Nephrology. up-date. mei from science to clinical practice
|
|
- Dina Lambrechts
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 8 mei 2013 in dit nummer Nephrology up-date from science to clinical practice Review: Lange termijn complicaties van de behandeling van ANCA-geassocieerde systemische vasculitis Prof. dr. C.A. Stegeman, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen, Hanzeplein 1, 9713 GZ Groningen Editor Contributor Dr. Y. M. J. Sijpkens, internist-nefroloog Bronovo ziekenhuis, Bronovolaan 5, 2597 AX Den Haag Daniël Dresden
2 Nephrology up-date 2 Inleiding Antineutrofiele cytoplasmische antistoffen (ANCA)-geassocieerde syste - mische vasculitiden (AASV) zijn progressieve auto-immuunziekten. Kenmerkend zijn inflammatie van de kleine bloedvaten en necrose, vooral in het vaatbed van de longen en nieren. Bij AASV zijn de aanwezige ANCA overwegend gericht tegen de enzymen proteïnase 3 en myeloperoxidase. Dit review legt de focus op de twee meest voorkomende vormen van AASV in Noord-Europa: granulomatose met polyangiitis (GPA, voorheen Wegener granulomatose of ziekte van Wegener) en microscopische polyangiitis (MPA). 1 In Noord-Europa is de jaarlijkse incidentie van AASV gevallen per miljoen inwoners 2 en de geschatte prevalentie is 177 patiënten per miljoen. 3 In tegenstelling tot andere systemische auto-immuunziekten is de verhouding tussen aangedane mannen en vrouwen ongeveer gelijk en manifesteert de aandoening zich over het algemeen op oudere leeftijd met een piekincidentie op 65- tot 74-jarige leeftijd. 3,4 Uit gegevens van voor 1970 blijkt dat onbehandelde AASV een slechte prognose had: de gemiddelde overleving was maar vijf maanden en de overleving na twee jaar was niet hoger dan 7%. 5 Het ter beschikking komen van effectieve immuunsuppressieve therapie gebaseerd op cyclofosfamide in combinatie met hoge dosering corticosteroïden, heeft geleid tot een aanzienlijke verbetering van de prognose. 6,7 Lange termijn followup van een viertal grote multicenter trials, uitgevoerd door de European Vasculitis Study Group (EUVAS) bij patiënten met ernstige tot zeer ernstige GPA en MPA en gepubliceerd in 2011, rapporteerde een overleving na één, twee en vijf jaar van respectievelijk 88%, 85% en 78%. 8 Enkele kleinere retrospectieve studies vonden ook verbeterde uitkomsten door een vroegtijdiger diagnostiek en behandeling en door het gebruik van lagere cumulatieve doses cyclofosfamide. 6,7,9 Bij AASV-patiënten blijft echter sprake van een verhoogde mortaliteit in vergelijking met de algemene bevolking. 8 De kans op overlijden is het grootste tijdens het eerste jaar na de diagnosestelling (mortaliteitsratio 2,0) en blijft aanhoudend verhoogd gedurende de daarop volgende jaren (mortaliteitsratio 1,3). 8 Hoewel de huidige behandelopties voor AASV-patiënten effectief zijn in het controleren van de agressieve systemisch ziekteactiviteit, leiden ze ook tot aanzienlijke toxische effecten op de lange termijn. Deze patiënten hebben een hoger risico van infectieziekten, maligniteiten en cardiovasculaire aandoeningen vergeleken met gezonden. Bovendien heeft een langdurige behandeling met immunosuppressiva ook duidelijke nadelige gevolgen op de botkwaliteit en fertiliteit. Het veiligheidsprofiel op de lange termijn van biologicals, zoals rituximab, dient nog uitgezocht te worden bij AASV-patiënten. Deze middelen vormen een veelbelovende behandeloptie. De uitdaging voor de toekomst is om specifieke therapieën met verbeterde veiligheidsprofielen te ontwikkelen, waarmee uiteindelijk deze ziekten behandeld kunnen worden en mogelijk genezen. Een uitgebreid review van alle huidige behandelopties voor AASV-patiënten is elders gepubliceerd. 10 In dit overzichtsartikel komen de huidige standaard behandelopties voor deze patiëntengroep aan bod en meer specifiek de nadelige effecten van de immuunsuppressie op de lange termijn, en strategieën voor de profylaxe en monitoring. De behandeling van AASV kan in twee fases onderverdeeld worden: inductie van remissie en onderhoudstherapie. Inductietherapie De inductietherapie bestaat meestal uit hoge doses glucocorticoïden (GC, prednisolon 1 mg/kg per dag oraal of methylprednisolon 0,5 1,0 gram per dag intraveneus gedurende drie dagen gevolgd door oraal prednisolon) in combinatie met een tweede middel. De ziekte-ernst bij start van de behandeling bepaalt de keuze hiervan. 11 De inductietherapie dient gedurende 3-6 maanden gecontinueerd te worden. 12 Dit resulteert in verbetering in de overgrote meerderheid en in complete remissie bij 30-93% van de patiënten met GPA en 75-89% bij patiënten met MPA. 13 De behandeling met GC kan gepaard gaan met diverse metabole, gastrointestinale en psychiatrische bijwerkingen. 14 Cyclofosfamide is een alkylerend middel, waarvan de intracellulaire metabolieten de DNA- en RNA-synthese remmen. Dit leidt tot celdood. 15 Patiënten met levens- of orgaanbedreigde AASV kunnen dit middel als aanvulling op GC krijgen. Behandeling met cyclofosfamide geeft een aanzienlijke risico van korte en lange termijn toxiciteit. Veel voorkomend zijn onder andere leukopenie en daarmee gepaard gaande kans op infecties, gonadotoxische effecten en een verhoogde kans op maligniteiten. 15,16 Een inductietherapie van GC en methotrexaat in plaats van cyclofosfamide kan een goed alternatief zijn voor patiënten met een gelokaliseerde of vroege systemische ziekte zonder evidente renale ziektemanifestaties of andere orgaanfunctiebedreigende activiteit. 17 Methotrexaat is gecontraïndiceerd bij patiënten met nierfunctiestoornissen. Bij patiënten met een levensbedreigende betrokkenheid van organen is plasmaferese gedurende 2-3 weken als toevoeging aan de inductietherapie geïndiceerd. 18 Bij 6% gaat plasmaferese gepaard met matige tot ernstige bijwerkingen. 19 Onderhoudstherapie Als onderhoudstherapie krijgen AASV-patiënten bij wie het ziekteproces in remissie is, meestal een langdurige behandeling met immunosuppressiva. De huidige richtlijnen van de European League Against Rheumatism (EULAR) en de British Society of Rheumatology (BSR) stellen dat bij AASV-patiënten na inductie van remissie een onderhoudstherapie van minstens maanden dienen te krijgen, met een verlenging tot 5 jaar bij GPA-patiënten. 11,12 De onderhoudstherapie bestaat uit azathioprine of methotrexaat en een lage dosis GC. Hoewel een kleine studie leflunomide als succesvol alternatief heeft beschreven, wordt dit middel niet vaak gebruikt als onderhoudsbehandeling bij AASV. In vergelijkende studies zijn methotrexaat en azathioprine even effectief gebleken voor het handhaven van een remissie De lever metaboliseert azathioprine tot mercaptopurine, wat de de novo purinesynthese remt en daarmee cellulaire proliferatie. Patiënten met een lage activiteit van het enzym thiopurine methyltransferase (TPMT) hebben een verhoogd risico van ernstige myelosuppressie bij gebruik van dit middel. Het is nog onduidelijk of screening op TPMT-activiteit voorafgaande aan het starten van azathioprine zinvol is. In verband met het iets minder effectief onderhouden van remissie, dient het lymfocytspecifieke immunosuppressivum mycofenolaatmofetil (MMF) alleen gebruikt te worden als
3 mei 2013 onderhoudstherapie indien azathioprine en methotrexaat gecontraïndiceerd zijn of niet worden verdragen. 12,15 Biologicals In toenemende mate krijgen AASVpatiënten rituximab voor de inductieen onderhoudstherapie. Rituximab is een monoklonale antistof tegen CD20 die leidt tot depletie van B-lymfocyten. In twee gerandomiseerde gecontroleerde trials bleek rituximab even effectief als cyclofosfamide in het induceren van remissie bij AASV-patiënten. 23,24 Helaas bleek het aantal bijwerkingen bij gebruik van deze twee middelen vergelijkbaar in beide trials. De 18-maanden data van de RAVE studie laten zien dat er ook bij langere follow-upduur geen verschil in bijwerkingen is tussen de cyclofosfamide- en rituximab-arm. Hypogammaglobulinemie, opgetreden in 47% in één studie, is de belangrijkste gemelde bijwerking van behandeling met rituximab. Dit kan een verhoogde kans op infectieziekten veroorzaken. 25,26 Daarom raadt de BSR-richtlijn voor patiënten met reumatoïde artritis aan om voorafgaand aan het gebruik van rituximab de immunoglobulinespiegels te checken. Deze procedure kan ook bij AASV-patiënten toegepast worden. Een ander probleem bij behandeling met rituximab is het optreden van late-onset neutropenia (LON). De overall incidentie is 5% bij patiënten met verschillende auto-immunologische inflammatoire ziekten. Bij een kleine subgroep van GPA-patiënten is de incidentie zelfs 23%. 27 Er lopen onderzoeken naar de behandeling met andere biologicals bij AASV-patiënten. Hieruit zijn nog geen voordelen naar voren gekomen. Het toevoegen van tumornecrosefactor (TNF)-blokkade met de monoklonale antistof infliximab of de TNF-receptorantagonist etanercept aan de standaardbehandeling blijken geen aantoonbaar gunstig effect te hebben. 28,29 Mortaliteit De oorzaken van overlijden van AASV-patiënten verschillen in de periode vlak na diagnose en tijdens langere follow-up na het eerste jaar na de diagnose. Een analyse van de EUVAS studies toonde dat de meerderheid van de overlijdensgevallen gedurende het eerste jaar veroorzaakt werd door aan de behandeling gerelateerde bijwerkingen, zoals infectieziekten (48%), en aan de ziekte gerelateerde complicaties (19%). 8 Daarentegen waren cardiovasculaire ziekten (25,7%) en maligniteiten (24,3%) de meest voorkomende oorzaken van mortaliteit na het eerste jaar, terwijl infectieziekten (20,3%) en vasculitis (6%) als doodsoorzaak minder vaak voorkwamen. 8 In vergelijking met voor de leeftijd gematchte controlepersonen blijkt vooral bij jongvolwassen AASVpatiënten een verhoogde mortaliteit te bestaan. De lage mortaliteit onder gezonde leeftijdsgenoten veroorzaakt waarschijnlijk deze observatie. 8 Voorspellende factoren voor een verhoogde kans op overlijden bij AASVpatiënten zijn: ernstige nierfunctiestoornissen bij diagnose en uitblijven van herstel, hogere leeftijd, lage hemoglobinespiegel, hoge ziekte - activiteit en cumulatieve orgaanschade. 8,13,30 De cumulatieve effecten van de bijwerkingen en complicaties zijn van cruciaal belang bij de individuele patiënt om het risico van overlijden te schatten. Bij patiënten met een gecombineerde ziektelast van 7 (berekend als de som van infectieziekten, leukopenie en andere bijwerkingen) was de kans op overlijden 53,1%, terwijl degenen met een score van < 7 een risico van 5,0% hadden. 31 Behandelingsgerelateerde bijwerkingen en complicaties (adverse events (AE s)) Immuunsuppressie kan gepaard gaan met aanzienlijke morbiditeit en mortaliteit. Indien nodig dient een adequate profylaxe en monitoring van de patiënten toegepast te worden om het risico van AE s te verminderen, conform de EULAR-richtlijnen. 11 Myelosuppressie Alle cytotoxische therapieën die bij AASV-patiënten gebruikt worden, predisponeren voor myelosuppressie en kunnen leukopenie veroorzaken. De incidentie daarvan bedraagt tot 41% in het eerste behandeljaar. 31 Leukopenie, vooral neutropenie, verhoogt het risico van een infectie - ziekte. Een behandeling met granulocyte colony-stimulating factor (G-CSF) bij neutropenie blijkt effectief te zijn in het verlagen van het infectierisico bij AASV-patiënten zonder nadelige effecten op het ziektebeloop. 32 Deze behandeling wordt echter niet routinematig aanbevolen. Late-onset neutropenie bij met rituximab behandelde AASV-patiënten is meestal zelflimiterend, maar kan ook tot febriele neutropenie en infecties leiden waarvoor een ziekenhuis - opname en behandeling met G-CSF nodig zijn. Infectieuze complicaties Ruim een kwart (26 31%) van de AASV-patiënten krijgt een ernstige infectieziekte, waarvoor een ziekenhuisopname nodig is. 33,34 De last van infectieziekten is groter gedurende de inductie van een remissie, wat een weerspiegeling vormt van de intensiteit van de immuunsuppressie. In een lange termijn analyse van de EUVAS-studie ontwikkelde 24% van de AASV-patiënten een infectieziekte tijdens het eerste jaar na de diagnosestelling, waarbij 5,6% overleed. 31 In een Frans cohortonderzoek met AASV-patiënten (gemiddelde followupduur van zes jaar) trad 39,6% van de infectieuze episodes op gedurende het eerste jaar na de diagnosestelling van GPA. 33 Er was een duidelijk statistisch significant verband tussen een hogere cumulatieve dosering cyclofosfamide en het frequenter vroegtijdig optreden van infectieziekten. Bij dit risico was ook de dosering corticosteroïden van belang. In twee studies waarin rituximab en cyclofosfamide werden vergeleken bij patiënten die een vergelijkbare behandeling met corticosteroïden kregen, waren de infectiepercentages vergelijkbaar. 24,35 In elk geval dient adequate profylaxe tegen Pneumocystis jirovecii te worden gegeven bij inductietherapie met hoge dosis corticosteroïden in combinatie met cyclofosfamide of rituximab. 36 In meerdere onderzoeken zijn de risicofactoren voor het krijgen van een infectieziekte bij AASV-patiënten in kaart gebracht. Een patiënt met een hogere leeftijd heeft niet alleen een grotere kans op een infectieziekte, maar ook een grotere kans dat hierdoor morbiditeit en mortaliteit ontstaat. 4 Daarnaast gaan leukopenie en een verslechterde nierfunctie gepaard met het frequenter optreden van infectieziekten. 4,30 Het disfunctioneren van het afweersysteem dat de AASV-behandeling kan induceren, omvat een afgenomen aantal B- en T-lymfocyten, een verstoord functioneren van de afweercellen en verminderde spiegels van immunoglobulines. Dit maakt de patiënt vatbaarder voor infecties. Immunisatie vormt een aantrekke - 3
4 Nephrology up-date lijke strategie voor de profylaxe van verschillende veelvoorkomende infectieziekten. Er is echter geen duidelijke evidence beschikbaar dat alle AASV-patiënten een adequate respons zullen hebben op vaccinaties. Bovendien zijn er geen gerandomiseerde, gecontroleerde trials naar de effectiviteit van vaccinatie bij patiënten met chronische auto-immunologische inflammatoire ziekten uitgevoerd. Momenteel wordt aangeraden om vaccinatie te vermijden tijdens een B-celdepleterende behandeling met rituximab, aangezien deze behandeling op consistente wijze de humorale respons op immunisatie tegen influenza, pneumokokkenstammen en tetanustoxoïd verslechtert. 36,38 Cohortstudies wijzen er evenwel op dat vaccinatie veilig is en niet leidt tot meer exacerbaties bij AASV-patiënten Maligniteiten Het gebruik van cytotoxische therapieën verhoogt het risico van kanker. Onderzoeken met een lange followupduur hebben getoond dat bij patiënten die zijn blootgesteld aan cytotoxische therapieën, de incidentie van maligniteiten minimaal twee keer zo hoog is vergeleken met de algemene bevolking. 42,43 De mate waarin dit risico verhoogd is, wisselt afhankelijk van het aangedane orgaan, bijvoorbeeld: 4,2-11,0 keer zo hoog risico van lymfomen 42,43 ; 4,8-33,0 keer zo hoog risico van blaaskanker 42,43 ; en 4,7-10 keer zo hoog risico van huidkanker. 44,45 Het risico van maligniteiten is ook afhankelijk van de cumulatieve dosis cyclofosfamide. Overigens gaan de huidige behandelregiems waarbij lagere doses cyclofosfamide worden gebruikt, gepaard met een lager risico van maligniteiten. Onder de patiënten die werden gerekruteerd voor de vier EUVAS-trials, 46 was 4 alleen het risico van non-melanoma huidkanker na een follow-upduur van vijf jaar verhoogd. Dit in tegenstelling tot eerdere publicaties, waarin hogere doses cyclofosfamide gebruikt waren. 42,44,45 Een Franse studie toonde dat zelfs met de moderne cyclofosfamideregiems een verhoogd risico van maligniteiten in de urinewegen blijft bestaan. Daarbij bestond na vijf jaar een vijfvoudig verhoogd risico van deze kankers bij AASV-patiënten vergeleken met de algemene bevolking. De cumulatieve dosering cyclofosfamide en een orale toedieningsweg waren in dit onderzoek belangrijke voorspellende factoren voor een verhoogd kankerrisico. 47 De huidige richtlijnen adviseren om bij AASV-patiënten gedurende en na afronding van de behandeling met cyclofosfamide routinematig te controleren op non-glomerulaire hematurie ter screening op urotheelcelcarcinomen van de urinewegen. In geval van hematurie dient urinemicroscopie, bacteriekweek en cytologie uitgevoerd te worden. 8,11 Tevens valt naast adequate hydratie bij gebruik van cyclofosfamide een behandeling met mesna te over - wegen. Mesna bindt aan acroleïne, een in urine uitgescheiden metaboliet van cyclofosfamide, en beschermt daardoor het urineweg - epitheel. 8,11,46,48 Voorts is het gewenst de patiënten aan te moedigen tot leefstijlveranderingen, zoals stoppen met roken en deelname aan nationale screeningsprogramma s naar kanker. Immers bij patiënten met immuunsuppressie is de incidentie van cervicale neoplasieën verhoogd. 49 Naast deze aan de behandeling gerelateerde verhoogde kankerrisico s wijzen enkele publicaties erop dat een verhoogde kans op maligniteiten inherent is aan de AASV zelf, 50 hoewel deze constatering controversieel is. 51 Gezondheid van de botten AASV-patiënten krijgen regelmatig een langdurige behandeling met GC s, wat de gezondheid van de botten kan verslechteren. Het gebruik van GC s stimuleert via directe cellulaire en indirecte effecten het ontstaan van osteoporose (tabel 1). Deze effecten leiden tot een netto afgenomen vorming van nieuw botweefsel. GC-geïnduceerd verlies van botweefsel vertoont een bifasisch patroon, waarbij 3-12% van het verlies gedurende het eerste behandeljaar optreedt. Daarna vermindert de botdichtheid (BMD) jaarlijks met 0,5-3,0%. 52 Het fractuurrisico van de patiënt neemt op een dosisafhankelijke wijze toe. Dit risico kan zich gedeeltelijk herstellen tot uitgangs - niveau na het staken van GC-therapie. 52,53 Bij 3-15% van de AASV-patiënten worden fracturen gerapporteerd. 54 Dit percentage ligt aanzienlijk lager dan bij andere patiënten die langdurig met GC s behandeld worden (30-50%). 55 AASV gaat ook gepaard met een afgenomen BMD. In Nederlands onderzoek bleek 78% van deze patiënten een abnormaal lage BMD te hebben; bij 21% van hen was sprake van osteoporose en 57% had osteopenie. Hierbij werden nauwe correlaties gevonden tussen de BMD enerzijds en de cumulatieve GC-dosering en een lage BMI en nierfunctie anderzijds. Dit onderzoek vond overigens geen verband tussen de BMD en de cumulatieve cyclofosfamidedosering. 54 De huidige richtlijnen uit Engeland adviseren om bij alle patiënten met een verhoogd risico van osteoporose het fractuurrisico te evalueren met de FRAX, een gevalideerde tool. De FRAX heeft het GC-gebruik alleen als een dichotome variabele opgenomen, waardoor de waarde voor patiënten die langdurig GC s krijgen, beperkt is. 56 Patiënten die langere tijd met GC s behandeld worden, dienen hun leefstijl aan te passen, zoals stoppen met roken, alcoholgebruik matigen en regelmatige lichamelijke inspanning te verrichten. Verder leidt suppletie met oraal calcium en vitamine D tot een significante afname van het botverlies (met 0,54% in de heupen en 1,19% in de wervelkolom) en van het fractuurrisico (met 12 13%). 57 Een behandeling met bisfosfonaten verbetert de mineralisatie van het bot en vertraagt op consistente wijze de BMD-afname. 58,59 Bisfosfonaten zijn echter gecontraïndiceerd bij patiënten met een ernstig nierfunctiestoornis (glomerulaire filtratiesnelheid van < 30 ml/min/1.73 m 2 ). Bijwerkingen zijn gastrointestinale klachten (bij 20 30% van de gebruikers) en zeer zeldzaam osteonecrose van de kaak (geschatte incidentie van Tabel 1. Directe en indirecte effecten van het gebruik van GC s op het botweefsel. Directe effecten toegenomen apoptose van osteoblasten en osteocyten; verslechterde differentiatie van osteoblasten; en verminderde apoptose van osteoclasten. Indirect effecten verminderde resorptie van calcium uit maagdarmkanaal en niertubuli; en verminderde mineralisatie van het bot.
5 mei per tot patiënt - jaren). 52,53 Gezien de duur en intensiteit van de behandeling met corticosteroïden en het feit dat het grootste botverlies in het begin van de behandeling op - treedt, dienen alle patiënten vanaf het begin van de behandeling osteoporoseprofylaxe te krijgen met adequate calcium intake, cholecalciferol en een bifosfonaat. Fertiliteit Behandeling met cyclofosfamide kan gepaard gaan met irreversibel falen van de gonaden. Bij patiënten die dit middel krijgen in verband met een maligniteit of auto-immuunziekte, zoals SLE, blijkt de incidentie van ovarieel falen 12-78% en van azoöspermie bijna 60% te zijn Eerder onderzoek vond dat ovarieel falen optrad bij 57% van de met cyclofosfamide behandelde AASV-patiënten, 42 terwijl recentere studies wijzen op een lagere incidentie van gonadaal falen (5% in de WGET studie 63 ). Het risico van gonadaal falen bij AASV-patiënten blijkt toe te nemen bij een hogere cumulatieve blootstelling aan cyclofosfamide. 60,64 Daarnaast zijn cyclofosfamide en methotrexaat allebei teratogeen, terwijl azathioprine een laag risico van congenitale afwijkingen kent. 65,66 Cardiovasculaire ziekten Bij AASV-patiënten bestaat een toegenomen incidentie van hart- en vaatziekten. Bij 14% treedt binnen vijf jaar na de diagnosestelling van AASV een cardiovasculaire event op. 67 AASV-patiënten hebben een meer dan tweevoudig verhoogd risico van een cardiovasculaire ziekte vergeleken met gematchte personen met een niet-inflammatoire chronische nierziekte. 68 De behandeling van AASV kan bijdragen aan de traditionele cardiovasculaire risicofactoren. Hoge doses corticosteroïden hebben meerdere metabole gevolgen, die kunnen leiden tot hypertensie, natriumretentie, hyperglycemie, diabetes mellitus, dyslipidemie en gewichtstoename. 31,42 Ook de kans op veneuze trombo - embolieën is met een geschatte incidentie van 1,8-7,0 events per 100 persoonsjaren 69 hoger bij AASVpatiënten, waarbij deze kans het hoogste is ten tijde van actieve ziekte. Ditzelfde verschijnsel bestaat bij andere chronische systemische inflammatoire ziekten, zoals SLE. 15 Daarom dienen alle AASV-patiënten gedurende periodes met extra trombogene risicofactoren waaronder immobiliteit, profylactische maatregelen te krijgen zoals steunkousen en laagmolecuulgewicht heparines. 12 Conclusies AASV vormen een groep chronische inflammatoire aandoeningen met een relapsing-remitting ziektebeloop waarvoor een langdurige behandeling nodig is. De ziekte en behandeling hebben substantiële gevolgen voor het lichamelijke en emotionele welbevinden van de patiënt. Een effectieve behandeling met de immunosuppressieve middelen zoals cyclofosfamide en corticosteroïden hebben de overlevingskansen van deze patiënten aanzienlijk verbeterd. Verder kan het risico van infectieziekten verminderd worden door adequate profylaxe met antischimmelmiddelen en trimethoprim-sulfamethoxazole en een regelmatige monitoring op leukopenie met tijdig bijsturen van de behandeling. Het chronische recidiverende ziektebeloop en het ontbreken van curatieve behandelopties eisen een zware tol voor de gezondheid van deze patiënten. Ondanks een succesvolle behandeling ervaren veel patiënten een afgenomen kwaliteit van leven. De veiligheidsprofielen van biologicals dienen bij behandeling van deze patiëntengroepen nader uitgezocht te worden. Sommige van deze middelen (vooral rituximab) lijken een grote potentie te hebben. Met de huidige behandeling dienen AASV-patiënten indien mogelijk een zo laag mogelijke cumulatieve blootstelling aan cyclofosfamide te krijgen en preventie van de toxische gevolgen hiervan. Het substantieel verhoogde risico van urotheelcelmaligniteiten bij behandeling met cyclofosfamide rechtvaardigt een levenslange controle op non-glomerulaire hematurie. De patiënten dienen geïnformeerd te worden over de potentiële risico s van cytotoxische en immunosuppressieve therapieën op de lange termijn. In dat kader dient ook bij de zorg van alle AASVpatiënten aandacht te zijn voor de botkwaliteit, fertiliteit, risicofactoren en verschijnselen van cardiovasculaire aandoeningen en veneuze tromboembolieën. Gezien het meer chronische karakter van AASV is er een groot belang van het onderkennen en zoveel mogelijk corrigeren van de gevolgen van de ziekte en de behandeling op de kwaliteit van leven van de patiënt. Bron: Dit artikel is een bewerking van een publicatie in Nature Reviews Nephrology. (Wall N, Harper L. Complications of long-term therapy for ANCA-associated systemic vasculitis. Nat Rev Nephrol 2012;8:523-32). 5
6 Nephrology up-date Referenties 1. Kallenberg, C. G. M. Pathoge ne sis of ANCAassociated vasculitis, an update. Clin Rev Allergy Immunol 2011;41: Reinhold-Keller, E., Herlyn, K., Wagner- Bastmeyer, R. & Gross, W. L. Stable incidence of primary systemic vasculitides over five years: results from the German vasculitis register. Arthritis Rheum 2005;53: Lane, S. E., Watts, R. & Scott, D. G. I. Epidemiology of systemic vasculitis. Curr Rheumatol Rep 2005;7: Harper, L. & Savage, C. O. ANCAassociated renal vasculitis at the end of the twentieth century a disease of older patients. Rheumatology 2005;4: Walton, E. W. Giant-cell granuloma of the respiratory tract (Wegeners granulomatosis). Br Med J 1958;2: Eriksson, P., Jacobsson, L., Lindell, A., Nilsson, J. A. & Skogh, T. Improved outcome in Wegener s granulomatosis and microscopic polyangiitis? A retrospective analysis of 95 cases in two cohorts. J Int Med 2009 ;265 : Stratta, P. et al. Improvement in relative survival of patients with vasculitis: study of 101 cases compared to the general population. Int. J. Immunopathol Pharmacol 2008 ;21: Flossmann, O. et al. Long-term patient survival in ANCA-associated vasculitis. Ann Rheum Dis 2011;70: Holle, J. U. et al. Improved outcome in 445 patients with Wegener s granulomatosis in a German vasculitis center over four decades. Arthritis Rheum 2011;63: Bosch, X., Guilabert, A., Espinosa, G. & Mirapeix, E. Treatment of antineutrophil cytoplasmic antibodyassociated vasculitis a systematic review. JAMA 2007;298: Mukhtyar, C. et al. EULAR recommendations for the management of primary small and medium vessel vasculitis. Ann Rheum Dis 2009 ;68: Lapraik, C. et al. BSR and BHPR guidelines for the management of adults with ANCA associated vasculitis. Rheumatology 2007;46: Mukhtyar, C. et al. Outcomes from studies of antineutrophil cytoplasm antibody associated vasculitis: a systematic review by the European League Against Rheumatism systemic vasculitis task force. Ann Rheum Dis 2008;67: Schäcke, H., Döcke, W.-D. & Asadullah, K. Mechanisms involved in the side effects of glucocorticoids. Pharmacol Ther 2002;96: Turnbull, J. & Harper, L. Adverse effects of therapy for ANCA-associated vasculitis. Best Pract Res Clin Rheumatol 2009;23: Hamour, S., Salama, A. D. & Pusey, C. D. Management of ANCA-associated vasculitis: Current trends and future prospects. Ther Clin Risk Manag 2010;6: de Groot, K. et al. DRW for EUVAS. Randomized trial of cyclophosphamide versus methotrexate for induction of remission in non-renal ANCAassociated vasculitis. Arthritis Rheum 2003;48:S660 S Casian, A. & Jayne, D. Plasma exchange in the treatment of Wegener s granulomatosis, microscopic polyangiitis, Churg-Strauss syndrome and renal limited vasculitis. Curr Opin Rheumatol 2011;23: Stegmayr, B. et al. World apheresis registry data. Transfus Apher Sci 2008;39: Berden, A. et al. Long-term renal outcome of patients enrolled in the CYCAZAREM trial. Clin Exp Immunol 2011;164: Jayne, D. et al. A randomized trial of maintenance therapy for vasculitis associated with antineutrophil cytoplasmic autoantibodies. N Engl J Med 2003;349: Langford, C. A., Talar-Williams, C., Barron, K. S. & Sneller, M. C. Use of a cyclophosphamideinduction methotrexate-maintenance regimen for the treatment of Wegener s granulomatosis: extended follow-up and rate of relapse. Am J Med 2003;114: Jones, R. B. et al. Rituximab versus cyclophosphamide in ANCA-associated renal vasculitis. N Engl J Med 2010;363: Stone, J. H. et al. Rituximab versus cyclophosphamide for ANCA-associated vasculitis. N Engl J Med 2010;363: Helena, M. et al. Hypogammaglobulinaemia and infections following RTX therapy for systemic vasculitis and SLE. Clin Exp Immunol 2011;164: Buch, M. H. et al. Updated consensus statement on the use of rituximab in patients with rheumatoid arthritis. Ann Rheum Dis 2011;70: Tesfa, D. et al. Late-onset neutropenia following rituximab therapy in rheumatic diseases: association with B lymphocyte depletion and infections. Arthritis Rheum 2011;63: Morgan, M. D., Drayson, M. T., Savage, C. O. S. & Harper, L. Addition of infliximab to standard therapy for ANCA-associated vasculitis. Nephron Clin Pract 2011;117:C89 C Stone, J. H. et al. Etanercept plus standard therapy for Wegener s granulomatosis. N Engl J Med 2005;352: Booth, A. D. et al. Outcome of ANCAassociated renal vasculitis: a 5-year retrospective study. Am J Kidney Dis 2003;41: Little, M. A. et al. Early mortality in systemic vasculitis: relative contribution of adverse events and active vasculitis. Ann Rheum Dis 2010;69: Hellmich, B., Schanbel, A. & Gross, W. L. Granulocyte colony-stimulating factor treatment for cyclophosphamide-induced severe neutropenia in Wegener s granulomatosis. Arthritis Rheum 1999;42: Charlier, C. et al. Risk factors for major infections in Wegener granulomatosis: analysis of 113 patients. Ann Rheum Dis 2009;68: Reinhold-Keller, E. et al. An interdisciplinary approach to the care of patients with Wegener s granulomatosis long-term outcome in 155 patients. Arthritis Rheum 2000;43: Jones, R. B., Walsh, M., Jayne, D. R. W. & European Vasculitis Study, G. Two-year follow-up results from a randomized trial of RTX versus CyP for ANCA-associated renal vasculitis: RITUXVAS. Clin Exp Immunol 2011;164: Oren, S. et al. Vaccination against influenza in patients with rheumatoid arthritis: the effect of rituximab on the humoral response. Ann Rheum Dis 2008;67: Chung JB et al. Cost-effectiveness of prophylaxis against Pneumocystis carinii pneumonia in patients with Wegner's granulomatosis undergoing immunosuppressive therapy. Arthritis Rheum 2000;43: Bingham, C. O. et al. Immunization responses in rheumatoid arthritis patients treated with rituximab results from a controlled clinical trial. Arthritis Rheum 2010;62: Stassen, P. M., Sanders, J.-S. F., Kallenberg, C. G. M. & Stegeman, C. A. Influenza vaccination does not result in an increase in relapses in patients with ANCA-associated vasculitis. Nephrol Dial Transplant 2008;23: Holvast, A. et al. Wegener s granulomatosis patients show an adequate antibody response to influenza vaccination. Ann Rheum Dis 2009;68: van Assen, S. et al. EULAR recommendations for vaccination in adult patients with autoimmune inflammatory rheumatic diseases. Ann Rheum Dis 2011;70: Hoffman, G. S. et al. Wegener granulomatosis an analysis of 158 patients. Ann Intern Med 1992;116: Knight, A. M., Ekbom, A. & Askling, J. Cancer risk in a population based cohort of patients with Wegener s granulomatosis. Arthritis Rheum 2001;44:S332 S Westman, K. W. A., Bygren, P. G., Olsson, H., Ranstam, J. & Wieslander, J. Relapse rate, renal survival, and cancer morbidity in patients with Wegener s granulomatosis or microscopic polyangiitis with renal involvement. J Am Soc Nephrol 1998;9: Faurschou, M. et al. Malignancies in Wegener s granulomatosis: Incidence and relation to cyclophosphamide therapy in a cohort of 293 patients. J Rheumatol 2008;35: Heijl, C. et al. Incidence of malignancy in patients treated for antineutrophil cytoplasm antibodyassociated vasculitis: follow-up data from European Vasculitis Study Group clinical trials. Ann Rheum Dis 2011;70: Le Guenno, G. et al. Incidence and predictors of urotoxic adverse events in cyclophosphamidetreated patients with systemic necrotizing vasculitides. Arthritis Rheum 2011;63: Knight, A., Askling, J., Granath, F., Sparen, P. & Ekbom, A. Urinary bladder cancer in Wegener s granulomatosis: risks and relation to cyclophosphamide. Ann Rheum Dis 2004;63: Nath, R. et al. High risk of human papillomavirus type 16 infections and of development of cervical squamous Intraepithelial lesions in systemic lupus erythematosus patients. Arthritis Rheum 2007;57: Pankhurst, T., Savage, C. O. S., Gordon, C. & Harper, L. Malignancy is increased in ANCAassociated vasculitis. Rheumatology 2004;43: Faurschou, M. et al. Cancer preceding Wegeners granulomatosis: a 6
7 mei 2013 casecontrol study. Rheumatology 2009;48: den Uyl, D., Bultink, I. E. M. & Lems, W. F. Advances in glucocorticoidinduced osteoporosis. Curr Rheumatol Rep 2011;13: Weinstein, R. S. Glucocorticoid-induced bone disease. N Engl J Med 2011;365: Boomsma, M. M. et al. Prevalence of reduced bone mineral density in patients with antineutrophil cytoplasmic antibody associated vasculitis and the role of immunosuppressive therapy: a crosssectional study. Osteoporos Int 2002;13: Boling, E. P. Secondary osteoporosis: underlying disease and the risk for glucocorticoid-induced osteoporosis. Clin Ther 2004;26: Rodrigues Pereira, R. M., de Carvalho, J. F. & Canalis, E. Glucocorticoid-induced osteoporosis in rheumatic diseases. Clinics 2010;65: Tang, B. M. P., Eslick, G. D., Nowson, C., Smith, C. & Bensoussan, A. Use of calcium or calcium in combination with vitamin D supplementation to prevent fractures and bone loss in people aged 50 years and older: a meta-analysis. Lancet 2007;370: Adachi, J. D. et al. Two-year effects of alendronate on bone mineral density and vertebral fracture in patients receiving glucocorticoids a randomized, double-blind, placebo-controlled extension trial. Arthritis Rheum 2001;44: Reid, D. M. et al. Zoledronic acid and risedronate in the prevention and treatment of glucocorticoidinduced osteoporosis (HORIZON): a multicentre, double-blind, double-dummy, randomised controlled trial. Lancet 2009;373: Dooley, M. A. & Nair, R. Therapy insight: preserving fertility in cyclophosphamide-treated patients with rheumatic disease. Nat Clin Pract Rheumatol 2008;4: Schmidt, K. L. T. et al. Assisted reproduction in male cancer survivors: fertility treatment and outcome in 67 couples. Human Reprod 2004;19: Boumpas, D. T. et al. Risk for sustained amenorrhea in patients with systemic lupuserythematosus receiving intermittent pulse cyclophosphamide therapy. Ann Intern Med 1993;119: Seo, P. et al. Damage caused by Wegener s granulomatosis and its treatment prospective data from the Wegener s granulomatosis Etanercept trial (WGET). Arthritis Rheum 2005;52: Mok, C. C., Lau, C. S. & Wong, R. W. S. Risk factors for ovarian failure in patients with systemic lupus erythematosus receiving cyclophosphamide therapy. Arthritis Rheum 1998;41: Shim, L., Eslick, G. D., Simring, A. A., Murray, H. & Weltman, M. D. The effects of azathioprine on birth outcomes in women with inflammatory bowel disease (IBD). J Crohns Colitis 2011;5: Langagergaard, V., Pedersen, L., Gislum, M., Norgard, B. & Sorensen, H. T. Birth outcome in women treated with azathioprine or mercaptopurine during pregnancy: a Danish nationwide cohort study. Aliment Pharmacol Ther 2007;5: Suppiah, R. et al. A model to predict cardiovascular events in patients with newly diagnosed Wegener s granulomatosis and microscopic polyangiitis. Arthritis Care Res 2011;63: Morgan, M. D. et al. Increased incidence of cardiovascular events in patients with antineutrophil cytoplasmic antibody-associated vasculitides a matched-pair cohort study. Arthritis Rheum. 60, (2009). 69. Wung, P. K. et al. Effects of glucocorticoids on weight change during the treatment of Wegener s granulomatosis. Arthritis Rheum 2008;59: Merkel, P. A. et al. Brief communication: high incidence of venous thrombotic events among patients with Wegener granulomatosis: the Wegener s clinical occurrence of thrombosis (WeCLOT) study. Ann Intern Med 2005;142:
8 2013 Medicom Medische Uitgeverij B.V.
PJP profylaxe bij prednison. Amelieke Cremers, AIOS MMB
PJP profylaxe bij prednison Amelieke Cremers, AIOS MMB 30-10-2018 Q 1. Indicatie 2. Wanneer starten PJP Prednison Profylaxe PJP Wat is het Waar komt het vandaan Welke problemen Hoe toon je het aan Lymfocyten
Nadere informatieUMCG Rheumatology & Clinical Immunology
Eosinifiele granulomatosis met Polyangiitis voorheen Churg-Strauss Syndroom Cees G.M. Kallenberg, MD, PhD, Afd. Reumatologie en Klinische Immunologie, Universitair Medisch Centrum Groningen Ede,10 mei
Nadere informatieSamenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot
* Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten
Nadere informatieOsteoporose profylaxe bij 80+
Osteoporose profylaxe bij 80+ Emilie Gieling, AIOS Ziekenhuisfarmacie, CWZ Prof. Dr. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog, VieCurie MC Noord-Limburg, Maastricht UMC & UHasselt België (potentiële)
Nadere informatiePneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden. Teske Schoffelen, arts-assistent IC
Pneumocystis jirovecii pneumonie Behandeling met corticosteroïden Teske Schoffelen, arts-assistent IC 28-02-2019 Casus Vrouw, 67 jaar Presentatie Koorts, niet-productieve hoest, dyspnoe Acuut hypoxisch
Nadere informatieANCA geassocieerde vasculitis: nieuwe inzichten in inductie en maintenance therapie
ANCA geassocieerde vasculitis: nieuwe inzichten in inductie en maintenance therapie Coen Stegeman, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Afdeling Nefrologie Disclosures C.A. Stegeman
Nadere informatieDe behandeling van sarcoïdose: een stapsgewijze benadering
De behandeling van sarcoïdose: een stapsgewijze benadering Bij de behandeling van sarcoïdose zijn de volgende drie vragen met name van belang: welke patiënten hebben behandeling nodig, waarmee dienen deze
Nadere informatieOmgaan met lupus. 28 maart 2017
Omgaan met lupus 28 maart 2017 INLEIDING Aanbevelingen geven artsen en patiënten advies over de beste manier om aandoeningen te behandelen en ermee om te gaan. EULAR heeft aanbevelingen geschreven over
Nadere informatieChapter 8 -RKDQ &UX\II 182
Chapter 8 182 Samenvatting 183 Chapter 9 Vasculitis betekent letterlijk vaatontsteking. Een vaatontsteking kan in principe overal in het lichaam voorkomen en heeft als gevolg dat het orgaan waarin het
Nadere informatieHet nefrotisch syndroom Oorzaken en gevolgen. prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen
Het Oorzaken en gevolgen prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen Opbouw presentatie 1. Hoe werken de nieren? 2. Het klachten en verschijnselen oorzaken behandeling bij volwassenen 3. Dr. Bouts: kinderen
Nadere informatieVUmc Basispresentatie
Samenwerking waarover? Richtlijnen en zorgstandaarden Cardiovasculair risicomanagement (zorgstandaard) Samenwerking e en e lijn Prof dr Piet ter Wee Afdeling Nefrologie Hypertensie Diabetes mellitus (zorgstandaard)
Nadere informatieMarlies Peters. Workshop Vermoeidheid
Marlies Peters Workshop Vermoeidheid De ene vermoeidheid is de andere niet Deze vermoeidheid is er plotseling, niet gerelateerd aan geleverde inspanning De vermoeidheid wordt als (zeer) extreem ervaren
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire
Nadere informatieZeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis
www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?
Nadere informatiePRO. De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten
PRO De afwachtende houding t.o.v. NOACs in Nederland schaadt patiënten Prof. dr. Saskia Middeldorp, internist Afdeling Vasculaire Geneeskunde Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Wat zegt de NHG standaard
Nadere informatieChemotherapie en stolling
Chemotherapie en stolling Therapie, preventie en risicofactoren Karen Geboes UZ Gent 4 december 2015 Avastin en longembolen: hoe behandelen en Avastin al dan niet verder? Chemotherapie en stolling: Therapie,
Nadere informatieIgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum
IgA nefropathie Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - Het ziekteproces - De patiënt - Het diagnostische proces - De behandeling - De
Nadere informatieA two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once
A two year, double-blind, randomized, multicenter, active-controlled study to evaluate the safety en efficacy of fingolimod administered orally once daily versus interferon beta-1a i.m. once weekly in
Nadere informatieZeldzame juveniele primaire systemische vasculitis
https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis
Nadere informatieBehandeling van bindweefselziekten en het secundair optreden van het Sjögrensyndroom. aandoeningen
Behandeling van bindweefselziekten en het secundair optreden van het Sjögrensyndroom bij reumatische aandoeningen M. Walravens, reumatoloog K. Thevissen, reumatoloog i.o. Hoboken, 12 oktober 2013 Opbouw
Nadere informatieOutcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling
Outcome na CVVH- behandeling Mortaliteit en nierfunctieherstel bij IC-patiënten na CVVH-behandeling Ellen Stikkelbroeck, Renal Practitioner i.o., VieCuri Venlo Inleiding Introductie CVVH in Venlo Onderzoek
Nadere informatieCardioVasculair Risicomanagement bij Reumatische Ziekten. Inger Meek, MD, PhD Reumatoloog Radboudumc Nijmegen
CardioVasculair Risicomanagement bij Reumatische Ziekten Inger Meek, MD, PhD Reumatoloog Radboudumc Nijmegen Disclosure belangen spreker Als voorzitter Stichting Reumarun sponsoring ontvangen van Abbvie,
Nadere informatieObesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar
Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.
Nadere informatieInvasieve beademing bij longfibrose. Liselotte Boerman, ANIOS
Invasieve beademing bij longfibrose Liselotte Boerman, ANIOS Casus Man, 82 jaar, Opname ivm respiratoire insufficiëntie, DD: 1. Acute exacerbatie Idiopathische Pulmonale Fibrose (IPF) 2. overvulling cardiaal
Nadere informatieOsteoporose Voorkom Beenderbreuken
Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Prof. Dr. S. Goemaere Reumatoloog, UZ Gent Belgian Bone Club (BBC) International Osteoporosis Foundation (IOF) EU-Osteoporosis Consultation Panel IOF Working Parties
Nadere informatieFysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten
Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten 5 april 2017 Sarcoïdose ontsporing afweersyteem ophoping afweercellen: granulomen overal in lichaam: longen, lymfesysteem, huid,
Nadere informatie10.00-10.40 state of the art SPA dr I.E. van der Horst (30 min spreektijd)
Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II Geachte collegae, Op 27 juni is de ROIG over reumatologie gepland. Bij deze ontvangt u het programma. Het is de bedoeling dat een AIOS uit het genoemde
Nadere informatieOsteonecrosis of the jaw (ONJ)
INLEIDING Welkom 1 2 Osteonecrosis of the jaw (ONJ) Hoe kunnen we dit voorkomen en als het toch optreedt, hoe kunnen we het managen? 3 Complication of bisphosphonate and denosumab use 1 Dit ga je echter
Nadere informatieZwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm
Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn
Nadere informatieOsteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige
Osteoporose Botontkalking Hou je je broze botten heel? Vakgroep Reumatologie P. van Oijen, reumatoloog J. van der Donk, osteoporoseverpleegkundige Wat is botontkalking? Definitie osteoporose Een systemische
Nadere informatieOsteoporose in de praktijk
Osteoporose in de praktijk 29 januari 2019 Hannah C.M. van Loon Internist-endocrinoloog Osteoporose Programma: Inleiding met casus Waarom behandeling? Effect van orale bi(s)fosfonaten Reden voor switch
Nadere informatieVoorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen
Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie
Nadere informatieCoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies
'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum
Nadere informatieCHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING
CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING 167 168 Systemische lupus erythematosus (SLE) is een chronische auto-immuunziekte waarbij auto-antilichamen een ontstekingsreactie door het gehele lichaam kunnen veroorzaken.
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32551 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Krol, Charlotte Georgette Title: Pitfalls in the diagnosis and management of skeletal
Nadere informatieGPA (Wegener) Granulomatose met Polyangiitis Vroeger de ziekte van Wegener. FWS regiodag, 5 april 2014
GPA (Wegener) Granulomatose met Polyangiitis Vroeger de ziekte van Wegener FWS regiodag, 5 april 2014 Chris Hagen, internist nefroloog Meander Medisch Centrum Amersfoort Waarom de naamsverandering? Wie
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/31463 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Ocak, Gürbey Title: Vascular complications in kidney disease Issue Date: 2015-01-14
Nadere informatieBack to lipids lange termijn effecten van sta6nes
Back to lipids lange termijn effecten van sta6nes Prof Dr Johan De Su.er Universiteit Gent AZ Maria Middelares Gent Sta:ne gebruikers in België : 2005-2015 CM rapport 2015 ZIV uitgaven voor sta:nes: 2005-2015
Nadere informatieVaccinatie voor mensen met auto-immune reumatische ontstekingsziekten
Vaccinatie voor mensen met auto-immune reumatische ontstekingsziekten 27 maart 2017 INLEIDING Vaccinaties zijn een manier om infecties te voorkomen vooraleer ze optreden. Vaccins helpen het immuunsysteem
Nadere informatieSamenvatting en Discussie
101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een
Nadere informatieVan sepsis tot orgaanfalen
Van sepsis tot orgaanfalen Hoe een infectie uit de hand kan lopen in neutropene patiënten 21 januari 2015 J.C. Regelink, internist hematoloog 4 th Nursing Symposoim Inhoud Historie Begrippen Sepis en orgaanfalen
Nadere informatieAlcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael
Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:
Nadere informatieBehandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC
Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire
Nadere informatieDisease-activity in ANCA-associated vasculitis Sanders, Johannes Stephanus Franciscus
Disease-activity in ANCA-associated vasculitis Sanders, Johannes Stephanus Franciscus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,
Nadere informatieNederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum
Het ABC van IgA nefropathie Nederlandse Nierdag 2014 Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - De patiënt - Het diagnostische proces - De
Nadere informatieZwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen
Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatieVereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde
Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-
Nadere informatieMedicatie Risico bij Nierschade. Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog
Medicatie Risico bij Nierschade Nictiz symposium 15 november 2016 Chris Hagen nefroloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieOsteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik
Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013
Nadere informatieRisk factors for renal function abnormalities
Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.
Nadere informatieVallen en liefst niet breken! Joris Meeuwissen Algemeen interne geneeskunde en geriatrie Zaterdag 21 september 2013
Vallen en liefst niet breken! Joris Meeuwissen Algemeen interne geneeskunde en geriatrie Zaterdag 21 september 2013 Inhoudstafel 1. Sarcopenie, frailty en vallen 2. Osteoporose? 3. Hoe stellen we dit
Nadere informatieReumatoïde Artritis. Prof Dr Patrick Verschueren UZ Gasthuisberg Leuven. Trefpunt Zelfhulp 27 maart 2010
Reumatoïde Artritis Prof Dr Patrick Verschueren UZ Gasthuisberg Leuven Trefpunt Zelfhulp 27 maart 2010 Allemaal tijdverlies! George, 46 jaar, zegt dat ze niet moet zagen... Paul, reumatoloog Ik zal even
Nadere informatieIndeling systemische vasculitis
Patiëntenfolder systemische vasculitis van de Friedrich Wegener Stichting De vormen van systemische vasculitis waar de patiëntenorganisatie de Friedrich Wegener Stichting zich mee bezig houdt zijn: - De
Nadere informatieNut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk
Nut en noodzaak van CZS profylaxe bij DLBCL in rituximab tijdperk Moderator P.J. Lugtenburg speaker Jeanette Doorduijn Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg
Nadere informatieREIS GERELATEERDE VACCINATIES. Dr. Perry JJ van Genderen, internist Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten Rotterdam
REIS GERELATEERDE VACCINATIES Dr. Perry JJ van Genderen, internist Havenziekenhuis en Instituut voor Tropische Ziekten Rotterdam Risicolanden: vaccineren? Increased risk for infectious diseases standard
Nadere informatieBehandeling van een trigger finger. Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar
Behandeling van een trigger finger Loes van Boxmeer & Emma Wassenaar Overzicht Inleiding PICO Zoekstrategie & Flowchart Artikelen Chirurgie Anatomie Open vs percutaan Conclusie Inleiding Klinische symptomen
Nadere informatieOsteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik
Osteoporoseprofylaxe bij corticosteroïdgebruik 101-106 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum 27 mei 2013
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:
Nadere informatieAnca associated vasculitis Boomsma, Maarten Michiel
Anca associated vasculitis Boomsma, Maarten Michiel IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below.
Nadere informatieZiekteactiviteit en kwaliteit van leven bij SLE: wat hebben we geleerd van 10 jaar onderzoek in Amsterdam? Michel Tsang-A-Sjoe, arts-onderzoeker
Ziekteactiviteit en kwaliteit van leven bij SLE: wat hebben we geleerd van 10 jaar onderzoek in Amsterdam? Michel Tsang-A-Sjoe, arts-onderzoeker Behandelen we uw ziekte goed? Mak et al. Semin Arthritis
Nadere informatieReumatoïde Artritis (1/2)
Reumatoïde Artritis (1/2) chronische inflammatoire gewrichtsaandoening prevalent (1%, elke leeftijd, vrouwen>mannen) symptomen: pijn, stramheid, zwelling schade: anatomisch, functioneel, sociaal & economisch
Nadere informatieB-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren
SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische
Nadere informatieDEEL 2 PARALLEL HUISARTSEN
DEEL 2 PARALLEL HUISARTSEN 1 Esther Donga, Internist endocrinoloog Math Wijnands, Reumatoloog Jernt Korst, Kaderhuisarts bewegingsapparaat 2 In kaart brengen van de patiënt: anamnese Risicofactoren Algoritme
Nadere informatieLandelijk Diabetes Congres 2016
Landelijk Diabetes Congres 2016 Insuline Pompen, zelfcontrole en sensoren, need to know Thomas van Bemmel, Internist Gelre Ziekenhuis Apeldoorn Disclosures (potentiële) belangenverstrengeling zie hieronder
Nadere informatieBloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige
Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald
Nadere informatieCover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for
Nadere informatieNederlandse samenvatting. Complicaties van systemische lupus erythematosus. Irene E.M. Bultink
Nederlandse samenvatting Complicaties van systemische lupus erythematosus Irene E.M. Bultink complications of Systemic Lupus Erythematosus 144 145 ACHTERGROND VAN DIT PROEFSCHRIFT In dit proefschrift worden
Nadere informatieRisicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners
Risicominimalisatiemateriaal betreffende rituximab* voor zorgverleners *voor niet-oncologische indicaties Dit risicominimalisatiemateriaal werd goedgekeurd door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
Nadere informatieOLIJFdag 3 oktober 2015
OLIJFdag 3 oktober 2015 Nieuwe behandelingen bij eierstokkanker Els Witteveen Internist-oncoloog Huidige en nieuwe inzichten Intraperitoneale toediening Toevoeging van bevacizumab Dose dense toediening
Nadere informatieEerste resultaten van POEET studie. Marjan Ghiti AIOS reumatologie, MST Enschede
Eerste resultaten van POEET studie Marjan Ghiti AIOS reumatologie, MST Enschede 13-03-2013 Achtergrond De effectiviteit van TNFi bij de behandeling van RA is in vele studies aangetoond. Wanneer RA patiënten
Nadere informatienederlandse samenvatting
Nederlandse Samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Hartfalen is een syndroom, waarbij de pompfunctie van het hart achteruitgaat en dat onder andere gepaard kan gaan met klachten van kortademigheid
Nadere informatieDialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie. Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam
Dialyse dosis en tijdstip starten CRRT: onderzoekspresentatie Petra de Vries Renal Practitioner i.o. Erasmus MC Rotterdam 13-5-2009 Inhoud presentatie Inleiding Aanleiding onderzoek Doelstelling en onderzoeksvragen
Nadere informatiePPP Algemene Vergadering 21 oktober 2006. Reumatoïde Artritis: een update R. Westhovens
PPP Algemene Vergadering 21 oktober 2006 Reumatoïde Artritis: een update R. Westhovens I. Infectierisico II. III. IV. Vaccinaties bij RA Comorbiditeit Meetinstrumenten: HAQ, DAS V. Systeemmanifestaties
Nadere informatieFractuurpreventie bij 80- plussers: focus op medicatie. Harald Verhaar, internist-geriater UMC Utrecht
Fractuurpreventie bij 80- plussers: focus op medicatie Harald Verhaar, internist-geriater UMC Utrecht Vragen Is het überhaupt nog wel zinvol om een anti-osteoporose medicament voor te schrijven aan een
Nadere informatieGeriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian
Geriatrische Revalidatie voor de oudere patiënt met een cardiovasculaire aandoening Leonoor van Dam van Isselt, specialist ouderengeneeskunde Dian Pruijsers-Lamers, Verpleegkundig Specialist Cardiologie
Nadere informatieThemadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom
Themadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom Dr. Michiel Schreuder, kindernefroloog Anne Schijvens, arts-onderzoeker 30-9-2017 Algemeen Achtergrond informatie Cijfers nefrotisch syndroom Vormen nefrotisch
Nadere informatieOntwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom. 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog
Ontwikkelingen en behandelmogelijkheden bij de patiënt met oesofagus- of maagcarcinoom 17-9-2015 dr. Marije Slingerland, internist-oncoloog Doelgerichte therapie bij het lokaal gevorderd en gemetastaseerd
Nadere informatieOverbehandeling in radiotherapie. Prof. Dr. Caroline Weltens
Overbehandeling in radiotherapie Prof. Dr. Caroline Weltens 29-09-2018 veilig de lokale therapie verminderen zonder de uitkomst te compromiteren Juiste balans tussen benefit en neveneffecten Bij combinatie
Nadere informatieNederlandse samenvatting Complicaties van systemische lupus erythematosus. Irene E.M. Bultink
Nederlandse samenvatting Complicaties van systemische lupus erythematosus Irene E.M. Bultink complications of Systemic Lupus Erythematosus 144 145 chapter IX ACHTERGROND VAN DIT PROEFSCHRIFT In dit proefschrift
Nadere informatieAdjuvante systeemtherapie Patiënte: DM type 2
Take home messages Een 59 jarige vrouw met mammacarcinoom en diabetes. An Reyners Internist-oncoloog UMCG Kankerbehandeling: houd rekening met bijwerkingen op korte en langere termijn Stem af wie waarvoor
Nadere informatieNierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair
Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD
Nadere informatieGlomerulaire hyperfiltratie. Maren Schütz - ANIOS
Glomerulaire hyperfiltratie Maren Schütz - ANIOS Glomerulaire hyperfiltratie (GH) Geen eenduidige definitie (150-160ml/min/1,73m 2 ) 3 Verandering in tubuloglomerulaire feedback en activatie van vasoactieve
Nadere informatieAlles onder controle? Dr. J.J. Uil, MDL-arts
Alles onder controle? Dr. J.J. Uil, MDL-arts Aanleiding: Risico op kanker bij coeliakie; Kwartaal blad NCV 2014: Artikel van Frederico Biagi Controle intervallen worden verruimd kan dat ongestraft? N.B.
Nadere informatieProgramma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005
Programma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005 Programmacommissie: Organisatie: B.A.C. Dijkmans en A.E. Voskuyl P.W.B. Nanayakkara Voordrachten Doel: onderwijs en state of the art Voorzitter B.A.C.
Nadere informatieAcute myeloïde leukemie. Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen
Acute myeloïde leukemie Dimitri A. Breems, MD, PhD Internist-Hematoloog Ziekenhuis Netwerk Antwerpen Normale bloedcelvorming Acute myeloïde leukemie (AML) Klonale proliferatie van immature hematopoëtische
Nadere informatieSchatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014
Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk Iefke Drion 30 oktober 2014 Casus Casus Vrouw 43 jaar Fam anamnese: moeder op 45 jaar ernstige nierfunctiestoornissen o.b.v.
Nadere informatieOsteoporose Voorkom Beenderbreuken
Osteoporose Voorkom Beenderbreuken Prof. Dr. S. Goemaere Reumatoloog, UZ Gent Belgian Bone Club (BBC) International Osteoporosis Foundation (IOF) EU-Osteoporosis Consultation Panel IOF Working Parties
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals
Nadere informatieMembraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen
Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen SKML nabespreking 31-01-19 Anne-Els van de Logt, nefroloog i.o. Radboud UMC Disclosure belangen spreker (potentiele) belangenverstrengeling Geen Voor deze
Nadere informatieHoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling?
Hoe belangrijk is herstel of genezing van het darmslijmvlies (mucosa) bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa tijdens de behandeling? Hoe belangrijk is genezing van het darmslijmvlies voor afname van
Nadere informatieVoortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman. Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden
Voortgezette behandeling van longembolie in 2016 visie van de 1.5 lijn Menno Huisman Afdeling Trombose en Hemostase LUMC Leiden Traditionele behandeling van VTE UFH LMWH Fondap. Vitamin-K antagonists Vitamin-K
Nadere informatieDe behandeling van osteoporose: een overzicht. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog VieCuri MC Noord-limburg, Maastricht UMC & UHasselt
De behandeling van osteoporose: een overzicht. Joop van den Bergh, internist-endocrinoloog VieCuri MC Noord-limburg, Maastricht UMC & UHasselt Fracture prevention: a five-step approach van den Bergh et
Nadere informatieDe ziekte van Wegener is een vorm van. systeemvasculitis. Ziekte van Wegener:
Ziekte van Wegener: systeemvasculitis De ziekte van Wegener is een autoimmuun vasculitis. Meerdere orgaansystemen kunnen bij de ziekte betrokken zijn, waaronder de luchtwegen. Genetische en omgevingsfactoren
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten
Nadere informatieRichtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011
Richtlijn Osteoporose en fractuurpreventie Nederlandse Vereniging voor Reumatologie Derde herzien druk, 2011 Stroomdiagram van diagnostiek,behandeling en follow-up bij patiënten van 50 jaar en ouder met
Nadere informatieBijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts
Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse
Nadere informatie