Kenniscentrum Sociale Innovatie Hogeschool Utrecht. X M V Heidelberglaan 7, 3584 CS - Postbus AJ Utrecht

Transcriptie

1 PROJECTPLAN WMO-WERKPLAATS UTRECHT - FASE 2 1. CORRESPONDENTIEGEGEVENS Naam organisatie Naam contactpersoon Adres Kenniscentrum Sociale Innovatie Hogeschool Utrecht Dr. J.P. Wilken X M V Heidelberglaan 7, 3584 CS - Postbus AJ Utrecht Telefoonnummer Website adres jean-pierre.wilken@hu.nl 2. ACHTERGROND EN FUNCTIE VAN DE WMO-WERKPLAATSEN Wmo In de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) staat de eigen verantwoordelijkheid van de burger voor zijn zelfredzaamheid en participatie in de samenleving voorop. Maatschappelijke ondersteuning richt zich op het stimuleren en versterken van de eigen kracht van de burger en van zijn informele sociale netwerk. Deze zijn voorliggend aan professionele arrangementen. Dit alles vanuit de overtuiging dat gemeenten betere mogelijkheden hebben om aan burgers maatwerk te bieden waarin ook de verbinding wordt gelegd met andere beleidsterreinen. Het wetsvoorstel tot wijziging van de Wmo in verband met de uitbreiding van de gemeentelijke taken op het terrein van de begeleiding en een gewijzigde verdeling van de bestuurlijke verantwoordelijkheid is na de val van het kabinet controversieel verklaard. Toch heeft de Tweede Kamer besloten dat de voorbereiding van de transitie van de begeleiding moet worden voortgezet. Bijna alle politieke partijen hebben een verdere decentralisatie van functies van de Awbz naar de Wmo in hun verkiezingsprogramma opgenomen. De decentralisatie van de begeleiding van Awbz naar de Wmo betreft in totaal ongeveer cliënten. Naar grondslag betreft het burgers met een(website VNG): somatische aandoening psychogeriatrische problematiek psychiatrische stoornis verstandelijke handicap lichamelijke handicap zintuiglijke handicap De decentralisatie van de begeleiding plaatst gemeenten - net zoals dat het geval was bij de invoering van de Wmo - voor twee fundamentele opgaven: een overdracht en een verandering. De overdracht transitie - betreft (de periode van) het veranderen van het huidige stelsel en gaat vooral over wet- en regelgeving, budgetverdeling, besturing, inkoop, toezicht en verantwoording. De transitie houdt in dat gemeenten ervoor moeten zorgen dat de nu geleverde AWBZ-zorg na decentralisatie nog steeds geleverd wordt, wat impliceert dat ze kennis moeten nemen van een hele nieuwe reeks van doelgroepen, met tal van uiteenlopende beperkingen, in steeds wisselende combinaties. 1

2 Bij de verandering - transformatie - gaat het om een verandering van de uitvoering van maatschappelijke ondersteuning met als doel het realiseren van de beoogde effecten van de stelselwijziging. Dit betekent ook een verandering in de werkwijze van professionals. Overigens is de transformatie als gevolg van de invoering van de Wmo nog niet voltooid, zoals blijkt uit de SCP-evaluatie. Sommige gemeenten wilden eerst de transitie realiseren alvorens aan de transformatie te beginnen. Anderen kozen voor een gelijktijdige aanpak. In de praktijk zullen de meesten nu vanwege het controversieel verklaren van het wetsvoorstel aan de transformatie werken ter voorbereiding op de transitie. Wmo-werkplaatsen Transformatie is een langdurig proces, waaraan de Wmo-werkplaatsen bijdragen door kennisontwikkeling en -implementatie De zes Wmo-werkplaatsen zijn in september 2009 van start gegaan naar aanleiding van een amendement van Agnes Wolbert (TK , XVI, nr. 35) en hebben als doel de verbetering van de professionele beroepspraktijk in de branche Zorg en Welzijn en een betere aansluiting tussen onderwijs en werkveld. In de werkplaatsen werken hogeschool c.q. lectoraat, gemeenten, instellingen en beroepsbeoefenaren samen aan de ontwikkeling van innovatieve praktijken die aansluiten bij de in de toekomst gewenste professionaliteit van de maatschappelijke ondersteuning. Daartoe worden maatschappelijke problemen verkend, nieuwe praktijken ontworpen, de uitvoering onderzocht en de effecten geëvalueerd. Op basis van deze nieuwe praktijkkennis ontwerpt de werkplaats competentieprofielen voor beroepskrachten en vrijwilligers en bijbehorende opleidingsmodulen. Op deze manier worden het evidence- en practice-based werken in de sector zorg en welzijn bevorderd. De Wmo werkplaats heeft een lokale functie (in eigen opleiding bijdragen aan duurzaam onderwijs, d.w.z. zorgen dat de hogeschool professionals aflevert met een vakbekwaamheid die is toegesneden op de vraag in de sector), een regionale functie (in de regio beleid en praktijk informeren over beleidsontwikkelingen en inspireren tot vernieuwend sociaal werk) en een landelijke functie (op het kernthema van deze Wmo werkplaats kennis verspreiden). WMO-werkplaatsen, fase 2 ( ) In november 2011 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen van de leden Wolbert en Voortman met het verzoek om de Wmo-werkplaatsen te continueren( XVI, nr. 35 ). De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende, dat de Wmo-werkplaatsen een belangrijke bijdrage leveren aan bij- en nascholing van medewerkers, met name waar het gaat om zaken als ketenaanpak, netwerkregie, ondersteuning van kwetsbare doelgroepen en het inrichten van nieuwe collectieve arrangementen; overwegende, dat de regering voornemens is ook de AWBZ-functies dagopvang en begeleiding over te hevelen naar de Wmo; overwegende, dat de regering heeft aangekondigd meer werk te willen maken van het bestrijden van eenzaamheid; verzoekt de regering de Wmo-werkplaatsen te continueren en zich nadrukkelijk te laten richten op de bestrijden van eenzaamheid. De motie wordt uitgevoerd in overleg met de lectoren die nu betrokken zijn bij de Wmowerkplaatsen. Bovendien wordt er één nieuwe werkplaats aan toegevoegd. 2

3 3. DOEL VAN WMO-WERKPLAATS UTRECHT Het continueren en verder ontwikkelen van de Wmo-werkplaats Utrecht als regionaal kenniscentrum voor de Wmo, waarin het Kenniscentrum Sociale Innovatie, gemeenten, instellingen en beroepsbeoefenaren, vrijwilligersorganisaties, cliënten belangen- en ondersteuningsorganisaties en landelijke kennisinstituten samenwerken aan onderzoek, praktijkontwikkeling, implementatie en opleiding op het terrein van zorg en welzijn en meer in het bijzonder op het terrein van zorg en dienstverlening in en door de gemeenschap. De ontwikkeling van praktijkkennis staat centraal in de Wmo-werkplaats. De werkplaats is gericht op het bevorderen van evidence en practice based werken in de sector zorg en welzijn, waarbij interventies gericht op de bestrijding van sociaal isolement/eenzaamheid nadrukkelijk de aandacht krijgen en er is specifieke aandacht voor de positie van gemeenten in deze tijd van transitie. Thema s van de Wmo-werkplaats Utrecht zijn: 1. Transitie en transformatie: de gevolgen van de Wmo voor gebruikers, formele (professionele) en informele (vrijwillige) inzet, en gemeentes. 2. Ontwikkeling van nieuwe lokale infrastructuren voor maatschappelijke ondersteuning en maatschappelijke participatie: integraal gebiedsgericht werken. 3. Ontwikkeling van sociale steunsystemen: nieuwe werkwijzen voor professionals om vrijwilligers, mantelzorgers en netwerken te betrekken en ondersteunen. 4. PARTICIPANTEN EN STRUCTUUR VAN DE WERKPLAATS In de Wmo-werkplaats Utrecht participeren gemeentes, welzijns- en zorgorganisaties, en organisaties op het gebied van cliëntenbelang, vrijwillige inzet en mantelzorgondersteuning. Een aantal vormt samen de Wmo-werkplaatsraad. Dit is het beleidsorgaan en de bestuurlijke denktank van de werkplaats. De Wmo-werkplaatsraad komt enkele malen per jaar bij elkaar. In deze raad zijn vertegenwoordigd: gemeentes Utrecht, Amersfoort en Nieuwegein; CliëntenBelang Utrecht, Humanitas DMH, MEE Utrecht Gooi en Vecht, Welzijn Amersfoort, Stade, de Tussenvoorziening, de Wilg, Kwintes, Movactor en Mezzo. De betreffende gemeenten zijn betrokken geweest bij de keuze van thema s en praktijken. Dit plan heeft een breed draagvlak in de regio. Op operationeel niveau fungeert een coördinatiegroep, waarin twee lectoren, de algemene projectleider, de drie programmalijncoördinatoren, de coördinator opleidingsactiviteiten Wmo, en een vertegenwoordiger van CliëntenBelang Utrecht zitting hebben. Per programmalijn worden praktijkprojecten uitgevoerd. Hierbij is een projectteam actief bestaande uit onderzoekers, studenten en betrokkenen uit het werkveld. In enkele projecten wordt gewerkt met proeftuinen c.q. ontwikkelwerkplaatsen. Dit zijn Communities of Practice waarvan de leden samen werken aan nieuwe werkwijzen en een bijdrage leveren aan kennisontwikkeling. De administratieve, logistieke en communicatieve ondersteuning wordt verzorgd door de backoffice van het Kenniscentrum Sociale Innovatie. 3

4 5. PROBLEEMSTELLING EN PRAKTIJKEN Probleemstellingen: A. Het is nog onbekend welke gevolgen de komende transitie AWBZ-Wmo heeft voor specifieke doelgroepen en voor professionals. B. Het ontbreekt aan kennis betreffende integrale vormen van wijkgericht werken C. Professionals in de Wmo ontbreekt het aan kennis en tools om mantelzorgers goed te ondersteunen en vrijwillige inzet goed te faciliteren. D. Eenzaamheid en sociaal isolement nemen steeds verder toe. Het ontbreekt aan effectieve methoden om mensen in extreem isolement te bereiken en hen weer bij de samenleving te betrekken. Praktijken: In de Wmo-werkplaats zullen de volgende onderzoeken en praktijken gerealiseerd worden: 1. Onderzoek naar de gevolgen van de transitie van AWBZ extramurale begeleiding naar Wmo voor gebruikers en professionals. Doelstelling: inzicht verkrijgen in de gevolgen van transitie voor mensen met psychische en verstandelijke beperkingen en de professionals die hen ondersteunen. Het betreft een longitudinaal onderzoek waaraan wordt meegewerkt door een aantal instellingen voor verstandelijk gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg in de provincie Utrecht. Ook in enkele andere Wmo-werkplaatsen, waaronder in Twente, zullen hierover data verzameld worden. Op deze wijze kunnen we ook landelijk inzicht krijgen in de gevolgen van de transitie. Deze kennis kan gebruikt worden om knelpunten te identificeren en op te lossen. 2. Gebruikers van de voedselbank en maatschappelijke participatie. Doelstelling: inzicht krijgen in de situatie van oude en nieuwe gebruikers van voedselbanken in Utrecht, en methoden ontwikkelen op welke wijze vanuit de Wmo passende ondersteuningsarrangementen kunnen worden ingezet op het gebied van opvoeding, werk en inkomen. Onderzocht wordt waar inzet vanuit de Wmo (t.z.t. in combinatie met de Wet Jeugdzorg en de Wwnv) kan leiden tot verbetering. 3. Supportgericht Werken in de Wmo. De Kanteling in praktijk. Doelstelling: bijdrage leveren aan ontwikkeling en implementatie van de methodiek van supportgericht werken bij professionals die de Wmo uitvoeren door middel van deskundigheidsbevordering, onderzoek en de ontwikkeling van tools. Het betreft onderzoek naar Supportgericht Werken in de Wmo en de toepassing van de Kanteling in Woerden en Nieuwegein. Er wordt een instrument ontwikkeld om vragen en ondersteuningsbehoeftes in beeld te kunnen brengen. Dit instrument dient informatie op te leveren voor professionele inzet ten behoeve van deze doelgroepen. We gaan onderzoeken of er op individueel niveau een profielinstrument kan worden gemaakt, dat zowel bruikbaar is voor arrangementen op individueel niveau als ook op geaggregeerd niveau informatie kan genereren. In dit project wordt ook het spanningsveld tussen gebruik van formele methoden en instrumenten en informele werkwijzen meegenomen. In dit project wordt o.a. met behulp van de Wmo-scan gebruikersperspectief, die in de eerste fase van de Wmo-werkplaats ontwikkeld is, gegevens verzameld, welke inzicht geven in de ervaringen van gebruikers. Daarnaast wordt via semigestructureerde interviews aanvullende gegevens verzameld. Deze gegevens kunnen dienen om het werken van professionals te verbeteren. Er komt een trainingsaanbod waarin de Kanteling wordt geplaatst in het kader van Supportgericht Werken. Het betreft hier zowel het keukentafelgesprek als ook het hele traject inclusief realisatie van een ondersteunings- en participatie-arrangement. 4

5 4. Ontwikkeling van nieuwe vormen van integraal wijkgericht werken. Doelstelling: Door middel van een vergelijkend onderzoek (tussen verschillende gemeenten en organisaties) naar diverse vormen van integraal wijkgericht werken in beeld krijgen wat bepalende en werkzame factoren zijn. Het betreft onderzoek naar vormen van integraal wijkgericht werken t.b.v. kwetsbare burgers in proeftuinen in de gemeentes Amersfoort, Utrecht, Wijk bij Duurstede en Zeist. Het onderzoek brengt een aantal variabelen in beeld, zoals uitgangspunten, schaalgrootte, samenwerkingsverbanden, governance, disciplinaire samenstelling, werkwijze. Daarnaast worden effecten en werkzame factoren onderzocht. In Amersfoort zal bijvoorbeeld onderzocht worden hoe zowel op stedelijk als op wijkniveau in een Maatschappelijk Steunsysteem samengewerkt kan worden om de participatiemogelijkheden van mensen met een psychiatrische achtergrond en verstandelijke beperkingen te verbeteren. Dit betreft o.a. ontmoetings- en activeringsmogelijkheden en vrijwilligerswerk. Binnen de proeftuinen wordt ook gekeken naar de inzet van burgers zelf: de mogelijkheden en grenzen van eigen kracht. Onderzocht zal worden op welke wijze gebiedsgebonden teams gekoppeld kunnen worden aan signaleringsnetwerken rond eenzaamheid en sociaal isolement. In samenwerking met de Werkplaats Arnhem en Nijmegen, werkplaats Twente en werkplaats Groningen wordt een praktisch onderzoeksinstrument ontwikkeld waarmee eenzaamheid geïdentificeerd, geobjectiveerd en gearrangeerd kan worden. Het instrument stelt professionals in staat sensitiever te worden als het gaat om het signaleren en aangaan/oppakken van eenzaamheid. 5. Verbeteren van mantelzorg- en netwerkondersteuning, ondersteuning vrijwillige inzet. Doelstelling: het verzamelen van kennis om de professionele ondersteuning aan mantelzorgers en sociale netwerken te verbeteren. We richten ons hier specifiek op de zorg rond volwassenen met niet-aangeboren hersenletsel, dementie en lichte verstandelijke beperkingen. Zij hebben gemeenschappelijk dat zij beperkingen hebben met betrekking tot hun reflectievermogen en zelfinzicht. In dit project wordt voortgebouwd op onderzoeken die de afgelopen jaren op dit gebied zijn uitgevoerd. Er zal onderzocht worden welke algemene vormen van ondersteuning voor deze groepen van belang zijn, en welke vormen specifiek voor subgroepen gelden. Werken aan maatschappelijke participatie kan sociaal isolement doorbreken en voorkomen. Er wordt een competentieprofiel en een onderwijsprogramma ontwikkeld om professionals en studenten kennis en vaardigheden mee te geven om op een effectieve wijze sociale netwerken in te richten als sociaal steunsysteem, en mantelzorgers en vrijwilligers te ondersteunen. Er worden drie onderzoekspraktijken ingericht om deze doelstellingen te realiseren. In dit thema wordt samengewerkt met de Wmo-werkplaats Eindhoven. 6. BEOOGDE RESULTATEN EN PRODUCTEN Hieronder worden de beoogde resultaten en producten weergegeven. Algemeen Resultaten 1. Meer inzicht in de gevolgen van de transitie 2. Meer kennis van bepalende en werkzame factoren bij het ontwikkelen van nieuwe vormen van integraal wijkgericht werken 3. Meer kennis om mantelzorgers en sociale netwerken effectief te ondersteunen; meer kennis om vrijwillige inzet te faciliteren. 4. Meer kennis om mensen die kampen met eenzaamheidsproblematiek en sociaal isolement te bereiken en te ondersteunen om deze problematiek te verminderen. 5. Een provinciale kennisinfrastructuur waar professionals, gemeentes en gebruikers kennis kunnen halen en brengen rond genoemde Wmo thema s. 6. Betere toerusting van professionals, docenten en studenten social work op het gebied van het werken in de Wmo. 5

6 Producten 1. Resultaten van onderzoek 2. Instrumenten en hulpmiddelen 3. Kennisportal website en digitale nieuwsbrief 4. Onderwijs rond Wmo opgenomen in propedeuse en bacheloropleidingen SPH, MWD, CMV CT en Pedagogiek. 5.Trainingsaanbod bij/nascholing Per praktijk/onderzoek Onderzoek naar de gevolgen van de transitie voor gebruikers en professionals Resultaten 1. Inzicht in de gevolgen van de transitie voor de maatschappelijke participatie (van mensen met verstandelijke beperkingen en mensen met een psychiatrische achtergrond die gebruik gaan maken van de Wmo. 2. Inzicht in de gevolgen van de transitie voor het handelen van professionals Producten 1. Onderzoeksrapportages over verloop en effecten transitie 2. Beleidsaanbevelingen voor gemeentes en maatschappelijke organisaties 3. Vertaling inzichten naar onderwijsmodules Gebruikers van de voedselbank en maatschappelijke participatie Resultaten 1. Inzicht in de situatie en behoeftes van gebruikers van de Voedselbank Utrecht 2. Kennis hoe hier vanuit Wmo-perspectief ondersteuning geboden kan worden. Producten 1. Onderzoeksrapportages 2. Portretten van klanten voedselbank 3. Profielinstrument om situatie in beeld te brengen en op basis daarvan arrangement uit te werken. Supportgericht Werken in de Wmo. De Kanteling in praktijk Resultaten 1. Verdere uitwerking van methodiek Supportgericht Werken in de Wmo 2. Inzicht in toepassing van de Kanteling en de ervaringen van gebruikers 3. Betere werkwijzen voor professionals bij de toepassing van Kanteling Producten 1. Onderzoeksrapportages over de toepassing van de Kanteling en tevredenheid van gebruikers 2. Profielinstrument waarmee vragen, behoeften, mogelijkheden persoon en netwerk in beeld kunnen worden gebracht. Tevens wordt i.s.m. werkplaats Arnhem-Nijmegen gewerkt aan een handelingsinstrument gericht op doorbreken sociaal isolement. 3. Trainingsprogramma Supportgericht Werken / de Kanteling (o.a. methodisch werken vanuit de Wmo, gespreksvoering, komen tot passend plan/arrangement, netwerkversterking), inclusief trainershandleiding. 4. Publicatie over keten- en netwerksamenwerking rond Wmo/zorgarrangementen 5. Methodebeschrijving Supportgericht Werken voor databank Effectieve Sociale Interventies. Ontwikkeling van nieuwe vormen van wijkgericht werken Resultaten 1. Inzicht in effectiviteit en doelmatigheid van diverse nieuwe vormen van wijkgericht werken. 6

7 2. Kennis over de ontwikkeling van maatschappelijke steunsystemen 3. Kennis over werkzame en belemmerende factoren. Lessen voor de toekomst. Producten 1. Onderzoeksrapportages 2. Handleiding voor het ontwikkelen van integrale wijkteams 3. Trainingsprogramma / onderwijsmodule integraal werken in de wijk Ontwikkelen van kennis om mantelzorg, vrijwillige inzet en netwerkondersteuning te verbeteren Resultaten 1. Kennis om professionele mantelzorg- en netwerkondersteuning te verbeteren aan mensen met niet aangeboren hersenletsel en mensen met verstandelijke beperkingen (i.s.m. werkplaats Eindhoven). Producten 1. Competentieprofiel ondersteuning van informele inzet 2. Overzicht van methoden die gebruikt kunnen worden om rond mensen met een zorgvraag mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen en het sociale netwerk zo goed mogelijk in te zetten, inclusief de bijbehorende vaardigheidsontwikkeling. 3. Trainingsprogramma /onderwijsmodules mantelzorg- en netwerkondersteuning Na het eerste jaar is in ieder geval gerealiseerd: 1. Kennisportal website en digitale nieuwsbrief 2. Onderwijs Wmo geïmplementeerd in bacheloropleidingen Social Work 3. Trainingsaanbod t.b.v. bij/nascholing professionals in de regio 4. Aantal onderzoeksrapportages of tussenrapportages over kantelingpilots en wijkteams 5. Prototype profielinstrument 6. Prototype competentieprofiel ondersteuning van informele inzet 7. Overzicht van methoden die gebruikt kunnen worden om rond mensen met een zorgvraag en mantelzorgers zo goed mogelijk te ondersteunen en het sociale netwerk zo goed mogelijk in te zetten. 8. Overzicht van werkwijzen die gebruikt kunnen worden om het sociale netwerk zo goed mogelijk te ondersteunen/ faciliteren bij respijtzorg 7. DISSEMINATIE Kennis zal verspreid worden via: 1. Kennisportal website 2. Digitale nieuwsbrief 3. Learning communities, studiebijeenkomsten en conferenties 4. Sociale media 5. Onderwijsmodules en onderwijsactiviteiten in bacheloronderwijs 6. Trainingsactiviteiten bij/nascholing 7. Publicaties Kennisdeling en kennisverspreiding zullen gedurende de hele looptijd van de werkplaats in verschillende vormen plaatsvinden. 8. DOORLOOPTIJD Totale tijdsduur 3 jaar Startdatum 1 november 2012 Einddatum 31 oktober

8 BIJLAGE SPECIFIEKE PROJECTINFORMATIE Praktijk 1 Onderzoek naar de gevolgen van de transitie van AWBZ extramurale begeleiding naar Wmo voor gebruikers en professionals. DOEL Verzamelen van kennis over de gevolgen van de transitie van AWBZ extramurale begeleiding naar Wmo voor de maatschappelijke participatie van mensen met psychiatrische en verstandelijke beperkingen, en het handelen van de professionals die hen ondersteunen. ACTIVITEITEN EN PROJECTRESULTAAT Longitudinaal onderzoek onder enkele cohorten. Gegevens betreffende kwaliteit van leven, participatiegraad en tevredenheid. Overzicht van wat goed gaat en waar knelpunten ontstaan. Projectresultaten: 1. Inzicht in de gevolgen van de transitie voor de maatschappelijke participatie van mensen met verstandelijke beperkingen en mensen met een psychiatrische achtergrond die gebruik gaan maken van de Wmo. 2. Inzicht in de gevolgen van de transitie voor het handelen van professionals Producten: 1. Onderzoeksrapportages over verloop en effecten transitie 2. Beleidsaanbevelingen voor gemeentes en maatschappelijke organisaties 3. Vertaling inzichten naar onderwijsmodules SAMENWERKINGSPARTNERS Abrona, Amerpoort, Humanitas, Reinaerde, de Wilg, CliëntenBelang Utrecht, Kwintes e.a. GGz-instellingen. Praktijk 2 Gebruikers van de voedselbank en maatschappelijke participatie DOEL Inzicht in de situatie en behoeftes van gebruikers van de Voedselbank Utrecht en hoe hier vanuit Wmo-perspectief ondersteuning geboden kan worden. ACTIVITEITEN EN PROJECTRESULTAAT Onderzoek in zeven wijken van de gemeente Utrecht bij Voedselbanken en hun klanten. Projectresultaten: 1. Inzicht in de situatie en behoeftes van gebruikers van de Voedselbank Utrecht 2. Kennis hoe hier vanuit Wmo-perspectief ondersteuning geboden kan worden. Producten: 8

9 1. Onderzoeksrapportages 2. Portretten van klanten voedselbank 3. Profielinstrument om situatie in beeld te brengen en op basis daarvan arrangement uit te werken. SAMENWERKINGSPARTNERS Gemeente Utrecht, Voedselbanken Utrecht, Stichting Tussenvoorziening Praktijk 3 Supportgericht Werken in de Wmo. De Kanteling in praktijk. DOEL Ontwikkelen van kennis over de toepassing van Supportgericht Werken in de Wmo en de implementatie van de Kanteling. ACTIVITEITEN EN PROJECTRESULTAAT Pilots in twee nader te bepalen gemeentes. Projectresultaten: 1. Verdere uitwerking van methodiek Supportgericht Werken in de Wmo 2. Inzicht in toepassing van de Kanteling en de ervaringen van gebruikers 3. Betere werkwijzen voor professionals bij de toepassing van Kanteling met behulp van methodiek supportgericht werken Producten: 1. Onderzoeksrapportages over de toepassing van de Kanteling en tevredenheid van gebruikers 2. Profielinstrument waarmee vragen, behoeften, mogelijkheden persoon en netwerk in beeld kunnen worden gebracht, gebaseerd op de principes van supportgericht werken. 3. Trainingsprogramma Supportgericht Werken / de Kanteling (o.a. methodisch werken vanuit de Wmo, gespreksvoering, komen tot passend arrangement, netwerkversterking), inclusief trainershandleiding. 4. Publicatie over ontwikkeling Maatschappelijk Steunsysteem in Amersfoort. 5. Mogelijk methodebeschrijving voor databank Effectieve Sociale Interventies. SAMENWERKINGSPARTNERS Gemeentes Nieuwegein en Woerden, Movactor. CliëntenBelang Utrecht Praktijk 4 Ontwikkeling van nieuwe vormen van integraal wijkgericht werken. DOEL Ontwikkelen van kennis en nieuwe vormen van integraal wijkgericht werken t.b.v. kwetsbare / sociaal geïsoleerde burgers. ACTIVITEITEN EN PROJECTRESULTAAT 9

10 Ontwikkelingsonderzoek en vergelijkend onderzoek tussen nieuwe aanpakken in een aantal gemeentes. Projectresultaten: 1. Inzicht in effectiviteit en doelmatigheid van diverse nieuwe vormen van wijkgericht/gebiedsgericht werken. 2. Kennis over werkzame en belemmerende factoren. Lessen voor de toekomst. Producten: 1. Onderzoeksrapportages 2. Handleiding voor het ontwikkelen van integrale wijk/gebiedsteams 3. Trainingsprogramma / onderwijsmodule integraal werken in de wijk/gemeente SAMENWERKINGSPARTNERS gemeentes Amersfoort, Wijk bij Duurstede en Zeist, Welzijn Amersfoort, Stichting Binding, Meander Omnium. Praktijk 5 Verbeteren van mantelzorg- en netwerkondersteuning, ondersteuning vrijwillige inzet. DOEL Ontwikkelen van kennis om de professionele ondersteuning aan mantelzorgers en sociale netwerken te verbeteren. ACTIVITEITEN EN PROJECTRESULTAAT Drie ontwikkelwerkplaatsen (learning communities) waarin geëxperimenteerd wordt met mantelzorgondersteuning, netwerkondersteuning en vrijwillige inzet. Projectresultaten: 1. Kennis om professionele mantelzorg- en netwerkondersteuning te verbeteren aan volwassenen met niet aangeboren hersenletsel, dementie en verstandelijke beperkingen. Producten: 1. Competentieprofiel mantelzorgondersteuning 2. Competentieprofiel ondersteuning van informele inzet 3. Handleiding netwerk strategieën die gebruikt kunnen worden om rond mensen met een zorgvraag het sociale netwerk zo goed mogelijk in te zetten. 4. Trainingsprogramma /onderwijsmodules mantelzorg- en netwerkondersteuning 5. Onderwijsmodule faciliteren vrijwillige inzet. Hierbij wordt o.a. voortgebouwd op de module die door de werkplaats Saxion ontwikkeld is in de eerste fase. SAMENWERKINGSPARTNERS MEE Utrecht G&V, Hersenletselteam Provincie Utrecht, gemeente Nieuwegein, de Wilg Utrecht, Mezzo, Stade, Boogh, Handje Helpen Utrecht. ORGANISATIE Kenniscentrum Sociale Innovatie Hogeschool Utrecht 10

11 PROJECTTEAM Naam medewerker dr. J.P. Wilken X M V lector jean-pierre.wilken@hu.nl Naam medewerker dr. L. van Doorn M X V lector lia.vandoorn@hu.nl Naam medewerker dr. D. Kal M X V lector doortje.kal@hu.nl Naam medewerker drs. I. Scheijmans M X V senior-onderzoeker inge.scheijmans@hu.nl Naam medewerker dr. E. Overkamp M X V Hogeschoolhoofddocent els.overkamp@hu.nl Naam medewerker V. de Waal X M X V docent-onderzoeker vincent.dewaal@hu.nl Naam medewerker E. Witteveen MSW M X V docent-onderzoeker ellen.witteveen@hu.nl Naam medewerker S. Karbouniaris M X V docent-onderzoeker simona.karbouniaris@hu.nl Naam medewerker drs. T. Dankers M X V senior-onderzoeker trudy.dankers@hu.nl Naam medewerker drs. J. van der Mei M X V docent coördinator vakgroep Wmo janneke.vandermei@hu.nl Naam medewerker S. van Gijzel M X V junior-onderzoeker sascha.vangijzel@hu.nl Naam medewerker J. Binkhorst MSc X M V junior-onderzoeker joep.binkhorst@hu.nl 11

12 BIJLAGE(N) Organogram projectorganisatie Begroting X ja nee X ja nee Anders HANDTEKENING Naam Plaats Datum 12

13 BIJLAGE 1. ORGANOGRAM WMO-WERKPLAATS Algemene programmaleiding (J.P. Wilken en L. van Doorn) algemeen coördinator (I. Scheijmans) Werkplaatsraad (vertegenwoordigers participerende instellingen/gemeenten) Communicatie en studiedagen (W. van Amerongen en M. Kruisselbrink) Administratieve ondersteuning (C. Entrop, K. Schoenmaker) Praktijk 1 Praktijk 2 Praktijk 3 Praktijk 4 Praktijk 5 Transitie van AWBZ extramurale begeleiding naar Wmo. Gebruikers van de voedselbank en maatschappelijke participatie Supportgericht Werken in de Wmo. De Kanteling in praktijk. Integraal wijkgericht werken. Ondersteuning mantelzorg, vrijwillige inzet en sociale netwerken. coördinator: E. Overkamp coördinator: L. van Doorn coördinator: E. Overkamp coördinator: V. de Waal coördinator: E. Witteveen Competenties in de curricula van de professionele opleidingen, in de bij- en nascholing van professionals in het werkveld (incl. gemeentes) en in cursusaanbod voor ervaringsdeskundigen, mantelzorgers, vrijwilligers en PGB-uitvoerders (coördinator: J. v.d. Mei) Uitvoering opleidingen, bij- en nascholing en cursussen (docenten Social Work en contractonderwijs) (coördinator: J. v.d. Mei) Overdragen van de praktijkkennis aan niet-participerende gemeenten, instellingen en vrijwilligersorganisaties (coördinator: J. v.d. Mei) ) 13