Begeleiden in succesvol leren

Transcriptie

1 Begeleiden in succesvol leren Hoe maak ik mijn kind de baas van zijn eigen leerproces?

2

3

4

5

6

7

8 Een paar raadsels - Een man van middelbare leeftijd wordt s ochtends wakker nadat hij de dag ervoor zijn baan verloor. Hij staat depressief op, loopt naar zijn slaapkamerraam en kijkt naar buiten. Waarom doet hij dat? Omdat hij niet door de muur kan kijken - Wat was was eer dat was was was? is (of schone kleren) - Hoe kun je acht 8en optellen om uiteindelijk 1000 te krijgen? = 1000

9 Conclusies Leersuccessen en leermislukkingen zijn context gebonden en daardoor beperkt onder onze controle. Hoe we omgaan met de uitdaging is veel meer onder onze controle en daardoor context overstijgend.

10 Misvattingen over het leren 1. Het is een passief proces van het vergaren van kennis en vaardigheden. 2. Goed leren gaat snel en gemakkelijk 3. Fouten maken is dommer dan geen fouten maken

11 Misvattingen over het leren 1. Het is een passief proces. Nee! - Het is een actief en emotioneel proces waarbij het individu voortdurend zoekt naar betekenis. - Het individu krijgt geen kennis maar creëert het zelf. - Het individu is eigenaar en eindverantwoordelijk voor dit proces.

12 Misvattingen over het leren 2. Goed leren gaat snel en gemakkelijk Nee! - Echt leren vereist investering en betrokkenheid. Jij bent eigenaar! - Gevoelens van frustratie, twijfel en angst zijn normaal (naast nieuwsgierigheid en blijdschap!) - Het genot van iets begrijpen en kunnen gaat hand in hand met de frustratie en angst van iets niet te begrijpen of te kunnen.

13 Misvattingen over het leren Ik doe het goed of ik leer.

14 Misvattingen over het leren 3. Fouten maken is dommer dan geen fouten maken Nee! - Het is slimmer! Elke fout geeft informatie. - Met deze informatie kan ik mij verbeteren. - Dom (en slim!) zijn bestaat niet, domme (en slimme!) fouten maken wel.

15 Leren in 3 modellen 1. De leercyclus 2. De 5 G s 3. Niveaus van bekwaamheid

16 1. De leercyclus Ervaringsleren Ervaren bevooroordeeld Uitvoeren/ Experimenteren Nadenken/Reflecteren Selectieve aandacht Conclusie/actieplan

17 1. De leercyclus Ervaringsleren Ervaren Verwachtingsvol Uitvoeren/ Experimenteren Nadenken/Reflecteren Geconcentreerd Conclusie/actieplan

18 Inhoudelijke kennis en vaardigheden: Statistiek Feiten, formules, procedures, berekeningen, toepassingen, voorbeelden enz.

19 Wiskunde Inhoudelijke kennis en vaardigheden: Opvattingen: Wiskunde is vaag en nutteloos. Ik Feiten, kan formules, het ook gewoon procedures, niet. berekeningen, toepassingen, voorbeelden enz. Docent Jansen (is streng. Hij vindt me vast dom) Opletten maar geen vragen stellen Geen oogcontact maken! Boek (vaag, onduidelijk) Lezen (nutteloos) Opdrachten (Niet nadenken, gewoon doen!) Formules (een soort Chinees) Les (Niet te volgen, stress!) Zoveel mogelijk sommen maken (en in mijn hoofd stampen) Doen alsof ik het begrijp Aantekeningen overnemen van Frits

20 2. De 5 G s Gedachten G1 + = G5 Gebeurtenis Gevolg Gedrag Gevoel Weinig invloed op Niet het probleem

21 3. Niveaus van Bekwaamheid - Onbewust onbekwaam - Bewust bekwaam - Onbewust bekwaam

22 3. Niveaus van Bekwaamheid - Onbewust onbekwaam - Bewust onbekwaam Vermijden Berusten - Bewust bekwaam Verzetten - Onbewust bekwaam

23 Teveel Het is niet eerlijk! Leerproblemen Teveel Wat was dat ERG! G1 = G5 Vermijden BELEMMEREND Onbekwaamheid Berusten Verzetten

24 Belemmerende gedachten Irrationele gedachten: Bevatten één van twee kenmerken: - Ze zijn feitelijk onjuist. Het is een ramp als ik het niet haal. - Ze zijn onbruikbaar. Ik ga het over 4 weken echt niet halen.

25 Belemmerende gedachten Positieve gedachten kunnen ook irrationeel zijn! Jezelf: Ik weet dat ik het kan. Het komt wel goed. Ik kom er wel. Het is niet zo belangrijk. Moeder: Docent: Als je maar je best doet. Je bent er slim genoeg voor.

26 Belemmerende gedachten Kenmerken: - Ze belemmeren de leercyclus. Ze verhinderen degelijke reflectie en (gecontroleerde) actie - Ze zijn sterk verbonden aan ondermijnende emoties Frustratie (Het is niet eerlijk! Waarom ik?) Angst (Het is te laat! Heb ik wel m n best gedaan?) Apathie (Laat maar. Het heeft geen zin.)

27 Niet Positief maar Constructief Leren is vallen en opstaan. Stapje voor stapje kom je verder. Het is normaal om hulp te vragen. Je kunt altijd iets doen. Wat nu niet lukt probeer ik later weer. Kenmerken: - Ze erkennen je onbekwaamheid! - Ze geven ruimte voor actie en reflectie.

28 Genoeg Nu zie ik hoe het zit! Regie! Genoeg Dit vind ik goed en dat wil ik anders. G1 = G5 Verwachtingsvol Constructief Focus Aangaan! What s the plan? (On)bekwaamheid

29 Wat kunt u doen? Help uw kind om eigenaar te worden van zijn situatie. (de driehoek in!) Zorg dat uw kind in de leercyclus blijft. Help uw kind om constructief te reflecteren. (what s the plan?) Moedig het maken van fouten aan. Stimuleer het experimenteren met nieuw gedrag (risico s nemen) Richt feedback op gedrag en niet op persoon (geen waardeoordeel!)