Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-trois 33

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-trois 33"

Transcriptie

1 _ :02 Pagina 33 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar/lerares verstrekt worden. Die gegevens vindt u in deze afdeling. Steeds is erbij vermeld bij welke Etape en welke oefening ze horen. U kunt ze kopiëren voor uw leerlingen als u hen de betreffende oefeningen wilt laten doen. U vindt in deze afdeling twee soorten spreekkaartjes: kaartjes waarbij alleen de voorkant bedrukt is, en kaartjes waarvan zowel de voorkant als de achterkant bedrukt is. Op de tweede soort kaartjes staat Voorkant of Achterkant ; u moet deze soort kaartjes dubbelzijdig kopiëren. trente-trois 33

2 _ :02 Pagina 34 spreekkaartjes étape 1, oefening 15 Voorkant étape 1, oefening 15, 1 Daar is Nienke. Zie je haar? 2 Nienke is mijn vriendin. 3 Ze is geen Franse. 4 Dus help ik haar. 5 Ze heeft haar walkman verloren. 6 Heeft u hem gevonden? 7 Heeft iemand hem gestolen? 8 Ik weet het niet. 9 We moeten naar het politiebureau gaan. 10 Dag meneer. Ik ben mijn paspoort verloren. 11 Waar bent u hem verloren? 12 Op het station. 13 Uw naam en voornaam, alstublieft? 14 Kunt u dat spellen? 15 Heeft u hem niet gevonden? 34 trente-quatre

3 _ :02 Pagina 35 spreekkaartjes étape 1, oefening 15 Achterkant étape 1, oefening 15, 2 Nienke est mon amie. 1 Voilà Nienke. Tu la vois? 4 Alors, je l aide. 3 Elle n est pas Française. 6 Vous l avez trouvé? 5 Elle a perdu son walkman. 8 Je ne (le) sais pas. 7 Quelqu un l a volé? 10 Bonjour, monsieur. J ai perdu mon passeport. 9 Il faut aller (Nous devons aller) au bureau de police. 12 A la gare. 11 Vous l avez perdu où? 14 Vous pouvez épeler? 13 Votre nom et prénom, s il vous plaît? 15 Vous ne l avez pas trouvé? trente-cinq 35

4 _ :02 Pagina 36 spreekkaartjes étape 2, oefening 11 Voorkant étape 2, oefening 11, 1 Ik ben Nederlander / Nederlandse. 2 Ik spreek Nederlands. 3 Ik ben in Japan geweest. 4 Daar praten ze Japans. 5 Ik heb een vriend in Zwitserland. 6 Hij spreekt Frans en Duits. 7 In Marokko spreekt men Arabisch. 8 Ik ga naar de Verenigde Staten. 9 Gina is Italiaanse. 10 Miguel is Spanjaard. 11 Wat betekent dat? 12 U gaat rechtdoor. 13 U gaat linksaf. 14 U gaat rechtsaf. 15 Het is niet ver. 36 trente-six

5 _ :02 Pagina 37 spreekkaartjes étape 2, oefening 11 Achterkant étape 2, oefening 11, 2 Je parle (le) hollandais. 1 Je suis Hollandais / Hollandaise. 4 Là-bas, ils parlent (on parle) (le) japonais. 3 J ai été au Japon. 6 Il parle (le) français et (l )allemand. 5 J ai un ami (copain) en Suisse. 8 Je vais (J irai) aux Etats-Unis. 7 Au Maroc, on parle (l )arabe. 10 Miguel est Espagnol. 9 Gina est Italienne. 12 Vous allez tout droit. 11 Qu est-ce que ça veut dire? 14 Vous allez à droite. 13 Vous allez à gauche. 15 Ce n est pas loin. trente-sept 37

6 _ :02 Pagina 38 spreekkaartjes étape 2, oefening 12 étape 2, oefening 12, Rol A étape 2, oefening 12, Rol B I Je klasgenoot (Rol B) is een dag op stap geweest in Parijs. Je stelt hem / haar vragen. Jij begint. I Je bent een dag op stap geweest in Parijs. Je klasgenoot (Rol B) stelt je vragen. Je klasgenoot begint. II 1 C était comment? 2 Qu est-ce que tu as vu? 3 Et tu as aimé? 4 Et les Champs-Elysées? 5 Oui, bien sûr. Mais tu es content(e) de ta journée? Nu ben jij een dag op stap geweest in Parijs. Je klasgenoot stelt je vragen. Je klasgenoot begint. 1 Zeg: Het was geweldig! 2 Je hebt het musée Grévin gezien en de Eiffeltoren. 3 Zeg: Ja, maar in het musée Grévin waren veel toeristen, je kon (het) niet goed zien. 4 Zeg: De Eiffeltoren was fantastisch! Je bent naar de tweede verdieping gegaan. Het was mooi weer, dus je kon heel Parijs zien. 5 Je bent erg tevreden en niet moe (= fatigué). II 1 Zeg: Het was niet slecht. 2 Je hebt het Louvre (= Le Louvre) gezien en de Champs-Elysées. 3 Zeg: Ja, maar het Louvre was erg groot, je hebt niet veel gezien. 4 Zeg: Er waren veel toeristen. Je hoorde alle talen van de wereld. 5 Je bent erg tevreden, maar je bent ook moe (= fatigué). Nu is je klasgenoot een dag op stap geweest in Parijs. Je stelt hem / haar vragen. Jij begint. 1 C était comment? 2 Qu est-ce que tu as vu? 3 Et tu as aimé? 4 Et la Tour Eiffel? 5 Donc, tu es content(e) de ta journée? 38 trente-huit

7 _ :03 Pagina 39 spreekkaartjes étape 2, oefening 13 étape 2, oefening 13, Le bureau de poste, s il vous plaît? Rol A Je gaat oefenen met de weg vragen en de weg wijzen. Hieronder zie je een plattegrond. Jullie staan bij het kruisje onderaan. B heeft dezelfde plattegrond, maar met andere gebouwen. Stel om de beurt een vraag. Jij begint. Jij vraagt de weg naar: 1 het postkantoor 2 een bakkerswinkel 3 het museum 4 de middelbare school Luister naar B. Zet op de plattegrond een kruisje voor elk gebouw waar je de weg naar gevraagd hebt. Controleer na afloop of je de kruisjes op de juiste plek hebt gezet. Dat kun je zien op de plattegrond van B. étape 2, oefening 13, Le bureau de poste, s il vous plaît? Rol B Je gaat oefenen met de weg vragen en de weg wijzen. Hieronder zie je een plattegrond. Jullie staan bij het kruisje onderaan. A heeft dezelfde plattegrond, maar met andere gebouwen. Stel om de beurt een vraag. A begint. Jij vraagt de weg naar: 1 het station 2 de moskee 3 een boekwinkel 4 de bioscoop Luister naar A. Zet op de plattegrond een kruisje voor elk gebouw waar je de weg naar gevraagd hebt. Controleer na afloop of je de kruisjes op de juiste plek hebt gezet. Dat kun je zien op de plattegrond van A. trente-neuf 39

8 _ :03 Pagina 40 spreekkaartjes étape 3, oefening 15 Voorkant étape 3, oefening 15, 1 Ga je vaak naar Martinique? 2 Ja, ik ga er vaak heen. 3 Ik ben er erg blij mee. 4 Zijn er veel vissen? 5 Ja, er zijn er veel. 6 De oom van Marion woont in Guadeloupe. 7 Ze is blij erheen te gaan. 8 Het is een vierkant ding. 9 Welke kleur is het? 10 Het is een rood ding. 11 Het is een lang en dun ding. 12 Het is om te spelen. 13 Het is om te tekenen. 14 Het is een ding van hout. 15 Het is een ding van glas. 40 quarante

9 _ :03 Pagina 41 spreekkaartjes étape 3, oefening 15 Achterkant étape 3, oefening 15, 2 Oui, j y vais souvent. 1 Tu vas souvent en Martinique? 4 Il y a beaucoup de poissons? 3 J en suis très content(e). 6 L oncle de Marion habite en Guadeloupe. 5 Oui, il y en a beaucoup. 8 C est un truc carré. 7 Elle est contente d y aller. 10 C est un truc rouge. 9 C est quelle couleur? 12 C est pour jouer. 11 C est un truc long et mince. 14 C est un truc en bois. 13 C est pour dessiner. 15 C est un truc en verre. quarante et un 41

10 _ :03 Pagina 42 spreekkaartjes proeftoets étape 3, oefening 2 proeftoets étape 3, oefening 2, Rol A en B Hieronder zie je tekeningen van twaalf dingen. Kies om de beurt een ding en beschrijf het in het Frans. Zeg iets over de vorm, over de kleur (als dat mogelijk is), over het materiaal (als dat mogelijk is) en wat je ermee kunt doen (C est pour ). De ander moet dan raden wat het is. Ieder moet vijf dingen beschrijven en vijf dingen raden. Geef elkaar een cijfer. Let daarbij op de uitspraak, het tempo en op het feit of je goed kunt begrijpen wat de ander bedoelt. 42 quarante-deux

11 _ :03 Pagina 43 spreekkaartjes étape 4, oefening 12 Voorkant étape 4, oefening 12, 1 Je kunt komen, als je wilt. 2 Je moet overstappen. 3 Mijn grootvader heeft een boot gehad. 4 Hij heeft hem verkocht. 5 Heb je zijn catamaran gezien? 6 Nee, ik heb hem niet gezien. 7 Hij heeft hem tweedehands gekocht. 8 Neem je ons mee? 9 Heb je een goede reis gehad? 10 Wil je naar Dinard gaan met me? 11 Wat kun je (= kan men) er doen? 12 Je kunt (= Men kan) er in de zee zwemmen. 13 Hoe wil je erheen gaan? 14 Ik wil er met de bus heengaan. 15 Ik ga Julien meteen opbellen. quarante-trois 43

12 _ :03 Pagina 44 spreekkaartjes étape 4, oefening 12 Achterkant étape 4, oefening 12, 2 Tu dois changer. 1 Tu peux venir, si tu veux. 4 Il l a vendu. 3 Mon grand-père a eu un bateau. 6 Non, je ne l ai pas vu. 5 Tu as vu son cata(maran)? 8 Tu nous emmène(ra)s? 7 Il l a acheté d occasion. 10 Tu veux aller à Dinard avec moi? 9 Tu as fait bon voyage? 12 On peut y nager dans la mer. 11 Qu est-ce qu on peut y faire? 14 Je veux y aller en car. 13 Tu veux y aller comment? 15 Je vais appeler Julien tout de suite. 44 quarante-quatre

13 _ :03 Pagina 45 spreekkaartjes étape 4, oefening 13 étape 4, oefening 13, Rol A étape 4, oefening 13, Rol B I II Je bent op vakantie in Bretagne en je hebt een leuke jongen/een leuk meisje ontmoet (rol B). Je wilt graag iets afspreken. Jij begint. Let op: Als je iets niet zo snel kunt zeggen, gebruik dan fillers! 1 Je te vois quand? 2 Ce soir? 3 Demain après-midi? 4 Samedi, alors? 5 Stel iets voor wat jullie samen kunnen doen. 6 Luister goed naar wat B zegt. Reageer op de juiste manier. 7 Noem een geschikte tijd. 8 Zeg dat je het ermee eens bent. Neem afscheid. Nu wil B graag iets afspreken, maar jij hebt het druk. B begint. 1 Zeg: Ik weet het niet. 2 Zeg: Nee, morgenavond ga ik naar de bioscoop met mijn zus. 3 Zeg: Nee, dinsdagmiddag ga ik een tochtje maken met de boot, met mijn oom. 4 Zeg: Ja, woensdag, dat is goed. Wat wil je doen? 5 Als het je leuk lijkt om te doen wat A voorstelt, zeg je: Oui, d accord. Als het je niet leuk lijkt, stel dan iets anders voor. 6 Vraag: Je te vois à quelle heure? 7 Herhaal de tijd die A noemt en stel de plaats voor waar jullie elkaar zullen ontmoeten. 8 Groet terug. I II Je bent op vakantie in Bretagne en je hebt een leuke jongen/een leuk meisje ontmoet (rol A). A wil graag iets afspreken, maar jij hebt veel te doen. A begint. Let op: Als je iets niet zo snel kunt zeggen, gebruik dan fillers! 1 Zeg: Ik weet het niet. 2 Zeg: Nee, vanavond ga ik naar het restaurant met mijn ouders. 3 Zeg: Nee, morgenmiddag ga ik vissen met mijn oom. 4 Ja, zaterdagmiddag, dat is goed. Wat wil je doen? 5 Als het je leuk lijkt om te doen wat A voorstelt, zeg je: Oui, d accord. Als het je niet leuk lijkt, stel dan iets anders voor. 6 Vraag: Je te vois à quelle heure? 7 Herhaal de tijd die A noemt en stel de plaats voor waar jullie elkaar zullen ontmoeten. 8 Groet terug. Nu wil jij graag iets afspreken. Jij begint. 1 Je te vois quand? 2 Demain soir? 3 Mardi après-midi? 4 Mercredi, alors? 5 Stel iets voor wat jullie samen kunnen doen. 6 Luister goed naar wat B zegt. Reageer op de juiste manier. 7 Noem een geschikte tijd. 8 Zeg dat je het ermee eens bent. Neem afscheid. quarante-cinq 45

14 _ :03 Pagina 46 spreekkaartjes étape 5, oefening 15 Voorkant étape 5, oefening 15, 1 Ben je in Nederland geweest? 2 Heb je de bloembollenvelden gezien? 3 Hadden jullie een fiets? 4 Was het niet gevaarlijk? 5 Vandaag regent het. 6 Gisteren heeft het geregend. 7 Morgen zal het regenen. 8 Het postkantoor, alstublieft? 9 Het postkantoor is gesloten. 10 Het is geopend tot 12 uur. 11 Ik ben buitenlander. 12 Ik begrijp het niet. 13 Wat betekent dat? 14 Wilt u het herhalen alstublieft? 15 Wilt u langzamer spreken, alstublieft? 46 quarante-six

15 _ :03 Pagina 47 spreekkaartjes étape 5, oefening 15 Achterkant étape 5, oefening 15, 2 (Est-ce que) tu as vu les champs de fleurs? 1 (Est-ce que) tu as été en Hollande? 4 (Est-ce que) ce n était pas dangereux? 3 (Est-ce que) vous aviez une bicyclette? 6 Hier, il a plu. 5 Aujourd hui, il pleut. 8 Het postkantoor, alstublieft? 7 Demain, il pleuvra. 10 Il est ouvert jusqu à midi. 9 Le bureau de poste est fermé. 12 Ik begrijp het niet. 11 Je suis étranger (étrangère). 14 Voulez-vous répéter, s il vous plaît? 13 Qu est-ce que ça veut dire? 15 Voulez-vous parler plus lentement, s il vous plaît? quarante-sept 47

16 _ :03 Pagina 48 spreekkaartjes étape 5, oefening 17 étape 5, oefening 17, Rol A étape 5, oefening 17, Rol B I Je bent in Parijs en je vraagt de weg aan een voorbijganger (Rol B). Jij begint. 1 Meneer/Mevrouw, het Gare du Nord, alstublieft? 2 Vraag of B langzamer wil spreken. Zeg dat je buitenlander bent. 3 Zeg dat je het begrijpt. Herhaal wat B zegt, maar verander U in ik. 4 Herhaal wat B zegt, maar verander U in ik. 5 Vraag of B het wil herhalen. 6 Zeg dat je het begrijpt. Vraag of het ver is. 7 Bedank B en zeg: Tot ziens! I Je loopt in Parijs. Een toerist (Rol A) vraagt je de weg. A begint. 1 Zeg snel: C est tout droit jusqu au feu rouge, puis vous allez à droite, et après, vous prenez la deuxième rue à gauche. 2 Goed. U gaat rechtdoor tot aan het stoplicht. 3 Bij het (= Au) stoplicht gaat u rechtsaf. 4 Daarna neemt u de tweede straat links. 5 Doe wat A vraagt. 6 Het is niet ver. 7 Zeg: Geen dank! Tot ziens! II Nu vraagt je klasgenoot de weg en ben jij de voorbijganger. Je klasgenoot begint. 1 Zeg snel: C est tout droit jusqu au carrefour, puis vous allez à gauche, et après, vous prenez la troisième rue à droite. 2 Goed. U gaat rechtdoor tot aan het kruispunt. 3 Op het (= Au) kruispunt gaat u linksaf. 4 Daarna neemt u de derde straat rechts. 5 Doe wat A vraagt. 6 Het is niet erg ver. 7 Zeg: Geen dank! Tot ziens! II Nu ben jij de toerist. Je vraagt de weg aan een voorbijganger (Rol A). Jij begint. 1 Meneer/Mevrouw, het Louvre, alstublieft? 2 Vraag of B langzamer wil spreken. Zeg dat je buitenlander bent. 3 Zeg dat je het begrijpt. Herhaal wat B zegt, maar verander U in ik. 4 Herhaal wat B zegt, maar verander U in ik. 5 Vraag of B het wil herhalen. 6 Zeg dat je het begrijpt. Vraag of het ver is. 7 Bedank B en zeg: Tot ziens! 48 quarante-huit

17 _ :03 Pagina 49 spreekkaartjes étape 6, oefening 12 Voorkant étape 6, oefening 12, 1 Ik zou graag ver weg willen gaan. 2 Waar zou je heen gaan? 3 Ik zou het vliegtuig nemen naar (= pour) New York. 4 Wat zou je daar doen? 5 We zouden er een week blijven. 6 Zouden jullie met de boot willen reizen? 7 Het zou een grote boot zijn. 8 Een boot met volop dingen. 9 Zou je met me mee komen? 10 De meisjes zouden nooit genoeg geld hebben. 11 Ze zouden de reis niet kunnen betalen. 12 Ik moet vertrekken. 13 Je zult het vliegtuig moeten nemen. 14 We zouden moeten werken! 15 Ze hebben de boot moeten nemen. quarante-neuf 49

18 _ :03 Pagina 50 spreekkaartjes étape 6, oefening 12 Achterkant étape 6, oefening 12, 2 Tu irais où? 1 J aimerais partir loin. 4 Qu est-ce que tu ferais là-bas? 3 Je prendrais l avion pour New York. 6 Vous voudriez voyager en bateau? 5 Nous y resterions une semaine. 8 Un bateau avec plein de trucs. 7 Ce serait un grand bateau. 10 Les filles n auraient jamais assez d argent. 9 Tu viendrais avec moi? 12 Il faut partir (Je dois partir). 11 Elles ne pourraient pas payer le voyage. 14 Il faudrait travailler (Nous devrions travailler)! 13 Il faudra prendre l avion (Tu devras prendre l avion). 15 Il a fallu prendre le bateau (Ils ont dû prendre le bateau). 50 cinquante

19 _ :03 Pagina 51 spreekkaartjes étape 7, oefening 13 Voorkant étape 7, oefening 13, 1 Je bent een goede leerling. 2 Je werkt goed. 3 Die weg is echt gevaarlijk! 4 Dat is waar. 5 Ik voel me niet goed. 6 Gisteren voelde ik me beter. 7 Mmmm! Dat ruikt lekker! 8 Wat doe je vanavond? 9 Wat doe je voor sport? 10 Ik voetbal. 11 Mijn zus tennist. 12 Mijn ouders fietsen. 13 Rijden jullie paard? 14 Nee, wij doen aan fitnesstraining. 15 Ik rook niet en ik drink niet. cinquante et un 51

20 _ :03 Pagina 52 spreekkaartjes étape 7, oefening 13 Achterkant étape 7, oefening 13, 2 Tu travailles bien. 1 Tu es un bon élève. 4 C est vrai. 3 Cette route est vraiment dangereuse! 6 Hier, je me sentais mieux. 5 Je ne me sens pas bien. 8 Qu est-ce que tu fais ce soir? 7 Miam! Ça sent bon! 10 Je fais du foot(ball). 9 Qu est-ce que tu fais comme sport? 12 Mes parents font du vélo (de la bicyclette). 11 Ma soeur fait du tennis. 14 Non, nous faisons de la musculation. 13 (Est-ce que) vous faites du cheval? 15 Je ne fume pas et je ne bois pas. 52 cinquante-deux

21 _ :03 Pagina 53 spreekkaartjes étape 8, oefening 13 Voorkant étape 8, oefening 13, 1 Ik heb een tafel gereserveerd. 2 Ik zou graag de kaart willen alstublieft. 3 Als voorgerecht neem ik de tomatensalade. 4 Daarna neem ik een gegrilde biefstuk. 5 En als groenten neem ik patat. 6 Als toetje wil ik graag een ijsje. 7 En als drank nemen we witte wijn. 8 En een kan water, alstublieft. 9 Ober, de rekening alstublieft. 10 Het was erg lekker. 11 Ik eet geen vlees meer. 12 Ik drink nooit wijn. 13 Wat heb je gedronken? 14 Ik heb niets gedronken. 15 Eet smakelijk! cinquante-trois 53

22 _ :03 Pagina 54 spreekkaartjes étape 8, oefening 13 Achterkant étape 8, oefening 13, 2 Je voudrais la carte, s il vous plaît. 1 J ai réservé une table. 4 Ensuite (Après, Puis), je prends une entrecôte grillée. 3 Comme entrée, je prends la salade de tomates. 6 Comme dessert, je voudrais une glace. 5 Et comme légumes, je prends des frites. 8 Et une carafe d eau, s il vous plaît. 7 Et comme boisson, nous prenons (on prend) du vin blanc. 10 C était très bon. 9 Garçon, l addition, s il vous plaît. 12 Je ne bois jamais de vin. 11 Je ne mange plus de viande. 14 Je n ai rien bu. 13 Qu est-ce que tu as bu? 15 Bon appétit! 54 cinquante-quatre

23 _ :03 Pagina 55 spreekkaartjes proeftoets étape 8, oefening 2 proeftoets étape 8, oefening 2, Rol A Samen met je klasgenoot zit je in een restaurant. Eerst kies je elk je maaltijd. Kijk daarvoor op het menu. Daarna praten jullie over jullie gewoontes. Jij begint. proeftoets étape 8, oefening 2, Rol B Samen met je klasgenoot zit je in een restaurant. Eerst kies je elk je maaltijd. Kijk daarvoor op het menu. Daarna praten jullie over jullie gewoontes. Je klasgenoot begint. Menu Entrées Salade de tomates au basilic Salade au chèvre chaud Pâté du chef Plats Entrecôte grillée Boeuf bourguignon Couscous mouton Desserts Glace deux boules Fruit de la saison Tarte maison Menu Entrées Salade de tomates au basilic Salade au chèvre chaud Pâté du chef Plats Entrecôte grillée Boeuf bourguignon Couscous mouton Desserts Glace deux boules Fruit de la saison Tarte maison 1 Vraag: Wat neem jij? 2 Zeg wat jij als voorgerecht neemt. 3 Geef antwoord. 4 Vraag: Wat wil je als toetje? 5 Zeg wat jij als toetje wilt. 6 Zeg dat je witte wijn wilt. 7 Vraag: Drink je nooit alcohol? 8 Zeg dat jij soms alcohol drinkt en soms rookt. 1 Antwoord wat je als voorgerecht neemt. 2 Vraag: En wat neem je daarna? 3 Zeg wat jij als hoofdgerecht neemt. 4 Zeg wat jij als toetje wilt. 5 Vraag: En wat drinken we? 6 Zeg dat je geen alcohol drinkt en dat je graag mineraalwater wilt. 7 Antwoord dat je niet rookt en niet drinkt. 8 Geef je mening over de gewoontes van A. cinquante-cinq 55

24 _ :03 Pagina 56 spreekkaartjes étape 9, oefening 13 Voorkant étape 9, oefening 13, 1 Vandaag is het 14 juli. 2 Er is een optocht, een bal en een vuurwerk. 3 Er zijn ook spelen. 4 Bij ons is de nationale feestdag 30 april. 5 Dat is een vrije dag. 6 We vieren Koninginnedag. 7 En wat doen jullie op die dag? 8 In veel steden zijn er rommelmarkten. 9 De mensen verkopen van alles. 10 Gefeliciteerd met je verjaardag! 11 Heb je morgen je examen? Veel succes! 12 Het is binnenkort Kerstmis. Prettige feestdagen! 13 Heb je je examen gehaald? Gefeliciteerd! 14 Ga je aan de Ramadan doen? Sterkte! 15 Vertrekt u morgen? Goede reis! 56 cinquante-six

25 _ :03 Pagina 57 spreekkaartjes étape 9, oefening 13 Achterkant étape 9, oefening 13, 2 Il y a un défilé, un bal et un feu d artifice. 1 Aujourd hui, c est le quatorze juillet. 4 Chez nous, la fête nationale, c est le trente avril. 3 Il y a aussi des jeux. 6 Nous fêtons (On fête) le jour de la reine. 5 C est un jour férié. 8 Dans beaucoup de villes, il y a des videgreniers. 7 Et qu est-ce que vous faites, ce jour-là? 10 Bon anniversaire! 9 Les gens vendent n importe quoi. 12 C est bientôt Noël. Bonnes fêtes! 11 Tu as ton examen demain? Bonne chance! 14 Tu vas faire le Ramadan? Bon courage! 13 Tu as eu ton examen? Mes félicitations! 15 Vous partez demain? Bon voyage! cinquante-sept 57

26 _ :03 Pagina 58 spreekkaartjes étape 10, oefening 13 Voorkant étape 10, oefening 13, 1 Wat ga je later doen, Greg? 2 Ik zou graag in de informatica werken. 3 Maar misschien zal ik werkloos zijn. 4 En jij, wat wil jij worden? 5 Ik zou graag met dieren werken. 6 Ik ben dol op dieren. 7 Ik, ik zou graag leraar willen worden. 8 Een arts houdt zich bezig met (de) zieke mensen 9 Een stewardess werkt in een vliegtuig. 10 Ze houdt zich bezig met de reizigers. 11 Een onderwijzer is iemand die les geeft. 12 Ik ben het er niet mee eens. 13 Je hebt gelijk. 14 Hoe gaat het met je? 15 Ik heb je brief goed ontvangen. 58 cinquante-huit

27 _ :03 Pagina 59 spreekkaartjes étape 10, oefening 13 Achterkant étape 10, oefening 13, 2 J aimerais (Je voudrais) travailler dans l informatique. 1 Qu est-ce que tu feras (vas faire) plus tard, Greg? 4 Et toi, qu est-ce que tu veux (voudrais) devenir? 3 Mais peut-être, je serai au chômage. 6 J adore les animaux. 5 J aimerais (Je voudrais) travailler avec des animaux. 8 Un médecin s occupe des gens malades. 7 Moi, je voudrais (J aimerais) devenir professeur. 10 Elle s occupe des voyageurs. 9 Une hôtesse de l air travaille dans un avion. 12 Je ne suis pas d accord. 11 Un instituteur (Un professeur des écoles) est quelqu un qui donne des cours. 14 Comment vas-tu? 13 Tu as raison. 15 J ai bien reçu ta lettre. cinquante-neuf 59

28 _ :03 Pagina 60 spreekkaartjes étape 10, oefening 14 étape 10, oefening 14, Rol A Hieronder zie je een lijst met beroepen. Ze zijn allemaal m/v. Om de beurt gaan jullie een beroep in het Frans omschrijven, zonder de naam van het beroep te noemen. Je moet net zolang doorpraten tot de ander het beroep geraden heeft. De ander mag helpen door vragen te stellen (in het Frans!). Vergeet niet om je resultaten op te schrijven in je werkboek. Jij begint. Je omschrijft één beroep. Daarna is je medeleerling (B) aan de beurt. Ook hij/zij omschrijft een beroep uit de lijst hieronder. Daarna ben jij weer. Je omschrijft de volgende beroepen: 1 huisarts 2 slager 3 tuinder (= hovenier) Lijst met beroepen: zanger striptekenaar drummer journalist postbode loketbeambte bij de Spoorwegen groenteman slager bakker huisarts ziekenverpleger tandarts tuinder (= hovenier) metselaar timmerman étape 10, oefening 14, Rol B Hieronder zie je een lijst met beroepen. Ze zijn allemaal m/v. Om de beurt gaan jullie een beroep in het Frans omschrijven, zonder de naam van het beroep te noemen. Je moet net zolang doorpraten tot de ander het beroep geraden heeft. De ander mag helpen door vragen te stellen (in het Frans!). Vergeet niet om je resultaten op te schrijven in je werkboek. Je medeleerling (A) begint. Hij/Zij omschrijft één beroep uit de lijst hieronder. Als jij het beroep geraden hebt, ben jij aan de beurt. En daarna A weer. Je omschrijft de volgende beroepen: 1 journalist 2 loketbeambte bij de Spoorwegen 3 timmerman Lijst met beroepen: zanger striptekenaar drummer journalist postbode loketbeambte bij de Spoorwegen groenteman slager bakker huisarts ziekenverpleger tandarts tuinder (= hovenier) metselaar timmerman 60 soixante

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-trois 33

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-trois 33 06180432_binnen 27-09-2004 14:42 Pagina 33 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen, waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar/lerares

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux 0618036x_binnen_02 12-10-2004 14:52 Pagina 32 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens je volgende vergadering. Utilisez 3 phrases en français pendant votre prochaine réunion d équipe. Spreek Nederlands tijdens je volgende telefoongesprek. Parlez

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. UW MENING GEVEN spreken inleiding en doel Een mening is wat iemand denkt of vindt. U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt. U leert ook uw mening geven. Uw mening geven

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit

5.5. Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari keer beoordeeld. Frans toetje met vanillevla en geklopt eiwit Boekverslag door K. 718 woorden 3 februari 2014 5.5 2 keer beoordeeld Vak Methode D'accord! Le radis La carotte Le thon La sauce tomate Le brocoli Le plat du jour Le poisson Une escalope de veau Un poulet

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen

Acceptez-vous le paiement par carte? Acceptez-vous le paiement par carte? Vragen of je met een creditcard kunt betalen - Bij de ingang Je voudrais réserver une table pour _[nombre de personne]_ à _[heure]_. Een reservering doen Une table pour _[nombre de personne]_, s'il vous Om een tafel vragen Je voudrais réserver une

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL

Nadere informatie

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië

Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië Het taalconflict in België Vlamingen gedropt in Wallonië België is officieel tweetalig, maar de Vlamingen en Walen gaan niet altijd goed samen. Je kunt spreken van een taalconflict. Hoe kijken Vlaamse

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

Objectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge

Objectif général J aime lire ce livre O O O O O. Je peux comprendre un roman sous forme de récit de voyage de quelqu un de mon âge Nom: Bienvenue à Amsterdam, Juliette! De komende weken gaan we een boekje lezen over de Canadese Juliette. Juliette woont in het Franstalige deel van Canada, Québec. Haar moeder Marianne is journalist

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente et un 31

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente et un 31 afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar/lerares verstrekt worden. Die gegevens vindt

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux

Kopieerbladen. afdeling 4. Inleiding. trente-deux afdeling 4 Kopieerbladen Inleiding In het werkboek is een aantal oefeningen opgenomen, waarbij de leerlingen gebruik moeten maken van gegevens die door de leraar/lerares verstrekt worden. Die gegevens

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 6

BEGINNERSCURSUS DAG 6 1 BEGINNERSCURSUS DAG 6 A. FORCING Tekst: Het telefoongesprek B. GRAMMATICA Vorming van de V.T.T. gebruik Onregelmatige werkwoorden C. CONVERSATIE Telefoneren 2 REEKS I: HET DAGELIJKSE LEVEN Tekst Het

Nadere informatie

Eik rustiek wit geolied Chêne rustique huilé blanc

Eik rustiek wit geolied Chêne rustique huilé blanc Eik rustiek it geolied Chêne rustique huilé blanc parket Leuke aanbiedingen in FSC hout 2015 parquet Offres attractives en bois FSC hout 2015 Beuk ild, natuur geolied 41,50 Eik ild rood, natuur geolied

Nadere informatie

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde

Ik stel me voor VOCABULAIRE RAPPEL A RETENIR. domestique. Je suis en quatrième année. Ik zit in het vierde leerjaar. un cobaye, un cochon d Inde Néerlandais Ik stel me voor VOCABULAIRE zich voorstellen se présenter RAPPEL wonen een huis (het) een flat een broer een zus een halfbroer habiter une maison un appartement un frère une soeur un demi-frère

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen

Nadere informatie

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:

Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht: Mijn vriendenboek Voornaam: Naam: Woonplaats: Leeftijd: Verjaardag: Broers of zussen: Kleur van het haar: Kleur van de ogen: Lengte: Gewicht: Klas: Hobby s: Favoriete sport: Lievelingsvak op school: Lievelingseten:

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten. Voyages nieuw 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Frans op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke unité van Voyages nieuw 1 u het beste kunt beginnen.

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen?

Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen? Vandaag met de fiets? Waarom ook niet morgen naar het werk, naar de sportclub of om je boodschappen te doen? Enkele redenen om ook dagelijks te fietsen! Fietsen is snel! Fiets je minder dan 5 km in de

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller)

Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening Frans Vervoegingen werkwoorden (avoir, etre, faire, vouloir, pouvoir, aller) Aantekening door A. 1086 woorden 28 september 2014 6,6 430 keer beoordeeld Vak Frans Avoir = hebben Présent j'ai

Nadere informatie

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME Je bent als toerist in Parijs. Je kent de stad nog niet en wilt graag naar een voetbalwedstrijd. Je bezoekt de VVV. 1) Groet de medewerker aan de balie. 2) Vertel

Nadere informatie

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4

Unité 7 Diagnose Kopieerblad 1. Je. 1. Bonjour. Je ch une jupe. J ai b. mais je ai pas de chapeaux. 4 Unité 7 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna Nog even oefenen Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME Je bent als toerist in Parijs. Je kent de stad nog niet en wilt graag informatie over een zwembad waar je met je vrienden heen wilt gaan. Je bezoekt de VVV. 1) Groet

Nadere informatie

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois! Votre excellence, chers amis, Hartelijk welkom, As-salam alaykom Bienvenue à la Nuit des Idées, Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant!

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant! Onze kinderen zijn onze grootste schatten. We proberen ze zo goed mogelijk af te schermen van alle potentiële gevaren. Maar met onze eigen veiligheid springen we vaak minder zorgzaam om. Met als uitgangspunt

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen VMBO-GL en TL 2015 tijdvak 1 dinsdag 12 mei 13.30-15.30 uur Frans CSE GL en TL Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Beantwoord alle vragen in de uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift

Nadere informatie

Op het potje Sur le petit pot

Op het potje Sur le petit pot Op het potje Sur le petit pot Wanneer wordt je kind zindelijk? Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet

Nadere informatie

la bière une pression une demie

la bière une pression une demie la carte le jus de pomme le jus d orange le jus de raisin le jus de pamplemousse l eau minérale plate l eau minérale pétillante le vin blanc le vin rouge la bière une pression une demie une grande tasse

Nadere informatie

Om nooit te vergeten...

Om nooit te vergeten... Om nooit te vergeten... - 10 jaar wijkwerking Ronse - Samenlevingsopbouw Oost-Vlaanderen Beste buurtbewoner Beste partner Deze brochure én film met prachtige foto s, getuigenissen en citaten zijn het resultaat

Nadere informatie

Qui est à l appareil?

Qui est à l appareil? Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Chairs for the quality office FLIGHT

Chairs for the quality office FLIGHT Chairs for the quality office FLIGHT Flight 20 Het nieuwe werken Une nouvelle façon de travailler Het nieuwe werken houdt in dat één bureaustoel meerdere gebruikers heeft. Flight 20 is hiervoor geschikt

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. Jullie kunnen een hoofdgerecht of

Nadere informatie

De job van mijn partner L emploi de mon conjoint

De job van mijn partner L emploi de mon conjoint De job van mijn partner L emploi de mon conjoint Redactioneel onderzoek 7.2 tweeverdieners; 17 21 sept 29 Jobat.be Actu24.be Nieuwsblad.be Standaard.be Vers l Avenir -1- Belangrijkste bevindingen 1. Ietsmeerdande

Nadere informatie

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL

LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL LEXIQUE DE BASE FRANS VOOR DE LAGERE SCHOOL Tamara Buyck Liezelotte De Schryver Leen Van Craesbeek Acco Leuven / Den Haag VOORWOORD Deze Lexique de base is bestemd voor leerkrachten lager onderwijs en

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten.

Je rijdt recht door, voorbij het sportpaleis, over de brug van het Albertkanaal tot aan de verkeerslichten. Eerste mogelijkheid U komt vanuit Brussel, Gent of Hasselt. U volgt de ring van Gent naar Breda tot aan de afrit Sportpaleis. Bij het nemen van deze afrit moet u voorsorteren om rechtdoor het kruispunt

Nadere informatie

(HULP)WERKWOORDEN VAN MODALITEIT

(HULP)WERKWOORDEN VAN MODALITEIT (HULP)WERKWOORDEN VAN MODALITEIT 1. De vormen van KUNNEN, MOGEN, WILLEN & MOETEN kunnen mogen willen moeten Ik kan mag wil moet dat alleen doen. Je / U kunt mag wilt moet dat alleen doen. kan wil dat alleen

Nadere informatie

Herhalingen over grammatica (voor de examens)

Herhalingen over grammatica (voor de examens) 1. Modale hulpwerkwoorden Herhalingen over grammatica (voor de examens) Vertaal in het Nederlands. 1. Vous pouvez (avoir la possibilité) manger un plat ou un dessert. 2. Ils doivent aller au magasin de

Nadere informatie

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen). Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

janvier Maak nu zelf de meervoudsvormen van de volgende woorden. 1. la fête 2. le café 3. le nom 4. l'hôtel 5. le canal 6. la voix

janvier Maak nu zelf de meervoudsvormen van de volgende woorden. 1. la fête 2. le café 3. le nom 4. l'hôtel 5. le canal 6. la voix 9 janvier Gisteren heb je de bepaalde lidwoorden voor het enkelvoud geleerd. Vandaag volgt de meervoudsvorm. Je leert ook hoe je het meervoud van het zelfstandig naamwoord maakt. De meervoudsvorm van de

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? 35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar

Nadere informatie

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire...

1.1 Introduction... 2. 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3. 1.3 Prononciation... 5. 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7. 1.5 Grammaire... Frans A1 Livret de français 1 Se présenter Sommaire 1.1 Introduction... 2 1.2 Leçon 1: Se présenter... 3 1.3 Prononciation... 5 1.4 Culture: Un, deux, trois ou quatre bisous... 7 1.5 Grammaire... 7 1.6

Nadere informatie