Erratum Stuurbrevet 6 e druk

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Erratum Stuurbrevet 6 e druk"

Transcriptie

1 2019 Toevoegingen en nieuwe vragen Toevoegingen 1.3 Waterkaarten en routeplanning. Bladzijde 15 toevoegen Op de waterkaart staan niet alleen de waterwegen, afstanden en sluizen maar bij sluizen zie je ook vaak wat getalen staan. Bijvoorbeeld: Op de waterkaart staat bij een sluis: 81,5 x 10,5. Dat wil zeggen dat de sluis 81,5 meter lang en 10,5 meter breed is. 1.5 Techniek Bladzijde 23 Toevoegen bij Benzine- en dieselmotoren Bij een benzinemotor wordt het explosie mengsel van brandstof en lucht (zuurstof) door middel van bougies (ontstekingskaarsen) tot ontsteking gebracht. Als de stroom uit valt slaat de motor af. Bij een dieselmotor wordt het explosie mengsel van brandstof en lucht (zuurstof) door middel van samen persing en de daarbij vrijkomende warmte tot ontsteking gebracht. Als een dieselmotor een keer loopt, heeft hij geen stroom meer nodig. De motor slaat niet af als je het contact uit zet. 2.1 Laterale betonning Bladzijde 30 toevoegen Splitsing vaarwegen Naast de scheidingstonnen bestaan er ook walbaken dat een splitsing van vaarwegen aangeeft. Dit baken bestaat uit twee kegels met de punten naar elkaar toe, bovenste kegel is rood en de onderste groen. Dit teken kan zowel op de rechter als op de linker oever staan. 3.2 Lichten en dagmerken grote schepen 1 Bladzijde 57 onderaan toevoegen Slepen kleine schepen onderling Als een klein schip dat niet gebouwd is om te slepen toch een andere boot sleept, hoeft de slepende geen extra sleeplichten te voeren. Boordlichten, toplicht en een wit heklicht zijn voldoende 3.5 Geluidsseinen Bladzijde 66 onderaan toevoegen slecht zicht Er is sprake van slecht zicht als het zicht minder is dan 1000 meter. 4.1 Voorchriften Bladzijde 71 onderaan toevoegen Een varend schip is een schip dat niet ten anker of gemeerd ligt en niet is vast gevaren. Een schip wordt ook als varend beschouwd als het zonder voortstuwing voortdrijft. Een vaart lopend schip is een varend schip dat snelheid maakt ten opzichte van het water. (Een schip dat op stromend water zonder voortstuwing voortdrijft is wel varend en loopt wel snelheid ten opzichte de bodem maar is niet een vaart lopend schip.) Een schip dat zonder voortstuwing voortdrijft is wel varend maar niet vaart lopend. 1

2 5.1 BVA Bladzijde 92 onderaan toevoegen 11. Schip van toezichthouders Een schip dat gebruikt wordt door ambtenaren belast met toezicht op bepaalde verordeningen voert een blauw flikkerlicht. 5.2 BVA Bladzijde 97 vraag 9. Het gele knipperlicht moet een gewoon geel licht zijn. 5.3 BVA Bladzijde 98 onderaan toevoegen Wrakboei Een geïsoleerd gevaar is een gevaar van beperkte omvang, dat aan alle zijden omgeven is door navigeerbare en veilige waters. Deze boeien zijn rood-zwart gekleurd en dragen twee bollen als topteken. Het gebruik van deze boeien is zeer beperkt. Hun licht, indien geplaatst, is wit en werkt steeds met een groep van twee schitteringen. 5.4 BenZee Bladzijde 102 onderaan toevoegen linker kolom boven volgorde van voorrang Lichten dukdalven U mag alleen aanmeren aan daarvoor bestemde dukdalven (paalconstrutie ) die voorzien van bijgaande lichtencombinatie. 5.6 SRKGT Bladzijde 107 Het bord B.8 Dit betekent dat u verplicht bent extra goed op te letten. 5.7 Kustvaartreglement Bladzijde 109 toevoegen onder Definities Strand Onder strand wordt verstaan de kuststrook die tussen Laag Water (LW) en Hoog Water (HW) droog valt. 6.6 Maritiem Betonningsstelsel systeem-a Bladzijde 132 onderaan toevoegen Mocht u in een verkeersscheidingsstelsel in problemen raken, neem dan zo snel mogelijk contact op met de kustwacht. De kustwacht kan dan het overige verkeer waarschuwen. 2

3 7.2Verticale getijdenbewegingen (verval, reductievlak en rijzing) en horizontale getijdenbewegingen Bladzijde 138 De 1/12e regel die daar staat doorstrepen en vervangen door: In de voorgaande twee voorbeelden zijn we twee keer uitgegaan van HW. Dat komt per dag maar twee keer voor. Meestal zitten we een tijdje voor of na HW. Om voor een bepaalde dag op een bepaald uur de actuele waterdiepte op een bepaalde plek te kunnen bepalen, maken we gebruik van de 1/12 regel. Als het LW (eb) is, stijgt het water in 6 uur tijd naar HW (vloed). Dat gebeurt als volgt: eerste stijgt het water langzaam, dan gaat het sneller en vervolgens gaat het weer langzaam. Bijvoorbeeld Bij LW is de waterdiepte 2,0 meter en bij HW 5,5 meter. Het verschil (verval) is dan 5,5 2 = 3,6 meter. Het water stijgt in 6 uur tijd 3,6 meter en die stijging gaat als volgt: 1 e uur diepte 2,0 meter plus stijging 0,3 meter (1/12) is 2,3 meter 2 e uur diepte 2,3 meter plus stijging 0,6 meter (2/12) is 2,9 meter 3 e uur diepte 2,9 meter plus stijging 0,9 meter (3/12) is 3,8 meter 4 e uur diepte 3,8 meter plus stijging 0,9 meter (3/12) is 4,7 meter 5 e uur diepte 4,7 meter plus stijging 0,6 meter (2/12) is 5,3 meter 6 e uur diepte 5,3 meter plus stijging 0,3 meter (1/12) is 5,6 meter In 6 uur tijd is het water van 2 meter naar 5,6 meter gestegen. Rekenvoorbeeld U vaart langs de Belgische kust en om uur passeert u een bepaalde ondiepte. De voor deze ondiepte belangrijke gegevens voor deze dag zijn: uur Laag Water; waterdiepte 0,9 meter uur Hoog Water; waterdiepte 3,3 meter. Het verval op deze dag is dus 2,4 meter De diepgang van uw schip bedraagt 1,3 meter. Hoeveel water hebt u onder de kiel als u om uur de ondiepte passeert? Gebruik de 1/12 regel. Oplossing 1/12 van het verval (2,4 meter) is 0,2 meter. 1e uur (15.00 uur) diepte: 0,9 meter plus rijzing 0,2 (1/12) is 1,1 meter. 2e uur (16.00 uur) diepte: 1,1 meter plus rijzing 0,4 (2/12) is 1,5 meter. 3e uur (17.00 uur) diepte: 1,5 meter plus rijzing 0,6 (3/12) is 2,1 meter. 4e uur (18.00 uur) diepte: 2.1 meter plus rijzing 0,6 (3/12) is 2,7 meter. 5e uur (19.00 uur) diepte: 2,7 meter plus rijzing 0,4 (2/12) is 3,1 meter. 6e uur (20.00 uur) diepte: 3,1 meter plus rijzing 0,2 (1/12) is 3,3 meter. Om uur is de actuele diepte 2,7 meter. De boot steekt 1.3 meter diep. U houdt dus 2,7 1,3 = 1,4 meter water onder de kiel. Antwoorden Bladzijde Lichten in de nacht. Vraag 23 B moet 23 A zijn. Bladzijde Kustvaartreglement Vraag 4 A moet 4 C zijn. 3

4 Nieuwe vragen Hoofdstuk Waterkaarten en routeplanning Bladzijde Hieronder staat een stukje waterkaart van de Dender met 3 sluizen. Wat is het hoogteverschil tussen X (bij sluis Denderleeuw) en Y (bij sluis Aalst)? a) 2,34 meter b) 2,92 meter. c) 1,62 meter Toelichting: De V-tjes geven de stroomrichting aan. Het puntje van de V wijst naar het hoog, tegen de stroom in (richting berg). Het water drukt als het ware de sluisdeuren tegen elkaar. Andersom zouden de deuren door het water opgeduwd worden. Dus X en Y liggen stroomopwaarts. 11. U vaart op een kanaal en nadert een sluis. Op de waterkaart staat bij de betreffende sluis: 81,5 x 10,5. Wat wilt dit zeggen? a) Dat de sluis 81,5 meter lang is en de brug over de sluis 10,5 meter hoog is. b) Dat de sluis 81,5 meter lang en 10,5 meter breed is. c) Dat de sluis 81,5 meter lang en 10,5 meter diep is. 1.5 Techniek Bladzijde U wilt een buitenboordmotor starten, u hebt voldoende benzine maar de motor slaat niet aan. Wat ga je doen? a) Blijven proberen b) Benzinetank verplaatsen c) Bougie eruit halen, kuisen en de electrode afstand (vonkafstand) vergroten d) Bougie eruit halen, kuisen en de electrode afstand (vonkafstand) verkleinen 12. U huurt een motorboot met binnenmotor en u gaat tanken. 4

5 Welke bewering is juist: a) U ziet een typische grote zware scheepsmotor dus u tankt diesel. b) U ruikt geen benzine dus u gaat er vanuit dat er diesel in moet. c) U ziet ontstekingskaarsen (bougies) dus u tankt benzine 5

6 Hoofdstuk Laterale betonning Bladzijde Bijgaand walbaken betekent: a) U nadert een gevaarlijk obstakel. b) U nadert een engte. c) U nadert een splitsing van vaarwegen d) U nadert een verboden gebied. 2.2 Cardinale betonning Bladzijde SIGNI. U vaart op ruim water en u ziet recht voor u een Oost Cardinaal en een stuk verderop, wat meer naar links (2 streken bakboord) een Zuid Cardinaal. Om in het veilige vaarwater te blijven gaat u: a) Bakboord uit en u houdt de Oost Cardinaal aan uw linker (bakboord) zijde en u vaart door naar de Zuid Cardinaal en ook deze boei houdt u aan uw bakboordzijde. b) Bakboord uit en u houdt de Oost Cardinaal aan uw rechter (stuurboord) zijde en u vaart door naar de Zuid Cardinaal en ook deze boei houdt u aan uw stuurboordzijde. c) Stuurboord uit en u houdt de Oost Cardinaal aan uw rechter (stuurboord) zijde en u vaart door naar de Zuid Cardinaal en ook deze boei houdt u aan uw stuurboordzijde. d) Stuurboord uit en u houdt de Oost Cardinaal aan uw linker (bakboord) zijde en u vaart door naar de Zuid Cardinaal en ook deze boei houdt u aan uw bakboordzijde. 13. U vaart op zee en ziet bijna recht van voren (op 1 streek) aan stuurboord een wit knipperlicht Q en op twee steken aan bakboord een wit knipperlicht Q(3). Hoe vaart u langs de deze lichten. a) U gaat bakboord uit en houdt beide lichten aan uw stuurboordzijde. b) U gaat stuurboord uit en houdt beide lichten aan uw bakboordzijde. c) U vaart tussen de beide lichten door. 6

7 Hoofdstuk Lichten en dagmerken Bladzijde Een motorboot haalt u 's nachts in en u vermoedt dat de bestuurder u niet heeft gezien. Om de bestuurder van de inhalende boot te waarschuwen schijnt u met uw schijnwerper in de richting van de betreffende boot. Mag dat? a) Nee, je een medevaarweggebruiker niet verblinden. b) Ja, het is prima manier om je zichtbaar te maken. c) Nee, u moet heel snel koers veranderen om te voorkomen dat de inhalende boot je raakt. 15. Als een motorboot recht op u af vaart ziet u de volgende lichten: a) Alleen een wit toplicht b) Een wit toplicht en beide boordlichten c) Een wit toplicht en een boordlicht d) Een wit toplicht en beide boordlichten en heklicht 16. Het is slecht zicht en u vaart met een zeilboot kleiner dan 20m. Wat gaat u tonen als u op de motor vaart? a) Een blauwe kegel punt naar beneden. b) De lichten van een motorboot. c) De lichten van een motorboot en een zwarte kegel met de punt naar beneden. d) Een zwarte kegel met punt naar beneden. 3.2 Lichten en dagmerken grote schepen 1 Bladzijde Een klein schip dat niet gebouwd is om te slepen, sleept toch een andere boot. Welke verlichting moet het slepende schip voeren? a) Boordlichten, toplicht en heklicht. b) Boordlichten, toplicht en heklicht plus twee extra toplichten. c) Boordlichten, toplicht en heklicht plus een geel heklicht. d) Boordlichten, toplicht en heklicht plus een geel heklicht en twee extra toplichten. 3.5 Geluidsseinen Bladzijde Er is sprake van slecht zicht als het zicht minder is dan: a) 10 meter b) 100 meter. c) 1000 meter. 7

8 Hoofdstuk Voorschriften Bladzijde Boot A vaart een gestrekte (rechte) koers wordt op- en voorbijgelopen (ingehaald) door boot B terwijl dat gezien de omstandigheden eigenlijk niet kan. Iets verderop gaat het fout en er vindt een aanvaring plaats. Wie is in fout? a) B is fout want je mag alleen inhalen als dat zonder gevaar kan gebeuren. b) A is fout want hij medewerking verlenen aan een inhaalmanoeuvre c) B is fout want hij een geluidssignaal moeten geven. 21. Een schip dat zonder voortstuwing voortdrijft is: a) Een varend schip maar niet een vaart lopend schip. b) Een vaart lopend schip maar niet een varend schip. c) Een varend schip en ook een vaart lopend schip. 4.3 Voorrangregels vervolg Bladzijde U vaart met een zeilboot met de zeilen over stuurboord op open water. Uit tegengestelde richting komt een zeilboot recht op u af. Er bestaat gevaar voor aanvaring. Wie moet wijken? a) De tegenligger moet wijken want u vaart over stuurboord. b) U moet wijken want u vaart over stuurboord en de tegenligger vaart over bakboord. c) Er bestaat gevaar voor aanvaring dus u moet beiden naar stuurboord uitwijken. 8

9 Hoofdstuk BVA Bladzijde Bijgaande lichten en dagmerken zijn van: a) Vissersschip b) Mijnenveger c) Sleepboot 26. U ziet op zee 2 blauwe flikkerlichten. Dat zijn de lichten van: a) Een schip met gevaarlijke stoffen. b) Een schip dat bepaalde werkzaamheden uitvoert. c) Boten met toezichthoudende taken die een verboden doorvaart markeren. 27. Een werktuiglijk voortbewogen schip heeft tijdens het varen zijn boordlichten, toplicht en heklicht aan. Welke lichten voert een werktuiglijk voortbewogen schip dat gestopt is met varen en voor anker ligt? a) Een of twee ankerlichten, afhankelijk van de lengte. b) Alleen de boordlichten (zijlichten) uit. c) Boordlichten en heklicht uit. d) Op zee laat men alle lichten branden. 5.2 BVA vervolg 1 Bladzijde Een door zijn diepgang beperkt manoeuvreerbaar schip (bovenmaats zeeschip), overdag herkenbaar aan met dagteken cilinder, heeft voorrang op een: a) Vissersschip, zeilschip, werktuiglijk voortbewogen schip maar niet op een onmanoeuvreerbaar schip. b) Onmanoeuvreerbaar schip, vissersschip, zeilschip, werktuiglijk voortbewogen schip. c) Onmanoeuvreerbaar schip, vissersschip, zeilschip, werktuiglijk voortbewogen schip, maar niet op een zeilschip BVA vervolg 2 Bladzijde Deze boei markeert: a) Het veilige vaarwater. b) Geïsoleerd gevaar bijvoorbeeld een wrak. c) Een splitsing van vaarwaters. 5.4 BenZee Bladzijde Wat is de maximum snelheid op de Beneden Zeeschelde? a) 15 knopen b) 25 km/uur c) 30 knopen d) Er is op de Beneden Zeeschelde geen maximum snelheid van kracht. 9

10 24. s Nachts ziet u op de Ben Zee nevenstaande lichten. Wat is de betekenis van de lichtcombinatie? a) De lichten staan bij een sluis en het betekent dat de sluisdeur dadelijk opengaat. b) De lichten staan op een dukdalf en het betekent dat je hier mag aanleggen. - c) De lichten staan bij een sluis en het betekent dat de sluisdeur dadelijk dichtgaat. 25. Stroomopwaarts grenst de Beneden-Zeeschelde (BenZee) ter hoogte van de Rede van Antwerpen aan: a) De Maas. b) De Leije. c) De Boven-Zeeschelde. d) De Schelde 5.6 SRKGT Bladzijde SRKGT Het bord B.8 Dit betekent: a) Dat u verplicht bent extra goed op te letten. b) Dat u niet voorbij dit bord mag afmeren. c) Dat u een geluidssein moet geven. 5.7 Kustvaartreglement Bladzijde Onder strand wordt verstaan: a) De kuststrook tussen de duinen en de gemiddelde laagwaterstand. b) De kuststrook van Knokke tot De Panne die gebruikt wordt om te recreëren. c) De kuststrook die tussen Laag Water (LW) en Hoog Water (HW) droog valt. 14. De haven van Blankenberge is alleen toegankelijk voor: a) Pleziervaartuigen, professionele vissersschepen en ferry s. b) Pleziervaartuigen en professionele vissersschepen. c) Pleziervaartuigen. 10

11 Hoofdstuk De koersformule 1 Bladzijde U vaart op zee en er valt iemand overboord. De stroomrichting is 90 en de stroomsterkte is 2 knopen. De tijd tussen het begin van de reddingsoperatie en het vermoedelijke tijdstip waarop de gevonden zal worden is een half uur. Waar bevindt de drenkeling zich vermoedelijk na een half uur? a) 2 mijl ten Oosten van het punt waar de drenkeling te water is geraakt. b) 2 mijl ten Westen van het punt waar de drenkeling te water is geraakt. c) 1 mijl ten Oosten van het punt waar de drenkeling te water is geraakt. d) 1 mijl ten Westen van het punt waar de drenkeling te water is geraakt. 6.5 Peilingen Bladzijde Als u door middel van één of meer peilingen met een handpeilkompas uw gegiste positie wilt verbeteren, noteert u op het moment van peilen minimaal de volgende gegevens: a) De afgelezen kompaspeiling(en) en de voorliggende kompaskoers. b) De afgelezen kompaspeiling(en), de tijd en de logstand. c) De afgelezen kompaspeiling(en), de deviatie en de tijd. 3. Uw kompaskoers is 090 en de daarbij behorende deviatie is -2. Variatie is 2 west. U peilt punt X op het stuurkompas op 040. Wat is de ware peiling a) 044. b) 040. c) 036. d) Bij het nemen van een kruispeiling peilt u bij voorkeur: a) Twee punten die een snijdingshoek vormen, zo dicht mogelijk bij de 30. b) Twee punten die een snijdingshoek vormen, zo dicht mogelijk bij de 90. c) Twee punten die zoveel mogelijk in elkaars verlengde liggen. 5. Met behulp van een handpeilkompas (geen deviatie) peilt u een baken op de wal op 153. Op de kaart leest u dat de variatie 4 west is. Wat is de ware peiling van dit baken? a) 153. b) 149. c) 157. d) Sturend in kompaskoers 123 peilt u over een vast opgesteld magnetisch kompas aan boord van een stalen motorjacht punt P op 268. De variatie bedraagt 5 west. De deviatie bij de voorliggende kompaskoers is -3. De ware peiling van punt P is: a) 264. b) 276. c) 260. d)

12 7. U vaart een kompaskoers noord (deviatie -1) en peilt met het stuurkompas punt X op 040 en punt Y op 323. De variatie is 3 west. Wat zijn de ware peilingen van X en Y? a) X = 044 en Y = 327. b) X = 042 en Y = 325. c) X = 036 en Y = Op het handpeilkompas ( geen deviatie) peilt u punt X op 030, punt Y op 075 en punt Z op 120. De variatie is -5. Wat zijn de ware peilingen van X, Y en Z? a) X = 025 Y = 080 Z = 125. b) X = 025 Y = 070 Z = Maritiem Betonningsstelsel systeem-a Bladzijde U steekt met een zeiljacht een verkeerscheidingsstelsel haaks over. De wind valt weg en van links en rechts naderen grote zeeschepen. U probeert de motor te starten maar de motor slaat niet aan. Wat gaat u doen? a) U roept via de marifoon Dover costguard op, geeft uw positie door en legt uit dat u geen snelheid kunt maken vanwege een defecte motor. b) U steekt noodvuurwerk aan om de schepen te waarschuwen. c) U zeilt zo goed als het kan gewoon rechtdoor in de hoop dat de zeeschepen uitwijken. 12

13 Hoofdstuk Verticale getijdenbewegingen (verval, reductievlak, rijzing) en horizontale getijdenbewegingen Bladzijde U vaart langs de Belgische kust en om uur passeert u een bepaalde ondiepte. De voor deze ondiepte belangrijke gegevens voor deze dag zijn: uur Laag Water; waterdiepte 0,9 meter uur Hoog Water; waterdiepte 3,3 meter. Het verval is dus 2,4 meter De diepgang van uw schip bedraagt 1,3 meter. Hoeveel water hebt u onder de kiel als u om uur de ondiepte passeert? Gebruik de 1/12 regel. a) 1,0 meter. b) 2,4 meter. c) 1,4 meter. d) 1,1 meter 7.4 Wind en wolken Bladzijde Hieronder volgen twee stellingen. I De luchtdruk is het hoogst in een depressie. II De lucht stroomt van een hoge drukgebied naar lage drukgebied. a) I is onjuist en II is onjuist. b) I is onjuist en II is juist. c) I is juist en II is onjuist. d) I is juist en II is juist. 13

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de Scheepvaart

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI): Examen Maart 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 5 maart 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 november 2011. Het gedeelte Beperkt en het gedeelte Algemeen bestaan ieder uit 20 vragen (60

Nadere informatie

Examen November 2005

Examen November 2005 Examen November 2005 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 26 november 2005. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

Examen Beperkt stuurbrevet

Examen Beperkt stuurbrevet Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 19 Maart 2011. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10 vragen) geeft u

Nadere informatie

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

DEEL 1 - VRAGEN 1-20 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel DEEL 1 - VRAGEN 1-20 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 4 mei 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. 40 2012 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN 1 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen: Hieronder staan de vragen van het Beperkt Stuurbrevet-examen

Nadere informatie

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET Examen Maart 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 6 maart 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. 41 2012 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN 2 Opmerking: De vermelding "CEVNI" heeft betrekking op de Europese reglementering. De vermelding "SIGNI" heeft betrekking op de Europese voorschriften voor signalisatie

Nadere informatie

Examen November 2007

Examen November 2007 Examen November 2007 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2007. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 17 mei 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008 Opmerking: De vermelding CEVNI heeft betrekking op de Europese reglementering en correspondeert

Nadere informatie

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft. 43 Examen maart 2013 ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Verklaring van de gebruikte symbolen 1. Hieronder is een verkeerssituatie

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 110 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-4 In

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009 Opmerking: De vermelding APSB heeft betrekking op het Algemeen Politiereglement voor de

Nadere informatie

Vaarbewijs 1. Verlichting

Vaarbewijs 1. Verlichting Vaarbewijs 1 Verlichting Kleine schepen Motorboot: Boordlichten Toplicht, tenminste 1 meter boven boordlichten Heklicht of Rondom schijnend licht i.p.v. apart toplicht en heklicht Kleine schepen Zeilboot:

Nadere informatie

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI): Examen Maart 2002 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 9 maart 2002. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 5 mei 2012 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel staan

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB. Vragen 1-3 In

Nadere informatie

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013 Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2 Let op: dit is een bijlage bij de Studiewijzer Klein Vaarbewijs en geen vervanging van de Studiewijzer. In de Studiewijzer staan nog eens honderden vragen

Nadere informatie

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Binnenvaartpolitieregelement (BPR) REGELEMENT TER VOORKOMING VAN AANVARING OF AANDRIJVING OP DE OPENBARE WATEREN Net als op straat zijn er ook op

Nadere informatie

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017 vraag 1) Zeilend met een vlet zie je recht vooruit een schip dat aan stuurboord twee boven elkaar gehesen groene ruiten voert en aan bakboord een rode bal. Je

Nadere informatie

3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft. 44 Examen mei 2013 Examenvragen stuurbrevet - 04 Mei 2013 Beperkt stuurbrevet Opmerking: De vermelding "CEVNI" heeft betrekking op de Europese reglementering. De vermelding "SIGNI" heeft betrekking op

Nadere informatie

VAARREGELS DE BELANGRIJKSTE

VAARREGELS   DE BELANGRIJKSTE DE BELANGRIJKSTE VAARREGELS Dit overzicht omvat een vereenvoudigde voorstelling van vaarregels op het water. Een totaaloverzicht vind je op www.visuris.be/scheepvaartreglementering. Verder moeten schippers

Nadere informatie

Examen November 1999

Examen November 1999 Examen November 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 20 november 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

Examen November 2003

Examen November 2003 Examen November 2003 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 22 november 2003. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen

Nadere informatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

Examen versie: 999999NWG1-7-200909:00VBA Handmatig pagina 1 (1-7-2009) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN

Examen versie: 999999NWG1-7-200909:00VBA Handmatig pagina 1 (1-7-2009) Antw.Pnt. VBA. Ministerie van Verkeer en Waterstaat AANVULLEND EXAMEN Examen versie: VBA 999999NWG-7-200909:00VBA Handmatig pagina (-7-2009) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Stichting VAMEX AANVULLEND EXAMEN KLEIN VAARBEWIJS II (Alle binnenwateren- artikel 6, Binnenvaartbesluit)

Nadere informatie

borden en diversen 13 maart 2017

borden en diversen 13 maart 2017 borden en diversen 13 maart 2017 vraag 1) Zeilend met een lelievlet, ziet je het hierboven getekende bord staan. Het bord is vierkant en blauw met daarop tegen elkaar indraaiende witte pijlen. Dit is voor

Nadere informatie

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR BPR Dagtekens Instructie ZI BPR Dagtekens Zwarte Kegel: Als een zeilschip op zijn zeilen en motor vaart, moet deze getoond worden Zwarte Bol: Als een schip voor anker ligt, moet deze getoond worden Cilinder:

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 17 november 2012 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel

Nadere informatie

Erratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk.

Erratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Erratum Bladzijde 144 Antwoorden 5.5 Politiereglement Beneden-Zeeschelde Antwoord 1.A moet zijn 1.B Antwoord 9.B moet zijn 9.C 5.7 Kustvaartreglement Antwoord 4.A moet

Nadere informatie

2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet

2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet 2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 17 november 2012. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. U bent

Nadere informatie

H4 Lichten, seinen & termen

H4 Lichten, seinen & termen Kielboot 4.4 Verkeerstekens algemeen Net zoals in het verkeer kan je op het water ook verkeerstekens tegen komen. Deze tekens zijn in 4 groepen te verdelen; - Verbodstekens, - Aanbevelingstekens, - Aanwijzingstekens,

Nadere informatie

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

DEEL 1 - VRAGEN 1-20 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel DEEL 1 - VRGEN 1-20 LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 22 februari 2014 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS.

Nadere informatie

Reglementen. Ivar ONRUST

Reglementen. Ivar ONRUST Reglementen Ivar ONRUST 2 Toepassingsgebied Diverse reglementen S.R.K.G.T. B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA).

U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA). Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs Aanvullend (VBA). De in dit proefexamen opgenomen vragen komen uit de examenvragenbank, maar draaien niet

Nadere informatie

BPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen

BPR. Betonning. Kardinale Betonning. Laterale Betonning. Splitsingen. Hoe herken je de betonning? Betonning. Om aan te geven waar je kan varen Betonning Betonning Om aan te geven waar je kan varen 2 soorten: Kardinale Betonning Laterale Betonning Kardinale Betonning Laterale Betonning Wordt gebruikt om een obstakel of ondiepte te markeren Geeft

Nadere informatie

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT Met het Watersport Certificaat kunt u in binnen- en buitenland aantonen dat u conform de Nederlandse wet- en regelgeving in Nederland op alle

Nadere informatie

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)? Examen Juni 2001 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 16 juni 2001. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

Digitale thuiscursus VB1(KVB1) Digitale thuiscursus VB1(KVB1) Vaarschool Albatros Grote Oost 30 1621 BW Hoorn www.vaarschoolalbatros.nl Uw docent Coen Cromjongh 0229 317 020 Voor inhoudelijke vragen over de cursus, kunt u terecht op:

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

Erratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk.

Erratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk. Erratum Bladzijde 144 Antwoorden 5.5 Politiereglement Beneden-Zeeschelde Antwoord 1.A moet zijn 1.B Antwoord 9.B moet zijn 9.C 5.7 Kustvaartreglement Antwoord 4.A moet

Nadere informatie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013 Scheepvaartcontrole City atrium Vooruitgangstraat 56 1210 russel LGEMEEN EN EPERKT STUURREVET 2 maart 2013 Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het PS. Vragen 1-5 In de tabel

Nadere informatie

Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 2 examens

Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 2 examens Lijst van voorkomende begrippen in Klein Vaarbewijs 2 examens Deze lijst is bedoeld als hulpmiddel voor de kandidaten van het examen Klein Vaarbewijs 1 en 2. De lijst is een opsomming van niet alledaagse

Nadere informatie

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen. H3 PR 3.1 Het innenvaartpolitiereglement Voordat we het water op kunnen moeten we goed weten wanneer je wel of geen voorrang hebt. Daarvoor bestaat het innenvaartpolitiereglement. Wanneer je de regels

Nadere informatie

Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding

Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort Inleiding et Binnenvaartpolitiepeglement (BPR) beschrijft alle regels ter voorkoming van aanvaringen op de openbare wateren in Nederland. Om dit 250 pagina

Nadere informatie

Opzet van de theoriecursus

Opzet van de theoriecursus Opzet van de theoriecursus Vandaag: voor roeiers én zeilers Vaarregels relevant op de Eem Borden die te vinden zijn op de Eem als illustratie Lichten in kort bestek Op 9 februari: krachten bij een zeilboot

Nadere informatie

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht. Veilig varen Welkom KBC Utrecht Jasper Jansen 43 jaar Al ruim 35 jaar op het water: ouders, scouting, diverse zeilscholen, eigen schip CWO kielboot- en kajuitjachtinstructeur Ruim 20 jaar wonen en varen

Nadere informatie

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst Klein vaarbewijs 6 e bijeenkomst programma testje Marifoon en radar Vaarregels (voorrangsregels) BPR Doorvaren sluizen Slecht zicht Ligplaats nemen Snelle motorboten Overige regels Marifoon Maritieme telefoon

Nadere informatie

Opzet van de theoriecursus

Opzet van de theoriecursus Opzet van de theoriecursus Vandaag: voor roeiers én zeilers Vaarregels relevant op de Eem Borden die te vinden zijn op de Eem als illustratie Lichten in kort bestek Op 25 januari: verdieping voor regels,

Nadere informatie

Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015

Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015 Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015 Klein Vaarbewijs 1 (les 1 t/m 4) Bladzijde 83 bovenaan, beperkt manoeuvreer schip Middelste kolom onder lichten rood-groen-rood moet rood-wit-rood zijn

Nadere informatie

EXAMEN JULI 1999 BEPERKT STUURBREVET

EXAMEN JULI 1999 BEPERKT STUURBREVET EXAMEN JULI 1999 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 16 juni 1999. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

Aanvullende vragen. Aanvullende vragen Les 1

Aanvullende vragen. Aanvullende vragen Les 1 Aanvullende vragen Aanvullende vragen Les 1 27. Wat is de dode hoek van een binnenvaartuig? het deel van de waterweg vóór de boeg dat vanuit het stuurhuis niet te zien is de afstand die het schip nodig

Nadere informatie

Examen CWO buitenboordmotor III

Examen CWO buitenboordmotor III Examen CWO buitenboordmotor III Werkgroep CWO-examenvragen Nautische commissie waterwerk Scouting Nederland Legenda afbeeldingen Wind Wit licht Stroom Geel licht Koers Blauw licht Klein zeilschip Groen

Nadere informatie

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1)

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1) In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1) Buitengebruik gestelde gedeelten van de vaarweg (Bordnr. A.1a) Geldt niet voor een klein schip zonder motor. Voorbijlopen verboden (Bordnr. A.2) Verboden ligplaats

Nadere informatie

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST Begrippen en Definities Ivar ONRUST Toepassingsgebied Diverse reglementen B.P.R. R.P.R. Binnenvaart Politie Reglement Algemene binnenwateren Rijnvaart Politie Reglement Rijn, Waal, Lek, Pannerdensch kanaal

Nadere informatie

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI). Examen Juni 2003 Hieronder staan de vragen van het Stuurbrevet-examen van 7 juni 2003. Het gedeelte Beperkt (20 vragen) staat op 60 punten, dit wil zeggen 3 punten per vraag. Het gedeelte Algemeen (10

Nadere informatie

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR BPR Algemene Bepalingen Instructie CWO 3 BPR Het Binnenvaart Politie Reglement Bevat regelgeving voor alle binnenwateren behalve: Boven- en neder-rijn Lek Waal Westerschelde Eemsmonding Kanaal van Gent

Nadere informatie

BPR. Betonning. Instructie ZI BPR

BPR. Betonning. Instructie ZI BPR BPR Betonning Instructie ZI BPR Betonning Om aan te geven waar je kan varen 2 soorten: Kardinale Betonning Laterale Betonning Kardinale Betonning Wordt gebruikt om een obstakel of ondiepte te markeren

Nadere informatie

Samenvatting BPR KZV 2005/2006

Samenvatting BPR KZV 2005/2006 1. Klein vaarbewijs I Schepen > 15 meter Schepen sneller dan 20 km/u Op rivieren en kanalen 1. Klein vaarbewijs II Schepen > 15 meter Schepen sneller dan 20 km/u Op ruim vaarwater 2. Groot vaarbewijs Beroepsvaart:

Nadere informatie

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2.

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 2. Dit proefexamen geeft een indruk hoe de vragen er in het officiële examen uitzien. Dat sluit niet uit

Nadere informatie

Borden en diversen 13 maart 2017

Borden en diversen 13 maart 2017 Borden en diversen 13 maart 2017 vraag 1) Zeilend met een lelievlet, ziet je het hierboven getekende bord staan. Het bord is vierkant en blauw met daarop tegen elkaar indraaiende witte pijlen. Dit is voor

Nadere informatie

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed? Nautisch Inzicht 1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed? a) de hoge wal, loef- en lijzijde; b) de lage wal, lij- en loefzijde;

Nadere informatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

Commando's & Manoeuvres

Commando's & Manoeuvres Commando's & Manoeuvres 1. We zijn aan het roeien en willen de boot stoppen. Wat zijn achtereenvolgens de commando's? a) eide boorden op riemen; beide boorden strijkt; gelijk; b) eide boorden stoppen af;

Nadere informatie

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR) Theorie eisen reglementen (BPR) voor CWOIII Kennis van de volgende artikelen en de uitwijkbepalingen in de betreffende situaties kunnen toepassen: Art. 1.01 i Definitie

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder

Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder Artikel 13.01. Verboden handelingen Behoudens toestemming van de bevoegde autoriteit is het verboden op de

Nadere informatie

Het ROEIEN en de vaarregels

Het ROEIEN en de vaarregels Het ROEIEN en de vaarregels Net als op de openbare weg gelden op het openbare water verkeersregels. En dus ook varend met de roeiboten van de K.W.V.L. moeten we ons daar aan houden. Veel van de regelgeving

Nadere informatie

hebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben.

hebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben. Examens en vaarbewijzen Dit boek behandelt de stof die je moeten kennen om de examens Klein Vaarbewijs 1 en 2 te halen. Wie alleen het eerste examen haalt, krijgt een Klein Vaarbewijs 1, wie later of meteen

Nadere informatie

A. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken)

A. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken) A. Verbodstekens A.1 In-, uit- of doorvaren verboden (algemeen teken) of of A.1.a Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip zonder motor A.2 Voorbijlopen

Nadere informatie

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden? Nautisch Inzicht 1. ls een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden? a) beide schepen gaan slingeren en men moet dubbel oppassen; b) zuiging tussen de twee schepen

Nadere informatie

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013

Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013 Examen Theoretische Kust Navigatie 20 april 2013 versie 29 april 2013 Beknopte verklaring van de antwoorden Bij vragen waar geen verklaring is gegeven, is de verklaring te vinden in de gebruikelijke studiematerialen.

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Examen versie: VB 999999NWG-7-200909:00VB Handmatig pagina (-7-2009) Ministerie van Verkeer en Waterstaat Stichting VAMEX EXAMEN KLEIN VAARBEWIJS I (Rivieren, kanalen en meren artikel 6 Binnenvaartbesluit)

Nadere informatie

Bepalen van de optimale route

Bepalen van de optimale route Routeplanning Bij routeplanning willen we vooral antwoord op de vragen : Wat is de meest optimale route? Hoe lang varen we over een traject of wanneer komen we ergens aan? Wat is het verval over de totale

Nadere informatie

Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee

Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Maritiem vervoer Internationale bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee Londen, 1972 Officieuze coördinatie Internationale bepalingen ter voorkoming

Nadere informatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos

Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos Errata/Aanvullingen 10 e druk Kustnavigatie, handboek voor instructie en praktijk. Auteurs: Toni Rietveld, Adelbert van Groeningen en Janneke Bos pag. 12 We noemen zo n koers een loxodroom. RK, r-2 vb

Nadere informatie

o. exploitant: de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over het gebruik van een schip;

o. exploitant: de eigenaar, rompbevrachter of ieder ander die de zeggenschap heeft over het gebruik van een schip; Besluit van 15 januari 1992, houdende een reglement voor de scheepvaart op de Westerschelde Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht

Nadere informatie

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1. De in dit proefexamen opgenomen vragen komen uit de examenvragenbank, maar draaien niet meer mee bij

Nadere informatie

Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen

Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen Admiraliteit No. 14 Zuidhollandse Stromen Nautisch Technische Commissie Theorie examen: MBL M1 - Buitenboordmotorboot / CWO Buitenboordmotorboot III Set: 504 1 Waarom mag er niet gezwommen worden in de

Nadere informatie

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie

Bijlage 7. IALA Betonningssysteem (zone "A")

Bijlage 7. IALA Betonningssysteem (zone A) Koninklijk besluit van 4 augustus 1981 houdende politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, de havens en de stranden van de Belgische kust. 1. Algemeen Bijlage 7 IALA Betonningssysteem

Nadere informatie

Proefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee?

Proefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee? Proefexamen 6 1 Binnenvaartbesluit Een klein vaarbewijs is vereist voor het varen met een: Motorschip met een hoogst bereikbare snelheid van 16 km/uur en een lengte van minder dan 15 meter. Motorschip

Nadere informatie

1 van 32 26-2-2012 15:04

1 van 32 26-2-2012 15:04 1 van 32 26-2-2012 15:04 Scheepvaartreglement voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen (Tekst geldend op: 19-12-2009) Besluit van 11 december 1991, houdende een reglement voor de scheepvaart op het Kanaal

Nadere informatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

VAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1

VAMEX - Voorbeeldexamen februari 2015, CWO-GMS deel A pag. 1 VAMEX - VOORBEELDEXAMEN CWO-GMS deel A Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen CWO-GMS deel A. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise: Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise: De Windroos Bootonderdelen Schiemanswerk: 8-knoop schootsteek platte knoop mastworp paalsteek Halve steek slipsteek met daarop een halve

Nadere informatie

Commando's & Manoeuvres

Commando's & Manoeuvres Commando's & Manoeuvres 1. We zijn aan het roeien en willen de boot stoppen. Wat zijn achtereenvolgens de commando's? a) eide boorden op riemen; beide boorden strijkt; gelijk; b) eide boorden stoppen af;

Nadere informatie

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2.

VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2. Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. VAMEX - VOORBEELDEXAMEN KLEIN VAARBEWIJS 2 Geachte belangstellende, U ziet hier een voorbeeld van een officieel examen Klein Vaarbewijs 2. Welke onderwerpen komen in de examenvragen aan bod? Voor het antwoord

Nadere informatie

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien Indeling presentatie Basis verkeersregels (herhaling voor mensen met eerdere opleiding) Suggesties tav gedrag en veiligheid - Varen doe je samen Tips van de

Nadere informatie

Hieronder vind je een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1.

Hieronder vind je een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1. OEFENEXAMEN VB 1 Hieronder vind je een voorbeeld (proefexamen) van een examen Klein Vaarbewijs 1. Dit proefexamen geeft een indruk hoe de vragen er in het officiële examen uitzien. Dat sluit niet uit dat

Nadere informatie

STRUIKELBLOKKEN bij het examen Klein Vaarbewijs uitgave mei 2014

STRUIKELBLOKKEN bij het examen Klein Vaarbewijs uitgave mei 2014 STRUIKELBLOKKEN bij het examen Klein Vaarbewijs uitgave mei 2014 Bericht van de Examencommissie van de VAMEX 1. Onderwerpen in de examenvragen die vaak fout worden beantwoord De examencomputer van de VAMEX

Nadere informatie

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt Dit oefenexamen lijkt erg op het echte examen. Als je wilt weten of je alles goed hebt begrepen

Nadere informatie