Protocol plusleerlingen. Laten zien wat je kunt is geen leren, veel leerlingen laten alleen maar zien wat ze kunnen

Transcriptie

1 Protocol plusleerlingen Laten zien wat je kunt is geen leren, veel leerlingen laten alleen maar zien wat ze kunnen

2 Signalering plusleerlingen Inleiding Op onze scholen wordt in elke groep gewerkt met verschillende arrangementen: Subgroep 3 basisarrangement (verkort)+ verdiept arrangement basisdoelen + aanvullende doelen Basisgroep basisarrangement basisdoelen Subgroep 1 basisarrangement + specifieke aanpak basisdoelen Subgroep 2 basisarrangement + eerder niet behaalde doelen basisdoelen Subgroep 4 (zeer) intensief arrangement aparte doelen Leerlingen kunnen absoluut of relatief onderpresteren. Dit wil zeggen dat er leerlingen in de basisgroep kunnen zitten die in subgroep 3 thuishoren en een verdiepte aanpak nodig hebben. Of leerlingen die in subgroep 3 zitten en hun talenten onvoldoende verzilveren. Het signaleren van deze leerlingen vereist een structurele benadering die steunt op schoolbrede afspraken. Wetenschappers discussiëren nog altijd over het begrip (hoog)begaafdheid. Een hoog IQ is geen garantie om tot grote successen in leven en beroep te komen. De afgelopen decennia is de onderlinge relatie tussen hoogbegaafdheid en hoge prestaties onderwerp van onderzoek geweest. Signaleren is zilver en begeleiden goud. Het ontwikkelen van de begaafdheden start bij het (willen) zien en het (h)erkennen ervan. Wij volgen het stappenplan om de mate en de aard van begaafdheid van leerlingen vast te stellen.

3 Stappenplan signalering plusleerlingen Stap 1 Signalering mate en aard van begaafdheid hoe wanneer door wie 1a Groep 1: op basis van informatie in het intakeformulier nieuwe leerling of de overdracht van de voorschoolse opvang is er een vermoeden van een ontwikkelingsvoorsprong intakeformulier nieuwe leerling* Wanner de leerling komt wennen! ouders Bespreking intakeformulier nieuwe leerling intakegesprek na 4 6 weken leerkracht en ouders 1b Leerpotentie meten observaties na M- en E- afname leerkracht/ib-er Leerlingen die in de groep opvallen: resultaten (niet)- toetsen bij de op grond van CITO-toetsen of KIJKobservatielijst methodegebonden toetsen groepsoverdracht leerkracht/leerkracht op grond van observaties (3 x A bij rek & begr. lezen) Intelligentiebepaling 1c Afnemen NSCCT(alleen in de Schatkist) In groep 4-6 Okt.nov. IB er 1d Mogelijke onderpresteerders opsporen: Surplus signalering* in groep : leerkracht, ouders en leerlingen controleren op begaafdheidskenmerken (webbased vragenlijst) op aangeven leerkracht op aangeven ouders kind (v.a. 10 jaar) met ib-er signalen van ouders : ouders die vermoeden dat hun kind meer aankan worden serieus genomen n.a.v. signalen tijdens groepsbespreking Stap 2 Analyse van de inventarisaties en metingen Leerkracht en ib-er checken bij elke groepsbespreking of de juiste leerlingen in het verdiept aanbod zitten Op basis van de uitslag van de Surplusvragenlijst wordt een keus gemaakt om wel/geen verdiept aanbod te gaan bieden. Stap 3 Oudergesprek met leerkracht en ib-er Groep 1-2 Als de leerling 4 6 weken op school is en er is een vermoeden van een ontwikkelingsvoorsprong volgt een gesprek met de ouders. Er wordt een keuze gemaakt om wel/geen verdiept aanbod te gaan bieden. Groep 3 t/m 8 Ouders worden geïnformeerd over de plaatsing van hun kind in het verdiept aanbod waar zij een beredeneerd aanbod krijgen (compacten en verrijken). Leerlingen waarvoor de Surplus vragenlijst is ingevuld: De uitslag wordt met de ouders besproken en er wordt een keus gemaakt om wel/geen verdiept aanbod te gaan bieden. *zie bijlagen

4 Compacten & verrijken Leergebied Compacten Verrijken (in de diepte) Verdiepen (in de breedte) Rekenen:Snappet Niveau aanpassen naar D-E opdrachten Aanpak plannen op niveau na groep 5 Wat moet standaard wel: instructie nieuwe onderwerpen automatiseren (beperkt) inoefenen Spelling/taal: Wat moet standaard wel: Iedereen doet mee met de instructie Technisch lezen Snappet /compactprogramma methode VLL zonleerlijn Estafette aanpak 3 Plusopdrachten vanuit de taalmethode Aanpak zonlijn VLL Kim versie Estafette loper Projecten?? School aan Zet: Uitdager van de maand ( 24 projecten; 2 uur per week) Digitale leerschool Somplextra Acadin Squla Projecten Acadin Squla Spaans Vrij lezen op niveau Villa Alfabet Begrijpend lezen Humpie Dumpie Nieuwsbegrip Moeilijker niveau tekst aanbieden van Nieuwsbegrip groep 4 niveau A groep 5 & 6 Niveau B groep 7 & 8 Niveau C Leeskrakers Zinder Overig extra materialen Toptorens Kleuterpluskisten Pienterpad (kleuters) Vooruit Extra materiaal in de Toptorens(grijze kisten): 3D Bricks Smartgames Sterrenwerk Presenteren leren Engels Quest Bee Bot/Pro Bots enz.

5 Algemene aandachtspunten Verrijkingsonderwijs bestaat uit 3 onderdelen: in de diepte: opdrachten moeilijker maken in de breedte: meer willen weten ( Spaans, filosofie, Acadin) in de ruimte: uitdagen tot creativiteit ( ruimte bieden aan creërend denkvermogen) Inplannen: in het rooster van de week, minimaal 1 uur per dag ( niet erbij, maar in plaats van) de verrijkingstijd zoveel mogelijk aaneengesloten inplannen minimaal 2x per week vaste instructiemomenten inplannen minimaal 1 x per week feedback / kindgesprek (proces- & productgericht) een aparte beoordeling in het rapport voor de verrijking en de verdieping ( zie inlegvel) Doelen SLO Leren leren Bij het LEREN LEREN gaat het om het ontwikkelen van inzichten en vaardigheden die wezenlijk zijn voor het verwerven en toepassen van kennis. In dat proces zijn taakgerichtheid, doorzettingsvermogen en motivatie (kortom een goede werkhouding) van groot belang. In feite draait het hier om een drang tot permanent verder willen leren en ook plezier beleven aan het leren van nieuwe dingen. Daarbij is het uiteraard belangrijk dat je leerdoelen voor jezelf kunt formuleren en in staat bent een goede werkverdeling te maken in de tijd (kunt werken volgens plan) maar ook dat je in staat bent verschillende leerstrategieën (manieren van leren) in te zetten om informatie te verwerven en op te slaan, zodat later getoond kan worden wat geleerd is. Ook het kunnen reflecteren op het eigen leergedrag is van wezenlijk belang, want er valt zo ontzettend veel te leren, ook (of juist) als het niet helemaal zo gegaan is als je had verwacht. Werkhouding Werken volgens plan Manieren van leren Ik geef aan wat ik wil leren en waaraan ik wil werken Ik zet me in voor taken die ik moet uitvoeren Ik zet door wanneer iets niet direct lukt Ik formuleer leerdoelen voor mezelf Ik verken een onderwerp voor ik ermee aan de slag ga Ik weet welke stappen ik moet zetten en hoe ik deze moet uitvoeren Ik weet welke manieren van leren er zijn en welke manier mijn voorkeur heeft Ik zet de meest geschikte manier van leren in Ik verzamel geschikte informatie op verschillende manieren

6 Ik houd mijn aandacht er goed bij als dat nodig is Ik werk zelfstandig als dat nodig is Ik zorg dat mijn werk er netjes en verzorgd uitziet Ik vraag op tijd hulp als ik ergens zelf niet uit kom Ik waardeer het leerproces ook als het resultaat tegenvalt Ik zorg dat ik het belangrijkste af heb voor de tijd om is Ik bewaar informatie om het later te kunnen gebruiken Ik houd me aan mijn planning en stel deze bij Ik laat zien wat ik geleerd heb als dat nodig is Ik licht mijn antwoorden toe en laat zo zien Ik kijk achteraf of mijn planning goed was en dat ik het begrijp wat beter kan Ik controleer of mijn leervraag voldoende beantwoord is Leren denken Bij het LEREN DENKEN gaat het om het ontwikkelen van en reflecteren op hogere denkvaardigheden. Hierbij gaat het om verschillende typen hogere denkvaardigheden, zoals het analytisch denken (waarbij het onder andere draait om het bepalen van de verhoudingen van verschillende delen ten opzichte van elkaar of ten opzichte van het grotere geheel), het creatief denken (waarbij het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden vraagt om een grote vindingrijkheid bij het ontdekken van nieuwe problemen en het oplossen ervan) en het kritisch denken (waarbij het onder andere gaat om het controleren van veronderstellingen en informatie, het vormen van een mening, het kunnen onderbouwen van die mening met argumenten en het kiezen van de meest geschikte oplossing). Analytisch denken Creatief denken Kritisch denken Ik herken verschillen en overeenkomsten tussen dingen Ik zie het verband tussen waardoor iets komt (de oorzaak) en het gevolg ervan Ik zie de relatie tussen verschillende onderdelen binnen het grote geheel Ik maak ingewikkelde problemen gemakkelijker door ze op te delen in kleinere problemen Ik ontdek nieuwe vragen of problemen Ik bedenk meerdere oplossingen voor een vraag of probleem Ik bedenk originele oplossingen voor een vraag of probleem Ik bedenk hoe ik bestaande ideeën in een nieuwe situatie kan toepassen Ik zet ideeën om in praktische oplossingen Ik neem afstand van een probleem om het even op me in te laten werken Ik ga na of mijn veronderstellingen kloppen Ik controleer of nieuwe informatie klopt en overeenkomt met informatie die ik al heb Ik onderscheid feiten van meningen en betrouwbare van niet betrouwbare bronnen Ik neem bij het vormen van mijn mening verschillende perspectieven mee Ik gebruik criteria om een mening te vormen Ik onderbouw mijn mening met argumenten Ik vraag door tot ik het echt begrijp Ik kies uit verschillende oplossingen de mees geschikte

7 Leren (voor het) leven Bij het LEREN (VOOR HET) LEVEN gaat het om het ontwikkelen van kennis, houding en vaardigheden op het intrapersoonlijke en interpersoonlijke gebied. Inzicht in jezelf vormt de basis voor het leren (voor het) leven. Een positief zelfconcept, weten wat je sterke en minder sterke kanten zijn en daar op een goede manier mee om kunnen gaan (door bijvoorbeeld gepaste doelen te stellen, opbouwende kritiek en de consequenties van je keuzes te accepteren) zijn voorwaarden om jezelf in de tijd te kunnen blijven ontwikkelen. Daarnaast leidt een beter inzicht in jezelf tot een betere communicatie en meer bevredigende relaties met anderen. Goed kunnen omgaan met anderen betekent namelijk niet alleen dat je kunt leren van en met anderen, maar vooral ook dat je beseft welke rol je daar zelf in vervult en op welke manier het mogelijk is jezelf te blijven en dat te doen wat bij je past. Inzicht in jezelf Ik ben trots op mijzelf en mijn werk Ik weet waar ik goed en minder goed in ben Ik maak gebruik van mijn sterke kanten en blijf ook werken aan dat waar ik minder goed in ben Ik doe de dingen zo goed mogelijk maar stel mijn eisen/doelen niet té hoog Ik vind het niet erg als ik niet meteen weet hoe iets moet of als iets niet meteen lukt Omgaan met anderen Ik blijf mijzelf in een groep: anderen kunnen aan mij zien en van mij horen wat ik ergens van vind en hoe ik me voel Ik houd rekening met de regels die voor de groep belangrijk zijn Ik werk samen met anderen als we samen meer kunnen bereiken dan alleen Ik maak anderen enthousiast om samen ergens een succes van te maken Ik verdeel de taken samen met anderen op een manier die voor Ik ga goed om met kritiek en flexibel met tegenslagen en begrijp dat iedereen goed werkt ik hier iets van kan leren Ik ben in staat in samenwerking met anderen verschillende rollen en Ik weet wat ik wil en kies daar ook voor taken te vervullen Ik zie en begrijp goed hoe anderen ergens tegenaan kijken vanuit hun beleving Ik luister goed naar de ideeën van anderen en verdedig mijn eigen ideeën Ik geef kritiek op een manier zodat de ander er ook iets aan heeft Ik presenteer de resultaten van mijn werk aan anderen op een manier die past bij mij én bij het doel van dat moment