dient niet strijdig te zijn met de sharia, maar aangezien de twee bronnen van de sharia zo weinig zeggen over de terreinen die door de siyasa worden bestreken, geniet de siyasa zeer veel speelruimte. Een voorbeeld is het strafrecht: de Koran en de fiqh beperken zich tot een klein aantal delicten, zodat alle overige delicten alsmede vrijwel het gehele strafprocesrecht tot de regelgevende bevoegdheid van de overheid behoren. De herinvoering van islamitisch strafrecht, waar tegenwoordig soms sprake van is, betekent dan ook niet een afschaffing van bestaande, aan westers recht ontleende regelgeving van strafrecht en strafprocesrecht, maar het toevoegen van de enkele islamitische delicten in aanvulling op het bestaande strafrecht (zie hoofdstuk 5). Een ander voorbeeld is het familierecht. Weliswaar bevatten Koran en fiqh veel regels op dit gebied, maar de meeste hedendaagse wetgevers van moslimlanden maken gebruik van hun 15 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:01

16 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING siyasa-bevoegdheid om, ieder op eigen wijze, administratief- en procesrechtelijke beperkingen aan te brengen aan de toepassing van rechten als verstoting en polygamie (zie hoofdstuk 4). Positief recht of onveranderlijke religieuze wet? Op grond van het voorgaande is wel betoogd dat de sharia in feite positief recht is, aangezien nagenoeg alle rechtsregels zoals neergelegd in de fiqh (om nog maar te zwijgen over de siyasa) door menselijke arbeid tot stand zijn gekomen (Al-Ashmawi 1998; Chehata 1965). Dit wordt tot op zekere hoogte ook erkend in de rechtstheorie van de fiqh: juridische traktaten worden altijd afgesloten met de woorden maar God weet het beter, waarmee wordt aangegeven dat hier slechts sprake is van een menselijke poging Gods Wil te doorgronden (Weiss 1978). Niettemin is de fiqh vrij snel gefossiliseerd, in die zin dat haar het positiefrechtelijke karakter werd ontnomen en dat zij niet als uitwerking van de goddelijke wet werd gezien, maar als die wet zelf. Dit onveranderlijke karakter van zowel klassieke sharia als fiqh wordt in de islamitische orthodoxie altijd benadrukt, en wordt in de meeste westerse studies ook beaamd (Coulson 1964; Zweigert and Kötz 1996). Toch is het recht van de sharia niet zo star als wordt aangenomen, noch in vroegere tijden (Hallaq 1984), noch in moderne tijden. Sedert de negentiende eeuw hebben moderne wetgevers en intellectuelen zichzelf opnieuw regelgevende bevoegdheden toegekend, waarbij gebruik wordt gemaakt van een heel scala van rechtswetenschappelijke methodes die uit de fiqh zijn afgeleid. Op grond van deze ontwikkelingen zou men kunnen betogen dat er sprake is van een hernieuwd rechtspositivisme en zelfs van secularisatie in de rechtsvorming, terwijl men daarbij wel de sharia als formeel referentiekader blijft hanteren (Asad 2001; Bälz 1996; Berger 2005). 1.3 DRIE SHARIA-BEGRIPPEN Op grond van het voorgaande zal hierna aan het begrip sharia drie betekenissen worden toegekend (zie ook Otto 2006, par. 1.5): 1) een door God gegeven maatschappelijk ideaal; 2) de klassieke sharia, het klassieke rechtsstelsel van de fiqh, dat wil zeggen de rechtswetenschap die is ontwikkeld in de eerste eeuwen van de islam en waaruit een corpus van rechtsregels is voortgekomen; 3) hedendaagse varianten op dat klassieke rechtsstelsel, voorkomend binnen nationale rechtsstelsels of binnen sociale en politieke groepen. Sharia als door God gegeven maatschappelijk ideaal Sharia in deze betekenis is het religieuze en metafysische beginsel van een goddelijk plan voor de mensheid. De concrete uitwerking daarvan wordt verondersteld besloten te liggen in de twee bronnen Koran en Sunna. De sharia is derhalve als zodanig eeuwig en onveranderlijk. 16 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:02

17 S H A R I A: E N I G E B E G R I P S B E P A L I N G E N De sharia in deze betekenis verleent legitimiteit aan de hedendaagse roep om invoering van de sharia, maar schept verwarring over de bedoeling daarvan: betreft het een algemene oproep tot sociale en maatschappelijke rechtvaardigheid, of doelt het op een concreet rechtssysteem? In het laatste geval rijst de vraag hoe dat rechtssysteem eruit zou moeten zien en, veel belangrijker, hoe dat tot stand moet komen: moet er een islamitische staat worden gevestigd om de sharia in te voeren, zoals met name in de jaren tachtig door de zogeheten islamisten werd betoogd, of moeten de moslims eerst op individuele basis hun geloof terugvinden, opdat door hun moslim-zijn vanzelf de sharia ten uitvoer wordt gelegd (Ayubi 1991; Roy 1994)? De sharia heeft derhalve een sterk mobiliserende kracht, maar verschaft weinig duidelijkheid over wat het is en hoe het tot stand gebracht moet worden. Sharia als klassiek rechtsstelsel In termen van concrete rechtsregels is de sharia vastgelegd in het corpus van de fiqh. Fiqh is tevens de benaming voor de rechtswetenschap die tot het corpus heeft geleid. Het betreft hier rechtsgeleerdheid gericht op juridisch-religieuze teksten, en in veel mindere mate de werkzaamheid van juristen die zich richten op de rechtspraktijk. De hoofdstukken 2 tot en met 6 zullen over deze klassieke sharia gaan. De hedendaagse varianten van sharia De staatsvormen van moslimlanden in de negentiende en twintigste eeuw hebben verandering in het klassieke rechtsstelsel aangebracht. De klassieke sharia wordt in een aantal grondwetten officieel beschouwd als een bron en als het corpus van regelgeving. Die grondwetten moeten de grondslag vormen van het gehele rechtsstelsel en de rechtspraktijk van een moderne samenleving. Aangezien de klassieke sharia een beperkt aantal rechtsgebieden bestrijkt, heeft deze zienswijze geleid tot nieuwe interpretaties van de fiqh en soms zelfs tot nieuwe vormen van islamitische regelgeving. Van belang in deze rechtsvinding is de vraag in hoeverre men gebonden is aan alle regels van de klassieke sharia. In de uitleg van het Egyptische Constitutioneel Hooggerechtshof en het Pakistaanse Hoger Sharia Hof, bijvoorbeeld, alsmede in die van veel moderne liberale moslimdenkers (zie voor voorbeelden Kurzman 1998; Rahnema 1994) heeft de sharia in juridische zin slechts betrekking op die regels en instituties die expliciet en duidelijk vermeld staan in de twee primaire rechtsbronnen Koran en Sunna. Dit houdt in dat de onveranderlijkheid van de sharia zich uitsluitend tot deze regels beperkt, zodat er regelgevende vrijheid bestaat ten aanzien van de overige rechtsgebieden. Overigens betekent dit niet dat de landen en denkers die deze uitleg voorstaan tevens alle expliciete regels van de Koran en Sunna ook daadwerkelijk ingevoerd wensen te zien. In geen van de moslimlanden waar de sharia van toepassing is geldt bijvoorbeeld slavernij, hoewel deze wel door de Koran is goedgekeurd. 17 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:02

18 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING In het algemeen kan worden gesteld dat deze interpretatie botst met de visie van conservatieve schriftgeleerden (ulama), die van mening zijn dat de sharia alomvattend is. Echter, wie zich aan de klassieke sharia wil houden, blijft tal van lacunes en interpretatievragen tegenkomen. Om een hedendaags voorbeeld te noemen: de bronnen van de klassieke sharia zeggen in concreto niets over democratie, hetgeen voor sommige moslims reden is om democratie af te wijzen, terwijl andere uit de Koran en Sunna opmaken dat democratie toch zeker onderdeel is van Gods bedoeling (Esposito and Voll 1996). Er bestaat derhalve een tweedeling tussen een beperkte en een alomvattende visie op de juridische relevantie van de sharia, en binnen beide stromingen bestaan weer conservatieve ( letterlijke ) en liberale ( rekkelijke ) vleugels. De vele daaruit resulterende hedendaagse interpretaties worden alle aangeduid met de term sharia. Deze zullen hierna besproken worden in de hoofdstukken 7 tot en met Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:03

19 S H A R I A: E N I G E B E G R I P S B E P A L I N G E N NOTEN 1 De Sunna is terug te vinden in de duizenden overleveringen (hadith, mv. ahadith, ofwel Tradities) waarin uitspraken en handelingen van de Profeet staan opgetekend. 19 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:03

20 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING 20 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:03

21 I N T E R P R E T A T I E E N T O E P A S S I N G V A N D E K L A S S I E K E S H A R I A 2 INTERPRETATIE EN TOEPASSING VAN DE KLASSIEKE SHARIA 2.1 RECHTSVINDING VOLGENS DE FIQH Rechtsbronnen In de rechtstheorie van de klassieke sharia wordt uitgegaan van de vier bronnen ( wortels ) van de sharia. De twee belangrijkste bronnen zijn de Koran en de Sunna. Dit zijn tevens de enige tekstuele bronnen. Daarnaast worden ijma (consensus) en qiyas (redeneren naar analogie) aangemerkt als de derde en de vierde bron. Het betreft hier geen tekstuele bronnen, maar de erkende methoden van rechtsvinding die mogen worden toegepast op de twee heilige teksten. Wanneer wordt gerefereerd aan de vier bronnen van de sharia heeft dat dus betrekking op de twee heilige tekstbronnen, en de twee methoden van rechtsvinding of -interpretatie (Hallaq 1997). Hiërarchie van regels Het corpus van rechtsregels dat de fiqh heeft opgesteld door middel van deze vier bronnen kent een zekere hiërarchie. Deze heeft te maken met de oorsprong van de regels. Aan de top van de rangorde staan de regels die expliciet in de Koran en de Sunna staan vermeld. In de orthodoxe islam worden deze regels vanwege hun bron beschouwd als onveranderlijk, eeuwig en overal toepasselijk. De circa 6000 verzen in de Koran bevatten maar ongeveer 60 regels die inhoudelijk kunnen worden aangemerkt als rechtsregels. Deze regels betreffen vooral het familie- en erfrecht, en enkele misdrijven (hudud). In aanvulling hierop bevat het omvangrijke corpus van de fiqh talloze rechtsregels die zijn totstandgekomen op grond van de methodes van rechtsvinding (zie volgende paragraaf). De fiqh omvat vijf juridische stromingen ( rechtsscholen : madhhab) die ieder hun eigen interpretaties en uitwerkingen hebben van de vier rechtsbronnen. De shiieten hebben hun eigen rechtsschool (maar wel met sectarische onderverdelingen), de sunnieten hebben er vier: Hanafieten, Shafiieten, Hanbalieten en Malikieten. 1 Elk van deze scholen heeft eigen interpretaties van het recht, maar ook van de religie van de islam. Elke moslim behoort tot een van deze rechtsscholen, en zal dus doorgaans ook die interpretatie van de islam en haar regels volgen. Overigens werden deze verschillen tussen de vier scholen in theologisch en juridisch opzicht niet als problematisch ervaren, en werd er ook geen onderlinge scholenstrijd gevoerd, zelfs niet op het gebied van religieuze interpretaties. De Hanafieten worden beschouwd als de meest liberale rechtsschool, omdat zij veel ruimte laten aan het zelfstandig redeneren van de jurist. De Hanbalieten staan daar tegenover als de meest conservatieve rechtsschool, die veel waarde hecht aan zo 21 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:03

22 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING letterlijk mogelijke interpretatie van de Koran en Sunna. Het essentiële onderscheid tussen de rechtsscholen ligt vooral in de verschillende wijzen waarop zij rechtsregels toepassen. Alleen bij de Malikieten bijvoorbeeld mag de vrouw op bepaalde gronden echtscheiding aanvragen; alleen bij de Hanbalieten mag zij ontbindende voorwaarden opnemen in haar huwelijkscontract; alleen bij de Hanafieten is toestemming van de bruid vereist om een geldig huwelijk te sluiten. In de fiqh van elk van deze rechtsscholen bestaat ook weer een hiërarchie. Bovenaan staan de regels die bij consensus en analogie zijn vastgesteld (waarbij de regel waar alle rechtsscholen het over eens zijn hoger in rang staat dan die waarover alleen binnen een enkele rechtsschool consensus bestaat). Vervolgens wordt er aan de interpretatie van bepaalde rechtsgeleerden meer gezag toegekend dan aan die van anderen. Met name aan de eerste generaties rechtsgeleerden wordt een grotere autoriteit toegekend dan aan hun latere opvolgers vanwege het feit dat zij de Profeet en Zijn metgezellen persoonlijk hadden gekend. Hun interpretaties worden aangeduid met de prevalente mening. Al eerder is vermeld dat de fiqh niet alle rechtsgebieden bestrijkt. De restgebieden behoren tot de regelgevende bevoegdheid (siyasa) van de overheid. Strikt genomen valt de siyasa ook onder de sharia. Immers, zo luidt de redenering, alles wat God niet heeft geregeld heeft Hij toevertrouwd aan Zijn geloofsgemeenschap, en al hetgeen deze beslist maakt deel uit van het grotere goddelijke plan, mits het niet strijdig is met de sharia. Methodologie van rechtsvinding De fiqh is niet alleen de benaming voor het corpus van regels, maar ook voor de rechtswetenschap volgens welke deze regels totstandkwamen. Het beoefenen van de wetenschappelijke methoden om tot bepaalde regels te komen werd beschouwd als een menselijk en vooral intellectueel proces dat ijtihad (letterlijk: inspanning, van het woord jihad) wordt genoemd. De theoretische achtergrond hiervan was dat God Zijn sharia heeft neergelegd in de Koran en Sunna, maar aangezien niet alle regels manifest duidelijk waren, deze door het menselijk intellect, met behulp van bepaalde methodologieën, achterhaald dienden te worden. Om dit proces te beschrijven werd vaak de metafoor van de plant gebruikt: de vier rechtsbronnen zijn de wortels, die door de zorg van ijtihad uitgroeien tot een plant, waarvan de takken de regels van de fiqh zijn. Het praktiseren van ijtihad was overigens niet vrijblijvend. Er waren beperkingen, zowel ten aanzien van de beoefenaars van het intellectuele proces als ten aanzien van de regels waar dit proces betrekking op had. In de tweede eeuw van de islam (de negende eeuw AD), toen de theorie van rechtsvinding in haar definitieve vorm was ontwikkeld, was in beginsel iedereen bevoegd tot ijtihad, mits hij was uitgerust met voldoende intellect en afdoende kennis had van de Koran en Sunna. Al spoedig werd dit echter een bevoegdheid die exclusief was voorbehouden aan de islamitische geeste- 22 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:04

23 I N T E R P R E T A T I E E N T O E P A S S I N G V A N D E K L A S S I E K E S H A R I A lijkheid, ofwel schriftgeleerden (ulama), met name degenen onder hen die zich hadden bekwaamd in het recht (fuqaha). Ten aanzien van de regels gold dat ijtihad niet kon worden toegepast op die regels die expliciet in de twee primaire rechtsbronnen, Koran en Sunna, stonden vermeld; deze regels waren immers onveranderlijk. Met het voortschrijden van de tijd werd echter ook het resultaat van de ijtihad, de fiqh, een onaantastbaar corpus van regels. Dit is een van de redenen geweest dat in de tweede en derde eeuw van de islam (de negende en tiende eeuw AD) een consensus ontstond dat ijtihad op basis van de Koran en de Sunna zijn beslag had gekregen en een einde moest nemen. De poorten van de ijtihad zijn gesloten, zo luidde het dogma, en vervolgens begon de periode van navolging (taqlid). Aan het werk dat door de vroege meesters en ijtihad-geleerden is ontwikkeld, is niets meer toe te voegen, zo luidde de redenering, en men kon volstaan met het navolgen van de regels die hun werk had opgeleverd. 2.2 DE ACTOREN VAN DE KLASSIEKE SHARIA: OVER- HEID, JURISTEN EN THEOLOGEN De wijze waarop de klassieke sharia haar uitwerking heeft gekregen, niet alleen op juridisch, maar ook op politiek, religieus en sociaal terrein, is vooral terug te voeren op het onderscheid tussen de islamitische geestelijkheid die het monopolie had op de interpretatie van de sharia, en de wereldlijke macht die de sharia moest implementeren dan wel een bestuur moest voeren dat niet strijdig was met de sharia. De islamitische geestelijkheid wordt aangeduid met de verzamelnaam ulama, dat letterlijk geleerden betekent en vaak wordt vertaald met schriftgeleerden of theologen. Degenen die zich meer toeleggen op het juridische deel van de fiqh heten fuqaha. Dan zijn er nog de muftis, degenen die fatwas uitvaardigen (dat zijn antwoorden op basis van de sharia, naar aanleiding van individuele vragen). Geleerden met een groot religieus en juridisch gezag kunnen deze functies in één persoon verenigen. Gemakshalve wordt hierna de term ulama gebruikt voor alledrie deze groepen. In de geschiedenins van de islam zijn de ulama in de uitoefening van hun monopolie op de sharia-interpretatie bij voorkeur onafhankelijk gebleven van de overheid: inmenging van staatswege werd zoveel mogelijk vermeden. Zij vormden daardoor een groep met een controlerende functie: zij zagen erop toe dat de overheid en de gemeenschap der gelovigen zich aan de sharia hielden en dat de overheid de sharia op de juiste wijze handhaafde. Daarmee ontpopten de ulama zich regelmatig als oppositie tegen de overheid. Dat neemt niet weg dat zij ook vaak waren gecoöpteerd door de overheid (het instituut van staatsmufti bijvoorbeeld), dan wel het overheidsbeleid steunden (Crecelius 1997). Maar de ulama hebben door hun bijzondere relatie met de sharia altijd een politieke factor gevormd waarmee terdege rekening moest worden gehouden (Antoun 1989; Berger 1999a; Esposito and Voll 1996; Gaffney 1994; Masud et al. 1996; Skovgaarden-Petersen 1997). 23 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:04

24 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING Aan de zijde van de overheid was men vooral gericht op de praktische toepassing van de sharia. Los van wet- en regelgeving op basis van de bevoegdheid tot siyasa gold dit ook op het gebied van de rechtspraak. Rechters (qadis) onderscheidden zich van de ulama door het feit dat zij in overheidsdienst waren, en vaak de deskundigheid ontbeerden om de sharia te doorgronden. Voor de toepassing daarvan wonnen zij dan juridisch advies in de vorm van een fatwa in bij de ulama. De rechters behoorden derhalve tot de uitvoerende macht en genoten in het algemeen veel minder aanzien dan de ulama (Coulson 1969; Weiss 1978). Anders dan de rechters werden de ulama niet benoemd: zij ontleenden hun status slechts aan hun kennis en aan het gezag dat de bevolking hun op grond daarvan toekende. Iedereen kon tot de ulama behoren, zelfs vrouwen en slaven (wat bij het rechtersambt bijvoorbeeld niet was toegestaan), omdat kennis van Gods Woord toegankelijk werd verondersteld voor alle mensen die begiftigd waren met voldoende verstand. Weliswaar waren er families die bekend stonden om hun ulama, maar het was geen positie die door erfopvolging kon worden ingenomen. De ulama werden primair beoordeeld op hun kennis van de sharia, en hun status werd vooral afgemeten naar het aantal mensen dat hem of haar om sharia-advies vroeg (Berger 1999a). 24 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:05

25 I N T E R P R E T A T I E E N T O E P A S S I N G V A N D E K L A S S I E K E S H A R I A NOTEN 1 De Malikieten zijn vooral geconcentreerd in Noord- en West-Afrika, de Hanbalieten in het Arabisch Schiereiland, de Hanafieten in het Midden-Oosten en Centraal-Azië, en de Shafiieten in Zuidoost-Azië en Indonesië (Schacht 1964: 63-65). 25 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:05

26 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING 26 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:05

27 S T A A T E N B E S T U U R V O L G E N S D E K L A S S I E K E S H A R I A 3 STAAT EN BESTUUR VOLGENS DE KLASSIEKE SHARIA 3.1 INLEIDING Staats- en bestuursrecht zijn rechtsgebieden die in de Koran, de Sunna en de fiqh weinig aandacht krijgen. Deze rechtsgebieden behoren bij uitstek tot de siyasa, de regelgevende bevoegdheid van de overheid. Maar zelfs de praktijk van eeuwenlange staatkundige regelgeving door moslimoverheden heeft nauwelijks aanleiding gegeven tot het formuleren van een staatkundig model. 1 Een blauwdruk van de islamitische staat is dus niet voorhanden. Zowel de term islamitische staat (in het Arabisch: aldawla al-islamiya) als de discussie daarover is niet veel ouder dan vijftig jaar. Deze discussie is complex: zij wordt aangestuurd door omstandigheden van nu, maar put haar inspiratie uit voorbije tijden, waarbij het doel is gericht op de toekomst. Het is ook grotendeels een theoretische discussie, die slechts enkele keren in praktijk is gebracht, zoals in Pakistan en Iran. Onder moslims lopen de zienswijzen over de islamitische staat daarom vaak sterk uiteen. Niettemin bestaat er redelijke unanimiteit onder voorstanders van een islamitische staat: deze heeft ten doel de sharia te implementeren en te behoeden. Verschil van mening bestaat met name over de wijze van totstandkoming van deze staat, en de definitie van de sharia. Hierna zal een overzicht worden gegeven van de historische en theoretische ontwikkelingen van de islamitische staat en de islamitische staatkunde. 3.2 HISTORISCH OVERZICHT VAN STAATSVORMEN IN DE MOSLIMWERELD Zevende tot tiende eeuw AD: stichting van een wereldrijk Door het overlijden van de Profeet Mohammed in het jaar 632 werd de jonge moslimgemeenschap geconfronteerd met het probleem van de opvolging. De Profeet had geen zonen en de meningen waren verdeeld tussen enerzijds degenen die een opvolger (kalief) wilden kiezen uit de moslimgemeenschap en anderzijds degenen die meenden dat alleen een bloedverwant van de Profeet geschikt was als leider (imam) van de moslims. De eerste groep kreeg later bekendheid als sunnieten ( degenen van de traditie ) en de tweede groep als de shiieten ( de aanhangers, namelijk de aanhangers van Ali, de neef van de Profeet die tevens was getrouwd met de dochter van de Profeet). De sunnieten waren vanaf het begin numeriek in de meerderheid en de shiieten werden al snel militair verslagen en gemarginaliseerd. Op de shiieten en het imamaat komen wij later terug (par. 3.4). 27 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:05

28 KLASSIEKE SHARIA EN VERNIEUWING Onder de sunnieten werden alleen de eerste vier kaliefs gekozen; daarna heeft het kalifaat zich tot zijn opheffing in 1924 voortgezet via erfopvolging. Na de periode van de eerste vier kaliefen, die wordt aangeduid als de periode der Rechtgeleide Kaliefen ( AD), volgde de dynastie der Ummayaden ( AD). Gedurende deze periode veroverden de Arabische moslimlegers in zeer korte tijd een wereldrijk, dat reikte van Noord-Afrika tot Afghanistan. Dit staatkundige gebied dat onder leiderschap stond van de kalief, werd aangeduid met de geografisch-religieuze term Huis van de Islam (Dar al-islam). De ervaring van de Arabische moslimheersers in het besturen van een stam of een clan was van weinig waarde in hun nieuwe wereldrijk. Zij vielen daarom in eerste instantie terug op de bestuursstructuren van het Byzantijnse rijk, en van het Perzische rijk dat zij hadden veroverd. Onder de dynastie der Abassieden ( AD) 2 kwam de Gouden Eeuw van de islam tot stand: Bagdad werd de hoofdstad van het rijk, waar niet alleen de kunsten en wetenschappen floreerden, maar ook een omvangrijke bureaucratische en centralistische bestuursstructuur werd gevestigd. De eerste kaliefen waren all round leiders: zij waren zowel bestuurder, generaal, arbiter als kenner en interpretator van de sharia. Met de uitbreiding van het islamitische rijk en de dienovereenkomstige omvang van verantwoordelijkheden werden deze functies in toenemende mate gedelegeerd aan, dan wel overgenomen door de posities van minister (wazir), generaal (emir), rechter (qadi) en de religieuze schriftgeleerden (ulama) (Tamandonfar 1989: 115; Tyan 1999: ). Niettemin werden de kaliefen gezien als hoeders van de islam, en waren veel Abassiedische kaliefen, bijvoorbeeld, actief in het vervolgen van ketters en het steunen van bepaalde islam-interpretaties (Sourdel 1990: 940). Tiende tot negentiende eeuw AD: het islamitische rijk valt uiteen Vanaf de tiende eeuw begon de bestuurlijke eenheid van het islamitische rijk te verbrokkelen. Er ontstonden (semi-)onafhankelijke gebieden die werden vernoemd naar de lokale bevelhebber (emir emiraat) of vorst (sultan sultanaat). Ook in gebieden buiten het hartland van het islamitische rijk, zoals West-Afrika, Centraal- Azië, India en Zuidoost-Azië, ontstonden vorstendommen met lokale staatsvormen (khanaten in Centraal-Azië, tribale staten in West-Afrika). Met een enkele uitzondering 3 werd echter nimmer aanspraak gemaakt op de titel kalief. Weliswaar had het kalifaat feitelijk opgehouden te bestaan, maar aan de religieuze autoriteit van de kalief werd nog wel lippendienst bewezen (Sourdel 1990: 945). Het uiteenvallen van het islamitische rijk in de tiende eeuw resulteerde in een langdurige reeks van machtsconflicten en (burger)oorlogen, waarbij ook invallen vanuit het buitenland (Kruisvaarders, Mongolen, Seldjukken) zich deden gelden. Pas zes eeuwen later, in de zestiende eeuw, ontstonden nieuwe, grote machtsblokken: de Ottomanen 28 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:06

29 S T A A T E N B E S T U U R V O L G E N S D E K L A S S I E K E S H A R I A in het Westen, Safaviden in Iran en Moghuls in India. Daarbij had de Ottomaanse sultan officieel het kalifaat op zich genomen, hetgeen stilzwijgend werd aanvaard door de moslimgemeenschap. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Ottomaanse rijk definitief ontmanteld. Atatürk schafte in 1924 formeel het kalifaat af. Het is opvallend dat dit nauwelijks enige reacties teweegbracht in de moslimwereld, en dat de roep om herstel van het kalifaat sindsdien nagenoeg non-existent is geweest. Nog opvallender is dat het kalifaat nauwelijks figureert in moderne theorieën over de islamitische staat. Hier wordt later nader op ingegaan (zie hoofdstuk 8). 3.3 THEORIEVORMING OVER DE ISLAMITISCHE STAAT In de islamitische bronnen Koran, Sunna, fiqh komt het beginsel van de staat of staatsinrichting niet voor. Het centrale concept in deze bronnen is de wereldwijde geloofsgemeenschap der moslims (umma). Het doel van deze gemeenschap is het naleven van Gods sharia. Dat is het bindende element van de leden van deze gemeenschap; niet sociaal-politiek, maar ideologisch-religieus (Siegman 1964: 14). Het enige dat hen bindt is hun geloof, met uitsluiting van alle andere verschillen zoals afkomst, ras, nationaliteit of huidskleur. De gemeenschap der moslims vormt daarom bijvoorbeeld ook geen geopolitieke eenheid: de enige politieke grens die de klassieke sharia kent is die welke het leefgebied der moslims (Dar al-islam) scheidt van het leefgebied der ongelovigen (Dar al-harb) 4. De inrichting en regulering van de umma waren in theoretisch opzicht van ondergeschikt belang, aangezien solidariteit onder de leden van de gemeenschap wordt vóórondersteld (Lambton 1981: xv). Dit heeft ook zijn weerslag op de wijze waarop de relatie tussen staat en individu wordt bezien: deze wordt niet beschouwd als een tegenstelling, aangezien beide deel uitmaken van dezelfde umma. Vanuit dit standpunt bezien bestaan er geen conflicten tussen staat en individu, en heeft zich derhalve geen politiek of filosofisch gedachtegoed over de aard of de oplossing van dergelijke conflicten gevormd (Lambton 1981: xv; Coulson 1957: 59). Het reguleren van de (rechts-)verhouding tussen staat en individu is bovendien niet relevant, omdat zowel de staat als het individu is onderworpen aan de sharia. De individuele gelovige heeft dus geen rechten jegens de staat als zodanig, maar heeft jegens de leider (kalief of imam) wel het recht te verwachten dat deze handelt in overeenstemming met de sharia (Siegman 1964: 23). Het voorgaande verklaart waarom Koran, Sunna en fiqh nauwelijks regels omtrent staatsen bestuursrecht bevatten. Ook staatsinstituties als de rechter/arbiter (hakim) en voorganger/leider (imam) worden slechts summier vermeld in de Koran. Staats- en bestuursrecht behoren derhalve tot de regelgevende bevoegdheid van de overheid zelf (siyasa). 29 Binnenwerk WRR-webpub-nr12.indd :54:06

SHARIA ISLAM TUSSEN RECHT EN MAURITS BERGER

SHARIA ISLAM TUSSEN RECHT EN MAURITS BERGER SHARIA ISLAM TUSSEN RECHT EN POLITIEK MAURITS BERGER Boom Juridische uitgevers Den Haag 2006 INHOUD HOOFDSTUK 1 - DE REGELS VAN EEN IDEAAL 1 Deel I Sharia als oud recht 9 HOOFDSTUK 2 - DE KORAN ALS GRONDWET

Nadere informatie

Aanvullen of aanvallen?

Aanvullen of aanvallen? Aanvullen of aanvallen? M E T H O D I S C H W E R K E N Methodisch werken is het kenmerk bij uitstek van de professionele beroepsbeoefenaar, dat wil zeggen: doelgericht, planmatig, systematisch gebruikmaken

Nadere informatie

Sociale psychologie en praktijkproblemen

Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen Sociale psychologie en praktijkproblemen van probleem naar oplossing prof. dr. A.P. Buunk dr. P. Veen tweede, herziene druk Bohn Stafleu Van Loghum Houten/Diegem

Nadere informatie

Leven met angst voor ernstige ziektes

Leven met angst voor ernstige ziektes Leven met angst voor ernstige ziektes Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk. John Sijnke

Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk. John Sijnke Wie heeft de regie? Wie heeft de regie? Kwaliteit van bestaan in de praktijk John Sijnke Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij 2009 Alle rechten

Nadere informatie

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn

Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes. Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Prof. dr. M.W. van Tulder Prof. dr. B.W. Koes Evidence-based handelen bij lage rugpijn Epidemiologie, preventie, diagnostiek,

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE

ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE ONDERSTEUNEND COMMUNICEREN BIJ DEMENTIE ISBN 978-90-368-1699-1 ISBN 978-90-368-1700-4 (ebook) 2017 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Helder rapporteren. BRING ME NO MORE REPORTS (Macbeth, Act V)

Helder rapporteren. BRING ME NO MORE REPORTS (Macbeth, Act V) Helder rapporteren BRING ME NO MORE REPORTS (Macbeth, Act V) Helder rapporteren Een handleiding voor het opzetten en schrijven van rapporten, scripties, nota s en artikelen Peter Nederhoed Tiende, herziene

Nadere informatie

Handleiding bij Beter beginnen

Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Handleiding bij Beter beginnen Trudy Mooren en Maartje Schoorl Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie

Intuïtie in de geneeskunde

Intuïtie in de geneeskunde Intuïtie in de geneeskunde 1 De Tijdstroom uitgeverij, 2011. De auteursrechten der afzonderlijke bijdragen berusten bij de auteurs. Omslagontwerp: Cees Brake bno, Enschede. De Tijdstroom uitgeverij BV,

Nadere informatie

GODSDIENSTWETENSCHAPPEN

GODSDIENSTWETENSCHAPPEN GODSDIENSTWETENSCHAPPEN Het programma Godsdienstwetenschappen omvat drie onderdelen en is als volgt verdeeld over de jaren 1 en 2: Jaar1: - Nieuwe spiritualiteit grensverkeer tussen Oosterse en Westerse

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Emoties in de zorg Emot.zorg A5-1kzm dyn.indb :49:16

Emoties in de zorg Emot.zorg A5-1kzm dyn.indb :49:16 Emoties in de zorg Spinoza lijkt gelijk te hebben als hij zegt dat het verkrijgen van inzicht in je eigen pijn een van de meest opbeurende activiteiten ter wereld kan zijn. Martha Nussbaum in: Oplevingen

Nadere informatie

Achter islamisering zit een plan. Achter islamisering zit een plan.

Achter islamisering zit een plan. Achter islamisering zit een plan. Achter islamisering zit een plan Machteld Zee schreef een onderzoek over de shariaraden in Engeland en zegt nu : Achter islamisering zit een plan. Hoeveel vrijheid kunnen we geven aan het islamitisch fundamentalisme

Nadere informatie

Wet toelating zorginstellingen

Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Wet toelating zorginstellingen Tweede, herziene druk Mr. dr. J.J.M Linders Gezondheidswetgeving in de praktijk Redactie: Mr. R.N. van Donk Mr. dr. H.E.G.M. Hermans Mr. dr.

Nadere informatie

Descartes schreef dat er geen ander land was "où l'on puisse jouir d'une liberté si entière" (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten)

Descartes schreef dat er geen ander land was où l'on puisse jouir d'une liberté si entière (waar men een zo volledige vrijheid kan genieten) Verslag 25 mei 2018, Salon der Verdieping: Spinoza s politieke filosofie De bespreking van de politieke filosofie doe ik aan de hand van zijn belangrijkste politieke werk, te weten het Theologisch-politiek

Nadere informatie

Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving

Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving BSL - ACA_BK_1KZM - 0000 001 BSL - ACA_BK_1KZM - 0000 002 Maatschappelijk dienstverlenen in een veranderende omgeving Lia van Doorn Coreferaat:

Nadere informatie

Minder angstig in sociale situaties

Minder angstig in sociale situaties Minder angstig in sociale situaties Dit boek, Minder angstig in sociale situaties, Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in

Nadere informatie

Ouderschap in Ontwikkeling

Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap in Ontwikkeling. De kracht van alledaags ouderschap. Carolien Gravesteijn Ouderschap

Nadere informatie

Zorg om mensen met dementie

Zorg om mensen met dementie Zorg om mensen met dementie Voor Ries en Myrthe Zorg om mensen met dementie Een handleiding voor verzorgenden Bère Miesen Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer

Nadere informatie

Van je nachtmerries af

Van je nachtmerries af Van je nachtmerries af 2 van je nachtmerries af Dit boek, Van je nachtmerries af, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor

Nadere informatie

Zafer Aydogdu Hoogeveen, 31 januari 2012

Zafer Aydogdu Hoogeveen, 31 januari 2012 Zafer Aydogdu Hoogeveen, 31 januari 2012 Overzicht 1. Inleiding Geografische en historische verkenning: Overgangen binnen de geschiedenis van Islam Islamitisch denken naar de historische achtergrond toe

Nadere informatie

Persoonsgerichte zorg

Persoonsgerichte zorg Persoonsgerichte zorg C.J.M. van der Cingel J.S. Jukema Persoonsgerichte zorg Praktijken van goede zorg voor ouderen Houten 2014 ISBN 978-90-368-0448-6 DOI 10.1007/978-90-368-0449-3 ISBN 978-90-368-0449-3

Nadere informatie

~uropees Sociaal Handvest (herzien)

~uropees Sociaal Handvest (herzien) ~uropees Sociaal Handvest (herzien) prof. mr. GJJ. Heerma van Voss Hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden mr. A. ](eizer }\dvocaat Allen & Overy Amsterdam M. van der Sluis Student -assistent

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20171 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Kazemi, Hamid Title: Carrier s liability in air transport with particular reference

Nadere informatie

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011 Opleidingsspecifiek deel: Bacheloropleiding: Islamitische Theologie Deze Onderwijs- en examenregeling is opgesteld overeenkomstig artikel 7.13

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

Atlas van de parodontale diagnostiek

Atlas van de parodontale diagnostiek Atlas van de parodontale diagnostiek Atlas van de parodontale diagnostiek Dr. Johan van Dijk Dr.FredSpijkervetendr.JanTromp Houten 2011 Ó 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle

Nadere informatie

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid

Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Leerboek verpleegkunde maatschappij en gezondheid Verpleegkundig redeneren en CanMEDS-rollen in de eerste lijn Henk Rosendal Reed Business Education, Amsterdam Reed Business, Amsterdam 2015 Omslagontwerp

Nadere informatie

Niet meer depressief

Niet meer depressief Niet meer depressief Dit boek, Niet meer depressief; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de

Nadere informatie

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering

Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Juridische aspecten van ketensamenwerking. Naar een multidisciplinaire benadering Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 41 Juridische aspecten van ketensamenwerking Naar een multidisciplinaire

Nadere informatie

Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL)

Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL) Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL) Handleiding Gezinsvragenlijst (GVL) Prof. dr. J.D. van der Ploeg Prof. dr. E.M. Scholte Bohn Stafleu van Loghum Houten, 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

36 zieke kinderen. Een werkboek met patiëntenproblemen voor co-assistenten en basisartsen

36 zieke kinderen. Een werkboek met patiëntenproblemen voor co-assistenten en basisartsen 36 zieke kinderen 36 zieke kinderen Een werkboek met patiëntenproblemen voor co-assistenten en basisartsen Guus de Jonge, emeritus hoogleraar kindergeneeskunde Arwen Sprij, kinderarts Derde, geheel herziene

Nadere informatie

Werken in sph. Maria van Deutekom Britt Fontaine Godelieve van Hees Marja Magnée Alfons Ravelli

Werken in sph. Maria van Deutekom Britt Fontaine Godelieve van Hees Marja Magnée Alfons Ravelli Verslaafden Werken in sph Redactie: Dineke Behrend Maria van Deutekom Britt Fontaine Godelieve van Hees Marja Magnée Alfons Ravelli 2 Verslaafden Auteur: Hans van Nes Bohn Stafleu Van Loghum Houten, 2004

Nadere informatie

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030

Kwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Als alles op de schop gaat

Als alles op de schop gaat 1 Als alles op de schop gaat als alles op de schop gaat Bert Kok Alexandra Jacobs Willy Nijhof Bart Paumen Monique Verharen (red.) Een onderwijsbiografie over een integraal veranderingsproces Bohn Stafleu

Nadere informatie

Over de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling. Cees van Leuven en Annelies Hendriks

Over de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling. Cees van Leuven en Annelies Hendriks Over de transformatie van ex-partners in collega-ouders en de kindermomenten in bemiddeling Cees van Leuven en Annelies Hendriks Kind in bemiddeling Eerste druk van deze titel werd uitgegeven door Jabalis

Nadere informatie

Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen

Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Werken in sph Redactie: Marijke van Bommel Maria van Deutekom Britt Fontaine Marja Magnée Alfons Ravelli Thuisloosheid bij jongeren en volwassenen Auteurs: Marc

Nadere informatie

De aansprakelijkheidsverzekering

De aansprakelijkheidsverzekering De aansprakelijkheidsverzekering Dit boek is het achtste deel van een boekenreeks van Uitgeverij Paris: de ACIS-serie. ACIS staat voor het UvA Amsterdam Centre for Insurance Studies. Dit multidisciplinaire

Nadere informatie

Handboek scheiden en de kinderen

Handboek scheiden en de kinderen Handboek scheiden en de kinderen Handboek scheiden en de kinderen Voor de beroepskracht die met scheidingskinderen te maken heeft Ed Spruijt Helga Kormos Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

Doorbreek je depressie

Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Doorbreek je depressie Werkboek voor de cliënt Drs. P.J. Molenaar Drs. F.J. Don Prof. dr. J. van den Bout Drs. F. Sterk Prof. dr. J. Dekker Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie Vaak gestelde vragen over het Hof van Justitie van de Europese Unie WAAROM EEN HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (HVJ-EU)? Om Europa op te bouwen hebben een aantal staten (thans 28) onderling verdragen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

Gezondheidsstrafrecht

Gezondheidsstrafrecht Gezondheidsstrafrecht Mr. dr. W.L.J.M Duijst Deventer 2014 Omslagontwerp: H2R creatievecommunicatie ISBN 978-90-13-12600-6 E-book 978-90-13-12601-3 NUR 824-410 2014, W.L.J.M. Duijst Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Assistent en maatschappij

Assistent en maatschappij Assistent en maatschappij Assistent en maatschappij Burgerschap voor AG B. van Abshoven W. van Grootheest T. Verhoeven Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer

Nadere informatie

Voortgezette regressie- en variantieanalyse

Voortgezette regressie- en variantieanalyse Voortgezette regressie- en variantieanalyse Voortgezette regressie- en variantieanalyse Frans W. Siero Mark Huisman Henk A.L. Kiers Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

Neem de regie over je depressie

Neem de regie over je depressie Neem de regie over je depressie Dit boek, Neem de regie over je depressie. Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks

Nadere informatie

Dokters voor de rechter

Dokters voor de rechter Dokters voor de rechter Tien jaar tuchtuitspraken in Medisch Contact Paul Rijksen Reed Business, Amsterdam Medisch Contact, Utrecht Inleiding.indd 1 Reed Business, Amsterdam 2011 Medisch Contact, Utrecht

Nadere informatie

Over de grens van de vrijheid van meningsuiting

Over de grens van de vrijheid van meningsuiting Over de grens van de vrijheid van meningsuiting Theorie, rechtsvergelijking, discriminatie, pornografie vierde druk Aernout J. Nieuwenhuis Ars Aequi Libri Nijmegen 2015 ISBN 978-90-6916-600-1 NUR 822 2015

Nadere informatie

Een onderzoekende houding

Een onderzoekende houding Een onderzoekende houding Werken aan professionele ontwikkeling Zelfscan onderzoekende houding Maaike van den Herik en Arnout Schuitema bussum 2016 Deze zelfscan hoort bij Een onderzoekende houding. van

Nadere informatie

Groenengrijs. Jong en oud met elkaar in gesprek. Karen van Kordelaar. Astrid Vlak. Yolande Kuin. Gerben Westerhof

Groenengrijs. Jong en oud met elkaar in gesprek. Karen van Kordelaar. Astrid Vlak. Yolande Kuin. Gerben Westerhof Groenengrijs Groenengrijs Jong en oud met elkaar in gesprek Karen van Kordelaar Astrid Vlak Yolande Kuin Gerben Westerhof Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van

Nadere informatie

Sterrenkunde. Govert Schilling AUP

Sterrenkunde. Govert Schilling AUP Sterrenkunde Govert Schilling AUP Ontwerp omslag: Michel van Duyvenbode, Amsterdam Ontwerp binnenwerk: Crius Group, Hulshout isbn 978 90 8964 669 9 e-isbn 978 90 4852 350 4 (pdf) e-isbn 978 90 4852 351

Nadere informatie

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend.

Bij brief van 19 februari 2003 heeft het college een verweerschrift ingediend. Raad van State, 200300512/1 Datum uitspraak: 29-10-2003 Datum publicatie: 29-10-2003 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie: Bij besluit van 17

Nadere informatie

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ.

Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Stop met piekeren Dit boek, Stop met piekeren; Werkboek voor de cliënt, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Serie Protocollen voor de GGZ De boeken in de reeks Protocollen voor de GGZ geven

Nadere informatie

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam.

Tijd van monniken en ridders (500 1000 n. Chr.) 3.4 De islam in Europa. Allah. Het ontstaan en de verspreiding van de islam. 570 n Chr Profeet Mohammed geboren in Mekka 610 n Chr Openbaringen Allah via de aartsengel Gabriël, De woorden worden opgeschreven in de Koran 622 n Chr Vlucht Mohammed naar Medina, begin islamitische

Nadere informatie

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg

Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Essenties voor samenwerking in wonen en zorg Realiseer meer en beter woonzorgvastgoed H. K. van den Beld D. van Zalk 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

Nederlands. Burgerschap voor AG. M.C. Arnold-Klaarhamer

Nederlands. Burgerschap voor AG. M.C. Arnold-Klaarhamer Nederlands Nederlands Burgerschap voor AG M.C. Arnold-Klaarhamer Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij, 2008 Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

De sociale ontwikkeling van het schoolkind

De sociale ontwikkeling van het schoolkind De sociale ontwikkeling van het schoolkind De sociale ontwikkeling van het schoolkind J.D. van der Ploeg Houten 2011 2011 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

Islam voor vrijdenkers. (13) Wij zijn allemaal Kafirs.

Islam voor vrijdenkers. (13) Wij zijn allemaal Kafirs. Islam voor vrijdenkers. (13) Wij zijn allemaal Kafirs. Tot nu werd de islam altijd bestudeerd door geleerden. Hetzij universiteitsgeleerden hetzij islamitische schriftgeleerden. Die laatsten zijn per definitie

Nadere informatie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie

Zelfstandig werken. Ajodakt. Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie Zelfstandig werken Ajodakt Dit antwoordenboekje hoort bij het gelijknamige werkboek van de serie 9 789074 080705 Informatieverwerking Groep 7 Antwoorden Auteur P. Nagtegaal ajodakt COLOFON Illustraties

Nadere informatie

Wie krijgt wat? De oelema en het huwelijkscontract. Ruud Peters Universiteit van Amsterdam

Wie krijgt wat? De oelema en het huwelijkscontract. Ruud Peters Universiteit van Amsterdam Wie krijgt wat? De oelema en het huwelijkscontract Ruud Peters Universiteit van Amsterdam Inleiding Het huwelijk via de ogen van de pre-moderne islamitische juristen Sociale verhoudingen van toen, en vaak

Nadere informatie

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht

A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht A. Begrip en aard van het Internationaal Publiekrecht Dit hoofdstuk is een inleiding op het internationaal publiekrecht. Er wordt ingegaan op de geschiedenis van het internationaal publiekrecht, de elementen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

De Verlichting. De Verlichting

De Verlichting. De Verlichting De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie

Nadere informatie

Leercoaching in het hbo. Leercoach

Leercoaching in het hbo. Leercoach Leercoaching in het hbo Leercoach Leercoaching in het hbo Een kapstok om studenten uit te dagen zelf de regie te nemen Jette van der Hoeven 2e druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009 Bohn Stafleu

Nadere informatie

In gesprek met de palliatieve patiënt

In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt In gesprek met de palliatieve patiënt Anne-Mei The Cilia Linssen Bohn Stafleu van Loghum Houten ª 2008 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle

Nadere informatie

Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries

Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries Dit boek, Imaginatie- en rescriptingtherapie voor nachtmerries, is onderdeel van de reeks Protocollen voor de GGZ. Bij deze titel is tevens een werkboek

Nadere informatie

De geschiedenis van Jihad

De geschiedenis van Jihad De geschiedenis van Jihad Het is opvallend dat de supporters van islam zowel in de reguliere media als op de sociale media zich in alle mogelijke bochten wringen om toch maar hun islamofiele illusies overeind

Nadere informatie

School en echtscheiding

School en echtscheiding School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique van der Pluijm en Margit Grevelt School en echtscheiding Alledaagse begeleiding binnen een schoolbreed beleid Angelique

Nadere informatie

Supervisie in onderwijs en ontwikkeling

Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Supervisie in onderwijs en ontwikkeling Delen en helen Onder redactie van: Sijtze de Roos Auteurs: Heleen Bakker Hans Borst Corine Havelaar-Bakker Sijtze de Roos

Nadere informatie

Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting

Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Hypertensie en 24-uursbloeddrukmeting Een toegevoegde waarde voor de praktijk F.T.J. BOEREBOOM, INTERNIST-NEFROLOOG D. TAVENIER, HUISARTS Houten 2010 2010 Bohn Stafleu

Nadere informatie

Leercoaching in het hbo. Student

Leercoaching in het hbo. Student Leercoaching in het hbo Student Leercoaching in het hbo Student Een kapstok om jezelf uit te dagen de regie over je leren te nemen Jette van der Hoeven 2e druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009

Nadere informatie

06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko

06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I. Een Goed. Feedbackgesprek. Tussen kritiek en compliment. Wilma Menko 06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina I Een Goed Feedbackgesprek Tussen kritiek en compliment Wilma Menko 06950181_voorw 01-03-2005 15:47 Pagina II Een goede reeks ISBN Een goede vergadering 90 06 95017

Nadere informatie

Denkbeelden over kleinschalig wonen voor mensen met dementie

Denkbeelden over kleinschalig wonen voor mensen met dementie Denkbeelden over kleinschalig wonen voor mensen met dementie Denkbeelden over kleinschalig wonen voor mensen met dementie Hugo van Waarde (red.) Bohn Stafleu van Loghum Houten 2008 Ó 2008 Bohn Stafleu

Nadere informatie

ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd

ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd ESAT- Screening van ASS op jonge leeftijd Praktische handleiding voor signalering, screening en diagnostiek prof. dr. J. Buitelaar drs. E. van Daalen dr. C. Dietz

Nadere informatie

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS? AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op

Nadere informatie

Preadviezen Content.indd :55:32

Preadviezen Content.indd :55:32 Preadviezen 2016 Content.indd 1 01-11-16 13:55:32 Content.indd 2 01-11-16 13:55:32 Vereniging voor de vergelijkende studie van het recht van België en Nederland Preadviezen 2016 Noodtoestand in het publiekrecht

Nadere informatie

Weten het niet-weten

Weten het niet-weten Weten het niet-weten Over natuurwetenschap en levensbeschouwing Ger Vertogen DAMON Vertogen, Weten.indd 3 10-8-10 9:55 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1. Inleiding 9 2. Aard van de natuurwetenschap 13 3. Klassieke

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk?

Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? Verslag college 1: Democratische waarden onder druk? In de collegereeks Democratie en burgerschap, georganiseerd door ProDemos en de Universiteit van Amsterdam, kijken we naar de huidige stand van zaken

Nadere informatie

groep Computerprogramma woordenschat

groep Computerprogramma woordenschat Taal actief G e b r u i k e r si n st r u c t i e C o m pu te rpro gra m m a w o o rde n s c ha t 214088_OM.indd 1 gro ep 6 22-06-2009 12:22:50 telefoon: 073-628 87 22 e-mail: helpdesk.bao@malmberg.nl

Nadere informatie

Gedragsproblemen bij kinderen

Gedragsproblemen bij kinderen Gedragsproblemen bij kinderen Reeks Praktische Kindergeneeskunde Redactie: V.R. Drexhage, kinderarts L.W.E. van Heurn, kinderchirurg C.M.F. Kneepkens, kinderarts R. Pieterse, kinderarts E. van Rijswijk,

Nadere informatie

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T

Advies IS - Irak. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law. Postbus BA Amsterdam T Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2632 Advies IS - Irak Datum 3 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper Op

Nadere informatie

Doen en blijven doen

Doen en blijven doen Doen en blijven doen Doen en blijven doen Voorlichting en compliancebevordering door paramedici Marieke van der Burgt en Frank Verhulst Vierde, herziene druk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Ó 2009

Nadere informatie

Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep

Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep Interpersoonlijke psychotherapie in een ambulante groep Een behandelprotocol voor depressie Dina Snippe Bohn Stafleu van Loghum Houten 2009 Bohn

Nadere informatie

Mediation als alternatief

Mediation als alternatief Mediation als alternatief Mediation als alternatief Bemiddeling door hulp- en dienstverleners Bert la Poutré Michael Boelrijk Bohn Stafleu van Loghum Houten 2010 2010 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel

Nadere informatie

Omgaan met bloosangst

Omgaan met bloosangst Omgaan met bloosangst Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe men

Nadere informatie

Professional performance van artsen

Professional performance van artsen Professional performance van artsen Professional performance van artsen Tussen tijd en technologie Kiki Lombarts 2010 Uitgevers, Rotterdam 2014 Redactie: Janneke Wolters, Amsterdam Vormgeving omslag:

Nadere informatie

Huis_van_god.book Page 3 Monday, September 21, :49 PM. Dr. Samuel Shem. Het huis van God. De Tijdstroom, Utrecht

Huis_van_god.book Page 3 Monday, September 21, :49 PM. Dr. Samuel Shem. Het huis van God. De Tijdstroom, Utrecht Huis_van_god.book Page 3 Monday, September 21, 2009 4:49 PM Dr. Samuel Shem Het huis van God De Tijdstroom, Utrecht Huis_van_god.book Page 4 Monday, September 21, 2009 4:49 PM De Tijdstroom uitgeverij,

Nadere informatie