Jonge ondernemingen in Henriëtte Hulshoff Richard Kerste Dick Snel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jonge ondernemingen in 2000. Henriëtte Hulshoff Richard Kerste Dick Snel"

Transcriptie

1 Jonge ondernemingen in 2000 Henriëtte Hulshoff Richard Kerste Dick Snel Zoetermeer, februari 2001

2 ISBN: Prijs: ƒ 60,- Bestelnummer: A0016 Dit onderzoek maakt deel uit van het Programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken. EIM is een onderzoeksbureau met 170 professionals. EIM verschaft beleidsgerichte en praktijkgerichte informatie van sociaal-economische aard voor en over alle sectoren van het bedrijfsleven en voor beleidsinstanties. EIM is gevestigd in Zoetermeer. Behalve op Nederland richt EIM zich ook op de Europese economie en op andere continenten. Voor meer informatie over EIM en wat EIM voor u kan betekenen, kunt u contact met ons opnemen. Adres: Italiëlaan 33 Postadres: Postbus AA Zoetermeer Telefoon: Fax: Website: De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van EIM. EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden. The responsibility for the contents of this report lies with EIM. Quoting of numbers and/or texts as an explanation or support in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of EIM. EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.

3 Inhoud Samenvatting Inleiding De EIM Jongebedrijvencohort Inleiding Ontwikkeling cohort Stoppers: achtergrond Belangrijkste uitkomsten De blijvers: hoe vergaat het deze ondernemers en hun bedrijven? Inleiding Samenstelling EIM Jongebedrijvencohort Activiteiten van de ondernemers in het bedrijf Personeelsbestand Investeringen Export Knelpunten in de bedrijfsvoering Financieel resultaat Belangrijkste uitkomsten Groeien of niet groeien: wat is het doel en wat is er gerealiseerd? Groeidoelstellingen van ondernemers: de literatuur Factoren die groei bepalen Groeidoelstellingen van pre-starters Groeidoelstellingen en ondernemingsplan Conclusie Groeidoelstellingen van jonge bedrijven en realisatie Groeidoelstellingen van groepen ondernemers...33

4 4.2.2 Groeidoelstellingen en personeel Knelpunten bij de realisatie van groeidoelstellingen Toekomstplannen en verwachtingen van ondernemers Conclusie Slotbeschouwing...43

5 Samenvatting Deze publicatie geeft een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de EIM Jongebedrijvencohort 1994 anno Deze cohort werd in 1994 gevormd als de EIM Starterscohort 1994 en is nu voor de zevende keer geënquêteerd. Daarbij is in het bijzonder aandacht besteed aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid bij de deelnemende ondernemingen. Tien procent van de in 1999 nog actieve bedrijven is gestopt in het afgelopen jaar. De meeste stoppers hebben op het moment van stoppen een andere bron van inkomsten. De belangrijkste redenen om de bedrijfsactiviteiten te staken zijn: privéredenen; het zich voordoen van bepaalde kansen, zoals het zich aandienen van een baan in loondienst of de mogelijkheid actief te worden in een ander bedrijf; het niet goed uit de startblokken komen van de onderneming. 40% van de stoppers overweegt in de toekomst ooit nogmaals voor het zelfstandig ondernemerschap te kiezen. In totaal hebben 670 deelnemers uit de cohort die sinds 1994 wordt gevolgd, in 2000 aan de zevende peiling meegedaan. De cohortdeelnemers zijn in het ondernemerschap gegroeid. Er worden steeds minder nevenactiviteiten ontplooid en het grootste deel (bijna driekwart) is nu fulltime in het bedrijf actief. Vrouwelijke ondernemers kiezen vaker voor kleinschalig ondernemerschap. Zij werken gemiddeld minder uren per week in het bedrijf dan de mannelijke ondernemers in de cohort. Vrouwen combineren het ondernemerschap bovendien vaak met andere activiteiten, zoals de verzorging van het gezin en een baan in loondienst, waardoor een groter bedrijf al snel lastiger realiseerbaar is. Het aandeel bedrijven met personeel groeit nog steeds. In de loop der jaren zijn steeds meer ondernemers ertoe overgegaan om personeel aan te nemen. Op dit moment heeft 40% van de bedrijven in de cohort personeel in loondienst. In het startjaar had 16% personeel in loondienst. De kans dat de bedrijven overleven groeit. De ondernemers zijn optimistisch gestemd over de toekomst van hun bedrijf. Dit komt eveneens tot uiting in het investeringsgedrag. Bijna 60% heeft in het afgelopen jaar investeringen gepleegd. De bedrijven met personeel scoren op beide vlakken hoger dan de bedrijven zonder personeel. Het aantrekken van personeel is en blijft een knelpunt, met name voor de bedrijven met personeel. Anno 2000 hebben de bedrijven die personeel in dienst hebben en (verder) willen uitbreiden veel problemen met het aantrekken van nieuw personeel. Ook de arbeidsregelgeving omtrent het aannemen en ontslaan van personeel is een belangrijk knelpunt. Voor alle be- EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 5

6 drijven geldt daarnaast dat men te maken heeft met slecht betalingsgedrag van klanten: men moet vaak te lang wachten op de betalingen. Alvorens te kijken naar de groeidoelstellingen en het al dan niet realiseren van groei bij de cohortdeelnemers is een literatuurverkenning uitgevoerd. De mogelijkheden van het bedrijf om te groeien, het vermogen van de ondernemer om te groeien en de noodzaak/behoefte voor groei zijn bepalend voor de uiteindelijke realisatie van de groei van startende ondernemingen. De afweging van 'interne' en 'externe' factoren is van invloed op de keuze ten aanzien van groei. Pre-starters hebben weinig ambitieuze groeidoelstellingen. Het ondernemingsplan biedt de mogelijkheid om groeidoelstellingen expliciet te maken. Vervolgens is nader ingegaan op de aanwezigheid van groeidoelstellingen (in aantal werknemers) van de cohortdeelnemers bij de start van het bedrijf en het al dan niet realiseren van die doelstellingen. De meeste ondernemers die wilden groeien, realiseerden ook groei. De echte strevers naar groei zijn ondernemers die bij de start: veel tijd in het bedrijf steken; geen andere activiteiten naast het bedrijf hebben; als zij ergens anders tijd in steken, dat vooral doen in een andere onderneming; het bedrijf niet combineren met zorgtaken voor het gezin; en dat doen mannen vaker dan vrouwen. Mannen streefden dan ook vaker naar groei dan vrouwen. Een bedrijf beginnen in de overige (voornamelijk consumentgerichte) dienstverlening of in de detailhandel biedt kennelijk de meeste ruimte voor starters met andere ambities, en dus voor vrouwen. Wat het realiseren van gewenste groei betreft is er geen verschil tussen mannen en vrouwen: zowel bij de mannen als bij de vrouwen realiseerden drie op de vier ondernemers die wilden groeien daadwerkelijk groei. Ondernemers die groei realiseerden, begonnen het bedrijf vaker dan ondernemers die geen groei realiseerden, met personeel. Ondernemers die wilden groeien, hebben veel vaker dan ondernemers die niet wilden groeien bij de start van het bedrijf of kort daarna een ondernemingsplan opgesteld. Ondernemers die wilden groeien en groei hebben gerealiseerd, hebben vaker dan ondernemers die wilden groeien maar geen groei hebben gerealiseerd een specifieke groeidoelstelling geformuleerd. Het belangrijkste knelpunt voor ondernemers die wilden groeien, is het aantrekken van gekwalificeerde medewerkers. Voor ondernemers die wilden groeien maar geen groei hebben gerealiseerd, komen daar knelpunten op het financiële vlak bij. Deze ondernemers zijn dan ook vaker somber over de toekomst van hun bedrijf. 6 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

7 1 Inleiding Aanleiding Jonge ondernemingen leveren een belangrijke bijdrage aan de dynamiek van de economie. Zij zijn vaak actief op nieuwe markten, of zorgen met nieuwe producten voor nieuwe verhoudingen in bestaande markten. Zij vervullen ook een belangrijke rol bij het creëren van werkgelegenheid, niet alleen voor zichzelf, maar via groei van hun bedrijf ook voor werknemers. Algemeen wordt erkend dat jonge bedrijven de marktwerking bevorderen, de economische structuur vernieuwen en werkgelegenheid creëren 1. Dit laatste niet alleen bij de start, maar vooral ook in de jaren erna. In de zomer van 1994 is EIM begonnen met het volgen van een cohort van bijna ondernemers die in de eerste helft van dat jaar zijn gestart met de onderneming 2. Via cohortonderzoek wordt gepoogd inzicht te verkrijgen in de ontwikkeling van bedrijven sinds de start, en in de eventuele ontwikkelingsbelemmerende en -stimulerende factoren. De starters uit 1994 zijn jaarlijks telefonisch benaderd met de vraag of zij nog actief zijn als ondernemer. De blijvers zijn vervolgens - tot 1999 schriftelijk en in 2000 telefonisch - ondervraagd naar hun wel en wee. Dit jaar is, naast de verzameling van basisdata, een bijzonder onderwerp onder de loep genomen, te weten groeidoelstellingen ten aanzien van personeel van jonge (startende) ondernemers. Doelstelling De doelstelling van het project is tweeledig. Ten eerste is het doel gegevens te verzamelen van een cohort jonge (startende) ondernemingen door hen gedurende een aantal jaren na de start als groep te volgen. Daarnaast is de doelstelling om, middels het bestuderen van een bijzonder onderwerp met betrekking tot de cohort jonge ondernemingen meer inzicht te krijgen in de achtergrond van de ondernemers. Dit jaar is het thema de wensen van de ondernemer ten aanzien van groei van het bedrijf (uitgedrukt in het aantal medewerkers). De concrete doelen van het onderzoek waarover in deze publicatie verslag wordt gedaan, luiden daarom als volgt: 1 2 Zie bijvoorbeeld: Ministerie van Economische Zaken, De ondernemende samenleving; Meer kansen, minder belemmeringen voor ondernemerschap, Den Haag, Deze aanvankelijke EIM Starterscohort 1994 wordt inmiddels betiteld als EIM Jongebedrijvencohort EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 7

8 1. Het volgen van een cohort bedrijven om kenmerken van ondernemingen en de ondernemers in beeld te brengen. In het bijzonder wordt inzicht verschaft in verschillen in ontwikkeling tussen groepen jonge ondernemingen. 2. Het verschaffen van inzicht in de groeidoelstelling van startende ondernemers ten aanzien van het aantal werknemers en het al dan niet realiseren van die doelstelling. Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen die beantwoord worden, zijn: Hoe vergaat het de ondernemers van de cohort 1994 anno 2000 in termen van omzet en werkgelegenheid en wat zijn de verwachtingen ten aanzien van de toekomst? Hoeveel en welke ondernemers hebben bij de start van de onderneming een groeidoelstelling (in termen van aantal werkzame personen) en is deze doelstelling gerealiseerd? Welke belemmeringen hebben de ondernemers ondervonden bij hun streven de groeidoelstelling te realiseren? Onderzoeksaanpak De deelnemers zijn door middel van een telefonische enquête benaderd. In eerste instantie is vastgesteld of de onderneming nog actief is. Vervolgens is aan de zogenoemde blijvers een aantal vragen gesteld over de bedrijfssituatie anno 2000, gevolgd door vragen over het onderwerp groeidoelstellingen van startende ondernemers. Om het beeld van het niet willen groeien versus het wel willen groeien scherper te krijgen, zijn aanvullend zes diepte-interviews gehouden met ondernemers uit de cohort. We danken deze ondernemers hierbij voor hun medewerking. De stoppers hebben in de telefonische enquête een aantal vragen voorgelegd gekregen over de reden van bedrijfsbeëindiging. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de EIM Jongebedrijvencohort 1994 anno Hierin worden tevens enkele aspecten belicht van de stoppers. In hoofdstuk 3 wordt een beeld geschetst van hoe het de blijvers na zeven jaar vergaat en in hoofdstuk 4 komt het onderwerp van de groeidoelstellingen aan de orde. De publicatie wordt afgesloten met een slotbeschouwing. 8 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

9 2 De EIM Jongebedrijvencohort Inleiding In juni 1994 is EIM begonnen met het volgen van een cohort ondernemers die in de eerste helft van dat jaar hun onderneming hebben gestart. Bij de start van de EIM Starterscohort 1994 hebben ondernemers meegedaan aan de enquête. In 2000 hebben 714 deelnemers aan het telefonische onderzoek onder de inmiddels in EIM Jongebedrijvencohort 1994 omgedoopte cohort meegewerkt. De rest is afgevallen vanwege het staken van de activiteiten en het stoppen van deelname aan de cohort. 2.2 Ontwikkeling cohort Tien procent van de in 1994 gestarte ondernemers is in het afgelopen jaar gestopt met zijn bedrijf Van de 714 ondernemers die in de zomer van 2000 geënquêteerd zijn, is 10% tussen de zomer van 1999 en de zomer van 2000 gestopt met de activiteiten van het in 1994 gestarte bedrijf (zie tabel 1). Hiervan is ruim een derde (27) nog als ondernemer actief in een andere onderneming. Deze (nieuwe) onderneming is in een groot aantal gevallen pas in 2000 of 1999 gestart. tabel 1 ontwikkeling EIM Jongebedrijvencohort 1994 in de periode respondenten totaal actieve ondernemingen totaal aantal percentage aantal percentage actieve ondernemingen in stoppers in 1999 of w.v. actief in andere onderneming totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Stoppers: achtergrond Meeste stoppers hebben een andere bron van inkomsten Van de deelnemers aan de EIM Jongebedrijvencohort 1994 hebben 71 in de peiling van medio 2000 aangegeven met de activiteiten van het in 1994 gestarte bedrijf te zijn gestopt. Hiervan zijn er 27 (38%) nog actief als ondernemer in een andere onderneming, terwijl de overige 44 (62%) geen ondernemer meer is. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 9

10 De meeste gestopte ondernemers zijn gestopt zonder de onderneming te verkopen. Slechts 2 van de 71 ondernemers zijn via wettelijke schuldsanering (faillissement) gedwongen te stoppen. 13 (18%) ondernemers hebben het bedrijf, geheel of gedeeltelijk, verkocht. Zowel onder vrouwen als onder mannen bedraagt het uitvalpercentage 10%. Op het moment van stoppen heeft driekwart zelf een andere bron van inkomsten, los van de inkomsten van bijvoorbeeld de levenspartner. Dit is vooral het geval onder de mannelijke stoppers (ruim 80% ten opzichte van zo n 60% onder de vrouwelijke stoppers). Van de 44 deelnemers die in 2000 geen ondernemer meer zijn, had medio % nog geen andere bron van inkomsten, los van eventuele inkomsten van de levenspartner. Tussen bedrijfssectoren is nauwelijks verschil in uitvalpercentage te constateren. Privé-redenen en het aandienen van een baan in loondienst zijn belangrijke redenen om te stoppen Privé-redenen hebben bij ruim een derde van de stoppers een grote rol gespeeld om de activiteiten te staken (zie figuur 1). Ook het zich aandienen van een baan in loondienst of de mogelijkheid actief te worden in een ander bedrijf waren belangrijke overwegingen. Een kwart geeft aan dat het bedrijf eigenlijk nooit goed uit de startblokken is gekomen. Andere redenen die genoemd worden, zijn onder meer de leeftijd van de ondernemer, onvoldoende rendement en het niet verkrijgen van investeringskapitaal. figuur 1 redenen om te stoppen met het in 1994 gestarte bedrijf externe omstandigheden** voordoen van bepaalde kansen* privé-redenen nooit goed uit de startblokken onvoldoende vraag % 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% percentage ondernemers grote rol niet zo grote rol absoluut geen rol weet niet * Zoals een baan in loondienst of actief zijn in een ander bedrijf. ** Zoals wanprestatie van een leverancier of slecht betaalgedrag van een klant. Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

11 Bijna een kwart van de stoppers (16 van de 71) had op het moment van stoppen werknemers in dienst. In de meeste gevallen betrof dat één tot drie fulltime-arbeidskrachten. Stoppers zien nieuw ondernemersavontuur wel weer zitten De grootste groep stoppers staat nog wel positief tegenover een nieuw ondernemersavontuur: bijna 40% overweegt in de toekomst ooit nogmaals voor het zelfstandig ondernemerschap te kiezen. Van de gestopte vrouwelijke ondernemers zijn de meeste dit echter niet van plan (zie tabel 2). tabel 2 keuze voor herhaald zelfstandig ondernemerschap in de toekomst (in procenten) vrouwen mannen totaal ja nee weet niet totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Belangrijkste uitkomsten De belangrijkste uitkomsten worden in deze paragraaf nogmaals puntsgewijs opgesomd: 10% van de in 1999 nog actieve bedrijven is gestopt in het afgelopen jaar. De meeste stoppers hebben op het moment van stoppen een andere bron van inkomsten. De belangrijkste redenen om de bedrijfsactiviteiten te staken zijn: privéredenen; het zich voordoen van bepaalde kansen, zoals het zich aandienen van een baan in loondienst of de mogelijkheid actief te worden in een ander bedrijf; het niet goed uit de startblokken komen van de onderneming. 40% van de stoppers overweegt in de toekomst ooit nogmaals voor het zelfstandig ondernemerschap te kiezen. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 11

12 12 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

13 3 De blijvers: hoe vergaat het deze ondernemers en hun bedrijven? 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het de nog actieve ondernemers die in 1994 gestart zijn, op dit moment vergaat 1. Het betreft hier een groep van in totaal 670 ondernemers. In de navolgende paragrafen zal worden ingegaan op de samenstelling van de EIM Jongebedrijvencohort 1994 op dit moment, de kenmerken van de blijvers, de werkgelegenheid die deze ondernemers bieden, de investeringen die de bedrijven plegen, de exportgerichtheid, ondervonden knelpunten in de bedrijfsvoering en het financieel resultaat. 3.2 Samenstelling EIM Jongebedrijvencohort 1994 In totaal hebben 670 ondernemers uit de cohort die sinds 1994 gevolgd wordt, in 2000 aan de zevende peiling meegedaan. Het betreft bedrijven die in 1994 opgericht zijn en anno 2000 zes jaar oud zijn. De samenstelling naar sector van de cohort anno 2000 is weergegeven in tabel 3. tabel 3 cohortsamenstelling anno 2000 naar sector sector in procenten industrie en bouw 17 groothandel 8 detailhandel 19 horeca, reparatie en vervoer 10 zakelijke en financiële dienstverlening 19 overige dienstverlening 27 totaal 100 Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Activiteiten van de ondernemers in het bedrijf Ondernemers maken meer uren De ondernemers zijn in de loop van de jaren steeds meer uren in het bedrijf gaan werken. Ten opzichte van 1994 is het aantal ondernemers dat minder 20 1 De in het vervolg van het rapport gepresenteerde gegevens hebben betrekking op de op dit moment actieve ondernemers, te weten de ondernemers die nog actief zijn in het in 1994 gestarte bedrijf (643 ondernemers) en de ondernemers die in het afgelopen jaar de in 1994 gestarte bedrijfsactiviteiten hebben beëindigd, maar inmiddels in een andere onderneming als ondernemer actief zijn (27 ondernemers). EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 13

14 uur per week in de onderneming werkt, gehalveerd. In vergelijking met 1998 is met name het aandeel ondernemers dat meer dan fulltime in de onderneming werkt gegroeid. Anno 2000 is ruim twee derde van de ondernemers fulltime 1 (of langer) in de onderneming actief. In 1994 werkte nog maar de helft 40 uur of meer per week in het bedrijf (zie tabel 4). Gemiddeld is men nu ongeveer 48 uur per week in het bedrijf actief. tabel 4 aantal uren dat de ondernemer per week in het bedrijf werkzaam is in 1994, 1996, 1998 en 2000 (in procenten) minder dan 10 uur t/m 19 uur t/m 29 uur t/m 39 uur t/m 49 uur t/m 59 uur uur of meer totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen 1994, 1996, 1998 en Mannelijke ondernemers maken gemiddeld meer uren dan vrouwelijke ondernemers Mannelijke ondernemers zijn met gemiddeld 50 uur per week langer in het bedrijf actief dan vrouwelijke ondernemers, die gemiddeld 40 uur per week in het bedrijf actief zijn. In figuur 2 is de verdeling weergegeven van mannelijke en vrouwelijke ondernemers naar het aantal uren dat men in de onderneming actief is. Hiermee komt duidelijk het verschil in aantal gewerkte uren tussen mannelijke en vrouwelijke ondernemers tot uiting. Het verschil hangt voor een belangrijk deel samen met het feit dat vrouwelijke ondernemers naar verhouding vaker het ondernemerschap combineren met andere activiteiten (zie het vervolg in deze paragraaf). 1 Fulltime = 40 uur per week. 14 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

15 figuur 2 verdeling naar aantal uren werkzaam in onderneming, naar geslacht, in procenten minder dan 10 uur t/m 19 uur t/m 29 uur t/m 39 uur t/m 49 uur t/m 59 uur uur of meer percentage ondernemers man vrouw Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting 2000 In figuur 3 is de ontwikkeling te zien van het aandeel fulltime werkende vrouwelijke en mannelijke ondernemers. De figuur laat zien dat vooral in de eerste twee jaar veel mannelijke ondernemers fulltime (of langer) in het bedrijf zijn gaan werken. Ondernemers die ouder zijn dan 55 jaar, werken met gemiddeld 38 uur korter in de onderneming dan de overige ondernemers. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 15

16 figuur 3 aandeel fulltime werkende ondernemers naar geslacht in 1994, 1996, 1998 en 2000 percentage fulltime-ondernemers mannen vrouwen Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen 1994, 1996, 1998 en Ondernemers die personeel in loondienst hebben, werken beduidend meer in de onderneming: gemiddeld 55 uur per week, tegenover 43 uur per week onder de ondernemers zonder personeel. In tabel 5 staat de verdeling van de ondernemers naar het aantal uur dat men per week in het bedrijf actief is. De tabel laat de uitsplitsing zien naar ondernemers die in 2000 wel personeel hebben en ondernemers die geen personeel hebben. tabel 5 aantal uren dat de ondernemer in 2000 per week in het bedrijf actief is naar ondernemers zonder en met personeel (in procenten) zonder personeel met personeel minder dan 10 uur t/m 19 uur t/m 29 uur t/m 39 uur t/m 49 uur t/m 59 uur uur of meer totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Combinatie ondernemerschap en andere activiteiten neemt af Nog altijd heeft ruim 20% van de ondernemers in de cohort andere werkzaamheden naast het in 1994 gestarte bedrijf. In vergelijking met de situatie 16 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

17 bij de start van de onderneming in 1994 is het aandeel ondernemers met nevenactiviteiten gehalveerd (zie tabel 6). Vrouwen voeren vaker dan mannen andere activiteiten naast de onderneming uit (18% respectievelijk 33%). tabel 6 aandeel ondernemers van jonge bedrijven met andere activiteiten in 1994 en 2000 (in procenten) andere activiteiten 1994 andere activiteiten 2000 man vrouw totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen1994 en In de meeste gevallen heeft de ondernemer die naast de het ondernemerschap andere activiteiten ontplooit, er een baan in loondienst bij (zie tabel 7). Vrouwelijke ondernemers dragen naar verhouding ook vaak de zorg voor het gezin. tabel 7 andere activiteiten naast het ondernemerschap, meerdere antwoorden mogelijk (basis = ondernemers met andere activiteiten in 2000); in procenten* man vrouw totaal ondernemers met andere activiteiten waarvan: baan in loondienst ondernemer in ander bedrijf andere betaalde of freelancewerkzaamheden verzorging van het gezin overige activiteiten * De ondernemers die met de activiteiten van het in 1994 gestarte bedrijf gestopt zijn, maar inmiddels in een andere onderneming als ondernemer actief zijn (zie paragraaf 2.2, aantal van 27 ondernemers), zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Het in dienst hebben van personeel brengt voor de ondernemer mee dat er meer tijd in het bedrijf wordt gestoken. Van de ondernemers die personeel in dienst hebben, heeft maar 12% nog andere activiteiten naast het bedrijf, tegenover 27% van de ondernemers zonder personeel. Ondernemers die personeel in dienst hebben genomen, bleken ook gemiddeld meer uren in het bedrijf te steken (zie tabel 5). Als je gemiddeld 55 uur in de onderneming werkzaam bent, lijkt het zo goed als onmogelijk om nog andere activiteiten naast het ondernemerschap te verrichten. De ondernemers met personeel die ook nog buiten het bedrijf actief zijn (12%), zijn in de meeste gevallen eveneens als ondernemer in een ander bedrijf actief. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 17

18 Weinig ingrijpende veranderingen in de ondernemingen Afgezien van de 27 ondernemers die hun bedrijfsactiviteiten van het in 1994 gestarte bedrijf in het afgelopen anderhalf jaar hebben beëindigd en die de ondernemingsactiviteiten hebben voortgezet in een andere onderneming, hebben de overige bedrijven nauwelijks een belangrijke verandering ondergaan, zoals bijvoorbeeld overname, fusie of verandering van rechtsvorm. Indien dit wel het geval was, namelijk bij zo n 8% van de bedrijven, ging het in veel gevallen om verandering van rechtsvorm: omzetting van een eenmansbedrijf in een commanditaire vennootschap, een besloten vennootschap of een vennootschap onder firma. 3.4 Personeelsbestand Aantal bedrijven met personeel sinds 1994 meer dan verdubbeld Bijna 40% van de ondernemers heeft in 2000 personeel in dienst. In het startjaar 1994 lag dit percentage nog op 16%. Het aandeel bedrijven dat personeel in dienst heeft, is dus meer dan verdubbeld in zes jaar (zie figuur 4). figuur 4 aandeel jonge ondernemingen met personeel in 1994, 1996, 1998 en 2000 percentage ondernemingen met personeel Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen 1994, 1996, 1998 en % van de ondernemers in de cohort heeft dus anno 2000 geen personeel in dienst. Dit kan bedoeld (men wil niet groeien) of onbedoeld (men kan niet groeien) zijn. In hoofdstuk 4 wordt uitgebreid ingegaan op dit fenomeen. Aan de orde komen de redenen om (niet) voor het werkgeverschap te kiezen en, indien men wel voor personeel gekozen heeft, de doelstelling ten aanzien van de groei in personeel. 18 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

19 Het hebben van personeel verschilt per sector Vooral in industrie en bouw, detailhandel en de horeca-, reparatie- en vervoersector hebben ondernemingen personeel in dienst (zie tabel 8). In de overige dienstverlening blijft men veelal alleen werken. Dit is niet verrassend. Immers, onder de sector overige dienstverlening vallen veel activiteiten die doorgaans individueel worden verricht, zoals kappers- en schoonheidsverzorgingsdiensten. tabel 8 jonge bedrijven met personeel in 2000 naar sector (in procenten) sector percentage bedrijven met personeel industrie en bouw 43 groothandel 35 detailhandel 49 horeca, reparatie en vervoer 58 zakelijke en financiële dienstverlening 35 overige dienstverlening 26 totaal 38 Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting De detailhandel kende vanaf de start een naar verhouding sterke stijging van het aantal bedrijven die personeel in dienst namen. In de overige dienstverlening is wel sprake van een toename van bedrijven met personeel, maar deze sector blijft toch sterk achter bij de andere bedrijfssectoren (zie figuur 5). figuur 5 aandeel jonge ondernemingen met personeel in 1994, 1996, 1998 en 2000, naar sector industrie en bouw groothandel detailhandel horeca/reparatie/vervoer zakelijke en financiële dienstverlening overige dienstverlening Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen 1994, 1996, 1998 en EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 19

20 3.5 Investeringen Investeringsgeneigdheid is in de loop van de jaren toegenomen Sinds de zomer van 1999 heeft ruim de helft van de ondernemers (57%) investeringen gepleegd. In vergelijking met voorgaande jaren ligt dit percentage in 2000 aanzienlijk hoger: in 1997 was het 37% en in %. Dit hangt vermoedelijk samen met het feit dat apparatuur aan vervanging toe is en/of steeds vaker de noodzaak opkomt om de bedrijfsruimte aan te passen of uit te breiden. Met name voor sterkgroeiende bedrijven zal de ruimte die bij de start is betrokken, niet meer voldoen, vooral ook door de toename van het aantal personeelsleden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er naar verhouding meer investerende bedrijven zijn onder de bedrijven met personeel (73%) dan onder de bedrijven zonder personeel (47%). Ook het investeringsbedrag ligt bij de bedrijven met personeel hoger (zie figuur 6). Vrouwelijke ondernemers blijken in het algemeen wat terughoudender te zijn in het doen van investeringen dan hun mannelijke collega s. Zowel de plannen om te investeren als de omvang van de investering liggen op een gemiddeld lager niveau. Dit kan verband houden met enerzijds meer risicomijdend gedrag ten aanzien van het doen van investeringen, en anderzijds een gebrek aan financiering. figuur 6 aandeel investerende jonge ondernemingen naar investeringsbedrag in 2000, naar bedrijven zonder en met personeel meer dan tot tot tot minder dan percentage investerende ondernemingen bedrijven zonder personeel bedrijven met personeel totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

21 Het plegen van investeringen hangt voor een deel samen met de realisaties van het bedrijf in het voorafgaande jaar en de verwachtingen. Van de bedrijven die voor 1999 een (sterke) omzetstijging verwachtten, heeft zo n 60% investeringen gepleegd, tegenover 49% bij de bedrijven die een gelijkblijvende of dalende omzet voorzagen. 3.6 Export Nauwelijks groei van exportactiviteiten De in 1994 gestarte ondernemingen opereren voornamelijk op de Nederlandse markt. 15% behaalt in 2000 omzet uit exportactiviteiten (zie figuur 7). Ten opzichte van 1998 is het aandeel met 2% gestegen. Bij de start in 1994 exporteerde minder dan een op de tien bedrijven. Het cijfer van 15% exporterende bedrijven ligt hoger dan op grond van ERBOgegevens 1 voor het totale midden- en kleinbedrijf verwacht mocht worden. Het lijkt dat de bedrijven in de cohort het dus beter doen op dit aspect dan gemiddeld. Jonge (startende) ondernemers zijn wellicht meer exportminded dan ondernemers die al jaren actief zijn en niet de behoefte hebben om over de grens te kijken. Bovendien zullen jonge ondernemers meer gebruikmaken van moderne communicatiemiddelen, zoals internet, waardoor het buitenland gemakkelijker binnen bereik komt. Het gemiddelde aandeel van de omzet dat behaald wordt uit export bedraagt bij de exporterende bedrijven rond de 30%. Bedrijven met personeel lijken meer exportminded te zijn dan bedrijven zonder personeel (19% respectievelijk 9% van de bedrijven exporteert). Het lagere aandeel export onder de bedrijven zonder personeel is voor een belangrijk deel te verklaren door het feit dat een relatief groot aantal van die bedrijven te vinden is in sectoren die niet exportgericht zijn, zoals de persoonlijke dienstverlening. 1 ERBO-cijfers (VVK): 11,4% van het MKB exporteerde in EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 21

22 figuur 7 aandeel exporterende jonge ondernemingen in 1994, 1996, 1998 en 2000 percentage exporterende ondernemingen Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, metingen 1994, 1996, 1998 en Knelpunten in de bedrijfsvoering Tijdige betaling door klanten is een belangrijk knelpunt; bedrijven met personeel hebben vooral problemen op het personele vlak Een kwart van de bedrijven zegt in het afgelopen jaar géén problemen of knelpunten ondervonden te hebben in de bedrijfsvoering. De overige (73%) hebben echter op een of meer vlakken te maken gehad met knelpunten. De knelpunten verschillen sterk naar bedrijven zonder en naar bedrijven met personeel. Meer dan de helft van de bedrijven met personeel geeft aan problemen te hebben met het aantrekken van gekwalificeerd personeel. Het in dienst hebben van personeel leidt ook op andere terreinen tot knelpunten in de bedrijfsvoering, zoals de arbeidsregelgeving bij het aannemen en/of ontslaan van personeel en het leidinggeven. Ook op andere vlakken ondervinden bedrijven met personeel vaker problemen. De grotere bedrijven hebben te maken met knelpunten rond de groei van de ondernemingen en uitbreiding van het bedrijf. Het gaat dan om bijvoorbeeld problemen met de regelgeving van de gemeente, met het vestigingspunt en met de houding van financiers. Het meest genoemde knelpunt voor de bedrijven zonder personeel is dat klanten niet tijdig betalen. Dit aspect wordt echter ook door een groot aantal bedrijven met personeel aangegeven. Tabel 9 geeft een overzicht van de terreinen waarop de bedrijven knelpunten ervaren. 22 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

23 tabel 9 aandeel jonge bedrijven met knelpunten in 2000, naar bedrijven zonder en met personeel (in procenten) bedrijven zonder personeel bedrijven met personeel totaal het aantrekken van gekwalificeerd personeel tijdige betaling door klanten verzorging van de administratie ( administratieve lasten ) de prijsstelling regelgeving van de rijksoverheid de arbeidsregelgeving, het aannemen/ontslaan van personeel het ontwikkelen van afzetgebieden de liquiditeitspositie problemen met het vestigingspunt regelgeving van de gemeente de houding van de bank/financiers omgaan met concurrentie anders het leiding geven, personeelsbeleid voeren geen van deze knelpunten ervaren Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Financieel resultaat Ondernemingen met personeel realiseren vaker omzet- en winsttoename Twee derde van de bedrijven heeft in 1999 een omzetstijging gerealiseerd. Een op de tien bedrijven werd daarentegen geconfronteerd met een daling van de omzet. Bedrijven met personeel hebben in 1999 vaker een omzettoename weten te realiseren dan bedrijven zonder personeel, zoals figuur 8 laat zien. Driekwart van de bedrijven met personeel heeft een omzettoename weten te realiseren. Onder de bedrijven zonder personeel was dit iets minder dan 60%. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 23

24 figuur 8 omzetontwikkeling in 1999 naar jonge bedrijven zonder en met personeel 10 totaal met personeel zonder personeel percentage ondernemingen toegenomen gelijk gebleven afgenomen Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Ook export lijkt een omzetbevorderende factor: 78% van de exporterende bedrijven realiseerde in 1999 een omzetstijging versus 63% van de nietexporterende bedrijven. Over de verwachtingen ten aanzien van de ontwikkeling van de omzet in 2000 is men iets gematigder in vergelijking met de gerealiseerde omzetontwikkeling in % van de bedrijven voorziet een toename van de omzet in 2000 tegenover twee derde van de bedrijven die in 1999 een omzetstijging realiseerden. 11% van de bedrijven verwacht in 2000 een omzetdaling (zie figuur 9). 24 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

25 figuur 9 verwachte omzetontwikkeling jonge bedrijven in 2000 naar bedrijven zonder en met personeel toenemen gelijkblijven afnemen weet niet percentage ondernemingen zonder personeel met personeel totaal Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting De bedrijven met personeel zijn beduidend optimistischer over de verwachte omzetontwikkeling in 2000 dan de bedrijven zonder personeel. Ruim 70% van de bedrijven met personeel verwacht in 2000 een hogere omzet te behalen dan in het jaar ervoor. De bedrijven met personeel zijn eveneens optimistischer ten aanzien van het te verwachten bedrijfsresultaat. Voor 2000 denkt een relatief groter deel een positief bedrijfsresultaat te behalen dan de bedrijven zonder personeel. Bijna 90% van de bedrijven met personeel verwacht een nettowinst te realiseren, tegenover 73% van de bedrijven zonder personeel (zie figuur 10). De winstverwachtingen hangen sterk samen met de omzetontwikkeling in De ondernemers die in 1999 een omzetstijging realiseerden, verwachten vaker een stijging van de winst in EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 25

26 figuur 10 verwachte ontwikkeling van het bedrijfsresultaat van jonge bedrijven in 2000 naar bedrijven zonder en met personeel zonder personeel met personeel totaal percentage ondernemingen nettowinst quitte nettoverlies weet niet Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting Merendeel van de ondernemers is positief over de levensvatbaarheid van het bedrijf De starters van 1994 die nu nog actief zijn, zijn inmiddels volwassen te noemen. De cruciale startjaren zijn zo langzamerhand voorbij en de overlevingskansen worden almaar groter. Ook op grond van de visie van de ondernemers op de toekomst van het bedrijf, valt te verwachten dat er de eerstkomende jaren nauwelijks van uitval sprake zal zijn. Het overgrote deel denkt het bedrijf met succes voort te kunnen blijven zetten. Slechts 3% geeft aan dat men de activiteiten definitief zal moeten gaan staken (zie tabel 10). tabel 10 visie van de ondernemer op de toekomst van het bedrijf percentage ondernemingen zeer succesvol 18 met vertrouwen 69 onzeker, maar te handhaven 9 ernstige moeilijkheden, zal stoppen 1 geen toekomst, zal op korte termijn stoppen 2 weet niet 1 totaal 100 Bron: EIM Jongebedrijvencohort 1994, meting EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

27 3.9 Belangrijkste uitkomsten De belangrijkste uitkomsten van dit hoofdstuk worden in deze paragraaf kort samengevat. Concluderend kunnen we de volgende uitspraken doen over de cohortdeelnemers: De cohortdeelnemers zijn in het ondernemerschap gegroeid. Er worden steeds minder nevenactiviteiten ontplooid en het grootste deel (bijna driekwart) is nu fulltime in het bedrijf actief. Vrouwelijke ondernemers kiezen vaker voor kleinschalig ondernemerschap. Zij werken gemiddeld minder uren per week in het bedrijf dan de mannelijke ondernemers in de cohort. Vrouwen combineren het ondernemerschap bovendien vaak met andere activiteiten, zoals de verzorging van het gezin en een baan in loondienst, waardoor een groter bedrijf al snel lastiger realiseerbaar is. Het aandeel bedrijven met personeel groeit nog steeds. In de loop der jaren zijn steeds meer ondernemers ertoe overgegaan om personeel aan te nemen. Op dit moment heeft 40% van de bedrijven in de cohort personeel in loondienst. In het startjaar had 16% personeel in loondienst. De kans dat de bedrijven overleven groeit. De ondernemers zijn optimistisch gestemd over de toekomst van hun bedrijf. Dit komt eveneens tot uiting in het investeringsgedrag. Bijna 60% heeft in het afgelopen jaar investeringen gepleegd. De bedrijven met personeel scoren op beide vlakken hoger dan de bedrijven zonder personeel. Het aantrekken van personeel is en blijft een knelpunt, met name voor de bedrijven met personeel. Anno 2000 hebben de bedrijven die personeel in dienst hebben en (verder) willen uitbreiden veel problemen met het aantrekken van nieuw personeel. Ook de arbeidsregelgeving omtrent het aannemen en ontslaan van personeel is een belangrijk knelpunt. Voor alle bedrijven geldt daarnaast dat men te maken heeft met slecht betalingsgedrag van klanten: men moet vaak te lang wachten op de betalingen. EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 27

28 28 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

29 4 Groeien of niet groeien: wat is het doel en wat is er gerealiseerd? De groei van startende ondernemingen wordt doorgaans voorafgegaan door doelstellingen die de startende ondernemer formuleert met betrekking tot de gewenste groei van het bedrijf. De ondernemer bepaalt dan bij de start van de onderneming wat voor soort groei hij/zij voor ogen heeft (waarin moet de onderneming groeien, zoals in personeel en/of omzet en/of afzet) en in welke mate het bedrijf moet groeien (de hoeveelheid groei). In dit hoofdstuk gaan we nader in op het onderwerp groeidoelstellingen en de realisatie van groei; eerst aan de hand van een literatuurverkenning, daarna op basis van empirische uitkomsten. 4.1 Groeidoelstellingen van ondernemers: de literatuur In deze paragraaf geven we een overzicht van wat we in een literatuurverkenning hebben gevonden ten aanzien van groeidoelstellingen van (startende) ondernemers Factoren die groei bepalen Uiteenlopende factoren zijn bepalend voor de groei van startende ondernemingen De economische literatuur geeft aan dat veel verschillende factoren van invloed zijn op de groei van kleine ondernemingen. Deze factoren zijn samen te brengen in drie hoofdfactoren die de groei van kleine bedrijven bepalen 1 : De mogelijkheden die zich voordoen voor groei van de onderneming, zijn van belang. Het gaat hier om factoren als structuur en dynamiek van de bedrijfstak, branche of sector waarin het bedrijf actief is, de omvang en de groei van de markt, de aanwezigheid van toetredingsbarrières in de markt en de toegang tot kapitaal, arbeid en andere hulpbronnen. Het vermogen van de ondernemer om te groeien, zoals opleiding, verschillende soorten ervaring en ondernemersvaardigheden, speelt een belangrijke rol. De noodzaak/behoefte voor groei is belangrijk. In dit geval zijn factoren als leeftijd van de ondernemer, en omvang en leeftijd van de onderneming van invloed op de groei van kleine bedrijven. Een oudere ondernemer met een klein bedrijf kan bijvoorbeeld zijn/haar ambities al verwezenlijkt hebben, bijvoorbeeld in een carrière in het bedrijfsleven, en dus minder ge- 1 P. Davidson, Continued entrepreneurship: ability, need, and opportunity as determinants of small firm growth, in: Journal of Business Venturing, 6, 1991, p EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 29

30 neigd zijn om nog naar groei te streven. Ook zijn jongere ondernemers vaker voor hun inkomen afhankelijk van de opbrengst van het bedrijf dan oudere ondernemers, waardoor de behoefte om de onderneming te laten groeien groter is. De ondernemer is vrij om wel of niet naar uitbreiding en groei van het bedrijf te streven. De ondernemer zal ervoor kiezen om wel of niet te groeien. Hierdoor zijn tevens de verschillende groeimotieven van ondernemers van invloed op de groei van kleine bedrijven. Deze groeimotieven van ondernemers worden gevormd door de perceptie van de ondernemer ten aanzien van bovengenoemde factoren die van invloed zijn op de groei. De daadwerkelijke groei van een kleine onderneming wordt dan ook niet alleen bepaald door de mogelijkheden, het vermogen en de noodzaak om te groeien, maar ook door de beeldvorming van de ondernemer met betrekking tot deze groeifactoren en de hieruit voortkomende motivatie voor groei van de ondernemer. De afweging van interne en externe factoren is van invloed op de keuze ten aanzien van groei Op basis van verwachtingen en motivatie bepaalt de startende ondernemer de groeidoelstellingen voor het bedrijf. Verwachtingen omtrent (bedrijfs)externe zaken als de toekomstige brancheontwikkelingen, de financiële slagkracht van het bedrijf en de toegang tot benodigde hulpbronnen, spelen een belangrijke rol. Daarnaast zijn ook interne eigenschappen van de ondernemer, zoals zijn/haar zelfvertrouwen en optimisme, van belang. De individuele (startende) ondernemer speelt met zijn/haar verwachtingen, kenmerken en persoonlijke doelen een wezenlijke, en wellicht doorslaggevende, rol bij de te realiseren groei van een kleine onderneming. De optelsom van externe in interne motieven en afwegingen kan dus ook leiden tot de keuze van de ondernemers van startende, kleine bedrijven om de status-quo te willen handhaven. Startende ondernemers zijn dan tevreden met de huidige situatie en streven in principe geen groei na. Deze groep startende ondernemers laat een vrij behoudende ondernemersattitude en vrij behoudend ondernemersgedrag zien 1. Dit houdt uiteraard niet in dat de betreffende ondernemers minder actief of ondernemend zijn; zij willen alleen niet groeien met het bedrijf Groeidoelstellingen van pre-starters Pre-starters hebben weinig ambitieuze groeidoelstellingen Hoewel startende ondernemers groeidoelstellingen doorgaans alleen formuleren in termen van financieel-economische groei, zoals omzetgroei, stijgende winst(marges), etc., kan groei ook uitgedrukt worden als de toename van het aantal werkzame personen binnen het bedrijf. In dit verband is van belang of ondernemers bij de start van het bedrijf al dan niet groei van het bedrijf in 1 P. Davidson, op. cit. 30 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

31 personele zin willen nastreven. EIM-onderzoek uit 1999 onder personen die eind 1998 bezig waren met het starten van een bedrijf (pre-starters), laat zien dat men in de voorbereidende fase in het algemeen geen hoge ambities heeft met betrekking tot het gewenste aantal werknemers over vijf jaar 1. Ter illustratie zijn in tabel 11 enkele resultaten van dit onderzoek weergegeven. Hieruit blijkt dat 29% van de pre-starters aangaf over vijf jaar geen personeel in het bedrijf te willen hebben. Nog eens een kwart van de respondenten gaf aan 1 of 2 werknemers in dienst te willen hebben binnen vijf jaar. De overigen (47%) wensten meer werknemers. tabel 11 door pre-starters gewenste aantal medewerkers over vijf jaar (september 1998) gewenste aantal medewerkers percentage pre-starters >25 6 totaal 100 Bron: M.W. van Gelderen, Ontluikend ondernemerschap, EIM, 1999, p Groeidoelstellingen en ondernemingsplan Het ondernemingsplan biedt de mogelijkheid om groeidoelstellingen expliciet te maken Het vastleggen van ondernemingsdoelstellingen is bij startende ondernemers doorgaans niet aan de orde, in ieder geval niet in expliciete termen. Vaak houden starters er juist meer impliciete doelstellingen op na, zoals werknemers in dienst nemen als de noodzaak zich voordoet of ervan kunnen leven. Voor een startende ondernemer biedt het opstellen van een ondernemingsplan de mogelijkheid om de groeidoelstellingen expliciet te maken. Daarbij is een ondernemingsplan tevens van belang voor het verkrijgen van financiële middelen, bijvoorbeeld via een bank of een participatiemaatschappij. Het plan verschaft duidelijkheid over de doelstellingen en de haalbaarheid van de onderneming, en het functioneert als belangrijke basis en leidraad voor de (dagelijkse) handelingen van de startende ondernemer 2. De ondernemer wordt gedwongen bij elk relevant thema van het bedrijf - van marketing, productie en personeel tot investeringen en financiën - specifieke doelstellingen vast te 1 2 M.W. van Gelderen, Ontluikend ondernemerschap; een studie naar mensen die bezig zijn met het opzetten van een bedrijf (nascent entrepreneurs), EIM, Zoetermeer, P.S. Zwart, Het ondernemingsplan in het MKB; een hoeksteen van de bedrijfsvoering, Inaugurele rede Rijksuniversiteit Groningen, EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid 31

32 stellen. Op deze wijze kan een gedegen ondernemingsplan een belangrijke bijdrage leveren aan succes en groei van de onderneming 1. Toch schrijven maar betrekkelijk weinig startende ondernemers een ondernemingsplan 2. Of deze ondernemers bij de start groeidoelstellingen hebben bepaald is dus zeer de vraag. Wellicht hebben zij wel iets in hun hoofd. Het nietopstellen van een ondernemingsplan is vaak toe te schrijven aan de tijd en moeite die met het schrijven van het plan gepaard gaan. Daarbij wordt door veel startende ondernemers tevens aangegeven dat ze wel zo ongeveer weten wat ze willen, en dat de praktijk zo aan verandering onderhevig is dat als het plan er zou liggen het alweer achterhaald zou zijn Conclusie De belangrijkste conclusies van de literatuurverkenning zetten we hier nog eens op een rijtje. De mogelijkheden van het bedrijf om te groeien, het vermogen van de ondernemer om te groeien en de noodzaak/behoefte voor groei zijn bepalend voor de uiteindelijke realisatie van de groei van startende ondernemingen. De afweging van 'interne' en 'externe' factoren is van invloed op de keuze ten aanzien van groei. Pre-starters hebben weinig ambitieuze groeidoelstellingen. Het ondernemingsplan biedt de mogelijkheid om groeidoelstellingen expliciet te maken. 4.2 Groeidoelstellingen van jonge bedrijven en realisatie In deze paragraaf wordt aan de hand van de resultaten van de laatste meting van de EIM Jongebedrijvencohort 1994 dieper ingegaan op de aanwezigheid van groeidoelstellingen (in aantal medewerkers) van de ondernemers bij de start van het bedrijf en het al dan niet realiseren van die doelstellingen. De onderzoeksresultaten worden in een aantal kaders geïllustreerd met uitkomsten van aanvullende interviews die hebben plaatsgevonden met zes deelnemers aan de laatste meting van de EIM Jongebedrijvencohort Zie ook: F.W. van Uxem en J. Bais, Het starten van een bedrijf; Ervaringen van 2000 starters, EIM, Zoetermeer, Zie P.S. Zwart, op. cit., en F.W. van Uxem en J. Bais, op. cit. P.S. Zwart, op. cit. 32 EIM Onderzoek voor Bedrijf & Beleid

MKB-index april 2017

MKB-index april 2017 MKB-index april 2017 Zoetermeer, 4 mei 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en

Nadere informatie

De oudere starter in Nederland Quick Service

De oudere starter in Nederland Quick Service De oudere starter in Nederland Quick Service Heleen Stigter Zoetermeer, januari 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Fryslân Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zeeland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Gelderland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Drenthe Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Noord-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, oktober 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

M200802. Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D. M200802 Vrouwen aan de start Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2008 2 Vrouwen aan de start Vrouwen vinden het starten

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Zuid-Holland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Limburg Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland

Personeelsmonitor Provincies. Benchmarkrapport Provincie Flevoland Personeelsmonitor Provincies Benchmarkrapport Zoetermeer, september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De stand van Mediation in Nederland

De stand van Mediation in Nederland De stand van Mediation in Nederland drs. R.J.M. Vogels Zoetermeer, 17 november 2011 In opdracht van het Nederlands Mediation Instituut (NMI). De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus.

Nadere informatie

BNA Conjunctuurmeting

BNA Conjunctuurmeting BNA Conjunctuurmeting September 2011 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36

Nadere informatie

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid 1998-2012 drs. K.L. Bangma drs. A. Bruins drs. D. Snel drs. N. Timmermans Zoetermeer, 5 juli 2013 Rapportnummer : A201337 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage

Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage Ergernissen van ondernemers in het MKB Minirapportage drs. C.M. Wiggers Zoetermeer, augustus 2003 Nummer: M200304 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) Prognose 2005 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2006 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid

Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Kunnen MKB-ondernemers de weg nog vinden? Veranderingen in de sociale zekerheid Peter Brouwer Zoetermeer, april 2003 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Naar Werk Meetjaar 2017/2018 Zoetermeer, 4-5-2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

De Watersector Exportindex (WEX)

De Watersector Exportindex (WEX) De Watersector Exportindex (WEX) prognose 2006 drs. P. Gibcus drs. W.H.J. Verhoeven Zoetermeer, februari 2007 Dit onderzoek is gefinancierd door het programma Partners voor Water. De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Een eigen bedrijf is leuk!

Een eigen bedrijf is leuk! M200815 Een eigen bedrijf is leuk! Ervaringen van starters uit de jaren 1998-2000 drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, december 2008 2 Een eigen bedrijf is leuk! Een eigen bedrijf geeft ondernemers

Nadere informatie

Bouwers en hun gemeente

Bouwers en hun gemeente Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 1 2 Bouwers en hun gemeente E e n pe iling in de aanloop naar de Gemeenteraadsverkiezinge n 2014 drs. Pim van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Universiteit van Amsterdam, INTT Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Universiteit van Amsterdam, INTT De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Kengetallen ondernemerschap

Kengetallen ondernemerschap Kengetallen ondernemerschap Tabellenboek drs. N.G.L. Timmermans R. in 't Hout K. Bakker drs. W. H.J. Verhoeven Zoetermeer, 14 augustus 2009 Dit onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv

Tevredenheidsonderzoek 2011. Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Studiecentrum Talen Eindhoven bv Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Studiecentrum Talen Eindhoven bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015

Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2015 Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar René Vogels Zoetermeer, 10 april De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB ISBN : 978-90-371-1130-9 Rapportnummer : A201424 Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl) Panteia

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Accessio Inburgering Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Accessio Inburgering Zoetermeer, woensdag 5 augustus 2015 In opdracht van Accessio Inburgering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Oudere versus jongere starters

Oudere versus jongere starters Oudere versus jongere starters drs. D. Snel drs. A. Bruins Zoetermeer, december 2004 ISBN: 90-371-0939-X Bestelnummer: A200410 Prijs: 30,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Hogeschool Inholland Amsterdam/Diemen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels

Conjunctuurpeiling BNA. Voorjaar René Vogels Conjunctuurpeiling BNA Voorjaar 2014 René Vogels Zoetermeer, 22 april 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Heliomare

Tevredenheidsonderzoek Heliomare Tevredenheidsonderzoek Heliomare Werkfit maken Meetjaar 207/208 Zoetermeer, 4-5-208 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB

Tevredenheidsonderzoek Fox AOB Tevredenheidsonderzoek 2015 Fox AOB Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Fox AOB De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016

Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Kostenontwikkeling binnenvaart 2015 en raming 2016 Uitgave januari 2016 Rapport uitgebracht aan: Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart W. van der Geest C11540/2016/0188 Zoetermeer, 29 januari 2016

Nadere informatie

Cliëntenaudit Bureau ABC

Cliëntenaudit Bureau ABC Cliëntenaudit Bureau ABC 2014 Zoetermeer 17 april 2015 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

Exportontwikkeling van het industriële MKB

Exportontwikkeling van het industriële MKB Exportontwikkeling van het industriële MKB Ro Braaksma Zoetermeer, 3 september 2003 Bestelnummer: M200305 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Van baan naar eigen baas

Van baan naar eigen baas M200912 Van baan naar eigen baas drs. A. Bruins Zoetermeer, juli 2009 Van baan naar eigen baas Ruim driekwart van de ondernemers die in de eerste helft van 2008 een bedrijf zijn gestart, werkte voordat

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht

Tevredenheidsonderzoek 2012. Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Tevredenheidsonderzoek 2012 Jobcoach organisatie Trace Daelzicht Zoetermeer, maandag 4 februari 2013 In opdracht van Jobcoach organisatie Trace Daelzicht De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl

Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015. Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl Zoetermeer, vrijdag 13 november 2015 In opdracht van Regionaal Autisme Centrum onderdeel Autismewerk.nl De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting

Aanscherpingen glijdende schaal. Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen. Samenvatting Aanscherpingen glijdende schaal Geschatte resultaten van recente en voorgenomen aanscherpingen Samenvatting WODC, Ministerie van Veiligheid en Justitie 2014 Drs. Zosja Berdowski; Ir. Alexandra Vennekens

Nadere informatie

M200501 Ervaringen van startende ondernemers in hun eerste jaar

M200501 Ervaringen van startende ondernemers in hun eerste jaar M200501 Ervaringen van startende ondernemers in hun eerste jaar drs. A. Bruins Zoetermeer, juni 2005 Ervaringen van starters in het eerste jaar Na ruim een jaar bezig zijn met een nieuw bedrijf, zeggen

Nadere informatie

Zoetermeer, 28 februari 2018

Zoetermeer, 28 februari 2018 Cliëntenaudit BWRI Zoetermeer, 28 februari 2018 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties

Nadere informatie

M Starters en samenwerking

M Starters en samenwerking M200617 Starters en samenwerking drs. D. Snel drs. A. Bruins Zoetermeer, december 2006 2 Starters en samenwerking Samenwerking tussen (jonge) bedrijven heeft een positief effect op de resultaten van het

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok

Tevredenheidsonderzoek De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Tevredenheidsonderzoek 2014-2015 De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok Zoetermeer, maandag 3 augustus 2015 In opdracht van De Opstap, Leerwerktraject van De Kapstok De verantwoordelijkheid voor de

Nadere informatie

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse

Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Belasting over de winst verdeeld naar sector en grootteklasse Minirapportage ir. C.C. van de Graaff drs. W.H.J. Verhoeven drs. P. Vroonhof K. Bakker Zoetermeer, 18 september 2002 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek ROC Drenthe College meetperiode: 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 Definitief rapport In opdracht van ROC Drenthe College Zoetermeer, donderdag 22 maart 2018 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Hogeschool van Amsterdam Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Hogeschool van Amsterdam Zoetermeer, woensdag 9 november 2016 In opdracht van Hogeschool van Amsterdam De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurmeting oktober 2012. Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurmeting oktober 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66

Nadere informatie

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies

Uitgevoerd in opdracht van. Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Uitgevoerd in opdracht van Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2013 Provincies Zoetermeer, 17 september 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers

Minirapportage: M200211. Doelstellingen van startende ondernemers. Tijdbesteding van de ondernemer. Werknemers Minirapportage: M200211 Doelstellingen van startende ondernemers Inlichtingen: drs. A. Bruins Datum: 17-09-2002 Het 'eigen baas zijn' is voor velen een belangrijk - en vaak het belangrijkste - motief om

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever

Tevredenheidsonderzoek 2014 / De Nieuwe Werkgever Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 De Nieuwe Werkgever Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van De Nieuwe Werkgever De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners

Tevredenheidsonderzoek 2012 / A&P Partners Tevredenheidsonderzoek 2012 / 2013 A&P Partners Zoetermeer, zaterdag 3 augustus 2013 In opdracht van A&P Partners De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 4 augustus 2015 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel

Effecten BTW-verandering op het. gedrag van consumenten in de. Schilders- en stukadoorsbranche. drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Effecten BTW-verandering op het gedrag van consumenten in de Schilders- en stukadoorsbranche drs. K.L. Bangma drs. D. Snel Zoetermeer, 23 maart 2012 Dit onderzoek is gefinancierd door CNV Vakmensen, FNV

Nadere informatie

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel

M Starters en de markt. drs. A. Bruins drs. D. Snel M201010 Starters en de markt drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, juni 2010 Starters en de markt Ondernemers die met een bedrijf zijn begonnen in de maanden voordat de economie in 2008 van groei omsloeg

Nadere informatie

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten

Brancheonderzoek BNA. Conjunctuurpeiling voorjaar Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Brancheonderzoek BNA Conjunctuurpeiling voorjaar 2012 Koninklijke Maatschappij tot Bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf

Tevredenheidsonderzoek ROC De Leijgraaf Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC De Leijgraaf Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC De Leijgraaf De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company

Tevredenheidsonderzoek Jobcoach Company Tevredenheidsonderzoek 2014 Jobcoach Company Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Jobcoach Company De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV

Tevredenheidsonderzoek 2015. AM Werk Reïntegratie BV Tevredenheidsonderzoek 2015 AM Werk Reïntegratie BV Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van AM Werk Reïntegratie BV De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds

Van goede naar betere dienstverlening. Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Van goede naar betere dienstverlening Tevredenheids- en behoefteonderzoek voor het Vervangingsfonds en Participatiefonds Inge van den Ende, Mandy Goes en Roxanne de Vreede Zoetermeer, 26 april 2018 De

Nadere informatie

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus

Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB. drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Bijdrage van buitenlandse werknemers aan innovatie in het MKB drs. A. Bruins T. Span MSc drs. P. Gibcus Zoetermeer, december 2013 ISBN : 978-90-371-1096-8 Rapportnummer : A201363 Dit onderzoek is gefinancierd

Nadere informatie

Stoppen binnen vijf jaar

Stoppen binnen vijf jaar M200720 Stoppen binnen vijf jaar Joris Meijaard Lex van Eck van der Sluijs Erik Stam Zoetermeer, november 2007 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij EIM bv. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Werken in startende bedrijven

Werken in startende bedrijven M201211 Werken in startende bedrijven drs. A. Bruins Zoetermeer, september 2012 Werken in startende bedrijven De meeste startende ondernemers hebben geen personeel. Dat is zo bij de start met het bedrijf,

Nadere informatie

Starten in een dal, profiteren van de top

Starten in een dal, profiteren van de top M200715 Starten in een dal, profiteren van de top drs. A. Bruins drs. D. Snel Zoetermeer, november 2007 2 Starten in een dal, profiteren van de top Ondernemers die in 2003 een bedrijf begonnen, waren zich

Nadere informatie

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland

Innovatie in het MKB in Noord-Nederland Innovatie in het MKB in C10978 Petra Gibcus en Yvonne Prince Zoetermeer, 16 juli 2014 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of

Nadere informatie

Global Entrepreneurship Monitor 2002

Global Entrepreneurship Monitor 2002 Global Entrepreneurship Monitor 2002 Niels Bosma Zoetermeer, 14 november 2002 Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap, dat wordt gefinancierd door het Ministerie

Nadere informatie

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins

M200916. Parttime van start. drs. A. Bruins M200916 Parttime van start drs. A. Bruins Zoetermeer, 24 september 2009 Parttime van start Van de startende ondernemers werkt een kleine meerderheid na de start fulltime in het bedrijf. Een op de vier

Nadere informatie

Benchmark klanten Qredits

Benchmark klanten Qredits Benchmark klanten Qredits Lia Smit Zoetermeer, maart 2013 Rapportnummer: A201308 Dit onderzoek is mede gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl). Voor alle

Nadere informatie

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom

VBO Woonindex. Tweede kwartaal drs. P. Rosenboom VBO Woonindex Tweede 2008 drs. P. Rosenboom Zoetermeer, 10 juli 2008 In opdracht van VBO Makelaars. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Stratus. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V.

Tevredenheidsonderzoek Nieuwland Opleidingen B.V. Tevredenheidsonderzoek 2015 Nieuwland Opleidingen B.V. Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van Nieuwland Opleidingen B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12

Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Tevredenheidsonderzoek 2015 ROC A12 Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van ROC A12 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL

Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 BABEL Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van BABEL De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen

Tevredenheidsonderzoek Twintaal Trainingen Tevredenheidsonderzoek 2015 Twintaal Trainingen Zoetermeer, woensdag 17 februari 2016 In opdracht van Twintaal Trainingen De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Financieringsmonitor MKB Starters

Financieringsmonitor MKB Starters Financieringsmonitor MKB Starters Starters en gevestigd MKB vergeleken Pim van der Valk Lia Smit Zoetermeer, 19 januari 2010 Dit onderzoek is gefinancierd door Ministerie van Economische Zaken Programmaonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau

Tevredenheidsonderzoek 2010 / Olympia uitzendbureau Tevredenheidsonderzoek 2010 / 2011 Olympia uitzendbureau Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2011 In opdracht van Olympia uitzendbureau De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Stemming onder ondernemers in het MKB

Stemming onder ondernemers in het MKB Stemming onder ondernemers in het MKB Vertrouwen van ondernemers in de economie weer toegenomen In het voorjaar van 2010 is het vertrouwen in de Nederlandse economie onder MKB-ondernemers flink toegenomen.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / TAMA TalentCentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 TAMA TalentCentrum Zoetermeer, donderdag 4 augustus 2016 In opdracht van TAMA TalentCentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling

Tevredenheidsonderzoek 2015. Stap.nu Reïntegratie & Counseling Tevredenheidsonderzoek 2015 Stap.nu Reïntegratie & Counseling Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Stap.nu Reïntegratie & Counseling De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv

Tevredenheidsonderzoek totaal inburgering bv Tevredenheidsonderzoek 2015 totaal inburgering bv Zoetermeer, zondag 14 februari 2016 In opdracht van totaal inburgering bv De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland

Tevredenheidsonderzoek 2014 / Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Tevredenheidsonderzoek 2014 / 2015 Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland Zoetermeer, donderdag 13 augustus 2015 In opdracht van Stichting VluchtelingenWerk Zuidwest Nederland De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Fontys Hogescholen - Talencentrum Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Fontys Hogescholen - Talencentrum Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Fontys Hogescholen - Talencentrum De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen

Tevredenheidsonderzoek ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Tevredenheidsonderzoek 2013 ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen Zoetermeer, dinsdag 4 februari 2014 In opdracht van ROC Kop van Noord-Holland bedrijfsopleidingen De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV.

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Piblw-Reïntegratie BV. Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Piblw-Reïntegratie BV. Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Piblw-Reïntegratie BV. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren Landstede Tevredenheidsonderzoek 2011 Dienst inburgeren Landstede Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van Landstede De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie

Tevredenheidsonderzoek ROC Alfa-college, unit Educatie Tevredenheidsonderzoek 2014 ROC Alfa-college, unit Educatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van ROC Alfa-college, unit Educatie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia.

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages

Tevredenheidsonderzoek 2014. STE Languages Tevredenheidsonderzoek 2014 STE Languages Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van STE Languages De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie

Tevredenheidsonderzoek 2015. Rijn IJssel, Educatie & Integratie Tevredenheidsonderzoek 2015 Rijn IJssel, Educatie & Integratie Zoetermeer, zaterdag 27 februari 2016 In opdracht van Rijn IJssel, Educatie & Integratie De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij

Nadere informatie

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi

Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Effecten invoering dubbeltariefsysteem straattaxi Dammis van 't Zelfde Zoetermeer, 16 september 2013 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Tevredenheidsonderzoek Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Tevredenheidsonderzoek 2014 Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie Zoetermeer, vrijdag 13 februari 2015 In opdracht van Friesland College, FC-Extra,School voor Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Cliëntenaudit Stichting SEIN

Cliëntenaudit Stichting SEIN Cliëntenaudit Stichting SEIN Zoetermeer, 17 februari 2017 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen,

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Re-integratie Zeeland meetperiode: 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 Definitief rapport In opdracht van Re-integratie Zeeland Zoetermeer, donderdag 3 augustus 2017 De verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement

Tevredenheidsonderzoek 2015 / Pappenheim Re-integratie en Outplacement Tevredenheidsonderzoek 2015 / 2016 Pappenheim Re-integratie en Outplacement Zoetermeer, dinsdag 19 juli 2016 In opdracht van Pappenheim Re-integratie en Outplacement De verantwoordelijkheid voor de inhoud

Nadere informatie

M200614. Exporterende starters: starters met meer ambities en betere prestaties

M200614. Exporterende starters: starters met meer ambities en betere prestaties M200614 Exporterende starters: starters met meer ambities en betere prestaties Jolanda Hessels Dick Snel Zoetermeer, november 2006 Exporterende starters: starters met meer ambities en betere prestaties

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V.

Tevredenheidsonderzoek Wajong Talenten B.V. Tevredenheidsonderzoek 2014 Wajong Talenten B.V. Zoetermeer, zondag 3 mei 2015 In opdracht van Wajong Talenten B.V. De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van cijfers en/of

Nadere informatie

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief M201208 Ondernemerschap in in perspectief Ondernemerschap in vergeleken met en de rest van Ro Braaksma Nicolette Tiggeloove Zoetermeer, februari 2012 Ondernemerschap in in perspectief In zijn er meer nieuwe

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport

Tevredenheidsonderzoek. Succes2gether.B.V meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport Tevredenheidsonderzoek Succes2getherBV meetperiode: 1 april 2018 tot en met 31 maart 2019 Definitief rapport In opdracht van Succes2getherBV Zoetermeer, maandag 20 mei 2019 De verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering

Tevredenheidsonderzoek 2011. BHP Groep Loopbaanadvisering Tevredenheidsonderzoek 2011 BHP Groep Loopbaanadvisering Zoetermeer, zaterdag 4 februari 2012 In opdracht van BHP Groep Loopbaanadvisering De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/Stratus.

Nadere informatie

Met ervaring aan de start

Met ervaring aan de start Met aan de start Over debutanten, weers en meers Dick Snel Joris Meijaard Zoetermeer, september 2006 ISBN: 90-371-0975-6 Bestelnummer: A200610 Prijs: 30,- Dit onderzoek maakt deel uit van het programmaonderzoek

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan

Tevredenheidsonderzoek Dienst inburgeren ROC Mondriaan Tevredenheidsonderzoek 2010 Dienst inburgeren ROC Mondriaan Zoetermeer, vrijdag 4 februari 2011 In opdracht van ROC Mondriaan De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia. Het gebruik van

Nadere informatie