Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van IgA Nefropathie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van IgA Nefropathie"

Transcriptie

1 Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van IgA Nefropathie November 2006 De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in een individueel geval deze aanbevelingen niet van toepassing zijn. Het is de verantwoordelijkheid van de behandelend arts te beoordelen of de richtlijn in de praktijk toepasbaar is. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor, in het belang van een goede zorg voor de patiënt, van een richtlijn moet worden afgeweken. 1

2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Samenstelling werkgroep 5 Samenvatting 6 Diagnostiek bij IgA nefropathie 6 Behandeladvies IgA nefropathie 7 Algoritme behandeling IgA nefropathie zonder nefrotisch syndroom 9 Algoritme behandeling IgA nefropathie met nefrotisch syndroom 10 Standaardbehandeling IgA nefropathie 11 Immunosuppressieve behandeling IgA nefropathie 12 Protocol 13 Inleiding 13 Etiologie 13 Pathogenese 14 Pathologie 14 Epidemiologie 15 Klinisch beloop en prognostische factoren 15 Diagnostiek 17 Behandeling IgA nefropathie 18 standaardbehandeling 18 immunosuppressieve behandeling 20 visolie 22 overige behandelingen 23 Behandeling specifieke groepen met IgA nefropathie 24 nefrotisch syndroom 24 Snel progressieve nierinsufficiëntie 24 Behandeladvies IgA nefropathie 26 2

3 Referenties 28 Bijlagen 37 Tabel 1. Standaardbehandeling 37 Tabel 2. Immunosuppressieve behandeling en visolie 38 Figuur 1. Algoritme behandeling IgA nefropathie zonder nefrotisch syndroom 39 Figuur 2. Algoritme behandeling IgA nefropathie met nefrotisch syndroom 40 Appendix A. Overwegingen gebruik serum kreatinine als maat GFR 41 Appendix B.Formules voor schatting GFR 43 Appendix C. Indeling van de literatuur naar bewijskracht 44 3

4 Voorwoord Deze richtlijn is ontwikkeld om evidence based richtlijnen op te stellen voor de behandeling en diagnostiek van IgA nefropathie. De richtlijn is tot stand gekomen met behulp van een subsidie van de Nierstichting Nederland (PV 02) Doelstelling Doelstelling van deze richtlijn is het geven van adviezen voor de diagnostiek en behandeling van IgA-nefropathie ter ondersteuning van de dagelijkse nefrologische praktijkvoering. Richtlijngebruikers De richtlijn is bedoeld voor internisten en internist-nefrologen. Wetenschappelijke onderbouwing De richtlijn is voor zover mogelijk gebaseerd op bewijs uit gepubliceerd wetenschappelijk onderzoek. Relevante artikelen werden gezocht door het verrichten van systematische zoekacties. Er werd gezocht in MEDLINE en Cochrane-databases tot juli Daarnaast werden artikelen geëxtraheerd uit referentielijsten van opgevraagde literatuur. Na selectie bleven de artikelen over die als onderbouwing bij de verschillende conclusies vermeld staan. De geselecteerde artikelen zijn vervolgens beoordeeld op kwaliteit van het onderzoek en gegradeerd naar mate van bewijs. De gebruikte indeling van de literatuur naar mate van bewijs is weergegeven in appendix C. Betekenis van de richtlijn De richtlijn is bedoeld als een leidraad bij de behandeling van patiënten met IgA-nefropathie, het is geen voorschrift. In individuele gevallen kan het nodig of wenselijk zijn van de richtlijn af te wijken. De werkgroep wil er met nadruk op wijzen dat deze richtlijn niet bedoeld is om aan te geven wanneer een nierbiopsie geïndiceerd is. De richtlijn geeft aanbevelingen voor patiënten met een bekende diagnose. Richtlijnen ten aanzien van uitvoering van een nierbiopsie en bewerking en beoordeling van een nierbiopt zullen in een toekomstige richtlijn worden geformuleerd. In deze richtlijn wordt het serum kreatinine gebruikt als maatstaf voor beleid. De werkgroep is zich bewust van de beperking hiervan. Voor de overwegingen verwijzen wij naar appendix A. Behandeling met (hoge) doseringen corticosteroïden kan gepaard gaan met osteoporose. Voor preventie van osteoporose bij gebruik van corticosteroïden verwijzen wij naar de 2 e herziene CBO richtlijn Osteoporose. Hierbij moet men zich realiseren dat over het gebruik van bisfosfonaten bij patiënten met een chronische nierinsufficiëntie weinig bekend is. 4

5 Samenstelling van de werkgroep Drs. J.K.J Deegens, internist, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen Prof. dr. J.F.M. Wetzels, internist-nefroloog, Universitair Medisch Centrum St. Radboud, Nijmegen Dr. J.J. Beutler, internist-nefroloog, Jeroen Bosch Ziekenhuis, Den Bosch Dr. P.W.G. du Buf-Vereijken, internist-nefroloog, Amphia Ziekenhuis, Breda Prof. dr. J.W. de Fijter, internist-nefroloog, Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden Dr. C.A. Stegeman, internist nefroloog, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen Drs. M.G. Vervloet, internist-nefroloog, VU Medisch Centrum, Amsterdam Dr. A.W.L van den Wall Bake, internist-nefroloog, Maxima Medisch Centrum, Veldhoven 5

6 Samenvatting Samenvatting Diagnostiek Anamnese: Vragen macroscopische hematurie, hematurie gerelateerd aan infecties of lichamelijke inspanning, maag/darmklachten, gewrichtsklachten, huidafwijkingen, doofheid (familiaire vorm IgA nefropathie), nierziekten in familie Lichamelijk onderzoek: Let op bloeddruk, huidafwijkingen, gewrichten en oedeem Aanbevolen laboratoriumonderzoek: Na, K, kreatinine, ureum, albumine, ALAT, ASAT, totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden, HDL-cholesterol, glucose, Hb/Ht, selectiviteitsindex bij een nefrotisch syndroom. Op indicatie HIV serologie, hepatitis B serologie Aanbevolen urineonderzoek: urinesediment, erythrocytencilinders en/of dysmorfe erytrocyten, 24-uurs urine op eiwit en kreatinine Aanvullend onderzoek: echo nieren 6

7 Samenvatting Behandeladvies IgA nefropathie Op grond van de hiervoor beschreven gegevens komen wij tot een advies voor de behandeling van IgA-nefropathie bij volwassenen zoals weergegeven in figuur 1 en tabel 1 en 2. Bij patiënten zonder proteïnurie (< 0,5 g/dag) en een normale nierfunctie (serum kreatinine < 133 μmol/l of kreatinineklaring > 70 ml/min) is de kans op nierfalen klein. Het advies is om deze groep jaarlijks te controleren op nierfunctie en proteïnurie. Patiënten met een proteïnurie > 0,5 g/dag en een normale nierfunctie hebben een verhoogde kans op nierinsufficiëntie. De initiële behandeling bestaat uit de standaardbehandeling. Hierbij wordt gestreefd naar een proteïnurie < 0,5 g/dag, een bloeddruk 130/80 mmhg bij een proteïnurie < 1 g/dag (niveau 1) en een bloeddruk 125/75 mmhg bij een proteïnurie > 1 g/dag (niveau 3). Het middel van eerste keus is een ACEi (niveau 1). Indien de streefwaarden niet worden bereikt met adequate behandeling met ACEi (adequaat = induceren van zoutdepletie door natriumbeperkt dieet en zonodig toevoegen van een diureticum) kan de behandeling worden uitgebreid met een ARB, een diureticum van een andere klasse, een bètablokker en/of een calciumantagonist. Bij persisterende proteïnurie > 1 g/dag ondanks een bloeddruk 125/75 mmhg kan de proteïnurie verder verlaagd worden met behulp van een HMG-CoA reductase remmer (niveau 3). Gestreefd wordt naar een LDLcholesterol 2,6 mmol/l (niveau 4). In voorkomende gevallen moet geadviseerd worden om te stoppen met roken (niveau 3). Indien het met de standaardbehandeling niet lukt om een proteïnurie < 1 g/dag te bereiken, moet behandeling met prednison gedurende 6 maanden worden overwogen (niveau 2). Patiënten met een nierinsufficiëntie (serum kreatinine > 133 μmol/l) hebben een hoog risico op progressie naar terminale nierinsufficiëntie. Ook deze groep patiënten moet de standaardbehandeling krijgen zoals hierboven beschreven. Daarnaast kan de progressie van nierfunctieverlies vertraagd worden door middel van een eiwitbeperkt dieet (niveau 1) en cholesterolverlaging (niveau 2). Gestreefd wordt naar een LDL-cholesterol 2,6 mmol/l (niveau 4). Indien het serum kreatinine > 15% per jaar stijgt lijkt behandeling met prednison, cyclofosfamide gevolgd door azathioprine effectief (niveau 3). Overwogen kan worden om patiënten met een langzaam progressieve nierinsufficiëntie te behandelen met visolie, gedurende 2 jaar (niveau 3). Deze behandeling wordt echter niet vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Bij patiënten met een langzaam progressieve nierinsufficiëntie en bij patiënten met een serum kreatinine > 265 μmol/l is niet aangetoond dat immunosuppressieve therapie effectief is. In individuele gevallen kan op grond van klinische kenmerken (bijvoorbeeld snelle achteruitgang van nierfunctie) toch besloten worden om immunosuppressieve therapie te starten. Hiervoor is echter geen wetenschappelijk bewijs. 7

8 Samenvatting Patiënten met een nefrotisch syndroom en minimal change disease (MCD) of focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) bij lichtmicroscopisch onderzoek moeten behandeld worden volgens het behandelingsschema voor MCD en FSGS (niveau 3). Bij een extracapillaire proliferatieve glomerulonefritis met het klinisch beeld van een snel progressieve nierinsufficiëntie kan behandeling met prednison en cyclofosfamide overwogen worden (niveau 3). 8

9 Samenvatting Figuur 1. Algoritme behandeling bij IgA nefropathie zonder nefrotisch syndroom IgA-nefropathie zonder nefrotisch syndroom Serum kreatinine < 133 µmol/l Serum kreatinine µmol/l Serum kreatinine > 265 µmol/l Proteinurie < 0,5 g/dag Proteinurie 0,5-1 g/dag Proteinurie > 1 g/dag Proteinurie < 1 g/dag Proteinurie >1 g/dag Standaardbehandeling* (zie tabel 1) Standaardbehandeling (zie tabel 1) Standaardbehandeling (zie tabel 1) Standaardbehandeling (zie tabel 1) Bloeddruk < 130/80 mmhg? Ondanks standaardbehandeling proteinurie > 1 g/dag? serum kreatinine > 15% gestegen in 1 jaar? Ja Nee Nee Ja Ja Nee Na standaardbehandeling serum kreatinine > 133 µmol/l en serum kreatinine > 15% gestegen? Standaardbehandeling (tabel 3) en prednison, cyclofosfamide gevolgd door azathioprine (zie tabel 2;schema II) Overweeg behandeling met visolie naast standaardbehandeling* (zie tabel 1 en tabel 2;schema III) Nee Ja Expectatief 1x per jaar bloeddruk, kreatinine en proteinurie bepalen Standaardbehandeling (zie tabel 1) Prednison (zie tabel 2;schema I) Zie serum kreatinine µmol/l of > 265 µmol/l * In algemeenheid is niet aangetoond dat immunosuppressieve therapie effectief is. In individuele gevallen kan op grond van klinische kenmerken (zoals snelle achteruitgang van de nierfunctie) toch besloten worden tot behandeling met immunosuppressieve medicatie. 9

10 Samenvatting Figuur 2. Algoritme behandeling bij IgA nefropathie met nefrotisch syndroom IgA-nefropathie met nefrotisch syndroom Minimal change disease of FSGS bij lichtmicroscopie? Nee Ja Zie IgA nefropathie zonder nefrotisch syndroom Behandelen als minimal change disease (tabel 2;schema IV) of FSGS (tabel 2;schema V) 10

11 Samenvatting Tabel 1. Standaardbehandeling bij volwassen patiënten met IgA-nefropathie Welke patiënten? Doel Ace-remmer* alle patiënten proteïnurie < 0,5 g/dag en bloeddruk 130/80 mmhg bij proteïnurie < 1 g/dag bloeddruk 125/75 mmhg bij proteïnurie > 1 g/dag Natriumbeperkt dieet nefrotisch syndroom of 2000 mg (85 mmol) natrium per dag geen nefrotisch syndroom en ondanks ACEi persisterende hypertensie en/of persisterende proteïnurie > 1 g/dag Eiwitbeperking kreatinineklaring < 60 ml/min en/of 0.8 g/kg/dag nefrotisch syndroom HMG-CoA reductase remmer kreatinineklaring < 60 ml/min en/of LDL-cholesterol 2.6 mmol/l nefrotisch syndroom of geen nefrotisch syndroom en een proteïnurie > 1 g/dag ondanks bloeddruk 125/75 mmhg Stoppen met roken alle patiënten * adequate behandeling met een ACE-remmer vereist meestal inductie van zoutdepletie door een natriumbeperkt dieet en/of toevoegen van een diureticum. Indien desondanks de streefwaarden niet worden gehaald kan de behandeling worden uitgebreid met een angiotensine receptor blokker, een diureticum van een andere klasse, een bètablokker en/of een calciumantagonist. De NfN richtlijn behandeling van patiënten met chronische nierinsufficiëntie vermeldt een streefbloeddruk van 130/85 mmhg. In navolging van de JNC VII hebben wij gekozen voor een streefwaarde van 130/80 mmhg. ACEi = ACE-remmer 11

12 Samenvatting Tabel 2. Behandelingsadviezen bij volwassen patiënten met IgA-nefropathie. middel dosering periode Schema I prednison* 0,5 mg/kg odd gedurende 6 maanden methylprednisolon 1000 mg i.v. 3 opeenvolgende dagen aan het begin van maand 1, 3 en 5 Schema II (zie ook tekst blz 18) prednison* 40 mg/dag maand 1-6 afbouwen met 5 mg/maand 10 mg/dag maand mg/dag maand afbouwen tot 0 mg maand cyclofosfamide 1,5 mg/kg/dag maand 1, 2 en 3 azathioprine 1,5 mg/kg/dag vanaf maand 4-12 azathioprine 1,0 mg/kg/dag vanaf maand azathioprine 0,5 mg/kg/dag vanaf maand 19-24, daarna stop indien recidief prednison en azathioprine in de laagst mogelijke dosering hervatten Schema III Visolie EPA+DHA 1,8+1,2 g/dag gedurende 24 maanden Nefrotisch syndroom Schema IV (minimal change disease) Prednison* 2 mg/kg/odd minimaal 12 weken behandelen; bij onvoldoende respons deze fase verlengen tot 16 weken aansluitend dosisvermindering: 1 maal per 3 weken met 25 mg verlagen tot dosis van 25 mg/odd vanaf 25 mg/om de dag: 1 maal per 4 weken met 5 mg verlagen Schema V (focale segmentale glomerulosclerose) Zie richtlijn diagnostiek en behandeling van (primaire) focale segmentale glomerulosclerose Snel progressieve nierinsufficiëntie Schema VI extracapillaire proliferatieve glomerulonefritis Inductie prednison* 1 mg/kg/dag in 12 weken dosering verminderen tot 0,25 mg/kg/dag cyclofosfamide 2 mg/kg/dag maximaal 3-6 maanden Onderhoud I (indien respons op cyclofosfamide) prednison* afbouwen tot 10 mg/dag vanaf maand 3-6 tot 12 azathioprine 2 mg/kg/dag vanaf maand 3-6 tot 12 Onderhoud II prednison* 7,5 mg/dag vanaf maand 12 tot maand 24 azathioprine 1,5 mg/kg/dag vanaf maand 12 tot maand 24 Acute tubulus necrose Alleen ondersteunende therapie * ulcusprofylaxe met H 2 -antagonist (geen cimetidine ivm invloed op kreatininesecretie) of protonpompremmer dosisaanpassing van azathioprine of cyclofosfamide: leukopenie < 4,0*10 9 /l of trombopenie < 100*10 9 /l: dosisreductie 50% leukopenie < 3,0*10 9 /l of trombopenie < 75*10 9 /l: stop azathioprine of cyclofosfamide tot herstel van leukocyten en thrombocyten is opgetreden, vervolgens wordt cyclofosfamide of azathioprine hervat in dosering die 50 mg lager ligt dan de oorspronkelijke dosis overweeg pneumocystis carinii pneumonie profylaxe met cotrimoxazol 1 dd 480 mg EPA=eicosapentaeenzuur; DHA=docosahexaeenzuur odd = om de dag 12

13 INLEIDING IgA-nefropathie, ook wel ziekte van Berger genoemd, is voor het eerst beschreven in Het is de meest voorkomende vorm van glomerulonefritis. 2;3 IgA-nefropathie wordt gedefinieerd door de aanwezigheid van een belangrijke hoeveelheid IgA en in mindere mate andere immunoglobulines in het glomerulaire mesangium. 4;5 Hoewel vaak wordt aangenomen dat IgA-nefropathie een benigne aandoening is, ontwikkelt toch 20-40% van de patiënten uiteindelijk een terminale nierinsufficiëntie. 6;7 Etiologie Het overgrote deel van de patiënten heeft de primaire, idiopatische vorm van IgA nefropathie. IgA nefropathie wordt ook bij 63% van de patiënten met de ziekte van Henoch- Schönlein aangetroffen. 8 De ziekte van Henoch-Schönlein wordt vaak beschouwd als een systemische vorm van primaire IgA-nefropathie. 9;10 Daarnaast zijn er een groot aantal aandoeningen geassocieerd met IgA nefropathie. Bij de meeste ziekten lijkt er slechts sprake van coïncidentie waarbij de behandeling niet anders is dan bij de primaire vorm. Een duidelijk etiologisch verband is slechts bij een beperkt aantal ziekten gevonden. Zo worden glomerulaire IgA deposities vaak gezien bij levercirrose. 11 Vermoed wordt dat de verwijdering van IgA-immuuncomplexen door Kupffer cellen in de lever gestoord is. Hierdoor kunnen de immuuncomplexen makkelijker neerslaan. 12 De renale IgA-deposities leiden echter zelden tot klinische symptomen. 11;13 Glomerulaire IgA deposities worden ook frequent aangetroffen bij coeliakie en/of dermatitis herpatiformis. 14;15 Orale immunisatie met gliadine leidt tot vorming van IgA-antigliadine antistoffen en vervolgens tot depositie van gliadine-antigliadine immuuncomplexen in de glomeruli. 16 Bij de patiënten met klinische verschijnselen vermindert een glutenvrij dieet de hematurie en proteïnurie. 17 Mogelijk spelen ook genetische factoren een rol bij het ontstaan van IgA-nefropathie. Er zijn meerdere families bekend waarin IgA-nefropathie bij verschillende familieleden voorkomt Bij enkele families is dit te herleiden tot een mutatie in een gen op chromosoom 6q Op dit moment is nog onduidelijk om welk gen het precies gaat. Het lijkt niet mogelijk om met behulp van klinische criteria familiaire IgA-nefropathie te onderscheiden van de sporadische vorm

14 Pathogenese De precieze pathogenese van primaire IgA-nefropathie is onbekend. Waarschijnlijk is er bij IgA-nefropathie sprake van een gestoorde regulatie van de IgA respons op een groot aantal antigenen Deze gestoorde IgA respons bevordert de synthese van polymeer IgA1 (piga1) in het beenmerg. 26;27 Aan de hand van onderzoek is aannemelijk gemaakt dat het geproduceerde piga1 gekenmerkt wordt door een gestoorde glycosylatie De gestoorde glycosylatie lijkt het neerslaan van IgA in het mesangium te bevorderen door vorming van circulerende immuuncomplexen, door modificatie van de IgA interactie met matrix eiwitten en mesangiale Fc receptoren en/of door een verminderde klaring van het IgA door remming van de interactie met de leverreceptoren met als gevolg een verminderde klaring van het IgA Recent hebben twee studies aangetoond dat ook de IgA deposities in het mesangium gekenmerkt worden door een verminderde glycosylatie. 34;35 Vermoed wordt dat de mesangiale glomerulonefritis die vervolgens optreedt wordt veroorzaakt door activatie van mesangiale cellen en activatie van het complement door binding van mesangiale piga1 deposities aan mannose bindend lectine Pathologie Kenmerkend voor IgA nefropathie is een diffuse, vaak onregelmatige (granulaire) afzetting van IgA in het mesangium bij immunofluorescentie onderzoek. 3;41 Met name bij ernstigere vormen van de ziekte, worden ook IgA deposities langs de glomerulaire capillaire wand aangetroffen. 42 Naast IgA, kunnen ook deposities van C3, properdine en factor H worden waargenomen. 3;41;43 Daarentegen ontbreken C1q en C4. Aankleuring van C1q wijst eerder op een lupus nefritis. 42 Bij de meeste patiënten worden ook IgM en IgG neerslagen aangetroffen. Deze immunoglobulines kleuren echter minder sterk aan dan IgA. 10;44 Een ander kenmerk van IgA nefropathie is een sterkere aankleuring van λ lichte ketens dan κ lichte ketens. 42;45 Bij elektronenmicroscopisch onderzoek is de aanwezigheid van elektronendichte neerslagen in het mesangium de meest kenmerkende bevinding. Deze neerslagen komen overeen met de neerslagen die worden gevonden bij immunofluorescentie. 41 Het lichtmicroscopisch beeld kan variëren van geen afwijkingen tot glomerulaire necrose met extracapillaire proliferatie. Het meest kenmerkend is echter de mesangiale proliferatie. Op basis van lichtmicroscopische afwijkingen zijn verschillende classificaties opgesteld. 46;47 Op dit moment is er echter geen consensus over de toepasbaarheid van deze indelingen. De werkgroep is van mening dat de diagnose IgA nefropathie niet gesteld moet worden indien in het nierbiopt alleen IgA deposities worden gevonden zonder glomerulaire 14

15 afwijkingen bij lichtmicroscopisch onderzoek. Deze IgA deposities lijken geen klinische consequenties te hebben. Zo worden IgA deposities zonder glomerulaire afwijkingen in 5-13% van de donornieren aangetroffen, zonder klinische afwijkingen bij de donor Bij acute nierinsufficiëntie kunnen twee verschillende lichtmicroscopische patronen gezien worden: 1) een extracapillaire proliferatieve glomerulonefritis of 2) een acute tubulus necrose met erytrocyten(cilinders) in de tubuli, meestal zonder acute glomerulaire beschadiging Epidemiologie Primaire IgA-nefropathie kan op elke leeftijd optreden, maar manifesteert zich vooral tussen het 20 e en 40 e jaar De incidentie van IgA-nefropathie wordt geschat op gevallen per miljoen inwoners Bij populatieonderzoek in Limburg kwam men tot een incidentie van 19 per miljoen inwoners. 61 IgA-nefropathie komt twee- tot zesmaal vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. 6;62-65 Tevens blijkt IgA-nefropathie vaker voor te komen bij blanken en aziaten dan bij negroïden. 66;67 Van de patiënten die beginnen met dialyse heeft tussen de 2 en 5% een IgA-nefropathie. Van de patiënten die een niertransplantatie hebben ondergaan heeft 10% een IgA-nefropathie als grondlijden. Klinische presentatie van IgA-nefropathie Bij 40-50% van de patiënten is macroscopische hematurie het eerste symptoom. 68;69 Deze presentatie wordt vooral onder de 40 jaar gezien en gaat vaak gepaard met pijn in de flanken De macroscopische hematurie kan recidiverend optreden in aanvallen die meestal enkele dagen duren en vaak optreden direct in aansluiting aan een bovenste luchtweg- of gastro-intestinale infectie en soms na lichamelijke inspanning. Ongeveer 30-40% van de patiënten presenteert zich met asymptomatische microscopische hematurie, vaak gepaard gaande met proteïnurie. 69 Veel minder frequent presenteert de ziekte zich met een nefrotisch syndroom of een nierinsufficiëntie. 6;73 Er is één Spaanse familie beschreven met een autosomaal overervende IgA-nefropathie, waarbij ook sprake is van symmetrisch gehoorsverlies. 74 Klinisch beloop en prognostische factoren Het beloop van IgA-nefropathie is zeer variabel, uiteenlopend van een benigne hematurie tot een snel progressieve nierinsufficiëntie. 6;75 Op grond van Europese en Aziatische studies wordt aangenomen dat 10 jaar na de eerste presentatie, 15-20% van de onbehandelde volwassenen terminaal nierfalen heeft ontwikkeld Uiteindelijk ontstaat bij 20-40% van de patiënten terminaal nierfalen. 6;7 15

16 Een aantal klinische en histologische parameters gaat gepaard met een ongunstiger beloop van de ziekte. De mate van proteïnurie is een belangrijke risicofactor. Alhoewel er geen scherp afkappunt is, neemt de kans op nierfunctieverlies toe bij een persisterende proteïnurie > 1 g/dag. 55;84;93;94 Een proteïnurie > 3 g/dag gaat gepaard met een renale 10-jaars overleving van 40%. 55;94 Naast de hoeveelheid proteïnurie is ook het soort eiwit van belang. Verhoogde uitscheiding van laag moleculaire (LMW) eiwitten (vooral α1-microglobuline) is gecorreleerd met een slechtere respons op behandeling en een grotere kans op nierfalen. 76;95;96 De verhoogde uitscheiding van LMW eiwitten wordt beschouwd als een marker van ernstigere tubulointerstitiele schade. 95;97 Ook een verhoogd kreatinine bij presentatie is een prognostisch ongunstige factor. De renale 10-jaars overleving bedraagt 80-90% bij patiënten met een serum kreatinine < 106 μmol/l en slechts 20-30% bij patiënten met een serum kreatinine tussen μmol/l. 55 Desalniettemin blijkt dat een aantal patiënten met een matig gestoorde nierfunctie ( μmol/l) langdurig stabiel kan blijven, met name indien er geen of weinig proteïnurie is. 75 Daarentegen wordt een serum kreatinine > 265 μmol/l beschouwd als een point of no return. Vrijwel alle patiënten met een serum kreatinine > 265 μmol/l ontwikkelen uiteindelijk terminaal nierfalen, ook indien zij worden behandeld. 75;98 Minder belangrijke klinische risicofactoren zijn een oudere leeftijd bij presentatie, mannelijk geslacht en de hoeveelheid erytrocyten in het sediment bij presentatie. Prognostisch gunstig is de aanwezigheid van macroscopische hematurie, waarschijnlijk omdat de ziekte in een vroeg stadium wordt gediagnosticeerd (lead-time bias). Naast klinische factoren zijn er ook een aantal prognostisch ongunstige histologische afwijkingen. Uitgebreide glomerulosclerose en/of tubulointerstitiële afwijkingen zijn sterk geassocieerd met progressie naar terminaal nierfalen. 56;57;77-85; Zwakkere prognostische factoren zijn uitgebreide extracapillaire proliferatie, hyalinose van de arteriën en uitbreiding van de IgA deposities in de capillaire wand. 56;57;77-85;

17 Diagnostiek Anamnese Macroscopische hematurie, hematurie gerelateerd aan infecties of lichamelijke inspanning, maag/darmklachten, gewrichtsklachten, huidafwijkingen, doofheid (familiaire vorm), nierziekten in familie, hematurie bij andere familieleden. Lichamelijk onderzoek Bij het lichamelijk onderzoek moet worden gelet op: bloeddruk huidafwijkingen gewrichten oedeem Laboratorium Na, K, kreatinine, ureum, albumine, ALAT, ASAT, totaal cholesterol, LDL-cholesterol, triglyceriden, HDL-cholesterol, glucose, Hb/Ht, selectiviteitsindex bij een nefrotisch syndroom, urinesediment op erythrocytencilinders en/of dysmorfe erytrocyten, 24-uurs urine op eiwit, kreatinine Op indicatie HIV serologie, hepatitis B serologie 17

18 BEHANDELING IgA NEPHROPATHIE Bij de behandeling wordt onderscheidt gemaakt tussen algemene symptomatische (standaard) therapie en specifieke immunosuppressieve therapie. Alle patiënten met IgA nefropathie komen in aanmerking voor de standaardbehandeling. Standaardbehandeling 1) Bloeddruk en proteïnurie. Zowel proteïnurie als hypertensie zijn belangrijke risicofactoren voor het ontstaan van nierinsufficiëntie en progressie naar terminaal nierfalen. 103;104 Verlaging van de bloeddruk en vermindering van de proteïnurie vertraagt de achteruitgang in nierfunctie bij patiënten met niet-diabetische nieraandoeningen Gestreefd wordt naar een bloeddruk 130/80 mmhg bij een proteïnurie < 1 g/dag en 125/75 mmhg bij een proteïnurie > 1 g/dag en naar een proteïnurie < 0,5 g/dag. 104;109 ACE-remmers (ACEi) hebben hierbij de voorkeur omdat zij ook een bloeddruk onafhankelijk, renoprotectief effect hebben. 107; Deze gunstige effecten zijn sterk gerelateerd aan de antiproteïnurische werking van ACEi. Ook bij IgA-nefropathie is aangetoond dat ACEi een significante daling van de proteïnurie induceren en de progressie naar terminaal nierfalen vertragen Men dient zich te realiseren dat de antiproteïnurische en antihypertensieve effecten van ACEi afhankelijk zijn van de mate van zoutdepletie van een patiënt (zie ook punt 2). Adequate behandeling met ACEi bij patiënten met proteïnurie en/of hypertensie betekent dus dat ook aandacht is besteed aan het induceren van zoutdepletie door middel van een natriumbeperkt dieet en het gebruik van diuretica. Bij onvoldoende daling van de bloeddruk of proteïnurie ondanks adequate behandeling met ACEi kan een angiotensine receptor blokker (ARB) aan de behandeling worden toegevoegd. ARB verminderen bij IgA-nefropathie de proteïnurie in dezelfde mate als ACEi. 114;115 Ook lijken ARB even effectief als ACEi in het voorkomen van nierfunctieverlies. 117 Toevoegen van een ARB aan behandeling met een ACEi heeft een additief antiproteïnurisch en renoprotectief effect. 115;117;118 In de COOPERATE studie bleek de combinatie van ACEi en ARB een significant betere renale overleving te geven dan monotherapie (89% versus 77%), zelfs bij patiënten met een proteïnurie < 1 g/dag. Ook het antiproteïnurisch effect was significant groter in de combinatie groep (76% versus 43% daling van de proteïnurie). Bij onvoldoende daling van de bloeddruk of proteïnurie met ACEi en ARB kan een diureticum van een andere klasse, een bètablokker of een calciumantagonist aan de behandeling worden toegevoegd ) Zoutbeperking. Het antiproteïnurisch effect van ACEi verdwijnt bij een te hoge zoutinname. 119 Daarentegen kan zoutbeperking de antiproteïnurische werking van ACEi 18

19 versterken en vaak aanwezige hypertensie verminderen. 120;121 Bij patiënten met een persisterende proteïnurie of hypertensie ondanks behandeling met ACEi en/of ARB moet gestreefd wordt naar een natriumbeperking van 2000 mg (85 mmol) per dag, overeenkomend met 5000 mg zout per dag. 3) Hyperlipidemie. Een meta-analyse heeft recent aangetoond dat cholesterolverlagende medicatie de achteruitgang in nierfunctie bij patiënten met chronische nierziekten kan vertragen. 122 Daarnaast leidt behandeling met cholesterolsyntheseremmers tot een vermindering van de proteïnurie bij patiënten met chronische nierziekten. 123 Indien er sprake is van hyperlipidemie, dient bij patiënten met een IgA nefropathie en een gestoorde nierfunctie (kreatinineklaring < 60 ml/min) of persisterende proteïnurie > 1 g/dag bij een bloeddruk 125/75 mmhg, behandeling met een HMG-CoA reductase remmer gestart te worden. Hierbij wordt aanbevolen om een LDL-cholesterol < 2,6 mmol/l na te streven. 124 Dit komt overeen met de streefwaarde die gehanteerd wordt voor patiënten met een hoog risico op cardiovasculaire morbiditeit. 4) Eiwitbeperkt dieet. Meta-analyses laten een beperkt gunstig effect zien van eiwitbeperking op de progressie van nierfunctieverlies bij niet-diabetische nierziekten. 125;126 Geadviseerd wordt om bij een kreatinineklaring < 60 ml/min een eiwitbeperking van 0,8 g eiwit/kg ideaalgewicht voor te schrijven. 5) Roken. Uit verschillende studies is gebleken dat roken de progressie naar nierinsufficiëntie versnelt. 127;128 Derhalve moet in voorkomende gevallen geadviseerd worden om te stoppen met roken. 19

20 Immunosuppressieve medicatie Corticosteroïden Er zijn weinig gerandomiseerde studies naar het effect van behandeling met corticosteroïden bij IgA-nefropathie. De beschikbare studies worden gekenmerkt door een matige kwaliteit. 129 Uit een meta-analyse van de Cochrane group waarin deze onderzoeken zijn betrokken, blijkt dat behandeling met corticosteroïden de proteïnurie vermindert en de renale overleving verbetert. 130 De gunstige effecten berusten voornamelijk op de uitkomsten van twee studies verricht door Kobayashi et al. en Pozzi et al. De studie van Kobayashi et al. vergeleek het effect van corticosteroïden gedurende 18 maanden met trombocyten aggregatieremmers bij patiënten met IgA-nefropathie en een matige proteïnurie (1-2 g/dag). Alleen in de groep met een initieel normale nierfunctie (kreatinineklaring > 70 ml/min) verminderde behandeling met steroïden de proteïnurie en de kans op terminaal nierfalen. 131 In de studie van Pozzi et al. werd bij 86 volwassenen met een IgA-nefropathie, een proteïnurie tussen de 1 en 3,5 g/dag en een serum kreatinine < 133 μmol/l behandeling met corticosteroïden vergeleken met supportieve behandeling. 132 Na 5 jaar follow-up was de renale overleving, gedefinieerd als < 50% en < 100% stijging van het serum kreatinine, significant beter in de groep behandeld met corticosteroïden. Ook daalde in de behandelde groep de proteïnurie met meer dan 60%, terwijl deze in de controlegroep niet veranderde. Het bereiken van een terminale nierinsufficiëntie was geen eindpunt in deze studie en verschilde niet tussen de steroïd- en controlegroep. De gemiddelde bloeddruk lag met 135/85 mmhg hoger dan de huidige streefwaarde van 125/75 mmhg bij een proteïnurie > 1 g/dag. Daarnaast werden slechts 12 van de 86 patiënten behandeld met een ACEi. Onlangs werd door dezelfde auteurs gerapporteerd dat de gunstige effecten op de nierfunctie en proteïnurie ook na 10 jaar followup nog aanwezig zijn. 133 Deze studies suggereren dat behandeling met steroïden bij patiënten met een niet-nefrotische proteïnurie en een relatief normale nierfunctie (kreatinineklaring > 70 ml/min of serum kreatinine < 133 μmol/l) de proteïnurie vermindert en de renale overleving verbetert. Deze behandeling is met name geïndiceerd indien de standaardbehandeling niet leidt tot een daling van de proteïnurie onder 1 g/dag. Ciclosporine Ciclosporine is slechts in één gerandomiseerde studie onderzocht. 134 Gedurende 12 weken werden 19 patiënten behandeld met ciclosporine of placebo. De proteïnurie daalde significant tijdens behandeling met ciclosporine. De behandeling ging echter ook gepaard met een significante daling van de kreatinineklaring. Na staken van de ciclosporine herstelde de nierfunctie maar recidiveerde de proteïnurie. Hoewel ciclosporine de proteïnurie verlaagt, wordt het gebruik ervan sterk beperkt door de nefrotoxiciteit. 20

21 Alkylerende medicatie. Er is geen bewijs dat behandeling van IgA-nefropathie met cyclofosfamide zonder corticosteroïden zinvol is. Twee verschillende prospectieve studies bij patiënten met een matig gestoorde nierfunctie konden geen effect aantonen op renale overleving. 135;136 Betere resultaten zijn gerapporteerd bij behandeling met cyclofosfamide gevolgd door azathioprine in combinatie met prednison. 137 Bij patiënten met nierfunctiestoornissen en een snelle achteruitgang van de nierfunctie resulteerde deze behandeling in een significant betere renale overleving. Ook de proteïnurie vertoonde na 12 maanden behandeling een significante daling in vergelijking met de controlegroep en de waarden voor behandeling. De complicaties van de behandeling waren in deze studie relatief laag en bestonden uit azathioprine geïnduceerde beenmergdepressie (n=1) en secundaire diabetes mellitus (n=1). Vrouwen in de vruchtbare leeftijd werden echter uitgesloten. Onduidelijk is hoe lang de behandeling gecontinueerd moet worden. Alle patiënten werden gedurende de hele follow-up van 5 jaar behandeld met azathioprine. Staken van de behandeling binnen deze 5 jaar leidde tot een recidief van de proteïnurie. Herintroductie van azathioprine induceerde een nieuwe remissie. Een optie is om na 2 jaar de azathioprine en prednison te staken, indien een recidief optreedt kan opnieuw azathioprine en prednison gestart worden in de laagst mogelijke dosering. Hoewel het slechts één prospectieve studie betreft valt te overwegen om patiënten met een gestoorde nierfunctie en een snelle achteruitgang van de nierfunctie (> 15% stijging van het kreatinine in 1 jaar) te behandelen met een combinatie van cyclofosfamide, prednison gevolgd door azathioprine. 137 Mycofenolaat mofetil Behandeling met mycofenolaat mofetil (MMF) is in verschillende prospectieve studies onderzocht. Twee studies konden geen voordeel van mycofenolaat mofetil aantonen ten opzichte van placebo. 138;139 In een studie werd wel een afname gevonden van de proteïnurie, de follow-up was te kort om een eventueel effect op de renale overleving aan te kunnen tonen. 140 Op dit moment is er geen plaats voor mycofenolaat mofetil bij de behandeling van IgA nefropathie. 21

22 Visolie Visolie bevat veel omega(ω)-3 vetzuren, met name eicosapentaeenzuur (EPA) en docosahexaeenzuur (DHA). EPA en DHA zijn in staat om arachidonzuur uit de celwand te verdrijven. Arachidonzuur kan in het lichaam worden omgezet in zogenoemde eicosanoïden: prostaglandinen, tromboxanen, hydroxyvetzuren en leukotriënen. 141;142 Toediening van ω-3- vetzuren verstoort dit proces en leidt tot vorming van biologisch minder effectieve eicosanoïden. 143 Op deze wijze zouden ω-3-vetzuren kunnen bijdragen aan een afname van de trombocytenaggregatie en de glomerulaire en interstitiële ontsteking. In 1984 rapporteerde Hamazaki et al. dat behandeling met visolie de nierfunctie bij patiënten met IgA nefropathie stabiliseerde. Sindsdien zijn er drie gerandomiseerde onderzoeken gepubliceerd waarvan twee geen effect van visolie op de nierfunctie konden aantonen. 70;144;145 De derde en grootste studie werd verricht bij patiënten met een gemiddelde proteïnurie van 2 g/dag en een serum kreatinine < 265 μmol/l. 70 Vergeleken met placebo (olijfolie) vertraagde behandeling met visolie (gedurende 2 jaar) de achteruitgang in nierfunctie. Opmerkelijk genoeg werd geen afname van de proteïnurie gevonden. De studie is bekritiseerd vanwege een ongewoon snelle achteruitgang van de nierfunctie in de placebogroep. Een mogelijke verklaring hiervoor is de grotere proteïnurie in de placebogroep bij aanvang van de studie. Het effect van visolie lijkt ook 6 jaar na aanvang van de behandeling nog aanwezig te zijn. 146 Nadere analyse van de resultaten laat echter zien dat het gunstige effect veroorzaakt wordt door een betere renale overleving in de eerste twee jaren na aanvang van de behandeling. Na 2 jaar is het aantal patiënten met een verdubbeling van het serum kreatinine in beide groepen gelijk. Deze gegevens suggereren dat visolie het ontstaan van terminaal nierfalen vertraagt maar niet kan voorkomen. Op grond van een meta-analyse van bovenstaande studies wordt geschat dat visolie de achteruitgang van de nierfunctie met 1-2 ml/min/jaar vertraagt. 147 Indien geen andere effectieve behandelingen beschikbaar zijn kan dit beperkte voordeel toch relevant zijn voor de patiënt. Dit geldt met name voor patiënten met langzaam progressieve nierinsufficiëntie (serum kreatinine μmol/l en stijging serum kreatinine < 15% per jaar), waarbij alleen ACEi enig effect lijken te hebben. Op dit moment wordt visolie niet vergoed door de ziektekostenverzekering. De belangrijkste bijwerking is een visachtige nasmaak in de mond. Daarnaast kunnen visoliesupplementen oprispingen en een lichte misselijkheid veroorzaken. Dit kan deels worden voorkomen door inname tijdens de maaltijd of vlak voor het naar bed gaan. Bij patiënten met astma die overgevoelig zijn voor acetylsalicylzuur, kan bij het gebruik van visolie een exacerbatie optreden. Verder kan de bloedingstijd door het gebruik van 22

23 visoliesupplementen worden verlengd. In de verrichte studies werden echter geen nadelig effect op de hemostase gevonden. 70;146 Overige behandelingen Anticoagulantia en/of trombocytenaggregatieremmers Op dit moment zijn de voordelen van trombocytenaggregatieremmers in combinatie met lage dosis orale anticoagulantia onduidelijk. De bevindingen van twee prospectieve gerandomiseerde studies met dipyridamol in combinatie met orale anticoagulantia zijn niet consistent. 148;149 Eén studie kon geen effect aantonen, terwijl in de andere studie het serum kreatinine stabiliseerde gedurende behandeling met dipyridamol en orale anticoagulantia. Gezien deze tegenstrijdige bevindingen en de beperkte ervaring in Europa kan behandeling met deze middelen op dit moment niet geadviseerd worden. Tonsillectomie De rol van tonsillectomie bij de behandeling van IgA-nefropathie is controversieel. Mogelijk spelen de tonsillen een rol bij de initiatie en progressie van IgA-nefropathie. Verschillende studies tonen aan dat tonsillectomie gepaard gaat met een remissie van de proteïnurie en hematurie Daarentegen lijkt de achteruitgang in nierfunctie niet beïnvloed te worden door tonsillectomie Slechts één retrospectieve studie vond een betere renale overleving na tonsillectomie. 156 Tot meer gegevens bekend zijn, kan tonsillectomie niet geadviseerd worden. 23

24 BEHANDELING VAN SPECIFIEKE GROEPEN Nefrotisch syndroom Het nefrotisch syndroom komt weinig frequent voor bij IgA-nefropathie. Bij patiënten met een nefrotisch syndroom en minimale histologische afwijkingen bij lichtmicroscopie lijkt behandeling met prednison een remissie te kunnen induceren. 157 Waarschijnlijk is er hierbij vooral sprake van een minimal change nefropathie met IgA deposities als epifenomeen. Patiënten met ernstigere glomerulaire afwijkingen lijken geen baat te hebben bij kortdurende behandeling met prednison. 157 Indien naast IgA deposities ook focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) aanwezig is, kan overwogen worden om deze patiënten te behandelen volgens het schema voor FSGS, aangezien het klinische beeld en de prognose van deze patiënten sterk lijkt op primaire FSGS. 158 Alle patiënten met een nefrotisch syndroom moeten de standaardbehandeling krijgen. Snel progressieve nierinsufficiëntie met extracapillaire proliferatie in nierbiopsie Hierbij is er sprake van een snel (binnen enkele weken tot maanden) afnemende nierfunctie met tekenen van extracapillaire proliferatie in het nierbiopt. Zonder behandeling leidt deze vorm van snel progressieve glomerulonefritis op korte termijn (weken-maanden) tot terminale nierinsufficiëntie. Daar het ziektebeeld zeldzaam is, zijn geen gecontroleerde studies verricht naar de beste behandelwijze. Twee kleine studies tonen aan dat behandeling met corticosteroïden en cyclofosfamide een gunstig effect heeft op de renale overleving. 159;160 Ook ongecontroleerde studies suggereren dat behandeling een betere renale overleving geeft. 161;162 Daarentegen vonden oudere studies, waarbij ook plasmaferese werd toegepast, geen verschil in renale overleving. 163;164 Harde conclusies zijn op grond van deze studies niet goed mogelijk. De meeste studies hebben zowel patiënten met een normale nierfunctie als patiënten met snel progressief nierfunctieverlies geincludeerd. Ook de mate van extracapillaire proliferatie varieerde sterk. Gezien de infauste renale prognose van een snel progressieve nierinsufficiëntie op basis van extracapillaire proliferatie is op grond van bovenstaande studies behandeling met corticosteroïden en cyclofosfamide gerechtvaardigd. Tot nu toe is niet aangetoond dat toevoegen van plasmaferese aan de behandeling met corticosteroïden en cyclofosfamide betere resultaten geeft. 163;164 24

25 Snel progressieve nierinsufficiëntie met acute tubulus necrose in nierbiopsie Tijdens een episode van macroscopische hematurie kan een acute nierinsufficiëntie optreden. Zoals reeds eerder vermeld berust dit waarschijnlijk op een acute tubulus necrose veroorzaakt door de hematurie. 51;165 De behandeling hiervan is alleen symptomatisch. De lange termijn prognose is gunstig, bij het overgrote deel van de patiënten normaliseert het serum kreatinine binnen enkele maanden

26 BEHANDELADVIES IgA NEFROPATHIE Op grond van de hiervoor beschreven gegevens komen wij tot een advies voor de behandeling van IgA-nefropathie bij volwassenen zoals weergegeven in figuur 1 en tabel 1 en 2. Bij patiënten zonder proteïnurie (< 0,5 g/dag) en een normale nierfunctie (serum kreatinine < 133 μmol/l of kreatinineklaring > 70 ml/min) is de kans op nierfalen klein. Het advies is om deze groep jaarlijks te controleren op nierfunctie en proteïnurie. Patiënten met een proteïnurie > 0,5 g/dag en een normale nierfunctie hebben een verhoogde kans op nierinsufficiëntie. De initiële behandeling bestaat uit de standaardbehandeling. Hierbij wordt gestreefd naar een proteïnurie < 0,5 g/dag, een bloeddruk 130/80 mmhg bij een proteïnurie < 1 g/dag (niveau 1) en een bloeddruk 125/75 mmhg bij een proteïnurie > 1 g/dag (niveau 3). Het middel van eerste keus is een ACEi (niveau 1). Indien de streefwaarden niet worden bereikt met adequate behandeling met ACEi (adequaat = induceren van zoutdepletie door natriumbeperkt dieet en zonodig toevoegen van een diureticum) kan de behandeling worden uitgebreid met een ARB, een diureticum van een andere klasse, een bètablokker en/of een calciumantagonist. Bij persisterende proteïnurie > 1 g/dag ondanks een bloeddruk 125/75 mmhg kan de proteïnurie verder verlaagd worden met behulp van een HMG-CoA reductase remmer (niveau 3). Gestreefd wordt naar een LDLcholesterol 2,6 mmol/l (niveau 4). In voorkomende gevallen moet geadviseerd worden om te stoppen met roken (niveau 3). Indien het met de standaardbehandeling niet lukt om een proteïnurie < 1 g/dag te bereiken, moet behandeling met prednison gedurende 6 maanden worden overwogen (niveau 2). Patiënten met een nierinsufficiëntie (serum kreatinine > 133 μmol/l) hebben een hoog risico op progressie naar terminale nierinsufficiëntie. Ook deze groep patiënten moet de standaardbehandeling krijgen zoals hierboven beschreven. Daarnaast kan de progressie van nierfunctieverlies vertraagd worden door middel van een eiwitbeperkt dieet (niveau 1) en cholesterolverlaging (niveau 2). Gestreefd wordt naar een LDL-cholesterol 2,6 mmol/l (niveau 4). Indien het serumkreatinine > 15% per jaar stijgt lijkt behandeling met prednison, cyclofosfamide gevolgd door azathioprine effectief (niveau 3). Overwogen kan worden om patiënten met een langzaam progressieve nierinsufficiëntie te behandelen met visolie, gedurende 2 jaar (niveau 3). Deze behandeling wordt echter niet vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Bij patiënten met een langzaam progressieve nierinsufficiëntie en bij patiënten met een serum kreatinine > 265 μmol/l is niet aangetoond dat immunosuppressieve therapie effectief is. In individuele gevallen kan op grond van klinische 26

27 kenmerken (bijvoorbeeld snelle achteruitgang van nierfunctie) toch besloten worden om immunosuppressieve therapie te starten. Hiervoor is echter geen wetenschappeljjk bewijs. Patiënten met een nefrotisch syndroom en minimal change disease (MCD) of focale segmentale glomerulosclerose (FSGS) bij lichtmicroscopisch onderzoek moeten behandeld worden volgens het behandelingsschema voor MCD en FSGS (niveau 3). Bij een extracapillaire proliferatieve glomerulonefritis met het klinisch beeld van een snel progressieve nierinsufficiëntie kan behandeling met prednison en cyclofosfamide overwogen worden (niveau 3). 27

28 REFERENTIES 1. Berger J, Hinglais N: Les depots intercapillaires d'iga-igg. J Urol Nephrol 74: , Levy M, Berger J: Worldwide perspective of IgA nephropathy. Am J Kidney Dis 12: , D'Amico G: The commonest glomerulonephritis in the world: IgA nephropathy. Q J Med 64: , Galla JH: IgA nephropathy. Kidney Int 47: , Rodicio JL: Idiopathic IgA nephropathy. Kidney Int 25: , Schena FP: A retrospective analysis of the natural history of primary IgA nephropathy worldwide. Am J Med 89: , Barratt J, Feehally J: IgA nephropathy. J Am Soc Nephrol 16: , Rieu P, Noel LH: Henoch-Schonlein nephritis in children and adults. Morphological features and clinicopathological correlations. Ann Med Interne (Paris) 150: , Rai A, Nast C, Adler S: Henoch-Schonlein purpura nephritis. J Am Soc Nephrol 10: , Habib R, Niaudet P, Levy M: Schonlein-Henoch purpura nephritis and IgA nephropathy, in Tisher C, Brenner M (eds): Renal pathology: with clinical and functional correlations, chap 15. Philadelphia, Lippincott, 1994, pp Newell GC: Cirrhotic glomerulonephritis: incidence, morphology, clinical features, and pathogenesis. Am J Kidney Dis 9: , Amore A, Coppo R, Roccatello D et al: Experimental IgA nephropathy secondary to hepatocellular injury induced by dietary deficiencies and heavy alcohol intake. Lab Invest 70:68-77, Pouria S, Feehally J: Glomerular IgA deposition in liver disease. Nephrol Dial Transplant 14: , Pape JF, Mellbye OJ, Oystese B et al: Glomerulonephritis in dermatitis herpetiformis. A case study. Acta Med Scand 203: , Helin H, Mustonen J, Reunala T et al: IgA nephropathy associated with celiac disease and dermatitis herpetiformis. Arch Pathol Lab Med 107: , Fornasieri A, Sinico RA, Maldifassi P et al: IgA-antigliadin antibodies in IgA mesangial nephropathy (Berger's disease). Br Med J (Clin Res Ed) 295:78-80, Coppo R, Amore A, Roccatello D: Dietary antigens and primary immunoglobulin A nephropathy. J Am Soc Nephrol 2:S173-S180, Tolkoff-Rubin NE, Cosimi AB, Fuller T et al: IGA nephropathy in HLA-identical siblings. Transplantation 26: , Levy M: Multiplex families in IgA nephropathy. Contrib Nephrol 104:46-53.:46-53, Scolari F, Amoroso A, Savoldi S et al: Familial clustering of IgA nephropathy: further evidence in an Italian population. Am J Kidney Dis 33: , Gharavi AG, Yan Y, Scolari F et al: IgA nephropathy, the most common cause of glomerulonephritis, is linked to 6q Nat Genet 26: ,

29 22. Julian BA, Woodford SY, Baehler RW et al: Familial clustering and immunogenetic aspects of IgA nephropathy. Am J Kidney Dis 12: , van den Wall Bake AW, Beyer WE, Evers-Schouten JH et al: Humoral immune response to influenza vaccination in patients with primary immunoglobulin A nephropathy. An analysis of isotype distribution and size of the influenza-specific antibodies. J Clin Invest 84: , Layward L, Allen AC, Harper SJ et al: Increased and prolonged production of specific polymeric IgA after systemic immunization with tetanus toxoid in IgA nephropathy. Clin Exp Immunol 88: , Barratt J, Feehally J, Smith AC: Pathogenesis of IgA nephropathy. Semin Nephrol 24: , van den Wall Bake AW, Daha MR, Evers-Schouten J et al: Serum IgA and the production of IgA by peripheral blood and bone marrow lymphocytes in patients with primary IgA nephropathy: evidence for the bone marrow as the source of mesangial IgA. Am J Kidney Dis 12: , Harper SJ, Allen AC, Pringle JH et al: Increased dimeric IgA producing B cells in the bone marrow in IgA nephropathy determined by in situ hybridisation for J chain mrna. J Clin Pathol 49:38-42, Allen AC, Bailey EM, Barratt J et al: Analysis of IgA1 O-glycans in IgA nephropathy by fluorophore-assisted carbohydrate electrophoresis. J Am Soc Nephrol 10: , Mestecky J, Tomana M, Crowley-Nowick PA et al: Defective galactosylation and clearance of IgA1 molecules as a possible etiopathogenic factor in IgA nephropathy. Contrib Nephrol 104: : , Tomana M, Matousovic K, Julian BA et al: Galactose-deficient IgA1 in sera of IgA nephropathy patients is present in complexes with IgG. Kidney Int 52: , Roccatello D, Picciotto G, Torchio M et al: Removal systems of immunoglobulin A and immunoglobulin A containing complexes in IgA nephropathy and cirrhosis patients. The role of asialoglycoprotein receptors. Lab Invest 69: , Kokubo T, Hiki Y, Iwase H et al: Protective role of IgA1 glycans against IgA1 self-aggregation and adhesion to extracellular matrix proteins. J Am Soc Nephrol 9: , Mestecky J, Hashim OH, Tomana M: Alterations in the IgA carbohydrate chains influence the cellular distribution of IgA1. Contrib Nephrol 111:66-71; discussion 71-2.:66-71, Allen AC, Bailey EM, Brenchley PE et al: Mesangial IgA1 in IgA nephropathy exhibits aberrant O-glycosylation: observations in three patients. Kidney Int 60: , Hiki Y, Odani H, Takahashi M et al: Mass spectrometry proves under-o-glycosylation of glomerular IgA1 in IgA nephropathy. Kidney Int 59: , Fujii K, Muller KD, Clarkson AR et al: The effect of IgA immune complexes on the proliferation of cultured human mesangial cells. Am J Kidney Dis 16: , Chen A, Chen WP, Sheu LF et al: Pathogenesis of IgA nephropathy: in vitro activation of human mesangial cells by IgA immune complex leads to cytokine secretion. J Pathol 173: , Stad RK, Bruijn JA, Gijlswijk-Janssen DJ et al: An acute model for IgA-mediated glomerular inflammation in rats induced by monoclonal polymeric rat IgA antibodies. Clin Exp Immunol 92: , Westerhuis R, Van Zandbergen G, Verhagen NA et al: Human mesangial cells in culture and in kidney sections fail to express Fc alpha receptor (CD89). J Am Soc Nephrol 10: ,

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

Nederlandse Nierdag 2014. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Het ABC van IgA nefropathie Nederlandse Nierdag 2014 Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - De patiënt - Het diagnostische proces - De

Nadere informatie

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum

IgA nefropathie. Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum IgA nefropathie Joost van der Heijden, internist-nefroloog VU Medisch Centrum Presentatie - Geschiedenis - Epidemiologie - Het ziekteproces - De patiënt - Het diagnostische proces - De behandeling - De

Nadere informatie

Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Focale Segmentale Glomerulosclerose

Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Focale Segmentale Glomerulosclerose Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Focale Segmentale Glomerulosclerose November 2006 De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in een individueel geval deze aanbevelingen

Nadere informatie

Het nefrotisch syndroom Oorzaken en gevolgen. prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen

Het nefrotisch syndroom Oorzaken en gevolgen. prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen Het Oorzaken en gevolgen prof. J. Wetzels Radboud UMC Nijmegen Opbouw presentatie 1. Hoe werken de nieren? 2. Het klachten en verschijnselen oorzaken behandeling bij volwassenen 3. Dr. Bouts: kinderen

Nadere informatie

Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Membraneuze Glomerulopathie

Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Membraneuze Glomerulopathie Richtlijn Behandeling en Diagnostiek van Membraneuze Glomerulopathie November 2006 De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in een individueel geval deze aanbevelingen niet

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Themadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom

Themadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom Themadag Specifieke Diagnoses Nefrotisch syndroom Dr. Michiel Schreuder, kindernefroloog Anne Schijvens, arts-onderzoeker 30-9-2017 Algemeen Achtergrond informatie Cijfers nefrotisch syndroom Vormen nefrotisch

Nadere informatie

Nefrotisch syndroom Symptomen

Nefrotisch syndroom Symptomen Nefrotisch syndroom Het Nefrotisch Syndroom (NS) is een zeldzame aandoening van de nieren. Het is geen ziekte op zich, maar een combinatie van ziekteverschijnselen (symptomen) die samen optreden. Verschillende

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

St. Antonius Ziekenhuis

St. Antonius Ziekenhuis INTERNE GENEESKUNDE IgA-nefropathie BEHANDELING IgA-nefropathie Door uw arts is IgA-nefropathie bij u vastgesteld of er is een vermoeden dat u deze aandoening heeft. In deze folder leest u meer over de

Nadere informatie

Samenvatting en adviezen uitgebreid

Samenvatting en adviezen uitgebreid Samenvatting en adviezen uitgebreid Doel De doelstelling van deze richtlijn is het bevorderen van de preventie en het ondersteunen van een zo goed mogelijke en gecoördineerde behandeling van patiënten

Nadere informatie

Protocol Henoch-Schönlein purpura

Protocol Henoch-Schönlein purpura Protocol Henoch-Schönlein purpura Nefrologische follow-up Inleiding Henoch-Schönlein purpura (HSP) is de meest voorkomende vorm van vasculitis op de kinderleeftijd. De vasculitis bij HSP betreft de kleine

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Karen Janssen Kinderarts, H.-Hartziekenhuis Lier

Karen Janssen Kinderarts, H.-Hartziekenhuis Lier Karen Janssen Kinderarts, H.-Hartziekenhuis Lier Proteïnurie: >3g/d of >50mg/kg/d of >40mg/u/m2 of staal >2g/g creat Hypoalbuminemie:

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade Chronische Nierschade Uitingen nieraandoeningen: Verlies van eiwit via de urine, albuminurie Specifieke sedimentsafwijkingen Afname van de glomerulaire filtratiesnelheid Micro-albuminurie: In een willekeurige

Nadere informatie

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Tips en trics voor de nefrologie anno 2015 Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Disclosures Dr. I.C. van Riemsdijk None Drs. M. Wabbijn None Inleiding Algemeen: wat is nierfunctie

Nadere informatie

Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert?

Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? Lithium bij ouderen, wat als de nierfunctie verslechtert? KenBis Maart 2017 Anna Krikke, psychiater Inleiding Inleiding Lithium, indicaties, bijwerkingen Richtlijn Renale bijwerkingen chronisch lithium

Nadere informatie

SAMEN ME VAT A T T I T N I G

SAMEN ME VAT A T T I T N I G SAMENVATTING 186 Inleiding Het renine-angiotensine-aldosteron-systeem (RAAS) is een hormonaal systeem dat in belangrijke mate betrokken is bij de regulatie van bloeddruk en nierfunctie. Het RAAS is een

Nadere informatie

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn?

Chronische nierschade. Nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade volgens de richtlijn? Chronische nierschade Wanneer verwijzen en wanneer telenefrologie En natuurlijk: wat zelf doen. Michiel Bleeker, internist-nefroloog Bernhoven Ellen van Ommen, internist-nefroloog Bernhoven Wim de Grauw,

Nadere informatie

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Nierschade: erger voorkomen.... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog Inleiding Begrippen Indeling en voorkomen van chronische nierschade (CNS) Proteinurie en GFR als risicofactoren voor progressie nierschade

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

Chronische nierschade

Chronische nierschade Chronische nierschade Pauline Heijstee Kaderhuisarts diabetes Nierfunctie n Afvalstoffen klaren n Vochtbalans handhaven n Electrolytenbalans handhaven Nierschade n Verlies van stoffen die we niet willen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG

Chronische Nierschade. Wim de Grauw. Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Chronische Nierschade Wim de Grauw Huisarts te Berghem Afd. Eerstelijnsgemeeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Bestuurslid DiHAG Wie moet ik extra in de gaten houden? DiHAG sterrencursus 11 juni 2009 2 Omvang

Nadere informatie

Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae,

Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II. Geachte collegae, Aan: Opleiders Inwendige Geneeskunde Regio Amsterdam II Geachte collegae, Op 27 september is de ROIG over nefrologie gepland. Bij deze ontvangt u het programma. Het is de bedoeling dat een AIOS uit het

Nadere informatie

Systemische Lupus Erythematodes (SLE)

Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische Lupus Erythematodes (SLE) Systemische lupus erythematodes (SLE) is een ontstekingsziekte. Deze ontstekingen kunnen in het gehele lichaam (systemisch) voorkomen. SLE is een auto-immuunziekte.

Nadere informatie

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker Haagse Nieren 2.0 Irene van der Meer Internist-nefroloog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Chronische nierschade: hoe vaak,

Nadere informatie

Tubulo-interstitiële nefritis (en flucloxacilline) Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care

Tubulo-interstitiële nefritis (en flucloxacilline) Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care Tubulo-interstitiële nefritis (en flucloxacilline) Ivan Theunissen ANIOS Intensive Care 04-03-2019 Tubulo-interstitiële nefritis (TIN) Acute en chronische vorm Acute TIN: inflammatoire veranderingen in

Nadere informatie

Chronische nierschade bij volwassenen

Chronische nierschade bij volwassenen Regionale Transmurale Afspraak Zuidoost Brabant Chronische nierschade bij volwassenen Toelichting Pagina 1 Nierfunctie Vanaf veertigjarige leeftijd neemt de nierfunctie geleidelijk af met ongeveer 0,4

Nadere informatie

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA A. Doel en achtergrondinformatie Doel Patiënten met chronische nierschade in een vroege fase diagnosticeren en het juiste behandeltraject inzetten om

Nadere informatie

FORUM. Ig A nefropathie ziekte van Berger. Van Holsbeeck An Verpleegkundige Dialyse OLV ziekenhuis Aalst

FORUM. Ig A nefropathie ziekte van Berger. Van Holsbeeck An Verpleegkundige Dialyse OLV ziekenhuis Aalst Ig A nefropathie ziekte van Berger 22 Van Holsbeeck An Verpleegkundige Dialyse OLV ziekenhuis Aalst SAMENVATTING IgA-nefropathie is de aanwezigheid van IgA-dominante of co-dominante mesangiale immunoglobulinedeposities.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47854 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wilhelmus, S. Title: Systemic lupus erythematosus: pathogenesis, diagnosis, and

Nadere informatie

Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis. IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding

Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis. IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding Acuut nierfalen bij Stafylococcus aureus endocarditis IC-bespreking 4-1-2015 Rafke Schoffelen Internist in opleiding Casus Man 70 jaar VG: AF, CABG, mitralisring A/ Sinds 2 dagen dyspneu, misselijk, dorst,

Nadere informatie

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen

Voorstellen. Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Voorstellen Winnie van El Verpleegkundig Specialist Diabeteszorg Universitair Medisch Centrum Groningen Niertransplantatie UMCG Niertransplantatie 8 centra NL * UMC 1 e jaar UMC vervolg 2 e lijn, periferie

Nadere informatie

DE CARDIORENALE INTERACTIE

DE CARDIORENALE INTERACTIE SAMENVATTING 143 144 Samenvatting DE CARDIORENALE INTERACTIE Chronisch nierfalen is een wereldwijd gezondheidsprobleem en een voorname oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. De ziekte ontwikkelt zich

Nadere informatie

van het onderzoek worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit model wordt een primaire immuunrespons nagebootst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van B

van het onderzoek worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit model wordt een primaire immuunrespons nagebootst. Daarbij wordt gebruik gemaakt van B Samenvatting Het afweersysteem is er op gericht om bescherming te bieden tegen virussen en bacteriën, waaraan ieder mens dagelijks wordt bloot gesteld. Wanneer het lichaam hierdoor bedreigd wordt dan treedt

Nadere informatie

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring

Waarom aandacht chronische nierschade (CNS)? CNS. Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine. Dr. Wim JC de Grauw. MDRD vs kreatinine klaring MDRD vs kreatinine klaring Controle nieren: meer dan albumine en kreatinine Dr. Wim JC de Grauw Huisarts Afd. Eerstelijnsgeneeskunde UMC St. Radboud Nijmegen Diabetes Huisartsen Adviesgroep (DiHAG) Lid

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Behandeling en Diagnostiek van Minimal Change Disease en Focale Segmentale Glomerulosclerose: de vertaling van de KDIGO richtlijn naar de praktijk.

Behandeling en Diagnostiek van Minimal Change Disease en Focale Segmentale Glomerulosclerose: de vertaling van de KDIGO richtlijn naar de praktijk. Behandeling en Diagnostiek van Minimal Change Disease en Focale Segmentale Glomerulosclerose: de vertaling van de KDIGO richtlijn naar de praktijk. Nederlandse federatie voor Nefrologie Oktober 2013 De

Nadere informatie

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: benazepril 186 Nierfunctie: benazepril 186 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van bijwerkingen

Nadere informatie

Nierfunctie: perindopril 174

Nierfunctie: perindopril 174 Nierfunctie: perindopril 174 Deze Medisch Farmaceutische Beslisregel (MFB) is ontwikkeld door de KNMP en Health Base, in samenwerking met de Expertgroep MFB. Datum December 2013 Doel Het voorkomen van

Nadere informatie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie

Diabetes Mellitus en Nierfunctie Dr. M.P. Brugts, internist endocrinoloog Diabetes Mellitus en Nierfunctie SYMPOSIUM Renale Fysiologie Primair: Regulatie water en electrolyten balans homeostase Handhaving intravasculaire volume Regulatie

Nadere informatie

Renale manifestatie van henoch-schönleinpurpura bij volwassenen

Renale manifestatie van henoch-schönleinpurpura bij volwassenen Klinische les Renale manifestatie van henoch-schönleinpurpura bij volwassenen Jacobien C. Verhave, Jeroen K. Deegens en Jaap J. Beutler Dames en Heren, Henoch-schönleinpurpura is een systemische vasculitis

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients

Nadere informatie

Risk factors for renal function abnormalities

Risk factors for renal function abnormalities Risk factors for renal function abnormalities Nederlandse samenvatting Dit proefschrift probeert mogelijke risicofactoren voor progressief nierfunctieverlies te identificeren in een niet-diabetische populatie.

Nadere informatie

Bijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014

Bijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014 Bijwerkingen op de nier Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag 20-11-2014 Belangrijkste aandoeningen Acuut nierfalen Pre-renaal Renaal Post-renaal Nefrotisch syndroom Chronisch nierfalen Acuut nierfalen

Nadere informatie

Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017

Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017 Wetenschappelijk bewijs: Hoe komt je eraan? NVN Wetenschapsdag 2017 Dr Jan van den Brand 13 oktober 2017 Disclosure Geen potentiële belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties Sponsoring

Nadere informatie

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM Dr. Tom Geers, internist - nefroloog en opleider St. Antonius ziekenhuis Nieuwegein Nierfunctie beloop met de leeftijd 1 Hoge sterfte bij dialyse patiënten Prevalentie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 138 Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Een belangrijke functie van de nier is het uitscheiden van afvalstoffen via de urine. Grote hoeveelheden water en kleine stoffen

Nadere informatie

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT

RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT RICHTLIJN BASISPAKKET LABORATORIUMBEPALINGEN BIJ STABIELE CHRONISCHE CENTRUM HEMODIALYSEPATIËNT EN PERITONEALE DIALYSEPATIËNT De richtlijn bevat aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat in

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair

Nierinsufficiëntie 24/04/2013. Nierinsufficiëntie. Functies van de nieren Universitair Nierinsufficiëntie Stand van zaken Behandeling Vroegbegeleiding Impact op arbeidsongeschiktheid Nierinsufficiëntie Definitie van chronisch nierlijden (CKD) CKD en co-morbiditeit Hoe de evolutie van CKD

Nadere informatie

Samenvatting proefschrift Jeroen H. Gerrits. Promotiedatum: 8 januari 2010 Erasmus Universiteit, Rotterdam. Promotor: Prof.Dr. W.

Samenvatting proefschrift Jeroen H. Gerrits. Promotiedatum: 8 januari 2010 Erasmus Universiteit, Rotterdam. Promotor: Prof.Dr. W. De publicatie van dit proefschrift werd in 2009 gesponsord met een bijdrage van de Samenvatting proefschrift Jeroen H. Gerrits Donor-reactive T-cell responses after HLA-identical living-related kidney

Nadere informatie

De patiënt met een falend transplantaat. De andere realiteit van transplantatiezorg. Bouke Hepkema en Stefan Berger

De patiënt met een falend transplantaat. De andere realiteit van transplantatiezorg. Bouke Hepkema en Stefan Berger De patiënt met een falend transplantaat. De andere realiteit van transplantatiezorg Bouke Hepkema en Stefan Berger Translantaatfalen In de VS nr 5 van oorzaken voor nierfalen 4% van de dialysepopulatie

Nadere informatie

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014 Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk Iefke Drion 30 oktober 2014 Casus Casus Vrouw 43 jaar Fam anamnese: moeder op 45 jaar ernstige nierfunctiestoornissen o.b.v.

Nadere informatie

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot

Samenvatting. Reumatoïde artritis: biologicals en bot * Samenvatting Reumatoïde artritis: biologicals en bot Samenvatting In deel I van dit proefschrift worden resultaten gepresenteerd van onderzoek naar gegeneraliseerd botverlies (osteoporose) in patiënten

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

Welkom. Namen presentatoren

Welkom. Namen presentatoren Welkom Namen presentatoren Programma Behandeling en preventie van chronische nierschade door dr. Andrea Kramer, internist-nefroloog Dialyse als nierfunctievervangende behandeling door dr. Akin Özyilmaz,

Nadere informatie

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA

Dosisgids bestemd voor de arts voor de behandeling van Reumatoïde Artritis (RA) met RoACTEMRA De Europese gezondheidsautoriteiten hebben bepaalde voorwaarden verbonden aan het in de handel brengen van het geneesmiddel RoACTEMRA. Het verplicht plan voor risicobeperking in België, waarvan deze informatie

Nadere informatie

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Samenwerking waarover? Richtlijnen en zorgstandaarden Cardiovasculair risicomanagement (zorgstandaard) Samenwerking e en e lijn Prof dr Piet ter Wee Afdeling Nefrologie Hypertensie Diabetes mellitus (zorgstandaard)

Nadere informatie

Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis

Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis Marike Wabbijn Internist-nefroloog/acuut geneeskundige Ikazia Ziekenhuis Nierschade bij diabetes en vaatlijden Wat is nierfunctie? Wanneer is er sprake van nierschade? Wanneer is er sprake van nierfunctieverlies?

Nadere informatie

Dermatitis herpetiformis

Dermatitis herpetiformis 88 08 Samenvatting Richtlijnen Dermatologie 2015 Dermatitis herpetiformis Dr. A.C. de Groot, dr. T.J. Stoof De richtlijn dateert uit 2008. De tekst van de samenvatting is niet gewijzigd. Inleiding De richtlijn

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen

Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen SKML nabespreking 31-01-19 Anne-Els van de Logt, nefroloog i.o. Radboud UMC Disclosure belangen spreker (potentiele) belangenverstrengeling Geen Voor deze

Nadere informatie

Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016

Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016 Klinisch Pathologische Conferentie Papendal 2016 Jeroen Deegens Eric Steenbergen Afdeling Nierziekten en Pathologie Radboudumc Nijmegen Mw N 27 jaar Voorgeschiedenis 2008 Terminale nierinsufficiëntie kreatinine

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21978 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Goeij, Moniek Cornelia Maria de Title: Disease progression in pre-dialysis patients:

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen.

Leerdoelen. Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling. Begeleid beschermende maatregelen. NIERFUNCTIE 2 Leerdoelen Wees alert op nierproblemen bij probleeminventarisatie medicatie beoordeling Begeleid beschermende maatregelen Functies Volume- osmo- en zuurregulatie Excretie afvalproducten stofwisseling

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren

Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren Nieuwe ontwikkelingen in de behandeling van cystenieren Dr. F.W. Visser Internist-nefroloog ZGT Almelo Cystenieren Expertise Centrum Universitair Medisch Centrum Groningen 8 septem ber 2015 ADPKD huidige

Nadere informatie

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts

Topics in Chronic Disease. Chronische Nierschade en de huisarts Topics in Chronic Disease Chronische Nierschade en de huisarts Toets Nierinsufficiëntie Casus Metabole stoornissen Vervolg casus Nabespreking toets Nierinsufficiëntie komt bij ruim 10% van de Nederlandse

Nadere informatie

Belangenverklaring. In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ)

Belangenverklaring. In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Belangenverklaring In overeenstemming met de regels van de Inspectie van de Gezondheidszorg (IGZ) Naam: Organisatie: AC Abrahams UMC Utrecht Ik heb geen 'potentiële' belangenverstrengeling Ik heb de volgende

Nadere informatie

Chronische Nierschade in Nederland

Chronische Nierschade in Nederland Chronische Nierschade in Nederland Stadium GFR (ml/min/1,73m 2 ) Albuminurie > 30 mg/24 hr Prevalentie VS (%) Prevalentie Nederland (%) 1 >90 Ja 3,3 1,3 2 60-89 Ja 3,0 3,8 3 30-59 Ja/nee 4,3 5,3 4 15-29

Nadere informatie

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie.

Barnidipine C08CA12, december Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Barnidipine C08CA12, december 2017 Indicatie Barnidipine is geregistreerd voor de indicatie hypertensie. Standpunt Ephor In het rapport over de calciumantagonisten van april 2013 wordt barnidipine door

Nadere informatie

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen! Nierschade April 2013 Leonie Tromp huisarts te Tilburg Kaderarts Hart- en Vaatziekten Kernboodschap Nierfunctiestoornissen en albuminurie Hart- en vaatziekten Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Nadere informatie

Chronische nierschade (CNS)

Chronische nierschade (CNS) Chronische nierschade (CNS) Wilbert Jellema Internist-nefroloog, St Antonius Ziekenhuis Chronische nierschade (CNS) Outline: 1. Waarom zoveel aandacht voor CNS? 2. Hoe screenen? 3. Hoe verdere achteruitgang

Nadere informatie

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING

CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER 10 NEDERLANDSE SAMENVATTING 167 168 Systemische lupus erythematosus (SLE) is een chronische auto-immuunziekte waarbij auto-antilichamen een ontstekingsreactie door het gehele lichaam kunnen veroorzaken.

Nadere informatie

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts

NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro NRLP-12 Gerelateerde Terugkerende Koorts Versie 2016 1. WAT IS NRLP-12 GERELATEERDE TERUGKERENDE KOORTS 1.1 Wat is het? NRLP-12 gerelateerde terugkerende

Nadere informatie

Klinisch pathologische conferentie. Joris Roelofs en Karlijn van der Pant 12 december 2018 Papendal

Klinisch pathologische conferentie. Joris Roelofs en Karlijn van der Pant 12 december 2018 Papendal Klinisch pathologische conferentie Joris Roelofs en Karlijn van der Pant 12 december 2018 Papendal Dhr J. Indrukwekkend ziekte beloop Aanvullende diagnostiek? Transplantabel? Dhr J. 30 jr eerste presentatie

Nadere informatie

Chronische Nierschade

Chronische Nierschade RCH15.331 Chronische Nierschade Chronische Nierschade Leonie Tromp Huisarts te Tilburg Kaderarts Hart- en Vaatziekten Kernboodschap Nierfunctiestoornissen en albuminurie Hart- en vaatziekten Tijdige behandeling

Nadere informatie

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren

Nierfunctieonderzoek bij diabetes. N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december Nieren. Nieren Nierfunctieonderzoek bij diabetes N. Kleefstra & Henk Bilo 15 en 16 december 2011 Nieren Nieren 1 Functie & schade Nierfunctie : het vermogen om afvalstoffen te klaren (voorbeeld: kreatinine) het vermogen

Nadere informatie

Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom

Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke vorm hebben: - nefrotisch syndroom Diagnostiek en advies inzake erfelijkheid bij erfelijke nierziekte Elena Levtchenko kinderarts-nefroloog 4 November 2006 Mogelijke situaties Voorkomende nierziekte waarbij een deel van patiënten een erfelijke

Nadere informatie

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen

Hartfalen en Nierfunctiestoornissen Hartfalen en Nierfunctiestoornissen Dr. Kevin Damman Hartfalen Cardioloog, UMCG Groningen k.damman@umcg.nl Disclosures Geen (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties:

Nadere informatie

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro De Ziekte van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf

Nadere informatie

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend!

LET OP: Als er meer dan 500 mg/mmol eiwit is, dan wordt de uitslag een * en wordt het totaal eiwitverlies berekend! Praktische leidraad voor huisarts en praktijkondersteuner m.b.t. interpretatie en behandeling van chronische nierschade (Gebaseerd op de NHG standaard Chronische Nierschade 2018 ) Er is sprake van chronische

Nadere informatie

Immuunsuppressiva na niertransplantatie. Maarten Naesens UZ Leuven

Immuunsuppressiva na niertransplantatie. Maarten Naesens UZ Leuven Immuunsuppressiva na niertransplantatie Maarten Naesens UZ Leuven 2008 Immuunsuppressiva Afstoting - Voorkomen - Behandelen Nevenwerkingen - Direct - Indirect Afstoting Immuunsysteem natuurlijke afweer

Nadere informatie

Samenvat ting en Conclusies

Samenvat ting en Conclusies Samenvat ting en Conclusies Samenvatting en Conclusies 125 SAMENVAT TING EN CONCLUSIES In dit proefschrift werd de invloed van viscerale obesitas en daarmee samenhangende metabole ontregelingen, en het

Nadere informatie

www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro De Ziekte Van Behçet Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Hoe wordt het gediagnosticeerd? De diagnose is voornamelijk klinisch. Het kan een tot vijf jaar

Nadere informatie

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis

Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Zeldzame Juveniele Primaire Systemische Vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis geclassificeerd?

Nadere informatie

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3.

5-4-2012. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie. Inhoud. Hypoglycemie. Verschillende definities: NHG<3.5, ADA<3. Diabetes & Nierziekten Zelfcontrole en hypoglycemie Ingrid de Vries, dialyseverpleegkundige Casper Franssen, internist-nefroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Inhoud Hypoglycemie Verschillende

Nadere informatie

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen Samenvatting Chronische nierschade (CNS) en de complicaties daarvan, veroorzaken, naast de grote persoonlijke impact, veel druk op gezondheidszorg voorzieningen. Door de vergrijzing en de toename van suikerziekte

Nadere informatie

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis

Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis https://www.printo.it/pediatric-rheumatology/nl/intro Zeldzame juveniele primaire systemische vasculitis Versie 2016 2. DIAGNOSE EN THERAPIE 2.1 Wat voor types vasculitis zijn er? Hoe wordt vasculitis

Nadere informatie

Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen. Julia M Hofstra Nefroloog Radboudumc Nijmegen

Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen. Julia M Hofstra Nefroloog Radboudumc Nijmegen Membraneuze nefropathie en anti-pla2r antistoffen Julia M Hofstra Nefroloog Radboudumc Nijmegen Inhoud Achtergrond nefrotisch syndroom en membraneuze nefropathie Anti-PLA2R antistoffen in membraneuze nefropathie

Nadere informatie

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is

Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is Samenvatting 229 230 Samenvatting Een bloeding tussen de hersenvliezen (subarachnoïdale bloeding of SAB) is een vorm van beroerte die vaak op jonge leeftijd optreedt en meestal ernstige gevolgen heeft:

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 145 Nederlandse samenvatting De nieren hebben een belangrijke functie in het menselijk lichaam: ze zijn onder andere verantwoordelijk voor het zuiveren

Nadere informatie