VERGADERING VAN 2 FEBRUARI 2005

Transcriptie

1 PUNTEN VAN BEHANDELING BLZ. 1. Notulen van de vergadering van 15 december Ingekomen stukken Regeling van werkzaamheden... 4 Behandelvoorstellen Presidium... 4 Vaststelling B-lijst Vaststelling C-lijst... 5 B.1. Wijziging Verordening; vaststelling controleprotocol en aanpassing RvO (48/2004)... 6 B.2. Wijziging Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden (46/2004)... 6 B.3. Wijziging bijlage Legesverordening 1993, de Tarieventabel 2005 (51/2004)... 6 B.4. Aanpak wegen op Ring Blauwe Stad (49/2004)... 6 B.5. Van toepassing verklaren van Afdeling 3.5 Awb op voorbereiding POP periode , tevens zijnde de beleidsbrief POP (50/2004)... 6 B.6. Wijziging Kaderverordening subsidies (53/2004)... 6

2 Notulen van de vergadering van 15 december 2004 Ingekomen stukken Voorzitter: de heer J.G.M. Alders, commissaris der koningin Statengriffier: de heer ir. J.M.C.A. Berkhout Aanwezig zijn 51 leden, te weten: J.G. Abbes (CDA), J.R.A. Boertjens (VVD), mevrouw J.W.F. Boon- Themmen (VVD), mevrouw A.F. Bos (GroenLinks), M. Boumans (VVD), P.H.R. Brouns (CDA), P.M. de Bruijne (PvdA), D. Bultje (PvdA), mevrouw I.S. Bulk (SP), A.A. van Dam (CDA), mevrouw T. Deinum- Bakker (D66), mevrouw J.M. Drees (PvdA), L.A. Dieters (PvdA), J.J. Dijkstra (PvdA), mevrouw A.M.K.D. Folkerts (GroenLinks), mevrouw F.Q. Gräper-van Koolwijk (D66), W. Haasken (VVD), K.J. Havinga (PvdA), H. Hemmes (SP), J. Hilverts (ChristenUnie), mevrouw D.J. Hoekzema-Buist (PvhN), D.A. Hollenga (CDA), M.J. Jager (CDA), F.C.A. Jaspers (PvdA), mevrouw A.G. van Kleef-Schrör (CDA), J.W. Kok (PvdA), J.L.H. Köller (PvdA), mevrouw C.A. de Lange (PvdA), F.F.H. Lenselink (PvdA), mevrouw W.J. Mansveld (PvdA), L.A. Meijndert (CDA), H.C. Moll (GroenLinks), W.J. Moorlag (PvdA), mevrouw I.P.A. Mortiers (PvdA), H. Nijboer (PvdA), M.L.J. Out (VVD), mevrouw G.R. Peetoom (CDA), W. van der Ploeg (GroenLinks), R.D. Rijploeg (PvdA), IJ.J. Rijzebol (CDA), J. Roggema (ChristenUnie), mevrouw M.J. Schouwenaar (PvdA), R.A.C. Slager (ChristenUnie), mevrouw L.K. Smit (PvdA), F.J. van der Span (CDA), H. Staghouwer (ChristenUnie), C. Swagerman (SP), J.W. Veluwenkamp (PvdA), mevrouw A.C.M. de Winter-Wijffels (CDA), T.J. Zanen (PvhN), E.A. van Zuijlen (GroenLinks). Afwezig met kennisgeving: de heren T.W. Oterdoom, A. Maarsingh, E.J. Luitjens, mevrouw I.L. Voogd. Aanwezige leden van het College van Gedeputeerde Staten: H. Bleker, M.A.E. Calon, J.C. Gerritsen, T.A. Musschenga en mevrouw C.A.M. Mulder. De VOORZITTER: Ik open de vergadering van de Provinciale Staten van de provincie Groningen van 2 februari Ik heet u allen van harte welkom en wens u een goede vergadering toe. Ik heb een bericht van verhindering ontvangen van mevrouw Voogd en de heren Maarsingh en Oterdoom. De heer Luitjens heeft aangekondigd later te komen. De reden dat mevrouw Voogd afwezig is, is dat zij moeder is geworden van haar zoon, Joris Joost geheten. Wij zullen haar vanaf deze plaats bloemen doen bezorgen en de felicitaties aan haar over laten brengen. 1. Notulen van de vergadering van 15 december 2004 Zonder beraadslaging of stemming worden de notulen vastgesteld. 2. Ingekomen stukken De VOORZITTER: Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Brief van Groningen City Club e.a. van 13 december 2004, betreffende voorzieningenniveau Openbaar Vervoer; De heer ZANEN: Voorzitter, wij hebben als Staten indertijd met angst en beven ingestemd met een forse bezuinigingsoperatie inzake het Openbaar Vervoer. Die was bijzonder daar er ook een OV-bureau is ingesteld welke een speciale opdracht heeft gekregen in verband met die bezuiniging. Langzamerhand beginnen er zorgwekkende berichten binnen te komen waardoor er reden is om nog eens diepgaand met elkaar over dit onderwerp te spreken 2

3 Ingekomen stukken De VOORZITTER: De brief vermeldt dat wij daarover in de laatste vergadering reeds hebben gesproken. Ik neem aan dat u en ik hebben meegemaakt dat wij er in de laatste vergadering over hebben gesproken nadat de brief was binnen gekomen. Wat is uw voorstel? De heer ZANEN: Mijn voorstel is om deze brief en brief g (brief van de heer T. Oliemans te Groningen van 31 december 2004, betreffende pleidooi voor kritisch onderzoek van de provinciale politiek en opstellen van langetermijnvisie openbaar vervoer) door te verwijzen naar de commissie Economie en Mobiliteit. Er staat al een punt op de agenda dat hiermee te maken heeft. Dit is een stuk ter kennisneming, maar dat zou wellicht een bespreekstuk kunnen worden. Dan is er een aantal zaken dat nu speelt bij elkaar en kunnen wij er met de betrokken gedeputeerde over spreken. De VOORZITTER: Stemt u ermee in dat beide brieven worden verwezen naar de commissie? De heer HAASKEN: Ja, maar dan wel graag als ingekomen stukken, voorzitter. De VOORZITTER: Natuurlijk. Meer kunnen wij ook niet doen. Verwijzing van de stukken naar de commissie betekent dat de commissie zich vervolgens afvraagt op welke wijze zij aan de betreffende stukken al of niet aandacht wenst te besteden. De heer ZANEN: Wij hebben een goede voorzitter, dus dat komt wel goed. De VOORZITTER: Ik ben blij dat u dat nog even heeft kunnen zeggen. De brieven a en g zijn verwezen naar de commissie. b. Brief van de Minderhedenraad Groningen van 9 december 2004 betreffende de Minderhedenraad; c. Brief van Libau Steunpunt en Monumentenwacht Groningen van 13 december 2004 betreffende de Cultuurnota; d. Brief van de Raad voor de Wadden van 21 december 2004 betreffende diverse adviezen; e. Brief van de Stichting Natuur en Milieu van 22 december 2004 betreffende brochure "Stiller vliegen boven Nederland"; f. Mail van de heer P. Muijzert, Oude Pekela betreffende het niet reageren van diverse overheden op zijn brief betreffende het programma van eisen Zuiderzeelijn; h. Brief van de directeur van Biblionet Groningen van 14 december 2004, met afschrift brief aan gedeputeerde Gerritsen, betreffende subsidiëring wetenschappelijke steunfunctie; i. Afschrift brief van de GroenLinks fractievoorzitter Loppersum, gericht aan het College van Gedeputeerde Staten, van 21 december 2004 betreffende begrotingen en verantwoording gemeente Loppersum; De heer VAN DER PLOEG: Meneer de voorzitter, wij zouden deze brief graag verwezen zien naar de commissie Bestuur en Financiën, zodat wij tegen de tijd dat er een antwoord komt van het College van B en W dit kunnen bespreken. De VOORZITTER: Verwijzen wij die brief opnieuw naar de commissie Bestuur en Financiën? Zonder beraadslaging of stemming wordt brief i naar de commissie Bestuur en Financiën verwezen. 3

4 Ingekomen stukken Regeling van werkzaamheden j. Afschrift open brief van de heer J.R. Heslinga te Groningen van 5 januari 2005, gericht aan de Tweede Kamer, betreffende inzet werklozen in rampgebied Azië; k. Brief van De Koepel gemeente Stadskanaal van 23 december 2004 betreffende het niet uitnodigen van belangenorganisaties voor de hoorzitting bouwen en wonen; l. Brief van het Ministerie van BZK van 19 januari 2005 betreffende accountantscontrole. Zonder beraadslaging of stemming zijn voornoemde brieven voor kennisgeving aangenomen. De VOORZITTER: Voorgesteld wordt de volgende stukken in handen te stellen van Gedeputeerde Staten ter afdoening: a. Brief van mw. T. van der Laan-Reitsma te Zuidbroek van 17 december 2004 betreffende dienstregeling Arriva; b. Brief van het Ministerie van BZK van 21 december 2004 betreffende toezichtvorm en overige toezichtbevindingen t.a.v. de begroting 2005 van de provincie Groningen; c. Brief van de Stichting Streektaal organisatie in het Nedersaksisch Taalgebied te Borne van 3 januari 2005 betreffende toepassing van deel III van het Europees Handvest voor regionale talen en talen van minderheden op het Nedersaksisch. De heer ABBES: Voorzitter, ik zou het College met betrekking tot brief c graag willen vragen wat de stand van zaken is op dit moment. De brief is een tussentijdse momentopname. Er wordt gesproken over wat er is bereikt en welke weg nog in het verschiet ligt. Er wordt gemeld dat de Raad van Europa de inspanningen van de provincie waardeert, maar dat er nog veel moet gebeuren. Hoe staat het ermee? De VOORZITTER: Wilt u dat nu weten of kan dat in de commissie behandeld worden? De heer ABBES: Dat kan ook in de commissie worden behandeld. De VOORZITTER: Aldus zal geschieden. De brief zal met antwoord in de brede commissie behandeld worden. Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de lijst van ingekomen stukken van derden. 3 Regeling van werkzaamheden Behandelvoorstellen Presidium De VOORZITTER: Het voorstel is om naast de vaststelling die is gecommuniceerd, mij te machtigen om tussentijds andere stukken toe te delen. Kunt u instemmen met de voorstellen? Zonder stemming of beraadslaging wordt met de voorstellen ingestemd. Vaststelling B-lijst De VOORZITTER: Deze vaststelling dient altijd eerst te worden gedaan en daarna komen de punten zelf aan de orde. Kunt u instemmen met de samenstelling van de B-lijst? Zonder stemming of beraadslaging wordt de samenstelling van de B-lijst vastgesteld. 4

5 Regeling van werkzaamheden Vaststelling C-lijst Mondelinge vragen De VOORZITTER: Voorts heeft mevrouw Gräper mij gemeld mondelinge vragen te willen stellen over de situatie rond Simplon. De gedeputeerde is van de vragen op de hoogte. Andere voorstellen bij de regeling van werkzaamheden hebben mij niet bereikt. Zijn er nu nog andere voorstellen? 4 Vaststelling C-lijst De VOORZITTER: Voorgesteld wordt de volgende stukken voor kennisgeving aan te nemen: a. Brief van 14 oktober 2004, nr /42/A.11, W, betreffende verantwoording Euroborg NV over de periode 2003-juni 2004; b. Brief van november 2004, nr /48/A.24, FC, betreffende voortgangsrapportage Managementletter 2002/2003; c. Brief 16 december 2004, nr /51/A.24, LW, betreffende aanwijzing van bergingsgebieden en noodbergingsgebieden in het waterschap Hunze en Aa s; ontwerpplanuitwerking Provinciaal Omgevingsplan en conceptnota Reacties en Commentaar. Dit onder de mededeling dat deze zaak opnieuw aan de orde zal zijn als de Strategische Milieubeoordeling beschikbaar is. Ik heb vooraf begrepen dat dit de vraag oproept of de brief niet hier van de agenda af zou moeten, omdat hij bij de commissie in een parkeerstand komt tot het moment waarop de Strategische Milieu Beoordeling beschikbaar is. Als dat het gezamenlijke gevoelen is, stel ik voor de brief terug te verwijzen naar de commissie. Aldus wordt zonder stemming of beraadslaging besloten. d. Brief van 23 december 2004, nr /52/A.42, LW, betreffende landinrichting en discussie met Minister van LNV over middelen voor de structuurverbetering van de landbouw en de ruimtelijke ordening; e. Brief van 26 november 2004, nr /48/A.11, W, betreffende verslag Expertteam continuering huisartsenzorg; f. Brief van 10 december 2004, nr , W, betreffende statenbesluit inzake initiatiefvoorstel "Recht op buiten spelen" van de SP-fractie; g. Brief van december 2004, nr /51/A.8, C, betreffende Eindrapport fusie-evaluatie Biblionet; h. Brief van 16 december 2004, nr /51/A.31, W, betreffende Derde Kwartaalrapportage 2004 Bureau Jeugdzorg, Base, Groep en CWZW Noord; i. Brief van 2 december 2004, nr /48/A.19, VV betreffende ANWB-wegbelevingsonderzoek; j. Brief van 23 december 2004, nr /52/A.21, CK, betreffende subsidieverzoeken t.b.v. organisatie Europese Brassband Kampioenschappen en Groninger Welvaart 2005; k. Brief van december 2004, nr , RP betreffende Beleidskader Stedelijke Vernieuwing Provincie Groningen ; l. Eindrapportage Stuurgroep De Noordelijke Rekenkamer; m. Brief van 15 december 2004, nr /50, SG, betreffende Statenbegroting De C-stukken worden zonder stemming of beraadslaging voor kennisgeving aangenomen. 5

6 Wijziging financiële verordening; vaststelling controleprotocol en aanpassing RvO Wijziging verordening rechtspositie Wijziging bijlage Legesverordening, Tarieventabel 2005 Aanpak wegen op Ring Blauwe Stad Van toepassing verklaren van afdeling 3.5 Awb Wijziging Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 B-stukken (bij hamerslag vast te stellen) B.1. Voordracht van Gedeputeerde Staten van 30 november 2004, nr , FC, inzake de wijziging van de Financiële Verordening provincie Groningen; vaststelling van het controleprotocol en aanpassing van het Reglement van orde (nr. 48/2004) B.2. Gerectificeerde voordracht van Gedeputeerde Staten van 14 december 2004, nr , PO, tot wijziging van de Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden (nr. 46/2004) B.3. Voordracht van Gedeputeerde Staten van 7 december 2004, nr , LG, tot wijziging van de bijlage behorende bij en deel uitmakende van de Legesverordening provincie Groningen 1993, de Tarieventabel 2005 (nr. 51/2004) B.4. Voordracht van Gedeputeerde Staten van 30 november 2004, nr , VV, betreffende aanpak wegen op Ring Blauwe Stad (nr. 49/2004) B.5. Voordracht van 7 december 2004, nr , ABJ, tot het van toepassing verklaren van Afdeling 3.5 van de Awb op de voorbereiding van het POP voor de periode , tevens zijnde de beleidsbrief POP (nr. 50/2004) B.6. Voordracht van 21 december 2004, nr , ABJ, tot wijziging van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998, onder meer i.v.m. het in werking treden van de Wet op de jeugdzorg (nr. 53/2004); de brief van 13 januari 2005, nr /2/A.10, ABJ, betreffende een verbeterd besluit en de brief van 25 januari 2005, nr , ABJ, betreffende beantwoording vragen tijdens de commissievergadering. De VOORZITTER: Het besluit dat moet worden vastgesteld is bij de laatstgenoemde brief gevoegd waar naar aanleiding van de behandeling in de commissie Bestuur en Financiën nog een aantal verduidelijkingen zijn aangebracht die doorwerken in het besluit dan wel in de toelichting daarop.\ 6

7 Benoemingen Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer A-stukken A.1. Benoeming drie leden en drie plaatsvervangende leden voor de Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer. De VOORZITTER: In beide gevallen betreft het hier een schriftelijke stemming. Nu is mij op dit moment bekend dat voor het lidmaatschap vier leden kandidaat gesteld zijn dan wel zich hebben gesteld, te weten, de heer Dijkstra van de Partij van de Arbeid, de heer Moll van GroenLinks, de heer Slager van de ChristenUnie en de heer Swagerman van de SP. Van tevoren is gemeld dat zich voor het plaatsvervangend lidmaatschap hebben gekandideerd de heer Brouns van het CDA en mevrouw Deinum van D66. Ik weet niet of er inmiddels anderen aan toegevoegd kunnen worden. Mijn voorstel is gegeven het feit dat wij vier kandidaten hebben voor drie plaatsen als lid, om eerst te stemmen over het lidmaatschap en vervolgens vast te stellen wie er kandidaat wil zijn voor het plaatsvervangend lidmaatschap en daarna over de laatste kandidaten te stemmen. Kunt u met die werkwijze instemmen? Zonder beraadslaging of stemming wordt met het voorstel ingestemd. De VOORZITTER: Dan worden nu de stembriefjes klaar gemaakt. Ik wil de leden Moorlag, Hollenga en Boertjens verzoeken om als commissie van stemopneming te functioneren. De vergadering wordt enige minuten geschorst. De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. U heeft allemaal een stembriefje gekregen en de stemming is nu geopend. De vergadering wordt enige minuten geschorst. De VOORZITTER: De vergadering is heropend. Het woord is aan de heer Moorlag. De heer MOORLAG: Dank u wel, voorzitter. Er zijn 51 geldige stemmen uitgebracht. Per lid konden drie stemmen worden uitgebracht. Er zijn 45 stemmen op de heer Dijkstra uitgebracht, 47 stemmen op de heer Moll, 47 stemmen op de heer Slager en 10 stemmen op de heer Swagerman. De VOORZITTER: Dan stel ik vast dat, gelet op de 51 leden die de presentielijst hebben ondertekend, de stemming correct is verlopen. Aangewezen als leden van de Programmaraad zijn de heren Dijkstra, Moll en Slager. Dan zijn wij nu toe aan de verkiezing van de plaatsvervangende leden. Tot nu toe staan op mijn lijst de heer Brouns en mevrouw Deinum. Zijn er nog andere kandidaten? De heer HEMMES: Voorzitter, ik kandideer de heer Swagerman. Mevrouw BOS: Namens GroenLinks kandideer ik Wiebe van der Ploeg. De VOORZITTER: Wij hebben dus 4 kandidaten voor de 3 posten. Dan zullen wij nu het stemformulier maken. De vergadering wordt enige minuten geschorst. 7

8 Benoemingen Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer Mondelinge vragen De VOORZITTER: De vergadering is heropend. De stembriefjes worden uitgedeeld en nu dient één der kandidaten te worden doorgestreept. De stemming is geopend. De vergadering wordt enige minuten geschorst. De VOORZITTER: Ik verzoek de commissie van stemopneming haar werkzaamheden aan te vangen. In afwachting van de terugkomst van de commissie is de vergadering geschorst De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. De heer Moorlag heeft het woord. De heer MOORLAG: Voorzitter, uitgebracht zijn 51 geldige stemmen. Daarvan zijn 47 stemmen uitgebracht op mevrouw Deinum, 45 op de heer Brouns, 22 op de heer Swagerman, 22 op de heer Van der Ploeg en 3 stemmen gingen naar de heer Boumans. De VOORZITTER: Ik stel vast dat overeenkomstig de getekende presentielijst er 51 stemmen zijn uitgebracht en dat mevrouw Deinum en de heer Brouns beiden zijn aangewezen tot plaatsvervangend lid. Voorts stel ik vast dat noch de heer Swagerman voldoende stemmen heeft behaald, noch de heer Van der Ploeg en dat die stemmen ook nog staakten. Dat betekent dat wij toe zijn aan een herstemming. De heer VAN DER PLOEG: Voorzitter, ik zou mij bij dezen graag terug willen trekken als kandidaat. De VOORZITTER: Dat zo zijnde, wordt het eenvoudiger, maar er moet wel worden gestemd. Ik stel u voor om daarvoor gebruik te maken van de briefjes die daartoe op tafel liggen. Daarop kunt u al dan niet de naam van de heer Swagerman invullen. De stemming is geopend. De VOORZITTER: Ik verzoek de commissie van stemopneming haar werkzaamheden aan te vangen. In afwachting van de terugkomst van de commissie wordt de vergadering geschorst De VOORZITTER: Ik heropen de vergadering. Het woord is aan de heer Moorlag als voorzitter van de commissie van stemopneming. De heer MOORLAG: Voorzitter, er zijn 51 geldige stemmen uitgebracht. Daarvan zijn er 36 stemmen uitgebracht op de heer Swagerman. De VOORZITTER: Dan stel ik vast dat de heer Swagerman door u is aangewezen als plaatsvervangend lid van het betreffende orgaan. Ik feliciteer allen met hun benoeming als lid dan wel als plaatsvervangend lid van de Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer. A.2. Mondelinge vragen Mevrouw GRÄPER-VAN KOOLWIJK: Voorzitter, dank u wel. Het kan kort wat mijn fractie betreft. Misschien is u bekend dat Simplon, het jongerencentrum in de Stad, op dit moment in de problemen verkeert en wel dusdanig dat het huidige bestuur is opgestapt. Alhoewel wij heel goed beseffen dat wij geen directe band hebben met Simplon, hebben wij toch een aantal vragen mede in het kader van het feit dat onze subsidierelatie met Groverpop wel heel erg afhankelijk is van het voortbestaan van Simplon en de wijze waarop Groverpop zijn intenties uit het Cultuurplan kan realiseren. 8

9 Benoemingen Programmaraad van De Noordelijke Rekenkamer Mondelinge vragen Onze vragen zijn: Is het College op de hoogte van de problemen bij Simplon? Wat zijn precies de gevolgen van deze problemen voor onze subsidie aan Groverpop? Deze vragen stellen wij mede omdat bij de laatste Provinciale Jeugdraad op 14 januari jl. jongeren hebben aangegeven dat een voorziening als Simplon heel erg gewenst is. Zij hebben er zelfs specifiek om gevraagd waarop wij vervolgens als politiek hebben aangegeven dat zo n plaats als Simplon er is en dat Simplon een veel breder belang vertegenwoordigt als slechts een belang van de stad Groningen. Onze vraag aan het College is of het College dit provinciale belang herkent en erkent en of het College bereid is om, gelet op de belangrijke positie die jeugdwerk inneemt in de Cultuurnota, bestuurlijk en eventueel financieel te pogen om Simplon overeind te houden. De heer GERRITSEN: Voorzitter, het College is op de hoogte van de problemen bij Simplon. Het is zo dat in het kader van de discussie over de Cultuurnota die in december is vastgesteld, een subsidie is opgenomen voor Groverpop. Groverpop verricht adviserende en organiserende taken. Zij heeft een vraagbaakfunctie en organiseert zaken met een nadrukkelijk provinciaal belang. Wij hebben voor die functie meer geld uitgetrokken dan in het verleden. Eerst werd ,-- uitgetrokken en nu ,--. Dat is het beleid dat wij voeren. Wij subsidiëren activiteiten en functies, maar geen voorzieningen. Inzake de vraag over Simplon is het zo dat wij noch vanuit het welzijnsbeleid, noch vanuit het cultuurbeleid subsidie gaan toekennen voor de exploitatie van Simplon. Dat is het gevolg van ons beleid gericht op functies en niet op de instandhouding van accommodaties via exploitatiesubsidies. Wij hebben het cultuurbeleid in december jl. voor de komende vier jaar vastgesteld. Dat geldt ook voor het welzijnsbeleid. Centraal is dan ook geen sprake van specifieke maatregelen op dit punt. Wel hebben wij zorgen inzake Groverpop, omdat het inderdaad zo is, zoals mevrouw Gräper opmerkt, dat Groverpop domicilie heeft in Simplon en daarvan afhankelijk is. Het is zo dat wij daar goed naar kijken. Op dit moment hebben wij geen signalen ontvangen dat het voortbestaan van Groverpop in het geding is, maar wij zullen op dat punt de vinger aan de pols houden. Mevrouw GRÄPER-VAN KOOLWIJK: Ik zou graag nog antwoord willen op onze laatste vraag. Is het College bereid om in bestuurlijke zin dus niet direct in financiële zin in overleg met de Stad het belang van Simplon als regionale voorziening voor de gehele provincie te onderstrepen en te kijken of op die wijze meer te doen is dan het College nu aangeeft? De heer GERRITSEN: Wij laten de gang van zaken rond Simplon nu over aan de Stad. De VOORZITTER: Wenst iemand nog aanvullende vragen te stellen? Dat is niet het geval. Dan stel ik vast dat wij hiermee aan het eind van de vergadering zijn gekomen. De vergadering is gesloten. De vergadering wordt gesloten om uur. 9