Inspectierapport Kindercentrum Speelpleintje (KDV) Leemwierde LP Almere Registratienummer

Transcriptie

1 Inspectierapport Kindercentrum Speelpleintje (KDV) Leemwierde LP Almere Registratienummer Toezichthouder: GGD Flevoland In opdracht van gemeente: Almere Datum inspectie: Type onderzoek: Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport:

2 Inhoudsopgave Het onderzoek...3 Observaties en bevindingen...4 Pedagogisch klimaat...4 Veiligheid en gezondheid...6 Accommodatie en inrichting...7 Inspectie-items...8 Gegevens voorziening...9 Gegevens toezicht van 9

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. In dit nader onderzoek zijn de items waaraan tijdens de inspectie van 5 en 20 oktober 2015 niet aan werd voldaan, opnieuw beoordeeld. De overtredingen betroffen het domein Pedagogisch klimaat, Veiligheid en gezondheid en Accomodatie en inrichting. Naar aanleiding van de handhavingsbrief van gemeente Almere (aankondiging last onder dwangsom), kreeg de houder tot 5 januari 2016 de tijd om de overtredingen te herstellen. Beschouwing Tijdens het onderzoek blijkt dat er een aantal overtredingen, en dan met name het vierogen principe en hoe beroepskrachten in hun werk ondersteund worden met het signaleren van bijzonderheden in de ontwikkeling van de kinderen, niet duidelijk waren voor de houder. Middels een telefoongesprek met de houder op 12 januari 2016 zijn er een aantal zaken verduidelijkt. De houder heeft een aangepaste versie van het werkplan de toezichthouder doen toekomen. Uiteindelijk is er een overtreding blijven staan. Dit betreft de buitenruimte. Er is onvoldoende speelmateriaal voor alle kinderen van de dagopvang. De toezichthouder adviseert de gemeente Almere echter niet te handhaven, maar deze overtreding mee te nemen naar het eerst volgende reguliere onderzoek, dat dit jaar zal plaatsvinden. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 9

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat In het beleid ontbreken: De leeftijdsopbouw van de stamgroep ontbreek. Het vierogenprincipe is in het algemeen beleid opgenomen, maar komt niet overeen met de praktijk op de locatie Leemwierde. Signaleren en doorverwijzen is niet in het beleid opgenomen De wijze waarop beroepskrachten worden toegerust voor de taak signaleren en doorverwijzen is niet in het beleid opgenomen Dit was de conclusie uit het onderzoek van 20 oktober Pedagogisch beleid Tijdens de huidige inspectie heeft de toezichthouder de aangepaste pedagogisch werkplan (januari 2016) getoetst op de ontbrekende voorwaarden. De houder beschrijft het aantal kinderen. Op deze locatie kunnen er maximaal 14 kinderen opgevangen worden in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Het beleid beschrijft dat er maar 12 kinderen per dag opgevangen worden om de kinderen voldoende speelruimte te geven. In het werkplan staat beschreven dat stagiaires ingezet worden wanneer een beroepskracht alleen staat. Er zal altijd goed gekeken moeten worden of de stagiaire meerderjarig is. Wanneer er geen stagiaires zijn, zal een van de houders aanwezig zijn om aan het vierogenprincipe te voldoen. Het beleidsplan beschrijft wat de werkwijze van de beroepskrachten is wanneer zij bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen signaleren. De beroepskrachten nemen altijd contact op met de directie/ hoofdleidster. Er wordt altijd gezorgd voor goede registratie van wat er gezien wordt. Dit in het kader van dossieropbouw. Met ouders kan er dan gerichter naar hulp gezocht worden, dan wel doorverwijzen naar andere instanties. Middels overleg met de directie, worden de beroepskrachten in hun werk ondersteund, wanneer zij zorgen signaleren of andere bijzonderheden bij de kinderen. De beroepskrachten doen aan deskundigheidsbevordering. Elk jaar volgen de beroepskrachten de herhaling Kinder EHBO. Daarnaast maken zij gebruik van informatieavonden over de ontwikkeling van kinderen. Afhankelijk van de organisatie en de eventuele kosten kunnen de beroepskrachten aan deze informatieavonden en of trainingen deelnemen. De toezichthouder concludeert dat de houder de ontbrekende informatie heeft aangepast en dat het pedagogisch werkplan voldoet aan de wettelijke eisen. l Pedagogische praktijk "Op de momenten dat er maar 1 pedagogisch medewerkster op de groep aanwezig is, wordt het 4 ogen- beleid in stand gehouden door de aanwezigheid van tenminste Eén stagiaire die de leeftijd van minimaal 18 jaar heeft. Als er geen geschikte stagiaire/vrijwilliger beschikbaar is wordt het 4-ogenbeleid in stand gehouden door de aanwezigheid van een van beide houders van het kindercentrum zij dragen hierdoor wezenlijk bij aan de uitvoering van het vier-ogen beleid en[1]ondersteunen het team als de ouders hun kind komen halen en/of brengen". Conclusie: Het vierogenprincipe is overeenkomstig met het pedagogisch beleidsplan ingevoerd. De houder heeft de informatie aangepast naar de praktijk. 4 van 9

5 Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Hoofdleidster) Pedagogisch werkplan (januari 2016) 5 van 9

6 Veiligheid en gezondheid Uit het vorige inspectierapport blijkt dat er geen veiligheidsmaatregelen zijn genomen betreffende het speelhuisje en de tuindeur. Inspectie 20 oktober 2015 De inventarisatie en maatregelen betreft het gebruik van de stint en het speelhuisje op de KDV groep ontbreken in de RIV. De houder heeft na de inspectie op 8 oktober een actieplan met maatregelen op gezondheidsrisico's, de inventarisatie en maatregelen betreft de stint. Maatregelen betreft het speelhuisje en veiligheid van de buitendeur (tuin) ontbreken. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft de actuele inventarisatie opgestuurd. De ontbrekende onderdelen zijn hierin opgenomen. Gebruikte bronnen: Actieplan veiligheid (12 januari 2016) 6 van 9

7 Accommodatie en inrichting Uit het vorige inspectierapport kwam het volgende naar voren: 20 oktober 2015 Op dit moment wordt er gebruik gemaakt van los buitenspeelmateriaal (een bal en zandspeeltjes). Dit materiaal is onvoldoende voor jonge kinderen om gelegenheid tot uitdaging te krijgen voor motorisch spel. De houder geeft aan in het voorjaar 2016 een speelhuisje en kunstgras in de buitenruimte te plaatsen. Conclusie: er is op dit moment onvoldoende materiaal aanwezig dat gelegenheid geeft tot uitdaging voor motorisch spel in de buitenruimte. Buitenspeelruimte Tijdens de huidige inspectie blijkt dat er een fietsje en stepje is gekocht. Er waren al wat ballen aanwezig. Er zitten 12 kinderen maximaal op het dagverblijf. Er wordt aangegeven dat er in de lente / zomer een speelhuisje gemonteerd zal worden. Het speelhuisje is al gekocht maar staat voorlopig bij de locatie Jaagmeent in bewaring. De hoofdleidster geeft aan dat zij nog op zoek zijn naar meer fietsjes en stepjes. De toezichthouder acht het speelmateriaal nog steeds niet voldoende. De toezichthouder adviseert de handhaver echter op dit punt niet te handhaven, maar dit mee te nemen naar het eerstvolgende reguliere onderzoek dat dit jaar nog moet plaatsvinden. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: gesprek met de hoofdleidster 7 van 9

8 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogisch beleid Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub b Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub i Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten in de dagopvang worden toegerust voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub j Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor het uitvoeren van het vierogenprincipe overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 sub f Besluit registers kinderopvang, buitenlandse kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) Accommodatie en inrichting Buitenspeelruimte De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 6 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 10 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 9

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kindercentrum Speelpleintje Website : Aantal kindplaatsen : 14 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder Naam houder : Scholte Mollers Adres houder : Jaagmeent 260 Postcode en plaats : 1356AZ Almere KvK nummer : Aansluiting geschillencommissie : Nee Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Flevoland Adres : Postbus 1120 Postcode en plaats : 8200BC LELYSTAD Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : R. Ramsanjhal Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Almere Adres : Postbus 200 Postcode en plaats : 1300AE ALMERE Planning Datum inspectie : Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : 9 van 9