BIM modelleer richtlijn, deel 2A

Transcriptie

1 1 / 35 BIM modelleer richtlijn, deel 2A Advanced export IFC instellingen in Tekla Structures en Revit

2 2 / 35 Inhoudsopgave: Inhoudsopgave:... 2 Indeling BIM modelleer richtlijn... 3 Tekla Structures Samenvatting doeleinde bestanden Schematische weergave Aangepaste bestanden Objects.inp VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml IfcPropertySetConfigurations_CV2.xml VL_EE Bestandsstructuur Volgorde bestandstructuur User.ini bestand Structuur van Tekla Structures map op de z-schijf Revit Samenvatting doeleinde bestanden Schematische weergave Aangepaste bestanden ParameterMappingTable Exportlayers-ifc-IAI-VL IFC2x3V&L SharedParameterFile UniformatClassifications NL-sfB codering Achtergrond informatie Parameters Revit IFC Exporter... 29

3 3 / 35 Indeling BIM modelleer richtlijn M.b.t. het modelleren in BIM is de BIM modelleer richtlijn opgedeeld in vier delen, namelijk: Deel 1: het algemene deel m.b.t. het modelleren in BIM. Deel 2: noodzakelijke modelopbouw t.b.v. een correcte IFC conform RVB BIM Norm en opgestelde ILS-en (Informatie Levering Specificatie). Deel 2A: Advanced export IFC instellingen in Tekla Structures en Revit. Deel 3: verificatie van het IFC model, onderverdeeld in: o Verificatie van geometrische modelgegevens, bestaande uit: Harde conflicten / duplicaten; Controle analytisch model; o Verificatie van geometrische en niet-geometrische modelgegevens. o Communicatie tussen modellen d.m.v. BCF. Opmerking: In BIM modelleer richtlijn deel 2A wordt onderscheid gemaakt tussen de modelleersoftwareprogramma's Revit en Tekla Structures. Tekla Structures: Samenvatting doeleinde bestanden Aangepaste bestanden Bestandsstructuur Revit: Samenvatting doeleinde bestanden Aangepaste betanden Achtergrond informatie

4 4 / 35 Tekla Structures Om de IFC export vanuit Tekla Structures naar het gewenste niveau te krijgen, zijn een aantal aanpassingen gedaan in diverse bestanden in Tekla Structures. Het betreft de volgende bestanden: Objects.inp (Twee verschillende versies) VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml IfcPropertySetConfigurations_CV2.xml VL_EE.xml 1. Samenvatting doeleinde bestanden Een korte samenvatting van het doeleinde van de aangepaste bestanden: Objects.inp (origineel) Bestand dat origineel van Tekla Structures is waarbij de parameters worden toegevoegd in de gebruikersattributen van attributen, in de project eigenschappen en in de tekening eigenschappen. In dit bestand is één attribuut toegevoegd met betrekking tot de uitvoer van de stramienlijnen naar IFC Objects.inp (toegevoegd) In dit bestand is het tabblad VL toegevoegd in de gebruikersattributen, waar alle parameters zijn toegevoegd t.b.v. de RVB BIM Norm en ILS-Objectspecificatie. VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml In dit bestand worden de instellingen van Tekla Structures bewaard voor de export van een IFC. Deze kunnen worden ingeladen telkens wanneer een IFC export gemaakt dient te worden. IfcPropertySetConfigurations_CV2.xml In dit bestand wordt omschreven welke parameters naar de property set (pset) van het desbetreffende element geschreven moet worden (pset_###common). Vanuit de RVB BIM Norm is voorgeschreven dat een aantal parameters weggeschreven dienen te worden onder de property set van het desbetreffende element. VL_EE.xml In het bestand VL_EE wordt de extra eigenschapset omschreven. Deze geeft aan welke entity typen en welke standaard parameters geëxporteerd dienen te worden. Daarnaast wordt aangegeven van de parameters van het eigen aangemaakte tabblad VL aangeven hoe en naar welk tabblad in de IFC de parameters geëxporteerd dienen te worden.

5 5 / Schematische weergave Hieronder is een schematische weergave weergegeven van de bestanden die aangepast zijn om tot een correcte IFC uitvoer te komen. Toevoegen parameters IfcGrid Originele objects.inp Toegevoegde parameters Toegevoegde objects.inp Instellingen t.b.v. export naar IFC VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml Export van parameters naar IFC Export naar PSet_###common IfcPropertySetConfigurations_CV2.xml Export van zelf aangemaakte parameters VL_EE.xml

6 6 / Aangepaste bestanden 2.1. Objects.inp Er zijn meerdere objects.inp bestanden aanwezig binnen Tekla Structures. Deze bestanden voegen de parameters toe in gebruikersattributen van attributen, in de project eigenschappen en in de tekening eigenschappen. Er zijn twee object.inp bestanden die zijn aangepast t.b.v. een correct uitvoer naar IFC: Originele object.inp Toegevoegde object.inp Originele object.inp bestand (21.0\Environments\Common\inp) Dit is een kopie van het originele objects.inp bestand. In dit bestand is één attribuut toegevoegd met betrekking tot de uitvoer van de stramienlijnen naar IFC, zie Figuur 1. De toevoeging in het bestand is weergegeven in Figuur 2. Figuur 1: Tekla Structues - Grid - Gebruikersattributen Figuur 2: objects.inp - Grid attributes Toegevoegde objects.inp bestand (VL_XS_Project_TEKLA21) Het originele objects.inp dient zo min mogelijk aangepast te worden. Om parameters toe te voegen dient een aparte object.inp bestand aangemaakt te worden. In dit bestand is het tabblad VL toegevoegd, waar alle parameters die Marco Geurts en Harm Thijssen tijdens het afstuderen hebben toegevoegd t.b.v. de RVB BIM Norm en ILS-Objectspecificatie, zie Figuur 3.

7 7 / 35 Dus middels dit bestand wordt het tabblad VL toegevoegd in de attributen binnen Tekla Structures voor alle pc s binnen het bedrijf. Figuur 3: Tekla Structures - Gebruikersattributen - Tabblad VL

8 8 / Aanpassingen Bij een aanpassing van een van de object.inp bestanden dient het bestand gekopieerd te worden. Hieronder wordt toegelicht waarheen. Originele object.inp bestand: Dit bestand wordt aangepast op de locatie: Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp. Update : Na installatie van Tekla 21.0 SR5, is het orginele obect.inp bestand verwijderd uit Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp, het is enkel aangepast in de installatie map. Deze dient bij elke installatie aangepast te worden. Wanneer dit bestand correct is, dient deze gekopieerd te worden naar diverse locaties en de huidige te overschrijven: D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp (Installatie map) Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\Common\inp (VL_Standaard_menu) Toegevoegde object.inp bestand: Dit bestand wordt aangepast op de locatie: Z:\Tekla Structures\VL_XS_PROJECT_TEKLA21. Wanneer dit bestand correct is, dient deze gekopieerd te worden naar diverse locaties en de huidige te overschrijven: Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\VL_XS_PROJECT_TEKLA21 (VL_Standaard_menu) Locaties: Hier volgt een overzicht van waar de bestanden zich bevinden in de verschillende mappen. Originele object.inp bestand: D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\Common\inp Toegevoegde object.inp bestand: Z:\Tekla Structures\VL_XS_PROJECT_TEKLA21 Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\VL_XS_PROJECT_TEKLA21

9 9 / VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml In dit bestand worden de instellingen van Tekla Structures bewaard voor de export van een IFC. In Tekla Structures kunnen deze instellingen worden geladen door VL te laden, zoals te zien in Figuur 4. De instellingen in de tabbladen Parameters en Geavanceerd worden dan automatisch geladen zoals ze in het bestand zijn weggeschreven. De inhoud van het bestand is weergegeven in Figuur 5. Figuur 4: Tekla Structures - Naar IFC exporteren

10 10 / 35 Figuur 5: VL.IFCExportPlugin.MainDialog Aanpassingen Bij een aanpassing van het VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml bestand dient het bestand gekopieerd te worden. Hieronder wordt toegelicht waarheen. Dit bestand wordt aangepast op de locatie: Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system. Wanneer dit bestand correct is, dient deze gekopieerd te worden naar diverse locaties en de huidige te overschrijven: D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system (Installatie map) Deze hoeft niet perse te worden aangepast, aangezien Tekla Structures het bestand op de Z-schijf voorrang geeft, dus het maakt niet uit als op de D-schijf een oudere versie staat of helemaal géén versie. Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\netherlands\system (VL_Standaard_menu) Locaties: Hier volgt een overzicht van waar de bestanden zich bevinden in de verschillende mappen. D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\netherlands\system

11 11 / IfcPropertySetConfigurations_CV2.xml In dit bestand wordt omschreven welke parameters naar de property set (pset) van het desbetreffende element geschreven moet worden. In Figuur 6 is te zien dat een aantal parameters naar de property set van een kolom worden geschreven. Dit wordt geëist vanuit de RVB BIM Norm. Figuur 6: Solibri Model Viewer - Pset_ColumnCommon Standaard wordt in het bestand de parameter LoadBearing al naar de property set. Hieraan toegevoegd zijn de volgende parameters: IsExternal FireRating Compartmentation Type brandwerendheid Standaard in het bestand wordt een referentie als parameter geëxporteerd naar de property set. In eerste instantie werd gerefereerd naar de parameter PART_POS. Dit is aangepast naar de parameter PROFILE, waardoor nu het profiel type zichtbaar is. Dit is ook zichtbaar in de component hierachy, zie Figuur 7. Figuur 7: Solibri Model Viewer - Component Hierarchy Een deel van de aanpassing zijn te zien in Figuur 8.

12 12 / 35 Figuur 8: IfcPropertySetConfiguarations_CV2 Column common

13 13 / Aanpassingen Bij een aanpassing van het IfcPropertySetConfiguarations_CV2 bestand dient het bestand gekopieerd te worden. Hieronder wordt toegelicht waarheen. Dit bestand wordt aangepast op de locatie: Z:\Tekla Structures\VL_XS_PROJECT_TEKLA21. Wanneer dit bestand correct is, dient deze gekopieerd te worden naar diverse locaties en de huidige te overschrijven: D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp (Installatie map) Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp (Algemene map) Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\VL_XS_PROJECT_TEKLA21 (VL_Standaard_menu) Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\Common\inp (VL_Standaard_menu) Locaties: Hier volgt een overzicht van waar de bestanden zich bevinden in de verschillende mappen. D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp Z:\Tekla Structures\VL_XS_PROJECT_TEKLA21 Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\Common\inp Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\VL_XS_PROJECT_TEKLA21 Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\Common\inp

14 14 / VL_EE In het bestand VL_EE wordt de extra eigenschapset omschreven. Deze geeft aan welke elementen geeft aan welke entity typen geëxporteerd dienen te worden en kun je eigen tabbladen aanmaken en aangeven welke parameters naar deze tabbladen geëxporteerd dienen te worden. In dit bestand is beschreven dat de parameters van het tabblad VL naar de tabbladen VL-structural en Identity Data geëxporteerd dienen te worden. In Figuur 9 is de extra eigenschap zoals te zien in Tekla Structures weergegeven. In Figuur 10 een indruk van het bestand zelf. Figuur 9: Tekla Structures - Definities eigenschappenset 'VL'

15 15 / 35 Figuur 10: Extra eigenschappenset - VL Aanpassingen Bij een aanpassing van het VL_EE.xml bestand dient het bestand gekopieerd te worden. Hieronder wordt toegelicht waarheen. Dit bestand wordt aangepast op de locatie: Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system\AdditionalPSets. Wanneer dit bestand correct is, dient deze gekopieerd te worden naar diverse locaties en de huidige te overschrijven: D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system\ AdditionalPSets (Installatie map) Deze hoeft niet perse te worden aangepast, aangezien Tekla Structures het bestand op de Z-schijf voorrang geeft, dus het maakt niet uit als op de D-schijf een oudere versie staat of helemaal géén versie staat. Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\netherlands\system\ AdditionalPSets (VL_Standaard_menu) Locaties: Hier volgt een overzicht van waar de bestanden zich bevinden in de verschillende mappen. D:\Program Files\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system\AdditionalPSets Z:\Tekla Structures\21.0\Environments\netherlands\system\AdditionalPSets Z:\Tekla Structures\VL_Standaard_menu\Environments\netherlands\system\AdditionalPSets

16 16 / Bestandsstructuur 3.1. Volgorde bestandstructuur Tekla Structures bevat een ingewikkelde bestandstructuur. Bestanden kunnen op meerdere plaatsen aanwezig zijn, welke daadwerkelijk wordt gebruikt is afhankelijk van het bestand. Hieronder worden voor belangrijke bestanden aangegeven hoe Tekla Structures ermee omgaat. Volgens de systeem handleiding van Tekla Structures (versie 21.0) geldt het volgende: Het is belangrijk dat u bestanden in de juiste mappen houdt. Wanneer Tekla Structures de gekoppelde bestanden heeft gevonden, wordt het zoeken gestopt. Dat betekent dat bestanden met dezelfde naam, die zich verderop in de zoekvolgorde bevinden, worden genegeerd Algemene bestanden De volgorde waarin Tekla Structures bestanden doorgaans leest: 1. Modelmap (geopende model) 2. Projectmap (XS_PROJECT) 3. Bedrijfsmap (XS_FIRM) 4. Systeemmap (XS_SYSTEM) Objects.inp bestand De volgorde waarin Tekla Structures de object.inp bestanden leest: 1. Modelmap 2. Projectmap (XS_PROJECT) 3. Bedrijfsmap (XS_FIRM) 4. Systeemmap (XS_SYSTEM) 5. Inp-map (XS_INP) Databases (profiel-, bout, materiaal- en wapeningsdatabases) De volgorde waarin Tekla Structures de database bestanden leest: 1. Modelmap 2. Projectmap (XS_PROJECT) 3. Bedrijfsmap (XS_FIRM) 4. Map aagegeven door de variabele XS_PROFDB 3.2. User.ini bestand In dit bestand wordt aangegeven naar welke documenten Tekla Structures refereert m.b.t. de template, algemene instellingen, profielen e.d. Er zijn vier structuur elementen van Tekla Structrures die in het user.ini bestand worden aangegeven: XS_MODEL_TEMPLATE_DIRECTORY

17 17 / 35 XS_PROFDB XS_PROJECT XS_SYSTEM De referentie zijn als volgt ingesteld: XS_MODEL_TEMPLATE_DIRECTORY Z:\Tekla Structures\21.0\environments\netherlands\model_templates\ XS_PROFDB Z:\Tekla Structures\21.0\environments\netherlands\profil\ XS_PROJECT Z:\Tekla Structures\VL_XS_PROJECT_TEKLA21\ XS_SYSTEM Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\precast\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\precast\template\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\steel\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\contractor\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\timber Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\common\system\ Z:\Tekla Structures\21.0\\environments\netherlands\system\engineering\ Locaties: De locatie van het user.ini bestand is: C:\Users\[account naam].domainvl\appdata\local\tekla Structures\21.0\UserSettings Geavanceerde optie Tekla Structures De instellingen in het user.ini bestand kunnen middels het bestand zelf worden aangepast, maar dit kan ook binnen Tekla Structures zelf. Dit is mogelijk onder: Extra Opties Geavanceerde opties... Bestand locaties Figuur 11: Tekla Structures - Geavanceerde Opties - Bestand locaties

18 18 / Structuur van Tekla Structures map op de z-schijf Op de z-schijf staat een map Tekla Structures waar alle bestanden m.b.t. tot de configuratie van Tekla Structures zijn gepositioneerd. Deze map staat op de server, zodat elke pc binnen het bedrijf toegang heeft tot deze map. Binnen Tekla Structures wordt dan ook naar deze map verwezen. Wanneer er wijzingen worden gedaan heeft elke pc automatisch toegang tot de nieuwe bestanden Mappenstructuur Backup_ontwikkeling VL_Standaard_menu VL_Tekla_bib VL_XS_PROJECT VL_XS_PROJECT_TEKLA t/m 21.0 In deze mappen zijn de Environments map weergegeven waarna binnen elk project verwezen wordt. Bij elke nieuwe versie zet Leon de mappen Environments en messages uit VL_Standaard_menu over de installatiemap in de D-schijf. Vervolgens wordt de gehele map Environments uit de D-schijf gekopieerd onder de map van de betreffende versie. Backup_ontwikkeling In deze map zijn alle ontwikkeling in Tekla Structures weg gezet. VL_Standaard_menu In deze map zijn de bestanden geplaatst als back-up voor de aangepaste instellingen in Tekla Structures. De volgende mappen zijn aanwezig: Environments De bestanden in deze map dienen toegevoegd te worden in de Environments map in de installatie map. messages Het bestand in deze map dient toegevoegd te worden in de messages map in de installatie map. user.ini In deze map zijn alle user.ini bestanden. Deze dient na de installatie over de originele heen geschreven te worden.

19 19 / 35 VL_XS_PROJECT Back-up van de map VL_XS_PROJECT VL_XS_PROJECT_TEKLA21 Back-up van de map VL_XS_PROJECT_TEKLA21 VL_XS_PROJECT Tekla Structures heeft een volgorde waarin bestanden worden gelezen, zie. In deze volgorde staat onder andere XS_PROJECT. Deze map is bedoeld voor instellingen voor een bepaald project. De map VL_XS_PROJECT is de map waarna Tekla Structures refereert voor de instellingen die voor elk project gelden. Het betreft hier projecten gemaakt in Tekla Structures 20.1 en versie daarvoor. VL_XS_PROJECT_TEKLA21 De map VL_XS_PROJECT_TEKLA21 is dezelfde map als VL_XS_PROJECT alleen dan bedoeld voor projecten gemaakt in Tekla Structures 21.0 en versies daarna.

20 20 / 35 Revit Om de IFC export vanuit Revit naar het gewenste niveau te krijgen, zijn een aantal aanpassingen gedaan in diverse bestanden in Revit. Het betreft de volgende bestanden: SharedParameterFile UniformatClassifications NL-sfB codering ParameterMappingTable IFC2x3V&L Exportlayers-ifc-IAI-VL 3 4. Samenvatting doeleinde bestanden Een korte samenvatting van het doeleinde van de aangepaste bestanden: SharedParameterFile In dit bestand worden de shared parameters beschreven. Deze kunnen worden toegepast in elke family en project waardoor eenduidige informatie wordt verstrekt. UniformatClassifications NL-sfB codering In dit bestand wordt de NL-SfB codering omschreven waarna de parameters Assembly code en Assembly description verwijzen. De elementen bevatten zo de correcte NL-SfB codering t.b.v. de RVB BIM Norm. ParameterMappingTable In dit bestand wordt omschreven welke parameters naar de property set (pset) van het desbetreffende element geschreven moet worden (pset_###common). Vanuit de RVB BIM Norm is voorgeschreven dat een aantal parameters weggeschreven dienen te worden onder de property set van het desbetreffende element. IFC2x3V&L In dit bestand wordt omschreven welke parameters naar de eigen gedefineerde property set (VL-structural) geschreven moet worden. Vanuit de ILS- Objectspecificatie is voorgeschreven dat een aantal parameters weggeschreven dienen te worden in het IFC bestand. Exportlayers-ifc-IAI-VL 3 In dit bestand wordt omschreven welke revit categorieën en families geëxporteerd dienen te worden naar IFC en naar welke IFC entiteit.

21 21 / Schematische weergave Hieronder is een schematische weergave weergegeven van de bestanden die aangepast zijn om tot een correcte IFC uitvoer te komen. Toevoegen parameters Toegevoegde shared parameters SharedParameterFile Toevoegen NL-SfB codering UniformatClassification - NL-SfB codering Instellingen t.b.v. export naar IFC VL.IFCExportPlugin.MainDialog.xml Export van parameters naar IFC Export van families naar IFC Exportlayers-ifc-IAI-VL 3.txt Export naar PSet_###common ParameterMappingTable.txt Export van zelf aangemaakte parameters naar pset (VL-structural) IFC2x3V&L.txt

22 22 / Aangepaste bestanden 5.1. ParameterMappingTable Het bestand ParameterMappingTable is een bestand van de DRS (Dutch Revit Standard). In het bestand staat omschreven welke parameters naar de property sets in IFC geëxporteerd dienen te worden. Op deze wijze kan worden voldaan aan de RVB BIM Norm, waar eisen worden gesteld van de locatie van parameters binnen de IFC. De toegevoegde parameters zijn o.a.: FireRating IsExternal Compartementation In Figuur 12 is een indruk te zien van het bestand geopend in kladblok. De naamgeving van het bestand dient hetzelfde te zijn als de naam van de setup in de IFC Exporter, zie Figuur 13. Figuur 12: ParameterMappingTable File

23 23 / 35 Figuur 13: Naamgeving 'ParameterMappingTable' -VS- IFC Exporter Locatie Dit bestand dient in de map aanwezig te zijn waar ook de IFC Exporter geïnstalleerd is. Daarvoor is een vaste locatie aangewezen: C:\ProgramData\Autodesk\ApplicationPlugins\IFC 20##.bundle

24 24 / Exportlayers-ifc-IAI-VL 3 Het bestand Exportlayers-ifc-IAI-VL 3 is een aangepast versie van het Exportlayers-ifc-IAI bestand. In het Exportlayers-ifc-IAI bestand staat omschreven welke generic family instances naar welke IFC entiteiten geëxporteerd dienen te worden. Voor bijvoorbeeld kolommen in het algemeen en voor objectstyles behorend bij kolommen kan apart aangegeven worden of deze geëxporteerd dienen te worden en naar welke IFC class. In Figuur 14 is een indruk te zien van het bestand geopend in kladblok. Figuur 14: IFC Mapping Table File Locatie In Revit dient dit bestand ingeladen te worden voor er een export naar IFC wordt gemaakt. De bestandlocatie van het bestand Exportlayers-ifc-IAI-VL 3 : Z:\Revit\Support

25 25 / IFC2x3V&L Het bestand IFC2x3V&L is een eigen aangemaakte user defined property sets. In een user defined property sets bestand kan worden aangegeven welke parameters naar een eigen gedefinieerde property set worden geëxporteerd binnen een IFC bestand. In dit bestand is beschreven dat de parameters die zelf zijn toegevoegd t.b.v. de RVB BIM Norm en ILS-Objectspecificatie worden geëxporteerd naar property set VL-structural in IFC. In Figuur 15 is een indruk te zien van het bestand geopend in kladblok. Figuur 15: User Defined PropertySet Definition File Locatie In de IFC export plugin van Autodesk dient er een verwijzing gemaakt te worden naar de locatie van dit bestand. De bestandlocatie van het bestand IFC2x3V&L : Z:\Revit\Support

26 26 / SharedParameterFile Het bestand SharedParameterFile is een eigen aangemaakte Shared Parameter File. In een Shared Parameter File bestand worden de shared parameters beschreven. In dit bestand zijn de parameters toegevoegd door Verhoeven en Leenders t.b.v. onder andere de RVB BIM Norm en ILS-Objectspecificatie. In Figuur 16 is een indruk te zien van het bestand geopend in kladblok. Het bestand is nog onder constructie om dubbele parameters tot één shared parameter te krijgen. Zo krijgt elke shared parameter een GUID, zoals te zien in Figuur 16, waardoor het belangrijk is dat er maar één GUID per parameter is. Figuur 16: SharedParameterFile Locatie In de IFC export plugin van Autodesk dient er een verwijzing gemaakt te worden naar de locatie van dit bestand. De bestandlocatie van het bestand IFC2x3V&L : Z:\Revit\Support

27 27 / UniformatClassifications NL-sfB codering Het bestand UniformatClassifications NL-sfB codering is een eigen aangemaakte Assembly Code File. In een Assembly Code File worden een codering beschreven die in de parameter Assembly Code en Assembly Descrioption wordt weergegeven. Volgens de RVB BIM Norm is een codering volgens de NL-Sfb codering voorgeschreven. In dit bestand is dan ook de codering volgens de NL-Sfb codering toegevoegd. Het is ook mogelijk een bestand in te laden met een andere codering wanneer een opdrachtgever dit eist. In Figuur 17 is een indruk te zien van het bestand geopend in kladblok. Figuur 17: UniformatClassifications NL-SfB codering File Locatie In Revit dient er een verwijzing gemaakt te worden naar de locatie van dit bestand. De bestandlocatie van het bestand UniformatClassifications NL-sfB codering : P:\2015\15001\REVIT\DEFINITIEF\UniformatClassification

28 28 / Achtergrond informatie Als extra informatie t.b.v. IFC worden de verschillende typen parameters in Revit toegelicht, net zoals de uitgebreide IFC Export applicatie van Autodesk t.b.v. een IFC export Parameters Revit Revit beschikt over een aantal verschillende typen parameters. Hieronder een korte toelichting van de verschillende parameters en de verschillen tussen de typen Shared parameters -VS- Family parameters -VS- Project parameters Wanneer een parameter wordt toegevoegd aan een family kan gekozen worden tussen een family parameter of shared parameter. Wanneer er een project parameter wordt toegevoegd aan een project kan gekozen worden tussen een project parameter of shared parameter. Family parameters: Family parameters zijn parameters die enkel in de betreffende family worden toegevoegd. Project parameters: Project parameters zijn parameters die voor enkel het project gelden. Deze kunnen echter wel vooraf in de template worden toegevoegd, zodat ze alsnog in elk project gebruikt kunnen worden. Shared parameters: Shared parameters zijn parameters die niet afhankelijk zijn van een family of project, maar worden weergegeven in het Shared parameters bestand. Hierdoor zijn de parameters te gebruiken in meerdere families of projecten. Het voordeel hiervan is dat een parameter in alle families en projecten hetzelfde is, waardoor er eenduidige informatie ontstaat waar makkelijker mee gewerkt kan worden Instance parameters -VS- Type parameters Wanneer een shared- of family parameter wordt toegevoegd aan een family dient vervolgens gekozen te worden of het een instance parameter of type parameter wordt. Instance parameters: Instance parameters zijn gedefinieerd in de family en zijn onafhankelijk per object. Dus alle objecten van de family kunnen andere waarden hebben ingevuld voor deze parameter. De parameter lengte is veelal een instance parameter, omdat het wenselijk is per kolom de lengte te kunnen wijzigen. Type parameters: Type parameters zijn gedefinieerd in de family en zijn afhankelijk van het type. Wanneer je de waarde van een type parameter wijzigt, veranderen alle componenten behorend tot dat type. Dus alle objecten van de family hebben dezelfde waarden ingevuld voor deze parameter.

29 29 / IFC Exporter Middels de IFC applicatie kunnen de opties om een IFC te exporteren vanuit Revit worden uitgebreid. In Figuur 18 is het beginscherm weergegeven van de IFC Export applicatie. De opties zullen kort worden toegelicht: Current selected setup Hier wordt aangegeven welke setup momenteel is geselecteerd voor de export van de IFC. Hier kan gekozen worden uit setups die standaard zijn toegevoegd of een zelf toegevoegde setup (deze kan worden aangemaakt onder Modify setup. Modify setup Onder Modify setup kan de huidige setup worden aangepast. De opties voor de setup worden toegelicht in Ook kan een nieuwe setup worden aangemaakt. Assignments Onder Assignments kan informatie van het IFC bestand worden ingevuld. Export Wordt een export gecreëerd. Na het drukken op Export dient eerst een bestandslocatie worden gekozen voor het IFC bestand. Figuur 18: Revit - IFC Export 1 Opmerking: voor elke versie van Revit is een applicatie aanwezig.

30 30 / Modify Setup Wanneer wordt gekozen voor Modify setup wordt een nieuw scherm geopend, zie Figuur 19. De mogelijke opties staan onderverdeel in drie tabbladen: General Export property sets Advanced De mogelijkheden worden hieronder toegelicht: Tabblad General In het eerste tabblad General, te zien in Figuur 19, zijn de volgende opties aanwezig: Figuur 19: Revit - IFC exporter - Tabblad 'General' IFC Version: In de IFC Version geef je aan naar welke IFC versie en welke Model View Definition (MVD) het bestand wordt geëxporteerd. De MVD kan in Revit niet apart van de IFC versie worden gekozen. Mogelijke instellingen: o IFC 2x2 Coordination View o IFC 2x3 Coordination View o IFC 2x3 Coordination View 2.0 o IFC 2x3 GSA Concept Design BIM 2010 o IFC 2x2 Singapore BCA e-plan Check o IFC 4 Coordination View 2.0 File type: Achter File Type wordt gekozen naar welke bestandstype de IFC geëxporteerd dient te worden. Mogelijke instellingen: o IFC o IFC XML o Zipped IFC o Zipped IFC XML

31 31 / 35 Space boundaries: Betreft de ruimtebegrenzingen die wel of niet mee worden geëxporteerd naar het IFC model. Mogelijke instellingen: o None: Geen ruimtebegrenzingen worden geëxporteerd. o 1st Level: Ruimtebegrenzingen worden geëxporteerd, maar ruimtes worden gesplitst wanneer een wand in een ruimte aanwezig is. o 2nd Level: Ruimtebegrenzingen worden geëxporteerd, er wordt ook rekening gehouden met ruimtes aan de andere kant van de wanden. Phase to export: Mogelijkheid om enkel één fase te exporteren. Mogelijke instellingen: o Default phase to export: Exporteert alle objecten mee ongeacht de fase. o Existing: Exporteert alleen de objecten waarvan de fase is ingevuld als Existing. o New Construction: Exporteert alleen de objecten waarvan de fase is ingevuld als New Construction. Alle objecten die gemodelleerd worden is standaard als fase New Construction ingevuld. Export only element visible in view: Met deze optie is het mogelijk om enkel de objecten te exporteren die aanwezig zijn in de geselecteerde view. Een kanttekening: wanneer wordt gekozen voor deze optie is het mogelijk dat niet alle objecten behorende bij de view worden geëxporteerd. Een voorbeeld hiervan is dat wanneer er vanaf een plattegrond view wordt geëxporteerd mogelijk de ruimtes, openingen, etc. niet meekomen, aangezien deze niet zichtbaar zijn in de view. o Export rooms in 3D views: Wanneer de optie Export Rooms in 3D views wordt gekozen, worden de ruimtes in ieder geval wel overgenomen. Use active view when creating geometry -Nog niet geheel bekend wat deze optie doet- Export bounding box: Wanneer deze optie is aangevinkt wordt de bounding box als apart IFC element geëxporteerd. Split walls and columns by story: Wanneer deze optie is aangevinkt zullen de wanden en kolommen die over de grens van twee verdiepingen heen gaan gesplist worden in twee objecten.

32 32 / 35 Export 2D plan view element: Met deze optie is het mogelijk om 2D symbolen mee te exporteren naar het IFC model. Denk hierbij aan het symbool voor de draairichting van deuren, brandsymbool, etc. Export linked files as separate IFCs: De gelinkte modellen, zoals Revit en IFC modellen, worden geëxporteerd als afzonderlijke IFC bestanden.

33 33 / 35 Tabblad Export property sets In het eerste tabblad Export property sets, te zien in Figuur 20, zijn de volgende opties aanwezig: Figuur 20: Revit - IFC exporter - Tabblad 'Export property sets' Export Revit property sets: Wanneer deze optie is aangevinkt worden de Revit eigenschappen in diverse property sets geëxporteerd. Met de Revit eigenschappen worden de tabbladen in de Instance properties en de Type properties bedoeld met bijbehorende gegevens. Export IFC common property sets: Wanneer deze optie is aangevinkt worden de standaard IFC property sets geëxporteerd, bijvoorbeeld Pset_CollumnCommon. Export schedules as property sets: Wanneer deze optie is aangevinkt worden de schedules als aparte property set geëxporteerd. Het is niet mogelijk om te kiezen welke schedules wel of niet mee gaan, het is alles of niets of alle schedules die in de titel IFC, Pset of Common bevatten. o Export only schedules containing IFC, Pset, or Common in the title Alleen schedules met in de titel: IFC, Pset of Common worden geëxporteerd naar IFC. Export user defined property sets: Wanneer deze optie is aangevinkt zal de zelf gedefinieerde property set worden mee geëxporteerd, wanneer wordt gelinkt naar het juiste user defined property sets tekstbestand. In een user defined property sets bestand kan worden aangegeven welke parameters naar een eigen gedefinieerde property set worden geëxporteerd binnen een IFC bestand. Export base quantities: Wanneer aangevinkt worden van de verschillende objecten de standaard geometrische eigenschappen geëxporteerd.

34 34 / 35 Tabblad Advanced In het eerste tabblad Export property sets, te zien in Figuur 20, zijn de volgende opties aanwezig: Figuur 21: Revit - IFC exporter - Tabblad 'IFC export' Level of detail for some element geometry: In welke mate van detail dat wordt geëxporteerd van elementen naar IFC. Mogelijke instellingen: o Extra Low o Low o Medium o High Export parts as building element: Door het aanvinken van deze optie worden onderdelen van een IFC als apart IFC object geëxporteerd. Het is wel noodzakelijk dat de optie Export only elements visible in views is aangevinkt. Allow use of mixed Solid Model representation: Door gebruik te maken van deze optie worden 3D solid objecten (bijvoorbeeld geïmporteerde families van 3D DWG objecten) geëxporteerd als IFC object. Use family and type name for reference: Wanneer deze optie is aangevinkt wordt de family naam voor het type naam weergegeven. Use 2D room boundaries for room volume: Door gebruik te maken van deze optie worden de ruimtegrenzen met een vereenvoudigde contour naar IFC geëxporteerd, gebaseerd op de 2D plattegrond. Op deze wijze werden in oudere versies van IFC de ruimtegrenzen geëxporteerd. Vanaf IFC 2x3 wordt een exactere methode gebruikt. Include IFCSITE elevation in the site local placement origin:

35 35 / 35 Door het aanvinken van deze optie komt de hoogte van de IfcSite lokale plaatsing mee. Deze optie is echter niet geschikt voor de MVD Coordination View 2.0. Store the IFC GUID in an element parameter after export: Automatisch wordt bij export naar IFC aan ieder object een IFC GUID gekoppeld. Door het aanvinken van deze functie wordt de IFC GUID ook in Revit opgeslagen, zodat bij een volgende export de dezelfde objecten ook dezelfde GUID codering meekrijgen. Zo kunnen modellen gemakkelijker met elkaar vergeleken worden.