De doelmatigheid van respijtzorg
|
|
- Veerle Wauters
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De doelmatigheid van respijtzorg Een longitudinaal onderzoek onder mantelzorgers voor dementerenden op een wachtlijst voor opname in een zorginstelling N.J.A. van Exel * L. Peerboom A. Koolman M.A. Koopmanschap W.B.F. Brouwer Erasmus MC Institute for Medical Technology Assessment (imta) Instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (ibmg) imta rapport December 2008 * correspondentie: Erasmus MC, Institute for Medical Technology Assessment (imta) Postbus 1738, Kamer WL4-125, 3000 DR Rotterdam T: F: E: n.vanexel@erasmusmc.nl
2 Inhoudsopgave 1 Inleiding Achtergrond Doelstelling 5 2 Methode en dataverzameling Uit voorgaand onderzoek Belasting van mantelzorg Ondersteuning van mantelzorgers Determinanten van opname Mantelzorgers na opname Opzet van dit onderzoek Uitgangspunten De onderzoekspopulatie Dataverzameling Meetinstrumenten Analyse 14 3 Resultaten Populatie Inclusie en respons De zorgindicatie Gegevens meetmoment Gegevens meetmoment Invloed respijtzorg op opname De doelmatigheid van respijtzorg Discussie en conclusie Referenties Annex A Vragenlijst meetmoment Annex B Vragenlijst meetmoment Annex C Toelichting ziektematen... 54
3 Tabellen Tabel 1 Mantelzorgers, dementerenden en de mantelzorgsituatie (t=1) 17 Tabel 2 Mantelzorgers, dementerenden en mantelzorgsituatie (t=2) 20 Tabel 3 Analyse kans op opname 22 Figuren Figuur 1 CarerQoL scores (t=1) 18 Figuur 2 Status dementerenden en volgdagen naar status (t=2) 19 Figuur 3 Volhoudtijd van mantelzorgers (t=1,2) 21 Figuur 4 Inclusieperiode en status (t=2) per regio 26 2
4 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Dementie is een verzamelnaam voor verschillende stoornissen, waarvan Alzheimer en vasculaire dementie de twee belangrijkste zijn. Bij de ziekte van Alzheimer sterven zenuwcellen in de hersenen langzaam af. Bij vasculaire dementie gaat het om bloedingstoornissen in de hersenen die leiden tot een verminderd mentaal functioneren. In ongeveer 70% van de nieuw geconstateerde gevallen van dementie gaat het om de ziekte van Alzheimer (Alzheimercentrum, 2008). Er zijn drie stadia van dementie te onderscheiden, waarin als gevolg van het chronisch progressieve beloop van de aandoening de behoefte aan steun en verzorging steeds verder oploopt. In het eerste stadium is er sprake van lichte dementie, waarbij de patiënt perioden van apathie ervaart afgewisseld met perioden van geprikkeldheid. In dit stadium is de patiënt voldoende in staat om zelfstandig te wonen. Het tweede stadium, matige dementie, kenmerkt zich door stoornissen van verschillende functies. Zelfstandig wonen wordt daardoor riskant en (beperkt) toezicht is noodzakelijk. In het derde stadium is er sprake van ernstige dementie. De patiënt is niet langer in staat dagelijkse activiteiten te verrichten en is volledig hulpbehoevend (APA, 1987; RIVM, 2008). Dementie is een belangrijke oorzaak van opname in een zorginstelling en voor sterfte (Bharucha et al., 2004; Hollander et al., 2006). Nederland telt bijna 200 duizend mensen met dementie (De Lange & Poos, 2007). Dementie behoort daarmee tot de top-10 ziekten die verantwoordelijk zijn voor de hoogste ziektelast en is verantwoordelijk voor bijna 5% van de totale zorgkosten (Hollander et al., 2006; Hoekstra & Poos, 2008). Begin 2007 stonden ongeveer 6,700 dementerenden op een wachtlijst voor opname; dat is 18% van het totale aantal mensen op een wachtlijst voor zorg met verblijf in de sector verpleging & verzorging. De gemiddelde wachttijd voor opname van mensen op de wachtlijst was 384 dagen 1 ; 69% stond 6 maanden of langer op de wachtlijst. De gemiddelde wachttijd van mensen die in de loop van het voorafgaande jaar waren opgenomen was echter 48 dagen (Vernhout et al., 2007). Het lijkt daarom dat een deel van de mantelzorgers probeert de zorgtaak vol te houden totdat een plaats beschikbaar komt in de zorginstelling waar hun voorkeur naar uit gaat. 1 Cijfer geldt voor de sector verpleging & verzorging, afzonderlijk cijfer voor dementie niet beschikbaar. 3
5 Het aantal mensen met dementie zal in de komende drie decennia naar verwachting verdubbelen (Ferri et al., 2005; Wancate et al., 2003; Wimo et al., 2003; Gezondheidsraad, 2002). De prevalentie van dementerenden van 65 jaar en ouder in Nederland zal daarmee toenemen van 1 op de 93 inwoners naar 1 op de 44 inwoners in In relatie tot het aantal leden van de beroepsbevolking zal de prevalentie toenemen van 1 op de 63 leden naar 1 op de 27 leden van de beroepsbevolking (Gezondheidsraad, 2002). Dementie en de daarmee samenhangende kosten zullen dus zwaarder gaan drukken op de Nederlandse bevolking in de komende decennia. Als gevolg van de groei in prevalentie zal het huidige tekort aan plaatsen in verzorgingsen verpleeghuizen naar verwachting nog verder toenemen: in 2015 is er nog voor één op de tien dementie patiënten plaats in een verpleeghuis (NIZW, 2005). Dit roept de vraag op hoe de andere dementerenden verzorgd (moeten) worden. In Nederland wonen twee van de drie dementerenden thuis en zij worden in belangrijke mate verzorgd door mantelzorgers. Mantelzorg is daarmee een belangrijk en integraal deel van de totale zorg voor dementerenden. Mantelzorg is zorg die wordt verleend door mensen uit de sociale omgeving van de patiënt (zoals partner, familie, vrienden) en is vaak (maar niet noodzakelijkerwijs) onbetaald en niet professioneel. Uit eerder onderzoek is bekend dat veel mantelzorgers voor dementerenden zich (zwaar) belast voelen door deze zorgtaak (Peeters et al., 2007). Ook is bekend dat het verzorgen van een naaste kan leiden tot lichamelijke en psychische klachten, sociaal isolement en financiële problemen, en onder ouderen die zorg verlenen aan hun partner tot een verhoogd morbiditeits- en mortaliteitsrisico leidt (Mason et al., 2007; Schulz & Beach, 1999). Een groot deel van de mantelzorgers, en vooral zij die de zorg als (sterk) belastend ervaren, geeft aan behoefte te hebben aan ondersteuning om de mantelzorgtaak op een verantwoorde manier voort te kunnen zetten (Van Exel et al., 2006). Gezien de belangrijke bijdrage van mantelzorgers aan de zorg voor dementerenden en de verwachting dat het beroep op mantelzorgers in de komende decennia verder zal toenemen, is het van maatschappelijk belang de positie en ondersteuningsbehoeften van mantelzorgers in ogenschouw te nemen en waar mogelijk te verbeteren. Een hanteerbare mantelzorgtaak helpt immers voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken en zorgt ervoor dat dementerenden langer thuis kunnen blijven wonen. Dit is over het algemeen conform de wens van zowel mantelzorger als dementerende. Ontlasting van mantelzorgers is dus niet alleen van belang voor henzelf, maar ook voor degene die zij verzorgen. Het kan er bovendien toe bijdragen dat dementerenden 4
6 in mindere mate een beroep hoeven te doen op formele zorg, in de thuissituatie of door opname in een zorginstelling, en kan op die wijze in principe mede gezien de omvang van de populatie dementerenden tot aanzienlijke kostenbesparingen leiden. 2 Een van de instrumenten die de overheid in kan zetten om mantelzorgers te ondersteunen is respijtzorg. Verschillende vormen van mantelzorg ondersteuning worden in de praktijk als respijtzorg aangemerkt. Directe vormen van ondersteuning hebben als doel om de zorgtaak tijdelijk van de mantelzorger over te nemen zodat deze even op adem of aan iets anders toe kan komen. Ondersteunende begeleiding in de thuissituatie of in een zorginstelling of dagverblijf (dagopvang) zijn bekende en veelvoorkomende vormen. Indirecte vormen van ondersteuning betreffen bijvoorbeeld voorlichting, training en lotgenotencontact. Binnen het kader van dit onderzoek wordt alleen directe ondersteuning als respijtzorg aangemerkt en onderzocht. Er is op dit moment nog weinig bekend over het effect van respijtzorg op de behoefte aan formele zorg en het is daarom ook onduidelijk of het aanbieden van respijtzorg potentieel doelmatig is. Het in dit rapport gepresenteerde onderzoek gaat nader in op deze vragen en tracht in dat opzicht bij te dragen aan het begrip van de positie van en het belang van mantelzorgers in de zorg voor dementerenden in Nederland. In het licht van de hierboven beschreven toename van de prevalentie van dementie en het tekort aan formele zorg, is dit van groot belang. 1.2 Doelstelling Naar verwachting zal de zorg in de thuissituatie een steeds belangrijker rol gaan spelen in de totale zorg voor dementerenden, mede gezien de verwachte tekorten aan plaatsen in verzorgings- en verpleeghuizen en de groei in de prevalentie van dementie. Mantelzorg zal dit tekort deels moeten opvangen. De vraag is echter hoe mantelzorgers deze belangrijke taak op een verantwoorde en duurzame wijze op zich kunnen nemen. Het is enerzijds bekend dat veel mantelzorgers hun taak als belastend ervaren (Van Exel et al., 2004) en dat deze belasting kan leiden tot beëindiging van mantelzorg, waardoor opname of meer andere formele zorg noodzakelijk wordt. Anderzijds is bekend dat respijtzorg mantelzorgers kan ontlasten en ondersteunen om de mantelzorgtaak op een verantwoorde wijze vol te houden. Het is echter nog de 2 De kosten van een verpleegdag in een verpleeghuis zijn vergelijkbaar met 5 à 7 uur respijtzorg, afhankelijk van locatie (thuis, dagopvang). 5
7 vraag of respijtzorg er daadwerkelijk toe leidt dat mantelzorgers de mantelzorgtaak langer op zich kunnen nemen en het beroep van de zorgontvanger op formele zorg doet afnemen. Bovendien is het van belang om na te gaan of respijtzorg een doelmatige manier is om dit doel te bereiken. De specifieke hoofdvraag van dit onderzoek is dan ook: Leidt respijtzorg tot uitstel van opname van dementerenden in een verzorgings- of verpleeghuis? Bijkomende vraag is of respijtzorg, uitgaande van vergelijkbare effectiviteit van zorg, kostenbesparend is of de ervaren belasting van mantelzorgers vermindert. In dit onderzoek ligt de focus, zoals hierboven aangegeven, op vormen van respijtzorg waarbij de zorgtaak van de mantelzorger wordt overgenomen. 6
8 2 Methode en dataverzameling 2.1 Uit voorgaand onderzoek Deze paragraaf geeft, voorafgaand aan de nadere beschrijving van de opzet en uitvoering van dit onderzoek, een overzicht op hoofdlijnen van wat er bekend is uit voorgaand onderzoek over de belasting van mantelzorg voor dementerenden, ondersteuning van mantelzorgers, determinanten van opname en hoe het mantelzorgers vergaat na opname Belasting van mantelzorg Ongeveer 65% van de dementerenden in Nederland woont thuis. Veel van de ondersteuning en verzorging die deze dementerenden vooral in het eerste en tweede stadium van dementie nodig hebben, wordt geleverd door mantelzorgers. Zij verrichten een breed scala aan ondersteunings- en verzorgingstaken, waaronder het ondersteunen van de dementerende bij dagelijkse activiteiten, het verrichten van medisch-verpleegkundige taken, het organiseren van de zorg en contacten met zorginstellingen, het verzorgen van financiële zaken, het bieden van emotionele steun en het fungeren als oppas wanneer de patiënt niet meer in staat is alleen te blijven. Uit eerder onderzoek bleek dat ongeveer 60% van de thuiswonende dementerenden iedere dag zorg ontvangt of constant van zorg afhankelijk is (NIZW, 2005). Met het verergeren van de dementie neemt de zorgbehoefte van de dementerende en de belasting van de mantelzorger steeds verder toe. De belasting van mantelzorg voor een dementerende kan aanzienlijk zijn, zeker omdat de mantelzorgers vaak partners zijn en zelf dus ook op leeftijd. Van de mantelzorgers voor dementerenden in Nederland ervaart 22% hun situatie als licht belastend, 58% als matig belastend en 20% ernstig belastend (Peeters et al., 2007). Een groot deel van deze mantelzorgers (77%) heeft vooral moeite met de gedragsveranderingen van hun naaste als gevolg van de dementie. Hoewel mantelzorg vaak de gewenste zorgvorm is voor dementerende en mantelzorger, wordt steeds duidelijker dat langdurig en intensief zorg verlenen tot lichamelijke en psychische klachten kan leiden, zoals stress, angst, depressiviteit en rugklachten als gevolg van het tillen van de patiënt en uiteindelijk tot serieuze gezondheidsproblemen en zelfs voortijdig overlijden (Mason et al., 2007; Schulz & Beach, 1999). 7
9 Uit voorgaand onderzoek is al redelijk veel bekend over de belangrijkste determinanten van subjectieve belasting van deze ondersteunings- en verzorgingstaken. Hieronder vallen de gezondheidstoestand van zorgvrager en mantelzorger, de omvang en complexiteit van de mantelzorgtaak, de combinatie met andere verplichtingen en rol verantwoordelijkheden (gezin, werk, et cetera), en ondersteuning door een mantelzorgnetwerk, thuiszorg of een particuliere hulp. Uit recent onderzoek weten we bovendien dat deze variabelen ook gerelateerd zijn aan de zelf ingeschatte volhoudtijd van mantelzorgers en de behoefte en gebruik van respijtzorg onder mantelzorgers (Kraijo et al., 2008; Van Exel et al., 2006) Ondersteuning van mantelzorgers Ondersteuning van de mantelzorger kan zich richten op het verminderen van de (draag)last en stress van de mantelzorgtaak, het voorkomen van depressiviteit bij de mantelzorger, het bevorderen van de subjectieve beleving van geestelijk en lichamelijk welzijn, en het informeren over de ziekte en vormen van professionele zorg (Pinquart & Sörensen, 2006; Zabalegui, 2008, Yedidia & Tiedemann, 2008). Beschikbare studies wijzen uit dat de meeste vormen van respijtzorg tot dusverre bescheiden resultaten opleveren in het verminderen van stress en uitstel van opname van de patiënt, maar dat de tevredenheid van de mantelzorger met de huidige situatie aanzienlijk kan stijgen. Psychische en sociale hulpverlening lijken tot de beste (blijvende) resultaten te leiden (Mason et al., 2007; NIZW, 2005; Mittelman et al., 2004, Mittelman et al., 1996). Veel mantelzorgers hebben behoefte aan ondersteuning bij reguliere activiteiten in het dagelijks (zorg)leven, zoals huishoudelijke activiteiten, de lichamelijke en persoonlijke verzorging van de patiënt, kleine klusjes in en rond het huis en het vervoer van de patiënt. In Nederland krijgt 45% van de thuiswonende dementerenden hulp bij het huishouden en 37% hulp bij lichamelijke verzorging en/of verpleging; over het algemeen ontvangen mantelzorgers die veel problemen ervaren met de zorg voor hun naaste met dementie vaker dergelijke professionele ondersteuning (Peeters et al., 2007). Daarnaast hebben veel mantelzorgers behoefte aan een luisterend oor, het kunnen praten (met lotgenoten) over hun ervaringen, informatie over de ziekte, het beloop en wat ze te wachten staat, de zorgmogelijkheden voor hun naaste, informatie en educatie over de medicatie en de verzorgingstaken die ze moeten verrichten, en ondersteuning bij financiële zaken en communicatie met professionals. Tot slot kan de zorgtaak tijdelijk worden overgenomen zodat de mantelzorger even wat tijd heeft voor zichzelf, even op adem kan komen. Mantelzorgers kunnen door korte perioden van 8
10 tijd voor zichzelf, weg van de psychologische en lichamelijke last van de zorg, hun taak beter volhouden (Upton & Reed, 2005; Måvall & Thorslund, 2006; Van Exel et al., 2006; Gaugler et al., 2003). In Nederland krijgen ongeveer twee op de drie thuiswonende dementerenden dagbehandeling of dagopvang in een zorginstelling of ontmoetingscentrum en ongeveer 17% van de mantelzorgers voor dementerenden in Nederland geeft aan behoefte te hebben aan tijdelijke overname van zorg voor de patiënt (Peeters et al., 2007). Uit een Finse studie bleek dat 31% van de mantelzorgers voor patiënten met dementie ondersteuning kreeg in de vorm van respijtzorg, terwijl 40% van de mantelzorgers die geen gebruik maakten van respijtzorgvoorzieningen aangaf er wel behoefte aan te hebben. Mannelijke mantelzorgers hadden meer behoefte aan ondersteuning bij huishoudelijke taken en maaltijden services, vrouwelijke mantelzorgers meer behoefte aan ondersteuning bij financiële taken en vervoer van de patiënt (Raivio et al., 2007) Determinanten van opname De oorzaak van opname van een dementerende kan zowel bij de patiënt als bij de mantelzorger liggen, die om welke reden ook de mantelzorg moet of wil beëindigen. Om de kans op opname te voorspellen dienen daarom kenmerken van zowel de dementerende als diens mantelzorger in beschouwing te worden genomen. De belangrijkste determinanten voor opname die uit de literatuur naar voren komen zijn leeftijd, burgerlijke staat en functionele en cognitieve status van zowel dementerende als mantelzorger, agressief gedrag van de dementerende, en de uren zorg, subjectieve belasting, gebrek aan ondersteuning en depressieve klachten van de mantelzorger, (Yaffe et al., 2002, Rozzini et al., 2006, Luck et al., 2008; Gold et al., 1995; Buhr et al., 2006; De Vugt et al., 2005, Hébert et al., 2001). Ook de relatie tussen dementerende en mantelzorger en de woonsituatie van de dementerende lijken van belang. Mensen die mantelzorg verlenen aan een dementerende ouder of schoonouder zijn sneller geneigd om hun dementerende naaste op te laten nemen dan mensen die mantelzorg verlenen aan hun partner (De Vugt et al., 2005). Voor dementerenden die niet samenwonen met hun partner is de kans op opname ook aanzienlijk hoger; voor mannen 70% hoger wanneer ze alleenwonend zijn en 56% hoger wanneer ze met anderen wonen; voor vrouwen zijn deze kansen respectievelijk 29% en 21% (Nihtilä & Martikainen, 2008). 9
11 2.1.4 Mantelzorgers na opname Mantelzorgers hebben over het algemeen veel moeite met de beslissing om de zorg in de thuissituatie te beëindigen en de dementerende op te laten nemen, maar zijn achteraf overwegend tevreden met de genomen beslissing (Gold et al., 1995). Na de opname verbeteren de gezondheid en kwaliteit van leven van mantelzorgers, maar gevoelens van angst en depressie veranderen niet significant. Mantelzorgers zijn meer tevreden over de sociale activiteiten die ze verrichten en met de hulp die ze van anderen ontvangen. Vooral mantelzorgers die de patiënt dagelijks bezoeken, getrouwd zijn met de patiënt en minder tevreden zijn met de hulp die ze van anderen ontvangen ervaren meer depressieklachten na opname (Schulz et al., 2004; Gold et al., 1995; Gräsel, 2002). 2.2 Opzet van dit onderzoek Uitgangspunten Er is aangenomen dat respijtzorg helpt om opname van de dementerende in een zorginstelling uit te stellen indien mantelzorgers met respijtzorg de zorgtaak langer volhouden dan mantelzorgers zonder respijtzorg. Om dit te onderzoeken is een populatie mantelzorgers gevolgd die ondersteuning en verzorging bieden aan een dementerende naaste die op een wachtlijst staat voor opname in een zorginstelling. Binnen deze populatie is nagegaan of respijtzorg, als onderdeel van de totale zorgmix in de thuissituatie, van invloed was op (1) de kans op opname van de dementerende gedurende de volgtijd en op (2) de tijd tot opname vanaf plaatsing op de wachtlijst. Binnen het kader van dit onderzoek is respijtzorg gedefinieerd als de indicatie ondersteunende begeleiding (algemeen of dagopvang). Dementerenden met een indicatie opname krijgen, omdat ze over het algemeen niet direct willen of kunnen worden opgenomen en daarom op een wachtlijst worden geplaatst, tevens overbruggingszorg geïndiceerd. Als onderdeel hiervan kan een aantal uren ondersteunende begeleiding worden geïndiceerd De onderzoekspopulatie De populatie is benaderd via zorgkantoren in de regio s Delft Westland Oostland / Nieuwe Waterweg-Noord, Gooi & Vechtstreek, en Waardenland/Midden-Holland. Het bleek over het algemeen lastig om medewerking te krijgen van zorgkantoren voor dit onderzoek. De benaderde zorgkantoren onderschreven het belang van dit onderzoek en waren geïnteresseerd in de uitkomsten maar voerden diverse redenen aan om niet 10
12 mee te kunnen werken, waaronder de verwachte belasting van de longitudinale opzet van de studie, personeelstekort/drukte door invoering zorgzwaartepakketten systematiek of reorganisatie/fusie, zorgen om privacy/reactie van cliënten en marktgevoeligheid van de (wachtlijst)informatie. Mede om de laatste reden is de presentatie van de resultaten in overleg met de zorgregio s geanonimiseerd. Gegeven de doelstelling van dit onderzoek was dit niet problematisch. Door de moeilijkheid om medewerking te verkrijgen van zorgkantoren en de lage incidentie van nieuwe dementerenden op de wachtlijst voor opname 3, heeft de inclusieperiode aanzienlijk langer geduurd en is het streefaantal van 200 inclusies omwille van tijdige afronding van het onderzoek niet helemaal gehaald. Bij de zorgkantoren die wel medewerking hebben verleend bleek het niet mogelijk om reminders te sturen of gedurende de inclusieperiode de status van de patiënt te volgen en bij verandering van status de vervolgvragenlijst te sturen. Daarom is mantelzorgers in het geval van opname of overlijden van de dementerende gedurende de volgtijd gevraagd de vragenlijst retrospectief in te vullen, met de laatste week thuis (voor opname, overlijden) in gedachten Dataverzameling Twee van de drie zorgregio s hebben gedurende een periode van zes maanden wekelijks alle cliënten die een indicatie opname kregen met eerste grondslag PG een onderzoekspakket toegestuurd (naar het huisadres van de dementerende of diens contactpersoon). Het onderzoekspakket bestond uit een uitnodigingsbrief van het zorgkantoor, een informatiebrief van het Erasmus MC, een toestemmingsformulier voor inzage in het indicatiebesluit, een responsformulier, een kopie van de vragenlijst (zie Annex A) en een portovrije retourenveloppe. In de informatiebrief werd het belang en de longitudinale opzet van het onderzoek toegelicht, medewerking van de primaire mantelzorger gevraagd aan het onderzoek en de keuze geboden tussen een telefonisch interview of het schriftelijk retourneren van de vragenlijst. Het derde zorgkantoor heeft eenmalig alle cliënten op de wachtlijst voor opname met eerste grondslag PG benaderd voor deelname. De procedure was verder vergelijkbaar. Dit wordt verder aangeduid als meetmoment 1 (of t=1 ). De mantelzorgers die aan meetmoment 1 hebben deelgenomen zijn ongeveer een jaar later opnieuw schriftelijk benaderd voor een tweede, afsluitend interview (zie Annex 3 Analyse vooraf bij één van de betrokken zorgregio s liet zien dat er in het voorafgaande halve jaar gemiddeld 10 tot 12 dementerenden per week bij kwamen op de wachtlijst. De daadwerkelijke incidentie tijdens de inclusieperiode lag bij alle betrokken zorgregio s op gemiddeld 2 of 3 per week (20-25%). 11
13 B), verder aangeduid als meetmoment 2 (of t=2 ). Respondenten is wederom de keuze geboden tussen een telefonisch interview of het schriftelijk retourneren van de vragenlijst. Omdat de inclusieperiode veel langer was dan geanticipeerd en het lange tijd onduidelijk bleef of voldoende respons gehaald zou worden om de studie te kunnen voltooien, is meetmoment 2 een half jaar later opgestart. Hierdoor is voor een deel van de mantelzorgers de volgtijd langer dan 1 jaar (maximaal 1.5 jaar) Meetinstrumenten Om de invloed van respijtzorg op opname in een zorginstelling te onderzoeken zijn een aantal variabelen van belang: de zorgmix in de thuissituatie, de (verandering in) gezondheidstoestand van de dementerende en een reeks overige kenmerken van de mantelzorgsituatie die op basis van voorgaand onderzoek mogelijk relevant zijn gebleken (zoals in de vorige paragraaf beschreven). Zorg in de thuissituatie De totale zorgmix in de thuissituatie bestaat uit formele en informele zorg. Voor de formele zorg is uitgegaan van het zorgindicatiebesluit van de dementerende. Een complicerende factor bij het in kaart brengen van de formele zorg was dat tijdens het onderzoek de wijze van indiceren is gewijzigd. Ten eerste, na invoering van de WMO is huishoudelijke zorg uit de zorgindicatie verdwenen waardoor de omvang van huishoudelijke zorg voor een aanzienlijk deel van de respondenten onbekend bleef. Als gevolg hiervan is huishoudelijke zorg voor alle respondenten buiten beschouwing gelaten. Ten tweede, de systematiek van indiceren is gewijzigd van een functiegericht indicatiesysteem naar een systeem op basis van zorgzwaartepakketten. Voor het omrekenen van zorgzwaartepakketten naar uren per functie zijn de daarvoor via het CIZ verkregen kengetallen gehanteerd. Voor alle respondenten is daarom de formele zorg beschikbaar in termen van uren persoonlijke verzorging, verpleging, activerende begeleiding en ondersteunende begeleiding per week. Het was echter niet langer mogelijk om binnen ondersteunende begeleiding onderscheid te maken tussen algemeen (in de thuissituatie) of dagopvang. De omvang van de informele zorg is geïnventariseerd aan de hand van de vragenlijst (zie Annex A). Respondenten is gevraagd naar de omvang van de mantelzorgtaak in termen van het aantal uren per week besteed aan huishoudelijke taken ten behoeve van de dementerende almede de verzorging en praktische ondersteuning van de dementerende. Daarnaast is gevraagd naar de omvang van het verdere mantelzorgnetwerk van de dementerende in termen van aantal overige mantelzorgers en het totaal aantal uren zorg door deze andere mantelzorgers. Tot slot is gevraagd of 12
14 het huishouden waar de dementerende deel van uitmaakt een particuliere hulp in dienst heeft. Een particuliere hulp voert taken uit in het huishouden van de dementerende die anders door een mantelzorger of formele hulpverlener uitgevoerd zouden moeten worden en wordt in dit onderzoek daarom tot de totale zorgmix in de thuissituatie gerekend. Gezondheid De gezondheid van de dementerende en de mantelzorger zijn in kaart gebracht met behulp van een standaard visual analogue scale (VAS), een veelgebruikte meetlat met als minimum score 0, gedefinieerd als de slechtst denkbare gezondheid, en als maximum score 10, de best denkbare gezondheid. Voor de gezondheid van de dementerende zijn daarnaast de KATZ-schaal, de Clinical Dementia Rating scale (CDR) en de Neuropsychiatrische Inventarisatie (NPI) afgenomen (zie Annex C voor nadere toelichting op de afzonderlijke maten en de bijbehorende scores). Deze drie gezondheidsmaten waren onderdeel van de vragenlijsten (zie Annex A en B) en zijn ingevuld door de mantelzorger. Overige potentieel relevante kenmerken van de mantelzorgsituatie Met betrekking tot de dementerende is, in aanvulling op de gezondheidstoestand, gevraagd naar leeftijd, geslacht, woonsituatie ten opzichte van de mantelzorger, behoefte aan toezicht, het mantelzorgnetwerk en het in dienst hebben van een particuliere hulp. Met betrekking tot de mantelzorger is gevraagd naar leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, relatie tot dementerende, optimisme en geluk. Optimisme is gemeten met behulp van de herziene versie van de Life-Orientation Test (LOT-R; Scheier et al., 1994). Geluk is gemeten met behulp van een standaard VAS met als minimum score 0, gedefinieerd als volledig ongelukkig, en als maximum score 10, volledig gelukkig. Verder is gevraagd naar de werksituatie en het hebben van thuiswonende kinderen. Werk en opvoeding kunnen, als alternatieve rolverantwoordelijkheden van mantelzorgers, een aanzienlijk beslag leggen op hun tijd. Hierdoor blijft er minder tijd over voor mantelzorg, of is deze mogelijk extra belastend voor de mantelzorger. De beleving van de mantelzorgtaak door de mantelzorger is in kaart gebracht met de Self-Rated Burden scale (SRB), Process Utility (PU), de Care-related Quality of Life scale (CarerQoL), en zelf ingeschatte volhoudtijd. De SRB geeft een indictie van hoe zwaar een mantelzorger de zorgtaak vindt en geeft via een standaard VAS een gewogen somscore tussen 0 ( helemaal niet zwaar ) en 10 ( veel te zwaar ), waarin alle onderliggende positieve en negatieve dimensies van belasting zijn samengevat 13
15 (Van Exel et al., 2004). Process utility geeft een indicatie van de winst of het verlies aan welzijn (geluk) in het geval dat de mantelzorger de zorgtaak kosteloos over zou kunnen dragen aan een persoon van eigen keuze en is specifiek gericht op het meten van de voldoening van het verlenen van mantelzorg (Brouwer et al., 2005). De CarerQoL geeft een indicatie van de problemen die mantelzorgers ervaren bij het verlenen van mantelzorg en het effect hiervan op de kwaliteit van hun leven (Brouwer et al., 2006). Volhoudtijd is een relatief nieuw concept, waarbij mantelzorgers gevraagd wordt hoe lang ze denken de mantelzorgtaak nog vol te kunnen houden indien de situatie blijft zoals deze is (Kraijo et al., 2008). 2.3 Analyse Om na te gaan of respijtzorg van invloed is op opname van dementerenden in een zorginstelling zijn verschillende analyses gedaan. Ten eerste is gekeken naar de relatie tussen kenmerken van de mantelzorgsituatie op meetmoment 1 en de kans op opname van de dementerende gedurende de volgtijd in dit onderzoek. Hiervoor zijn de gegevens van dementerenden die de volgtijd hebben overleefd geanalyseerd met gebruik van multivariate probit-analyse, met opname (ja/nee) als te verklaren variabele. Ten tweede is gekeken naar de relatie tussen kenmerken van de mantelzorgsituatie op meetmomenten 1 en 2 en de (volg)tijd tot opname. Hiervoor zijn de gegevens van dementerenden die zijn opgenomen geanalyseerd met gebruik van een multivariate regressieanalyse, met het aantal volgdagen tot opname als te verklaren variabele. Daarnaast zijn diverse andere analyses uitgevoerd teneinde verdere relaties te analyseren. 14
16 3 Resultaten 3.1 Populatie Inclusie en respons In totaal hebben 153 mantelzorgers van dementerenden op een wachtlijst voor opname in een zorginstelling ingestemd met deelname aan meetmoment 1 en inzage in het zorgindicatiebesluit. De verdeling over de drie onderzoeksregio s was 40.5%, 30.7% en 28.8%. Slechts in één van de drie zorgregio s was non-respons analyse mogelijk; in de andere regio s is het aantal verstuurde onderzoekspakketten niet bijgehouden of niet verstrekt. In de betreffende zorgregio is op 63% van de verzonden brieven reactie ontvangen, waarvan 43% positief en 57% negatief. Dit betekent dat 27% van de aangeschreven mantelzorgers bereid was deel te nemen aan het onderzoek. Deze respons is vergelijkbaar met eerder onderzoek onder mantelzorgers waarbij schriftelijke benadering via zorgkantoren of steunpunten mantelzorg is gebruikt (bijvoorbeeld Van Exel et al., 2002; 2006) De zorgindicatie Van deelnemers aan het onderzoek die hiervoor toestemming hebben verleend is het zorgindicatiebesluit ingezien. De gemiddelde zorgindicatie was 23.5 uur per week (bereik 0-71 uur), gemiddeld bestaande uit: 6.2 uur persoonlijke verzorging (0-24 uur), 2.0 uur verpleging (0-10 uur), 1.2 uur activerende begeleiding (0-24 uur), en 14.1 uur ondersteunende begeleiding (0-44 uur). De omvang van de zorgindicatie was vergelijkbaar (en niet statistisch significant verschillend) tussen de drie zorgregio s, zowel wat betreft het totaal aantal uren (tussen 22.5 en 24.3 uur) als de uren voor de verschillende functies. Gemiddeld genomen krijgen mantelzorgers dus 14 uur per week respijtzorg (in de thuissituatie of als dagopvang). 15
17 3.1.3 Gegevens meetmoment 1 Tweederde van de mantelzorgers was vrouw (zie Tabel 1). Hun gemiddelde leeftijd was 61 jaar en varieerde tussen 26 en 91. Bijna één op de vijf mantelzorgers had thuiswonende kinderen en ruim één op de drie had betaald werk. Over het algemeen waren mantelzorgers redelijk gezond, optimistisch en gelukkig, maar ook achter deze gemiddelden zat veel variatie. De helft van de mantelzorgers verleende ondersteuning en verzorging aan een dementerende vader of moeder, één derde aan hun partner. De overige mantelzorgers zorgden voor schoonouders, broers, zussen, vrienden of buren. De dementerenden waren ook in meerderheid vrouw en hadden een gemiddelde leeftijd van 81 jaar. Ongeveer één op de drie woonde in huis bij de mantelzorger; in andere gevallen was de gemiddelde reisafstand ongeveer 25 kilometer, variërend van om de hoek tot 180 kilometer. Bijna 60% ontving ook mantelzorg van twee à drie anderen, voor in totaal een kleine 15 uur per week. Ongeveer 40% had een particuliere hulp in dienst voor gemiddeld vijf uur per week. De gezondheid van de dementerenden was matig tot redelijk, 28% had volgens de mantelzorger continu toezicht nodig. Mantelzorgers verleenden gemiddeld al vier jaar zorg aan de dementerende (zie tabel 1). De mantelzorgtaak had een omvang van 26.5 uur per week, voor het merendeel huishoudelijke taken, verdeeld over zeven dagdelen. De belasting van de mantelzorgtaak was aanzienlijk (SRB score 6.3). Uit nadere analyse 4 lijkt er een inverse samenhang te zijn tussen respijtzorg en subjectieve belasting, dat wil zeggen meer uren ondersteunende begeleiding gaat samen met een lagere belasting, maar de coëfficiënt was klein en niet significant (p=.11). Gemiddeld genomen bracht de mantelzorg enige voldoening; als de mantelzorg kosteloos door iemand anders naar eigen keuze overgenomen zou worden, zou het geluk van mantelzorgers afnemen (process utility score -0.3 bij een gemiddeld geluk van 6.3; zie tabel 1). Bij elkaar genomen gaf één op de vier mantelzorgers aan de huidige mantelzorgsituatie nog maximaal zes maanden vol te kunnen houden; een vergelijkbaar aantal gaf aan het nog minstens twee jaar vol te kunnen houden. 4 Probit analyse. Afhankelijke variabele hogere (SRB>5) versus lagere (SRB<6) subjectieve belasting, Verklarende variabelen: zie Tabel 3. 16
18 Tabel 1 Mantelzorgers, dementerenden en de mantelzorgsituatie (t=1) Kenmerk Perc. Gem. S.D. Min-Max Mantelzorger Leeftijd Geslacht (% vrouw) 64.1 % Gehuwd/ samenwonend 88.2 % Minderjarige thuiswonende kinderen (% ja; aantal) 18.3 % Werksituatie Betaald werk 37.3 % Onbetaalde werk 15.7 % Geen 45.8 % Relatie Partner 32.7 % Moeder / vader 51.0 % Overig 16.3 % Gezondheid Geluk Optimisme Dementerende Leeftijd Geslacht (% vrouw) 61.4 % Gezondheid KATZ score CDR score NPI score Inwonend bij mantelzorger (% ja; reisafstand indien nee) 34.0 % Andere mantelzorgers (% ja; aantal) 58.8 % 2.4 Uren per week Particuliere hulp (% ja; uren per week) 41.2 % Toezicht Continu 27.5 % Kan hoogstens een uur alleen blijven 19.6 % Kan makkelijk paar uur alleen blijven 52.9 % Objectieve belasting Totale duur (in maanden) Dagdelen per week Uren per week Huishoudelijke taken Verzorging Praktische ondersteuning Totaal Subjectieve belasting en welzijn Volhoudtijd Minder dan 1 maand 6.5% 1 tot 6 maanden 20.9 % 6 maanden tot 1 jaar 30.1 % 1 tot 2 jaar 15.7 % Meer dan 2 jaar 26.8% SRB score Process utility
19 De CarerQoL liet zien dat mantelzorgers voldoening halen uit het verlenen van mantelzorg (zie figuur 1). Twee op de drie mantelzorgers gaf echter aan problemen te ervaren in de relatie met de dementerende en met de eigen lichamelijke en geestelijke gezondheid, en 80% met het combineren van mantelzorg en andere (eigen) dagelijkse activiteiten. Het merendeel van de mantelzorgers ondervond geen financiële problemen als gevolg van de mantelzorg die zij verlenen en ruim 80% enige of veel steun van anderen. Figuur 1 CarerQoL scores (t=1) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% voldoening relationele problemen geen enige veel probelem met geestelijke gezondheid problemen met combineren dagelijkse activiteiten en zorgtaken financiële problemen steun problemen met lichamelijke gezondheid Veel mantelzorgers (48%) en het merendeel van de dementerenden (66%) zag op tegen opname van de dementerende in een zorginstelling. Mantelzorgers werden gemiddeld genomen niet gelukkiger of ongelukkiger als de dementerende binnen enkele dagen opgenomen zou kunnen worden in de zorginstelling van hun voorkeur, hoewel de spreiding groot was (verandering in geluk van -10 tot +8 op een schaal van 10). Mantelzorgers zouden wel gelukkiger worden als ze een garantiedatum konden afspreken waarop de dementerende zeker zou zijn van een plaats in de zorginstelling van hun voorkeur (+0.8). Echter, ook in dit geval was de spreiding groot (van -10 tot +9). 18
20 3.1.4 Gegevens meetmoment 2 Van de 153 respondenten uit meetmoment 1 hebben 131 respondenten (86%) deelgenomen aan meetmoment 2. De voornaamste redenen voor non-respons, voor zover bekend, waren foutieve of ontbrekende adresgegevens (deze gegevens waren door de respondenten zelf opgegeven op meetmoment 1) en geen behoefte meer aan deelname aan het onderzoek. Van de respondenten op meetmoment 2 is de status van de dementerende weergegeven in figuur 2; ruim de helft is in de tussentijd opgenomen. De gezondheidstoestand van de dementerende was in 90% van de gevallen de voornaamste reden voor opname (63% betrof een geplande opname, 27% een crisisopname), de gezondheidstoestand van de mantelzorger (7%) en anders (niet nader gespecificeerd; 3%) waren de overige redenen. De 131 respondenten zijn gemiddeld 233 dagen gevolgd, variërend van 4 tot 548 dagen. De inclusieperiode was ongeveer een jaar voor dementerenden die op meetmoment 2 nog thuis woonden, aanzienlijk korter voor dementerenden die in de tussentijd waren opgenomen of overleden (zie figuur 3). Figuur 2 Status dementerenden en volgdagen naar status (t=2) 21,4% 24,4% overleden 189 opgenomen ,2% thuiswonend 352 thuiswonend opgenomen overleden In vergelijking met meetmoment 1, waren de gezondheid en het geluk van de mantelzorgers enigszins afgenomen (zie tabel 2). Dit geldt ook voor de gezondheid van de dementerende op alle afgenomen maten. De behoefte aan toezicht en de omvang van de mantelzorgtaak waren toegenomen, maar desondanks was de subjectieve belasting van de mantelzorgtaak iets lager. 19
21 Tabel 2 Mantelzorgers, dementerenden en mantelzorgsituatie (t=2) Kenmerk Perc. Gem. S.D. Min-Max (t=1) a Mantelzorger Gezondheid Geluk Dementerende Gezondheid KATZ score CDR score NPI score Toezicht Continu 34.0% +4.3 Kan hoogstens een uur alleen blijven 29.8% Kan makkelijk paar uur alleen blijven 36.2% Objectieve belasting Uren per week Huishoudelijke taken Verzorging Praktische ondersteuning Totaal Subjectieve belasting Volhoudtijd Minder dan 1 maand 47.3% +40.4% 1 tot 6 maanden 9.2% -13.7% 6 maanden tot 1 jaar 9.2% -19.0% 1 tot 2 jaar 5.3% -9.2% Meer dan 2 jaar 19.8% -7.7% SRB score Noot: a verschil voor respondenten met observatie op t=1 en t=2. De volhoudtijd van mantelzorgers was echter sterk afgenomen (zie figuur 3). Het merendeel van de mantelzorgers gaf aan de zorg nog maximaal een maand vol te kunnen houden bij een gelijkblijvende mantelzorgsituatie. Deze groep was gemiddeld hoger belast (6.4) en vond niet dat de subjectieve belasting van de mantelzorgtaak was afgenomen (+0.1). Op de vraag of ze de mantelzorg langer zouden kunnen volhouden indien ze meer ondersteuning zouden hebben bij de mantelzorgtaak, van hun omgeving of van professionele hulpverleners, antwoordde 30% bevestigend. Deze mantelzorgers gaven gemiddeld aan zes en een half uur per dag (bereik 1-24) extra ondersteuning nodig te hebben om de mantelzorg één maand langer vol te kunnen houden. 20
22 Figuur 3 Volhoudtijd van mantelzorgers (t=1,2) 70% 68% 60% 52% 50% 40% 30% 20% 10% 7% 23% 21% 10% 6% 13% 30% 10% 23% 4% 16% 6% 16% 3% 27% 22% 32% 12% 0% Minder dan 1 maand 1 tot 6 maanden 6 maanden tot 1 jaar 1 tot 2 jaar Meer dan 2 jaar t=1 t=2 t=2 (thuis) t=2 (opgenomen) Het percentage mantelzorgers dat opzag tegen opname van de dementerende in een zorginstelling was vergelijkbaar met meetmoment 1 (50 vs. 48%). Dit percentage was onder dementerenden sterk gedaald (28 vs. 60%); mantelzorgers gaven daarbij vaak aan dat de dementerende het niet meer door heeft of niet kan bevatten. Van de mantelzorgers voor een dementerende die tijdens de volgtijd is opgenomen in een zorginstelling gaf het merendeel (64%) aan dat de opname achteraf is meegevallen. Gemiddeld genomen was hun gezondheid (+0.8) en geluk (+1.3) er op vooruit gegaan ten opzichte van voor de opname. 3.2 Invloed respijtzorg op opname Tabel 3 laat de invloed zien van respijtzorg als onderdeel van de totale zorgmix in de thuissituatie op de kans op opname gedurende de volgtijd, gecorrigeerd voor een reeks relevante kenmerken van de mantelzorgsituatie: de coëfficiënt betekent dat 1 uur extra ondersteunende begeleiding per week leidt tot een 1% lagere kans op opname gedurende de volgtijd van het onderzoek. 5 5 Bovenstaande getallen kunnen niet zondermeer geëxtrapoleerd worden (i.e., 5x zoveel OB per week betekent niet een 5x lagere kans op opname, maar meer OB leidt in principe wel tot een lagere kans op opname). 21
23 Tabel 3 Analyse kans op opname Kenmerk df/dx S.E. z P>z Zorgindicatie Persoonlijke verzorging Verpleging Activerende begeleiding Ondersteunende begeleiding Mantelzorger Leeftijd Geslacht (vrouw=0 / man=1) Alleenstaand (nee=0 / ja=1) Gezondheid Minderjarige thuiswonende kinderen (nee=0 / ja=1) aantal kinderen Betaald werk (nee=0 / ja=1) werkuren per week Dementerende Leeftijd Geslacht (vrouw=0 / man=1) KATZ score CDR score NPI score Inwonend bij mantelzorger (nee=0 / ja=1) Mantelzorgnetwerk (aantal andere mantelzorgers) Particuliere hulp (nee=0 / ja=1) Toezicht continu (nee=0 / ja=1) Objectieve belasting Totale duur Totale mantelzorgtijd Noot: N=96; R 2 =.40. De variabele relatie patiënt-mantelzorger valt uit het model weg vanwege sterke samenhang met de variabele inwonend bij mantelzorger ; alle partners woonden namelijk in huis bij de mantelzorger, terwijl 51 van de 53 ouders niet in huis bij de mantelzorger woonden. Het vervangen van de variabele inwonend bij mantelzorger door de variabelen partner en ouder in bovenstaand model had geen significant invloed op de uitkomsten. Tabel 3 laat verder zien dat de kans op opname ook lager is als de mantelzorger vrouw of alleenwonend is, minderjarige thuiswonende kinderen heeft, geen werk heeft, als de dementerende jonger of vrouw is, en de dementie minder ernstig. Ten aanzien van minderjarige thuiswonende kinderen moet opgemerkt worden dat het hebben van kinderen ( ja versus nee ) leidt tot een lagere kans op opname, maar dat de kans wel weer toeneemt met het aantal kinderen; het omslagpunt ligt op het oog tussen twee en drie kinderen. Wat betreft werk is het interessant te zien dat als de 22
24 mantelzorger werk heeft de kans op opname toeneemt, maar dat het effect van het aantal gewerkte uren marginaal en licht negatief is. 6 Voor een aantal andere variabelen heeft de coëfficiënt een plausibel (positief of negatief) teken, maar is deze niet statistisch significant. Meer respijtzorg als overbruggingszorg leidt dus tot uitstel van opname van de dementerende in een zorginstelling. Er zijn vervolgens diverse typen analyses uitgevoerd om antwoord te geven op de relevante vervolgvraag hoe lang opname uitgesteld kan worden met respijtzorg. Uit deze analyses komt een positief verband tussen omvang respijtzorg en duur tot opname naar voren, maar deze relatie is niet statistisch significant. Mogelijke redenen hiervoor zijn de geringe omvang van de subgroep waarop deze analyse is uitgevoerd (n=43; de dementerenden die gedurende de volgtijd zijn opgenomen en voor wie volledige data beschikbaar was op t=1 en t=2 voor de relevante variabelen in het model) en de verschillen in moment van inclusie en volgperiode tussen de regio s. Gevolg hiervan is dat het niet mogelijk is om op basis van de verzamelde gegevens een indicatie te geven van hoe lang opname uitgesteld kan worden, en daarom helaas ook niet mogelijk om een inschatting te geven van de kostenbesparing als gevolg van het aanbieden van respijtzorg. 3.3 De doelmatigheid van respijtzorg. In het voorgaande is vastgesteld dat meer ondersteunende begeleiding als onderdeel van de zorgmix in de thuissituatie leidt tot uitstel van opname. Dat is een belangrijke constatering. Bovendien lijkt er een samenhang te zijn met de subjectieve belasting van de mantelzorger, alhoewel deze op grond van de beschikbare gegevens zwak is. Echter, het bleek met de huidige aantallen respondenten en volgperiode niet mogelijk om met enige mate van zekerheid iets te zeggen over de omvang van het uitstel, derhalve over het additionele aantal dagen dat een dementerende thuisblijft als gevolg van de ondersteuning van de mantelzorger. Uiteraard zijn die gegevens cruciaal om te berekenen of de (additionele) kosten van ondersteuning hoger of lager zijn dan de 6 Mantelzorgers die werken geven minder dagdelen (3.8 vs. 8.8; p<.001) en minder uren (13.8 vs. 34.5; p<.001) per week mantelzorg, maar voelen zich door hun taak even belast (SRB score 6.1 vs. 6.4). Ook mantelzorgers met kinderen geven minder dagdelen (3.4 vs. 7.7; p<.001) en minder uren (13.2 vs. 29.4; p<.01) per week mantelzorg en voelen zich door hun taak even belast (SRB score 6.3 vs. 6.3). 23
25 besparingen op verzorgings- of verpleeghuiszorg. Gegeven de relatief hoge kosten van institutionalisatie van dementerenden, is uitstel van opname in principe een interessante optie. Echter, formele ondersteuning van mantelzorgers is ook niet kosteloos en het uitstel dient afdoende omvang te hebben ten einde de additionele kosten hiervan te compenseren (uitgaande van gelijke effectiviteit van beide vormen van zorg). Omdat op basis van het huidige onderzoek geen betrouwbare indicatie te geven is van de duur van uitstel van opname van meer respijtzorg en derhalve het effect op de kosten van zorg niet kan worden berekend, kunnen op basis van dit onderzoek helaas ook geen uitspraken gedaan worden over de doelmatigheid van respijtzorg. Het is dus duidelijk dat respijtzorg opname kan uitstellen, maar niet duidelijk hoe lang en tegen welke prijs. 24
26 4 Discussie en conclusie In dit onderzoek is nagegaan of het aanbieden van respijtzorg aan mantelzorgers voor dementerenden, als onderdeel van de totale zorgmix in de thuissituatie, van invloed is op de kans op opname van de dementerende in een zorginstelling en de tijd tot opname vanaf plaatsing op de wachtlijst. Het achterliggende idee is dat respijtzorg kan bijdragen aan het hanteerbaar houden van de mantelzorgtaak en daarmee, ondanks progressie van de ziekte, de dementerende langer thuis kan blijven wonen en minder beroep hoeft te doen op schaarse formele zorg. Deze vraag is relevant gezien het bestaan van wachtlijsten en de verwachting dat in de komende decennia de uitbreiding van opnamecapaciteit achterblijft op de verwachte stijging van het aantal dementerenden. Uit het onderzoek blijkt dat het ondersteunen van mantelzorgers met respijtzorg bijdraagt aan uitstel van opname van de dementerende. De vraag of respijtzorg een doelmatige manier is om dit te doen kon niet beantwoord worden binnen het kader van dit onderzoek. Er zijn een aantal kanttekeningen te maken bij dit onderzoek. De eerste drie kanttekeningen zijn gerelateerd aan de problematische dataverzameling, zoals eerder beschreven. Ten eerste, de onderzoekspopulatie is kleiner dan het beoogde aantal van 200 inclusies. De belangrijkste redenen hiervoor waren de sterk tegenvallende incidentie per week van nieuwe dementerenden op de wachtlijst en de lage respons omdat het niet mogelijk was om respondenten rechtstreeks te benaderen of reminders te sturen. Ten tweede, de inclusie is niet in alle onderzoeksregio s op hetzelfde moment gestart omdat aanvankelijk met één regio gewerkt zou worden, maar door de tegenvallende inclusie het aantal regio s stapsgewijs uitgebreid moest worden. Als gevolg hiervan is meetmoment 2 voor de eerste regio uitgesteld en is de inclusieperiode daarom niet in alle onderzoeksregio s gelijk. Ten derde, bleek het protocol dat met de oorspronkelijk enige onderzoeksregio was overeengekomen uiteindelijk voor geen van de drie regio s geheel acceptabel of uitvoerbaar. Als gevolg hiervan bleek het niet mogelijk bleek om de status van respondenten te volgen en valt voor een deel van de populatie meetmoment 1 enige tijd na plaatsing op de wachtlijst (maar onbekend hoe lang). Als gevolg hiervan zijn de gegevens voor meetmoment 1 niet geheel uniform en de gegevens op meetmoment 2 deels retrospectief. Het effect hiervan op de resultaten is moeilijk aan te geven. Deze drie kanttekeningen gerelateerd aan de dataverzameling hebben er toe geleid dat de gemiddelde volgtijd per regio aanzienlijk verschilde en, wellicht daarmee samenhangend, ook de status van de dementerende op meetmoment 2 (zie Figuur 4). 25
27 Figuur 4 Inclusieperiode en status (t=2) per regio 30% 20% 10% 0% -10% -20% 5% 22% 9% 7% 2% 11% 3% 4% 7% 2% inclusieperiode thuis opgenomen overleden non-respons -11% -15% -8% -10% R1-30% R2 R3-40% -35% Verdere kanttekeningen ten aanzien van het onderzoek hebben betrekking op de bepaling van de zorgmix in de thuissituatie, de afname van de gezondheidsmaten, de keuze van inclusiemoment en het buiten beeld blijven van de aanbodzijde. Ten aanzien van de zorgmix is het buiten beschouwing blijven van ondersteuning bij huishoudelijke taken, waarvan 45% van de thuiswonende dementerenden in Nederland gebruik maakt, een belangrijke omissie. Daarnaast is op de zorgfunctie ondersteunende begeleiding, een kernvariabele voor dit onderzoek, het onderscheid tussen thuissituatie en dagopvang weggevallen als gevolg van de overgang van functiegericht indiceren naar zorgzwaartepakketten. Naar verwachting bedienen deze functies andere mantelzorgsituaties en is als gevolg hiervan de analyse minder specifiek geworden. Ten tweede, alle gegevens behalve de zorgindicatie zijn verzameld via de mantelzorger. Voor de meeste variabelen in dit onderzoek is dit geen probleem, maar voor de KATZ, CDR en NPI is dit niet de meest gebruikelijke optie. Als gevolg hiervan zijn de scores op deze gezondheidsmaten in dit onderzoek niet direct vergelijkbaar met scores uit klinische studies, waarin deze maten worden ingevuld door professionals. Ten derde, er is in dit onderzoek gekozen om te kijken naar het effect van respijtzorg in de periode na indicatie voor opname. Op het moment van deze indicatie zijn mantelzorgers, zoals blijkt uit dit onderzoek, al aanzienlijk belast. In de periode voorafgaand aan deze indicatie is er daarom ook effect van respijtzorg te 26
Feiten en cijfers mantelzorg
Feiten en cijfers mantelzorg Hieronder leest u de meest belangrijke feiten en cijfers op het gebied van mantelzorg in Nederland uit het SCP-rapport 'Informele hulp: wie doet er wat?' (2015). Aantal mantelzorgers
Nadere informatieopgesteld die in de volgende hoofdstukken worden beantwoord.
SAMENVATTING Introductie In dit proefschrift wordt volhoudtijd van mantelzorgers geïntroduceerd als een nieuw concept in de zorg voor mensen met dementie. De introductie in Hoofdstuk 1 wordt gestart met
Nadere informatieAdvies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting
Nadere informatieWordt de mantelzorger lokaal ondersteund?
Onderzoeksresultaten Mantelzorgondersteuning in uw gemeente juni 2017 Wordt de mantelzorger lokaal ondersteund? Het Nationaal Mantelzorgpanel is gevraagd of zij bekend zijn met lokale mantelzorgondersteuning
Nadere informatieMantelzorg. Een goed om te waarderen! Job van Exel, GE-iMTA
Mantelzorg Een goed om te waarderen! Job van Exel, GE-iMTA SER: voor een betaalbare ouderenzorg: verpleging, intensieve persoonlijke verzorging en begeleiding uit collectieve middelen wonen, welzijn en
Nadere informatieMarrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting
Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld
Nadere informatie18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde
Bewonersonderzoek Deventer 2009: onderdeel mantelzorg Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in 2007 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers
Nadere informatieTrends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe, G. Waverijn
Nadere informatieFactsheet 1, oktober 2007
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van drie factsheets. Factsheet 1 beschrijft de bruikbaarheid en toepasbaarheid van de LDPmonitor. Factsheet 2 gaat in op de problemen en wensen van mantelzorgers
Nadere informatieProgramma. 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph uur. 2. Presentatie van organisaties uur Pluspunt MEE Activite
Programma 1. Presentatie onderzoek: Fadoua Achgaph 19.35-19.55 uur 2. Presentatie van organisaties 19.55-20.10 uur Pluspunt MEE Activite 3. Presentatie 20.15-20.20 uur Gemiva Mezzo LVvm 4. Workshops in
Nadere informatieVolhoudtijd van mantelzorgers van naasten met dementie Henk Kraijo hj.kraijo@planet.nl
Volhoudtijd van mantelzorgers van naasten met dementie Henk Kraijo hj.kraijo@planet.nl Proefschrift Volhoudtijd (FLZ 30-09-2015) 1 Proefschrift Volhoudtijd (FLZ 30-09-2015) 2 Doelstelling, concept en instrument
Nadere informatie1. Resultaten van het onderzoek
1. Resultaten van het onderzoek 1.1 Respons De gegevens voor het onderzoek zijn verzameld door middel van een schriftelijke vragenlijst. Deze vragenlijst is verstuurd naar mantelzorgers die bekend zijn
Nadere informatieHet voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis
Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk
Nadere informatiepggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden
pggm.nl Mantelzorg en dementie in de beleving van PGGM&CO-leden Enquête Mantelzorg en dementie 2014 Vooraf In juli 2014 vroegen wij onze leden naar hun ervaringen met mantelzorg in het algemeen, en mantelzorg
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieBron: Vilans website januari 2018 en Movisie - website januari 2018
Wettelijke kaders en voorzieningen mantelzorgondersteuning Bron: Vilans - https://www.vilans.nl - website januari 2018 en Movisie - https://www.movisie.nl website januari 2018 Vilans is een kenniscentrum
Nadere informatieLangdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari
Nadere informatieFeitenkaart Mantelzorgers
Feitenkaart Mantelzorgers Peiling onder het Digitaal Stadspanel Achtergrond De gemeente wil graag weten hoe mantelzorgers ondersteund kunnen worden en wat de gemeente daarin zou kunnen betekenen. Om antwoord
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.
Nadere informatiewaardering Zwolle Jonge mantelzorgers (jonger dan 18 jaar) zijn in de onderzoeken van de gemeente niet meegenomen,
Zwolle Rapportage Mantelzorg in beeld Resultaten uit onderzoeken onder mantelzorgers 2012 en 2014 De gemeente Zwolle wil de positie van de mantelzorger versterken en hun taak verlichten. Met de komst van
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieZorg verlenen en zorg ontvangen 2012
Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012 Onderzoek en Statistiek Gemeente Lelystad Telefoon: 0320-278574 E-mail: lelystadspanel@lelystad.nl www.lelystadspanel.nl Colofon Dit is een onderzoeksrapportage gemaakt
Nadere informatieWmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 drs. G. Eijkhout Samenvatting GEMEENTE MOOK EN MIDDELAAR Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 SAMENVATTING Auteur: Drs.
Nadere informatiehoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen
Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,
Nadere informatieCliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012
Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, november 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en
Nadere informatieFacts & Figures Dementie
Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie
Nadere informatieClienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage
Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, december 2011 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen
Nadere informatieWensen en problemen van mantelzorgers van mensen met dementie: prioriteiten voor de regio Midden-Brabant
Wensen en problemen van mantelzorgers van mensen met dementie: prioriteiten voor de regio Midden-Brabant Rapportage LDP-monitor 07-01-2009 Henk van den Hoven en Marlies Smulders, Alzheimer Nederland, afdeling
Nadere informatieCliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012
Cliënttevredenheid verslavingskliniek SolutionS Center in Voorthuizen 2012 Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, oktober 2012 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving
Nadere informatieMotieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting
Nadere informatieMantelzorg en persoonsgebonden budget
Mantelzorg en persoonsgebonden budget Een situatieschets van mantelzorgers bereikt via leden van de vereniging van budgethouders Per Saldo Bernard van den Berg Job van Exel Trudi van den Bos Marc Koopmanschap
Nadere informatieSamenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie
Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder
Nadere informatie(Over)belasting van mantelzorgers
(Over)belasting van mantelzorgers Rapport met een overzicht van de resultaten voor de deelnemende mantelzorgers en organisaties Martje Folkertsma Inhoud Het doel van het onderzoek... 3 De dataverzameling...
Nadere informatieMANTELZORG, GOED GEVOEL
UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatieCliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015
Cliënttevredenheidsonderzoek Wmo 2014-2015 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 25-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Verantwoording en achtergrond...
Nadere informatieCijfers over dementie
Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieCOLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014. Te besluiten om:
COLLEGEVOORSTEL Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 Te besluiten om: 1. De resultaten van het klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2014 in het kader van artikel 9 Wmo juncto artikel 8.9 vierde lid
Nadere informatieRapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Gemeente Aalburg
Rapportage cliëntervaringsonderzoek WMO Versie 1.0.0 Drs. J.J. Laninga juni 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieDe Kracht van Zingen
De Kracht van Zingen S Y M P O S I U M 8 N O V E M B E R N Y E N R O D E B U S I N E S S U N I V E R S I T E I T S J A A K B L O E M H O O G L E R A A R H E A L T H C A R E C O N S U M E R S & E X P E
Nadere informatieVragenlijst onderzoek wachtlijsten in de Wlz. In te vullen door de zorgvrager:
lijst onderzoek wachtlijsten in de Wlz Deze vragenlijst wordt afgenomen voor het onderzoek naar de wachtlijsten voor het wonen bij een zorginstelling. Volgens onze gegevens heeft u een wens voor wonen
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieMonitor HH(T) 4 e kwartaalmeting
Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting Marlijn Abbink-Cornelissen Marcel Haverkamp Janneke Wilschut 5 April 2016 1 Samenvatting Samenvatting Dit is het vijfde rapport van de monitor HH(T). Deze monitor inventariseert
Nadere informatieMantelzorgondersteuning. Soest, Klanttevredenheidsonderzoek SWOS
Mantelzorgondersteuning Soest, 2010 Klanttevredenheidsonderzoek SWOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Dalplein 6 3765 BP Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 1 Tevredenheidsonderzoek
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe
Klanttevredenheidsonderzoek Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe Aanleiding, methode en respons Aanleiding Gedurende de afgelopen jaren heeft de gemeente Olst-Wijhe meerdere onderzoeken
Nadere informatieSociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans
Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg, G. Waverijn & M. Heijmans, NIVEL, 2015) worden gebruikt. U vindt deze factsheet
Nadere informatieZelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam
Zelfstandig wonen: de mening van senioren en mantelzorgers uit de stadsregio Rotterdam Inleiding Het Tympaan Instituut heeft in de zomer van 2013 verschillende groepen (potentiële) zorgvragers en mantelzorgers
Nadere informatieAnalyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels
Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatieDit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.
Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met
Nadere informatieFeiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg. januari 16
Feiten en cijfers mantelzorg (en werk) Maak werk van mantelzorg januari 16 1 Maatschappelijke ontwikkelingen Door de vergrijzing neemt de vraag naar zorg toe. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieRAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016
RAPPORTAGE ZGAO CLIËNTENRAADPLEGING CQ-INDEX ZORG THUIS 2016 Rapportage CQ Zorg Thuis ZGAO 2016 1 1. Inleiding Met het oog op het handhaven en/of verbeteren van de kwaliteit van de zorg die ZGAO levert,
Nadere informatieWerkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014
Werkbezoek Gemeenteraad Leiderdorp 21 mei 2014 Programma Welkom en korte kennismaking Pluspunt aan het werk Ouderen Mantelzorgers Visie Pluspunt op ontwikkelingen in sociaal domein Pluspunt aan het werk
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieEnquête mantelzorg in de gemeente Haren
Enquête mantelzorg in de gemeente Haren Inleiding Inwoners van Haren met fysieke of psychosociale beperkingen hebben vaak ondersteuning nodig om nog zo veel mogelijk volwaardig deel uit te kunnen maken
Nadere informatieSamenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting
Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting
Nadere informatieVoorbereiden op het keukentafelgesprek?
Voorbereiden op het keukentafelgesprek? Deze brochure helpt u daarbij! 2015 een coproductie van: Voor kinderen, partners, verwanten, vrijwilligers die mantelzorgtaken vervullen voor hen die hun dierbaar
Nadere informatieRapportage Onderzoek Mantelzorg
Rapportage Onderzoek Mantelzorg Westelijke Mijnstreek, september 2015 Inhoudsopgave pagina Inleiding - 1-1. Voorbereiding - 2-2. Bevindingen - 3-3. Conclusie & aanbevelingen - 5-4. Dankwoord - 6 - Inleiding
Nadere informatieAdvies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie
Deze factsheet maakt onderdeel uit van een reeks van twee factsheets. Factsheet 1 beschrijft de problemen en wensen van mantelzorgers van mensen met dementie. Factsheet 2 beschrijft de motieven en belasting
Nadere informatieClientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd
Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning
Nadere informatieDoel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM
MANTELZORGBELEID VIERSTROOM Doel Het doel van deze tekst is een kader beschrijven waarbinnen doelstellingen en randvoorwaarden zijn vastgelegd die de samenwerking met mantelzorgers en ondersteuning van
Nadere informatieKlantonderzoek Wmo over 2014: Ervaringen van mantelzorgers
Klantonderzoek Wmo over 2014: Ervaringen van mantelzorgers Over 2014 Gemeente Best Augustus 2015 Naomi Meys Ingrid Dooms Volkan Atalay Projectnummer: 107560 Correspondentienummer: DH-1208-4547 INHOUD INLEIDING
Nadere informatieSandwichgeneratie in de gemeente Haaren
Sandwichgeneratie in de gemeente Haaren Onderzoek naar omvang, knelpunten en ondersteuningsbehoefte Februari 2017 drs. W. Jeeninga, onderzoeker GGD Hart voor Brabant drs. M. Scholtens, functionaris gezondheidsbeleid
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Groningen (provincie) Dementiemonitor Mantelzorg 2018
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 207 208 Deel I Het wordt steeds belangrijker gevonden om kinderen een stem te geven. Hierdoor kunnen kinderen beter begrepen worden en kan hun ontwikkeling worden geoptimaliseerd.
Nadere informatieRespijtzorg in de regio
Respijtzorg in de regio Pagina 1 van 7 Respijtzorg in de regio Aandachtspunten van aanbieders en verwijzers in het Land van Cuijk Respijtzorg in de regio Pagina 2 van 7 Inleiding Respijtzorg geeft mantelzorgers
Nadere informatieKaart 6: Ondersteuning mantelzorg Achtergrondinformatie voor patiënten en gemeenten. Informatie voor patiënten
Kaart 6: Ondersteuning mantelzorg Achtergrondinformatie voor patiënten en gemeenten Informatie voor patiënten Speciale aandacht van gemeenten voor mantelzorg Met de Wmo heeft de gemeente een speciale verantwoordelijkheid
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Drenthe Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Nadere informatieWat is uw relatie met uw overleden naaste? Ik ben zijn/haar:
Wat is uw relatie met uw overleden naaste? Ik ben zijn/haar: Ervaringen Palliatieve Zorg Thuiszorg Dichtbij > Wat is uw relatie met uw overleden naaste? Ik ben zijn/haar: 43% 43% 6% 9% echtgeno(o)t(e)partner
Nadere informatieHoofdstuk 21 Mantelzorg
Hoofdstuk 21 Mantelzorg Samenvatting Mantelzorg is in de Stadsenquête gedefinieerd als zorg aan een bekende uit de eigen omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is en kan bestaan
Nadere informatieClientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014
Welbevinden Doel Het bevorderen van welzijn en de kwaliteit van leven, achteruitgang vertragen en mantelzorgers ontlasten door het dragelijk houden van de effecten van de aandoening van de cliënt en langer
Nadere informatieToekomst van de mantelzorg
BIJLAGEN Toekomst van de mantelzorg Klarita Sadiraj Joost Timmermans Michiel Ras Alice de Boer Bijlage bij hoofdstuk 2 Opsporingsvragen... 2 Bijlage A Beschrijvende statistieken... 4 Bijlage B Schattingsresultaten
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Oost-Veluwe - Apeldoorn Dementiemonitor Mantelzorg 2018
Nadere informatieCijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens
Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers
Nadere informatieStand van zaken Ontmoetingscentra anno 2012 Franka Meiland
Stand van zaken Ontmoetingscentra anno 2012 Franka Meiland Research Programme > Common Mental Disorders Afd. Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde / Psychiatrie, VUmc Zorg en ondersteuning bij dementie
Nadere informatieRapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012
Rapportage Enquête Mantelzorgondersteuning 2012 November 2012 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Inleiding... 4 Onderzoeksopzet... 4 Doel... 4 Aanpak... 4 Blok I: Algemene gegevens... 5 Figuur 1: Leeftijd...
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013. Concept. 11 augustus 2014
Gemeente Roosendaal Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 Concept 11 augustus 2014 DATUM 11 augustus 2014 TITEL Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over 2013 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente Roosendaal
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen
Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Haaglanden Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Nadere informatieEffecten van cliëntondersteuning. Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten
Effecten van cliëntondersteuning Samenvatting van een haalbaarheidsonderzoek naar de meetbaarheid van door de cliënt ervaren effecten MEE Nederland, 4 februari 2014 1. Inleiding In deze samenvatting beschrijven
Nadere informatieVitamine B12 deficiëntie
Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn
Nadere informatieDe ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een zorgpad geriatrische revalidatiezorg
De ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een zorgpad geriatrische revalidatiezorg Jolanda van Haastregt 03-06-2016 Irma Everink, Ruud Kempen, Jos Schols Health Services Research Focusing on Chronic
Nadere informatieLeidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
incijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Uitkomsten GGD-gezondheidspeiling 2016 Gezondheid van aren BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl I
Nadere informatieOnderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie
Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische
Nadere informatieHoofdstuk 14. Mantelzorg
Hoofdstuk 14. Mantelzorg Samenvatting Mantelzorg is zorg aan een bekende uit de eigen omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is en kan bestaan uit het huishouden doen, wassen
Nadere informatieRapport. Behoefte peiling respijtzorg
Rapport Behoefte peiling respijtzorg Augustus 2011 Colofon Uitgave Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Postbus 12 652 2500 DP Den Haag Productie Gemeente Den Haag Afdeling Onderzoek
Nadere informatieMantelzorg in Nederland
Mantelzorg in Nederland Een situatieschets van mantelzorgers bereikt via de Steunpunten Mantelzorg Job van Exel Bernard van den Berg Trudi van den Bos Marc Koopmanschap Werner Brouwer institute for Medical
Nadere informatiePsychologie Inovum. Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers
Psychologie Inovum Informatie en productenboek voor cliënten, hun naasten en medewerkers Waarom psychologie Deze folder is om bewoners, hun naasten en medewerkers goed te informeren over de mogelijkheden
Nadere informatieMonitor en klachten meldpunt Sociaal Domein
Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein De ingekochte individuele maatwerkvoorzieningen en de gemeentelijke dienstverlening worden gemeten op hun kwaliteit. Wat zijn de eerste bevindingen? Alice van
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Oost-Veluwe - Brummen, Epe, Hattem, Heerde Dementiemonitor
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieHoofdstuk 31. Mantelzorg
Hoofdstuk 31. Mantelzorg Samenvatting Mantelzorg is zorg aan een bekende uit de eigen omgeving, die voor langere tijd ziek, hulpbehoevend of gehandicapt is en kan bestaan uit het huishouden doen, wassen
Nadere informatieBeleid mantelzorg. Versie 031109 Herzieningsdatum 031112
Beleid mantelzorg Herzieningsdatum 031112 Mantelzorgbeleid Cederhof Mantelzorg kan worden gedefinieerd als de extra zorg en begeleiding die mensen, vrijwillig, langdurig en onbetaald, verlenen aan personen
Nadere informatieRegionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.
Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van
Nadere informatieSteunpunt Mantelzorg Dokkumer-Walden Het bieden van: Informatie (brochures, website, speciale gelegenheden) Advies en begeleiding (individueel) Emotionele steun: Luisterend oor Weg naar steunpunt soms
Nadere informatieWerkinstructie voor de CQI Naasten op de IC
Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van
Nadere informatieDementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport
Dementiemonitor Mantelzorg 2018 Regionaal rapport Mantelzorgers over ondersteuning, zorg, belasting en de impact van mantelzorg op hun leven Regio Bergen op Zoom, Roosendaal e.o. Dementiemonitor Mantelzorg
Nadere informatieHet sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg
Het sociaal netwerk en het gebruik van zorg door ouderen (55+) in Limburg Onderzoek onder ouderen naar de relatie tussen het sociaal netwerk en het gebruik van formele zorg en mantelzorg Inleiding De relatie
Nadere informatie