Discussienota. Inhoud. Rapport. 19 december 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Discussienota. Inhoud. Rapport. 19 december 2013"

Transcriptie

1 Discussienota

2

3 Discussienota Inhoud Rapport 19 december 2013

4

5 D i s c u s s i e n o t a

6

7 I n h o u d s o p g a v e 1 I n l e i d i n g 9 2 L a n d b o u w Omvang agrarisch bouwperceel Inleiding Beleid Discussiepunten Intensieve veehouderij Inleiding Beleid Discussiepunten Verplaatsing en nieuwvestiging agrarische bedrijven Inleiding Beleid Discussiepunten Nevenactiviteiten bij landbouw Inleiding Beleid Discussiepunten Tweede bedrijfswoning Inleiding Beleid Discussiepunten Paardenhouderij Inleiding Beleid Discussiepunten Vrijkomende agrarische bebouwing (VAB) Inleiding Beleid Discussiepunten 24 3 G e b i e d s w a a r d e n Landschap Inleiding Beleid Discussiepunten Natuur Inleiding Beleid Discussiepunten Water 30

8 3.3.1 Inleiding Beleid Discussiepunten Archeologie en cultuurhistorie Inleiding Beleid Discussiepunten 32 4 W o n e n Bestaande woningen Inleiding Beleid Discussiepunten Nieuwe burgerwoningen Inleiding Beleid Discussiepunten Landgoederen en buitenplaatsen Inleiding Beleid Discussiepunten Ruimte-voor-ruimte Inleiding Beleid Discussiepunten 37 5 B e d r i j v i g h e i d Niet-agrarische bedrijvigheid Inleiding Beleid Discussiepunten 40 6 R e c r e a t i e e n t o e r i s m e Recreatie en toerisme Inleiding Beleid Discussiepunten 42 7 M i l i e u Windturbines Inleiding Beleid Discussiepunten Bio-vergisting Inleiding Beleid Discussiepunten 47

9 7.3 Warmte-koudeopslag Inleiding Beleid Discussiepunten 49 8 V o o r s t e l o p h o o f d l i j n e n Afstemming op buurgemeenten Gebiedsgerichte aanpak Nieuwvestiging Schaalvergroting in de landbouw Verbreding in de landbouw Intensieve veehouderij Duurzame energie Wonen Verblijfsrecreatie 56

10

11 1 I n l e i d i n g De gemeente Ooststellingwerf is de laatste jaren intensief bezig geweest met het actualiseren van de bestemmingsplannen voor het bebouwde gebied. Nu zijn zij voornemens het bestemmingsplan Buitengebied te actualiseren. Alvorens tot het bestemmingsplan Buitengebied te komen, is gekozen om beleidsuitgangspunten te formuleren in een Nota van uitgangspunten. Hierin worden de beleidsuitgangspunten voor de in het buitengebied voorkomende thema s beschreven. Om te komen tot het te volgen beleid is in de voorliggende discussienota (die valt te beschouwen als de voorloper van de Nota van uitgangspunten) de thans geldende wet- en regelgeving voor verschillende thema s uiteengezet. Door het inzichtelijk maken van de uitgangspunten van het Rijk, de provincie en de gemeente, ontstaat een beeld van de gemeentelijke beleidsruimte. Het beschreven beleid geeft de kaders van het bestemmingsplan weer waarbinnen de beleidsruimte zich bevindt. Bij de invulling van deze ruimte zal rekening gehouden worden met de belangrijkste uitkomsten van de bewonersavonden, de ambtelijke projectgroep en de klankbordgroep. Voor een samenvatting van deze uitkomsten wordt verwezen naar de tabel opbrengst bewonersavonden op de projectwebsite In de eerste hoofdstukken zijn de meest relevante thema s voor een bestemmingsplan buitengebied beschreven. Hierbij wordt inzicht gegeven in het beleid op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. Er is uiteen gezet wat het geldend planologisch regime in het buitengebied is. Vervolgens zijn bij elk thema eventuele discussiepunten verwoord, deze zijn uiteraard niet onuitputtelijk. De discussiepunten zijn bedoeld om te gebruiken als handvat voor de discussie. In de reeds gehouden discussiebijeenkomsten in de projectgroep en de klankbordgroep is de discussie tot stand gekomen aan de hand van de hoofdthema s die in hoofdstuk 8 zijn beschreven. Deze zijn aangevuld met keuzevoorstellen die voortkomen uit de uitkomsten van de verschillende bijeenkomsten. In deze keuzevoorstellen wordt alvast een doorkijk gegeven in de richting die op dit moment voorzien wordt voor het bestemmingsplan. Op basis van het beschreven beleid, de gemeentelijke wensen en de geluiden tijdens de bewonersavonden en de klankbordgroep zullen de uiteindelijke beleidsuitgangspunten worden geformuleerd in de Nota van uitgangspunten, die te zijner tijd hun juridische vertaling zullen vinden in het bestemmingsplan Buitengebied. Discussienota - 19 december

12

13 2.1 2 L a n d b o u w O m v a n g a g r a r i s c h b o u w p e r c e e l I n l e i d i n g In Fryslân bestaat het grootste deel van de agrarische bedrijven uit grondgebonden bedrijven, waarbij de nadruk op de melkveehouderij ligt. Zo ook in Ooststellingwerf. Een van de hoofdthema s in het buitengebied is de omvang van agrarische bedrijven. Een trend binnen de agrarische sector is de vergroting van agrarische bedrijven, de zogenoemde schaalvergroting (onder andere te zien in grotere bouwpercelen en de omvang van het grondareaal behorende bij een agrarisch bedrijf). Opschaling is veelal noodzakelijk om onder meer het voortbestaan op de langere termijn te kunnen garanderen. Naast de trend van schaalvergroting doet zich tevens een trend voor van afname van het aantal agrarische bedrijven. Deze trend doet zich vanzelfsprekend niet enkel voor in Ooststellingwerf, maar is een algemene trend die overal in Nederland waarneembaar is. De mogelijkheden voor schaalvergroting in een gebied hangen echter af van verscheidene factoren, waaronder bijvoorbeeld de aanwezige landschapswaarden en nabijgelegen functies. Per gebied binnen de gemeente kunnen zo verschillen aanwezig zijn in de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven. Bij de navolgende bespreking van het thema Omvang agrarisch bouwperceel wordt onderscheid gemaakt in: - bouwperceel bij recht en uitbreiding; - bebouwing B e l e i d R i j k Het Rijk hanteert geen specifiek beleid omtrent de omvang van agrarische bouwpercelen en de bedrijfsbebouwing. Wel heeft het Rijk in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012) opgenomen dat landbouw een nauwe relatie onderhoudt met onder meer de aspecten natuur, water en landschap en dat afstemming tussen deze elementen van belang is bij ontwikkelingen (geredeneerd zowel vanuit de landbouw als vanuit de overige aspecten). Discussienota - 19 december

14 P r o v i n c i e Het ruimtelijk beleid van de provincie Friesland is opgenomen in het Streekplan (13 december 2006). In de verordening Romte Fryslân zijn beleidsuitgangspunten vertaald in bindende regels (15 juni 2011). Bouwperceel bij recht en uitbreiding De provincie streeft naar een vitale en duurzame landbouw vanwege de belangrijke bijdrage aan de sociaal-economische vitaliteit van het platteland, het beheer van het landelijk gebied en de Friese economische structuur. In het landelijk gebied worden buiten natuurgebieden voldoende ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw geboden. In de verordening Romte zijn agrarische bouwpercelen gemaximeerd tot 1,5 ha. Hiervan kan worden afgeweken mits het agrarisch bedrijf zorgvuldig binnen de kernkwaliteiten van het betreffende landschapstype wordt ingepast en het agrarisch bedrijf qua ontsluiting en milieusituatie zorgvuldig wordt ingepast. Bebouwing In het provinciaal beleid wordt geen maximum gesteld aan de omvang van agrarische bebouwing op het perceel. De goothoogte van stallen voor de huisvesting van vee is wel gemaximeerd tot 5 m. Van deze bepaling kan gemotiveerd worden afgeweken, gestapelde stallen zijn echter niet toegestaan. Vestiging (ook na verplaatsing) van glastuinbouwbedrijven is op grond van de provinciale omgevingsverordening alleen mogelijk binnen de glastuinbouwlocaties Noordwest Fryslân. Buiten deze glastuinbouwlocaties Noordwest Fryslân is de ontwikkelingsruimte voor glastuinbouw beperkt, ter voorkoming van aantasting van landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Reguliere uitbreiding van bestaande glastuinbouwbedrijven is mogelijk tot maximaal 20% van de bestaande oppervlakte aan kassen, hiervan in een concreet geval worden afgeweken, tot een maximum van 50%, indien aan de inhoudelijke voorwaarden wordt voldaan. Glastuinbouw bij overige agrarische bedrijven is beperkt tot een ondersteunende tak/ondersteunende teelt van maximaal m². G e m e e n t e Bouwperceel bij recht en uitbreiding In het vigerende bestemmingsplan is onderscheid gemaakt tussen volwaardige agrarische bedrijven, agrarische nevenberoepsbedrijven en agrarische hobbyactiviteiten. De volwaardige agrarische bedrijven hebben bij recht een de mogelijkheid 1,5 ha te bebouwen. Voor de agrarische nevenberoepsbedrijven zijn de uitbreidingsmogelijkheden beperkt tot 0,5 ha en de hobbymatige agrarische activiteiten worden beschouwd als onderdeel uitmakend van het wonen. De agrarische bouwpercelen van 1,5 ha zijn niet vastgelegd op de plankaart. Er is een bouw- 12 Discussienota - 19 december 2013

15 vlak opgenomen die overschreden mag worden tot een aaneen gesloten oppervlakte van 1,5 ha. Er is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor het overschrijden van het bouwvlak tot maximaal 2 ha. Bebouwing Alle bebouwing, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde tot een hoogte van 2 m, dient binnen het bouwperceel te worden gebouwd. De bouw van sleufsilo's en mestopslagplaatsen is van dit recht uitgezonderd. Er is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor het bouwen van sleufsilo's en mestopslagplaatsen buiten het bouwvlak tot een maximale bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 5 m. Ook voor het bouwen van tunnelkassen buiten het bouwvlak is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen. De goothoogte van bedrijfsgebouwen mag op grond van het vigerende bestemmingsplan niet meer bedragen dan 3,5 m. Het is mogelijk hiervan vrijstelling te verlenen tot 6,5 m. Serre- en boogstallen zijn in beginsel toegestaan, de gebieden waar deze stalvormen niet wenselijk geacht werden zijn aangeduid met de aanduiding serre- en boogstallen uitgesloten. Per agrarisch bedrijf mag de oppervlakte van (tunnel)kassen niet meer bedragen dan 100 m 2, met uitzondering van de bestaande tuinbouwbedrijven, hier mag tot 1 ha aan kassen worden gebouwd. Voor fruitteelt, tuinbouw en kwekerij bedrijven geldt dat uitsluitend de bestaande bedrijven zijn toegestaan en de bebouwde oppervlakte maximaal 0,5 ha bedraagt D i s c u s s i e p u n t e n Omvang bouwperceel bij recht en uitbreiding - Concreet begrensde bouwblokken opnemen of ruimere zoekgebieden hanteren ter regulering van de uitbreidingsrichting? - Welke omvang bij recht mogelijk maken (verschil in soort bedrijf)? - Gebiedsgerichte regels/bestemmingen? Bebouwing - Hoe strikt moet de (plaats van) bebouwing worden gereguleerd en dient hierbij een gebiedsgerichte aanpak te worden gehanteerd? Onder meer valt te denken aan clustering in relatie tot landschapskenmerken en omvang kassen. - Alle bebouwing binnen het bouwperceel? - Goothoogte bedrijfsgebouwen gelijk houden of meer ruimte geven? Discussienota - 19 december

16 - Hoe om te gaan met boog- en serrestallen? - Oppervlakte aan kassen gelijk houden? 2.2 I n t e n s i e v e v e e h o u d e r i j I n l e i d i n g Ook in de intensieve veehouderij is een tendens naar schaalvergroting waarneembaar. Momenteel vindt er extensivering in de intensieve veehouderij plaats om vergroting van het dierenwelzijn mogelijk te maken. Dientengevolge vraagt de intensieve veehouderij om meer ruimte, omdat de niet- grondgebonden bedrijven de bedrijfsomvang (in aantallen dieren) niet willen verliezen. Dit uit zich uiteindelijk in de eventuele vraag om een vergroting van het bouwperceel B e l e i d R i j k Er is een landelijke discussie gaande over megastallen. De staatsecretaris van Economie, Landbouw en Innovatie heeft gemeenten en provincies in een brief van maart 2011 om in de tussentijd niet mee te werken aan bestemmingsplanwijzigingen voor megastallen groter dan 300 NGE en voor stallen met meer dan één bouwlaag. P r o v i n c i e De provincie zal naar aanleiding van de landelijke discussie over megastallen het beleid voor intensieve veehouderij en zeer grootschalige melkveehouderij heroverwegen. Totdat er landelijk beleid is ten aanzien hiervan hanteert de provincie interim-beleid. De provincie verzoekt gemeenten gedurende de maatschappelijke discussie en de heroverweging van het rijks- en provinciale beleid, niet mee te werken aan aanvragen voor een omgevingsvergunning die zijn of worden ingediend en die: - niet passen in een geldend bestemmingsplan, en - leiden tot een veehouderij op één agrarisch bouwvlak die groter is dan 300 NGE (o.a. 250 melkkoeien (excl. kalfkoeien/ jongvee), vleesvarkens, fokzeugen, leghennen, of vleeskuikens). Op grond hiervan kunnen en zullen Gedeputeerde Staten per geval gemotiveerd een zienswijze indienen en zo nodig een reactieve aanwijzing geven, als een gemeente toch besluit om planologisch mee te werken aan een grootschalig initiatief groter dan 300 NGE. Van deze algemene lijn kan de provincie voor een concreet geval afwijken als daarvoor specifieke redenen aanwezig zijn. 14 Discussienota - 19 december 2013

17 G e m e e n t e Er is in het vigerende bestemmingsplan geen onderscheid gemaakt in de regeling omtrent het agrarisch bouwperceel tussen grondgebonden agrarische bedrijven en intensieve veehouderijen. De toen bestaande intensieve veehouderijen zijn aangeduid met de aanduiding agrarisch bedrijf en ook deze bedrijven mogen uitbreiden tot 1,5 ha. Daarnaast is stalruimte ten behoeve van fokkerijen, mesterijen en/of pluimvee als ondergeschikte tak toegestaan bij de grondgebonden agrarische bedrijven. Er is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor het overschrijden van het bouwvlak tot maximaal 2 ha. Ook is er een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen voor het vergroten van de neventak bij grondgebonden agrarische bedrijven D i s c u s s i e p u n t e n - Ten aanzien van intensieve veehouderij vasthouden aan provinciale regels of gebiedsgericht nog strenger zijn? 2.3 V e r p l a a t s i n g e n n i e u w v e s t i g i n g a g r a- r i s c h e b e d r i j v e n I n l e i d i n g Volgend uit de dynamiek in de agrarische sector, kan de behoefte ontstaan aan nieuwvestiging, hervestiging op een vrijgekomen agrarisch bouwperceel of een verplaatsing (naar een nieuwe locatie) van een agrarisch bedrijf. Veelal worden deze ontwikkelingen ingegeven door de wens tot het situeren van het bedrijf op een locatie die gunstig(er) ligt ten opzichte van de percelen cultuurgrond en/of doordat in de huidige situatie een conflict aanwezig is met betrekking tot het aspect milieu B e l e i d R i j k Het Rijk heeft geen specifieke beleidsuitgangspunten met betrekking tot nieuwvestiging/verplaatsing van agrarische bedrijven. P r o v i n c i e Discussienota - 19 december

18 De provincie wil in bepaalde gevallen verplaatsing van een agrarisch bedrijf naar een nieuwe passende locatie stimuleren, wanneer deze een wezenlijke belemmering vormt voor de realisering van een groot maatschappelijk belang. In het Streekplan heeft de provincie uiteen gezet dat dit bijvoorbeeld het geval kan zijn bij de realisering van de Ecologische Hoofdstructuur, het bereiken van de gewenste natuurkwaliteit in nabij gelegen natuurgebieden, of de aanleg van recreatieve voorzieningen. Mocht aangetoond worden dat bestaande financieringsmogelijkheden voor verplaatsing ontbreken of ontoereikend zijn, dan kan op beperkte schaal compenserende (woon)bebouwing worden ingezet. Nieuwvestiging is op grond van de provinciale verordening mogelijk indien het agrarisch bedrijf zorgvuldig binnen de kernkwaliteiten van het betreffende landschapstype wordt ingepast en het agrarisch bedrijf qua ontsluiting en milieusituatie zorgvuldig wordt ingepast. Om te zorgen dat zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan dient onderbouwd te worden dat redelijkerwijs geen gebruik kan worden gemaakt van bestaande bouwpercelen voor agrarische bedrijven of bedrijven of voor voormalige agrarische bedrijven of voormalige bedrijven in het landelijk gebied. G e m e e n t e Nieuwe grondgebonden agrarische bedrijven en nevenberoepsbedrijven kunnen op grond van het vigerende bestemmingsplan middels een wijzigingsplan worden gevestigd op de locatie van een agrarisch bedrijf dat is of wordt beëindigd. In dit geval is uitsluitend de bestaande bedrijfswoning toegestaan. Verder moet een bedrijfsplan worden ingediend om te beoordelen of er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf dan wel een nevenberoepsbedrijf. Buiten de locaties van bestaande of voormalige agrarische bedrijven kunnen op grond van het vigerende bestemmingsplan nieuwe volwaardige grondgebonden agrarische bedrijven via een wijzigingsplan worden gerealiseerd binnen het agrarisch gebied. In de bestemmingen Agrarisch gebied met landschappelijke waarden, Agrarisch gebied met landschappelijke en recreatieve waarden en Agrarisch gebied met hoge landschappelijke en natuurlijke waarden is dit uitsluitend mogelijk indien dit noodzakelijk is in geval van verplaatsing in het kader van het ROM-project Zuidoost Friesland. Vestiging kan uitsluitend voorzover het gronden betreft die aan de weg zijn gelegen, uitgezonderd provinciale wegen. Voor de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid dient er sprake te zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf dat werk biedt aan ten minste één volwaardige arbeidskracht. Om te kunnen beoordelen of er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf dient een bedrijfsplan te worden ingediend. De wijzigingsbepaling voor het vestigen van een grondgebonden agrarisch bedrijf is niet van toepassing op de essen, in archeologisch waardevol gebied, open gebieden, en op gronden gelegen in de speciale beschermingszones. 16 Discussienota - 19 december 2013

19 D i s c u s s i e p u n t e n - Moet voor verplaatsing van agrarische bedrijven een nieuw bestemmingsplan worden opgesteld of moet hiervoor in het bestemmingsplan (na overleg met provincie) een nieuwe regeling opgenomen worden? - In het bestemmingplan gebieden aanmerken waar nieuwvestiging/verplaatsing mogelijk is of juist onmogelijk? 2.4 N e v e n a c t i v i t e i t e n b i j l a n d b o u w I n l e i d i n g Naast schaalvergroting speelt het uitoefenen van een nevenactiviteit ook een rol bij het rendabel houden van de agrarische bedrijfsvoering. Onder een nevenactiviteit wordt verstaan het toevoegen van een bedrijfstak waarbij de toegevoegde tak niet de primaire productie betreft en ondergeschikt blijft aan de hoofdactiviteit. Hierbij kan worden gedacht aan de verkoop van regionale producten, niet-landbouwactiviteiten als recreatie en toerisme en de productie van collectieve goederen (natuur- en landschapsbeheer) B e l e i d R i j k Het Rijk heeft geen specifiek beleid opgesteld aangaande dit onderwerp. P r o v i n c i e De provincie wil de verbreding landbouw door groene en blauwe diensten, nevenactiviteiten en samenwerking met andere functies stimuleren. De provincie richt zich daarbij onder meer op de ontwikkeling van nevenactiviteiten, zoals kamperen bij de boer, agrarisch verwante detailhandel, en andere agrarisch gerelateerde activiteiten zoals mestvergisting, maar ook zorgfuncties, ondergeschikte ambachtelijke bedrijfsfuncties e.d. kunnen goed op het erf (inclusief bebouwing) ingepast worden De provinciale omgevingsverordening staat dan ook toe dat in een ruimtelijk plan de mogelijkheid wordt opgenomen de volgende nevenactiviteiten uit te oefenen naast en ondergeschikt aan het agrarisch bedrijf: - detailhandel in streekeigen producten; - zorg; - natuur- en landschapsbeheer; - bedrijfsactiviteiten behorende tot de milieucategorieën 1 en 2 of naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbare bedrijfsactiviteiten, alsmede agrarische hulpactiviteiten; Discussienota - 19 december

20 - het africhten, onderbrengen en verzorgen van dieren; - kleinschalige horeca, dagrecreatie, of verblijfsrecreatie; of daarmee naar de aard vergelijkbare activiteiten. De nevenactiviteiten dienen uitgeoefend te worden binnen het agrarisch bouwperceel en dienen zorgvuldige te worden ingepast. G e m e e n t e In het vigerende bestemmingsplan zijn twee vormen van detailhandel toegestaan. Productiegebonden detailhandel waarbij tot 30 m 2 bij recht kan worden gebruikt. Hiervan kan vrijstelling worden verleend tot 100 m 2. Een tweede vorm betreft detailhandel in streekgebonden producten, hiervoor geldt een vrijstellingsbevoegdheid tot maximaal 30m 2. Bij het wonen is het mogelijk vrijstelling te verlenen voor enkele andere (neven)functies: opslag van caravans, bed en brochje, recreatieve bewoning bijgebouwen en aan huis verbonden beroepen D i s c u s s i e p u n t e n - Welke nevenactiviteiten/functies zijn mogelijk op agrarische bedrijven en onder welke voorwaarden (onder andere oppervlak aan bebouwing)? Moet hierbij een gebiedsgericht beleid worden gehanteerd (onder andere met oog op milieusituatie)? - Ruimere regeling voor agrarisch aanverwante nevenactiviteiten? - Bepaalde functies bij recht mogelijk maken? - Gebiedsgericht beleid voeren? 2.5 T w e e d e b e d r i j f s w o n i n g I n l e i d i n g Het beleid ten aanzien van het toestaan van tweede bedrijfswoningen bij agrarische bedrijven is de laatste jaren steeds strikter geworden. Dit vooral om te voorkomen dat op termijn een van de bedrijfswoningen een burgerwoning wordt en daarmee een milieubelemmering ontstaat bij eventuele uitbreidingen van het agrarische bedrijf. De noodzaak van een tweede woning voor de bedrijfsvoering is daarnaast slechts zelden aanwezig en tevens wordt beoogd te voorkomen dat bij bedrijfsverkoop de landerijen worden afgesplitst van de bestaande bebouwing. 18 Discussienota - 19 december 2013

21 B e l e i d R i j k Voor de oprichting van tweede bedrijfswoningen is geen specifiek beleid van toepassing. Wel is recent wet- en regelgeving vastgesteld omtrent de omgang met tweede bedrijfswoningen die als woning voor derden in gebruik zijn, de zogenoemde plattelandswoningen (geurgevoelige objecten die voorheen bij veehouderij hoorde maar dat na 19 maart 2000 heeft opgehouden deel uit te maken van die veehouderij). Plattelandswoningen worden door deze wetswijziging niet langer beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende bedrijf. Deze wijziging is bewust alleen van toepassing op agrarische bedrijven. Dat betekent een lager beschermingsniveau dan een normale burgerwoning. In een bestemmingsplan moet duidelijk worden dat de woning (tevens) bewoond mag worden door iemand die geen functionele binding heeft met het nabijgelegen agrarische bedrijf. De verbinding met het voormalige agrarische bedrijf moet blijvend worden verankerd. Dit is noodzakelijk omdat de woning alleen ten opzichte van het voormalige agrarische bedrijf geen bescherming zal genieten tegen nadelige milieueffecten van de bedrijfsvoering. De reikwijdte van de wetswijziging is dus beperkt tot het agrarische bedrijf waartoe de woning voorheen behoorde. Het niveau van milieubescherming ten aanzien van bedrijven van derden wijzigt niet bij gebruik van de betrokken woning als plattelandswoning. P r o v i n c i e De provincie heeft geen specifiek beleid over bedrijfswoningen. G e m e e n t e Bij recht is het in het vigerende bestemmingsplan toegestaan één bedrijfswoning per agrarisch bedrijf te bouwen. Middels een wijzigingsplan kan een tweede bedrijfswoning bij een agrarisch bedrijf worden gerealiseerd, indien de woning noodzakelijk is met het oog op toezicht D i s c u s s i e p u n t e n - Mogelijkheid tweede bedrijfswoningen niet langer in bestemmingsplan opnemen? Noodzaak is bijna nooit aantoonbaar. 2.6 P a a r d e n h o u d e r i j I n l e i d i n g In de ruimtelijke ordening kan het navolgende schema worden gehanteerd voor typen paardenhouderijen. Discussienota - 19 december

22 Paardenhouderijen Bedrijfsmatig Niet-bedrijfsmatig (hobby) Gebruiksgericht Productiegericht > Trainingsstallen < > Handelsstallen < > Maneges < > Pensions < > Hengstenstations < > KI-stations < > Opfokbedrijven < > Stoeterijen < Bij productiegerichte paardenhouderijen gaat het om een agrarische functie (aan te merken als een grondgebonden agrarisch bedrijf). De gebruiksgerichte paardenhouderijen zijn niet aan te merken als agrarische bedrijven, omdat hier geen agrarische producten worden voortgebracht. Bij niet-bedrijfsmatige paardenhouderijen gaat het om het houden van paarden vanuit hobbymatig oogpunt. De ruimtelijke consequenties voor het houden van meer dan een handvol paarden zijn vaak groot, vanwege voorzieningen als een paardenbak, rijhal en eventuele pensionstallen B e l e i d R i j k Het Rijk heeft geen specifiek beleid geformuleerd omtrent het thema paardenhouderijen. P r o v i n c i e Ook de provincie maakt onderscheid tussen productiegerichte paardenhouderijen - zoals paardenfokkerijen en paardenhandel - die vanuit die productiegerichtheid vaak een bepaalde mate van functionele binding met het landelijk gebied hebben, en gebruiksgerichte paardenhouderijen waar het recreatieve aspect en de ruiter/amazone centraal staan, zoals maneges. De begripsomschrijvingen hiervan sluiten aan bij de VNG Handreiking Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening van Productiegebonden paardenhouderijen worden 20 Discussienota - 19 december 2013

23 dan ook als agrarisch bedrijf aangemerkt. Gebruiksgerichte paardenhouderijen kunnen niet overal worden toegestaan. Stads- en dorpsranden vormen volgens het Streekplan de primaire zoekgebieden voor recreatieve voorzieningen als maneges en rijhallen. Daarnaast heeft het gebruik maken van bestaande accommodaties zoals voormalige boerderijen de voorkeur boven nieuwe vestigingen in het landelijk gebied. Er kan uitsluitend medewerking worden verleend aan het oprichten van gebruiksgerichte paardenhouderijen indien geen geschikte locatie kan worden gevonden in aansluiting op het bestaand stedelijk gebied en redelijkerwijs geen gebruik kan worden gemaakt van een bestaand bouwperceel voor een voormalig agrarisch bedrijf of een voormalig bedrijf in het landelijk gebied. G e m e e n t e In het vigerende bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen productiegerichte paardenhouderijen en maneges. De bestaande productiegerichte paardenhouderijen en maneges zijn specifiek aangeduid. Er is gekozen om de productiegerichte paardenhouderijen specifiek aan te duiden gezien de verschillen in ruimtelijke uitstraling met andere agrarische bedrijven. Ook worden bepaalde vormen van paardenhouderijen in de jurisprudentie niet als agrarisch bedrijf aangemerkt. Onder productiegerichte paardenhouderijen worden paardenhouderijen verstaan waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair zijn gericht op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden. Ook deze definitie sluit aan bij de VNG Handreiking Paardenhouderij. Productiegerichte paardenhouderijen hebben een bouwvlak van 0,5 ha of een grotere omvang indien de bestaande bebouwde oppervlakte reeds groter is. Voor verdere vergroting van het bouwvlak is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Nieuwe productiegerichte paardenhouderijen kunnen met toepassing van een wijzigingsbevoegdheid worden gevestigd op/bij bestaande agrarisch bedrijfslocaties of een voormalig agrarische bedrijfslocatie. Nieuwe gebruiksgerichte paardenhouderijen kunnen uitsluitend in de vorm van een manege bij een woonfunctie op een voormalige agrarische bedrijfslocatie worden gevestigd. Productiegebonden paardenhouderijen kunnen in beginsel overal worden toegestaan, voor nieuwvestiging van maneges zijn op voorhand bepaalde gebieden uitsloten. In het vigerende bestemmingsplan zijn paardenbakken bij agrarische bedrijven zonder beperkingen mogelijk. Paardenbakken voor hobbymatig gebruik met een maximale oppervlakte van 800 m 2 zijn in beginsel toegestaan bij agrarische bedrijven en woningen. Daarnaast moet een afstand tot de perceelsgrens van 5 m en 25 m van woningen van derden worden aangehouden. De situering van de paardenbakken dient plaats te vinden in aansluiting op en bij voorkeur achter de bestaande bebouwing, indien dit onmogelijk is mag de paardenbak naast de bedrijfswoning worden gesitueerd, maar wel achter de voorgevelrooilijn. Op de essen en binnen het beschermd gezicht Ravenswoud is voor de aanleg van de paardenbakken een omgevingsvergunning vereist. Discussienota - 19 december

24 D i s c u s s i e p u n t e n - Gebruiksgerichte paardenhouderijen (waaronder maneges) als nevenactiviteit/vab en mede gericht op recreatie mogelijk maken bij afwijking/wijziging? (+ goede definitie/omschrijving mogelijkheden onder meer ten aanzien van bebouwing)? Gebiedsgericht toestaan? - Pensionstallen toestaan bij agrarische bedrijven/woningen? Grote pensionstallen aanmerken als gebruiksgerichte paardenhouderij? - Productiegerichte paardenhouderijen aanmerken als agrarisch bedrijf, of specifieke regeling voor paardenhouderijen met beperkingen ten aanzien van bebouwing? - Aanvullende voorwaarden opnemen met betrekking tot paardenbakken bij agrarische bedrijven? Onderscheid maken in paardenbakken bij woningen (hobbymatig) en bij paardenhouderijen/agrarische bedrijven (qua grootte, situering)? 2.7 V r i j k o m e n d e a g r a r i s c h e b e b o u w i n g ( V A B ) I n l e i d i n g Door een toenemende schaalvergroting binnen de landbouw mag worden verwacht dat meer agrarische bedrijven c.q. activiteiten worden beëindigd. De agrarische bebouwing is echter in veel gevallen nog in een zodanige staat dat deze zou kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden dan agrarisch. Dit hergebruik heeft echter voor- en nadelen. Een belangrijk voordeel is dat op deze manier wordt voorkomen dat kapitaalvernietiging plaatsvindt, maar ook leegstand en verpaupering worden tegengegaan. Ook kan het zijn dat de voormalige agrariër op deze manier een nieuwe bedrijfsmatige inkomstenbron weet te bewerkstelligen. In veel gevallen blijft de agrariër na bedrijfsbeëindiging namelijk ter plaatse wonen. Zeker wanneer het waardevolle karakteristieke gebouwen betreft, kan een functiewijziging van de gebouwen er toe bijdragen dat ze in stand kunnen worden gehouden. Cultuurhistorische en landschappelijke waarden worden daarmee behouden. Uiteraard zijn er ook nadelen aan te wijzen bij de functieverandering van vrijkomende agrarische gebouwen. Zo kunnen nieuwe functies (milieu)overlast voor de omgeving opleveren en kan een ruime regeling voor functiewijziging leiden tot concurrentie met lokale bedrijventerreinen. Ook geldt het omgekeerde; bestaande bedrijvigheid kan een zekere milieubelasting leggen op nieuwe (milieugevoelige) functies, waardoor de bedrijfsvoering van bestaande bedrijven kan worden belemmerd. 22 Discussienota - 19 december 2013

25 B e l e i d R i j k Het rijksbeleid bevat geen specifieke uitgangspunten met betrekking tot vrijkomende agrarische bebouwing en de invulling hiervan. Wel kan hierbij worden verwezen naar het behoud en de bescherming van cultuurhistorische elementen, waaronder bebouwing. Hierbij wordt verwezen naar het Besluit ruimtelijke ordening, waar in artikel is opgenomen dat bij nieuwe ontwikkelingen rekening moet worden gehouden met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden. P r o v i n c i e De provincie staat in principe positief tegenover het hergebruik van vrijkomende (agrarische) bedrijfsgebouwen voor nieuwe niet-agrarische functies. Passend hergebruik draagt bij aan het behoud van karakteristieke bebouwing en zorgt voor nieuwe sociale en economische dragers in het landelijk gebied waarmee kapitaalvernietiging kan worden voorkomen. Niet-industriële bedrijven uit de milieucategorieën 1 tot en met 3 uit de VNG-brochure kunnen worden toegestaan, mits deze ruimtelijke en functioneel passen in de omgeving. Daarnaast zijn de functies wonen en zorg, recreatie, bepaalde maatschappelijke en horecavoorzieningen, ondergeschikte detailhandel en dienstverlenende bedrijven toegestaan in vrijkomende (agrarische) bedrijfsgebouwen. Er kan enige aanvullende nieuwbouw worden toegestaan, indien deze qua omvang duidelijk ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en ingepast is in het landschap. Woningen kunnen uitsluitend worden toegestaan in de voormalige bedrijfswoning en in aanwezige karakteristieke gebouwen. G e m e e n t e In het huidige bestemmingsplan is een regeling opgenomen op grond waarvan bij bedrijfsbeëindiging agrarische bedrijven kunnen worden omgezet naar de volgende functies: - wonen (uitsluitend in het hoofdgebouw, waarbij de bestaande hoofdvorm gehandhaafd dient te blijven); - landelijke bedrijven; - niet-landelijke bedrijven uit de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijven; - maatschappelijke voorzieningen; - recreatieve functies in de vorm van groepsaccommodatie, hotel en/of pension (uitsluitend binnen de bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke en recreatieve waarden); - maneges (niet binnen de bestemming Agrarisch gebied met hoge landschappelijke en natuurlijke waarden en op de essen). De functies zijn uitsluitend toegestaan in combinatie met een woonfunctie. Behalve voor wonen en maatschappelijke voorzieningen mogen de gebouwen met maximaal 10% worden uitgebreid middels aanbouwen. Discussienota - 19 december

26 D i s c u s s i e p u n t e n - Voorwaarden stellen aan de mogelijkheden tot nieuwe functies, in aansluiting op onder meer het provinciaal beleid en hierbij onderscheid maken in landelijke/niet-landelijke functies? Ten aanzien hiervan een gebiedsgericht beleid voeren? - Uitbreidingsmogelijkheden verruimen in overeenstemming met het provinciaal beleid? 24 Discussienota - 19 december 2013

27 3.1 3 G e b i e d s w a a r d e n L a n d s c h a p I n l e i d i n g Een groot deel van de gemeente wordt gekenmerkt door een wegdorpenlandschap. De bebouwing ligt op de dekzandruggen in linten langs wegen. Loodrecht op deze wegen komt een regelmatige opstrekkende verkaveling voor. Het gebied rond Oosterwolde kenmerkt zich door esstructuren. Het kavelpatroon is onregelmatig. Het oostelijke deel van de gemeente en het gebied bij Haulerwijk behoren tot het hoogveenontginningslandschap. Het oostelijke deel van de gemeente kenmerkt zich door een zeer regelmatig verkavelingspatroon. Het gebied bij Haulerwijk onderscheidt zich nauwelijks van het wegdorpenlandschap. Alle wijken zijn gedempt en het gebied kenmerkt zich door een opstrekkende verkaveling loodrecht op de Haulerwijkstervaart. De jonge heideontginningen ten oosten van Elsloo hebben een geheel eigen karakter. Deze ontginningen kenmerken zich door een blokvormige verkaveling B e l e id R i j k Een beleidsuitgangspunt van het Rijk is het behoud van (waardevolle en kenmerkende) landschapselementen. P r o v i n c i e De provincie Fryslân heeft in haar beleid gebieden ingedeeld in landschapstypen. Het bestemmingsplan voor het buitengebied moet een ruimtelijke kwaliteitsparagraaf bevatten waarin wordt aangegeven op welke wijze het plan invulling geeft aan blijvende herkenbaarheid van de kernkwaliteiten per landschapstype zoals aangegeven op en omschreven bij de kaart Landschapstypen, waaronder begrepen de kernkwaliteiten in de Nationale Landschappen. Het Streekplan hecht specifiek belang gehecht aan een zorgvuldige landschappelijke inpassing van uitbreidingslocaties, infrastructuur, recreatieve voorzieningen, agrarische bedrijven en windturbines. Ingevolge de provinciale omgevingsverordening dient een ruimtelijk plan een zorgvuldige inpassing binnen de landschappelijke kernkwaliteiten te borgen. Discussienota - 19 december

28 In het geval een ruimtelijk plan voorziet in het bouwen van nieuwe woningen (saldoregeling woningen), schaalvergroting in de landbouw of het bouwen van stallen met een hogere goothoogte dan 5 m dient gemotiveerd te worden dat dit inpasbaar is binnen de kernkwaliteiten van het betreffende landschapstype, zoals aangegeven op de kaart Landschapstypen. G e m e e n t e De gemeentegronden zijn in het vigerende bestemmingsplan gebiedsgericht bestemd. In de gemeente komen gebieden voor met specifieke kenmerken en waarden op het gebied van geomorfologie, archeologie, landschap en natuur. Deze kenmerken en waarden hebben in het bestemmingsplan aanleiding gegeven tot een keuze voor behoud, herstel en/of ontwikkeling daarvan en derhalve tot een bepaalde indeling in deelgebieden. Hierbij is ook rekening gehouden met de belangen van gebruikers van het gebied. Op grond van de landschappelijke waarden is in de agrarische gebiedsbestemmingen onderscheid gemaakt in de volgende bestemmingen: - agrarisch gebied; - agrarisch gebied met landschappelijke (al dan niet met recreatieve) waarden; - agrarisch gebied met hoge landschappelijke en natuurlijke waarden. Een agrariër mag binnen elke gebiedsbestemming een aaneengesloten bouwvlak van 1,5 ha bebouwen, gerekend vanuit het op de kaart getekende bouwvlak (met uitzondering van nevenberoepsbedrijven). Voorwaarde hierbij is dat niet voor de naar de weg gekeerde zijde van het getekende bouwvlak wordt gebouwd. Binnen de agrarisch met waarden bestemmingen is als voorwaarde opgenomen dat de breedte van het bouwvlak (langs de weg gemeten) ten hoogste 100 m mag bedragen en de diepte ten hoogste 200 m, waardoor diepe bouwvlakken worden gestimuleerd. Uitsluitend binnen de bestemming Agrarisch gebied is het mogelijk middels een vrijstelling mestopslagplaatsen buiten het bouwvlak toe te staan. Een ander verschil is dat de gebiedsbestemmingen regelingen zijn opgenomen om de aanwezige landschappelijke waarden te beschermen. Bij vrijstellingen en wijzigingen moet getoetst worden aan de in de bestemming beschreven waarden. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden wordt getoetst aan de uitgangspunten van het landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland D i s c u s s i e p u n t e n - Specifieke regels verbinden aan kenmerkende, gemeentelijke landschapsstructuren en op basis hiervan de bouwmogelijkheden/ontwikkelmogelijkheden bepalen van diverse functies in het buitengebied? 26 Discussienota - 19 december 2013

29 3.2 N a t u u r I n l e i d i n g Onder het aspect natuur zijn zowel de flora als de fauna te bevatten. Naast de beschermde soorten (onder andere drie beschermingsregiems op grond van de Flora- en faunawet) zijn er ook beschermde natuurgebieden (onder andere de Natura 2000-gebieden en Ecologische Hoofdstructuur) B e l e i d R i j k In het rijksbeleid hebben diverse natuurgebieden een beschermde status gekregen op grond van de aanwezige natuurwaarden. Dit is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 (zoals Natura 2000 gebieden). Daarnaast is de soortenbescherming geregeld in de Flora- en faunawet. Bij onder andere nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen negatieve effecten op de beschermde soorten (zowel flora als fauna) uitgesloten te worden. Natuurbeschermingswet Natura 2000 is het Europese beleid om de biodiversiteit in natuurgebieden te beschermen. Voor de natura 2000 gebieden gelden instandhoudingsdoelen: bepaalde habitattypes die daar voorkomen moeten in stand worden gehouden. Om dat mogelijk te maken is het een vereiste dat de neerslag van stikstof - de stikstofdepositie - wordt teruggedrongen. In Nederland is de regelgeving geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet Op grond van deze wet moet voor nieuwe ontwikkelingen een vergunning aangevraagd worden, deze aanvraag wordt getoetst aan de depositie. Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) Momenteel wordt gewerkt aan de Programmatische Aanpak Stikstof. Deze aanpak gaat uit van economische ontwikkeling (inclusief 2,5% groei) in combinatie met generiek beleid om de stikstofdepositie te laten dalen. Aan de andere kant worden herstelmaatregelen in de Natura 2000-gebieden genomen om de te hoge stikstofdepositie te mitigeren. Met dit pakket aan maatregelen wordt gegarandeerd dat de Natura 2000-doelen van gebieden worden gehaald en niet in gevaar komen. Voor de landbouw betekent dit bijvoorbeeld dat ontwikkelingsruimte vrij komt voor groei van bedrijven. Dit houdt in dat op locaties de stikstofemissie kan toenemen (in veel gevallen zonder Natuurbeschermingswetvergunning) en daarmee ook de stikstofdepositie van het bedrijf. Op zich kan deze stijging een nadelig gevolg hebben voor nabijgelegen stikstofgevoelige habitats. Echter, door het generieke pakket aan maatregelen en de stoppende bedrijven wordt de totale daling van de depositie op de habitats Discussienota - 19 december

30 gerealiseerd. Op het moment van inwerkingtreding van de PAS (naar begin 2014) dienen initiatieven hieraan getoetst te kunnen worden. P r o v i n c i e EHS gebieden Voor de gronden die behoren tot de EHS, wordt volgens de provinciale omgevingsverordening in een ruimtelijk plan een passende bestemmingsregeling opgenomen die voorziet in bescherming van de wezenlijke kenmerken en waarden. Medegebruik van de EHS is toegestaan zolang dit geen afbreuk doet aan de waarden. Binnen de EHS zijn geen ontwikkelingen toegestaan die significante negatieve effecten hebben op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS. Indien de gronden binnen de EHS nog niet zijn aangekocht of als natuurgebied worden beheerd is voortzetting van het bestaande gebruik (inclusief de bestemmingsregeling) mogelijk, met dien verstande dat nieuwe bebouwing en nieuwe gebruiksvormen die de beoogde natuurontwikkeling onomkeerbaar in de weg staan niet zijn toegestaan. Voorbeelden hiervan zijn wegaanleg, een uitbreidingslocatie bij een kern, of vestiging van een agrarisch bedrijf. Natuur buiten de EHS De provinciale omgevingsverordening bevat ook regels ten aanzien van natuurwaarden buiten de EHS. Het gaat om: - bestaande natuurgebieden buiten de EHS, zoals bestaande bosgebieden; - natuurwaarden in agrarisch gebied; dit kunnen natuurelementen zijn zoals houtsingels en waterelementen, en agrarische gebieden die voor weidevogels geschikt zijn. Bestaande natuurgebieden dienen een passende natuurbestemming te krijgen. Kleinere natuurelementen in agrarisch gebied - zoals houtwallen, singels, waterlopen en pingoruïnes - kunnen in een agrarische bestemming geregeld worden. In gebieden waar de rust, de openheid en de mate van verstoring nog zodanig zijn, dat deze gebieden (in potentie) geschikt zijn voor weidevogels zijn als weidevogelgebieden aangewezen op een provinciale kaart Openheid en rust bij het provinciale Werkplan weidevogels in Fryslân. Volledige fixatie van deze gebieden is niet gewenst omdat door actuele ontwikkelingen wijzigingen in de begrenzing kunnen optreden. Substantiële bebouwing, beplanting en verharding ten behoeve van nietagrarische ontwikkelingen (zoals een uitbreidingslocatie, de aanleg van een weg, een grootschalige nutsvoorziening, een cluster windturbines, of naar aard en schaal vergelijkbare ontwikkelingen) zijn in de bestaande natuurgebieden en binnen de weidevogelgebieden in principe niet toegestaan, tenzij sprake is van een noodzakelijke ruimtelijke ingreep van openbaar belang. Onder openbaar belang kunnen ook bovenlokaal of lokaal georiënteerde, soms kleinschaliger ontwikkelingen vallen op het gebied van woningbouw (zoals een 28 Discussienota - 19 december 2013

31 uitbreidingslocatie bij een kern), (verblijfs-)recreatie, infrastructuur (zoals een rondweg of een (landbouw)ontsluitingsweg), een cluster windturbines en nutsvoorzieningen, mits de noodzaak daarvan redelijkerwijs aantoonbaar is. Een ingreep kan als noodzakelijk worden aangemerkt, indien buiten het natuurgebied of het weidevogelgebied redelijkerwijs geen vergelijkbare locatie gevonden kan worden die voldoet aan de locatie-eisen van de beoogde en maatschappelijk gewenste functie. Voor het toestaan van ontwikkelingen in EHS gebieden en bestaande natuurgebieden (inclusief weidevogelgebieden) gelegen buiten de EHS is compensatie vereist. De uitgangspunten voor compensatie zijn voor natuur buiten de EHS soepeler dan voor de EHS. G e m e e n t e In het vigerende bestemmingsplan is onderscheid gemaakt in drie natuurbestemmingen. Natuurgebied 1 (SBZ Fochteloërveen) Het natuurgebied Fochteloërveen is bestemd als Natuurgebied 1. De gronden zijn bestemd voor de bescherming van de instandhoudingsdoelstelling die voor dit Habitatrichtlijngebied is bepaald. Natuurgebied 2 (SBZ Drents-Friese Wold/Schaopedobbe) De gebieden Drents-Friese Wold, Schaopedobbe en enkele aangrenzende gebieden zijn bestemd als Natuurgebied 2. De gronden zijn bestemd voor de bescherming van de instandhoudingsdoelstelling die voor dit Habitatrichtlijngebied is bepaald. Natuurgebied 3 (overige natuurgebieden) Alle overige natuurgebieden in het plangebied zijn aangegeven met Natuurgebied 3 en zijn bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden. In het bestemmingsplan is natuurontwikkeling van agrarische gronden mogelijk via een wijzigingsplan. Voorwaarde is dat deze ontwikkeling in overeenstemming moet zijn met de afspraken gemaakt in het kader van het ROM-project Zuidoost Friesland en de gronden dienen te zijn verworven door een natuurbeherende instantie. Uiteraard vormt bij de verwerving van gronden vrijwilligheid het uitgangspunt. Binnen de drie bestemmingen Natuurgebied kunnen de gronden worden ingericht voor het behoud, herstel en de ontwikkeling van landschappelijke en natuurlijke waarden. Naast de regels die door de Vogel- en Habitatrichtlijn worden gesteld, zijn nadere regels gesteld ten aanzien van het grondgebruik. Binnen de speciale beschermingszones is een habitattoets nodig wanneer activiteiten plaatsvinden dien leiden tot versnippering of areaalverkleining. Een Discussienota - 19 december

32 voorbeeld van versnippering is het aanleggen van wegen en paden. Ook is nieuwvestiging van agrarische bedrijven binnen deze gebieden uitgesloten D i s c u s s i e p u n t e n - Aansluiten bij provinciaal beleid of strengere regels? - Hoe om te gaan met nieuwe natuur? 3.3 W a t e r I n l e i d i n g Het buitengebied van Ooststellingwerf beschikt over verscheidene waterhuishoudkundige elementen. Het gaat hierbij zowel om waterlopen als om waterplassen. De afwatering in de gemeente Ooststellingwerf verloopt hoofdzakelijk in zuidwestelijke richting via de Tjonger, Linde, Haulerwijkstervaart en Opsterlandsche Compagnonsvaart. Het grootste gedeelte van de gemeente watert af via de Tjonger. Het gebied ten zuiden van Appelscha watert in zuidelijke richting af via de beekdalen van de Vledder en Waperserveensche Aa B e l e i d R i j k In het Nationaal Waterplan (2009) is het huidige waterbeleid van het Rijk verwoord. Duurzaam waterbeheer is het algemene beleidsuitgangspunt in dit plan. In het landelijke beleidsdocument worden maatregelen beschreven die tot doel hebben de veiligheid en leefbaarheid in Nederland te waarborgen (waaronder bescherming tegen overstromingen, voldoende en schoon water). Ook is een uitgangspunt het benutten van de kansen die het water biedt, onder meer met betrekking tot het gebruik. P r o v i n c i e Op grond van het provinciaal beleid zijn ter bescherming en behoud van regionale keringen specifieke regels opgenomen. Het betreft hierbij onder meer grondwaterbergingsgebieden en waterkeringen. In Ooststellingwerf zijn geen regionale waterkeringen en grondwaterbergingsgebieden aanwezig. G e m e e n t e De belangrijkste waterelementen zijn in de huidige bestemmingsplannen voorzien van een specifieke bestemming. Dit betreft de vaarwegen. In de gebiedsbestemmingen worden de landschappelijke en natuurlijke waarden van overige waterelementen beschermd. 30 Discussienota - 19 december 2013

33 D i s c u s s i e p u n t e n - Specifieke regeling betreffende watergangen met cultuurhistorisch belang opnemen? In het kader van het thema water zullen tevens gesprekken met het waterschap worden gevoerd. 3.4 A r c h e o l o g i e e n c u l t u u r h i s t o r i e I n l e i d i n g Het merendeel van het archeologisch erfgoed is onzichtbaar en is daardoor zeer kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. Archeologische waarden zijn onvervangbaar en niet te compenseren. Om deze reden is het belangrijk om enkele beschermende maatregelen te nemen B e l e i d R i j k Archeologische waarden in de ondergrond dienen op grond van de Monumentenwet te worden behouden en beschermd. Het betreft hier zowel de bekende archeologische terreinen als gebieden met een archeologische verwachtingswaarde, aangezien in deze gebieden zich archeologische waarden kunnen bevinden. Daarnaast is er sinds 1 januari 2012 een bredere verplichting om rekening te houden met cultuurhistorische waarden (opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening). Een aantal waardevolle panden in het buitengebied is aangewezen als rijksmonument. Rijksmonumenten zijn beschermd op grond van de Monumentenwet 1988, waardoor een nadere regeling in het bestemmingsplan hiervoor niet noodzakelijk is. Ravenswoud is door het rijk aangewezen als beschermd dorpsgezicht. Op grond van de Monumentenwet dient in het bestemmingsplan ter bescherming van dit beschermd dorpsgezicht een regeling te worden opgenomen. P r o v i n c i e De provincie heeft het bodemarchief zo goed mogelijk in kaart gebracht op de FAMKE: Friese Archeologische Monumentenkaart Extra. De FAMKE is in de eer- Discussienota - 19 december

34 ste plaats gebaseerd op twee bestaande landelijke kaarten: de Archeologische Monumentenkaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Daarnaast houdt de FAMKE rekening met de kans dat de mogelijk aanwezige archeologische resten verstoord zijn. Aan de andere kant houdt de FAMKE ook rekening met de omvang van de bodemingreep. De adviezen die voor de verschillende zones in Fryslân gegeven worden variëren van streven naar behoud' tot geen nader onderzoek nodig'. Deze adviezen geven aan welke vervolgstappen noodzakelijk zijn om op een verantwoorde manier om te gaan met het bodemarchief in een nieuw te maken bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging, een ontgronding of een sanering. In de omgevingsverordening is verder bepaald dat in de plantoelichting van een ruimtelijk plan wordt aangegeven op welke wijze het plan rekening houdt met: a. cultuurhistorische elementen en structuren, zoals aangegeven op de van de verordening deel uitmakende Cultuurhistorische kaarten; b. de wijze van onderzoek naar en bescherming van archeologische waarden en verwachtingswaarden zoals aangegeven op de FAMKE. G e m e e n t e De gemeente is bezig met het opstellen van archeologiebeleid vervat in de Nota Archeologie met een daarbij behorende Archeologische beleidsadvies kaart. Deze nota zal in het nieuwe bestemmingsplan worden verwerkt. In het vigerende bestemmingsplan zijn de cultuurhistorische waarden het beschermd gezicht Ravenswoud en het karakteristieke wijkenpatroon beschreven. Om het karakteristieke wijkenpatroon te behouden is aanlegvergunning vereist voor het graven of dempen van sloten en andere watergangen. De karakteristieke panden binnen het beschermd gezicht Ravenswoud zijn aangeduid op de plankaart. De hoofdvorm van de panden dient gehandhaafd te blijven D i s c u s s i e p u n t e n - Doorvertalen archeologische onderzoeksverplichting ter behoud en bescherming van de aanwezige archeologische waarden (zowel bekende als verwachte waarden)? - Een beschermende regeling opnemen voor cultuurhistorische waarden (bebouwing en erven) en landschap/structuren? - Stimuleringsregeling opnemen ten behoeve van het behoud van karakteristieke panden (door in deze panden meer mogelijkheden ten aanzien van functies te geven)? 32 Discussienota - 19 december 2013

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied

Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Korte samenvatting voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied De basisfuncties zijn landschap, landbouw, natuur en water. Toegevoegde functies zijn wonen werken en recreatie. Basisfuncties De basisfuncties

Nadere informatie

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016

Planregels. wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging. Oktober 2016 Planregels wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging Oktober 2016 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1 Begripsbepalingen plan (digitaal) het wijzigingsplan Buitengebied Midden 1 ste wijziging

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven. Betreft : Bijlage 7: Toets aan het bestemmingsplan Locatie : Krite 23-25 te Boornbergum Van : J.M. Miellet, Exlan Datum : Februari 2016 Ter plaatse van het plangebied vigeert het bestemmingsplan Buitengebied

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Marmelhorstweg 2a Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr., G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016

Planregels. Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging. augustus 2016 Planregels Wijzigingsplan Buitengebied Noord 1e wijziging augustus 2016 HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN ARTIKEL 1 Begripsbepalingen plan: (digitaal) het wijzigingsplan 'Buitengebied Noord 1e wijziging'

Nadere informatie

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand

Bovenweg 1 - Grootegast manege 1.100 Dijkstreek 7 - Niekerk Interieurbouw, verkoop via internet, showroom maximaal 60 m 2 bestaand pagina 1 van 5 Artikel 30 Wonen 30.1 Bestemmingsomschrijving Plan: Status: Plantype: IMRO-idn: Buitengebied Grootegast vastgesteld bestemmingsplan NL.IMRO.0015.BPBG09BEHE1-VA01 De voor ' Wonen ' aangewezen

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel

Nadere informatie

CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied

CDA Zundert. Thema avond. Bestemmingsplan buitengebied CDA Zundert Thema avond Bestemmingsplan buitengebied programma Presentatie 15 minuten pauze Gelegenheid tot het stellen van vragen Einde officieel programma Gelegenheid tot het bekijken van de plankaarten

Nadere informatie

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014

Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014 Wijziging Verordening Romte Fryslân 2014 De Verordening Romte Fryslân 2014, zoals vastgesteld op 24 juni 2014, en in werking getreden op 1 augustus 2014, en laatstelijk gewijzigd op 18 februari 2015 wordt

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp

Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Regels wijzigingsplan Zijldijk 41, te Leiderdorp Planstatus: vastgesteld Datum: 2016-03-15 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPZijldijk41-VG01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen...

Nadere informatie

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening ** Vastgesteld oktober 2014 Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening Visie verplaatsing nietagrarische bedrijven binnen het buitengebied Status: vastgesteld door de gemeenteraad van Houten d.d.

Nadere informatie

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden

Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden Vergelijking wijzigingsbevoegdheden en gedelegeerde bevoegdheden In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de meest belangrijke wijzigingen in bevoegdheden en procedures die worden toegepast

Nadere informatie

Nota van Uitgangspunten Buitengebied Ooststellingswerf V A S T G E S T E L D

Nota van Uitgangspunten Buitengebied Ooststellingswerf V A S T G E S T E L D Nota van Uitgangspunten Buitengebied Ooststellingswerf V A S T G E S T E L D Nota van Uitgangspunten Buitengebied Ooststellingswerf - Vastgesteld V A S T G E S T E L D Inhoud Rapport 24 september 2014

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg

Ruimtelijke onderbouwing. Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a, Nederhorst den Berg In opdracht van G.C. Nagel december 2013 Ruimtelijke onderbouwing Plattelandswoning Eilandseweg 18 a Nederhorst den Berg

Nadere informatie

wijzigingsplan Zijldijk 32a

wijzigingsplan Zijldijk 32a Regels wijzigingsplan Zijldijk 32a Planstatus: ontwerp Datum: 2016-03-01 Plan identificatie: NL.IMRO.0547.WPzijldijk32a-ON01 Auteur: G. Bot AgROM 1 Inleidende regels... 5 Artikel 1 Begrippen... 5 1.1 plan:...

Nadere informatie

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9 Toelichting vastgesteld 23 februari 2016 Meeuwisdijk 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Het perceel Meeuwisdijk 9 in het noordelijk buitengebied van Etten-Leur heeft in het geldende bestemmingsplan Buitengebied (2013)

Nadere informatie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels: 176 Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige

Nadere informatie

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d.

1. Artikel 12 Horeca. De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. www.ruimtelijkeplannen.nl - print d.d. 10 september 2014 1. Artikel 12 Horeca 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Horeca aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. horeca

Nadere informatie

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging

Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging Bijlage 3: Bestemmingen na wijziging Artikel Agrarisch Agrarisch aanverwant 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch Agrarisch aanverwant' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijfsgebouwen

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf

Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch bedrijf 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch - Agrarisch bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a grondgebonden agrarische bedrijven met dien verstande

Nadere informatie

Wonen. 1.2 Bouwregels

Wonen. 1.2 Bouwregels 1 Wonen 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen - 2 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige

Nadere informatie

Bijlagen. 11 vastgesteld bestemmingsplan "Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)"

Bijlagen. 11 vastgesteld bestemmingsplan Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Bijlagen 11 vastgesteld bestemmingsplan "Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)" Bijlage 1 Uittreksel relevante voorschriften en bepalingen bestemmingsplan "Parapluherziening Buitengebied"

Nadere informatie

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Julianastraat 30, Avenhorn Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning ontwerp april 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving

Artikel 22: Wonen Bestemmingsomschrijving 05-43-04 blz 50 Artikel 22: Wonen 22.1. Bestemmingsomschrijving De op de plankaart voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan-huis-verbonden beroepen; met daaraan ondergeschikt:

Nadere informatie

Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul Regels

Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul Regels Reparatiebesluit Bestemmingsplan Buitengebied Valkenburg aan de Geul 2012 Regels Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Begrippen 3 Artikel 2 Wijze van meten 4 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Nadere informatie

Adviesbureau RBOI 0703.008175.40 Rotterdam / Middelburg

Adviesbureau RBOI 0703.008175.40 Rotterdam / Middelburg 163 Artikel 6 Centrum 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor Centrum aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': tevens een supermarkt; b.

Nadere informatie

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen;

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; Artikel 15 Wonen 15.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. dienstverlening,

Nadere informatie

Beleidsnota Plattelandswoning

Beleidsnota Plattelandswoning Beleidsnota Plattelandswoning Hoofdstuk 1. 1.1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

bijlage 3 bestemming(en) na wijziging

bijlage 3 bestemming(en) na wijziging bijlage 3 bestemming(en) na wijziging Artikel 1: Maatschappelijk sociaal-cultureel 1.1 Bestemmingsomschrijving De voor Maatschappelijk sociaal-cultureel aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen

Nadere informatie

Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold. Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010)

Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold. Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010) Perceel Hoofdstraat 220 Oostwold Bestemmingsplan Buitengebied Leek Bestemming Wonen VOORSCHRIFTEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED LEEK (2010) Artikel 32 Wonen 32.1 Bestemmingsomschrijving 32.2 Bouwregels

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016 Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING toelichting Juni 2016 Cluster Ruimtelijke Ontwikkeling 2016 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 1 1.1. AANLEIDING... 1 1.2. DOEL EN PLANVORM... 1 1.3.

Nadere informatie

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning.

Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot vaststelling de Beleidsnota Plattelandswoning. Gemeenteblad Elektronisch uitgegeven van de gemeente Tubbergen Jaargang: 2013 Nummer: 33 Uitgifte: 24 december 2013 Bekendmaking van het besluit van de gemeenteraad d.d. 16 december 2013, nr. 11B, tot

Nadere informatie

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren

Nota Plattelandswoningen Wijdemeren 1 Nota Plattelandswoningen Wijdemeren 1. Aanleiding Op 1 januari 2013 is de wet plattelandswoning in werking getreden. Deze wet biedt de mogelijkheid om als 'burger' in (voormalige) agrarische bedrijfswoningen

Nadere informatie

Uw eigen bouwkavel Roordahiem, Terkaple

Uw eigen bouwkavel Roordahiem, Terkaple U denkt er over om uw eigen woning te bouwen? Wellicht hee u al een mooie kavel gezien in het verkavelingsplan. Mogelijk hee u zelfs al een (gra! s) op! e genomen op uw toekoms! ge woonplek. De volgende

Nadere informatie

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo) Versie: vastgesteld Gemeente Landsmeer, januari 2011 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding...

Nadere informatie

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Bijlage 3 Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant Artikel 2.1 - Zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit 1. Een bestemmingsplan dat voorziet in een ruimtelijke ontwikkeling buiten bestaand stedelijk

Nadere informatie

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving

Cultuur en ontspanning. Bestemmingsomschrijving Artikel: Cultuur en ontspanning Bestemmingsomschrijving De voor 'Cultuur en ontspanning' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen en overkappingen ten behoeve van culturele en sociaal-culturele

Nadere informatie

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels:

Artikel 21 Wonen. Voor het bouwen gelden de volgende regels: 176 Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige

Nadere informatie

Doorkiesnummer: 088-888 66 66 Datum: 21 december 2012 Referentie: NH/ML/MvD/12.084 Faxnummer: 088-888 66 36

Doorkiesnummer: 088-888 66 66 Datum: 21 december 2012 Referentie: NH/ML/MvD/12.084 Faxnummer: 088-888 66 36 Vestiging Haarlem Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hollands Kroon Postbus 8 1760 AA ANNA PAULOWNA Doorkiesnummer: 088-888 66 66 Datum: 21 december 2012 Referentie: Faxnummer:

Nadere informatie

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga

Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga Wijzigingsplan It West 2a Augustinusga TOELICHTING 1 TOELICHTING Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing en ligging plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden.

Ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' zijn de gronden tevens bestemd voor langzaam verkeersdoeleinden. Artikel 21 Wonen 21.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, parkeervoorzieningen, watergangen waterretentievoorzieningen

Nadere informatie

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Van Provincie Noord-Brabant Aan Gemeente Bladel Onderwerp Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon Ter attentie van Zaak identificatie 07-11-2017

Nadere informatie

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k

N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k N o t i t i e t. b. v. A r e n a d e b a t b e s t e m m i n g s p l a n b u i t e n g e b i e d M o e r d i j k 31 augustus 2016 Op 8 september a.s. vindt om 19.30 u het vierde Arenadebat plaats over

Nadere informatie

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen

Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen Beleidskader Hergebruik Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing Nieuwe Landgoederen & Landelijk wonen In het buitengebied 1. Inleiding Het Streekplan Gelderland (2005) biedt nieuwe beleidsruimte voor

Nadere informatie

Geldend Bestemmingsplan Het Woud

Geldend Bestemmingsplan Het Woud Geldend Bestemmingsplan Het Woud Artikel 3.1. Agrarisch gebied 1. Bestemmingsomschrijving De als zodanig op de kaart aangegeven gronden zijn bestemd voor: - agrarisch grondgebruik; - slachterij, uitsluitend

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Kan de gemeente aantonen dat er wordt voldaan aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit?

Kan de gemeente aantonen dat er wordt voldaan aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit? Bijlage Vragenlijst Definitie Bestemmingsplan: Bestemmingsplan buitengebied Bunnik 2011 1 Op bladzijde 29 van het bestemmingsplan staat: Bij niet-agrarische bedrijven in het buitengebied en op verspreide

Nadere informatie

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W)

Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) Voorschriften Artikel 3 Woondoeleinden (W) Artikel 7 Erven (E) Artikel 8 Tuinen (T) Artikel 5 Waarde Archeologie 1B Artikel 3 WOONDOELEINDEN (W) DOELEINDENOMSCHRIJVING 1. De gronden op de kaart aangewezen

Nadere informatie

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m.

Algemeen Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de afstand van gebouwen tot de as van de weg niet minder mag bedragen dan 15 m. Artikel 19 Wonen 19.1 Bestemmingsomschrijving De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf statische opslag' voor opslag

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1)

Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Buitengebied 2002 Wehl 22e wijziging (Broekstraat 1) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke- en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Juridische

Nadere informatie

30.1 Bestemmingsomschrijving

30.1 Bestemmingsomschrijving blz 168 131404.2 Artikel 30 Wonen 30.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde,

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE Versie 2, d.d. 6 oktober 2011 Afdeling Stadsontwikkeling M. Jonker 1 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding

Nadere informatie

"Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem"

Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem "Nota Paardenbakkenbeleid Woudrichem" Woudrichem, juni 2007 Inleiding Door de afnemende agrarische functie komen er steeds meer boerderijen en weidegrond beschikbaar voor particulieren. Het aantal mensen

Nadere informatie

BESTEMMINGSBEPALINGEN

BESTEMMINGSBEPALINGEN 05-01-03 blz 11 BESTEMMINGSBEPALINGEN Artikel 3: Woondoeleinden 1 3. 1. Bestemmingsomschrijving De voor woondoeleinden 1 aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woonhuizen, al dan niet in combinatie met

Nadere informatie

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen: 4-1 -2016 Bestemmingsplan "Kern Hilvarenbeek" Artikel 17 Wonen 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen

Nadere informatie

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen

Afdeling Grondgebied. Beleidsnotitie. Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen Afdeling Grondgebied Beleidsnotitie Wonen in het buitengebied en paardenhouderijen Beleidsnotitie WONEN IN HET BUITENGEBIED EN PAARDENHOUDERIJEN Vastgesteld in de raadsvergadering van:. De voorzitter,

Nadere informatie

Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt

Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt *15-0020215* 15-0020215 ESO.00013329WDstrt Bijlage 2: Nadere uitwerking beleidskeuzes Nota van Uitgangspunten met ambtelijk standpunt Beleidskeuzes sessie 1 (20 januari 2015): 1. Eerste beleidskeuze, paragraaf

Nadere informatie

Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid

Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid Parc Spelderholt - geldend bestemmingsplan Stuwwalrand Parkzone Zuid Aan de digitale bestemmingsplannen kunnen geen rechten worden ontleend. Getracht is de digitale versie zoveel mogelijk een kopie van

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN Vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 5 juni 2014 1. INLEIDING Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied:

Nadere informatie

Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek. Uitsnede plankaart. Regels

Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek. Uitsnede plankaart. Regels Uittreksel Bestemmingsplan Klarenbeek Uitsnede plankaart Regels Artikel 3 Agrarisch 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. grondgebonden agrarische bedrijven;

Nadere informatie

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid Nota beantwoording zienswijze bestemmingsplan Meppel Zuid. 1 Samenvatting en beantwoording zienswijze Bijlage 3 Januari 2013 Nota beantwoording zienswijze

Nadere informatie

P l a n r e g e l s vrs

P l a n r e g e l s vrs P l a n r e g e l s 012.10.01.02.00.vrs I n h o u d s o p g a v e Artikel 1 Relatie met het vigerende bestemmingsplan 3 Artikel 2 Wonen 4 Artikel 3 Geluidzone (dubbelbestemming) 9 Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Nadere informatie

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D

Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Bestemmingsplan Haule, Dorpsstraat 56 te Haule V A S T G E S T E L D Inhoud Toelichting Regels Verbeelding 19 oktober 2010 Projectnummer

Nadere informatie

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines

4. Toetsingskader kleinschalige windturbines 4. Toetsingskader kleinschalige windturbines In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op het toetsingskader. In het toetsingskader zijn de criteria opgenomen voor de plaatsing van een kleinschalige windturbine.

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht; ^2 gemeente T -^^fc Nijkerk RAADSBESLUIT Nummer: 2012-094 De raad van de gemeente Nijkerk; gelezen het collegevoorstel van 2 oktober 2012; gelet op het bepaalde in artikel 2.27. lid 1, van de Wet algemene

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Waarde Ontwikkelingszone groen

Waarde Ontwikkelingszone groen Waarde Ontwikkelingszone groen Ja 1 Onderbouwing 1. De gronden zijn bestemd voor agrarisch met waarden natuur & landschap, waterstaat stroomvoerend regime en waarde - maasheggen. Het kappen van bos is

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5

Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende regels 3 Artikel 1 Toepassingsregels 3 Artikel 2 Begrippen 3 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 5 Artikel 3 Wonen 5 Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels 8 Artikel 4 Slotregel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG 1 Algemeen De uitbreiding van het plangebied met de locatie Boomsweg omvat deels een nieuwe ontwikkelingslocatie, Boomsweg 12, en deels het overnemen van

Nadere informatie

Caesarea - Hoenderloseweg 108 te Ugchelen

Caesarea - Hoenderloseweg 108 te Ugchelen Caesarea - Hoenderloseweg 108 te Ugchelen Aan de digitale bestemmingsplannen kunnen geen rechten worden ontleend. Getracht is de digitale versie zoveel mogelijk een kopie van de gewaarmerkte versie te

Nadere informatie

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels

Artikel X Wonen. X.2 Bouwregels Artikel X Wonen X.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroepen; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen -

Nadere informatie

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries (ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries Gemeente Tynaarlo November 2011 Projectgebied Inhoudsopgave 1. Inleiding... 4 2. Huidige en beoogde situatie... 5 2.1 Beschrijving van

Nadere informatie

Delegatielijst Projectbesluit

Delegatielijst Projectbesluit Delegatielijst Projectbesluit De gemeenteraad heeft op {datum} besloten om voor projecten welke voldoen aan onderstaande categorieën van gevallen het projectbesluit te delegeren aan het college. Categorie

Nadere informatie

No.: 11/9. Categorie buitengebied

No.: 11/9. Categorie buitengebied No.: 11/9 Categorie buitengebied Bestaande burger- of dienstwoningen A. Het vernieuwen, veranderen, vervangen en uitbreiden van een bestaande burger- of dienstwoning, 1. Vervallen; 2. de oppervlakte van

Nadere informatie

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert Nummer : 11-03.2015 Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert Korte inhoud : Er is een omgevingsvergunning aangevraagd om een opslagloods bij een agrarisch

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Jonkerstraat 16

GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied 2000, herziening 2002 Locatie Jonkerstraat 16 Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Oude IJsselstreek d.d. nr. G.H. Tamminga secretaris J.P.M. Alberse burgemeester GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK Plan van wijziging Buitengebied

Nadere informatie

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen

Toetsingskader. Ruimte voor ruimteregeling. Gemeente Heumen Toetsingskader Ruimte voor ruimteregeling Gemeente Heumen Vastgesteld: 20 december 2011 Inleiding In de raadsvergadering van 21 april is toegezegd dat er vooruitlopend op de structuurvisie die de gehele

Nadere informatie

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd;

waarbij, ter plaatse van de aanduiding karakteristiek, de instandhouding van de bestaande karakteristieke hoofdvorm wordt nagestreefd; 05-01-03 blz 49 Artikel 12: Bedrijfsdoeleinden 12. 1. Bestemmingsomschrijving De voor bedrijfsdoeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten behoeve van: 1. bedrijven die zijn genoemd

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels Bestemmingsplan Onderdeel Regels Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht BESTEMMINGSPLAN Buitengebied, herziening 1 Gemeente Sliedrecht Inhoud IDN-nummer : Regels : NL.IMRO.0610.bp03buitengebiedh1-3001

Nadere informatie

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Toekomstige situatie 4 4. Milieuaspecten 4 5. Planbeschrijving 4 6. Inspraak

Nadere informatie

Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied en Startdocument planm.e.r.

Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied en Startdocument planm.e.r. Informatiebrief van het college 2013 nummer 1148 Gorinchem, 18-02-2014 Onderwerp: Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied en Startdocument planm.e.r. Geachte leden van de raad, Op 17 februari 2014 hebben

Nadere informatie

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten

1. Aanleiding. 2. Omgevingsaspecten 1. Aanleiding De aanleiding voor het opstellen van een facetbestemmingsplan Ruimte-voorbedrijfsruimte is de herziening van het bestemmingsplan Buitengebied door middel van een beheersverordening. Hiertoe

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS Regels HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS... 1 Artikel 1 Begrippen... 1 Artikel 2 Nadere regels... 1 HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels... 2 Artikel 3 Groen... 2 Artikel 4 Maatschappelijk... 2 Artikel 5 Verkeer

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland

Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Notitie oppervlakteregeling aan- en uitbouwen en bijgebouwen Buitengebied Steenwijkerland Code 03-61-02 / 09-06-03

Nadere informatie

BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN

BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN BELEIDSNOTA HOBBY EN BEDRIJFSMATIG HOUDEN VAN PAARDEN EN HET OPRICHTEN VAN PAARDENBAKKEN juli 2006 M022-ãrdk L:\SO_BR\ITE_G0668\KZD5362ITE.doc - 2 - INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Paardenbakken en lichtmasten

Nadere informatie

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën

UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3. GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december ruimte voor ideeën UITWERKINGSPLAN MORTIERE FASE 4C3 GEMEENTE MIDDELBURG onherroepelijk 17 december 2011 ruimte voor ideeën Mortiere fase 4c3 Deze standaard is gebaseerd op de Bro (21 april 2008) en SVBP2008 (10 april 2008).

Nadere informatie